Erdal !hüiMeton EVAARLIJK SPEL Jiadioptogtamma Moet Ge examen doen? De liberalen en gemeenteraadsverkiezingen Stad en Omgeving De vice-voorzitter van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond" spreekt in de Harmonie. vermaard door z'n glans! ft In een door de afd. Alkmaar van de Vrij heidsbond belegde vergadering in de dancing van de Harmonie voerde gisteravond het woord mr. M. H. de Boer, vice-voorzitter van den Vrijheidsbond en wethouder der ge meente Utrecht. Doordat de 6preker in Am sterdam de aansluiting had gemist, kon de voorzitter, de heer Bosscher, pas om kwart voor negen de slecht bezochte vergadering openen met een woord van dank aan de aan wezigen voor het betoonde geduld. Mr. de Boer ving zijn betoog aan met de opmerking, dat de gemeenteraadsverkiezin gen met het oog op de tijden, waarin wij leven, een bijzonder algemeen belang zijn, aangezien het beginsel „het bereiken van een bepaald doel in handen van allen te leggen", door Torbecke bewust in de gemeentewet vastgelegd, steeds meer in gevaar komt. Het beginsel van de gemeentewet is, dat alles wat plaatselijk kan worden geregeld, ook plaatselijk geregeld behoort te worden Tcrbecke was ervan overtuigd, dat door dit liberale beginsel de gemeenschap voordeel kon trekken van de krachten, die er in ieder individu schuilen en hij heeft dit liberale be ginsel tot zijn dood toe volgehouden. Uitdrukkelijk wenschte spr. te verklaren, dat de liberalen de ontplooiing van de men- schelijke persoonlijkheid in de le plaats wenschen, omdat zij daarin zien het grootste voordeel voor de gemeenschap. Dit stelsel heeft zeker in Nederland tot zegen gestrekt en lijnrecht daartegenover staan die dictatuurstelsels, waarbij de indi- dueele krachten onderdrukt worden. Wanneer men bedenkt, dat het stelsel van de gemeentelijke zelfstandigheid nog in ons volk leeft en wordt toegepast, dan moet het een ieder duidelijk zijn, dat de gemeente raadsverkiezingen van groot belang zijn. Het stelsel van de gemeentelijke zelfstan digheid loopt groot gevaar, omdat het aan vallen ondergaat van alle zijden, ook van de regeering. Van de burgerij, omdat stemmen opgaan, die zeggen „de gemeenteraden hebben de ge meenten slecht bestuurd, met het geld ge gooid en het is beter, dat de gemeenten van uit den Haag aan het lijntje worden gehou den.'' Hierin zit eenige grond van waarheid, doch men overdrijft schromelijk, als men zoo generaliseert. Onder het soc.-dem. bewind hebben de groote gemeenten Amsterdam en Rotterdam deze critiek verdiend, maar de wet heeft middelen genoeg om tegen slechte ge meente de regeering te doen optreden. De regeering kan besluiten vernietigen. Ged. St hebben de financieele controle en tenslotte is het mogelijk, als tegenover Beerta door een speciale wet het gemeentebestuur uit te scha kelen. Veel schuld aan de critiek onder de bur gerij hebben naar het oordeel de Oed. Staten en speciaal die van N.H. De anecdote gaat, dat een begrooting van Amsterdam, waarvan een paar bladzij den op elkander waren geplakt, toch goedge keurd terug kwam. Een aanval op de gemeentelijke zelfstandig heid oordeelde spr. ook de wijdloopigheid en de politieke spiegelgevechten in de gemeente raden, al valt waar te nemen, dat hierin de laatste 3 jaren verbetering is opgetreden. Noodig is, dat de zeden zich in dit opzicht meer herzien. Inkrimping van 's raads be voegdheden oordeelde spr. daarvoor echter geen middel. Tenslotte doet de regeering aanvallen op de gemeentelijke zelfstandigheid en deze zijn wel het gevaarlijkst, omdat de regeerings- maatregelen van grooten invloed kunnen zijn Spr. wilde voorop stellen, dat aan de ge meenten niet zooveel meer vrijheid gelaten kan worden als in 1851 bij het opstellen van de gemeentewet. Het toenemend verkeer heeft het noodzake lijk gemaakt, dat voor vele zaken een centrale regeling de voorkeur verdient en ook de tijden leenen zich daar beter toe. Dit neemt echter niet weg, dat deze maatregelen uitzondering moeten blijven, wil men het gemeentelijke leven niet aooden. De gemeentelijke zelfstandigheid moet voorop blijven staan. Platonische liefdesver klaringen daarvoor legt ook de regeering af, maar practisch handelt ze anders. Wekelijks ontvangen de gemeentebesturen raadgevin gen en herhaaldelijk komt het voor, dat de regeering dwingt die raadgevingen op te vol gen. In dit verband noemde spr. de uitvoering van de Armenwet, waarbij de regeering ge dreigd heeft met inhouding van bedragen, die de gemeenten krachtens andere regelin gen van de regeering hebben te vorderen. Spr. noemt dit aantasting van het gezag van de gemeentebesturen, waartegen men zich van liberaal standpunt krachtig moet ver zetten. Ook andere voorbeelden in dit opzicht, als de invoering van de nieuwe spelling en de ambtenarenwet noemde spr., erop wijzende, dat dit zonder noodzaak veel gela kost en de waakzaamheid tegen deze aantasting kon men naar spr. oordeel het beste toevertrou wen aan de liberalen, omdat zij principieel voorstanders zijn van de gemeentelijke zelf standigheid in tegenstelling met vele andere partijen. Eigenlijk, zoo zeide spr., zijn er maar twee andere partijen, die de gemeentelijke zelf standigheid in hun program plaatsen, n.1. de r.katholieken en de anti-revolutionnairen De a.r. verdedigen in ander verband principieel de gemeentelijke zelfstandigheid. De katho lieken doen dit, omdat zij zijn voor een orde ning van het maatschappelijke en politieke leven en het is in die ordeningsgedachte noo dig, dat in de gemeente bepaalde organen komen. Hiervoor verwees spr. naar het zoo juist gepubliceerde ontwerp-program van de r.k. staatspartij. Volgens dit program is de gemeente niets anders dan een bedrijfsorga nisatie. De financiëele politiek. De financiëele politiek in de gemeenten wordt steeds moeilijker en is daarom van groot gewicht. In de na-oorlogsjaren kon financieel bijna alles. De liberalen waar schuwden en wezen erop, dat men in slech te tijden zou moeten gaan inkrimpen. Men luisterde niet en de staatsbemoeiing werd maar steeds uitgebreid Aan de hand van de opcenten op de ge meentefondsbelasting toonde spr. aan, hoe schaarsch de gemeentefinanciën zijn. In 1931 bepaalde de wet, dat hoogstens 80 opcenten mochten worden geheven, doch dat dit eigenlijk boven de norm was. Alleen in bepaalde omstandigheden mocht, met goed keuring van de regeering, tot 100 opcenten worden gegaan. Tot 80 mocht men alleen gaan, wanneer de andere belastingen tot een redelijke hoogte, een hoogte, die spr. onredelijk noem de, waren opgevoerd. Van de 1071 gemeen ten hieven in het eerste jaar, waarin de gemeentefondsbelasting werkte, 609 gemeen ten O tot 40 opcenten, het 2de jaar waren dit nog maar 396 gemeenten en net jaar daar op: 238 en in het laatste jaar 1934—1935, nog maar 198 gemeenten. 80 tot 100 opcenten hieven in het eerste jaar 238 gemeenten, in het tweede jaar 443 gemeenten, het 3de jaar 653 en in het laatste jaar 712 gemeenten of 70 pCt. van de ge meenten. 317 gemeenten waren er in het eerste jaar, die O opcenten hieven, verleden jaar was dat aantal tot 85 ingekrompen. Het eerste jaar hieven slechts 30 ge meenten 100 opcenten, maar in het laatste jaar is dit aantal gestegen tot 409. Het financieel beleid zal dan ook in de ko mende periode in het centrum moeten staan, omdat de nood hard nijpt en spr. was van oordeel, dat men dit het best aan de libera len kan toevertrouwen De liberalen hebben nooit geschroomd, een behoorlijke sociale politiek te voeren. Thor- becke achtte die reeds noodig, lang voordat een andere partij de aandacht daarop ves SCHOENCRÊME Groote doos 10 ets. Extra groote doos 15 ets. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 55) Hallam was een vlugge leerling en spoe dig nam hij zijn hoed om weg te gaan. „Het gela", zei hij kortaf. De baron gaf hem een enveloppe, die Hallam open scheurde. Hij nam er een bun del banknoten uit, die hij zorgvuldig telde. „Dank u. Goeden morgen", zei hij stug. Toen hij weg was laente de prins zacht in zichzelf. „Wat zijn die Engelschen toch eigenaar dig. Ze verliezen nooit hun zakeninstinct. Ik feliciteer u, ik geloof, dat het succes ver zekerd is. Als we die plannen eenmaal in handen hebben behoeven we niet bang te zijn, hè?" Hij lachte weer. Hallam keerde naar Ryderstreet terug en telefoneerde naar Vala, maar kreeg te hoo- ren, dat ze nog niet terug was. „Wilt u haar vragen of ze me direct als ze thuis komt wil opbellen?" vroeg hij. Doch tegen lunchtijd had hij nog niets gehoord en toen hij wegging naar de admi raliteit begon hij ongerust te worden. „Ik kan juffrouw Glyn niet vinden. Ik had haar bij u willen brengen", zei hij tegen den admiraal. „Ik vermoed, dat Sylvester u verteld heeft „Alles. Wij zullen ons niet bezorgd ma ken over juffrouw Glyn. Heeft u iets te rap porteeren?" Guy vertelde hetgeen hij dien morgen met den baron had afgesproken. De admi raal luisterde met de grootste aandacht en voldoening en toen het verhaal uit was, feli citeerde hij Guy hartelijk. „We zullen met het eerste deel van het programma beginnen", grinnikte hij. Hij nam een sleutel uit zijn zak en gaf dien aan Guy. „Vertoon je kunsten maar eens", zei hij en keek toe hoe Guy zorgvuldig een afdruk maakte, „we zullen het vanmiddag druk hebben". Hij belde en gaf bevel dat hij niet gestoord mocht worden. Om vier uur hadden zij een compleet stel plannen opgemaakt van ae bewegingen van de Britsche vloot, voor het geval de oorlog dreigde of verklaard werd. Onnoodig te zeggen, dat ze geheel opge maakt waren met de bedoeling ae Duitsche admiraliteit te misleiden, maar ze moesten uiterst voorzichtig worden opgesteld om een „echten" indruk te maken. Eindelijk werden de papieren in een en veloppe gedaan en deze gesloten. Toen wer den ze in de brandkast gelegd en de beide mannen keken elkaar voldaan aan, „Dat is prachtig werk geweest", zei de admiraal vroolijk. „Het succe^ hangt van één ding afweet je zeker, dat u den prins en den baron hebt overtuigd, dat u een spion is? Twijfelen ze absoluut niet?" „Neen", antwoordde Guy met een zeker tigde. De eerste sociale wetten zijn van libe ralen afkomstig en zij hebben ook later aan de uitvoering van sociale wetten meege werkt, al is het waar, dat men daarmee wel eens, naar het oordeel der liberalen, te ver is gegaan. De liberalen zijn voorstanders van een evenwichtige politiek, waarbij de verschillen de groepen evenwichtig belast worden. Juist, omdat zij voorstanders zijn van de grootst mogelijke vrijheid, is het noodig, dat men bepaalde groepen geen zwaarder deel van den last laat dragen dan in verband met de draagkracht van die groep billijk is. Wij wil len in het oog houden de moeilijkheden, die er zijn, maar ook nalaten, wat we wel wen- sthelijk vinden, maar wat we eenvoudig niet kunnen doen. Dit is met de andere partijen niet het ge val. De soc.-dem. stellen zich bewust op net standpunt van den klassenstrijd en de an dere groepen van de rechterzijde zijn juist gevormd voor bepaalde deelen van de bevol king. Het is merkwaardig, dat de katholie ken, die zoo strijden voor een ordening, waarvan wij weinig weten, wat er onder te verstaan, juist de partijvormen, die het meest de samenwerking met anderen heeft afge- stooten en daar, waar samenwerking ont stond, speciale R.K.-groepjes tegenover stelde. De werkloosheid. Iedere gemeente heeft met het kwaad van de werkloosheid te kampen. Wij zijn het er allen over eens, dat het noodig is om goede burgers, die werken willen en werken kun nen, maar het werk niet kunnen vinden, door de gemeenschap te ondersteunen. Vast staat echter, dat men door steun de bestrijding van de werkloosheid niet verder brengt. Dit is ook niet het geval met het laten uitvoeren van nutteloos werk, al kan dit psychologisch tot een zegen zijn. De groote daad in de toekomst ligt hierin, dat de overheid tracht den weg te vinden, waardoor de werkloosheid kan worden be streden en het eenige middel daartoe is: het voeren van een politiek, die er toe leidt, dat er zooveel mogelijk werkgelegenheid gescha pen wordt, waardoor de welvaart tot een hooger peil wordt opgevoerd. De gemeenteraad kan het welvaartspeil niet verhoogen, maar toch zijn er verschil lende dingen, waarmee men rekening kan houden. In de eerste plaats zal men moeten breken met het funeste systeem van protec tionisme en een soort plaatselijke autarkie, waarbij men de voorkeur geeft aan leveran ciers, aie binnen de gemeente wonen, terwijl men elders veel goedkooper terecht kan, want dit moet ertoe le'den, dat de werkloosheid in het algemeen grooter wordt, omdat men van het beschikbare geld een deel besteedt om het werk daar te laten uitvoeren, waar het duurder wordt uitgevoerd, met als gevolg, dat er in totaal minder werk kan worden op gedragen. In dit verband wees spr. op een merk waardige circulaire van de regeering, die vóór 14 dagen uitging, waarin er op ge wezen word1 dat ae claering met Duitsch- land in gevaar kwam, omdat er veel minder in Duitschland besteld wordt. Aan de ge meentebesturen werd verzocht, om in Het vervolg in Duitschland dingen te blijven be stellen, die men daar tot nog toe bestelde en spr. beschouwde dit als een gebaar, maar ook als een symbool, dat de regeering zich bewust wordt, dat men den verkeerden kant uitgaat. Voor de bestrijding van de werkloosheid kunnen de gemeenten z.i. practisch werk ver richten, door jeugdige werkloozen gelegen heid te geven, aan het werk te komen. Spr. dacht voor intellectueele jongeren aan het gedetailleerd uitwerken van uitbreidingsplan nen en aan statistisch bureauwerk, dat tot nog toe maar beperkt wordt gedaan. Ook voor jonge handarbeiders moet naar werk worden omgezien. Voor den komenden tijd achtte spr. het van belang, hoe men ook denkt over de samenstelling van de huidige regeering, dat men straks bij de samenstelling van de nieuwe colleges van B. en W. toch zooveel mogelijk de lijn volgt, die bij de samenstel ling van de regeering heeft gegolden, omdat in dezen tijd meer dan ooit noodig is een samenwerking tusschen het rijk en de ge meenten. De liberalen dienen niet gauw zitting te nemen in colleges, waarin ook soc.-dem. zit ting hebben. Spr. ziet ook het goede in de soc.-democratie, maar samenwerking met een groep, die zich niet heeft gesteld op het gezagsstandpunt, acht spr. gevaarlijk. Spr. kent voortreffelijke soc.-dem bestuurders, maar principieel gesproken, kan men pas dan Vrijdag 14 Juni. HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—, 4.-8.-en 11.-12— VARA, de AVRO van 12—4— en de VPRO van 8—11— uur). 8—Gr.pl. 9.30 P J. Kers Jr.: Onze keuken. 10— VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor Arb. i. d. Continubedr.J. de Roo- de, lezing, mevr. L. Tilanus, lezing en gr.pl. 12— Gr.pl. 12.30 Kovacs Lajos en gr.pl. 2— Modepraatje mevr. I. de Leeuw—van Rees. 2.20 Het Riele Queling strijkkwartet. 3.10 De Avro-Decibels o. 1. v. Eddy Meenk. 4— Gr.pl. 5— Kinderuur tje. 5.30 Gr.p). 6.G. Ehrhardt, zang en J. Jong, orgel. 6.30 De Notenkrakers olv. D. wins. 7.W. J v. d. Woestijne: Vrede, veiligheid en recht. 7.20 E. Walis en zijn orkest. 7.50 Vaz Dias, Herh. SOS- ber. 8.Ds. E. Dijker.ia: De pro feeten. 8.30 Residentie-orkest olv. Carl Schuricht (Uit Kurhaus te Scheveningen). In de pauze, lezing van de VPRO, ca. 10.15 dr. H. Fa- ber: Uit eigen bongerd. 11—12— Gramofoonplaten. HUIZEN, 1875 M. (KRO-uitz.) (Alg. progr.) 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30—12— Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Schlager- muziek en gr pl. 3—4— Operacon cert. 4.15 Orkestconcert en lezingen. 7.15 en 7.35 Causerie. 8.05 Gr.pl. 8.15 Orkestconcert en gr.pl. 10. Populair concert. 10.30 Vaz Dias en gr.pl 10.50 Populair concert. gi'.r bi 1130—12— Gramofoonplaten. DROITWICH, 1500 M. 10.35— 10.50 Morgenwijding. 11.20 Orgel spel R. New. 11.50 Het Trocadero- Cinema-orkest olv. A. van Dam, 12.50 Geraldo and his sweet music 1.35 H. Just, cello *n H. Belton, piano. 2.20 Het Schotsche Studio orkest. 3.05 Het Sted. orkest van Harrogate olv. L. Cohen. 4.05 Gr. 1. 4.35 F. Colombo's orkest. 5.35 antovani's Tipica orkest. 6.20 Ber. 6.50 en 7.05 Lezing. 7.25 Bachconcert. 7.50 Lezing. 8.50 Variété-progr. 9.50 Ber. 10.20 Le zing. 10.35 B. Crook's kwintet, m. m. v. Mr Hamlin, sopraan. 11.35 12 20 Harry Roy en zijn band. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert o. 1. v. Gaillard. 3.20 Gr.pl. 9.05 Zang olv. Chepfer. Hierna dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Strijkorkest o.l.v. Andersen. 3.50—5.50 C. Rydahl's orkest 8 30 Orgelconcert. 8.50 Zang en voordr. 9.40 Pianoduetten. 10.Zang en piano. 10.45 Kamermuziek. 11.20— 12.50 Dansmuziek. KEULEN. 456 M. 5.35 Uit Ko ningsbergen: Concert. Uit Frank fort: Concert. 2.35 Schrammelcon- cert. 4.20 Zang en piano 5.20 Om roeporkest olv. Knappstein. 7.20 Mandolineconcert. 8.20 Zie D.sen- der. 1120—12.20 Uit Stuttgart: Orkest, gitaar- en mandoline-orkest en solisten. ROME, 421 M. 9.10 Kwintetcon cert. 9.50 Radiotooneel. 10.20 Gev. programma. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Gr.pl. 5.20 Zi- geunermuziek. 6.20 Gr.pl. 6.35 Omroeporkest olv. Douliez. 7.35 Gr.pl. 8.20 Salonorkest, olv. Wal pot en gr.pl. 10.3011.20 Dans muziek. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omrfoeporkest olv. Gason. 1.50 2.20 Gr.pl. 5.20 Fluit-recital. 5.50 en 6.35 Gr.pl. 6.50 en 7.35 Solis tenconcert. 8.20 Pianorecital. 8.40 Zang. 8.50 Gilson-concert olv. Cor- neil de Thoran. 10.2011.20 Verv, concert. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.20 „Der Messias", oratorium van Handel, olv. B. Kittel. 10.20 en 11.05 Ber. 11.20-12.20 Populair concert uit Stuttgart. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE- Lijn IHilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 8.11.05, Lond. Rcg. 11.05-12.05, Parijs Radio 12.05—12.35, Keulen 12.3515.20, Parijs Radio 15.20—16.20, D.sen- der 16.20—17.20. Keulen 17.20— 18.50, Brussel Fr. 18.50-19.20, Keulen 19.2019.50, Lond. Reg. 19.50—20.20, D.sender 20.20— 22 20, Brussel (Fr.) 22.20—23.20, Leipzig 23.20—24. Lijn 4: Parijs R. 8.30—10.35, Droifwich 10.35—18.20, Brussel (Fr.) 18.20-18.50, Lond. Reg: 18.50—19.50, Droitwich 19.50— 21.50, Parijs Radio 21.50—22.50, Lond. Reg. 22.50—24.—. met hen samenwerken, wanneer van de soc.- dem. een duidelijke verklaring is ontvangen van de lijn, waarin zij willen gaan. De soc.- dem. hebben ten aanzien van hun wenschen van vroeger veel bakzeil gehaald en hun po litiek veranderd, maar zij zijn nog in ge breke gebleven om er zich duidelijk en onom wonden over uit te laten, dat zij hun oude plunje hebben uitgetrokken. Spr. eindigde, met de aanwezigen op te wekken, over het gesprokene na te denken en als zijn overtuiging uit te spreken dat het voeren van een zuivere liberale politiek tot heil van de gemeente zal strekken. Eenige vragen gesteld. Op een vraag van den heer Jansen gaf de spr. als zijn meening te kennen, dat de over heid de verantwoordelijkheid aient te aan vaarden voor door ambtenaren gemaakte fouten en derden daarvan niet de dupe mag laten worden, doch dezen excuus heeft aan te bieden of schadeloos te stellen. Op een vraag van den heer Kikkert, zeide spr., dat z.i. het 77 millioen-plan voor de gemeenten van weinig beteekenis is Met het geven van volmachten aan de regeering zou spr. zich willen beperken tot volmachten om leeningen te converseeren. Voorts zeide spr. nog, aat z.i. het fatsoen verbiedt om pen sioenen te verlagen, omdat dit gelijk staat met het maken van wetten met terugwer kende kracht. Wel achtte hij het oirbaar, om loonen en toekomstige pensioenen te ver lagen, omdat redelijk niemand recht heeft, te werk gesteld te blijven tegen een loon, waarop hij werd aangesteld. Ook mr. Langeveld houdt een rede. Hierna verkreeg het raadslid, mr. P. L a n - geveld het woord, voor het uitspreken van een opwekking tot de kiezers. Spr. schetste de zorgelijke Alkmaarsche financiën en laakte het bewind van het rood-Roomsche blok, hetwelk te eenzijdig was ingesteld en werd overheerscht door den rooden wethou der van financiën Westerhof, gesalarieerd propagandist zijner partij. Het overboord werpen van rijks-subsidie,toen tegen den wil der regeering, het uurloon voor werkloozen werd verhoogd, de vrees voor een „standen", school, voor een „elite" bad, noemde spr. als voorbeelden, die den klassenstrijd aanwakke ren. Hij achtte het verkeerd, dat om politieke bevrediging 4 wethouder ten laste der ge meentekas komen, wanneer hun taak door 3 wethouders is te vervullen. De spr. wilde de klok niet achteruit zetten, zooals hem is ver weten. maar hij wenscht geen vrijgestelden in den raad en evenmin personen, die de ziel- looze echo's zijn eener partijleiding. De bur gerij heeft dan geen vertrouwen meer in het stadsbestuur, en het aanzien van den raad is daarmee niet gediend. Een woord van prof. Aalberse uit de Tweede Kamer citee- rende, zeide spr., dat Het een gruwelijk sociaal misdrijf is, den werkeloozen wijs te maken, dat zij het wel beter konden hebben „als de regeering maar wilde". In 1933 vergde de steunregeling een derde van de totale belastingopbrengst in den lande, cijfers, die tot ernstig nadenken stemmen. De fractie van den Vrijheidsbond wenscht dus geene beloften voor de toekomst te doen bij Zorg dan zoo'n metalen zakdooija met S „AKKERTJES" van 20 cent bij U te hebben. Verdrijven direct gejaagdheid, onrust, angst - gevoel, migraine, hoofdpijn en maken U rustig, kalm en geconcentreerd. heid, die overtuigend was. „Dan zal dit een groote dag voor Enge land blijken te zijn". „Er rijn ook gedeelten, die juist zijn bij de plannen, die wij hebben gemaakt" „Enkele, juist genoeg om hen in de war te brengen. Ik geloof, aat we het werk goed gedaan hebben. A propos, ik zou graag wil len, dat u vanavond bij me kwam dineeren". „Heel graag, mijnheer". „Er komt nog iemand, juffrouw Glyn een allerliefst meisje". „Heeft u haar al ontmoet?" vroeg Guy verbaasd. „Sylvester heeft haar vanmorgen hier ge bracht". „Daar heeft hij me niets van verteld". „Het was niet noodig, dat u het wist, Hallam, ik zal het prettig vinden, als je de kennis met haar aanhoudt. Heb je er eenig begrip van elk hoog spel wij spelen?" „Ja mijnheer, ik vermoed, dat de din gen niet zijn zooals ze schijnen". Het kon wel eens zijn, dat we binnenkort de meest kritieke dagen van de wereldge Wij h dacht, dat kort nadat het Kielerkanaal voor schiedenis beleven hebben altijd ge- Super Dreadnoughts zal open gesteld zijn, de „Dag" dichtbij zal zijn. Wanneer de ba ron de plannen krijgt en de prins ze voor echt houdt, kon dat zaken wel eens verhaas ten". „Het is «en vreeselijke gedachte, mijn heer", zei Guy zacht. „We zullen alles doen om het te voorko men, maar het is onze plicht op alles voor bereid te zijn juffrouw Glyn is een mooi meisje „Ja mijnheer", zei Guy nerveus. „En de dochter van een collega, Ze is een echte vrouw, met echte vrouwelijke gebre ken en hartstochten. Heb je ook vermoeden of ze van je houdt?" „Ik haat het om over vrouwen te spre ken' riep Guy heftig. ,,Ik ook, Hallam. Het is onze trots, dat wij den naam van een vrouw eerbiedigen. De een of andere cynicus heeft gezegd, dat dat komt, omdat we zooveel op zee zijn en minder van hen zien dan andere mannen. Maar ik moet toch over juffrouw Glyn pra ten en over jezelf". „Mijnheer, ik verzoek u dat niet te doen". „Het is mijn plicht. Heb je juffrouw Glyn's moeder gekend?" „Neen". „Ze stond in nauwe betrekking tot den baron", zei de admiraal veelbeteekenend. „In zijn dienst?" vroeg Guy. „U moet juffrouw Glyn niet verwijten wat haar moeder gedaan heeft. Zij is niet veel meer dan een kind". „Ik verwijt haar niets, ze is een vriendin van me". „Het doet me genoegen dat te hooren. Dan zult u des te eerder bereid zijn te doen wat ik vraag. Mevrouw Glyn heeft papieren nagelaten, die voor ons van onschatbare waarde zouden zijn". „Heeft u er juffrouw Glyn naar ge vraagd?" „Ze wil ze nier afgeven niet aan mij tenminste". De admiraal wachtte even. „Ik wil ronduit met ie spreken He* meisje houdt van je Als dp meeste vrouwen zal ze alles doen voor den man, dien ze lief heeft", „Ik kan ze haar niet vragen, dat zou ge meen zijn" „Het is niet mooi, maar bedenk wat er van afhangt. Juffrouw Glyn heeft geen re den om van de Engelsche marine te houden, we vragen haar dus een groote gunst. Ik heb et recht niet, die te vragen, maar jij wel". „Ik begrijp u niet". „Je bent te bescheiden. Het is een genot voor een vrouw om den man, dien ze lief heeft een dienst te bewijzen „Maar ik kan haar er niets voor terug ge ven. Ik heb haar mijn vriendschap aange boden, maar wat beteekent die?" „Het is alvast iets, maar zij verlangt waarschijnlijk meer. Denk daar eens over „Ik wil er niet over denken. U maakt, dat ik mezelf een lammeling vind", zei Guy mistroostig. „Je hebt al offers gebracht. Als ik je zei, dat je niet meer onder verdenking staat, zou je dan toch nog doorgaan met dit werk?" „Ik weet het niet". „Je zoudt niet meer terug kunnen. Je bent gaan zien, welk hoog spel je speelt. Je kunt niet terug, nu je land je diensten noo dig heeft. Ga nu kalm naar je kamers terug en denk eens na over wat ik gezegd heb. Als je nog verloofd was met juffrouw Cameron, zou je dit niet gevraagd hebben". De admiraal stond op bij wijze van af scheid. Er was medelijden en sympathie in zijn blik, toen hij de hand uitstak. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6