Erdal
!hüiMeton
EVAARLIJK SPEL
Jiadioptogtamma
Moet Ge examen doen?
De liberalen en gemeenteraadsverkiezingen
Stad en Omgeving
De vice-voorzitter van de Liberale Staatspartij
„De Vrijheidsbond" spreekt in de Harmonie.
vermaard door z'n glans!
ft
In een door de afd. Alkmaar van de Vrij
heidsbond belegde vergadering in de dancing
van de Harmonie voerde gisteravond het
woord mr. M. H. de Boer, vice-voorzitter van
den Vrijheidsbond en wethouder der ge
meente Utrecht. Doordat de 6preker in Am
sterdam de aansluiting had gemist, kon de
voorzitter, de heer Bosscher, pas om kwart
voor negen de slecht bezochte vergadering
openen met een woord van dank aan de aan
wezigen voor het betoonde geduld.
Mr. de Boer ving zijn betoog aan met de
opmerking, dat de gemeenteraadsverkiezin
gen met het oog op de tijden, waarin wij
leven, een bijzonder algemeen belang zijn,
aangezien het beginsel „het bereiken van een
bepaald doel in handen van allen te leggen",
door Torbecke bewust in de gemeentewet
vastgelegd, steeds meer in gevaar komt.
Het beginsel van de gemeentewet is, dat
alles wat plaatselijk kan worden geregeld,
ook plaatselijk geregeld behoort te worden
Tcrbecke was ervan overtuigd, dat door dit
liberale beginsel de gemeenschap voordeel
kon trekken van de krachten, die er in ieder
individu schuilen en hij heeft dit liberale be
ginsel tot zijn dood toe volgehouden.
Uitdrukkelijk wenschte spr. te verklaren,
dat de liberalen de ontplooiing van de men-
schelijke persoonlijkheid in de le plaats
wenschen, omdat zij daarin zien het grootste
voordeel voor de gemeenschap.
Dit stelsel heeft zeker in Nederland tot
zegen gestrekt en lijnrecht daartegenover
staan die dictatuurstelsels, waarbij de indi-
dueele krachten onderdrukt worden.
Wanneer men bedenkt, dat het stelsel van
de gemeentelijke zelfstandigheid nog in ons
volk leeft en wordt toegepast, dan moet het
een ieder duidelijk zijn, dat de gemeente
raadsverkiezingen van groot belang zijn.
Het stelsel van de gemeentelijke zelfstan
digheid loopt groot gevaar, omdat het aan
vallen ondergaat van alle zijden, ook van de
regeering.
Van de burgerij, omdat stemmen opgaan,
die zeggen „de gemeenteraden hebben de ge
meenten slecht bestuurd, met het geld ge
gooid en het is beter, dat de gemeenten van
uit den Haag aan het lijntje worden gehou
den.''
Hierin zit eenige grond van waarheid,
doch men overdrijft schromelijk, als men zoo
generaliseert. Onder het soc.-dem. bewind
hebben de groote gemeenten Amsterdam en
Rotterdam deze critiek verdiend, maar de wet
heeft middelen genoeg om tegen slechte ge
meente de regeering te doen optreden. De
regeering kan besluiten vernietigen. Ged. St
hebben de financieele controle en tenslotte is
het mogelijk, als tegenover Beerta door een
speciale wet het gemeentebestuur uit te scha
kelen.
Veel schuld aan de critiek onder de bur
gerij hebben naar het oordeel de Oed. Staten
en speciaal die van N.H.
De anecdote gaat, dat een begrooting
van Amsterdam, waarvan een paar bladzij
den op elkander waren geplakt, toch goedge
keurd terug kwam.
Een aanval op de gemeentelijke zelfstandig
heid oordeelde spr. ook de wijdloopigheid en
de politieke spiegelgevechten in de gemeente
raden, al valt waar te nemen, dat hierin de
laatste 3 jaren verbetering is opgetreden.
Noodig is, dat de zeden zich in dit opzicht
meer herzien. Inkrimping van 's raads be
voegdheden oordeelde spr. daarvoor echter
geen middel.
Tenslotte doet de regeering aanvallen op
de gemeentelijke zelfstandigheid en deze zijn
wel het gevaarlijkst, omdat de regeerings-
maatregelen van grooten invloed kunnen zijn
Spr. wilde voorop stellen, dat aan de ge
meenten niet zooveel meer vrijheid gelaten
kan worden als in 1851 bij het opstellen van
de gemeentewet.
Het toenemend verkeer heeft het noodzake
lijk gemaakt, dat voor vele zaken een centrale
regeling de voorkeur verdient en ook de tijden
leenen zich daar beter toe. Dit neemt echter
niet weg, dat deze maatregelen uitzondering
moeten blijven, wil men het gemeentelijke
leven niet aooden.
De gemeentelijke zelfstandigheid moet
voorop blijven staan. Platonische liefdesver
klaringen daarvoor legt ook de regeering af,
maar practisch handelt ze anders. Wekelijks
ontvangen de gemeentebesturen raadgevin
gen en herhaaldelijk komt het voor, dat de
regeering dwingt die raadgevingen op te vol
gen.
In dit verband noemde spr. de uitvoering
van de Armenwet, waarbij de regeering ge
dreigd heeft met inhouding van bedragen,
die de gemeenten krachtens andere regelin
gen van de regeering hebben te vorderen.
Spr. noemt dit aantasting van het gezag van
de gemeentebesturen, waartegen men zich
van liberaal standpunt krachtig moet ver
zetten.
Ook andere voorbeelden in dit opzicht, als
de invoering van de nieuwe spelling en de
ambtenarenwet noemde spr., erop wijzende,
dat dit zonder noodzaak veel gela kost en de
waakzaamheid tegen deze aantasting kon
men naar spr. oordeel het beste toevertrou
wen aan de liberalen, omdat zij principieel
voorstanders zijn van de gemeentelijke zelf
standigheid in tegenstelling met vele andere
partijen.
Eigenlijk, zoo zeide spr., zijn er maar twee
andere partijen, die de gemeentelijke zelf
standigheid in hun program plaatsen, n.1. de
r.katholieken en de anti-revolutionnairen De
a.r. verdedigen in ander verband principieel
de gemeentelijke zelfstandigheid. De katho
lieken doen dit, omdat zij zijn voor een orde
ning van het maatschappelijke en politieke
leven en het is in die ordeningsgedachte noo
dig, dat in de gemeente bepaalde organen
komen. Hiervoor verwees spr. naar het zoo
juist gepubliceerde ontwerp-program van de
r.k. staatspartij. Volgens dit program is de
gemeente niets anders dan een bedrijfsorga
nisatie.
De financiëele politiek.
De financiëele politiek in de gemeenten
wordt steeds moeilijker en is daarom van
groot gewicht. In de na-oorlogsjaren kon
financieel bijna alles. De liberalen waar
schuwden en wezen erop, dat men in slech
te tijden zou moeten gaan inkrimpen. Men
luisterde niet en de staatsbemoeiing werd
maar steeds uitgebreid
Aan de hand van de opcenten op de ge
meentefondsbelasting toonde spr. aan, hoe
schaarsch de gemeentefinanciën zijn. In
1931 bepaalde de wet, dat hoogstens 80
opcenten mochten worden geheven, doch dat
dit eigenlijk boven de norm was. Alleen in
bepaalde omstandigheden mocht, met goed
keuring van de regeering, tot 100 opcenten
worden gegaan.
Tot 80 mocht men alleen gaan, wanneer
de andere belastingen tot een redelijke
hoogte, een hoogte, die spr. onredelijk noem
de, waren opgevoerd. Van de 1071 gemeen
ten hieven in het eerste jaar, waarin de
gemeentefondsbelasting werkte, 609 gemeen
ten O tot 40 opcenten, het 2de jaar waren dit
nog maar 396 gemeenten en net jaar daar
op: 238 en in het laatste jaar 1934—1935,
nog maar 198 gemeenten.
80 tot 100 opcenten hieven in het eerste
jaar 238 gemeenten, in het tweede jaar 443
gemeenten, het 3de jaar 653 en in het laatste
jaar 712 gemeenten of 70 pCt. van de ge
meenten.
317 gemeenten waren er in het eerste jaar,
die O opcenten hieven, verleden jaar was dat
aantal tot 85 ingekrompen.
Het eerste jaar hieven slechts 30 ge
meenten 100 opcenten, maar in het laatste
jaar is dit aantal gestegen tot 409.
Het financieel beleid zal dan ook in de ko
mende periode in het centrum moeten staan,
omdat de nood hard nijpt en spr. was van
oordeel, dat men dit het best aan de libera
len kan toevertrouwen
De liberalen hebben nooit geschroomd, een
behoorlijke sociale politiek te voeren. Thor-
becke achtte die reeds noodig, lang voordat
een andere partij de aandacht daarop ves
SCHOENCRÊME
Groote doos 10 ets. Extra groote doos 15 ets.
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
55)
Hallam was een vlugge leerling en spoe
dig nam hij zijn hoed om weg te gaan.
„Het gela", zei hij kortaf.
De baron gaf hem een enveloppe, die
Hallam open scheurde. Hij nam er een bun
del banknoten uit, die hij zorgvuldig telde.
„Dank u. Goeden morgen", zei hij stug.
Toen hij weg was laente de prins zacht
in zichzelf.
„Wat zijn die Engelschen toch eigenaar
dig. Ze verliezen nooit hun zakeninstinct.
Ik feliciteer u, ik geloof, dat het succes ver
zekerd is. Als we die plannen eenmaal in
handen hebben behoeven we niet bang te
zijn, hè?"
Hij lachte weer.
Hallam keerde naar Ryderstreet terug en
telefoneerde naar Vala, maar kreeg te hoo-
ren, dat ze nog niet terug was.
„Wilt u haar vragen of ze me direct als ze
thuis komt wil opbellen?" vroeg hij.
Doch tegen lunchtijd had hij nog niets
gehoord en toen hij wegging naar de admi
raliteit begon hij ongerust te worden.
„Ik kan juffrouw Glyn niet vinden. Ik had
haar bij u willen brengen", zei hij tegen
den admiraal. „Ik vermoed, dat Sylvester u
verteld heeft
„Alles. Wij zullen ons niet bezorgd ma
ken over juffrouw Glyn. Heeft u iets te rap
porteeren?"
Guy vertelde hetgeen hij dien morgen
met den baron had afgesproken. De admi
raal luisterde met de grootste aandacht en
voldoening en toen het verhaal uit was, feli
citeerde hij Guy hartelijk.
„We zullen met het eerste deel van het
programma beginnen", grinnikte hij.
Hij nam een sleutel uit zijn zak en gaf
dien aan Guy.
„Vertoon je kunsten maar eens", zei hij
en keek toe hoe Guy zorgvuldig een afdruk
maakte, „we zullen het vanmiddag druk
hebben". Hij belde en gaf bevel dat hij niet
gestoord mocht worden.
Om vier uur hadden zij een compleet stel
plannen opgemaakt van ae bewegingen van
de Britsche vloot, voor het geval de oorlog
dreigde of verklaard werd.
Onnoodig te zeggen, dat ze geheel opge
maakt waren met de bedoeling ae Duitsche
admiraliteit te misleiden, maar ze moesten
uiterst voorzichtig worden opgesteld om een
„echten" indruk te maken.
Eindelijk werden de papieren in een en
veloppe gedaan en deze gesloten. Toen wer
den ze in de brandkast gelegd en de beide
mannen keken elkaar voldaan aan,
„Dat is prachtig werk geweest", zei de
admiraal vroolijk. „Het succe^ hangt van
één ding afweet je zeker, dat u den
prins en den baron hebt overtuigd, dat u een
spion is? Twijfelen ze absoluut niet?"
„Neen", antwoordde Guy met een zeker
tigde. De eerste sociale wetten zijn van libe
ralen afkomstig en zij hebben ook later aan
de uitvoering van sociale wetten meege
werkt, al is het waar, dat men daarmee wel
eens, naar het oordeel der liberalen, te ver
is gegaan.
De liberalen zijn voorstanders van een
evenwichtige politiek, waarbij de verschillen
de groepen evenwichtig belast worden. Juist,
omdat zij voorstanders zijn van de grootst
mogelijke vrijheid, is het noodig, dat men
bepaalde groepen geen zwaarder deel van
den last laat dragen dan in verband met de
draagkracht van die groep billijk is. Wij wil
len in het oog houden de moeilijkheden, die
er zijn, maar ook nalaten, wat we wel wen-
sthelijk vinden, maar wat we eenvoudig niet
kunnen doen.
Dit is met de andere partijen niet het ge
val. De soc.-dem. stellen zich bewust op net
standpunt van den klassenstrijd en de an
dere groepen van de rechterzijde zijn juist
gevormd voor bepaalde deelen van de bevol
king. Het is merkwaardig, dat de katholie
ken, die zoo strijden voor een ordening,
waarvan wij weinig weten, wat er onder te
verstaan, juist de partijvormen, die het meest
de samenwerking met anderen heeft afge-
stooten en daar, waar samenwerking ont
stond, speciale R.K.-groepjes tegenover
stelde.
De werkloosheid.
Iedere gemeente heeft met het kwaad van
de werkloosheid te kampen. Wij zijn het er
allen over eens, dat het noodig is om goede
burgers, die werken willen en werken kun
nen, maar het werk niet kunnen vinden, door
de gemeenschap te ondersteunen. Vast staat
echter, dat men door steun de bestrijding van
de werkloosheid niet verder brengt. Dit is
ook niet het geval met het laten uitvoeren
van nutteloos werk, al kan dit psychologisch
tot een zegen zijn.
De groote daad in de toekomst ligt hierin,
dat de overheid tracht den weg te vinden,
waardoor de werkloosheid kan worden be
streden en het eenige middel daartoe is: het
voeren van een politiek, die er toe leidt, dat
er zooveel mogelijk werkgelegenheid gescha
pen wordt, waardoor de welvaart tot een
hooger peil wordt opgevoerd.
De gemeenteraad kan het welvaartspeil
niet verhoogen, maar toch zijn er verschil
lende dingen, waarmee men rekening kan
houden. In de eerste plaats zal men moeten
breken met het funeste systeem van protec
tionisme en een soort plaatselijke autarkie,
waarbij men de voorkeur geeft aan leveran
ciers, aie binnen de gemeente wonen, terwijl
men elders veel goedkooper terecht kan, want
dit moet ertoe le'den, dat de werkloosheid in
het algemeen grooter wordt, omdat men van
het beschikbare geld een deel besteedt om
het werk daar te laten uitvoeren, waar het
duurder wordt uitgevoerd, met als gevolg,
dat er in totaal minder werk kan worden op
gedragen.
In dit verband wees spr. op een merk
waardige circulaire van de regeering, die
vóór 14 dagen uitging, waarin er op ge
wezen word1 dat ae claering met Duitsch-
land in gevaar kwam, omdat er veel minder
in Duitschland besteld wordt. Aan de ge
meentebesturen werd verzocht, om in Het
vervolg in Duitschland dingen te blijven be
stellen, die men daar tot nog toe bestelde en
spr. beschouwde dit als een gebaar, maar
ook als een symbool, dat de regeering zich
bewust wordt, dat men den verkeerden kant
uitgaat.
Voor de bestrijding van de werkloosheid
kunnen de gemeenten z.i. practisch werk ver
richten, door jeugdige werkloozen gelegen
heid te geven, aan het werk te komen. Spr.
dacht voor intellectueele jongeren aan het
gedetailleerd uitwerken van uitbreidingsplan
nen en aan statistisch bureauwerk, dat tot
nog toe maar beperkt wordt gedaan. Ook
voor jonge handarbeiders moet naar werk
worden omgezien.
Voor den komenden tijd achtte spr. het
van belang, hoe men ook denkt over de
samenstelling van de huidige regeering, dat
men straks bij de samenstelling van de
nieuwe colleges van B. en W. toch zooveel
mogelijk de lijn volgt, die bij de samenstel
ling van de regeering heeft gegolden, omdat
in dezen tijd meer dan ooit noodig is een
samenwerking tusschen het rijk en de ge
meenten.
De liberalen dienen niet gauw zitting te
nemen in colleges, waarin ook soc.-dem. zit
ting hebben. Spr. ziet ook het goede in de
soc.-democratie, maar samenwerking met
een groep, die zich niet heeft gesteld op het
gezagsstandpunt, acht spr. gevaarlijk. Spr.
kent voortreffelijke soc.-dem bestuurders,
maar principieel gesproken, kan men pas dan
Vrijdag 14 Juni.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—,
4.-8.-en 11.-12— VARA, de
AVRO van 12—4— en de VPRO
van 8—11— uur). 8—Gr.pl. 9.30
P J. Kers Jr.: Onze keuken. 10—
VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor
Arb. i. d. Continubedr.J. de Roo-
de, lezing, mevr. L. Tilanus, lezing
en gr.pl. 12— Gr.pl. 12.30 Kovacs
Lajos en gr.pl. 2— Modepraatje
mevr. I. de Leeuw—van Rees. 2.20
Het Riele Queling strijkkwartet.
3.10 De Avro-Decibels o. 1. v. Eddy
Meenk. 4— Gr.pl. 5— Kinderuur
tje. 5.30 Gr.p). 6.G. Ehrhardt,
zang en J. Jong, orgel. 6.30 De
Notenkrakers olv. D. wins. 7.W.
J v. d. Woestijne: Vrede, veiligheid
en recht. 7.20 E. Walis en zijn
orkest. 7.50 Vaz Dias, Herh. SOS-
ber. 8.Ds. E. Dijker.ia: De pro
feeten. 8.30 Residentie-orkest olv.
Carl Schuricht (Uit Kurhaus te
Scheveningen). In de pauze, lezing
van de VPRO, ca. 10.15 dr. H. Fa-
ber: Uit eigen bongerd. 11—12—
Gramofoonplaten.
HUIZEN, 1875 M. (KRO-uitz.)
(Alg. progr.) 8—9.15 en 10—
Gr.pl. 11.30—12— Voor zieken en
ouden van dagen. 12.15 Schlager-
muziek en gr pl. 3—4— Operacon
cert. 4.15 Orkestconcert en lezingen.
7.15 en 7.35 Causerie. 8.05 Gr.pl.
8.15 Orkestconcert en gr.pl. 10.
Populair concert. 10.30 Vaz Dias
en gr.pl 10.50 Populair concert.
gi'.r bi
1130—12— Gramofoonplaten.
DROITWICH, 1500 M. 10.35—
10.50 Morgenwijding. 11.20 Orgel
spel R. New. 11.50 Het Trocadero-
Cinema-orkest olv. A. van Dam,
12.50 Geraldo and his sweet music
1.35 H. Just, cello *n H. Belton,
piano. 2.20 Het Schotsche Studio
orkest. 3.05 Het Sted. orkest van
Harrogate olv. L. Cohen. 4.05 Gr.
1. 4.35 F. Colombo's orkest. 5.35
antovani's Tipica orkest. 6.20
Ber. 6.50 en 7.05 Lezing. 7.25
Bachconcert. 7.50 Lezing. 8.50
Variété-progr. 9.50 Ber. 10.20 Le
zing. 10.35 B. Crook's kwintet, m.
m. v. Mr Hamlin, sopraan. 11.35
12 20 Harry Roy en zijn band.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert o.
1. v. Gaillard. 3.20 Gr.pl. 9.05 Zang
olv. Chepfer. Hierna dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Strijkorkest o.l.v. Andersen.
3.50—5.50 C. Rydahl's orkest 8 30
Orgelconcert. 8.50 Zang en voordr.
9.40 Pianoduetten. 10.Zang en
piano. 10.45 Kamermuziek. 11.20—
12.50 Dansmuziek.
KEULEN. 456 M. 5.35 Uit Ko
ningsbergen: Concert. Uit Frank
fort: Concert. 2.35 Schrammelcon-
cert. 4.20 Zang en piano 5.20 Om
roeporkest olv. Knappstein. 7.20
Mandolineconcert. 8.20 Zie D.sen-
der. 1120—12.20 Uit Stuttgart:
Orkest, gitaar- en mandoline-orkest
en solisten.
ROME, 421 M. 9.10 Kwintetcon
cert. 9.50 Radiotooneel. 10.20 Gev.
programma.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 en 1.30—2.20 Gr.pl. 5.20 Zi-
geunermuziek. 6.20 Gr.pl. 6.35
Omroeporkest olv. Douliez. 7.35
Gr.pl. 8.20 Salonorkest, olv. Wal
pot en gr.pl. 10.3011.20 Dans
muziek. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50
Omrfoeporkest olv. Gason. 1.50
2.20 Gr.pl. 5.20 Fluit-recital. 5.50
en 6.35 Gr.pl. 6.50 en 7.35 Solis
tenconcert. 8.20 Pianorecital. 8.40
Zang. 8.50 Gilson-concert olv. Cor-
neil de Thoran. 10.2011.20 Verv,
concert.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.20 „Der Messias", oratorium
van Handel, olv. B. Kittel. 10.20 en
11.05 Ber. 11.20-12.20 Populair
concert uit Stuttgart.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE-
Lijn IHilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.11.05, Lond.
Rcg. 11.05-12.05, Parijs Radio
12.05—12.35, Keulen 12.3515.20,
Parijs Radio 15.20—16.20, D.sen-
der 16.20—17.20. Keulen 17.20—
18.50, Brussel Fr. 18.50-19.20,
Keulen 19.2019.50, Lond. Reg.
19.50—20.20, D.sender 20.20—
22 20, Brussel (Fr.) 22.20—23.20,
Leipzig 23.20—24.
Lijn 4: Parijs R. 8.30—10.35,
Droifwich 10.35—18.20, Brussel
(Fr.) 18.20-18.50, Lond. Reg:
18.50—19.50, Droitwich 19.50—
21.50, Parijs Radio 21.50—22.50,
Lond. Reg. 22.50—24.—.
met hen samenwerken, wanneer van de soc.-
dem. een duidelijke verklaring is ontvangen
van de lijn, waarin zij willen gaan. De soc.-
dem. hebben ten aanzien van hun wenschen
van vroeger veel bakzeil gehaald en hun po
litiek veranderd, maar zij zijn nog in ge
breke gebleven om er zich duidelijk en onom
wonden over uit te laten, dat zij hun oude
plunje hebben uitgetrokken.
Spr. eindigde, met de aanwezigen op te
wekken, over het gesprokene na te denken
en als zijn overtuiging uit te spreken dat het
voeren van een zuivere liberale politiek tot
heil van de gemeente zal strekken.
Eenige vragen gesteld.
Op een vraag van den heer Jansen gaf de
spr. als zijn meening te kennen, dat de over
heid de verantwoordelijkheid aient te aan
vaarden voor door ambtenaren gemaakte
fouten en derden daarvan niet de dupe mag
laten worden, doch dezen excuus heeft aan te
bieden of schadeloos te stellen.
Op een vraag van den heer Kikkert, zeide
spr., dat z.i. het 77 millioen-plan voor de
gemeenten van weinig beteekenis is Met het
geven van volmachten aan de regeering zou
spr. zich willen beperken tot volmachten om
leeningen te converseeren. Voorts zeide spr.
nog, aat z.i. het fatsoen verbiedt om pen
sioenen te verlagen, omdat dit gelijk staat
met het maken van wetten met terugwer
kende kracht. Wel achtte hij het oirbaar, om
loonen en toekomstige pensioenen te ver
lagen, omdat redelijk niemand recht heeft,
te werk gesteld te blijven tegen een loon,
waarop hij werd aangesteld.
Ook mr. Langeveld houdt een rede.
Hierna verkreeg het raadslid, mr. P. L a n -
geveld het woord, voor het uitspreken
van een opwekking tot de kiezers. Spr.
schetste de zorgelijke Alkmaarsche financiën
en laakte het bewind van het rood-Roomsche
blok, hetwelk te eenzijdig was ingesteld en
werd overheerscht door den rooden wethou
der van financiën Westerhof, gesalarieerd
propagandist zijner partij. Het overboord
werpen van rijks-subsidie,toen tegen den wil
der regeering, het uurloon voor werkloozen
werd verhoogd, de vrees voor een „standen",
school, voor een „elite" bad, noemde spr. als
voorbeelden, die den klassenstrijd aanwakke
ren. Hij achtte het verkeerd, dat om politieke
bevrediging 4 wethouder ten laste der ge
meentekas komen, wanneer hun taak door 3
wethouders is te vervullen. De spr. wilde de
klok niet achteruit zetten, zooals hem is ver
weten. maar hij wenscht geen vrijgestelden
in den raad en evenmin personen, die de ziel-
looze echo's zijn eener partijleiding. De bur
gerij heeft dan geen vertrouwen meer in het
stadsbestuur, en het aanzien van den raad
is daarmee niet gediend. Een woord van
prof. Aalberse uit de Tweede Kamer citee-
rende, zeide spr., dat Het een gruwelijk
sociaal misdrijf is, den werkeloozen wijs te
maken, dat zij het wel beter konden hebben
„als de regeering maar wilde". In 1933
vergde de steunregeling een derde van de
totale belastingopbrengst in den lande,
cijfers, die tot ernstig nadenken stemmen. De
fractie van den Vrijheidsbond wenscht dus
geene beloften voor de toekomst te doen bij
Zorg dan zoo'n metalen zakdooija met S
„AKKERTJES" van 20 cent bij U te hebben.
Verdrijven direct gejaagdheid, onrust,
angst - gevoel, migraine, hoofdpijn en
maken U rustig, kalm en geconcentreerd.
heid, die overtuigend was.
„Dan zal dit een groote dag voor Enge
land blijken te zijn".
„Er rijn ook gedeelten, die juist zijn bij
de plannen, die wij hebben gemaakt"
„Enkele, juist genoeg om hen in de war
te brengen. Ik geloof, aat we het werk goed
gedaan hebben. A propos, ik zou graag wil
len, dat u vanavond bij me kwam dineeren".
„Heel graag, mijnheer".
„Er komt nog iemand, juffrouw Glyn
een allerliefst meisje".
„Heeft u haar al ontmoet?" vroeg Guy
verbaasd.
„Sylvester heeft haar vanmorgen hier ge
bracht".
„Daar heeft hij me niets van verteld".
„Het was niet noodig, dat u het wist,
Hallam, ik zal het prettig vinden, als je de
kennis met haar aanhoudt. Heb je er eenig
begrip van elk hoog spel wij spelen?"
„Ja mijnheer, ik vermoed, dat de din
gen niet zijn zooals ze schijnen".
Het kon wel eens zijn, dat we binnenkort
de meest kritieke dagen van de wereldge
Wij h
dacht, dat kort nadat het Kielerkanaal voor
schiedenis beleven
hebben altijd ge-
Super Dreadnoughts zal open gesteld zijn,
de „Dag" dichtbij zal zijn. Wanneer de ba
ron de plannen krijgt en de prins ze voor
echt houdt, kon dat zaken wel eens verhaas
ten".
„Het is «en vreeselijke gedachte, mijn
heer", zei Guy zacht.
„We zullen alles doen om het te voorko
men, maar het is onze plicht op alles voor
bereid te zijn juffrouw Glyn is een mooi
meisje
„Ja mijnheer", zei Guy nerveus.
„En de dochter van een collega, Ze is een
echte vrouw, met echte vrouwelijke gebre
ken en hartstochten. Heb je ook vermoeden
of ze van je houdt?"
„Ik haat het om over vrouwen te spre
ken' riep Guy heftig.
,,Ik ook, Hallam. Het is onze trots, dat
wij den naam van een vrouw eerbiedigen.
De een of andere cynicus heeft gezegd, dat
dat komt, omdat we zooveel op zee zijn en
minder van hen zien dan andere mannen.
Maar ik moet toch over juffrouw Glyn pra
ten en over jezelf".
„Mijnheer, ik verzoek u dat niet te doen".
„Het is mijn plicht. Heb je juffrouw
Glyn's moeder gekend?"
„Neen".
„Ze stond in nauwe betrekking tot den
baron", zei de admiraal veelbeteekenend.
„In zijn dienst?" vroeg Guy.
„U moet juffrouw Glyn niet verwijten
wat haar moeder gedaan heeft. Zij is niet
veel meer dan een kind".
„Ik verwijt haar niets, ze is een vriendin
van me".
„Het doet me genoegen dat te hooren.
Dan zult u des te eerder bereid zijn te doen
wat ik vraag. Mevrouw Glyn heeft papieren
nagelaten, die voor ons van onschatbare
waarde zouden zijn".
„Heeft u er juffrouw Glyn naar ge
vraagd?"
„Ze wil ze nier afgeven niet aan mij
tenminste". De admiraal wachtte even. „Ik
wil ronduit met ie spreken He* meisje houdt
van je Als dp meeste vrouwen zal ze alles
doen voor den man, dien ze lief heeft",
„Ik kan ze haar niet vragen, dat zou ge
meen zijn"
„Het is niet mooi, maar bedenk wat er
van afhangt. Juffrouw Glyn heeft geen re
den om van de Engelsche marine te houden,
we vragen haar dus een groote gunst. Ik
heb et recht niet, die te vragen, maar jij
wel".
„Ik begrijp u niet".
„Je bent te bescheiden. Het is een genot
voor een vrouw om den man, dien ze lief
heeft een dienst te bewijzen
„Maar ik kan haar er niets voor terug ge
ven. Ik heb haar mijn vriendschap aange
boden, maar wat beteekent die?"
„Het is alvast iets, maar zij verlangt
waarschijnlijk meer. Denk daar eens over
„Ik wil er niet over denken. U maakt, dat
ik mezelf een lammeling vind", zei Guy
mistroostig.
„Je hebt al offers gebracht. Als ik je zei,
dat je niet meer onder verdenking staat,
zou je dan toch nog doorgaan met dit
werk?"
„Ik weet het niet".
„Je zoudt niet meer terug kunnen. Je
bent gaan zien, welk hoog spel je speelt. Je
kunt niet terug, nu je land je diensten noo
dig heeft. Ga nu kalm naar je kamers terug
en denk eens na over wat ik gezegd heb. Als
je nog verloofd was met juffrouw Cameron,
zou je dit niet gevraagd hebben".
De admiraal stond op bij wijze van af
scheid. Er was medelijden en sympathie in
zijn blik, toen hij de hand uitstak.
(Wordt vervolgd).