DE RAMP VAN DE UIVER.
Luchtvaart.
HET RAPPORT HEDENMIDDAG VERSCHENEN.
55ifuteftland
f'
op punten was geworden, werd overal
met groot enthousiasme ontvangen.
Zwemmen.
t DE NATIONALE ZWEMWED
STRIJDEN VAN D. A. W.
Een en ander over de deelnemers.
Thans is het dan zoover, dat het actieve
D. A. W.-bestuur ons de volledige deelnemers
lijst kon toonen. Deze maakte op ons een wer
kelijk overweldigenden indruk, want niet
alleen quantitatief, maar ook qualitatief ziet ze
er respectabel uit.
Nu is eindelijk Alkmaar, dat tot' nu toe met
schitterende zwemfeesten niet bepaald ver
wend was, in de gelegenheid de beste Neder-
landsche zwemsters en zwemmers aan den
start te zien, nu zal men ook kunnen zien met
welk een souplesse en gemak deze door het
water glijden.
Op de 100 M. vrije slag zal men ongetwijfeld
een felle strijd zien tusschen de geroutineerde
cracks Wegenaar en Zeegers tegen de D. A. W.
coming-man Kostelijk, terwijl bij ditzelfde
nummer voor dames natuurlijk Rie Masten
broek als eerste zal eindigen, hoewel het jeug
dige IJ-lid Tini Wagner, dat op het oogenblik
bij de 4 snelste Nederl. zwemsters op dezen
afstand behoort, en onlangs in Parijs nog een
schitterende dubbele overwinning behaalde,
temidden van een select gezelschap zwemsters,
op 100 M. vrije slag en 100 M. rugslag, haar
zeer zeker lang zal bedreigen.
Bij de 200 M. schoolslag voor heeren zien wij
o.a. den Rotterdammer Korpershoek, tot voor
kort nog Nederl. recordhouder op alle school
slagnummers. Misschien dat het D. A. W.-lid
Dolf Imhülsen hier op de 2e plaats beslag legt?
Het mooiste nummer van den middag belooft
de 100 M. rugslag voor dames te worden. Het
record van Rie Mastenroek staat op 1.16 4/5,
maar ook de dames Nida Senff (A. D. Z.) en
Tini Wagner (IJ) zijn in staat onder 1 min.
20 sec. te komen. Deze doen dan ook zeer wei
nig voor Rie Mastenbroek onder, zoodat men
van deze meisjes een schitterende strijd kan
verwachten, temeer, daar ze momenteel resp.
nr, 1, 2 en 3 op de Europeesche ranglijst
100 M. rugslag staan.
De 3 X 50 M. wisselslag estafette voor da
mes heeft een dusdanige sterke bezetting, dat
wij een recordverbetering zelfs niet uitgesloten
achten, want een laatste serie tusschen de
ploegen O. D. Z., A. D. Z. en het IJ belooft
inderdaad veel!
Voorts komen ook op de 100 M. schoolslag
voor dames eenige candidaten voor de Olym
pische spelen te Berlijn uit, n.1.'de'leerlingen
van mevr. Braun, de dames Kruis; en Eijken-
broek, beide van de O. D..Z. tegen, de kam
pioene van N.-Holland, mej. Waalberg-van de
A. D. Z.
Hiermee zullen wij dit overzicht, dat, uit den
aard der zaak nog zeer onvolledig t is, besluiten.
Ongetwijfeld zal iedere toeschouwer een zeer
goeden indruk van ,deze wedstrijden, krijgen,
zoodat deze wedstrijden, wanneer, het weer
meewerkt, van groote propagandistische waar
de kunnen zijn.
Bridge.
BRIDGEWEDSTRIJD TE
SCHERMERHÓRN.
In café Schreuder te Schermérhorn
vond Donderdagavond een duplicaten-
match plaats'tusschen de vier. sterkste
spelers van Schermerhorn enOtérleek.
Gespeeld werden 24 spellen met als re-
resultaat: le ronde Dr. Heringa en. Wit-
teveen 2280 punten, W. de Boorder en
mej. D. Jonker 1580 p., Slot en Zwaan
1540 p., Lakeman en van Leijen 1850 p.,'
totaal plU6 voor Oterleek 410 p.
Tweede ronde: Dr. Heringa en'Witte-
veen 2010 p., Lakeiftan en Leijen 880 p-,
Slot en Zwaan 2850 p., de Boorder en
mej. Jonker 830 p.
Over beide ronden behaalde Oterleek
dus een zuivere winst van 3560 punten.
Het was een prachtige sportieve wed
strijd, waarvan het aanwezige publiek
ook ten zeerste genoot.
Turnen.
KLEUTERMIDDAG IN DEN
MUZIEKTUIN.
Van den turnkring Alkmaar en
omstreken.
Zondagmiddag wordt in den Muziektuin
alhier een kleutermiddag gehouden. De
kleintjes allen beneden 12 jaar komen
om half twee bij het station samen, waar de
kinderen der buitengemeenten zich bij de
Alkmaarsche turnjeugd aansluiten. Het gaat
dan in een vlot marschtempo naar den mu-
ziektuin, waar verschillende spelletjes wor
den gehouden met aardige prijsjes en boven
dien zal een goochelaar zijn prestaties aan
de jeugd toonen.
Ouders en belangstellenden, gaat morgen
middag eens naar den Muziektuin en geniet
mede met de kleintjes!
'De commissie, belast met het uit
brengen van het rapport over de
ramp van de Uiver, is thans met
haar werk gereed gekomen en heeft
hedenmiddag haar conclusie bekend
gemaakt.
Gehoord werden de wn.-directeur
van den luchtvaartdienst, de direc
teur van den rijksstudiedienst voor
de luchtvaart, dr. ir. H. J. v. d.
Maas, de directeur der K.L.M., de
heer Aler, chef van den vliegdienst
der K.L.M., de heer Guilonard,
chef van den technischen dienst, de
heer Behage, adjunct-chef van den
technischen dienst, de heer Moes, in
specteur van de Indië-lijn, de heer
Sillevis, vliegtuigbestuurder, de heer
Duimelaar, idem, de heer Parmen-
tier, idem, de heer Geysendorfer,
idem. de heer Versteegh, kapitein
bij de L.V.A. te Soesterberg, dr.
Brouwer, chef van den vliegmedi-
schen dienst te Soesterberg, mevr.
de wed. Beekman en mevr. de wed.
A. van Steenbergen.
Verder werden waardevolle in
lichtingen verkregen op meteorolo
gisch gebied van dr. Cannegieter en
aen hoofddirecteur van het Kon.
Ned. Met. Inst. en werden schrif
telijke inlichtingen verkregen van
een vijftal andere heeren.
Het is niet mogelijk gebleken met afdoende
bewijskracht de oorzaken van het ongeval
aan te wijzen. Het eenige wat nagenoeg met
zekerheid kan worden vastgesteld is, dat het
ongeluk geschiedde tengevolge van de bui
tengewoon slechte weersomstandigheden. De
overige en de meer gedetailleerde oorzaken
kunnen slechts met een meerdere of mindere
mate van waarschijnlijkheid worden aange
nomen.
Waarschijnlijk verloop van het
ongeval.
Uit het rapport van dr. ir. van der Maas
blijkt duidelijk het verloop van de bui, die
in den nacht van 19 op 20 December 1934
boven H3 en Rutbah Wells woedde en die de
„Uiver" noodlottig is geworden.
Hoewel men van een bui, zooals de hier-
bedoelde, niet mag aannemen, dat zij zich
langdurig met gelijke hevigheid en eenparige
snelheid verplaatst men moet eerder den
ken aan een opeenvolging van verschillende
buien wijst alles erop, dat de door H3, de
„Uiver" en Rutbah Wells ondervonden bui
geheel dezelfde was. Zoowel te H3 als te
Rutbah, dat Oostelijk van H3 ligt, zag men
haar in 't Westen aankomen en in 't Oosten
verdwijnen, terwijl het verloop van win
dsterkte, regen en onweer op beide plaatsen
hetzelfde was. Aangenomen mag dus wor
den, dat de „Uiver", die in het tijdsverP-
tusschen het passeeren van de bui te H3 en
te Rutbah tusschen beide plaatsen in vloog,
zich in geheel dezelfde bui heeft bevonden.
Zoowel bui als „Uiver" verplaatsten zich
van West naar Oost; de „Uiver" haalde de
bui met groote snelheid in en vloog er aan
(Jen achterkant in. Aanvankelijk ontmoette
het toestel zwaren regen en betrekkelijk ma
tigen wind, langzamerhand geraakte het in
het gebied van onweer, regen, hevige verti
cale luchtbewegingen en uiterst krachtige en
variabele winden.
Het is zeer waarschijnlijk, dat het
toestel nog slechts zeer enkele kilo
meters van den voorkant der bui
verwijderd was toen het ongeluk
plaats greep. Deze waarschijnlijk-
neid volgt uit dep tijd v<yj passeeren
van H3 (00.23 u. MTG), de ver
plaatsingssnelheid van de bui, wel
ke op 35 K M. geschat kan worden
en de eigen snelheid van het toestel,
welke, naar men mag aannemen,
ongeveer 225 K.M. heeft bedragen.
De piloot moet doelbewust in de bui ge
vlogen zijn, hierop wijzen de ingehaalde an
tenne en de bij H3 ingestelde koers naar
Bagdad. Het was bij H3, dat de „Uiver"
langzamerhand het heviger gedeelte van de
bui begon te naderen. Of de piloot wilde
niet terug, teneinde aart het reisschertia vast
te houden, öf hij zag het terugkeeren be
zwaarlijker in dan het doorvliegen. Dit
laatste zou gemotiveerd kunnen worden,
doordat de West van Rutbah gelegen lan-
dingstereinen 's nachts niet gemakkelijk te
vinden waren, vermoedelijk door den regen
in slechten toestand moesten verkeeren en
voor gebruik 's nachts niet anders dan als
noodlandingsterreinen beschouwd kunnen
worden, terwijl Gaza, dat geen peiler heeft,
moeilijk te vinden zou zijn en Caïro met het
oog op den benzinevoorraad te ver af lag.
Het zou nog mogelijk geweest zijn om de
bui heen te vliegen en daarna door te gaan
naar Bagdad, doch er was geen enkele aan
wijzing om zich van de uitgestrektheid der
bui in Noordelijke en Zuidelijke richting een
denkbeeld te vormen; het om de bui heen
vliegen zou dus met veel onzekerheid ge
paard gegaan zijn. Meer zekerheid evenwel
zou waarschijnlijk een besluit geboden heb
ben, achter de bui te blijven, af te wachten
tot deze was weggetrokken en daarna op de
min of meer bruikbare landingplaats te Rut
bah te landen.
Reeds kort na H3 is het toestel in het he
vigste deel der bui gekomen en het moet hier
in verscheidene minuten vrijwel in de koers-
richting naar Bagdad zijn doorgevlogen.
Het was op een vorigen tocht
naar Caïro en terug reeds gebleken,
dat men het toestel wat den koers
betreft in zeer ongunstig weer zelfs
met twee man niet steeds houden
kon en daarbij veel hoogte verloor.
Ook was de hoogtebesturing in die
omstandigheden zwaar. Men moet
dus aannemen, dat de piloten, toen
zij in 't voorgeaeelte, dat is 't hevig
ste deel, van de bui gekomen wa
ren, de handen met de besturing
meer dan vol hadden en de uiter
ste pogingen hebben moeten aan
wenden, het toestel in de hand te
houden.
Toen het toestel nog boven H3 vloog,
meende de eene waarnemer van dit pomp
station, dat het „laag"' leek, de andere oor
deelde „zeer hoog". De piloot, wetend, dat
sterk dalende luchtstroomen te verwachten
waren, zal in geen geval bepaald laag ge
vlogen hebben. Er zou ook, wijl hij toch
blind moest vliegen, geen goede reden voor
geweest zijn. De bui was evenwel buitenge
woon krachtig en de dalende luchtstroomen,
die hij na H3 ontmoete, kunnen dus veel ster
ker geweest zijn dan hij gerekend had. De
snelheid van het toestel is zeer vermoedelijk
belangrijk gereduceerd geweest; de veilig
heid van het toestel zoowel als de besturing
maakte dit noodzakelijk. Bovendien, wan
neer het toestel van H3 met een snelheid van
plm. 300 K.M. was doorgevlogen, dan zou
het te 00.33 uur, het tijdstip van het ongeval,
vlak bij Rutbah d.w.z. reeds voorbij de bui
zijn geweest.
In de nog een 10 minuten, dat het toestel
zich in het zwaarste deel van de bui bevond,
heeft het zijn hoogte verloren, is van 83 gr.
koers gekomen in een koers, gelegen tusschen
270 gr. en 280 gr.: (dat wil dus zeggen, dat
het meer dan 180 gr. is gedraaid) en in dien
koers aan den grond gekomen, op een punt,
bijna 4 K.M. buitèn de bij H3 nieuw inge
stelde koerslijn, zonder dat eenige voorbe
reidende maatregel tot. landen was genomen.
Hoe is het toestel aan den
grond gekomen?
De dwarshelling moet meer dan 17 gr.
over stuurboord geweest zijn, een helling
van 30 gr. is zeker niet uitgesloten. De hel
ling om dé dwarsas is vermoedelijk eenige
graden voorover geweest.
De groote dwarshelling zou kunnen wij
zen op een draaiing stuurboord uit, gedwon
gen of vrijwillig. Een helling voorover kan,
zoo dicht bij den grond, niet vrijwillig ge
weest zijn.
Veronderstellingen omtrent de
oorzaken van het ongeval.
De meest voor de hand liggende veronder
stelling is, dat het den piloten niet mogelijk
geweest is, zich voldoende aan den noodlot-
tigen invloed der dalende luchtstroomen te
onttrekken, dat zij de besturing met het ver
ticale roer zijn kwijt geraakt en in hun uiter
ste pogingen de besturing in handen te hou
den er niet aan konden denken om te landen,
eensdeels omdat een landing in het heuvel
achtige terrein allergevaarlijkst moest wor
den, anderdeels omdat zij geen handen vrij
hadden om zich op de landing voor te berei
den, met het gevolg, dat zij met een eigen
snelheid van tenminste 225 K.M. den grond
raakten.
De gewijzigde koers, de vermoedelijke
draairichting, stuurboord uit, het niet instel
len van een anderen koers dan die naar Bag
dad, de eenigszins vooroverhellende statld
zoo dicht bij den grond en last not least llèt
aan den grond loopen zelf ,het zijn voor de
commissie alle aanwijzingen, dat men het
toestel niet meer op voldoende wijze kon be
sturen.
Is deze veronderstelling juist, dan dringt
zich de vraag naar voren of een gemakkelij
ker te besturen toestel wel veilig door de bui
heen gebracht zou zijn. De mogelijkheid, dat
het gelukt zou zijn, bestaat zeer zeker, maar
een bevestigend antwoord op deze vraag is
overigens niet te geven.
Men kan ook de veronderstelling maken,
dat de piloten, om welke reden dan ook laag
vliegend, omgekeerd waren, wijl de storm
hun te machtig werd en het toestel daarbij
nog behoorlijk in de hand hadden. Een plor-
seling optredende plaatselijke dalende lucht
stroom zou het toestel dan overwacht tegèn
den grond gedrukt hebben, dan wel de pilo
ten zouden zich in de juiste hoogte vergist
hebben. Een goede verklaring voor den
terugkeer is hierbij evenwel niet te gevende
piloten zouden opnieuw voor verscheidene
minuten door het hevigste deel en de dalènde
luchtstroomen van de bui moeten vliegen,
terwijl zij wisten, althans konden weten, dat,
doorvliegende in de oorspronkelijke richting,
de bui spoedig doorkruist zoit zijn. Immers
ruim een half uur geleden had het op nog
geen 20 K.M. afstand liggende Ruthrtf) 30
tot 50 K.M. zicht gemeld. Een vergissing
omtrent de juiste hoogte is naar de meening
der commissie niet aannemelijk; meer dan 30
of 40 M. kan de hoogteaanwijzing bezwaar
lijk fout geweest zijn; bovendien moest de ge
zagvoerder met het oog op de vele heuvels
rekening houden met een terrein, dat 60 a
100 M. hooger lag dan de vlakte, waarin de
„Uiver" aan den grond kwam.
Het is ook mogelijk, dat de piloten tenge
volge van blikseminslag verdoofd of gedood
zijn geworden en het toestel onbestuurd naar
omlaag ging. In het gedeelte van de bui,
waarin de „Uiver" zich tijdens het ongeluk
bevond, woedde een hevig onweer. Een elec-
trische ontlading over het metalen toestel is
dus geenszins onaannemelijk en er zijn ook
enkele teekenen (de ronde, schijnbaar ge
ponste gatén in bakboordsvleugel, een spoor
op een revolver, dat aan vonkoverslag te wij
ten zou kunen zijn), die in dezen zin eenige
aanwijzing, geven..
Maar, al ware de veronderstelling
van een electrische ontlading over het
toestel juist, dan zou dit nog volstrekt
niet behoeven in te sluiten, dat de piloten
hiervan een nadeeligen invloed zouden
hebben ondervonden. De commissie kent
uit de literatuur geen gevallen van
ernstige beïnvloeding, der opvarenden
van metalen vliegtuigen door bliksemin
slag. Ook zou het al zeer toevallig ge
weest Zijn, wanneer beide piloten tegelijk
het slachtoffer waren geworden, terwijl
bij de lijkschouwing geen teekenen van
verwonding of dood door blikseminslag
zijn gevonden. Dat deze niet gevonden
zijn, is.evenwel weer geen onaantastbaar
bewijs, dat de piloten inderdaad niet
door den bliksem gedood of verdoofd
zijn geworden.
Al moge blikseminslag als oorzaak van
het ongeval dus onwaarschijnlijk zijn, de
mogelijkheid is niet met zekerheid uitgeslo
ten.
Breuk in de lucht als oorzaak van het on
geval komt zeer onwaarschijnlijk voor. Bui
ten de plaats van het ongeval werden ner
gens sporen van het vliegtuig gevonden
Van kwaadwilligheid of misdaad kwam
geen enkel positief feit ter kennis van de
commissie. Zij verwijst naar het schrijven
van haren voorzitter van 25 Februari 1935,
no. 22, gericht aan den minister van water
staat, waarin te kennen werd gegeven, dat
waar de minister zich dienaangaande blij
kens zijn gepubliceerde tegenspraak der loo-
pende geruchten omtrent misdaad en kwaad
willigheid reeds een vaste meening gevortlid
had, de commissie geen aanleiding had,
harerzijds daaromtrent een nader onderzoek
in te stellen, tenzij tot dusver onbekende
feiten of aanwijzingen een nieuw licht moch
ten geven.
Samengevat oordeel.
Als hoofdoorzaak moet worden aange2ien
het buitengewoon ongunstige weer, waarin
het vliegtuig zich bevond.
Waarschijnlijk hebben tot het ongeluk bij
gedragen de minder gunstige vliegeigen-
schappen van het toestel in zeer slechte
weersgesteldheid en de nog geringe praktijk,
die de piloten met het toestel verkregen had
den.
De mogelijkheid van blikseminslag en
dientengevolge van plotselinge verdooving
of dood van de piloten is als oorzaak van het
ongeval evenwel niet uitgesloten.
De commissie vereenigt zich dus in hoofd
zaak met de door dr. van der Maas in zijn
rapport neergelegde conclusies, welke luid
den als volgt:
1. De oorzaak van het ongeval is hoogst
waarschijnlijk niet gelegen in brand, breuk of
blikseminslag in de lucht, zoomin als in sto
ringen van technischen aard.
2. Het moet waarschijnlijk worden geacht,
dat de zeer ongunstige weersomstandigheden
tezamen met minder gunstige vliegeigen-
schappen van het toestel in zware remous en
vermoeidheid van den vlieger geleid hebber,
tot de botsing met den grond, die de cata-
strophe tengevolge had.
DE ONTHULLINGEN UIT OSS.
P. de B. heeft gisteren een beken
tenis afgelegd over een misdrijf
waaromtrent tot dusver niets be
kend was.
Nadat P. de B. gistermorgen in de mare
chaussee-kazerne te Uden den moord op zijn
neef Gerrit had bekend, heeft hij nog een be
kentenis afgelegd over een misdrijf van de
bende, dat nooit ruchtbaar is geworden.
De bandieten hadden indertijd van welinge
lichte zijde bericht ontvangen dat de landbou
wer v. d. Elzen, wonende op de buurtschap de
Hoeve te Uden veel geld in huis zou hebben,
en onmiddellijk werden plannen gesmeed om
hem ervan te ontdoen. Daar het ter plaatse vrij
dicht bebouwd is, achtte men het gevaarlijk om
de familie v. d. E. te overvallen en het complot
besloot daarom den meer en meer gebruikelij-
k-i weg te volgen en een naburig huis in brand
te steken. Het was dan vrijwel zeker dat de be
woners hun buren zouden gaan helpen en van
die gelegenheid zou men gebruik maken om
binnen te sluipen en den buit te bemachtigen.
Het plan zou uitgevoerd worden door P. de B.f
de Ceel, de Rut en de jonge Toon de Soep.
Op Zaterdagavond 17 Februari van het vori
ge jaar begaf het viertal zich naar Uden, waar
men de boerderij van De Groot, die dicht bij de
hofstede van v. d. Elzen was gelegen, in vlam
men zou doen opgaan. De brand werd doof de
Ceel gestookt en in een minimum van tijd
brandde de boerderij als een fakkel.
Het gezelschap had evenwel pech. In de
eerste plaats verlieten niet alle leden van het
gezin v. d. Elzen het huis, om naar den brand
te gaan kijken en bovendien zetten de vlam
men de omgeving in zulk een zee van licht, dat
men onmogelijk het huis ongemerkt kon bin
nensluipen. Toen kort na het uitbreken van
den brand bovendien de marechaussee nog ter
jlaatse verscheen, achtten de brandstichters
het raadzaam maar spoedig den aftocht te bla
zen. De behuizing van De Jong is tot den grond
afgebrand, en tot heden was dê oorzaak onop
gehelderd gebleven.
Naar wij vernemen blijft B. uit Veghel nog
steeds ontkennen dat hij P. en G. de B. des
tijds opdracht heeft gegeven tot brandstichting
in zijn bakkerij te Megen. De politie heeft met
de arrestatie van B. juist op tijd ingegrepen,
want de aangehoudene had reeds maatregelen
getroffen naar elders de wijk te nemen. Uit
alle. blijkt dat hem na de bekentenissen van de
Otsche misdadigers hem den grond te Veghel
te warm onder de voeten werd. Twee dagen
voor zijn arrestatie had hij zijn hotel te Veghel
aan derden verhuurd.
Zekere N. S. opnieuw
gearresteerd.
De gemeentepolitie te Oss heeft gisteren op
nieuw gearresteerd zekeren N. S., voordien
reeds aangéhouden als verdacht van medeplich
tigheid aait de brandstichting in het paviljoen
op. het gemeentelijk sportpark te Oss. Nadat hij
reeds voor den officier van justitie was geleid
is hij op vrije voeten gesteld, omdat zijn mede
plichtigheid niet bewezen kon worden. Uit de
bekentenis van dikke Toon de Soep is thans
gebleken, dat hij er wel degelijk bij betrokken
was en hij zou met Sch. samen den brand heb
ben gesticht. Zij hadden het meuibilair met
benzine overgoten en het toen in brand gesto
ken, waarna zij wee- waren vertrokken.
ONGEVAL IN
ROTTERDAMSCHE HAVEN.
Stoker verdronken.
Toen gisteravond de sleepboot „Wingi" lig
plaats ging nemen bij de voormalige werf van
Piet Smit aan den Kreekweg te Rotterdam,
wilde de 42-jarige stoker I. Eikenhout over
springen op een andere sleepboot, nog vóór het
eerste vaartuig vast lag. Hij sprong mis, ge
raakte te water en zonk, vermoedelijk doordat
de schroef van de sleepboot een sterke beroe
ring in het water veroorzaakte.
De politie heeft geruimen tijd in de omgeving
gedregd en het gelukte haar tenslotte, het lijk
van den stoker op te halen. De man, die ge
huwd was, woonde in de Zwijnenstraat te Rot
terdam.
JACHT OP
EEN BERUCHT MISDADIGER.
Inzake de kerkdiefstallen.
Nu de politie door de arrestatie van V., ge
boortig uit Beek, te Maastricht en van S. te
Lutterade, welke beiden zijn opgesloten in de
strafgevangenis te Roermond, volkomen zeker
heid heeft gekregen, dat de 36-jarige J. H. te
Beek, de dader is van talrijke diefstallen, wel
ke gedurende den laatsten tijd zijn gepleegd in
Zuid- en Midden-Limburg, maakt zij in samen
werking met dé marechaussee sedert eenige da
gen ijverig jacht op dit gevaarlijke sujet. De
gearresteerden hebben als medeplichtigen van
J. H. een bekentenis afgelegd. J. H., die een
zwerver is, is den laétsten tijd een gevaarlijk
individu geworden. Hij wordt door de politie
tevens verdacht van de enkele maanden gele
den te Geleen gepleegden overval mét beroo-
ving en van de te Beek en in tal van andere
Limburgsche plaatsen gepleegde kerkdief
stallen.
J. H., die nog slechts enkele maanden gele
den wegens zijn actieven smokkelhandel het
verblijf aldaar is ontzegd, wordt thans, in de
veronderstelling dat hij om dezé reden gezocht
wordt, door tal van gezinnen in bescherming
genomen, bij welke hij in schuren, stallen enz.
nachtverblijf krijgt.
Aangezien de man, zooals gezegd, aan tal van
andere delicten debet is, rekenen de politie
autoriteiten op de medewerking van de be
volking.
J. H. slaapt geregeld in de open lucht, in de
veldgewassen. Overal ziet men hem opduiken,
doch in zijn schuwheid weer even snel verj
dwijnen. Alle huiszoekingen bij nacht en ontij
bleven tot heden vruchteloos. De opsporingen
worden echter met kracht voortgezet. Te be-
voegder plaatse worden1 gaarne mondeling of
schriftelijk aanwijzingen omtrent den gezochte
ingewacht.
1300 GESTOLEN.
Tc Beek in Limbur*.
Naar eerst thans bekend wordt is een dezer
dagen in den laten avond in de woning van
den gehuwden mijnwerker O., wonende Sta.
tionsstraat te Beek in Limburg, een som gelds
ontvreemd ten bedrage van 1300. Dit bedrag,
dat deze zorgvolle huisvader met groote opof
feringen heeft vergaard, teneinde binnenkort
een zaak te kunnen beginnen, was in contan
ten in huis bewaard en opgeborgen in een
blikken trommel. Tijdens de afwezigheid van
het gezin moet de diefstal door een goede be
kende zijn gepleegd. Toen de bewoners thuis
kwamen vonden zij de voordeur geopend. Ech
ter is op het geld niet direct acht geslagen,
zoodat de diefstal eerst later ontdekt is. De
sleutel van de geldkist was geborgen in een
nevenvertrek en is wederom op dezelfde plaats
gedeponeerd. De geldkist zelve was onder
kleeren e. d. verborgen. Men heeft nog geen
aanwijzingen omtrent den dader of de daders.
SPOORWEGTEKORT GESTEGEN.
In 1934 ruim f 30 millioen.
Het blijkt uit den staat van gemeenschap
pelijke baten en lasten der Hollandsche
IJzeren Spoorweg Mij. en der Mij. tot Expl.
der Staatsspoorwegen, dat het tekort is op-
geloopen van 27.070.974 in 1933 tot
30.798.164 in 1934.
In 1932 heeft het tekort 15.694.915 be
dragen, zoodat het in het afgeloopen jaar
minder sterk is gestegen.
PRINSES OP SCHIPHOL.
Tijdens demonstratie voor Roode
Kruis op 20 Juni.
Naar wij vernemen, zal de medische dienst
van de K. L. M. Donderdag 20 Juni a.s.
op Schiphol voor het hoofdbestuur van het
Nederlandsche Roode Kruis een demonstra
tie geven met een voor ziekenvervoer inge
richt Fokkertoestel van het type F Vllb,
waarmede reeds verscheidene patiënten,
voornamelijk uit het buitenland, naar Ne
derland zijn vervoerd.
De voorzitster van het Roode Kruis, Prin
ses Juliana heeft het voornemen deze de
monstratie bij te wonen.
Van Haar tegenwoordigheid op Schiphol
zal dan tevens gebruik worden gemaakt om
de Florence Nightingale-medaile, welke aan
zuster A. Westerhof, hoofd van de verpleeg
sters van de Vrijwillige Burgerwacht te
Amsterdam, is toegekend, uit te reiken.
BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG.
Te Dreumel (N.Br.)
In den afgeloopen nacht om 12 uur sloeg
tijdens een hevig onweer de bliksem in het
pand aan de Maasdijk te Dreumel (N. Br..)
bewoond door de familie J. Küsters.
Het huis, welks dak met riet was bedekt,
stond spoedig geheel in vlammen en wel
dra was ook het aangrenzende pand, be
staande uit mandenmakerij en woonhuis en
bewoond door de familie G. Luyten, door 't
vuur aangetast.
Aan blusschen viel niet te denken, ook 'n
derde pand, waarin gevestigd waren een
schilderswerkplaats, bakkerij en café, be
woond door de familie W. Buter, kon niet
voor het vuur gespaard blijven.
De plaatselijke brandweer bestreedt het
vuur met alle kracht, doch moest zich be
perken tot het nathouden van de omliggen
de panden. Eerst te twee uur was men, me
de door den hevigen regenval, het vuur
meester.
Van de inboedel kon slechts weinig wor
den gered, terwijl de schade slechts gedeel
telijk door verzekering wordt gedekt.
N.S.B. LEDEN VAN DE EERSTE
KAMER.
Aangewezen bij besluit van
den leider.
„Volk en Vaderland" bevat de volgende
mededeeling:
Bij besluit van den Algemeenen Leider
van 12 Juni 1935 zür aangewezen, om zit
ting te nemen in de Eerste Kamer der Sta
ten Generaal.
1. M. Graaf de Marchant et d'Ansem-
bourg, gewestelijk commissaris der N. S. B.
in de 3e inspectie;
2. Mr. A- J. van Vessem, te Utrecht,
rechtskundig raadsman der N. S. B.
MOORDAANSLAG TE ALBLASSER-
D\M.
Ruzie om een geldkwestie. Het
slachtoffer niet levensgevaarlijk
gewond.
Gisteravond omstreeks half zeven heeft de
60-jarige H. D., zonder beroep, wonende te
Alblasserdam een aanslag gepleegd met een
geladen revolver op den 32-jarigen P. G. V.,
van beroep veekoopman, wonende te Willin-
ge Langerak.
Enkele voorbijga igers zagen den veekoop
man met bloedend hoofd uit het huis van t>.
vluchten. V. was bij D. op bezoek. Er was
een ruzie en een handgemeen ontstaan om
een geldkwestie. Plotseling trok D. een revol
ver en schoot op V., die niet levensgevaarlijk
in den rug werd getroffen. Deze vluchtte
door het raam omdat de deur gesloten was
en liep daarbij nog eenige wonden op. Het
slachtoffer had de revolver die hij aan D.
had weten te ontrukken in de hand en zette
liet op een loopen. Bij het raadhuis wist men
hem te grijpen en zij brachten hem, geheel
overstuur in het raadhuis waar geneeskun
dige hulp werd ingeroepen.
Dr. A. de Haan constateerde dat V. geen
levensgevaarlijke verwonding had opgeloo-
pen.
De burgemeester heeft den dader, die in
middels was gearresteerd, een verhoor afge
nomen.
De dader bekende volledig.
Hij is ter beschikking van den officier van
justitie te Rotterdam gesteld. De revolver
waarmede de aanslag is gepleegd is in be
slag genomen. Het slachtoffer is per auto
naar zijn woning vervoerd.
t