DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De rouwplechtigheden te Reinsdorf. Vit Aet Jtadement Qxiqeliiksch Ovetaicht De Duitsch-Engelsche vlootbesprekingen. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330. No. 143 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Woensdag 19 Juni 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Verzwaring eischen zeevaartdiplo ma's aangenomen. Regeling van werkzaamheden opgesteld. De Kamer nog lang niet met vacantie. Een schrijven van von Ribbentrop aan sir SamueL Hoare na de beëindiging van de besprekingen. Antwoord op een Engelsch schrijven. Buitenland. Ontroerende deelneming onder leiding van Hitier en Goering. DE DOODEN GEËERD. Wat vandaag de aandacht trekt.,. ZIJ, DIE ZICH MET 1 JULI A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVAN GEN DE TOT DIEN DATUM VER SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. ALKMAARSCHE COURANT. Tweede Kamer. Den Haag, 18 Juni. De Kamer is een uurtje bijeengeweest, hoofdzakelijk voor een regeling van werk zaamheden en een comite-generaal. Eerst heeft zij gestemd over een amende- ment-Brautigam (s.d.) ojp het wetsontwerp betreffende de zeevaartdiploma's. De laatste maal, dat zij vergaderde, kon zij dit wets ontwerp niet afhandelen, omdat er niet meer genoeg leden waren om over het amende ment te stemmen. De strekking van het laatste was om de eischen voor de beman ning van motorschepen tot vijfhonderd ton wat te verzwaren. De katholiek Van der Bilt steunde het amendement, maar minis ter Van Lidth de Jeude handhaafde zijn bedenkingen, de kleine vaart met kleine schepen te weinig loonend achtende voor verzwaring van lasten. Met 43 tegen 36 stemmen nam de Kamer het amendement echter aan. De sociaal- en vrijzinnig-demo craten, de communisten en de christelijk-his- torischen Tilanus en mejuffrouw Katz vorm den met ongeveer de helft der katholieken de meerderheid, welke zich doqr 's ministers bezwaren niet liet weerhouden, het amende ment goed te keuren. De Kamer heeft ver volgens het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De communist Schalker heeft een inter pellatie aangevraagd betreffende aansluiting van Nederland bij het Fransch—Russisch niet-aanvalsverdrag. De Fransch—Russi sche toenadering kan een interessanten in vloed oefenen op de houding der communis ten in onze Tweede Kamer! Over het verzoek wordt morgen beslist. De Kamer heeft voorts besloten, morgen een reeks wetsontwerpen te behandelen, waaronder dat tot het in het leven roepen, van een Nederlandsche Omroep-Zender- Maatschapipij (Nozema) en dat tot naasting van eenige iocaalspoor- en tramwegen. Het nieuwe pachtwetsontwerp is in han den van een commissie van voorbereiding gesteld. Het wetsontwerp inzake de Iandbouwhy- potheken wordt a.s. Vrijdag, en dat tegen de cumulatie de volgende week Donderdag in de afdeelingen onderzocht. In besloten vergadering heeft de Kamer een voorstel behandeld van de gemengde commissie voor de stenografie uit de beide Kamers betreffende het openen van gelegen heid voor ambtenaren van de stenografische inrichting om administratief beroep in te stel len van beslissingen, te hunnen aanzien ge nomen. Voorts is in comité-generaal de raming afge daan der uitgaven, in 1936 voor de Kamer noodig. In den goeden, ouden tijd gold de aankondiging hiervan op de agenda als een teeken, dat de Kamer weldra op reces zou gaan. Thans is naar menschelijke bereke ning de zomervacantie nog verre. Men ver wacht, dat de Kamer op zijn vroegst in de tweede helft van Juli het wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven, in de wandeling de bezuiningswet genoemd, afge handeld zal kunnen hebben. En in Augus tus of in het begin van September zal, naar voorspelcj wordt, de senaat zich hiermede bezig houden! Het is bekend, dat gistermorgen de Duitsch-Engelsche vlootbespre kingen geëindigd zijn. De leider der Duitsche vlootdelegatie, von Rib bentrop, heeft thans het volgende schrijven gericht aan den Engel- schen minister van buitenlandsche zaken, sir Samuel Hoare, zulks in antwoord op een Engelsch schrij ven: Excellentie! Ik heb de eer, Uwe Excellentie de ont vangst te bevestigen van het schrijven van heden, waarin gij zoo vriendelijk waart, mij uit naam uwer regeering het volgende mede te deelen: 1. Gedurende de laatste dagen hebben de vertegenwoordigers der regeering van het Duitsche rijk en der regeering van het Ver eenigd Koninkrijk besprekingen gehouden, welker hoofddoel erin bestond, het terrein voor te bereiden voor een algemeene confe rentie ter limiteering van de bewapeningen ter zee. Ik verheug mij uwe excellentie thans de formeele aanvaarding van het voorstel der regeering van het Duitsche Rijk, dat bij deze besprekingen behandeld' is, door de regee ring van het Vereenigd Koninkrijk mede te deelen, volgens hetwelk de toekomstige sterkte van de Duitsche vloot vergeleken met de totale vlootsterkte der leden van het Britsche gemeenebest, een verhouding van 35 ten 100 zal hebben. De regeering van het Vereeniging Koninkrijk beschouwt dit voor stel als een buitengewoon belangrijke bij drage tot de toekomstige beperking van de bewapening ter zee. Voorts gelooft zij, dat de overeenstem ming, waartoe zij thans gekomen is met de regeering van het Duitsche rijk en die zij beschouwt als een vanaf heden geldige, duur zame en definitieve overeenstemming tus schen de beide regeeringen, het afsluiten van een toekomstige algemeene overeenkomst in zake limiteering van de bewapening ter zee tusschen alle zeemogendheden ter wereld zal vergemakkelijken. 2. De regeering van het Vereenigd Konink rijk valt verder de verklaringen bij, die door de Duitsche gedelegeerden in den loop der kortelings in Londen gehouden besprekingen betreffende de toepassingsmethoden van dit principe zijn afgelegd. Deze verklaringen kunnen als volgt wor den samengevat: a. De verhouding van vlootsterkte van 35 ten 100 moet een permanente verhouding zijn, d.w.z. de totale ton nage van de Duitsche vloot mag nooit een percentage te boven gaan van 35 van de totale tonnage van de bij ver drag vastgelegde zee-strijdkrachten der leden van het Britsche gemeenebest, of wanneer in de toekomst geen bij ver drag bepaalde limiteeringen der tonna ge mochten bestaan, een percentage van 35 van de feitelijke totale tonnage der leden van het Britsche gemeenebest. b. In geval een toekomstig algemeen verdrag inzake de beperking der zeebe wapening de methode der limiteering door overeengekomen sterkte-verhou dingen tusschen de vlooten der verschil lende mogendheden niet mocht behelzen, zal de regeering van het Duitsche rijk niet aandringen op de invoeging van de onder a. genoemde verhouding in een zoodanig toekomstig algemeen verdrag, mits de voor de toekomstige limiteering der zeebewapeningen daarin opgenomen methode van dien aard is, dat deze Duitschland volledige garanties geeft, dat deze krachtenverhouding in stand gehouden kan worden. c. Het Duitsche rijk zal onder alle omstandigheden vasthouden aan de ver houding van 35 ten 100, d.w.z., dat deze sterkte-verhouding niet beïnvloed wordt door de bouwmaatregelen van andere landen. Mocht het algemeene evenwicht der bewapening ter zee, ge lijk dit in het verleden normaliter in stand gehouden werd, door eenïgerlei abnormale en buitengewone bouwmaat regelen van andere mogendheden hevig verstoord worden, dan behoudt de re geering van het Duitsche rijk zich het recht voor de regeering van het Veree nigd Koninkrijk uit te noodigen den op deze wijze ontstanen nieuwen toestand te bestudeeren. d. De regeering van het Duitsche rijk begunstigt op het gebied der beper king van bewapeningen ter zee, dht systeem dat de oorlogsschepen indeelt in categorieën, waarbij de maximum tonnage en/of het maximum kaliber van de stukken geschut voor de schepen van iedere categorie wordt vastgesteld en dat de ieder land toekomende tonnage volgens scheepscategorieën toekent. Dientengevolge is de regeering van het Duitsche rijk bereid principieel en on der voorbehoud van de volgende alinea onder f, de verhouding van 35 pCt. toe te passen op de tonnage in iedere te handhaven scheepscategorie en iedere af wijking van deze verhouding in een of meer categorieën afhankelijk te maken van de hierover in een toekomstig alge meen verdrag inzake beperking van be wapeningen ter zee eventueel aangegane overeenkomsten. Dergelijke overeenkomsten zouden be rusten op het principe dat iedere ver hooging in een categorie gepaard zou gaan met een overeenkomstige verlaging in andere categorieën. In geval geen al gemeen verdrag inzake beperking van bewapeningen ter zee afgesloten wordt, of in geval 't toekomstige algemeene ver drag een bepaling mocht bevatten over beperking van categorieën, zal de wijze en de omvang van het recht der regee ring van het Duitsche rijk om de ver houding van 35 pCt. in een of meer ca tegorieën te wijzigen, door overeenkomst tusschen de regeering van het Duitsche rijk en de regeering van het Vereenigd Koninkrijk met het oog op den dan be- staanden vloottoestand, geregeld wor den. e. In geval en zoolang andere be langrijke zeemogendheden een enkele categorie voor kruisers en destroiers be houden, heeft het Duitsche rijk het recht op een categorie voor deze beide scheeps- klassen, ofschoon het voor deze beide klassen twee categorieën zal preferee ren. f Wat de duikbooten betreft, heeft het Duitsche rijk echter het recht een aan de totale onderzeeërs-tonnage van de leden van het Britsche gemeenebest gelijke duikboottonnage te bezitten, zon der echter de verhouding van 35 ten 100 met betrekking tot de totale tonnage te overschrijden. De regeering van het Duitsche rijk verplicht zich intusschen met uitzondering van de in den volgen den zin aan te geven omstandigheden met haar duikbuittonnage niet uit te gaan boven 45 pCt. van de totale duik boottonnage van de leden van het Brit sche gemeenebest. Mocht een toestand ontstaan, die het naar de meening der regeering van het Duitsche rijk noodza kelijk maakt gebruik te maken van haar recht op een boven de hierboven ge noemde 45 pCt. uitgaand percentage, dan behoudt de regeering van het Duit sche rijk zich het recht voor de regee ring van het Vereenigd Koninkrijk daar van mededeeling te doen en gaat ermede accoord de aangelegenheid te maken tot onderwerp van vriendschappelijke be sprekingen voordat zij dit recht uit oefent. g. Aangezien het hoogst onwaar schijnlijk is, dat de berekening van de 35 pCt.-verhouding in iedere scheeps categorie tonnage-getallen tot resultaat heeft, welke nauwkeurig deelbaar zijn door de maximum toelaatbare tonnage voor de schepen dezer categorie, kan het noodig blijken, dat afrondingen moeten worden uitgevoerd opdat het Duitsche rijk niet verhinderd worde zijn tonnage volledig te gebruiken. Er is derhalve overeengekomen, dat de regeering van het Duitsche rijk en de regeering van het Vereenigd koninkrijk overeenkomen zullen welke afrondingen tot dit doel vereischt zijn. Er bestaat eensgezind heid over dat dit precedé niet zal lei den tot aanzienlijke of duurzame afwij kingen van de verhouding van 35 ten 100 met betrekking tot de totale vloot- sterkten. 3. Met betrekking tot paragraaf c. van de bovenvermelde verklaringen heb ik de eer u mede te deelen, dat de regeering van het Vereenigd Koninkrijk kennis genomen heeft van het voorbehoud en het daarin vermelde recht erkent, waarbij eensgezindheid be staat over het feit, dat de verhouding 35 ten 100 in geval tusschen de beide regeeringen niets daaraan tegenovergestelds overeenge komen wordt, in stand gehouden blijft. Ik heb de eer uwe excellentie te bevestigen, dat het voorstel der regeering van het Duit sche rijk in het bovenstaande schrijven juist is weergegeven en neem er kennis van, dat de regeering van het Vereenigd Koninkrijk dit voorstel aanneemt. De regeering van het Duitsche rijk is ook van haar kant van meening, dat de overeen stemming, waartoe zij thans met de regee ring van het Vereenigd Koninkrijk komt en die zij als een van den dag van heden af gel dige, duurzame en definitieve overeenkomst tusschen de beide regeeringen beschouwt, het afsluiten van een algemeene overeen komst over deze problemen tusschen alle zee mogendheden der wereld vergemakkelijken zal. Uwe Excellentie aanvaarde de uitdrukking van mijne voortreffelijke hoogachting. w.g. Von Ribbentrop Buitengewoon gevolmachtigd gezant van het Duitsche Rijk. Het „D. N. B." seint uit Witten- berg een uitvoerig relaas over de plechtigheden van de bijzetting der lijken van de slachtoffers der ramp in de munitiefabriek te Reinsdorf. Wij ontleenen daaraan 't volgende: Reeds in de vroege morgenuren kwamen de colonnes der verschillende afdeelingen van de nat.-soc. beweging aanrukken: S. A., S. S„ arbeidsfront, alle getooid in het „eerekleed" van het Oude Rijk. In de kapel stonden de 60 kisten, gereed voor de overbrenging naar het graf. Groote hakenkruisvanen hingen van de lengte-zij- den. In het licht van honderden kaarsen straalde het Crusifix. Aan beide zijden van de Christus-figuur stonden groote schalen met witte bloemen. In het nabij gelegen mijnbedrijf lag al het werk stil. Voor de kist traden 6 dragers de kapel binnen en hieven den arm op ten groet. Daarna droegen zij hun last de kapel uit. Het plein, waar de doodenherdenking zou plaats hebben en dat met boomen omgeven is, vulde zich langzaam met menschen. Rechts en links van het verhoogde podium, vanwaar de Führer de dooden zou bedenken, stonden in een lange rij de zwart-behangen banken voor de nagelaten betrekkingen der slachtoffers en de eere-gasten. Daarnaast stonden de 60 lijkkisten, bedekt met de hakenkruisvlag. Aan de voetzijde van elke kist lag een lau werkrans met het opschrift: „Aan onze doo de kameraden. De treurende natie". In bonte verscheidenheid van kleuren la gen bloemen als in een langen band om de kisten heen. De middenweg tusschen de kisten was af gesloten door 'n hoog zwart kruis, aan welks voet een reusachtig groote lauwerkrans lag. Achter de dooden hadden mannen van de S. A. zich opgesteld. Landspolitie en de eereformaties van alle afdeelingen der beweging hielden de beide zijden langs de kisten bezet en op den ach tergrond achter de kisten stond onafzien baar op het aangrenzend veld, dat door een donker naaldbosch was afgesloten, het per soneel van het munitie-bedrijf, van alle in dustrieën van Wittenberg en de bevolking. Terwijl langs de toevoerwegen naar de munitie-fabriek S. A„ S. S. en arbeidsdienst afzettingen vormden, had de Hitlerstan- daardafdeeling zich op het plein opgesteld. Overal woeien omfloerst de stormvaandels der S. A. en S. S., de eereteekens van het arbeidsfront en de vaandels van het Duit sche arbeidsfront. Kransen na kransen wer den aangedragen. Men zag kransen met op schriften van Rudolf Hess, van de rijkslei ding der N. S. D. A. P., een grooten lau werkrans op zwart doek neergelegd, een laatste hulde van een groep brandweerlie den der stikstoffabrieken te Wittenberg aan hun doode kameraden. Verder zag men een reusachtigen krans van dr. Robert Ley met het opschrift: „Gii stierft voor Duitschland, aan u onze trouw'5 De bij de rouwplechtigheden verschenen bloedverwanten der slachtoffers werden door S. S.-mannen naar hun plaatsen ge leid. Ook de rijen der genoodigden tot de rouw plechtigheden vulden zich langzaam. Men zag den rijksminister van oorlog, Generaloberst von Blomberg, den minister president, generaal der vliegers, Goering en de rijksministers dr. Frick, Rust, dr. Goeb- bels, dr. Frank, rijksorganisatieleider dr. Ley, rijksleider Rosenberg, stafchef Lutze, Baldur von Schirach, alsmede de rijksstad houders Mutschmann en Kaufmann. Aankomst van den Führer. Van Piesteritz kwam de Führer te Wit tenberg aan om den dooden van Reinsdorf zijn afscheidsgroet te brengen. De Führer schreed langs de eere-haag der lijfwachten. Achter hem volgde een reusachtige krans van roode rozen, gedragen door twee S. S.- mannen. Het was de krans, door den Führer voor de dooden van Reinsdorf bestemd. Zwijgend stonden allen op om den Führer te groeten. Nadat de treurmarsch uit de „Eroica" van Beethoven gespeeld was, sprak allereerst de Evangelische landsbisschop Peter troost woorden tot de nagelaten betrekkingen. Domproost dr. Winkelmann bracht dan de betuigingen van deelneming over van Z. H. Paus Pius XI en van Z. H. Exc. Mgr. Klein, aartsbisschop van Paderborn. De Engelsch-Duitsche besprekin gen. (Dag. Overzicht). Het Italiaansch-Abessinisch con flict. (Buitenland). De ramp te Reinsdorff. (Buiten land). Nieuwe arrestaties te Oss. (Bin nenland)? De moord te Wildervank, drie mannen gearresteerd. (Binnenland). Bankier te Wormerveer verduis tert 200.000. (Binnenland.) Stationsbeambte te Haarlem steelt in een jaar tijds ruim 100.000 (Binnenland.) Lafhartige overval bij Nijmegen; een persoon levensgevaarlijk ge wond. (Binnenlaru Opneming nieuwe arbeiders in den tuinbouw. (Land- en Tuinbouw.) (Zie verder eventueel laatste berichten.) Dr. Winkelmann wees op de hoop, die uit den dood ontkiemt door Hem. die dén dood ons toezendt, onzen Heiland. „Ieder, die in het geloof aan Mij leeft, zal niet sterven. Ik ben de Verrijzenis en het Leven". Daarna sprak dr. Matthias als bedrijfs leider voor het personeel der gezamenlijke fabrieken den laatsten groet tot de doode kameraden. Na een toespraak van den gouwleider Jor- dan legde de Pruisische minister-presdent de generaal der vliegers Goering, in opdracht van den Führer, midden tusschen de rij lijk kisten een reusachtigen kras met roode rozen neer. Het lint aan den krans droeg op rooden ondergrond in goud het eereteeken der partij en als eenig opschrift: „Adolf Hitier". Daarna sprak namens den Führer en in naam van de Duitsche rijksregeering minis ter-president Goering. Toespraak van Goering. Goering wendüe zich allereerst tot de bloedverwanten der dooden en betuigde hun zijn innigste deelneming. Daarna vervolgde hij: Evenals alle volksgenooten, treuren op de eerste plaats de Führer en rijkskanselier en de mannen der partij en van den staat over een ongeluk van zulk een geweldigen om vang. Het zou ons kunnen doen wankelen en zwak maken, wanneer wij niet leefden in een volk en in een rijk, dat weer verrezen is tot vrijheid en tot eer en waar elke afzonderlijke volksgenoot den laatsten inzet zal wagen, wanneer het om de hoogste goederen der na tie gaat. Zoo zijn ook deze arbeiders gevallen voor het nieuwe rijk. En zoo geweldig en zoo ver schrikkelijk de dood hier ingegrepen heeft, zoo ontspruit ook uit dit offeren, uit den dood dezer dappere kameraden een groote zegen voor het heele volk en voor de heele natie. Want, in de wijze, waarop heden het gansche volk en aan de spits zijn Führer en rijkskanselier deze doode kameraden eeren, komt die wonderbare aaneengeslotenheid der natie tot uiting, die opnieuw is opgestaan. Ook komt tot uiting, dat juist de Duitsche arbeider weer voet gekregen heeft onder zijn volk, weer waardevol lid der volksgemeen schap is. Uit deze slachtoffers zal weer kracht ge boren worden. Zij zullen niet tevergeefs ge vallen zijn. Dat is het groote, dat thans de Duitsche mensch niet meer tevergeefs den dood ingaat, maar dat elk afzonderlijk daarmee een groot offer op het altaar des vaderlands nederlegt. Dat is de sterkste troost, die u in de Almacht Gods kan gege ven worden, dat ook zij opgekomen zijn voor den noodzakelijken opbouw van ons vader land. Tenslotte wees Goering op de heldhaftig heid van te werken daar, waar het gevaar zoo na het leven bedreigt, ter wille van de bescherming der natie. „Uwe bloedverwanten stierven", zoo riep hij de aanwezige nabestaanden toe, „opdat Duitschland zou leven!" Na de toespraak van Goering volgde eerst het „Lied van den goeden kameraad", dat door de aanwezigen staande met opgeheven rechterhand werd aangehoord. Daarna weerklonk de treurmarsch uit de „Götterdam- merung" van Richard Wagner en tot slot het Horst Wessellied en het Deutschland-Iied Met opgeheven rechterhand hoorden de talrijke aanwezigen deze liederen staande aan. De Führer schreed daarna door de rijen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1