KING
Het daaghet iri Oss.
^Buitenland.
PEPERMUNT
Artikel van wachtmeester de Gier.
TUBERCULOSE IN NED.-INDIE.
Vragen van mevr. de Vries
Bruins.
TWEE OUDE GRANATEN
GEVONDEN.
Bij Maastricht.
REEKS INBRAKEN OPGEHELDERD.
Politie te Amersfoort arresteert
vijf mannen en een vrouw.
ERNSTIG MOTOR-ONGELUK.
Een Alkmaarder het slachtoffer.
DE „JUNO" VRIJGEGEVEN.
Uit Japan vertrokken.
INBRAAK TE STEENWIJK.
TE HAASTIG NAAR HET
STATION GELOOPEN.
DE GEBREKKIGE VOEDING IN
DE MOBILISATIEJAREN.
VERDUISTERING DOOR EEN
INSPECTEUR.
Bij de commissie tot uitvoering
van de Zuiderzeesteunwet aange
houden.
MACDONALD NIET NAAP. DE
VEREENIGDE STATEN.
ITALIË—ABESSIN IE.
De „Giornale d'Italië gaat voort
met anti-Abessinische artikelen.
AANVULLING
BRITSCHE REGEERING.
Crookshank minister voor de
mijnen.
DE NIEUWE REGEERINO VAN
TSJECHO-SLOWAKIJE.
De regeeringsverkiaring van het
nieuwe kabinet-Malypetr.
MINDER PAPIER VOOR DE
DAGBLADEN.
Indien alle ouders hun
kinderen als versnapering
niets anders gaven dan
dan zouden er minder
kleine maagjes van streek
en minder bleke gezicht
jes zijn.
Het beste dagelijkse middel
ter opwekking en verkwikking
TONNEMA C'E SNEEK
SPOORWEGONGELUK
IN STIERMARKEN.
65 GEWONDEN.
TUCHTHUISOPROER IN KANSAS.
Muiters iaten verhongeren.
EEN DORP, DAT EEN HALVE EEUW
IS VERGETEN.
Vrouw van B.-van H. bekent de
boerderij van haar vader in
brand ie hebben gestoken;
ook de Brommert
bekent
Naar wij vernemen, heeft de 26-jarige
weduwe van B.van H. uit Oss, die door
de Ossche gemeentepolitie was gearresteerd,
verdacht van brandstichting en gistermorgen
voor den officier van justitie te 's-Hertogen-
bosch was geleid, bekend, dat zij den brand
had gesticht. Het was opgevallen, dat het op
11 Mei in de boerderij van haar vader plot
seling hevig brandde, toen zij die verlaten
had en het was gebleken, dat zij vooraf eeni-
ge kostbare voorwerpen, onder andere een
radio-toestel, te gelde had gemaakt en later
verklaarde, dat die voorwerpen waren- ver
brand. Ook kleedingstukken, die als ver
brand waren opgegeven, waren in veiligheid
gebracht.
De arrestatie heeft te Oss opzien
gewekt, daar zij uit een fatsoenlijk
gezin komt. Zij zegt, dat haar vader
niets van de eigenlijke toedracht
heeft geweten. Deze wordt intus-
schen zeer gedupeerd, daar de ver
zekering thans wel niets zal uitbe
talen.
Verder heeft de 30-jarige F. v. d. W., bij
genaamd de Brommert, gisteren tenslotte be
kend, dat hij tezamen met de neven G. en P.
de B. den overval met berooving op den ouden
v. d. B. te Veghel heeft gepleegd. Hij was in
de marechaussee-kazerne aldaar opgesloten
en zal nu naar 's-Hertogenbosch worden over
gebracht. Het heeft opzien gewekt, dat hij
een bekentenis heeft afgelegd, aangezien hij
als verstokt misdadiger bekend was, vele ver
oordeelingen achter den rug heeft, doch nog
nooit bekende.
Nader vernemen wij, dat P. de B. voor den
substituut-officier van justitie mr. D-ubois in
Den Bosch heeft verklaard, waar de kleeren
waren geborgen die hij tijdens den overval
óp zijn neef G. droeg en welke onvindbaar
waren gebleven. De marechaussee te Oss
heeft in de nabijheid van de ouderlijke wo
ning van P. de B. geruimen tijd graafwerk
verricht en een sloot uitgebaggerd, maar de
kleeren zijn nog niet opgespoord.
Het Juninummer van het Tijdschrift voor
de Politie bevat een artikel van wachtmeester
Ch. G. de Gier, dat hij in opdracht van den
brigade-commandant van het tijdschrift op
stelde.
Het volgende is eraan ontleend:
Van de elf jaren, die ik nu te Oss werkzaam
ben, hebben speciaal de laatste jaren aan
de aldaar gestationneerde brigade der Kon.
Marechaussee veel moeilijkheden en talrijke
teleurstellingen gebaard. De brigade omvatte
voorheen vijf man en met tusschenpoozen
vier en ook wel eens drie man. Als men weet,
dat de bevolking nabij de 16.000 zielen telt
en de gemeente Oss met haar honderden bin
nenwegen en paden zeer uitgestrekt is, zal
het duidelijk zijn, dat wij ons door onze ge
ringe getalsterkte zoo goed als machteloos
gevoelden en dat het geboefte, mede dienten
gevolge, in staat was een ware terreur uit te
oefenen. Dit waren pijnlijke toestanden. Eerst
toen er herhaaldelijk roofovervallen en zelfs
roofmoorden plaats vonden en hadden ge
vonden, greep de overheid in en werd de
reeds zoo lang verbeide versterking verkre
gen.
De brigade der Kon. Marechaussee werd
nu op tien man gebracht, terwijl er tevens
twee detachementen, ieder van vijf man, in de
onmiddellijke nabijheid van Oss werden uit
gezet.
Onder leiding van opperwachtmeester
Mintjes, geassisteerd door zijn oudste wacht
meesters, die toen meer in het bijzonder met
recherchewerk konden worden belast, werd er
dag en nacht onafgebroken dienst gedaan.
Niemand der dieven en inbrekers werd met
rust gelaten: telkens, soms drie of vier malen
per dag, werden de verdachte personen aan
gehouden en gefouilleerd.
Kort hierop volgde er een ware veldslag,
ten woonhuize van De Bie, waar het geboefte
zich ten getale van 30 man had verzameld en
zich, toen het zich ontdekt zag, met geweld
tegen ons keerde. Er vielen harde klappen,
doch wij bleven het canaille de baas. Er wer
den hierbij vijf dieven min of meer ernstig
gewond.
Dit miste zijn goede uitwerking niet. Ter
wijl een zware surveillance werd onderhou
den, werden door de wachtmeesters de stille
kroegen meermalen daags op verschillende
tijdstippen bezocht. Bij deze bezoeken tracht
ten wij relaties aan te knoopen. Alhoewel dii
vooral in den aanvang met groote moeilijk
heden en ten koste van alle opofferingen
gepaard ging omdat men in ons niet anders
dan vijanden kon zien, gelukte het ons gelei
delijk meer vasten voet te krijgen en leerde
men ons beter kennen en begrijpen. Meer
malen gebeurde het, dat wij uren stonden of
lagen te luisteren naar de gesprekken, die
door de dieven onder drinkgelagen in die
stille kroegen werden gevoerd. Een enkelen
keer boekten we dan een klein succesje, als wij
blijk gaven gewapend te zijn met geheimen,
welke hun (den dieven) naar zij meenden,
alleen bekend konden zijn. Zoo moesten wij
ons dikwijls aan een stroohalm vasthouden.
Af en toe mocht het ons gelukken een klein
tipje van een sluier op te lichten. Dagen
achtereen waren wij vaste klant in die kroe
gen, waarvan wij onderwijl de zekerheid had
den gekregen, dat zij, indien dezelver bezoe
kers wilden spreken, in onzen arbeid van
veel nut zouden zijn. Hun, die ons inlichtin
gen verstrekten, waren wij op onze beurt zoo
veel mogelijk van dienst. Ook deze tactiek
had succes. Men begon te begrijpen, dat wij,
behalve de sterke arm, ook de helpende hand-
waren. Zoo leerde men ons kennen en lang
zamerhand vertrouwen.
Onze aldus verworven „vrienden" werden
door den zich belaagd voelenden vijand zeer
wantrouwend aangezien en werden niet zel
den als „verrader" bestempeld, met hfct ge
volg, dat ook de andere partij dikwijls loslip
pig werd en uit wraak de totnogtoe zoo zorg
vuldig bewaarde geheimen aan ons ver-
ldsptc.
Zoo tobbende en vasthoudende, dag en
nacht speurende en zoekende, kwamen wij
streepje voor streepje verder. Wij leerden al
dus deze aparte bevolkingsklasse kennen en
begrijpen en ook haar nog goede eigenschap
pen waardeeren. Teere punten werden niet
dan met de noodige distinctie aangeroerd, be
dacht als wij erop waren, dat het hier men-
schen betrof, die op een uitzonderlijke wijze
moesten worden tegemoet getreden. Wij zorg
den er dan ook angstvallig voor, dat wij
tegen hen geen hoogen toon aansloegen. Wel
gingen wij met beslistheid te werk, doch nim
mer waren we onbeleefd. Bovendien waakten
wij er voor, dat onze begrippen van waarheid
en eerlijkheid in geen opzicht in twijfel kon
den worden getrokken.
De ons opgelegde taak was zwaar, doch zij
was gezien het resultaat de moeite dub
bel en dwars waard.
Dat wij geslaegd zijn, danken wij mede
aan den steun, welke ons in zoo ruime mate
door de justitie en onze chefs is verleend.
Mevrouw de VriesBruins heeft aan
den minister van koloniën de volgende
vragen gesteld:
Is het juist, dat door den gouverneur-
generaal van Ned. Indië in zijn rede bij
de opening van den Volkssraad, is mee
gedeeld, dat uit een gehouden onderzoek
zou zijn gebleken, dat de tuberculose
zich in Ned. Indië meer en meer tot
volksziekte ontwikkelt?
Is de minister bereid, eenige nadere
bijzonderheden over den gang van dit
onderzoek en den omvang der ziekte
mee te deelen?
Wil de minister verder aangeven;
welke maatregelen in de toekomst tegen
deze ernstige volksziekte zullen worden
genomen
Vorige week zijn er in een terrein op
het Wolderveld bij Maastricht, naar de
L. K. meldt, twee granaten gevonden, die
daar in den grond verstopt waren. Men
heeft terstond den brigade commandant
va', de Marechaussee te Wol der gewaar
schuwd, die terstond zijn maatregelen
nam. Vrijdagmiddag heeft men de beide
gevaarlijke projectielen met medewer
king van een deskundige van de Hem-
brug tot ontploffing gebracht, in de
buurt van de vindplaats, waar zij een
groot gat in den bodem slóegen.
De beide granaten zijn vermoedelijk
door iemand in den grond verstopt, die
wel gaarne de hulzen bij wijze van her
innering wilde hebben, doch er geen weg
mee wist, wijl de projectielen nog gela
den waren. Vermoedelijk heeft dit ver
bergen een jaar of vijftien geleden plaats
gevaar gevormd voor iederen landbou-
gehad. Al dien tijd lang hebben zij een
wer die het betreffende terrein bewerkte.
De granaten lagen niet erg diep onder
den grond, doch gelukkig een tikje die
per, dan waartoe ploegtanden plegen te
komen. Zouden zij anders geraakt zijn
door de tanden van een ploeg, die op
het veld gebruikt werd, dan was er hon
derd tegen een een ontploffing gevolgd
met heel den gruwel ijken nasleep
Hoe oud de granaten ook waren, zij
waren aan den buitenkant zeer beroest,
toch is hun uitwerking geweest, alsof zij
pas van de fabriek kwamen. De scher
ven, die men ervan vond, bleken aan den
binnenkant volmaakt onbesmet te zijn.
Bij de ontploffing hadden de mare
chaussees maatregelen genomen voor de
veiligheid en het terrein op voldoenden
afstand afgezet.
Den laatsten tijd hadden te Amersfoort
verschillende inbraken, en pogingen tot in
braak plaats, o.a. aan de Noack-fabriek aan
den Soesterweg, inbraak met diefstal in den
Unie-winkel in de Langestraat, tweemaal
een poging tot inbraak bij de firma Dicker-
mann in de Langestraat, diefstal en inbraak
bij den kruidenier Hofland in de H. van
Viandenstraat, een poging tot inbraak bij de
drukkerij Kramer in de Langestraat en bij
mr. L. Stadig aan den Arnhemsche weg be
nevens een drietal inbraken, in scholen, wel
ke er vermoedelijk thans nog buiten staan.
Van den eersten dag af had de recherche
reds eenige verdachten op het oog. Het be
wijsmateriaal was echter niet voldoende om
in te grijpen. Er werd een net gespannen,
hetwelk met den dag werd aangehaald met
het gevolg, dat Dinsdagmiddag op last van
den commissaris van politie tot arrestatie
kon worden overgegaan.
De slag was raak. Aangehouden werden
de dader van de inbraak bij Noack, de da
ders van die ij de fa. Hofland en verder twee
mannelijke en een vrouwelijke medeplichti
gen.
Reeds twee van de arrestanten hebben een
volledige bekentenis afgelegd. Verwacht
wordt, dat er nog meer arrestaties zullen
plaats vinden.
Gistermorgen is op de Nassaukade te
Amsterdam een motorrijder, die eenigen tijd
achter een drietal auto's had gereden, en
passeeren wilde, in botsing gekomen met een
bakfiets die juist op dat moment den weg
overstak. De motrrijder kwam te vallen en
verloor het bewustzijn. De geneeskundige
dienst heeft hem met een zware hersen
schudding, een schedelbreuk en een gebro
ken arm naar het Wilhelminagasthuis ver
voerd.
Nader vernemen wij dat het
slachtoffer is de heer J. Krijgs
man, voormalig voorzitter van den
Bond van soc.-dem. studentenclubs,
thans tijdelijk propagandist van de
S.D.A.P. met standplaats te A1 k-
maar,
Blijkens een van Hr. Ms. gezant te Tokio
ontvangen telegram, luidt het vonnis tegen
den gezagvoerder van de tankboot Juno,
wegens het bevaren van verboden wateren,
500 yen boete.
Het schip is onder bevel van den gezag
voerder Maandag vertrokken.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
is ingebroken in de Chr. Coöp. Bakkerij de
Eendracht te Steenwijk. De brandkast was
geopend. Een bedrag van 700 wordt ver
mist. De marechaussee stelt een onderzoek
in.
De ongeveer 60-jarige inspecteur van
de Levensverzekeringmaatschappij
's-Gravenhage te Groningen, de heer W.
H. begaf zich Dinsdagavond wat haastig
naar het station te Veendam om den
trein naar Groningen te kunnen halen.
Bij het stationsgebouw viel hij neer en
bleek aan hartverlamming te zijn over
leden.
Van de 565 ingeschrevenen voor de lich
ting 1936 te Apeldoorn zijn er 193 afge
keurd. Volgens den dienstdoenden genees
heer waren de gevolgen van de gebrekkige
voeding in de mobilisatie-jaren voor de
meesten de reden, dat zij ongeschikt voor
het vervullen van den dienstplicht werden
geacht.
De recherche te Haarlem heeft aangehou
den een 36-jarigen ontslagen inspecteur bij
de commissie tot uitvoering van de Zuider
zeesteunwet, wonende te Haarlem, die zich
ten nadeele van een schipper te Edam heeft
schuldig gemaakt aan verduistering van
duizend gulden. De man die te Edam, Vo-
lendam en omstreken zeer goed bekend was,
trad op als raadsman van de schippers. Zij
hadden het grootste vertrouwen in hem.
Zijn adviezen betroffen voornamelijk gereed
schappen en vaartuigen der schippers. Zoo
bewoog hij velen hun oude houten schepen
in te ruilen voor solide ijzeren vaartuigen,
die in de toekomst door de regeering gele
verd zouden worden.
In November 1933 bewoog hij een schip
per, zijn opgespaarde geld van duizend gul
den bij hem in bewaring te geven, daar dit
dan voordeel zou opleveren. De schipper
wilde het eerst nog eens in beraad houden,
doch hij bracht tenslotte het geld bij ver
dachte. Het gevolg was, dat het geheele be
drag verboemeld werd.
Toen de man door de politie werd aange
houden verklaarde hij onwel te zijn. Een ge
neesheer onderzocht hem en verklaarde dat
hij aan een ernstige hartkwaal leed. Hij
heeft inmiddels alles bekend en is in bewa-
ring gesteld.
Naar Press Association verneemt is het be
richt, volgens hetwelk de Britsche regeering
voornemens zou zijn MacDonald binnenkort
met een diplomatieke zending naar de Ver-
eenigde Staten af te vaardigen, niet juist.
De Giornale d'Italia zet zijn artikelenreeks
voort, waarin het blad tracht aan te toonen,
welke vijandige houding Abessinië tegenover
Italië heeft aangenomen in de afgeloopen tien
jaar. In zijn editie van gister doet het blad
uitkomen, dat Abesinië steeds de deur heeft
gesloten gehouden voor Italiaansche economi
sche belangen en initiatieven. Zoo werd de
eenheidsdouane, die door Italië gevraagd was
op grond van de conventie van 1906 eerst in
1919 toegekend, de concessie voor de spoorlijn
Sethit Gondar, aangevraagd in 1906, 1913, 1915
en 1917 is nooit gegeven, het in 1911 door den
Italiaanschen consul te Gondar onderteekende
contract inzake huur van landbouw- en in
dustrieterreinen wacht nog heden op ratificatie
van Addis Abeba, de in 1915 gevraagde mach
tiging voor inrichting van vrije entrepots te
Gondar, Adoea en Dessie is steeds geweigerd,
de aankoop door Italië van 10.000 runderen
met een voorafbetaling van 40.000 daalders is
niet ten uitvoer gelegd tengevolge van het
plotselinge besluit van de Abessijnsche regee
ring den uitvoer te niet te doen en slechts na
lange onderhandelingen ontving Italië 200 run
deren. Ondanks de hartelijke ontvangst van
Ras Tafari te Rome in 1924 en ondanks de
orderteekening van het vriendschapsverdrag en
de overeenkomst van 1928 aldus gaat het
blad voort is de vijandige houding van
Abessinië ten opzichte van Italië vrijwel niet
veranderd. In dit verband acht het blad de ge
schiedenis van den weg van Assab naar Des
sie, welke Arythrea en Abessinië zou moeten
ve.binden en den goederenruil had moeten be
vorderen tusschen de beide landen. De regee
ring van Addis Abeba heeft niet alleen steeds
geweigerd den weg aan te leggen, maar boven
dien nog de soevereiniteit opgeëischt over ze
kere gebieden, die onder Italië behoorden. Wel
werd een concessie gegeven aan de Motor
Transport Company voor een spoorweg van
Gamela naar Baro en werd aan een Londen-
sche maatschappij de exploitatie gegund van
de goud- en platinamijnen in de streek van
Bir Bir. Dat alles, zoo concludeert de Giornale
d'Italia, bewijst de vijandige houding ten op
zichte van Italië, welke houding nog aange
moedigd is door een te beminnelijk en duld-
zaam optreden van Italië. Tevens blijkt hieruit
e:i plan, dat zou hebben moeten uitloopen op
oorlog, invasie en rooftochten van Abessinië
in de Italiaansche koloniën.
De aanvullende benoemingen voor de nieuwe
regeering-Baldwin zijn gisteravond officieel
bekend gemaakt. Het betreft hier de bezetting
der posten van ministers, die geen kabinets
rang hebben, alsmede om de benoeming van
eenige staatssecretarissen. In totaal hebben
negen benoemingen plaats gehad. Acht der
nieuwe functionnarissen behooren tot de con
servatieve partij, terwijl de negende Labourlid
is.
Tot minister voor de mijnen is benoemd de
conservatieve afgevaardigde Crookshank, tot
minister voor de pensioenen de conversatieve
afgevaardigde Robert Spear Hudson. Onder
staatssecretaris in het Home Office is de con
servatief Wallace, parlementair secretaris in
het ministerie van arbeid de conversatief
Muirhead, parlementair onderstaatssecretaris
in het ministerie voor de dominions de conser
vatieve afgevaardigde Lord Stanley, parlemen
tair en financieel secretaris der admiraliteit de
conservatief Warrender en lord-civiel der ad
miraliteit de Labourman Lindsay.
De regeeringsverkiaring, die minister-pre
sident Malypetr gister na de constitueering
van de nieuw gekozen nationale vergadering
in de beide huizen heeft doen hooren, stelt
het feit in het licht, dat de verkiezingen voor
de nieuwe nationale vergadering in volko
men rust verloopen zijn, hetgeen beschouwd
moet worden als een bewijs, dat de demo
cratische bases der republiek, goed en on
wrikbaar zijn. Vervolgens wijst de regee-
ringsverklaring erop, dat de groote meerder
heid van het Tsjecho-Slowaaksche volk zich
heeft uitgesproken vóór de tot dusverre ge
voerde coalitiepolitiek. Daarna zet de regee-
ringsverklaring het program der nieuwe re
geering uiteen. De regeering zal consequent
vasthouden aan de tot dusverre gevoerde po
litiek van de nationaal-Tsjechische en staat
kundige eenheid, en op de basis der geldende
wetten de decentralisatie van het bestuur
voortzetten volgens de practische behoeften.
De veiligste garantie voor een vruchtbare
ontwikkeling der Republiek ziet de regeering
in het werk voor den binnenlandschen vrede
en voor de wederziidsche samenwerking van
alle lagen der bevolking.
Wat de buitenlandsche politiek betreft, zal
de regeering de tot dusverre gevolgde richt
lijnen handhaven. De op het volkenbonds
handvest gebaseerde principes, de achting
der internationale verdragen en het streven
naar versterking, behoud of opbouw van be
trekking van goede nabuurschap en vriend
schap met alle nabuurlanden in het belang
van het behouu en versterking van den Eu-
ropeeschen en den wereldvrede, dit alles
vormt de basis waarop de geheele constructie
van de Tsjecho-Slowaaksche buitenlandsche
politiek staat en zal staan. In dezen geest
moeten ook de bondgenootschappelijke be
trekkingen van Tsjecho-Slowakije met Frank
rijk en de staten der Kleine Entente worden
begrepen, welke sedert lange jaren de pijlers
vormen van deze constructie en die door
niets geschokt ook in de toekomst zullen blij
ven.
Het door de Tsjecho-Slowaaksche buiten
landsche politiek, in overeenstemming met
Frankrijk en de Kleine Entente maar ook in
overeenstemming met Engeland, Italië en de
Sowjet-Unie, benevens nog eenige andere
staten nagestreefde doel van verwerkelij
king van het Oost- en Midden-Europeesche
pact, zal verder worden nagestreefd. Het is
te hopen, dat Tsjecho-Slowakije op dezen
weg zal komen tot een definitieve vriend
schappelijke verhouding tot Polen en tot een
goede op duurzamen vrede en duurzame
samenwerking gebaseerde verhouding tot zijn
grooten nabuur. Duitschland.
„Onze politiek is een politiek des vredes",
aldus gaat de regeeringsverkiaring verder",
en zal een politiek des vredes blijven. Wij
weten echter, dat behalve de vredespolitiek,
die wij principieel en consequent verdedigen,
het ook noodig is, dat wij voorbereid zijn op
slechte tijden en in staat zijn onzen staat te
verdedigen".
Uitvoerig bespreekt vervolgens de regee
ringsverkiaring den economischen toestand
des lands en wijst erop, dat de in 1934 inge
voerde devaluatie van de Tsjecho-Slowaak
sche kroon, een verzachting gebracht heeft
van de talrijke moeilijkheden, waarmede de
Tsjecho-Slowaaksche exporteurs, voordien te
kampen hadden tegenover hun buitenland
sche concurrenten.
Tenslotte legt de regeeringsverkiaring den
nadruk op de noodzakelijkheid van steun
voor de werkloozen, vooral in de grensge
bieden, op de regeling van de deviezenvoor-
schriften, de noodzakelijkheid van het nemen
van maatregelen ter verzachting van den toe
stand van den in schulden zittenden land
bouw, maatregelen ter instelling van een
veemonopolie, inrichting van een studie
commissie van deskundigen, theoretici en
practici, die de regeering rapport moeten
uitbrengen over middelen ter verbetering van
de economische toestanden en wijst tenslotte
op de noodzakelijkheid der eerstvolgende be
grooting in evenwicht te houden.
Gasteren is een verordening van kracht ge
worden, volgens welke alle Italiaansche dag
bladen niet meer dan eens per week mogen
uitkomen met een nummer van tien bladzijden.
Voor twee dagen in de week moeten zij zich
beperken tot een nummer van zes bladzijden,
voor de overige dagen tot een nummer van
zes bladzijden, voor de overige dagen tot een
nummer van acht bladzijden.
Deze maatregel wordt gemotiveerd met de
verklaring, dat Italië jaarlijks een bedrag van
ongeveer 150 millioen lire uitgeeft voor het
betrekken van cellulose uit het buitenland.
In het station Bruck aan de Mur
(Stiermarken), waarvan de rails
naar aanleiding van het gereedma
ken van de nieuwe brug over de
Mur verlegd worden, is gistermid
dag een ernstig ongeluk gebeurd.
Een personentrein geraakte in bot
sing met een sneltrein, die reeds op
hetzelfde spoor gerèden was. 65 7
passagiers van beide sneltreinen
werden volgens een mededeeling
van de directie der Oostenrijksche
bondsspoorwegen licht gewond.
Het verkeer ondervond slechts
weinig vertraging.
Dwangarbeiders bezetten een mijn.
Bijna 400 gedetineerden van 't tuchthuis te
Lansing in den staat Kansas (Am.), die te
werk gesteld zijn in een kolenmijn, zijn
gistermorgen, kort voordat zij zouden afda
len in de schachten, aan het muiten gesla
gen. Vijftien mijnbeambten, die zich in de
mijn bevonden, gijzelden zij, waarna zij de
telefoonverbindingen met de buitenwereld
doorsneden.
Nadat vier en een half uur was onderhan
deld tusschen de tuchthuisbeambten en de
muiters, trachtten de gedetineerden plotse
ling, de door bewakers bezette lift op een
diepte van 250 meter te bestormen; zij wer
den echter met behulp van traangas terug
gedreven.
Nader seint men ons:
Deze muiterij neemt steeds ernsti
ger vormen aan.
De tuchthuis-beambten, die de
muiters met traangasbommen terug
drongen, hebben besloten de gevan
genen uit te laten hongeren. Zwaar
bewapende wachters zijn in de mijn
gegaan en hebben de liftkooien te
gen eventueele aanvallen in staat
van verdediging gebracht. De mui
ters hebben daarop in den laten na
middag de op 250 M. diepte gele
gen muilezelstal in brand gesto
ken. De bewakers hebben, toen zij
den brand bemerkten van de gebar-'
ricadeerde liftkooien uit van de
vuurwapens gebruik gemaakt. Het
staat nog niet vast of bij de gevech
ten onder den grond personen ge
dood of gewond zijn.
De burgemeester van Sartans (bij Dóme)
heeft een brief geschreven aan den Fran-
schen minister van Buitenlandsche Zaken,
waarin hij hem mededeelt, dat men zijn ge
meente gedurende de laatste halve eeuw ge
heel over het hoofd heeft gezien. In de afge
loopen vijftig jaar is het dorp door geen
enkele prefect, onder prefect of welke auto
riteit ook, bezocht Het 17e eeuwsche kerkje
is tot een ruïne vervallen. Het rijk heeft
slechts eenmaal een bijdrage toegestaan van
70 francs voor de plaatselijke brandspuit, die
in 1868 door een ingezetene werd ge
schonken.
I