KING Het daaghet iri Oss. ^Buitenland. PEPERMUNT Artikel van wachtmeester de Gier. TUBERCULOSE IN NED.-INDIE. Vragen van mevr. de Vries Bruins. TWEE OUDE GRANATEN GEVONDEN. Bij Maastricht. REEKS INBRAKEN OPGEHELDERD. Politie te Amersfoort arresteert vijf mannen en een vrouw. ERNSTIG MOTOR-ONGELUK. Een Alkmaarder het slachtoffer. DE „JUNO" VRIJGEGEVEN. Uit Japan vertrokken. INBRAAK TE STEENWIJK. TE HAASTIG NAAR HET STATION GELOOPEN. DE GEBREKKIGE VOEDING IN DE MOBILISATIEJAREN. VERDUISTERING DOOR EEN INSPECTEUR. Bij de commissie tot uitvoering van de Zuiderzeesteunwet aange houden. MACDONALD NIET NAAP. DE VEREENIGDE STATEN. ITALIË—ABESSIN IE. De „Giornale d'Italië gaat voort met anti-Abessinische artikelen. AANVULLING BRITSCHE REGEERING. Crookshank minister voor de mijnen. DE NIEUWE REGEERINO VAN TSJECHO-SLOWAKIJE. De regeeringsverkiaring van het nieuwe kabinet-Malypetr. MINDER PAPIER VOOR DE DAGBLADEN. Indien alle ouders hun kinderen als versnapering niets anders gaven dan dan zouden er minder kleine maagjes van streek en minder bleke gezicht jes zijn. Het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking TONNEMA C'E SNEEK SPOORWEGONGELUK IN STIERMARKEN. 65 GEWONDEN. TUCHTHUISOPROER IN KANSAS. Muiters iaten verhongeren. EEN DORP, DAT EEN HALVE EEUW IS VERGETEN. Vrouw van B.-van H. bekent de boerderij van haar vader in brand ie hebben gestoken; ook de Brommert bekent Naar wij vernemen, heeft de 26-jarige weduwe van B.van H. uit Oss, die door de Ossche gemeentepolitie was gearresteerd, verdacht van brandstichting en gistermorgen voor den officier van justitie te 's-Hertogen- bosch was geleid, bekend, dat zij den brand had gesticht. Het was opgevallen, dat het op 11 Mei in de boerderij van haar vader plot seling hevig brandde, toen zij die verlaten had en het was gebleken, dat zij vooraf eeni- ge kostbare voorwerpen, onder andere een radio-toestel, te gelde had gemaakt en later verklaarde, dat die voorwerpen waren- ver brand. Ook kleedingstukken, die als ver brand waren opgegeven, waren in veiligheid gebracht. De arrestatie heeft te Oss opzien gewekt, daar zij uit een fatsoenlijk gezin komt. Zij zegt, dat haar vader niets van de eigenlijke toedracht heeft geweten. Deze wordt intus- schen zeer gedupeerd, daar de ver zekering thans wel niets zal uitbe talen. Verder heeft de 30-jarige F. v. d. W., bij genaamd de Brommert, gisteren tenslotte be kend, dat hij tezamen met de neven G. en P. de B. den overval met berooving op den ouden v. d. B. te Veghel heeft gepleegd. Hij was in de marechaussee-kazerne aldaar opgesloten en zal nu naar 's-Hertogenbosch worden over gebracht. Het heeft opzien gewekt, dat hij een bekentenis heeft afgelegd, aangezien hij als verstokt misdadiger bekend was, vele ver oordeelingen achter den rug heeft, doch nog nooit bekende. Nader vernemen wij, dat P. de B. voor den substituut-officier van justitie mr. D-ubois in Den Bosch heeft verklaard, waar de kleeren waren geborgen die hij tijdens den overval óp zijn neef G. droeg en welke onvindbaar waren gebleven. De marechaussee te Oss heeft in de nabijheid van de ouderlijke wo ning van P. de B. geruimen tijd graafwerk verricht en een sloot uitgebaggerd, maar de kleeren zijn nog niet opgespoord. Het Juninummer van het Tijdschrift voor de Politie bevat een artikel van wachtmeester Ch. G. de Gier, dat hij in opdracht van den brigade-commandant van het tijdschrift op stelde. Het volgende is eraan ontleend: Van de elf jaren, die ik nu te Oss werkzaam ben, hebben speciaal de laatste jaren aan de aldaar gestationneerde brigade der Kon. Marechaussee veel moeilijkheden en talrijke teleurstellingen gebaard. De brigade omvatte voorheen vijf man en met tusschenpoozen vier en ook wel eens drie man. Als men weet, dat de bevolking nabij de 16.000 zielen telt en de gemeente Oss met haar honderden bin nenwegen en paden zeer uitgestrekt is, zal het duidelijk zijn, dat wij ons door onze ge ringe getalsterkte zoo goed als machteloos gevoelden en dat het geboefte, mede dienten gevolge, in staat was een ware terreur uit te oefenen. Dit waren pijnlijke toestanden. Eerst toen er herhaaldelijk roofovervallen en zelfs roofmoorden plaats vonden en hadden ge vonden, greep de overheid in en werd de reeds zoo lang verbeide versterking verkre gen. De brigade der Kon. Marechaussee werd nu op tien man gebracht, terwijl er tevens twee detachementen, ieder van vijf man, in de onmiddellijke nabijheid van Oss werden uit gezet. Onder leiding van opperwachtmeester Mintjes, geassisteerd door zijn oudste wacht meesters, die toen meer in het bijzonder met recherchewerk konden worden belast, werd er dag en nacht onafgebroken dienst gedaan. Niemand der dieven en inbrekers werd met rust gelaten: telkens, soms drie of vier malen per dag, werden de verdachte personen aan gehouden en gefouilleerd. Kort hierop volgde er een ware veldslag, ten woonhuize van De Bie, waar het geboefte zich ten getale van 30 man had verzameld en zich, toen het zich ontdekt zag, met geweld tegen ons keerde. Er vielen harde klappen, doch wij bleven het canaille de baas. Er wer den hierbij vijf dieven min of meer ernstig gewond. Dit miste zijn goede uitwerking niet. Ter wijl een zware surveillance werd onderhou den, werden door de wachtmeesters de stille kroegen meermalen daags op verschillende tijdstippen bezocht. Bij deze bezoeken tracht ten wij relaties aan te knoopen. Alhoewel dii vooral in den aanvang met groote moeilijk heden en ten koste van alle opofferingen gepaard ging omdat men in ons niet anders dan vijanden kon zien, gelukte het ons gelei delijk meer vasten voet te krijgen en leerde men ons beter kennen en begrijpen. Meer malen gebeurde het, dat wij uren stonden of lagen te luisteren naar de gesprekken, die door de dieven onder drinkgelagen in die stille kroegen werden gevoerd. Een enkelen keer boekten we dan een klein succesje, als wij blijk gaven gewapend te zijn met geheimen, welke hun (den dieven) naar zij meenden, alleen bekend konden zijn. Zoo moesten wij ons dikwijls aan een stroohalm vasthouden. Af en toe mocht het ons gelukken een klein tipje van een sluier op te lichten. Dagen achtereen waren wij vaste klant in die kroe gen, waarvan wij onderwijl de zekerheid had den gekregen, dat zij, indien dezelver bezoe kers wilden spreken, in onzen arbeid van veel nut zouden zijn. Hun, die ons inlichtin gen verstrekten, waren wij op onze beurt zoo veel mogelijk van dienst. Ook deze tactiek had succes. Men begon te begrijpen, dat wij, behalve de sterke arm, ook de helpende hand- waren. Zoo leerde men ons kennen en lang zamerhand vertrouwen. Onze aldus verworven „vrienden" werden door den zich belaagd voelenden vijand zeer wantrouwend aangezien en werden niet zel den als „verrader" bestempeld, met hfct ge volg, dat ook de andere partij dikwijls loslip pig werd en uit wraak de totnogtoe zoo zorg vuldig bewaarde geheimen aan ons ver- ldsptc. Zoo tobbende en vasthoudende, dag en nacht speurende en zoekende, kwamen wij streepje voor streepje verder. Wij leerden al dus deze aparte bevolkingsklasse kennen en begrijpen en ook haar nog goede eigenschap pen waardeeren. Teere punten werden niet dan met de noodige distinctie aangeroerd, be dacht als wij erop waren, dat het hier men- schen betrof, die op een uitzonderlijke wijze moesten worden tegemoet getreden. Wij zorg den er dan ook angstvallig voor, dat wij tegen hen geen hoogen toon aansloegen. Wel gingen wij met beslistheid te werk, doch nim mer waren we onbeleefd. Bovendien waakten wij er voor, dat onze begrippen van waarheid en eerlijkheid in geen opzicht in twijfel kon den worden getrokken. De ons opgelegde taak was zwaar, doch zij was gezien het resultaat de moeite dub bel en dwars waard. Dat wij geslaegd zijn, danken wij mede aan den steun, welke ons in zoo ruime mate door de justitie en onze chefs is verleend. Mevrouw de VriesBruins heeft aan den minister van koloniën de volgende vragen gesteld: Is het juist, dat door den gouverneur- generaal van Ned. Indië in zijn rede bij de opening van den Volkssraad, is mee gedeeld, dat uit een gehouden onderzoek zou zijn gebleken, dat de tuberculose zich in Ned. Indië meer en meer tot volksziekte ontwikkelt? Is de minister bereid, eenige nadere bijzonderheden over den gang van dit onderzoek en den omvang der ziekte mee te deelen? Wil de minister verder aangeven; welke maatregelen in de toekomst tegen deze ernstige volksziekte zullen worden genomen Vorige week zijn er in een terrein op het Wolderveld bij Maastricht, naar de L. K. meldt, twee granaten gevonden, die daar in den grond verstopt waren. Men heeft terstond den brigade commandant va', de Marechaussee te Wol der gewaar schuwd, die terstond zijn maatregelen nam. Vrijdagmiddag heeft men de beide gevaarlijke projectielen met medewer king van een deskundige van de Hem- brug tot ontploffing gebracht, in de buurt van de vindplaats, waar zij een groot gat in den bodem slóegen. De beide granaten zijn vermoedelijk door iemand in den grond verstopt, die wel gaarne de hulzen bij wijze van her innering wilde hebben, doch er geen weg mee wist, wijl de projectielen nog gela den waren. Vermoedelijk heeft dit ver bergen een jaar of vijftien geleden plaats gevaar gevormd voor iederen landbou- gehad. Al dien tijd lang hebben zij een wer die het betreffende terrein bewerkte. De granaten lagen niet erg diep onder den grond, doch gelukkig een tikje die per, dan waartoe ploegtanden plegen te komen. Zouden zij anders geraakt zijn door de tanden van een ploeg, die op het veld gebruikt werd, dan was er hon derd tegen een een ontploffing gevolgd met heel den gruwel ijken nasleep Hoe oud de granaten ook waren, zij waren aan den buitenkant zeer beroest, toch is hun uitwerking geweest, alsof zij pas van de fabriek kwamen. De scher ven, die men ervan vond, bleken aan den binnenkant volmaakt onbesmet te zijn. Bij de ontploffing hadden de mare chaussees maatregelen genomen voor de veiligheid en het terrein op voldoenden afstand afgezet. Den laatsten tijd hadden te Amersfoort verschillende inbraken, en pogingen tot in braak plaats, o.a. aan de Noack-fabriek aan den Soesterweg, inbraak met diefstal in den Unie-winkel in de Langestraat, tweemaal een poging tot inbraak bij de firma Dicker- mann in de Langestraat, diefstal en inbraak bij den kruidenier Hofland in de H. van Viandenstraat, een poging tot inbraak bij de drukkerij Kramer in de Langestraat en bij mr. L. Stadig aan den Arnhemsche weg be nevens een drietal inbraken, in scholen, wel ke er vermoedelijk thans nog buiten staan. Van den eersten dag af had de recherche reds eenige verdachten op het oog. Het be wijsmateriaal was echter niet voldoende om in te grijpen. Er werd een net gespannen, hetwelk met den dag werd aangehaald met het gevolg, dat Dinsdagmiddag op last van den commissaris van politie tot arrestatie kon worden overgegaan. De slag was raak. Aangehouden werden de dader van de inbraak bij Noack, de da ders van die ij de fa. Hofland en verder twee mannelijke en een vrouwelijke medeplichti gen. Reeds twee van de arrestanten hebben een volledige bekentenis afgelegd. Verwacht wordt, dat er nog meer arrestaties zullen plaats vinden. Gistermorgen is op de Nassaukade te Amsterdam een motorrijder, die eenigen tijd achter een drietal auto's had gereden, en passeeren wilde, in botsing gekomen met een bakfiets die juist op dat moment den weg overstak. De motrrijder kwam te vallen en verloor het bewustzijn. De geneeskundige dienst heeft hem met een zware hersen schudding, een schedelbreuk en een gebro ken arm naar het Wilhelminagasthuis ver voerd. Nader vernemen wij dat het slachtoffer is de heer J. Krijgs man, voormalig voorzitter van den Bond van soc.-dem. studentenclubs, thans tijdelijk propagandist van de S.D.A.P. met standplaats te A1 k- maar, Blijkens een van Hr. Ms. gezant te Tokio ontvangen telegram, luidt het vonnis tegen den gezagvoerder van de tankboot Juno, wegens het bevaren van verboden wateren, 500 yen boete. Het schip is onder bevel van den gezag voerder Maandag vertrokken. In den nacht van Maandag op Dinsdag is ingebroken in de Chr. Coöp. Bakkerij de Eendracht te Steenwijk. De brandkast was geopend. Een bedrag van 700 wordt ver mist. De marechaussee stelt een onderzoek in. De ongeveer 60-jarige inspecteur van de Levensverzekeringmaatschappij 's-Gravenhage te Groningen, de heer W. H. begaf zich Dinsdagavond wat haastig naar het station te Veendam om den trein naar Groningen te kunnen halen. Bij het stationsgebouw viel hij neer en bleek aan hartverlamming te zijn over leden. Van de 565 ingeschrevenen voor de lich ting 1936 te Apeldoorn zijn er 193 afge keurd. Volgens den dienstdoenden genees heer waren de gevolgen van de gebrekkige voeding in de mobilisatie-jaren voor de meesten de reden, dat zij ongeschikt voor het vervullen van den dienstplicht werden geacht. De recherche te Haarlem heeft aangehou den een 36-jarigen ontslagen inspecteur bij de commissie tot uitvoering van de Zuider zeesteunwet, wonende te Haarlem, die zich ten nadeele van een schipper te Edam heeft schuldig gemaakt aan verduistering van duizend gulden. De man die te Edam, Vo- lendam en omstreken zeer goed bekend was, trad op als raadsman van de schippers. Zij hadden het grootste vertrouwen in hem. Zijn adviezen betroffen voornamelijk gereed schappen en vaartuigen der schippers. Zoo bewoog hij velen hun oude houten schepen in te ruilen voor solide ijzeren vaartuigen, die in de toekomst door de regeering gele verd zouden worden. In November 1933 bewoog hij een schip per, zijn opgespaarde geld van duizend gul den bij hem in bewaring te geven, daar dit dan voordeel zou opleveren. De schipper wilde het eerst nog eens in beraad houden, doch hij bracht tenslotte het geld bij ver dachte. Het gevolg was, dat het geheele be drag verboemeld werd. Toen de man door de politie werd aange houden verklaarde hij onwel te zijn. Een ge neesheer onderzocht hem en verklaarde dat hij aan een ernstige hartkwaal leed. Hij heeft inmiddels alles bekend en is in bewa- ring gesteld. Naar Press Association verneemt is het be richt, volgens hetwelk de Britsche regeering voornemens zou zijn MacDonald binnenkort met een diplomatieke zending naar de Ver- eenigde Staten af te vaardigen, niet juist. De Giornale d'Italia zet zijn artikelenreeks voort, waarin het blad tracht aan te toonen, welke vijandige houding Abessinië tegenover Italië heeft aangenomen in de afgeloopen tien jaar. In zijn editie van gister doet het blad uitkomen, dat Abesinië steeds de deur heeft gesloten gehouden voor Italiaansche economi sche belangen en initiatieven. Zoo werd de eenheidsdouane, die door Italië gevraagd was op grond van de conventie van 1906 eerst in 1919 toegekend, de concessie voor de spoorlijn Sethit Gondar, aangevraagd in 1906, 1913, 1915 en 1917 is nooit gegeven, het in 1911 door den Italiaanschen consul te Gondar onderteekende contract inzake huur van landbouw- en in dustrieterreinen wacht nog heden op ratificatie van Addis Abeba, de in 1915 gevraagde mach tiging voor inrichting van vrije entrepots te Gondar, Adoea en Dessie is steeds geweigerd, de aankoop door Italië van 10.000 runderen met een voorafbetaling van 40.000 daalders is niet ten uitvoer gelegd tengevolge van het plotselinge besluit van de Abessijnsche regee ring den uitvoer te niet te doen en slechts na lange onderhandelingen ontving Italië 200 run deren. Ondanks de hartelijke ontvangst van Ras Tafari te Rome in 1924 en ondanks de orderteekening van het vriendschapsverdrag en de overeenkomst van 1928 aldus gaat het blad voort is de vijandige houding van Abessinië ten opzichte van Italië vrijwel niet veranderd. In dit verband acht het blad de ge schiedenis van den weg van Assab naar Des sie, welke Arythrea en Abessinië zou moeten ve.binden en den goederenruil had moeten be vorderen tusschen de beide landen. De regee ring van Addis Abeba heeft niet alleen steeds geweigerd den weg aan te leggen, maar boven dien nog de soevereiniteit opgeëischt over ze kere gebieden, die onder Italië behoorden. Wel werd een concessie gegeven aan de Motor Transport Company voor een spoorweg van Gamela naar Baro en werd aan een Londen- sche maatschappij de exploitatie gegund van de goud- en platinamijnen in de streek van Bir Bir. Dat alles, zoo concludeert de Giornale d'Italia, bewijst de vijandige houding ten op zichte van Italië, welke houding nog aange moedigd is door een te beminnelijk en duld- zaam optreden van Italië. Tevens blijkt hieruit e:i plan, dat zou hebben moeten uitloopen op oorlog, invasie en rooftochten van Abessinië in de Italiaansche koloniën. De aanvullende benoemingen voor de nieuwe regeering-Baldwin zijn gisteravond officieel bekend gemaakt. Het betreft hier de bezetting der posten van ministers, die geen kabinets rang hebben, alsmede om de benoeming van eenige staatssecretarissen. In totaal hebben negen benoemingen plaats gehad. Acht der nieuwe functionnarissen behooren tot de con servatieve partij, terwijl de negende Labourlid is. Tot minister voor de mijnen is benoemd de conservatieve afgevaardigde Crookshank, tot minister voor de pensioenen de conversatieve afgevaardigde Robert Spear Hudson. Onder staatssecretaris in het Home Office is de con servatief Wallace, parlementair secretaris in het ministerie van arbeid de conversatief Muirhead, parlementair onderstaatssecretaris in het ministerie voor de dominions de conser vatieve afgevaardigde Lord Stanley, parlemen tair en financieel secretaris der admiraliteit de conservatief Warrender en lord-civiel der ad miraliteit de Labourman Lindsay. De regeeringsverkiaring, die minister-pre sident Malypetr gister na de constitueering van de nieuw gekozen nationale vergadering in de beide huizen heeft doen hooren, stelt het feit in het licht, dat de verkiezingen voor de nieuwe nationale vergadering in volko men rust verloopen zijn, hetgeen beschouwd moet worden als een bewijs, dat de demo cratische bases der republiek, goed en on wrikbaar zijn. Vervolgens wijst de regee- ringsverklaring erop, dat de groote meerder heid van het Tsjecho-Slowaaksche volk zich heeft uitgesproken vóór de tot dusverre ge voerde coalitiepolitiek. Daarna zet de regee- ringsverklaring het program der nieuwe re geering uiteen. De regeering zal consequent vasthouden aan de tot dusverre gevoerde po litiek van de nationaal-Tsjechische en staat kundige eenheid, en op de basis der geldende wetten de decentralisatie van het bestuur voortzetten volgens de practische behoeften. De veiligste garantie voor een vruchtbare ontwikkeling der Republiek ziet de regeering in het werk voor den binnenlandschen vrede en voor de wederziidsche samenwerking van alle lagen der bevolking. Wat de buitenlandsche politiek betreft, zal de regeering de tot dusverre gevolgde richt lijnen handhaven. De op het volkenbonds handvest gebaseerde principes, de achting der internationale verdragen en het streven naar versterking, behoud of opbouw van be trekking van goede nabuurschap en vriend schap met alle nabuurlanden in het belang van het behouu en versterking van den Eu- ropeeschen en den wereldvrede, dit alles vormt de basis waarop de geheele constructie van de Tsjecho-Slowaaksche buitenlandsche politiek staat en zal staan. In dezen geest moeten ook de bondgenootschappelijke be trekkingen van Tsjecho-Slowakije met Frank rijk en de staten der Kleine Entente worden begrepen, welke sedert lange jaren de pijlers vormen van deze constructie en die door niets geschokt ook in de toekomst zullen blij ven. Het door de Tsjecho-Slowaaksche buiten landsche politiek, in overeenstemming met Frankrijk en de Kleine Entente maar ook in overeenstemming met Engeland, Italië en de Sowjet-Unie, benevens nog eenige andere staten nagestreefde doel van verwerkelij king van het Oost- en Midden-Europeesche pact, zal verder worden nagestreefd. Het is te hopen, dat Tsjecho-Slowakije op dezen weg zal komen tot een definitieve vriend schappelijke verhouding tot Polen en tot een goede op duurzamen vrede en duurzame samenwerking gebaseerde verhouding tot zijn grooten nabuur. Duitschland. „Onze politiek is een politiek des vredes", aldus gaat de regeeringsverkiaring verder", en zal een politiek des vredes blijven. Wij weten echter, dat behalve de vredespolitiek, die wij principieel en consequent verdedigen, het ook noodig is, dat wij voorbereid zijn op slechte tijden en in staat zijn onzen staat te verdedigen". Uitvoerig bespreekt vervolgens de regee ringsverkiaring den economischen toestand des lands en wijst erop, dat de in 1934 inge voerde devaluatie van de Tsjecho-Slowaak sche kroon, een verzachting gebracht heeft van de talrijke moeilijkheden, waarmede de Tsjecho-Slowaaksche exporteurs, voordien te kampen hadden tegenover hun buitenland sche concurrenten. Tenslotte legt de regeeringsverkiaring den nadruk op de noodzakelijkheid van steun voor de werkloozen, vooral in de grensge bieden, op de regeling van de deviezenvoor- schriften, de noodzakelijkheid van het nemen van maatregelen ter verzachting van den toe stand van den in schulden zittenden land bouw, maatregelen ter instelling van een veemonopolie, inrichting van een studie commissie van deskundigen, theoretici en practici, die de regeering rapport moeten uitbrengen over middelen ter verbetering van de economische toestanden en wijst tenslotte op de noodzakelijkheid der eerstvolgende be grooting in evenwicht te houden. Gasteren is een verordening van kracht ge worden, volgens welke alle Italiaansche dag bladen niet meer dan eens per week mogen uitkomen met een nummer van tien bladzijden. Voor twee dagen in de week moeten zij zich beperken tot een nummer van zes bladzijden, voor de overige dagen tot een nummer van zes bladzijden, voor de overige dagen tot een nummer van acht bladzijden. Deze maatregel wordt gemotiveerd met de verklaring, dat Italië jaarlijks een bedrag van ongeveer 150 millioen lire uitgeeft voor het betrekken van cellulose uit het buitenland. In het station Bruck aan de Mur (Stiermarken), waarvan de rails naar aanleiding van het gereedma ken van de nieuwe brug over de Mur verlegd worden, is gistermid dag een ernstig ongeluk gebeurd. Een personentrein geraakte in bot sing met een sneltrein, die reeds op hetzelfde spoor gerèden was. 65 7 passagiers van beide sneltreinen werden volgens een mededeeling van de directie der Oostenrijksche bondsspoorwegen licht gewond. Het verkeer ondervond slechts weinig vertraging. Dwangarbeiders bezetten een mijn. Bijna 400 gedetineerden van 't tuchthuis te Lansing in den staat Kansas (Am.), die te werk gesteld zijn in een kolenmijn, zijn gistermorgen, kort voordat zij zouden afda len in de schachten, aan het muiten gesla gen. Vijftien mijnbeambten, die zich in de mijn bevonden, gijzelden zij, waarna zij de telefoonverbindingen met de buitenwereld doorsneden. Nadat vier en een half uur was onderhan deld tusschen de tuchthuisbeambten en de muiters, trachtten de gedetineerden plotse ling, de door bewakers bezette lift op een diepte van 250 meter te bestormen; zij wer den echter met behulp van traangas terug gedreven. Nader seint men ons: Deze muiterij neemt steeds ernsti ger vormen aan. De tuchthuis-beambten, die de muiters met traangasbommen terug drongen, hebben besloten de gevan genen uit te laten hongeren. Zwaar bewapende wachters zijn in de mijn gegaan en hebben de liftkooien te gen eventueele aanvallen in staat van verdediging gebracht. De mui ters hebben daarop in den laten na middag de op 250 M. diepte gele gen muilezelstal in brand gesto ken. De bewakers hebben, toen zij den brand bemerkten van de gebar-' ricadeerde liftkooien uit van de vuurwapens gebruik gemaakt. Het staat nog niet vast of bij de gevech ten onder den grond personen ge dood of gewond zijn. De burgemeester van Sartans (bij Dóme) heeft een brief geschreven aan den Fran- schen minister van Buitenlandsche Zaken, waarin hij hem mededeelt, dat men zijn ge meente gedurende de laatste halve eeuw ge heel over het hoofd heeft gezien. In de afge loopen vijftig jaar is het dorp door geen enkele prefect, onder prefect of welke auto riteit ook, bezocht Het 17e eeuwsche kerkje is tot een ruïne vervallen. Het rijk heeft slechts eenmaal een bijdrage toegestaan van 70 francs voor de plaatselijke brandspuit, die in 1868 door een ingezetene werd ge schonken. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8