jBitutettiaHd SeuiMeton EVAARLIJK SPEL Harrar, een niet speciiek Ethiopisch maar niettemin aan de Negus getrouw gebied, waar hij in geen geval door de bevolking zou worden gesteund. Men stelle zich voor een vulkanisch rots massief, woest en verlaten, boven op den berg Garamulata, die een hoogte heeft van drie duizend' meter. Op den top van die bergrots was een enor me vesting gebouwd van hout en ijzer, afge dekt met een dikke laag roode klei. Een soort ophaalbrug maakte het den bewakers moge lijk met de buitenwereld in verbinding te treden. In deze vesting verbleef Ligg Yasu tot aan zijn dood en hoogstwaarschijnlijk is zijn stoffelijk overschot ook daar thans bijv gezet. Ligg Yasu wist, dat hij nooit uit dezen kerker zou kunnen ontvluchten. Door het toedienen van verdoovende middelen had men zijn wilskracht geheel verzwakt. On danks den miserabelen toestand van licha melijke en moreele decadentie, waarin zich Ligg Yasu bevond, had hij niettemin van tijd tot tijd luciede oogenblikken. De geruchten over een aanstaanden oorlog tusschen Italië en Abessynië achijnen op een goeden dag zelfs tot zijn triest verblijf te zijn doorgedrongen. Een of andere bedouine heeft hem in een in Dankalisch dialect gezongen lied! het voor hem hoopvolle bericht medegedeeld, 's Ande ren daags was de bedouine verdNvenen en de bewakers constateerden vol angst en ver bazing, dat ondanks de strenge bewaking hun gevangene van den internationalen toe stand vrij goed op de hoogte was. Korten tijd daarna maakte een onverklaar bare ziekte, zoo besluit de Monfreid zijn op zienbarend verhaal, aan het leven van den „onttroonden negus" een einde. Sinds dien dag is de ophaalbrug niet meer neergelaten en de bewakers zijn thans op hun beurt de gevangenen van het schrikbarend geheim. TWEEMAAL TER DOOD VEROORDEELD. In October van het vorige jaar hadden de arbeider J. W. Büttener uit Perleberg en zijn vrouw besloten zelfmoord te plegen. Zij had den, voordat zij de hand aan zichzelf sloe gen, hun twee kinderen gedood. Daarop heeft de man zijn vrouw met messteken om het leven gebracht, doch hij miste den moed zelfmoord te plegen en nam de vlucht Wegens moord is hij op IQ Mei te Neu Rup- pin tweemaal ter dood veroordeeld. Gisteren heeft het rijksgerecht zijn beroep in cassatie tegen dit vonnis, dat thans rechtskracht heeft gekregen, verworpen. HET CONORES DER NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL. Ontvangst der congressisten. Aan den vooravond van het congres, dat op 27, 28 en 29 Juni te Groningen zal wor den gehouden in verband met de 158 jaar vergadering van de Nederlandsche Maat schappij voor Nijverheid en Handel, kwamen de deelnemers gisteravond in restaurant Roche bijeen. De voorzitter van het ontvan- Send departement, de heer T. Niemeyer, eette het hoofdbestuur hartelijk welkom alsmede de donateurs, afgevaardigden en leden van de Maatschappij. Hij gat daarna een overzicht van de moeilijkhed DE DUCE DORSCHT. Begeleid door den minister van landbouw, Rossonl, den minister van pers en propagan da, Ciano, den partijsecretaris Starace, en verschillende onder-sécretarissen, heeft Mus- solinl gisteren den eersten steen gelegd van een groot bouwwerk, dat de grootste suiker fabriek in Europa zal worden. Vervolgens heeft Mussolini de revue gepasseerd Van vrijwillige zwarthemden, die naar Afrika zullen gaan, waarna hi] zich naar de boer derij in Littoria begaf, waar men bezig was giaan te dorschen. Hij trok zijn jasje uit en stapte op een landbouwmachine, Waar hij boeren bij hun werk hielp om daarna met hen tezamen den landelijken maaltijd te ge bruiken, tijdens de welke hij zich over alle mogelijke levensomstandigheden van de ar beiders en boeren liet voorlichten. Van hier begaf hij zich naar een andere gemeente. Pontlnla, zelf 2ijn auto besturende, waar hij hartelijk ontvangen werd, door allen, die in het in aanbouw zijnde plaatsje aanwezig waren. De duce nam nog deel aan verschil lende dorsch-werkzaamheden op verscheide ne plaatsen, waarbij hij zelfs stond te dor schen. Dit alles wekte der de bevolking. een overzicht van de moeilijkheden, waarmee de Noordelijke gewesten hadden te kampen in de tegenwoordige economiache toestanden en welke middelen noodig waren om daarin een gunstige wending te brengen. Spr. eindigde, ae hoop uitsprekend, dat de samenkomst van de volgende dagen vruchtbaar mocht zijn en dat deze zou bijdragen tot de bevordering der doelstelling der maatschappij. Ir. A. Plate, uit Rotterdam, algemeen voorzitter der maatschappij, betuigde zijn erkentelijkheid voor het vele voorbereiding»- werk, dat het departement Groningen in ver band met het congres had gedaan, Spr. vond het prettig in deze moeilijke tijden in Gronin- en samen te komen, omdat de bevolking van deze plaats gekenmerkt wordt, door twee specifieke eigenschappen, n.1. ernst en blijd schap. Spr. betwijfelt er niet aan of de besprekin gen zullen onder deze omstandigheden aan genaam zijn. De deelnemers ten getale van Lm. 150, waaronder oud-minister Posthuma egaven zich daarna naar het gemeentehuis, waar zij officieel door het college van B. en W., dat voltallig aanwezig was, werden ont vangen. Burgemeester P. W. J. H, Cort van der Linden, zelf lid van de Maatschappij, heette de afgevaardigden hartelijk welkom in deze stad. Ir. Plate dankte den burgemeester voor diens hartelijka woorden. De heer Sala, kunsthandelaar te Den Haag, had het Hoofdbestuur een klein schil derij van den Groningschen schilder H. Lofvers ter beschikking gesteld, met de be doeling deze aan het gemeentebestuur van Groningen aan te bieden. De voorzitter van het Departement Den Haag, de heer J. M Steffelaar achtte het een voorrecht de erken- ERNSTIG VERKEERSONOELUK- Gistermiddag is in Vohwinkel bij Duitsch- land een tram in botsing gekomen met een vrachtauto, Een lantaarnpaal werd vernield; terwijl de vrachtauto in brand vloog, tengevolge waarvan het gas dat uit den kapotten lan tarenpaal vloeide eveneens ging branden. Het gelukte een der twee personen die zich op den vrachtauto bevonden, eraf te springen, de tweede werd door de met ra zende snelheid om zich heen grijpende vlam men gevat en verbrandde levend. De vracht wagen verbrandde geheel. De passagiers van de tram bekwamen geen letsel. telijkheid van de Maatschappij voor de harte lijke ontvangst te mogen uitdrukken in het aanbieden van dit, inliet jaar 1790 vervaar digde schilderij, be burgemeester dankte voor het aardige huldeblijk, doch merkte op, dat voor het aannemen van geschenken door het gemeentebestuur goedkeuring van Ged. Staten moest worden gevraagd, hetgeen hij ten spoedigste zou doen (vroolljkheid). De aanwezigen begaven zich daarna naar het Stadspark. Heden en morgen wordt de Algemeene Vergadering gehouden. Openeningsrede van den voorzit ter der Maatschappij, ir. A. Plate. Wie Zich rekenschap er Van geeft, hoe in de periode van nauwelijks een menschenleef- tijd, de opvattingen ten aanzien van de betee kenis van den arbeid zich hebben gewijzigd en vooral thana zich wijzigen, komt tot ver rassende resultaten aldus vangt spr. zijn ïede aan. „In de 19e eeuw gold de menschelijke ar beid uitsluitend als koopkracht. In bijna elk leerboek uit de economie van die dagen kan men de stelling, dat hij die werkt, zijn koop waar aan de markt brengt, verdedigd zien en die stelling was bij dé opvattingen en de kennis van die dagen, Vólkomen juist. Maar het leven is nu eenmaal sterker dail de leer. Arbeid wordt, in dê jaren na den oorlog kwam dit sterk uit, als een noodzakelijk kwaad gevoeld, meer niet. Waar oorspronke lijk de Strijd tegen een te langen arbeidsduur gevoerd werd om den arbeider te beschermen tegen te strenge toepassing van zuiver eco nomische regelen, klonk na den oorlog, snel, onder de psychose van dien tijd, de leus van den acht-urigen arbeidsdag, alom en zonder onderscheid van aard van werk. Heftig, maar snel, brak de beweging baan. Van vreugde van den arbeid was geen sprake. Integendeel, ook de acht uur werd in de jaren, die niet ver achter ons liggen, als een noodzakelijk kwaad gevoeld en niet lang was men op de 48 uur per week ingesteld of stemmen klonken om den zes-tirigen werk dag als ideaal uit te rbepen. De tijden, waar in niet gewerkt behoeft te worden, worden als de belangrijkste beschouwd. De vacantiegc- woonte en zelfs het vacantierecht begint zich bii alle klassen der bevolking sterk te ont wikkelen. Zoo was het en zoo is het feitelijk in Holland nog. Het is deze sfeer, welke schadelijk wenkt cn welker gezondmaking ik van minstens even groote waarde acht als de economische aan passing in ons volk, waarmede we zoo bezig zijn. Er is niets, dat den menschen licht brengt, Er is niets, behalve het geldelijk loon, dat hen dagelijks prikkelt, om een ondernomen arbeid, hoe bescheiden ook, als belangrijk te zien. Arbeid wordt nog in hoofdzaak als koopwaar beschouwd". Spr. geeft hier eenige voorbeelden van, waarna hij vervolgt: „Terwijl toch deze tijd meer dan ooit er een is van wijziging en hervorming, van tast naar nieuwe toestanden, kortom van een be wegelijk, van een dynamisch maatschappe lijk leven, hoort men nog steeds van denk beelden, welke een precies tegenovergestelde zienswijze verraden. Verlossing van te knellende bepalingen van den arbeid is voor West-Europa, voor Nederland, een levenskwestie.'' Zeer belangrijk voor Nederland's toekomst is, dat vermindering van werkloosheid wordt verkregen en dat vooral de arbeid, zelfs slecht betaalde arbeid, nog met geestdrift wordt ondernomen zoo besluit spr. Rede prof. ir. J. Klopper, lid van den Raad van Beheer der Neder- landsch-Indische Spoorwegmaat schappij. Spr. begint zijn rede met te herinneren aan het gebrek aan belangstelling in en aan ken nis van Indië in vele kringen in Nederland Met voldoening constateerde hij, dat ver schillende groote bladen de laatste jaren goed-verzorgde Indische rubrieken hebben. Komende tot het economische leven, zegt spr.; „De terugval in het economische leven maakte voor Indië een einde aan den vlotten afzet van zijn tot groote hoogte opgevoerde Sroductie, en bracht voor Nederland het ver- és van zijn Indische winsten en een sterke vermindering van zijn op Indië gerichte be drijvigheid. Teleurgesteld ie Indië dat zelf zich met groote voortvarendheid heeft aangepast door de langzaamheid, waarmede de aan passing hier te lande wordt doorgevoerd. Het aandeel van Nederland in het Indische bedrijfsleven is zoo groot, dat de behartiging der belangen van dat bedrijfsleven een ge wichtig Nederlandsch belang is. Samen moeten.Nederland en Indië de nieuwe donkere toekomst in..Niet in dien zin, dat zou moeten worden gestreefd haar een soort van Indisch-Nederlandsche autarkie daarvoor zijn de producties van Neder land en Indië te weinig eikaars complement Maar samen in deze zin, dat de gezamenlijke hulpbronnen zoo goed mogelijk worden dienstbaar gemaakt aan het gezamenlijke bestaan. Dat zal moeilijk zijn, maar wij mogen niet stilzitten en Nederland moet daarbij de leiding houden. Indië wacht op het begin van Verbetering der economische verhoudingen ook bij een slechts gedeeltelijk herstel der vroegere wereldwelvaart zal het krachtig herleven, wat dedelijk aan Nederland ten goede zal komen. In afwachting van dat begin zoekt het ver lichting van zijn nood in industrialisatie. Bij de industrialisatie van Indië heeft onze industrie een bijzondere kans. Onze industrie moet zaken naar mogelijkheden voor haar bedrijven hier nieuwe producten, nieuwe grondstoffen. De toekomst tselt hoog eischen aan het Nederlandsche bedrijfsleven, en Nederland zal alle zeilen moeten bijzetten om aan die eischen te'voldoen. Een machtig hulpmiddel daarbij is het onderwijs, met name ook het er- en het vakonderwijs, s'a er op gewezen te hebben, dat Indië voor zijn bestuurstaak ook in de toekomst op Nederland rekent, eindigde spr. zijn rede. VEREENIGING VOOR NEDER LANDSCHE GEMEENTEN. Bijeenkomst te Noordwijk, Begunstigd door buitengewoon mooi zo merweer kwamen gisteren in het Casino van de Noordwijksche Sportvereniging te Noord- wijk de Vereeniging van Nederlandsche ge- meentten bijeen, waaraan door vertegenwoor digers van ruim 390 leden werd deelge- nomen. Van twee tot vier uur vond een huishoude lijke vergadering plaats onder leiding van mr. P. Droogleever Fortuyn, burgemeester van Rotterdam. Om vijf uur werd de vereni ging officieel ontvangen door het gemeente bestuur van Noordwijk in het Palashotel, al waar de burgemeester van Noordwijk er op wees, dat tot nu toe steeds in groote steden vergaderd was, maar dat ditmaal een platte land-gemeente was uitgekozen. Verder wees hij op de enorme toename van bemoeienissen, welke aan de gemeentebestu ren zijn opgedragen, waardoor een vereeni ging van Nederlandsche gemeenten meer dan ooit van groote beteekenis wordt. Als antwoord op deze rede dankte mr. Droogleever Fortuyn voor de schitterende ontvangst te Noordwijk. Spr. hoopte, dat Noordwijk onder leiding van haar bekwamen burgemeester een schoone toekomst tegemoet gaat. Heden zal wederom een vergadering plaats vinden, Na afloop daarvan zal een rond vaart worden gemaakt over de Kager- en Braassemermeren en de congressisten door het gemeentebetsuur van Warmond zullen worden ontvangen. OP BEVEL PLAKATEN VAN DE COMMUNISTEN ER AF KRABBEN? Vragen aan de ministers. Het communistische Tweede Kamerlid, de heer Schaiker, heeft aan de ministers van binnenlandsche zaken en van sociale zaken de volgende vragen gesteld: 1Is het aan ae regeering bekend, dat tij dens de te Peize (Drentel gehouden stem ffllng voor het kiezen van leden van den ge meenteraad, op Woensdag 19 Juni j.1. de voorzitter van het hoofd-stembureau aldaar in dit stembureau en ten aanhoore van meer dere kiezers, die nog van hun stemrecht ge bruik moesten maken, zich richtte tot den kiezer J. Koning alvorens aan dezen kie zer een stembiljet te hebben uitgereikt met de volgende woorden: „Heb jij iets om han den vandaag?'' en op het ontkennend ant woord van Koning, daaraan toevoegde; „Nu dan ga jij vandaag maar eens met den ge meenteveldwachter alle plakaten van de com munisten er af krabben"? 2. Is het aan de regeering verder bekend, dat toen bovenbedoelde kiezer J. Koning daarop dezen voorzitter erop wees, dat het naar zijn meening in twijfel getrokken moest worden, of op dat oogenblik en in de functie die hij toen vervulde, deze voorzitter wel de bevoegdheid had een dergelijke opdracht te geven, de voorzitter vart het hoofdstembureau daarop antwoordde: „ook goed, dan ben jij vanaf heden uit den steun gesloten" en dat deze bedreiging ook werkelijk is doorge voerd? 4. Is de regeering verder bereid maat- regelêh te doen treffen, opdat bedoelde J Koning weer in den steun wordt opgenomen en voor den tijd, waarin hij was uitgesloten, schadeloos wordt gesteld? Oewezen sergeant in dienst ge houden? Het Tweede Kamerlid de heer K. ter Laan heeft aan den minister van defensie de vol gende vragen gesteld: 1Is het waar, dat de commandant van het regiment kustartillerie heeft verklaard prijs te stellen op het tn diénst blijven van een ge* wezen sergeant, ofschoon deze door den Krijgsraad veroordeeld werd wegens diefstal of verduistering van een aantal kaarten en andere militaire voorwerpen, die hij had weg genomen ten deele om de fascistische be weging te steunen? BOND VAN JONGE LIBERALEN. Twee landdagen. De zomeractie van den Bond van Jonge Liberalen wordt Zondag 30 Juni voortgezt. Op dien dag zullen er twee landdagen ge houden worden. In Appelscha verzamelt zich het jonge- liberale Noorden. Als sprekers zullen optre den ir. B. W. Haiveman en H. A. Korthals, beiden hoofdbestuursleden van genoemden Bond. In Arnhem komen de oostelijke afdeelingen tezamen. In de bosschen wordt een open- luchtaameukomst gehouden, waar des mor gens tien-minuten-speeches door verschillen de afdeelingsbestuursleden gehouden wor den en des middags het woord gevoerd wordt door den heer J. L. Verhagen, vice- voorzitter van den Bond van Jonge Libera len, en den heer J. Breedvelt, bestuurslid van het Jong-Liberaal Propaganda-fonds. Van 2029 Juli wordt door den Bond van Jonge Liberalen een zomerkamp geor ganiseerd op het landgoed Molecaten bij; Hattem. Het is het vierde kamp, dat door den Bond georganiseerd wordt. De leiding zal1 berusten bij mr. A. B. Adrian uit Utrecht en diens echtgenoote. NATIONAAL HULDEBLIJK VOOR DE BEMANNING VAN HR. MS. K XVIII Heel Nederland doet mee. Ook de „stille" bewonderaars. Als over enkele weken de vermaarde werelreis van Hr. Ms. K XVIII in dienst van de wetenschap ten einde is, dan is aan de geschiedenis van ons volk weer een schoone bladzijde toegevoegd. De wakkere beman ning die deze bijzondere reis volbracht, deed haar plicht en bewees met deze plichtsver vulling ons land en ons volk belangrijke diensten. Weet het Nederlandsche volk dit op juiste wijze te waardeeren? Ongetwijfeld wel! De ervaring leerde ook, dat de overgroote meerderheid van ons volk „stille" bewonderaars zijn. „Wij Nederlan ders komen niet gauw uit de plooi" is er wel eens beweerd. Dat ook het tegendeel waar kan zijn, zal de daadwerkelijke belangstelling voor de K XVIII bewijzen. Nog enkele dagen en de K XVIII begint aan de laatste trip naar Soerabaja. Alle „stille" bewonderaars moeten dus spoedig uit de plooi komen. Toont üw daad werkelijke belangstelling. Werkt mee aan de samenstelling van een nationaal huldeblijk, dat van het geheele Nederlandsche volk af komstig moet zijn. Zendt daarom vandaag nog uw bijdrage naar het Comité „Onze Marine" gironum mer 42883 Den Helder (Postbus 6) onder vermelding: „Voor Nationaal Huldeblijk K XVIIK NOODLOTTIO KERSEN-ETEN. Vruchten waren met middel tegen insecten bespoten. Het vijfjarig zoontje van den landbouwer Th. Salet te Leeuwen-Boven bij Nijmegen, is onder tragische omstandigheden óm het le ven gekomen. Het knaapje was in een boom gaard kersen en bessen aan het éten. Hij plukte de vruchten van de boomen en de struiken en at ze zonder ze te reinigen op. Toen hij zich een poosje daarna naar huis begaf, werd hij ongesteld, De jongen kreeg hevige pijnen en direct moest geneeskundige hulp wonden ingeroepen. Kort daarna is hij overleden. De geneesheer constateerde, dat hij vergiftigd was. Bij onderzoek bleek, dat de vruchtboomen en bessenstruiken in den boomgaard, waar de jongen vertoefd had, eenige dagen te voren waren bespoten met een middel tot verdelging van schadelijke insecten. MILICIEN VERDRONKEN. In het Wilhelminakaiiaal onder de ge meente Oosterhout waren gisteren eenige dienstplichtigen van het tweede halfregi- ment huzaren uit Breda aan het zwemmen^ Op e engegeven oogenblik verdween de 21- .arige H. A. Ramaekers uit Roermond in de diepte. Zijn kameraden Stelden oogenblik- keiijk alles in het werk om Ramaekers boven te brengen. Langen tijd slaagde men hier niet in, doch ten slotte wist men hem in be- wusteloozen toestand aan wal te brengen. angdurig werd kunstmatige ademhaling toegepast. De levensgeesten waren echter reeas geweken. Het stoffelijk overschot werd naar het militair hospitaal te Breda overge bracht. Uit bet Ëngelgch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL „Wel?" vroeg hij scherp. „Een absoluut succes". „Prachtig! Vertel me de plannen in de details". De baron nam de notities uit zijn zak en gaf met behulp daarvan een kort, maar compleet overzicht van wat hij te weten was gekomen. „Schitterend I Daar hebben we nu al maanden naar verlangd. Nu heeft u einde lijk succes gehad. Ik feliciteer u hartelijk Zijn Majesteit zal maar dat zult u wel spoedig persoonlijk van hem hooren. Ver tel nu van Hallam". „Hij is hier". „Ik wil hem spreken. Ik heb ook nieuws van Berlijn. Er is besloten dat Servië ge straft zal worden voor den moord op den aartshertog Dat is het begin van het einde. Rusland zal de afstraffing van Servië niét dulden. En dan Hij hield op en een wreede glimlach speelde om zijn lippen. „Maar we zijn op alles voorbereid. Wij gelooven, dat Engeland wel zal denken dat het het beste is om zich afzijdig te houden. Het heeft al moeilijkheden genoeg. Daar is b.v. Ierland. Indië is ook al ontevreden en het smeult ér. Neen, Engeland zal niet mo- blliseeren". „Daar ben ik nog niet zoo 2eker van", zei de baron nadenkend. „Wij geven er niets om of ze het doen nu niet", zei de prins en klopte op de aan- teekeningen van den baron. „Misschien heeft u gelijk. Zal ik Hallam binnen laten komen?" „Wacht even. U moet naar juffrouw Olyn gaan, zoo gauw mogelijk. Laar haar nu niet langer praatjes verkoopen. Zeg haar, dat Hallam moet weten dat zij met ons werkt. Het zou een ideaal paar zijn om samen te werken". „Ik geloof dat u beter zelf kunt iprobeeren haar over te halen", 2ei de baron onwillig. „Laat het jongmensch binnen komen". Guy kwam binnen en boog beleefd voor den prins. „Baron, mijn zenuwen zijn overspannen. U heeft me een whisky soda beloofd", begon hij. „Maak een flesch champagne open", zei de prins, „Ga zitten, luitenant. U heeft het zeer goed gedaan". „Ik ben Blij dat het achter den rug is. Ik heb gedaan wat ik gezegd heb en nu wil ik dat u uw belofte houdt. Baron, geef me elk stukje papier, waar miin schrift op staat, dat er in uw bezit is. Dan kunt u me beta len wat u me nog schuldig is en neem ik afscheid". „Niet zoo haastig, alsjeblieft", zei de prins ernstig. „Ga zitten en steek een sigaar op. Je ziet er vermoeid uit". „Ik ben er misselijk van. Goddank dat dat vuile werk nu afgeloopen is. De baron heeft me tot een spion gemaakt en ik walg van mezelf. Ik geloof niet dat ik het eigen lijk goed begreop vóór ik hem de plannen zag overschrijven. Ik heb Engeland in uw handen overgeleverd. Ik ben nu zelfs nog geneigd naar de admiraliteit te gaan en te bekennen wat ik gedaan heb" „Dat gevoel zal gauw overgaan. Het Is heel natuurlijk. Baron vul het glas van lui tenant Hallam eens. Het is heele goede droge champagne. Luister nog een paar mi nuten". „Ik zou graag weggaan", zei Guy onge duldig. „Dadelijk. Ik heb begrepen, dat u met dat allerliefste meisje, iufirouw Olyn, gaat trouwen. Is dat waar?' „Ja". „De baron zegt dat ze tamelijk onver zorgd is achter gebleven en dat ze een dame is, die er 'n duren smaak op nahoudt. Höudt u veel van haar?" „Ik ga met haar trouwen". „Een huwelijk zonder geld is vaak een mislukking. Uzelf is ook arm, nietwaar?" „Ik heb mijn salaris en wat de baron me gegeven heeft". „Een ellendig klein beetje", zei de prins minachtend. „Waarom zoudt u arm zijn?" „Daar kan ik niets aan doen". „Juffrouw Glyn is heel knap. Ze zou ons van veel nut kunnen zijn". „Ze zou u niet kunnen: helpen, ze is een Engelsche". „Haar vader was een Engelschman, maar haar moeder een Duitsche. Al haar sympa thieën zijn bij ons". „Dat geloof ik niet", zei Guy kortaf. „Wij zullen haar vragen u te overtuigen. Ik geef toe dat u ons een grooten dien6t be wezen heeft". „In ruil daarvoor heeft u mij mijn vrij heid beloofd". „Dat is waar. Maar nu tracht ik u te hel pen. Baron, vul het glas van den luitenant nog eens. Wanneer juffrouw Glyn u zegt, dat 2e bereid is met ons samen te werken, zoudt u dan ook mee doen? U behoeft dan alleen maar met haar te onderhandelen. U kunt afspreken dat u haar inlichtingen Iet is heel gemakkelijk en zonder gevaar. Een oogenblikje". De prins fluisterde den baron iets in, die terstond de kamer verliet. „Wij zullen juffrouw Glyn betalen, dus u behoeft geen geld aan te nemen en ik durf zeggen, dat de betaling zeer royaal zal zijn". „Ik verlang mijn vrijheid", zei Guy vast beraden. „U is een verbazend obstinaat mensch. Ik doe alles wat ik kan om helpen en u weigert eenvoudig om te worden. Wat kan ik doen om te dat u het aanbod aanneemt? Ik wil u niet graag herinneren aan het feit, dat u in mijn macht is". „U heeft me mijn vrijheid beloofd op uw eerewoord". De prins haalde de schouders op en ont week Hallam's verwijtenden blik. „Ik moet mijn plicht doen. Toen ik u die belofte deed, was u nog niet verloofd met juffrouw Glyn. Een verdeeld huis is altijd te betreuren". „Juffrouw Glyn behoeft niet voor u te werken", jong- u te n maken „Wij hebben haar belofte. Luitenant, ik zie er tegen op om strenge maatregelen te nemen. Maar u zult toch moeten toegeven als ik juffrouw Olyn eenigszins kan be- oordeelen tenminste". „U zult haar ook haar vrijheid moeten teruggeven. Ik had er geen idee van dat zij in uw strikken was gevangen". „Strikken", zei de prins verwijtend. „Laat ik u eens de juiste toedracht uitleggen. Aan den eenen kant kunt u naar de admiraliteit gaan en alles bekennen. In Duitschland zoudt u doodgeschoten wordert. Hier zullen ze u waarschijnlijk naar de gevangenis zen den misschien levenslang. U zult natuur lijk niet met juffrouw Olyn kunnen trouwen. Dat is één kant van de zaak. De andere is heel wat aangenamer. Wij vragen u in het geheel niet om gevaar te loopen, u heeft niets anders te doen dan wat minnebrieven te schrijven aan het meisje, dat u lief heeft. Een beetje oefening zal dat heel gemakke lijk maken. In ruil daarvoor krijgt u een mooie vrouw en overvloed van geld. Ik be grijp uw aarzeling niet. Wees nu eens heel eerlijk tegen me". „Ik wil geen verrader van mijn land zijn" zei Guy driftig. „Dat gevoel zal ook gauw verdwijnen. Er zijn er meer die eerst zoo gedacht hebben. Maar het is merkwaardig aan hoeveel of men gewend kan raken Ah, daar is de baron Misschien brengt hij juffrouw Glyn wel mee. U zult haar overredingskracht niet kutlflén weerstaan", zei de prins minzaam. (Wordt ytryMflf)'. groote geestdrift on- In de economische 19e eeuw is de arbeid in hoofdzaak een economisch gegeven; de mensch een home economicus. Daarna, in de 20e eeuw vooral, de invloed van denkbeelden, welke achter den ecOnomiSchen mensch een evoelsinensch doen zien. Naarmate deze enkbselden veld winnen, wordt de arbeid zelf in haar sociale beteekenis verkleind. 3. Is de regeering bij juist bevinden van het bovenstaande niet van meening dat deze- wijze van optreden van dén voorzitter van een stembureau tegenover een kiezer, die van zijn stemrecht gebruik komt maken en ten aanhoore van meerdere, in dezelfde positie verkeerende kiezers, sterk den indruk van intimidatie, en daarmee duS beïnvloeding van de stemming, wekt en is de regeering bereid dezen voorzitter op het ongeoorloofde van zijn houding te wijzen? 2. Is de minister, indien dit inderdaad het geval blijkt, mede van oordeel, dat een militair om die reden gestraft, in dienst kan blijven. 68) Beeft onder den schijn van minnebrieven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7