DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Autobusdienst
„Noord-Holland"
DAGRETOURS.
ORDENING EN AUTARKIE.
flxujdiiksch Oveczicht
Chineesch-Japansche strubbelingen.
^Buitenland
Ho. 151 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 29 Juni 1935
137e Jaargang
Eerste Kamer
De minister beantwoordt de heeren
Ruyter en Blomjous.
INVOER IS NOODZAKELIJK.
Ongeregelde troepen hebben geprobeerd
Peking binnen te dringen.
PEKING IN STAAT VAN BELEG
REDEVOERING VAN HENDERSON.
REUSACHTIGE BOSCHBRAND.
Aan de Italiaansche grens.
Waf vandaag de
aandacht trekt
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
HELDERSCHEWEG 9.
ALKMAAR-DEN HELDER
VICE VERSA
INGAANDE ZONDAG 30 JUNI 1935
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN s
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
DEN HAAG, 28 Juni.
Steenkolen en stikstofhoudende mest
stoffen zijn in één regeling gecontin-
genteerd, omdat de laatsten o.a. een bij
product van het mijnbedrijf zijn.
Wat de steenkolen betreft, klaagde de
he-u- Ruyter (r.k.), dat het bedrijf ge-
s'oten was, dat men geen nieuwe zaken
kon oprichten, voor gezette prijzen
moest verkoopen, enz. Hij nam bet spe
ciaal voor de coöperaties op, van welke
er ééne aan de k'anten had me lege-
deeld, wel gaarne voor een lageren prijs
te.willen verkoopen, maar dit niet. te
mogen doen, waarna de coöperatie een
berisping had ontvangen van de groot
machtige organisatie, die regel op regel
en gebod op gebod beeft gesteld en die
geducht is en wraakgierig. Minister
Gelissen constateerde een tegenstrijdig
heid bij den heer Ruyter, die, zeide
Z.Exc., wel ordening wil voor het groot-,
naar niet voor het kleinbedrijf. Mis
schien heeft de bewindsman gelijk.
Maar het is wellicht nuttig, er nog eens
in het algemeen de aandacht op te vesti
gen, dat de órdening ten koste van de
verbruikers de ordening van een stroop
tocht is. De mijnen treft geen verwijt.
Minister Colijn heeft eens opgemerkt,
dat de kolen-prijzen heel wat zouden
kunnen worden verlaagd, als de kolen-
distributie meer ten bate der verbrui
kers was georganiseerd. Oud-minister
Vei schuur, die zich te Heerlen gevestigd
heeft om den bedrijfstoestand der mij
nen te onderzoeken, heeft heel wat te
doen.
De heer Blomjous *(r.k.) heeft het
licht zijner wijsheid over de stikstof-
houdende meststoffen laten schijnen.
Maar erg helder lijkt ons dit licht niet
Hij wil de buitenlandsche stikstofzouten
(laat ons minister Gelissen's technische
woord maar overnemen) weren ten gun
ste van onze eigen industrie. Dit zal
niemand verwonderen, die zich herin
nert, dat de heer Blomjous zich meer
malen als een fanatiek voorstander van
de autarkie heeft doen kennen. Zija
ideaal is een beëindiging van den in
voer. Zegt men hem, dat het dan ook met
onzen uitvoer gedaan is, dan antwoordt
hij, dat hiervan nu toch cok al niets
meer terecht komt. Dit is een beetje
overdreven, weliswaar. Het is wel heel
erg met ons gesteld, maar als er hee'e-
maal niets meer ons land uitging, zou
men nog wat Anders zien. Intusschen, de
heer Blomjous wil een verandering van
ons bedrijfsleven, dat z.i. uitsluitend in
onze binnenlandsche behoeften m >et
gaan voorzien. Maar datzelfde bedrijfs
leven heeft behoefte aan mineralen en
grondstoffen, welke wij met den besten
wil ter wereld uit onzen bodem en in
ons klimaat niet kunnen verkrijgen. Die
zullen dan toch geïmporteerd moeten
blijven. En voor wat hoort wat. Wij zul
len ze moeten betalen in den vorm van
uitvoer. Wij voeren zelfs stikstofhou
dende meststoffen uit. Minister Gelissen
deelde mee, dat onze industrie 400.000
ton daarvan produceert, waarvan niet
meer dan 180.000 ton voor ons eigen
land. En de stikstofzouten, we'ke
wij importeeren, stellen ons in staat
andere artikelen te exporteeren. De heer
Blomjous staarde zich blind op de stik
stofzouten. Men kan bij de beoordeeling
van het vraagstuk van in- en uitvoer
niet slechts aan één enkele industrie
aandacht wijden. Dit daargelaten, vol
gens den heer Blomjous moet onze stik
stofindustrie op volle kracht gaan wer
ken. Dan prdouceert zij twee maal zoo
veel als nu.
En wat wijzelven niet op kunnen, wil
hij geëxporteerd zien op Nederlandsche
schepen, met uitvoerpremies. Zal het
buitenland die stikstofzouten slikken
voor zoete koek? De heer Blomjous weet
wel beter. Het buitenland zal ze slechts
accepteeren, als het zelf mag importee-
ren. En het, zal zijn be6t doen meer bij
ons in te voeren, dan wij uitvoeren. De
minister y>emde den heer Blomjous een
Morcantilist. Deze zou waarschijnlijk
antwoorden, dat het Mercantilisme dan
ook is herleefd. Maar de politiek waar
door Colbert en koningin Elisabeth hun
landen groot hebben gemaakt, zal thans,
als er geen eind aan komt, de volkshuis
houding in de gezamenlijke staten ont
wrichten.
Dat juist nu de Kamer geroepen was,
hot wetsontwerp aan te nemen tot goed
keuring van de handelsovereenkomst
met Italië, op 1 Maart 1934 gesloten, was
een ironie van het lot. Deze overeen
kc-inst is al afgeloopen en gevolgd door
een tijdelijke regeling, welke is gevolgd
door een nieuwe tijdelijke regeling. De
laatste loopt met 1 Juli af. En hoe het
met de onderhandelingen over een
nieuw verdrag is gesteld, heeft men in
de courant kunnen lezen!
Berichten uit Japansche bron, door de te-
legraafagentschappen meegedeeld, maken
melding van een hotsing bij Peking met on
geregelde Chineesche troepen, die de stad
wilden binnendringen. Ongeveer 1000 man
ongeregelde troepen zouden getracht hebben
zich een weg te banen naar de zuidelijke
poort der stad doch na een gevecht met de
stedelijke troepen zijn teruggedreven tot
Fengtai op eenige K.M. van Peking. Daar
zouden zij het station hebben vernield, waar
door het treinverkeer PekingTientsin werd
gestremd.
Het Japansche telegraafagentschap N'ip-
pon Deinpo maakt melding van een scher
mutseling tusschen Japansche bewakingstroe
pen en Chineesche troepen van generaal
wang Foe-lin, die naar Peking wilden op
rukken en dfe stad binnendringen.
Vrijdagochtend is te Peking de staat van
beleg afgekondigd uit vrees voor door de
Chineesche troepen te verwekken inciden
ten. De Japanners hebben maatregelen ge
troffen om de orde te handhaven.
Reuter meldt uit Peking, dat de staat van
beleg er gistermiddag te 12 uur is opgehe
ven en dat de leiders der rebellen gevangen
zijn genomen.
De ongeregelde troepen, naar men ge
looft het overschot van het leger van Joe
Sjoetsjoeng, trachtten met een geblindeerde
auto Peking binnen te komen, maar de gewa
pende politie dreef hen met hulp van de troe
pen van Wan Foe-ling terug (Dit is dus in
strijd met het Japansche bericht als zouden
de ongeregelde troepen die van Wan Foe-ling
zijn.)
Tegelijkertijd verijdelde de politie een po
ging tot opstand in de stad zelf. De inwo
ners maakten toebereidselen om de stad te
ontruimen, doch de orde is thans hersteld.
De Japansche autoriteiten verklaarden
dat er op het oogenblik geen enkele reden is
voor inmenging.
Een nader bericht uit Peking meldt dat de
ongeregeldheden het gevolg waren van de
arrestatie op last van den militairen raad
van generaal Tsao, omdat hij na 25 Juni in
de provincie gebleven was. Zijn te Fengtai
gestationneerde troepen muitten daarop en
deden een aanval op Peking waarbij zij van
een geblindeerde trein gebruik maakten en
granaten afschoten op verschillende deelen
van de stad. Tweeduizend soldaten van gene
raal Wan Toe-ling verdreven hen en braken
de spoorbaan aan weerszijden op, dien de
rebellen in den steek lieten. Eén burger werd
gedood.
Het is thans rustig en de poorten zijn her
opend.
Volgens berichten uit Japansche bron
zouden de Chineesche troepen te Toengtsjau
in de gedemilitariseerde zone overgeloopen
zijn naar Pai Tsjen-woe, den leider der op
standige troepen te Fengtai en een vroeger
ondergeschikte van maarschalk Woe Pei-foc
en het dorp Jingkautsjen hebben genomen.
Uit Tsjangsintien op 15 K.M. ten Z.W. van
Peking aan den spoorweg Peking—Hankau
wordt eveneens een opstand gemeld1.
De Japansche militaire autoriteiten heb
ben als haar standpunt kenbaar gemaakt,
dat de moeilij'kheden zuiver van binnenland-
schen Chineeschen aard zijn. Zij onthouden
zich van optreden maar verklaarden dat zij
als er in Peking zelf moeilijkheden ontstaan,
genoopt zouden kunnen zijn maatregelen te
nemen om de Japansche onderdanen te be
schermen. Met dit doel worden de Japan
sche troepen in de kazerne van de ambas
sade gereed gehouden.
Na den aftocht.
De mislukte overval heeft den aanvallers,
volgens de jongste opgave, dertig dooden en
talrijke gewonden en gevangenen gekost, van
wie het grootste deel werkelijk een uniform
draagt.
Ongeveer tien artillerieschoten van een
6Yi c.m. geschut zijn in het Westelijk deel
der stad neergekomen, echter zonder schade
aan te richten. Na de op Japansche wensch
geschiede aftocht der troepen van de centra
le regeering, bleef te Peiping en omstreken
slechts een kleine bezetting over.
Daarom zullen op wensch van den stede
lijken commandant van Peiping dezen nacht
troepen van het voortreffelijk gedisciplineer
de en getrainde 29e legercorps van den vroe-
geren gouverneur van Tsjahar Soeng hier
aankomen.
Een Japansch protest.
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken, Hirota, heeft den Japanschen gezant
te Nanking opgedragen tegen de gebeurte
nissen bij Peiping te protesteeren en te ver
klaren, dat de Japansche regeering eischt,
dat terstond maatregelen getroffen worden,
waardoor het niet meer kan voorkomen, dat
muitende Chineesche soldaten Japanners
overvallen.
Verder eischt Japan, dat generaal Wan
Doe Lin door de Chineesche regeering als
aanstichter ter verantwoordingwordt ge
roepen.
Ten Oosten van Peiping, in Toeng Sjoe en
ten Noorden, in Mintoe, vonden opnieuw
botsingen plaats tusschen Japansche en Chi
neesche troepen. Volgens mededeeling van
het Japansche oppercommando blijft de toe
stand nog zeer ernstig.
Staat van beleg te Peking.
Te Peking is opnieuw de staat van beleg
afgekondigd. Volgens verklaringen van ge
vangen genomen opstandelingen zouden on
geveer 300 muiters in burgerkleeding de
stad zijn binnengedrongen.
Te Tientsin hebben de Japanners bespre
kingen gehad met de commandanten der gar
nizoenen en van de buitenlandsche nederzet
tingen. Besproken zijn gemeenschappelijke
maatregelen voor het geval, dat Tientsin
door de muitende soldaten zou worden be
dreigd.
Het spoorwegverkeer tusschen Peking en
Tientsin is weer hersteld. Volgens de mede-
deelingen van een ooggetuige is de door de
beschieting aangerichte schade slechts ge
ring. Op het station Fengtai staan vijf verla
ten pantsertreinen. Vrijdagmiddag hernam
het leven te Peking zijn normale karakter.
Botsing bij Moekden
Naar uit Tsjang-Tsjoen wordt gemeld,
hebben ongeveer 1000 man der zoogenaam
de Grootzaarden-vereeniging een aanval ge
daan op een Mandsjoerijsch legercorps. Na
langdurige gevechten in de nabijheid van
Kintsjau in de provincie Moekden konden
de vrijscharen worden teruggeslagen met
achterlating van 50 dooden en gewonden en
10 gevangenen.
Eischen van het Kwantoeng-
leger.
Het Kwantoengleger heeft een verklaring
gepubliceerd betrekking hebbende op de
grondslagen der Japansche politiek tegen
over China. Hierin worden de volgende
eischen aan het Japansche ministerie van
buitenlandsche zaken gesteld:
Japan zal bij de samenwerking tusschen
Japan, Mandsjoekwo en China de verant
woordelijke leiding nemen China zal de bui
tenlandsche invloeden weren en erkennen
dat Japan China van een scheuring gerec
heeft.
De regeering Tjang Kai-Tsjek en de Wo-
mintang zijn tot een politiek van samenwer
king met Japan niet in staat. In het Verre
Oosten moet gestreefd worden naar een
nieuwe oriënteering onder de leus: „Het Oos
ten aan de Oosterlingen".
Ook Sovjet-Rusland moet Japans leiding
in het Verre Oosten erkennen en zijn politiek
daarop instellen. Voorloopig eischt Japan in
Nooro-China de politieke leiding, onafhan
kelijk van Nanking.
De woordvoerder van het Japansche mi
nisterie van buitenlandsche zaken verklaar
de, dat het hier een zuiver principieele uit
eenzetting der houding van het Kwantoeng
leger betreft.
Het ministerie van oorlog verklaart, dat
het geheele leger achter de eischen van het
Kwantoeng-leger staat.
Op het nationale vredescongres te Londen
heeft gister o.m. Arthur Henderson, de voor
zitter van de ontwapeningsconferentie het
woord gevoerd over de gevaren van een Euro-
peesch conflict. Weliswaar bestaat geen on
middellijk gevaar, aldus zette spr. uiteen,
maar men moet toch erkennen, dat be
wegingen aan den gang zijn, die dicht langs
de gevaarlijke grens van een conflict looper..
Eenige regeeringen hebben daaruit gecon
cludeerd, dat de eenige methode tot bevorde
ring van den vrede onder de tegenwoordige
omstandigheden gelegen is in een versterking
van de bewapeningen. De ontwapening ver
dwijnt steeds verder uit den gezichtskring
bewapeningsberking of bewapeningslimi-
teering worden nog slechts zelden of in het
geheel niet meer vermeldt in de verklaringen
van bepaalde regeeringen. De meest op den
voorgrond tredende noodzakelijkheid in den
tegenwoordigen toestand is, dat het collec
tieve systeem verwerkelijkt wordt, want wan
neer het collectieve systeem zou mislukken of
verzwakt zou worden, zou men terugkeeren
tot de internationale anarchie.
Lord Gecil zeide, dat de toestand critiek
was, doch dat met het oog op de oermanente
assistentie van de Britsche regeering de zaak
der ontwapening nog steeds succes kan heb
ben. De Engelsch-Duitsche overeenkomst is
een goede zaak, maar gaat niet ver genoeg.
Vast staat slechts, dat, wat ook moge gebeu
ren, de mogendheden in een bepaalde verhou
ding van krachten zullen blijven staan wat
betreft hun bewapeningen ter zee. Bilaterale
en multilaterale besprekingen in verschillen
de hoofdsteden mogen als noodmaatregelen
ïun goeden hart hebben, zij zullen nooit een
algemeene ontwapeningsovereenkomst tot
stand brengen. Bij het Abessinische conflict
comt het er op aan, dat de principes van het
Volkenbondshandvest gehandhaafd blijven
evenals de verdragen, die vaststellen, dat
een oorlog niet als instrument van nationale
politiek gebruikt mag worden.
TIEN PERSONEN GEDOOD,
200 HUIZEN INGESTORT,
8000 OVERSTROOMD.
Tengevolge van noodweer.
Uit Kyoesjoe (Japan) komen berichten om
trent een hevig noodweer, dat aldaar ge
woed heeft en waarbij 10 personen het leven
lebben verloren. 200 huizen stortten in, 8O0O
luizen werden overstroomd. Troepen zijn ter
assistentie ontboden in het district Koezbeme,
teneinde de oevers van de rivier Tsjikoego te
versterken. Zware schade is toegebracht aan
de te velde staande oogsten.
STAKINGSONLUSTEN TE JOPLIN
IN MISSOURI.
Te Joplin in Missouri hebben ernstige bot
singen plaats gehad tusschen stakende arbei
ders van de lood- en zinkmijnen en werkwil
ligen. Knuppels, steenen en vuurwapenen
werden gebruikt met het gevolg, dat verschei
dene personen ernstig gewond werden. De
stakers wierpen auto's met werkwilligen om
en schoten op voertuigen, die op hun somma
tie niet stopten.
DRASTISCHE MAATREGELEN
TEGEN SMOKKELARIJ.
De Chineesche douane-autoriteiten hebben
besloten, drastische maatregelen te nemen
tegen de smokkelarij, die in Amoy steeds
grootere afmetingen aanneemt. In het ver
volg zullen alle opgebrachte smokkelschepen
verbrand worden.
DE ZAAK-RAKOSI IN HOOGER
BEROEP.
De doodstraf geëischt.
In hooger beroep is de behandeling voor
het Boedapester strafgerechtshof begonnen
van de zaak tegen den communist Rakosi, die
in eersten aanleg tot levenslange tuchthuis
straf was veroordeeld wegens hoogverraad,
rebellie, medeplichtigheid aan moord in 27
gevallen en valsche munt. Rakosi was een
der leiders van de radenrepubliek in 1919 en
hen wordt er van beschuldigd, in deze func
tie gijzelaars te hebben laten doodschieten.
De procureur-generaal heeft tegen Rakosi
thans de doodstraf geëischt.
EEN CADEAU VAN HITLER AAN
DEN JAPANSCHEN KEIZER.
Het ongeveer 10 eeuwen oude schilderij
van keizer Sagoe, geschilderd dcor den be
roemden Japanschen schilder Panaoka Kose,
dat op een of andere wijze in een museum te
Berlijn beland was en dat thans door Hitier
ten geschenke is gegeven aan den keizer van
Japan, zal tot „nationale schat" worden ver
klaard, wanneer het opnieuw in Japan zal
zijn aangekomen. Artistieke kringen te
Tokio zijn vol belangstelling voor het schil
derij.
In de bosschen van Molezes in Zuidoost-
Frankrijk is heden een brand ontstaan, die
zich razend snel uitbreidde en ook op Itali-
aansch gebied oversloeg. De bosschen staan
over een afstand van kilometers in vlammen.
Douane-beambten, boschpersoneel en bevol
king stellen alles in het werk om den brand
te beperken.
De Chineesch-Japansche strubbe
lingen. (Dag. Overzicht).
Staat van beleg te Barcelona.
(Buitenland).
Sir Wood: de Engelsche Göbbels.
(Buitenland).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
De zaak-van 't Sant; de beschul
diging tegen den commissaris van
politie onbewezen geacht. (Binnen
land).
De heer Wijnkoop vraagt ophelde
ring over de fraude te Wormerveer.
(Binnenland).
Neerland's stedenschoon in prent
en praat. (Artikelen).
Nogmaals het coupeeren van
honden. (Artikelen).
Buziau is gevallen en licht ge
wond. (Binnenland).
Delftsche student in de mijn „Wil-
helmina" door een steen getroffen
en gedood. (Binnenland).
De bouw voor de overdekte zwem
inrichting opgedragen voor 140.399
aan den heer A. Koster te Heem
stede. (Stad).
Matroos le klasse te Den Helder
bij motor-ongeluk gedood. (Stad en
Omgeving).
ZOMERMANOEU VRES.
Om italiê's militaire paraatheid
te toonen.
De Italiaansche pers deelt mede, dat in
den zomer manoeuvres op groote schaal zul
len worden gehouden. De „Gazeta del Po-
polo" schrijft dat deze dienen om te toonen
dat de militaire slagvaardigheid van Italië,
ondanks de groote troepenverschepingen
naar Afrika, onaangetast blijft.
Het officieele Italiaansche staatsblad pu-
riiceert een besluit betreffende uitgaven voor
leger en vloot, welke resp. 61 millioen en 34
millioen lire bedragen. Bovendien zijn op de
begrooting van de landmacht en op die van
de marine voor de koloniale taak bijzondere
posten ten bedrage van resp. 60 en 28 mil-
'ioen lire gebracht, terwijl ook nog een post
van bijzondere uitgaven ten bedrage van 50
millioen lire voor openbare werken in de
koloniën is opgebracht.
Te Napels hebben zich weer 800 soldaten
met het noodige materiaal voor Erythrea in
gescheept.
Met ingang van 1 Juli worden in Italië
29 militaire zones ingesteld, die elk onder op
perbevel van een generaal staan. Als mo
tief voor dezen nieuwen maatregel wordt
aangevoerd, dat hierdoor in geval van oor-
og de generale staf en de divisiestaven ont
last worden en de noodzakelijke verbinding
tot stand wordt gebracht tusschen troepen
en land, speciaal met het oog op de ooriogs-
verzorging. Bovendien wordt in vredestijd
de bescherming en de verdediging van het
land op meer uniforme wijze georganiseerd.
Naar officieel wordt medegedeeld zijn in
de eerste helft van dit jaar in de Oostafri-
kaansche koloniën 7 officieren en 30 onder
officieren en soldaten om het leven gekomen
door vliegtuigongelukken, andere ongeval-
len of ziekte.
De sedert eenige dagen steeds weer opdiii-
cende geruchten, als zouden de Italiaansche
autoriteiten de Italianen in Abessynie heb
ben bevolen, binnen tien dagen dat land te
verlaten, worden van bevoegde Italiaansche
zijde onjuist genoemd. Verklaard wordt
nog, dat de geruchten waarschijnlijk zijn
ontstaan door de omstandigheid, dat onge
veer een week geleden vele Italiaansche amb
tenaren uit Erythrea naarNtalië zijn terug
gekeerd, wier plaatsen zijn ingenomen door
jongere krachten.