DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Berlijn gaat gebukt onder een hittegolf.
r-SSSSi
«JSK
Qxujetiiksch Oxteczidit
Jixiiteiiland
r
De gouwdag te Berlijn.
No. 152 ?tt nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag I Juli 1935
137e Jaargang
Zclh de belangrijkste gebeurtenissen worden door
den Duitscher voor kennisgeving aangenomen
TE WARM VOOR POLITIEK.
wSïïfitfog »el
d notitie van een zittingjran
e Regeering, wtórin
een nieuwe pl'cn1
sburgers,
™»rB ".ienburg waar de dennen en
De N.S.D.A.P. voor eeuwig
noodzakelijk, zegt Dr. Ley.
1Vat vandaag de
aandacht trekt
ERNSTIG MIJNONGELUK
IN BR.-INDIE.
16 dooden, 23 gewonden.
COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Hoilen of stilstaan. Alles of
niets.
Het is nu eenmaal een tijd,
waarin radicale bewegingen in
de mode zijn. Waarom niet ook
radicale luchtbewegingen?
n Onmogelijke lente hebben
we achter ons.
Daxrom is 't logisch, dat de
zomer op onmogelijke wijze be
gonnen fs. Hollen of stilstaan.
Alles of niets.
Ik schrijf deze woorden op een dag
Van zoogpnaamde herademing. Wellicht
een dag van rust tu6schen twee perio-
de's van afmatting. Wellicht echter ook
en dai hoop ik nu maar de dag, die
deze ©minnige hitteperiode werkelijk
afsluit.
Ware aet niet, dat wij journalisten
altijd rmeten en willen schrijven en
over alles schrijven, ook en vaak vooral
over di^en, die ons zeer antipahtiek
zijn, <an zou ik nu vacantie gevraagd
hebben.Een verdiende vacantie? Nu: ik
zou ze nezalf hebben gegund, na een
Duitschi reeks van belevenissen, die
niet melsch was, en met nieuwe ont
wikkelingen vóór ons, die hoogstwaar-
schijnlik ook niet van de poes zullen
zijn. En vermoedelijk zal het er ook nog
wel var komen, dat we even naar het
zuchtende, mopperende, klagende, brom
mende vaderland oversteken, om het
axn ons hart te drukken, nu het ons in
zijn zorren dubbel lief geworden is.
Maaralvorens dat te overwegen wil
len we och onze ultimo-plicht van Juni
vervul lm en van deze vreeselijke en
enkele andere dingen vertellen.
Dat Teeselijke zijn deze zes, zeven
achter >ns liggende dagen geweest. Ik
weet het. Ik lees óók kranten. Het is in
heel Eiropa warm geweest en 't is er
nóg wrm. En ik wil heusch niet zoo
doen ,dsof het in Berlijn op elk gebied
altijd veer erger, of mooier, of belangrij
ker is ian ergens anders; alleen maar,
omdatik nu eenmaal hier woon. Maar
ik gelaf toch wel, aan de hand van de
statistbken, die zelfs tot 1721 terug
gaan 0 en vertellen, dat het zóó lang
geledej is, voordat men een temperatuur
van 3fc graden Celsius in den schaduw
heeft |innen terug vinden, dat Duitsch'
land afc hier een record geslagen beeft.
Want fonderdag is het in Breslau, dicht
bii Be<ijn dus, inderdaad zoo ondraag
lijk hot geweest!
En hes ik nu de Hollandsche bladen
na. die van 31 en hoogstens nog 'n deci-
maaltj» daarbij, vertellen, terwijl :k zelt
hier 355 gemeten heb, dan geloof ik toch
met een zekere „voldoening" te mogen
constaieeren, dat het puffende Nedei-
land het niet halen kan bij de uren, die
we hier doorgemaakt hebben. Het was
erg h<t was nog erger net was een di
rect schandaal. En allecr onze lezers in
Necerandsch-Indië hebben net recht,
sma'e»d den neus op te trekken ^aar-
bij dai echter te overwegen is. dat zi,
hun htte bestrijden kunnen met klee.en
en wepingen, die ons helaas niet tei tw-
schikling staan. En dat het lus nog zee.
de vaag is, of voor den Berlijner 9o.o
voor lef Breslauer 38 graden niet vee1
ondrfeglijker is dan een hoogere en|P
ce.tuu- in Palembang of j
maareens bij deze twee ergste persoon
•'ike lerinneringen te blijven.)
Wat deze zes dagen voor ons zoo erg
ftemaikt heeft, was de abso ute, J8
wek te u de stilte der stovende natuur
Dat vus wellicht als verschijnsel zeer
itidr* wekkend. Maar het was ook
moonend. Men kreeg, weUtcht v
eerst zijn leven, het zuivere ge
w at a<!„ een „obsessie", een „Alpdro»,
pleegi te noemen. Er was aUeen
hitte, loodzware, in de
plicht, met één pennestreek en zonder
eenig debat in welk lichaam dan ook,
tot wet gemaakt is. Algemeene arbeids-
dienstplicht, voorafgaande aan den alge-
meenen militairen dienstplicht, een half
jaar werk met schop en hark en houweel
en ploeg, alvorens de kazerne wordt op
gezocht. Een geïllustreerd weekblad
kwam onze overhitte phantasie tege
moet en teekende ons in aardig gevon
den beelden den levensgang van den
jongen Duitscher van zijn zesde jaar af;
als „Pimpf" in de eerste uniform, dan
naar het „Jungvolk", dan in de „Hitler-
jugend", vervolgens naar de S.A., van
daar in het pak van den Arbeidsdienst,
dan in de „rok des Konings" als echt
soldaat, en ten slotte weer terug naar de
S.A. en de andere corpsen. Ja, ja, dat is
nu eenmaal de toekomst van het Nieuwe
Duitschland. Volk aan 't geweer! We ia-
zen het weer in de kranten.
Maar we hebben met onoverwinnelijke
apathie die bedrukte vellen onwelrie
kend papier toch weer van ons wegge
smeten. Ten slotte interesseerde ons een
en ander merkwaardig weinig. Het
kwam ons alles ineens zoo dom en onbe
duidend voor. Alles: de reis van Eden
naar Parijs en Rome, de voldaanheid
van de nieuwe ster Von Ribbentrop, het
bloedig gepraat van Benito Mussolini, de
duistere toestanden in Stalin's omge
ving, en al die indertijd bij normale tem
peratuur zoo geweldig belangrijke din
gen .waarvoor men onze aandacht op-
e.mht.
We zagen en voelden iets, dat ons veel
dichterbij en veel verschrikkelijker leek.
De absolute stilte van de hel om ons
heen. Van dezen oven, den onbarmharti-
gen. We vroegen ons af: waarom? We
lachten er één, twee dagen om, liepen
nog grinnekend in hem-zonder boord,
met 'n dun pantalonnetje en witte schoe
nen zonder sokken door de stad. We de
den nog drie dagen aan sport. Tot we
lazen van de eerste menschen, die in
deze stad door de hitte gegrepen en dood
neergevallen waren. In diezelfde stad.
Waarop we ,voor zoover we over ons
zelf beslissen konden, glimlach en ar
beid, sport en werk op zij legden en be
gonnen te staren met oogen, die niets
meer zien wilden.
Zoo erg was deze hittegolf over Mid-
den-Duitschland, zoo erg waren deze zes
dagen in Berlijn.
We werden prikkelbaar, begonnen
heusche burenruzies. Om niets. Om een
belachelijk motief. Een jonge man nam
ee bootje op den Wannsee in Berlijn-
West en wierp zijn verloofde over boord,
wetend, dat ze een kind van hem ver
wachtte en dat zij niet zwemmen kon. Ik
20 r niet, dat het de hitte was. Maar ik
wil gelooven, dat hij een week tevoren of
een week later misschien toch nog tijdig
weer mensch geworden ware
menschen gered zouden zijn
We werden giftig
eens allen en alles.
Elk woord werd ons te veel.
smaakte ons meer. Maag en ingewanden
weigerden aan zotte experimenten nog
verder mee te doen. Bewegen maakte
ziek niet bewegen leidde tot versuffing.
De nachten begonnen erger te morden
?.n «H-.
ze. Negens beweging, uok ii«<.
toppen der hoogste boomen. En
nooit wat gedoe in de wolken,jd6]
het kjvam, nog een tergend nu
de arbeidsdienst
bijvou
de Dtits
Meer eve
alle st
jtjes
En drie
en ondankbaar je-
Niets
ker om het bewustzijn in ons te
straks komt een nóg groote» kwaal.
aiXCAXv» vxr/illipht
komt
wellicht,
een be-
18 Nu" bet oogenblik
waarop u me niet meer voor
richtgever maar voor een ijlenden lite
raat gaat houden en over een en ander
uw eigen meening gaat vormen. Mis
er onder u, die zeggen: Waar
het beeld beheerschen, maar le
Innrholie der bosschen haast Zweed-
mt a meUngen aanneemt en de meeren
sche afmetingen w€lke men grie-
watervlaktes zel(kn lokkende.
oTten slotte tot de doodgewone
heim-
te
gikn«g
S. om dat te ontkennen.
De gouwdag van Berlijn is Zaterdagmid-
middag in het Sportpalast aldaar door den
plaatsvervangenden gouwleider Goerlitzer
met een korte toespraak geopend, waarin hij
uiteenzette, dat de gouwdag gehouden werd
om den gouwleden en den Duitsch en volks-
genooten rekenschap af te leggen over het
gepresteerde werk.
Als eerste spreker voerde daarop de rijks-
organisatieleider, dr. Ley, het woord, die uit
eenzette, dat de N.S.D.A.P. niet alleen thans,
maar zoolang Duitschland leeft, noodzakelijk
zal zijn. Vervolgens gaf hij een overzicht
over wat door de nat.-soc. beweging sedert
30 Januari 1933 tot stand is gebracht, waar
bij spr. als hoogste prestatie van Hitier het
vredeswerk noemde.
Na dr. Ley sprak de leider der N.S.V
Hilgenfeldt over de werkzaamheden van de
N.S.V., over het winterhulpwerk en de ande
re steunmaatregelen. Zijn principe was: niet
om medelijden te hebben, maar om mede te
strijden is de organisatie er.
De S.A-Obergruppenfuehrer von Jagow
zeide o.m., dat eerst de S.A. de school der
partij was en dit wil de S.A. eens weer
worden. De S.A. wil de waarborg in het bin
nenland zijn voor het bestaan van het rijk van
den leider.
Daarop nam dr. Goebbels als Berlijnsch
gouwleider het woord voor het uitspreken
van een redevoering, die ongeveer een uur
duurde. Goebbels ving aan met zich te
keeren tegen de criticasters van de nat.-soc
staatsleiding, zeggende: Geen kracht dan de
onze kan de groote politieke en economische
problemen meester worden. Wij hebben drie
kardinale problemen als de meest urgente op
gevat, n.1. de binnenlandsche eenheid, de op
heffing van de werkloosheid, en het herstel
van onze nationale soevereiniteit. Niemand
zal beweren, dat ons dat niet gelukt is, maar
ook niemand zal kunnen zeggen, dat dat een
voudig is geweest Zoo is bijv. nog niet
geheel opgelost het probleem „partij en
staat", de kwestie of de staat dan wel de
partij den voorrang heeft. De partij komt in
de eerste plaats, in de tweede plaats komt de
staat. Uitgewogen zijn de krachten eerst,
wanneer op de beslissende posities nationaal-
sociaiisten de macht in handen hebben.
Vervolgens ging Goebbels in op de voor
spellingen van een deel van de buitenlandsche
pers en zeide in dit verband o.m.:
Wanneer de buitenlandsche pers beweert,
dat ik de Berlijnsche nationaal-socialisten
bijeengeroepen heb om het uitbreken van een
revolutie te verhinderen, dan kan ik slechts
zeggen: ik bewonder de naïviteit, waarmede
deze heeren de wereld beliegen en bedriegen.
Dat wij te kampen hebben met deviezen- en
grondstoffenziekte weten wij zelf ook, maar
wij weten evenzeer, dat de hardheid van den
strijd ons niet er onder zal krijgen. De weg
is nog ver tot aan de volkomen opheffing
van onze buitenlandsch politieke benauwd
heid, maar men zal er toch niet aan twijfelen,
dat wij op dezen weg niet achteruit, maar
vooruit gegaan zijn en dat het verdrag van
Versailles thans niet meer zoo veel waard is
als in 1919.
Maar stap voor stap komen wij het doel,
dat wij nooit uit het oog verloren hebben,
nader. Steeds hebben wij het zoo gediend en
het parool, dat voor 10 jaar als een opwek
kende roep door Duitschland klonk, wordt
thans reeds door de geheele wereld over
genomen: „Vrijheid en brood". Dat is het
wat de volkeren willen! Een wereldvrede,
waarin ieder land tot zijn recht komt.
Na de betooging in het Sportpalast trokken
de verschillende nat.-soc. formaties naar het
Tempelhofer Feld, waar een reusachtige
menschenmenigte bijeen was. Om 6 uur des
middags stonden daar de 120.000 leden der
verschillende partijformaties op het midden
van het terrein voor de groote tribune, waar
de leidende persoonlijkheden van den gouw
Groot-Berlijn, vertegenwoordigers van den
staat en de partij en talrijke eeregasten
plaats genomen hadden. Toen Goebbels
langs de eeredelegaties schreed, werd hij
stormachtig toegejuicht.
GOEBBELS AGEERT TEGEN DE
JODEN.
„Zij mogen niet onze gelijken zijn".
In zijn rede op den gouwpartijdag heeft
de Duitsche minister Goebbels o.m. nog een
feilen aanval geri dit op de Joden. Hij zeide:
Wij zien hoe than; in alle straten het Joden
dom tracht weer een groote plaats in te ne
men en hoe de burgerlijken zich gereed ma
ken hen daarbij broederlijk te helpen. In zeer
opgewonden termen viel Goebbels tegen de
Joden uit en verklaarde: De Jood moet
zich aanpassen aan de wetten der gastvrij
heid en niet doen alsof hij onze gelijke was.
Verder gaande veroordeelde Goebbels de
haarkloverijen in de kerk, zeggende: Wij
hebben ons Christendom niet alleen met den
mond maar ook metterdaad bewezen. Voorts
dankte Goebbels Hitier, dat hij het land
weer een leger had gegeven. Dit leger is er
om in het binnenland den godsvrede te be
waren en naar het buitenland Duitschland te
beschermen voor conflicten en botsingen Het
is niet zooals zekere Franschen zeggen, dat
het Fransche leger er is om den vrede te be
hoeden en het Duitsche om oorlog te maken.
Wij willen den vrede. Wij willen niemand
bedreigen maar ook door niemand bedreigd
worden. Het leger en de partij zijn de zuilen
waarop de Duitsche staat rust. Spr. eindigde
met een groote huide aan Hitier.
DE DUITSCHE OUD-STRIJDERS.
En de vrede.
De leider der Duitsche oorlogsinvaliden,
Oberlindeber, heeft in een oud-strijdersbij
eenkomst te Düsseldorf een redevoering uit
gesproken, waarin hij o.m. verklaarde;
Wanneer wij, soldaten, over vrede spreken,
dan is dat natuurlijk slechts een vrede van
eer, van fatsoen en van rechtsgelijkheid. Ik
zal morgen bijeenkomen met die mannen', die
in den oorlog aan het Westelijk front tegen
over ons hebben gestaan. Ik zal den tegen
standers van gisteren en den kameraden van
morgen zeggen, dat de Duitsche frontsolda
ten precies zoo veel eer in hun lichaam heb
ben als zij en dat de volken den haat en de
verachting voor elkander moeten laten varen,
omdat er slechts overeenstemming kan zijn
tusschen twee partijen, die elkander als
rechtsgelijk beschouwen. Men1 spreekt zoo
graag over den oorlogszuchtigen tijd van het
Nieuwe Duitschland, aldus spreker, omdat
wen in den zelfden pas marcheeren en omdat
onze jeugd, evenals wij zelf, het bewustzijn
in zich draagt door hetzelfde rhythme uiter
lijk deze gemeenschap te behouden. Dit zijn
zaken, die elders niet worden begrepen.
Eén ding zullen het Duitsche Volk en de
Duitsche militairen echter steeds weer zeg
gen: zonder eer kan ons volk niet leven, want
met eere hebben wij onze vaandels uit den
oorlog teruggebracht en in de toekomst zul
len wij met eere de vaandels van onzen leider
dragen en met eere overdragen aan het vol
gende geslacht.
AUTO IN BRAND TE DRESDEN.
Drie personen om het leven
gekomen.
In den vroegen Zondagochtend is te Dres-
den een auto, waarin vier personen zaten, in
een greppel gereden en in brand geraakt. Een
der inzittenden kon zich nog juist bijtijds
redden, terwijl de drie anderen in de vlam
men omkwamen.
REDE VAN BALDWIN.
De politiek der Engelsche regeering.
In Braham bij Leeds heeft de Engelsche
premier Baldwin, Zaterdagavond een rede
voering uitgesproken over de door zijn re
geering nagestreefde binnenlandsche poli
tieke doeleinden.
Hij zeide o.m. dat het volkenbondshand
vest het plechtanker was van de Britsche
buitenlandsche. Groot-Brittanië heeft het
voornemen alle verplichtingen, die ontstaan
zijn uit het verdrag van Locarno, na te ko
men. Het doel, dat men met de Londensche-
verklaring van 3 Februari gesteld heeft,
blijft eveneens het program der regeering
en zij hoopt ernstig, dat het geheele pro
gram verwerkelijkt zal worden. Het Duitsch-
Engelsche vlootaccoord beteekent geen af
wijking van de samenwerking tusschen
Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië, welke
eerst kortgeleden te Stesa bekrachtigd is.
Het vlootaccoord, aldus Baldwin, lijkt
ons een practische en zelfs leidinggevende
stap in de richting van de internationale li
miteering van de bewapeningen. Ik geloof,
dat het de eerste practische stap is naar de
ontwapening, die sedert den oorlog bereikt
is. Ik betreur ten diepste de verklaring van
twee leden van het Lagerhuis, volgens wie
men er geen vertrouwen in kan hebben, dat
Duitschland zijn woord houdt. Wanneer
men de poging doet een ontwapening tot
stand te brengen, wat kan men dan doen,
wanneer men niet wil vertrouwen? Dan
keert men terug tot den toestand van het
oerwoudrecht en dan is geen vooruitgang
mogelijk.
De Duitschers en wij hebben deze overeen
komst, naar ik geloof, om dezelfde eervolle
motieven, aangegaan
ABESSINIE HEEFT EEN LEGER
VAN 350.000 MAN.
Het kunren er binnen een maand
900.000 worden.
In een interview met den correspondent
van de „Matin" te Addis Abeba heeft Ras
Moeloegwetta, de Abessinische minister van
Oorlog, verklaard, dat zijn land 350 000 man
onder de wapenen heeft en zonder moeite in
staat zou zijn in vijftien tot dertig dagen
tijds 800.000 a 900.000 man te mobiliseeren.
De minister verklaarde: „Indien Italië hoopt
een mandaat over Abessinië te verkrijgen,
dan vergist het zich. Zelfs al zou Abessinië
eens mandaatgebied worden, dan nog zou
het niet onder Italië komen te staan".
inmiddels heeft zich opnieuw een afdee-
ling Italiaansche troepen naar Oost-Afrika
Berlijn gaat gebukt onder een
hittegolf. (Dag. Overzicht).
Göbbels ageert tegen de Joden.
(Buitenland).
Ernstig mijnongeluk in Britsch-
Indië. (Buitenland).
Het water lokt.(Binnenland).
De „Prinses Juliana" in aanvaring
voor Harwich; dame zwaargewond,
2 lichtgewonden. Binnenland).
Geen samenwerking van S.D.A.P.
en communisten in Amsterdam-
schen raad. (Binnenland).
Oss nog meer gezuiverd. (Binnen
land).
Ernstig-ongeluk te Laren; vrouw
en 3 kinderen gewond. (Binnenland).
Na de aanrijding op den Helder-
schen weg; het slachtoffer over
leden. (Stad).
AZie verder eventueel laatste
berichten.)
igescheept. Het zestigste regiment infanterie
heeft aan boord van de „Saturnia" de Itali
aansche haven Cagliari verlaten.
In Abessinië zelf is het volkomen rustig,
uitgezonderd in de provincie Gojam, waar
soldaten van den vroegeren Ras Hailu aan
het muiten zijn geslagen. De muiterij stond
in geenerlei verband met de huidige situatie
en kon gemakkelijk worden onderdrukt.
In de kolenmijn van Bagdfphi in het
district Dhambad in Britsch-Indië is
in den afgeloopen nacht een ernstig
mijnongeluk gebeurd, dat in totaal 16
dooden en 23 gewonden heeft geëischt.
Aanvankelijk had in de mijn een
kleine ontploffing plaats gevonden,
waardoor 4 van de uit 150 man be
staande nachtploeg werden gedood.
Met de grootste snelheid probeer
den de overige mijnwerkers naar
boven te komen. Terwijl ze achter
nog bij de liftkooi stonden te wach
ten, volgde een tweede ontploffing,
waardoor 12 hunner werden gedood
en 23 gewond.
INSTORTINGSONGELUK IN
AMERIKA.
Ruim 100 gewonden.
Uit Wilkesbarre in Pennsylvanië (Am.) wordt
gemeld, dat aldaar in een danspaviljoen onge
veer 400 mannen, vrouwen en kinderen een
kinder-schoonheidswedstrijd bijwoonden, toen
plotseling het gebouw instortte en alle aanwe
zigen ineen 13 M. diepe, onder het huis door-
stroomende beek vielen. Er ontstond een vree
selijke paniek, die oversloeg op de overige
drieduizend personen, die zich in het Lunapark,
waar het danspaviljoen stond, bevonden. Ruim
100 personen werden gewond.
DAGBLAD VOOR ALTIJD
VERBODEN.
In Bulgarije.
De Bulgaarsche minister van binnenlandsche
zaken heeft het hoofdstedelijke dagblad „Kara-
pana" voor altijd verboden. Motieven zijn niet
bekend gemaakt. In politieke kringen wordt in
verband hiermede gewezen op het contact, dat
bestaan heeft tusschen den uitgever van het
blad en den overste b. d. Weltsjef, die de orga
nisator was van den coup d'état van 19 Mei
1934 en die thans door de politie zou worden
gezocht.
HET FEEST VAN DE ZEE.
In Polen.
Zaterdag hebben in geheel Polen de jaar-
lijksche plechtigheden van het z.g. „Feest
van de Zee" plaats gevonden. De president
der republiek heeft een radioredevoering uit
gesproken, waarin hij herinnerde aan het
ontzaggelijke belang van de zeekust voor
Polen en waarin hij verder alle Polen aan
spoorde door hun dagelijksch werk bij te
dragen tot de macht van het volk ter zee.
Te Warschau is in de kathedraal eer
plechtige mis gecelebreerd in tegenwoordig
heid van den president der republiek; voois
werd door de wschil lende organisaties cn
bonden een groote optocht gehouden, te wijl
op den Weichsel alle rivierschepen ir een
langen stoet langs den president de' repu
bliek heen voeren, 's Avonds werd" vele
plechtige vergaderingen in de stad gehou
den, waarbij de stad geheel geilfH'neerd
was. De havenstad Gdingen is m» vlaggen
versierd.