DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. GROOTE OPRUIMING Vijftig jaar geleden: De Congo. ^Buitenland bij H. BULTHUIS No. 153 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 2 Juli 1935 137e Jaargang Bagdii&scfi Hoe Stanley het geheimzinnige Midden-Afrika exploreerde. De handelsman-koning Leopold II. Eden vertelt van zijn reis. Waf vandaag de aandacht trekt Siem v. d. Molen komt vanavond, maar de begint Vrijdagmorgen 8} uur. KOOPJES. VAN ALLES WAT. In Italië. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Hand»1sdruk- kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Toen, een jaar geleden, koning Leopold, die toen nog kroon prins was, van* een reis door midden-Afrika terugkeerde, zei- de de voorzitter der oud-strijders ibij de ontvangst: Wij gaan er fier op u hier te mogen bezoeken omdat ge be hoort tot een dynastie die ons de Congo-kolonie heeft geechon- ken. Het was inderdaad België's tweede koning, Leopold II, broeder van den vader van koning Albert, die. in 1908 den door hem opgerichten Congostaat bij testamentaire beschikking aan België afstond. Aan het persoonlijk vernuft van dien vorst hebben de Belgen het bezit te danken van een koloniaal rijk waarvan de oppervlakte (2.300.000 vierk. kilome ter) 79 maal zoo groot is als die van België zelf. Gister was het vijftig jaren geleden, dat op 1 Juli 1885 de plechtige proclamatie geschiedde van de oprichting van den onafhankelijken Congostaat. Over die gebeurtenis, welke zoowel in België als in de kolonie feestelijk werd gevierd, enkele historische bijzonderheden. Reed6 sedert de 16e eeuw was de west kust van midden-Afrika door de Portu- geezen bezet, doch het binnenland bleef voor de Europeesche penetratie gesmten hoofdzakelijk wegens de enorme water vallen op den Congostroom, 10 kilometer si'oomopwaarts van Matadi, die het verkeer onmogelijk maakten. Tot in 1877 werd het Congo-bekken in de atlassen aangeduid met: onbekend gebied. In op dracht van twee couranten, de New- York Herald en de Daily Telegraph, ver trok de Britsche ontdekkingsreiziger Stanley in 1884 naar Zanzibar (Afrika's Oostkust) ten einde van daaruit het Tenganjihameer te bereiken en zoo mo gelijk de bron van den machtigen stroom te ontdekken, die te Bornoma in den Atlantische Oceaan mondt. Het stoutmoedig opzet van Stanley slaagde volkomen. Met een karavaan van 125 blanke Arabieren en Zwarten baande hij zich een weg door het Afrikaansche oer woud en kwam na bovenmenschelijke moeilijkheden en hinderpalen in 1877 vehig te Boma aan. Het geheim vaa midden-Afrika was opgelost. Het jaar tevoren reeds had Leopold II te Brussel een internationale aardijks- kundige conferentie bijeengeroepen, ten doel hebbende te beraadslagen over de maatregelen, waardoor een einde zou kunnen worden gemaakt aan den slaven handel in Afrika en de natuurrijkdom- men van dit continent op te sporen. Op die vergadering werd de „Association in ternationale du Congo" opgericht, waar van het uitvoerend comité te Brussel werd gevestigd. Leopold II was er voor zitter van. Besloten werd verschillende expedities naar frika te zenden, welke dit continent langs de oostkust, naar het v orbeeld van Stanley, zouden binnen dringen om het land te exploreeren. Vijf groepen werden aldus van 1877 tot 1885 naar Zanzibar gezonden, onder leiding van Crespel, Cambier, Ra- mackers, Storms en Popelin. Stanley zelf trad in dienst van Leopold II en werd in 1879 met een tiental officieren naar Boma gestuurd. Na tal van moeilijk heden stichtte hij in 1881 op de oevers van den Congostroom, Leopoldstad en Vivi. Met de inlandsche hoofden werden overeenkomsten gesloten, waardoor deze souvereiniteit van de „Association inter nationale du Congo" erkenden, n 1882 keerde Stanley naar Midden-Afrika terug en stichtte talrijke posten, o.a. te Bolobo en te Stanleyville; hij ontdekte de meren Leopold II en Tumbo en ex ploreerde de stroomen Lulonga en Lomami. Een andere vertegenwoordiger van Leopold II, Wissemann, bezocht de meer Zuidelijk gelegen streken, besproeid door de Loedoed- en Sankoeroestroomen. In de bezette gewesten werd het vaandel der Association Internationale geplant, een blauwe vlag met gouden ster Reeds aanvang 1884 werd deze vlag door de Vereenigde Staten erkend, als die van „een bevriende regeering'in April 1884 volgde de erkenning door Frankrijk en op 8 November van het zelfde jaar die van Duitschland Inmiddels werd door Leopold II en zijn gezanten Lambermont en Banning een handige diplomatieke campagne ge voerd, welke tot gevolg had dat Bis- marck in Januari 1885 te Berlijn een in ternationale conferentie bijeen riep. Een algemeene acte werd aldaar opgemaakt waardoor de meeste landen van Europa Leopold II als souverein van den Congo staat erkenden. Te Vivi, een post op den Congostroom in de buurt van Makadi, werd op 1 Juli 1885 de oprichting van den aldus genaamden Onafhankelijken Congostaat plechtig geproclameerd door sir Francis de Winton, den eersten gou verneur van den nieuwen staat. Inmiddels werd de bezetting van de uitgebreide Congogebieden methodisch voortgezet. Luitenant Coquilhat onder wierp in 1886 de krijgszuchtige stammen de»* Bangala's, terwijl rianesens en Van Gele den Albanghistroom exploreerden. Len protestantsche zendeling, Greufell, exploreerde dj rivieren Albangi, Monga- la, Itunbiri en Kroango. In 1890 werd de Compagnie den Congo opgericht met het doel een spoorweg aan te leggen tus- schen Matadi en Leopoldville. Met dit belangrijke werk, 400 K.Mwas men in 1898 klaar; aan de 16 eerste kilometers, in het rotsachtig gebied van Matadi tot Palahala, had men. drie jaren gearbeid. In 1889 scheelde het weinig dat het Zuidelijke deel der kolonie Katanga aan de souvereiniteit van Leopold II ont snapte. Volgens de acte van Berlijn wa's de souvereiniteit slechts geldig, in dien de betreffende gebieden effectief bezet waren. In genoemd jaar was dit evenwel nog niet het geval voor wat be treft Katanga. Inmiddels maakte de gouverneur der Kaapkolonie, Cecil Rho- des, aanstalten om een Britsche kara vaan uit te rusten met het doel Rhode- sië en Zuid Katanga in te palmen. Toen reeds vermoedde men dat zich aldaar rijke kopermijnen bevonden. Verontrust door dit opzet, nam Leopcld II dadelijk de noodige maatregelen om de Britten voor te zijn. Vier expedities werden naar de Zuidelijke streken gezonden, waar van een onder leiding stond van luite nant Francqui (den tegenwoordigen mi nister van staat). De Belgen gaven hier bij blijk van bekwamen spoed en toen de kolonnes van Cecil Rhodes nog ver af waren, hadden de afgezanten van Leopold II reeds de Zuidelijke grenzen afgebakend en een overeenkomst geslo ten met den voornaamste der inland sche negerhoofden, M'Siri. Leopold II had aan de Congo-onderne ming zijn gansche persoonlijke fortuin gevaagd. Zelfs gebeurde het eenmaal dat de Vorst niet in 6taat was een wis se. van 2 millioen francs te voldoen. Hij sprak ervan met zijn eersten minister Beornaert, die dadelijk bereid was den koning zijn bezittingen, 400.000 francs, af te staan. Leopold II weigerde dit grootmoedig ^pnbod en kon het noodige geld geleend krijgen bij, den groot-in dustrieel en financier Empain, die later voor aezen vriendendienst den titel van baron ontving. De Congokolonie, welke niet alleen rubber, cacao, koffie en palmolie, doch ook goud, koper en radium produceert, is voor België een bron van welvaart geworden. Dit begrijpen de Belgen en daarin ligt de voornaamste oorzaak der populariteit der Belgische koningen en van de gehechtheid der bevolking aan de dynastie der Coburgers. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister Eden gisteren zijn reeds aangekondigde verklaring afgelegd over zijn diplomatieke reis naar Parijs en Rome. Hij zeide o.m.: Het doel van mijn reis naar Parijs was van tweeërlei aard. De Britsche regeering wilde in de eerste plaats de eerste gelegenheid benutten om de Fran- sche regeering een volledige en open verkla ring te geven betreffende de Engelsch Duitsche vlootovereenkomst. Zij wenschte tevens, in overleg met Frankrijk de middelen en wegen bespreken om zoo spoedig moge lijk vorderingen te maken met de onderhan delingen over alle punten van het Londen- sche protocol van 3 Februari. Ik heb den Franschen premier een overzicht gegeven over den inhoud van het Engelsch-Duitsche vlootverdrag en heb hem de redenen, die de Engelsche regeering aanleiding hebben ge geven tot het sluiten van het verdrag over te gaan. Met dezelfde openhartigheid heeft minis ter president Laval de meening te kennen gegeven van de Fransche regeering over dit verdrag. Hij zette ook zijn opinie uiteen be treffende de uitwerking, die dit verdrag zou hebben op de verschillende Europeesche problemen, met welker oplossing beide regee ringen bezig zijn. In den loop van deze besprekingen werd erkend, dat voor de regeling van deze pro blemen, zooals bijv. het luchtpact, het Oostpact, het Midden-Europeesche pact en de overeenkomst inzake bewapeningen te land een nauwe samenwerking tusschen Frankrijk en Engeland noodzakelijk is. Dit zijn problemen, die niet alleen Frankrijk en Groot-Brittannië interesseeren. Wij zoeken derhalve op het oogenblik met de Fransche regeering een vorm van samenleving, die het best in staal is zoo snel en zoo volledig mogelijk de verwerkelijking van het program van de Londensche protocollen van 3 Febru ari door alle landen tot stand te brengen. Aan het einde van de bespreking over de zelfde problemen, die ik in aansluiting daar op met Mussolini te Rome had, konden wij op verheugende wijze constateeren, dat er eensgezindheid bestond over de mogelijkheid verder voer de Europeesche pacificatie te werken in overeenstemming met de in het protocol van Londen en in de resolutie van Stresa vastgelegde richtlijnen. Er bestaat echter reden te hopen, dat de beste onder handelingslijn binnenkort moet worden ge- vonde Bovendien kan ik er niet aan twijfelen, dat ofschoon de drie regeeringen moge lijk aan verschillende problemen van het program niet dezelfde beteekenis of dezelf de urgentie toekennen het mogelijk zou kunnen zijn het eens te worden over een methode, waardoor deze regeeringen in vrije en gelijke onderhandelingen zich zou den vereenig en met andere regeeringen om bij te dragen tot «ie oplossing van deze pro blemen. Voortgaande besprak Eden het Italiaansch- Abessijnsche conflict en verklaarde: Ik heb Mussolini de ernstige bezorgdheid van óe Engelsche regeering inzake de wen ding in het conflict tusschen Italië en Abes sinie medegedeeld. Ik wees er op, dat de Britsche buitenlandsche politiek op den Vol kenbond gegrondvest is en dat dientenge volge de Britsche regeering tegenover ge beurtenissen, die de toekomst van den Volkenbond ver-gaand kunnen beïnvloeden, niet onverschillig kan blijven. Bovendien heeft de openbare meening van Engeland zeer uitgesproken meeningen over deze kwestie. De Engelsche regeering heeft der halve met zorg nagegaan, of zij een of an dere constructieve bijdrage zou kunnen le veren tot een oplossing. Vervolgens neb ik Mussolini den aard be schreven van de door Engeland onder oogen gezien bijdrage, welke ik hem als voorloopig voors'el mocht voorleggen. Dit voorstel betrof in algemeene trekken het vol gende: Ten gunste van een definitieve rege ling van het Italiaansch-Abessijnsche con flict zou de Engelsche regeering bereid zijn Abessinie een gebiedstrook in Britsch Soma- liland aan te bieden, teneinde daarmede aan Abessinie een uitweg naar zee te geven. Dit voorstel zou territoriale en economische con cessies van Abessinie aan Italië vergemakke lijken, die dan mogelijk tot stand zouden zijn gekomen in der. vorm van een regeling. De Britsche regeering zou als tegenprestatie voor dezen gebiedsafstand een concessie wil len hebben ten behoeve van haar stammen in die gebieden, die aan Italië zouden worden afgestaan. Dit voorstel werd niet met een luchtig ge moed gedaan en slechts de ernst van den toe stand kon het afstaan van Britsch gebied zonder een gelijkwaardige tegenprestatie rechtvaardigen. Ik betreur het zeer, dat Mussolini niet in staat was dit voorstel te aanvaarden als een basis voor de oplossing van het conflict. Na mijn terugkeer te Parijs heb ik Laval een overzicht gegeven van mijn besprekingen met Mussolini (AN.P.) De debatten. Nadat Eden zijn verklaring had afgelegd over zijn bezoeken aan Parijs en Rome vroeg Lansbury, wanneer het Lagerhuis deze pro blemen zou kunnen bespreken. Voorts vroeg hij, wanneer de regeering zou kunnen mede- deelen, welke verdere stappen zij voorne mens was te doen teneinde op de Italiaan- sche regeering in de kwestie van het Abes- sijnsche conflict een druk uit te oefenen, zoo als de openbare meening in Europa die uit oefenen kan. Niemand in het Lagerhuis wenscht een politiek van traineeren en uit stellen, zooals die in het Verre Oosten geleid heeft tot de gedeeltelijke verovering van Chi na door Japan. De minister van buitenlandsche zaken, Sir Samuel Hoare, antwoordde, dat hij de bui tengewone urgentie van deze vragen volko men inzag. Hij kon echter niet beslist zeg gen, wanneer het Lagerhuis verdere mede- deelingen omtrent bijzonderheden van de regeering zou kunnen krijgen. Zij wil n.1. niets doen dat de door haar gewenschte ont wikkeling der dingen ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Lansbury antwoordde, dat men weliswaar alles in groote mate moest overlaten, doch dat in laatste instantie het Britsche parle ment verantwoordelijk was. Spr. wenschte niet, dat in de Abessijnsche kwestie zonder raadpleging vooraf van het Lagerhuis, den Volkenbond of anderen een fait accompli tot stand zou komen. Op de vraag van den labourafgevaardig- de, of Mussolini zijn voorwaarden medege deeld had, werd geantwoord, dat de regee ring thans geen verdere mededeelingen kon doen. De nationale liberaal Dickie wilde, dat het Lagerhuis de Abessijnsche kwestie zou kunnen bespreken voordat Britsch ge bied aan Abessinië of een ander land zou worden afgestaan. Sir Samuel Hoare antwoordde: „Het La gerhuis moet de regeering in dit opzicht ver trouwen. Wanneer het niet bereid is dit ver trouwen te schenken gaat de geheele basis van ons werk verloren. Het Britsche voorstel was, gelijk gezegd, in zijn soort een poging. Het vormde een deel van een algemeene po ging, n.1. een regeling van een zeer critieken toestand te vinden, welke catastrophale ge volgen zou kunnen hebben, wanneer hij niet juist behandeld werd. Het voorloopige voor stel van Engeland was niet aanvaardbaar en ik geloof derhalve, dat het vervalt". Hiermede waren de debatten ten einde. (A.N.P.) MIJNONGELUK IN DUITSCHLAND. En een wonderlijke redding. In den nacht van 22 op 23 Juni was in de Delbrueckmijnen nabij Hindenburg (Dl.) een ontploffing ontstaan, tengevolge waar van een 53-jarige arbeider van de buitenwe reld werd afgesneden op een diepte van 130 M. Na negen dagen heeft het bergingswerk onverhoopt nog tot een gunstig resultaat geleid. Gistermiddag n.1. vond men den on gelukkige nog levend. Hij had zijn leven te danken aan het feit, dat op de plaats des onheils een waterleiding aanwezig was, die door de ontploffing niet was aangetast, zoo dat hij voorzien was van drinkwater. (A.N.P.) DUITSCHE OUDSTRIJDERS. Naar Frankrijk. Vijftig Duitsche oudstrijders uit Stuttgart, die op uitnoodiging van den Franschen bond van longgewonden onderweg zijn naar Clair Vivre, zijn gistermorgen op doorreis in Lyon begroet door den Duitschen consul en door Fransche oudstrijders. Nadat zij bij het monument voor in den oorlog gesneuvelden een krans hadden neergelegd, werden zij in het raadhuis door minister Herriot in zijn kwaliteit van burgemeester van Lyon ontvan gen. Er werden toespraken gewisseld door Herriot en den leider der delegatie. (A.N.P.) GASONTPLOFFING TE BERLIJN-STEGLITZ. In een woning te Berlijn-Steglitz had gis teren een gasontploffing plaats, waardoor een vrouw werd gedood, een andere vrouw licht en een derde vrouw zwaar werd ge wond. De ontploffing veroorzaakte groote mate- rieele schade en alle ruiten van de woningen in de omgeving sprongen. (A.N.P.) EEN ONHANDELBARE GEMEENTE RAAD. Een regeeringscommissaris voor Lodz. Aangezien in den gemeenteraad van Lodz in Polen sedert eenigen tijd geregeld ernsti ge vechtpartijen plaats hadden tusschen de leden van de oppositie en de regeeringspar- tijen, en ook de verkiezing van een burge meester niet mogelijk bleek, zal, naar in de pers wordt medegedeeld, de gemeenteraad worden ontbonden en zal de stad door een regeeringscommissaris worden geregeerd. (A.N.P.) Vijftig jaar geleden: de Congo. (Dag. Overzicht). Eden vertelt in het Lagerhuis van zijn reis. (Buitenland). Groote ramp door overstrooming in China. (Buitenland. Roosevelt lijdt wederom gevoeli- gen nederlaag. (Buitenland). De St. Willeborduskerk te Hulst is tot basiliek verheven. (Binnen land). Groote studentenfeesten te Lei den. (Binnenland). Herdenking overlijden Prins Hen drik. (Binnenland). Prinses Juliana huldigt mr. Lede- boer, die aftreedt als kringcommis saris van Noord-Holland-Noord van het Roode Kruis. (Stad.) (Zie verder eventueel laatste berichten.) DOODELIJK ONGELUK IN HET NEBELHORN-GEBIED. Gistermiddag is de 23-jarige schoenmaker Georg Staib uit Lindenberg in den Allgau (Dtl.) in het Nebelhorngebied van een voor uitstekende rots naar beneden gestort en ge dood. Hij was vergezeld door een 17-jarigen broer, die echter geen hulp kon bieden. Het lijk werd pas later op den dag door een hulp expeditie geborgen. (A.N.P.) LAVAL OVER DE VLOOTBESPREKINGEN. Op zijn reis door Auvergue heeft de Fran sche ministerpresident Laval een overzicht van zijn diplomatieken arbeid gegeven. Hij herinnerde aan de liquidatie van het Saar- vraagstuk, de besprekingen te Rome en te Londen en het Verdrag van Sovjet-Rusland. Sprekend over het jongste Engelsch-Duitsche vlootaccoord en over de gereserveerdheid, waarmede dit door Frankrijk is ontvangen, verklaarde hij: „Ik heb tot Engeland klare taal gesproken en zelfs degenen, die mij te gematigd vinden, zouden misschien van oor deel zijn, dat ik te ver ben gegaan, indien zij de nauwkeurige termen welke ik gebruikt heb zouden kennen." Wat den binnenlandschen toestand van Frankrijk betreft, besloot Laval: „Ik richt mij tot allen. Ik ga voor niets op zij. Indien im populariteit mijn deel moet zijn, zij het mijn belooning. Ik vertegenwoordig de wet, het regime en Frankrijk. Geen enkele bedreiging, vanwaar zij komt in welken vorm ook, zal mij van den rechten weg afhouden. (A.N.P.) DE ZOMERMANOEUVRES. Het Milaneesche avondblad „Sera'' geeft opmerkelijke beschouwingen over de Ita- liaansche zomermanoeuvres. Daarin wordt o.m. gezegd, dat aan deze manoeuvres groot belang wordt gehecht. Ook de politiek-mili- taire zijde van de zaak moet daarbij worden overwogen. Terwijl ongeveer 500.000 man op oorlogssterkte uitgerust aan de militaire oefeningen in de meest verschillende dieelen van Italië zullen deelnemen, zullen de ver schepingen van troepen naar Oost-Afrika voortgaan, welke men ter oplossing van een niet meer dragei ijken toestand noodzakelijk acht. Er bestaat nog slechts één oplossing van het Abessijnsche vraagstuk en voor een zoo danige oplossing is Italië uitgerust. De groote militaire oefeningen hebben een zeer duidelijk doel. Zij vormen een vermaning aan hen, die Italië in den weg treden of die een streek jegens Italië willen uithalen. (A.N.P.) AARDSCHOKKEN BIJ DE ETNA. Verwoestingen. In de omgeving van het aan den voet van de Etna gelegen Italiaansche stadje Acireale zijn gistermorgen om half vijf en om kwart over tien twee hevige aardschokken waarge nomen, ten gevolge waarvan eenige groote huizen en 28 kleine boerenwoningen ver woest werden. 50 personen werden licht ge wond. (AN.P.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1