Jilmnizuws Stad m Om O^üumdand Voor 100 jaar. DE BLINDE VLIEGENIER. Bioscoop-theater Harmonie. SNELHEIDSMANIAKKEN. Alkmaarsch Bioscoop Theater. DE INZET VAN DE N, W. B.-BONDSFEESTEN. V SAY IT WITH MUSIC. Cinema Americain. Doordat er deze week in Cinema Ameri cain twee hoofdnummers de volle aandacht vragen, is het voorprogramma uit den aard der zaak zeer klein. Dat kan ook niet anders, ■want de beide hoofdfilms nemen zooveel tijd in beslag, dat daarmee reeds een langen avond gevuld wordt. De eerste film „Slachtoffers der weten schap" met Ralph Bellamy en Fay Wray zou doen vermoeden, dat er misschien doo- den te betreuren zouden zijn ingevolge een of andere explosieve uitvinding. Dat is echter in 't geheel niet waar. Want deze film draagt het karakter van de zoo succesvolle film „Mannen in 't wit". Ook hier speelt de heele historie zich af in een ziekenhuis. Het is de hoofdzuster, die niet alleen een be kwaam verpleegster is, doch waarvan ook een zeer bijzondere bekoring uitgaat. Vele doctoren doen hopelooze pogingen haar voor zich te winnen, doch slecnts aan dr. Preston gelukt het haar voor zich op te eischen. Nu is echter dr. Preston de minst geluk kige keus, want na verloop van tijd blijkt, dat deze arts ook „liefde" heeft opgevat voor diverse andere lieftallige verpleegstertjes, o.a. zuster Andros, die ten eenenmale onge schikt is voor haar vak. Zoo ziet b.v. een pa tiënt van zuster Andros kans, om tijdens een kleine minnerij met dr. Preston jodium te slikken en zooals men weet, dat is niet be vordelijk van de gezondheid. Het is dan ook door het snelle optreden van de hoofdzuster in samenwerking met het ingrijpen van dr. Barclay, dat ernstiger gevolgen uitblijven. Dit muisje heeft natuurlijk een staartje en zuster Andros wordt hiervan de dupe, omdat haar op staanden voet ontslag wordt toege zegd. Dat dr. Preston niet ontslagen wordt, vindt z'n oorzaak in het feit, dat dr. Barclay (die ook op de hoofdzuster verliefd is) zijn mededinger op voortreffelijke wijze uit zijn pijnlijke situatie redt. Doch de hoofdzuster, die door zuster Andros bereids is ingelicht, weet, wat haar te doen staat en ze ziet haar liefde van dr. Preston als sneeuw voor de zon verdwijnen. Inmiddels echter en dat gedeelte neemt geruimen tijd in beslag ma ken we ook een uitermate ernstige operatie mee van patiënt no. 5. Deze operatie wordt verricht door dr. Selby, de man, die als chi rurg een groote beroemdheid heeft verwor ven, doch die door zijn ouderwetsche me- thoae niet inziet, dat patiënt no. 5 er onder zijn behandeling wel eens het leven bij zou kunnen inschieten. Als het critieke oogenblik daar is, neemt zijn assistent dr. Barclay de operatie over en deze behandelt volgens de nieuwe methodoe de patiënt en met succes. Dr. Selby legt dan ziin ambt neer, dr. Bar clay volgt hem op en ach, met een beetje combinatie-vermogen is dan het verdere ver loop tusschen de hoofdverpleegster en dr. Barclay te voorzien. Na de pauze draait de groote show-film ,,Say it with music" met medewerking van dt beroemde BBC-band van Jack Payne. Het handelt, hoe Jack Payne's beginnummer „Say it with music" tot stand is gekomen. In bonte afwisseling worden eenige knappe show-nummers door het verhaal geweven. Want instrumentaal, zoowel als vocaal be hoort de oude radioband toch nog tot de bes ten van het Europeesch continent. Zonder overdrijving kunnen we verzekeren, dat deze film niet voor zijn vooorganger behoeft on der te doen. Het is een genot eenigen tijd temidden van een zoo select gezelschap mu sici te vertoeven en het zal o.i. de beide films dan ook niet aan belangstelling ont breken. Het vraagstuk der landing bij mist is voor de aviatiek momenteel zeker even urgent als op het moment toen paramount deze film be gon op te nemen Met dit gegeven als grond- slag kwam de film De Blonde Vliegenier tot stand. Het wil ons voorkomen, dat het tech nische gedeelte aan heel wat fouten mank gaat en wel eenige vraagteekens achter laat, maar dit behoeft niet zooveel af te doen aan de sensationeele waarde ervan. De handeling is in het kort als volgt: De vlieger Ken Gordon heeft het plan een oceaan-vlucht te gaan maken in een geblin deerd toestel. Op zichzelf is dit een vrij ge waagde onderneming en wanneer het dan zoover komt, dat het moment van starten daar is, geeft de regeering hem voor een der gelijke waaghalzerij dan ook geen vergun ning. Dit is een groote slag voor Ken (Cary Graiït). Als een inspireerende muze komt dan echter Sheila Mason (Myrna Loy) een reclame-aviatrice ten tooneele die Ken on-, der het oog brengt dat het ook zonder het „papiertje" van de regeering mogelijk is om „los" te komen. In het dan volgende tafreel- tje tracht Sheila een gaskachel aan te steken doch aangezien dit niet gelukt, schiet Ken te hulp die het ongeluk treft een dosis uitge stroomd gas tot ontploffing te brengen. De vlam hiervan slaat hem in het gezicht en ziet kans, zonder verder ook maar iets aan zijn gezicht te verbranden, hem het gezichtsver mogen te ontnemen. Een raadselachtig geval, maar hoe het ook zij (de film wil het!) Ken is blind. Dit lijkt op het einde van zijn vlie geniersloopbaan. Sheila haalt hem evenwel uit de door hem zelf gezochte afzondering terug en Ken be gint naarstig te werken aan de schepping van een zoogenaamde „automatische piloot'' Dit zou hem in staat stellen ondanks zijn blindheid te vliegen, op het moment dat hij zijn toesitel klaar heeft wordt echter zijn machine door de maatschappij die hem deze verhuurde, teruggehaald, daar hij de huur niet meer voldeed. Sheila zoekt naar metho den om Ken z'n machine terug te geven en meent hierin te kunnen slagen door een non stop-vlucht van Moskou naar New-York te maken, op welke prestatie een of andere fir ma een prijs van 25.000 heeft uitgeloofd. Ze start in Moskou en tot en met de Aineri- kaansche kust gaat alles goed. Daar blijken evenwel door mist alle vliegvelden dicht Ae zitten en haar benzinevoorraad is niet vol doende om een verder afgelegen vliegveld te bereiken. Dan brengt Ken echter redding. Hij steelt zijn teruggehaalde toestel en slaagt erin Sheila behouden op den grond te brengen, waarna het bekende „happy end" de zaak be sluit. Zooals gezegd, technisch is het peil aller minst te" roemen. Zeer zeker ontbreekt het niet aan de noodige sensationeele en ook wel komische momenten, maar de nuchtere wer kelijkheid is vaak wat al te veel verwaar loosd. In het voorprogramma gaan een paar aar dige muzikale voorfilmpjes en een Screen- song, benevens dè gebruikelijke journaals. Richard Talmadge in de hoofdrol van de nieuwe hoofdfilm in het A. B. T. Dat beteekent een sensationeel verhaal met tal van staaltjes van kracht en behen digheid van den vluggen athleet, die als springer niet te overtreffen is. In „Snel heidsmaniakken" vervult hij de rol van Bob Stuart, zoon van een scheepsbou wer. Maar Bob speelt liever polo dan in de zaak te werken. Doch onder invloed van Joan, het eenige meisje dat hem in teresseert, gaat hij zich met de scheeps- bouwerij bemoeien. Zijn vader is wat ouderwetsch en voelt niet veel voor de nieuwe raceboo ten. Maar hij moet wel met zijn tijd meegaan. Een van de firma's die tot de beste klanten behoort, zal nieuwe race booten bestellen bij den bouwer, die de snelste boot in den wedstrijd heeft. Stnarts meesterknecht speelt valsch spel. Hij heuit met den vijand. Bob komt er achter. Hij bouwt met één der trouw ste mannen van zijn vader een raceboot, die zeker moet winnen. De tegenstanders weten echter in den nacht voor den wedstrijd iets aan Bob's boot te verknoeien en Bob verliest. Maar het bedrog komt uit en op sensationeele wijze weet Bob de teekening van het contract der levering te verhinderen. De verraders ontgaan hun straf niet en Bob en Joan, nu dat begrijpt ge wel. Het wordt Bob in deze film niet ge makkelijk gemaakt, maar Richard Tal madge slaat zich zoowel letterlijk als figuurlijk met veel bravour door alle moeilijkheden heen. Het gaat er soms heet toe. Joan wordt zeer aantrekkelijk gespeeld door Nancy Drexel en de ver dere medewerkenden maken deze boeiende sensatiefilm tot een zeer ge slaagd geheel. Het voorprogramma bracht allereerst twee journaals: Univer6al en Profilti. Het laatste met zeer mooie opnamen van het bezoek van H. M. de Koningin aan den Helder. Hierbij is ook haar toe spraak' opgenomen. Twee aardige tee kenfilms, een komische tweeacter en een fraaie natuuropname van Garmisch- Partenkirchen voltooien het programma. Il„ deze laatste film wordt alle winter sport getoond die in de Olympiade dier sport in Februari 1936 aldaar zal wor den gegeven. De sneeuwopnamen der Beiersche Alpen zijn al bijzonder ge- s'aagd. ESKIMO. Vidoria-theater. Wie „Groot Wild" kent, een roman uit het land der Eskimo's van Peter Freuchen, weet wel, dat het leven dier primitieve stam men in het hooge Noorden vol eenvoud en ontbering maar ook vol romantiek is. De Eskimo leeft van de jacht en de grootste en machtigste man van den stam is hij, die er in slaagt de meeste rendieren, walrussen en walvisschen te bemachtigen, die de meeste huiden van pooldieren bezit en zich voor den komenden winter de groot ste reserves aan gedroogd vleesch kan vor men. Mala is de groote jager, die met zijn speer de zalmen doorboort en met onfeilba re zekerheid een vogel in zijn vlucht treft. Maar Mala, de primitieve mensch met zijn eenvoudige maar zuivere opvattingen, ziet op een oogenblik een rasgenoot, die een echt geweer heeft, een geweer waarmee men de rendieren van de verte kan neerleggen en zich voor vrouw en kinderen gemakkelijk een flinken vleeschvoorraad kan veroveren. Mala wil ook een geweer hebben en de ster ke man met zijn karakteristieken kop en prachtig gebit besluit met zijn vrouw Iva en de kinderen naar de witte mannen te gaan, de handelaars in pelsen, die van de Eskimo's voor een geweer met munitie en wat tabak de prachtigste vellen van pool dieren inruilen. De geheele famlie trekt op de met honden bespannen slede dagen lang door de vlakte van ijs en sneeuw naar het f;ebied waar de schepen der witte mannen iggen en een kapitein ruilt vele vellen van poolvossen en beren tegen een geweer en wat munitie. Mala. die bijzonder verheugd over den ruil is, wil met zijn vrouw van boord gaan, maar de kapitein een robuste kerel, heeft zin in Mala's vrouw en gebiedt, dat zij zal blijven. Reeds eerder heeft Mala, naar 's lands gebruik, zijn vrouw aan een zijner gasten afgestaan, maar dan bood hij zelf dat offer. Nu de kapitein eenvoudig neemt stuit hem dit optreden van den wit ten man tegen de borst en als Iva, weer in zijn hut komt en dronken blijkt te zijn, werpt hij de tabak, welke zij meebrengt ver van zich. Hij laat den witten man beloven, dat deze zijn vrouw verder ongemoeid zal laten en Mala, de groote jager gaat dan vol vertrouwen mee op de walvischvangst. Iva, zijn vrouw, belooft hem in de primitie ve taal der Eskimo's, dat zij op „iemand" zal wachten. Men ziet hoe de Eskimo's den walvisch vermeesteren en hoe Mala daarbij de leiding heeft. Intusschen is er muziek aan boord van het schip der witte mannen en de kapitein gelast de Eskimo-vrouw voor hem te brengen. Hij schendt zijn belofte en als Iva naar huis gaat en dronken over de sneeuwvlakte kruipt, komt een der schepe lingen op de gedachte, dat zij een zeehond is en schiet haar neer. Als Mala van de jacht terugkomt vindt hij zijn vrouw niet meer. Hij brengt persoonlijk de geleend harpoen bij den scheepskapitein en door boort dien daarmede. Dan is er volgens Mala's begrippen aan het recht voldaan en hij trekt met zijn gezin terug naar de plaats waar zijn stam over wintert waar hij met gejuich wordt ontvan gen omdat men door zijn terugkomst zeker van voedsel in den winter is. De Canadeesche politie komt op Jiet spoor van den moord en twee sergeants krijgen op dracht Mala gevangen te nemen. Zij komen op dien tocht bijna van koude en honger om, maar Mala redt hen en verzorgt ze in zijn hut: Hij heeft een anderen naam aangenomen maar een even primitieve rasgenoot deelt den politiemanoen mee, dat hij de gezochte is en dan trekt Mala met de beide mannen naar den verren politiepost. Hij is volkomen vrij in zijn bewegingen totdat er een inspec teur verschijnt, die niet begrijpt hoe men een gevangene op jacht kan laten gaan. Mala wordt vastgehouden en geboeid, maar de groot-jager kan niet in een klem zitten. Hij breekt met reuzenkracht los en ontkomt met een span honden, een geweer en enkele pa tronen. Onderweg blijkt, dat zijn patronen niet in zijn geweer passen. Hij kan nu niet jagen, eet achtereenvolgens al zijn honden op en wordt door de politiemannen, die hem gevolgd zijn, uitgeput in zijn standplaats ge bracht Zij willen hem dan opnieuw mee nemen, maar Mala heeft genoeg van de be moeiingen der witte mannen, hij verlaat met een van zijn twee vrouwen die hij beide na Iva's dood van een rasgenoot cadeau kreeg de nederzetting, drijft met een ijs schots af en is niet meer te achterhalen. In de lente zal hij wel weer komen, maar daarop kan de politie niet wachten en het komt er dus practisch op neer, dat Mala verder ongemoeid zal wor den gelaten. Treffend staan in deze film, evenals trouwens in Freuchen's boek, de op vattingen van de „beschaafde" blanken tegen over die van de inboorlingen en eerst dan constateert men hoe zuiver de primitieve Eskimo's in hun voelen en denken zijn, hoe trouw en aanhankelijk, hoe gastvrij zij zijn en hoe zij de moraal huldigen, dat een eens gegeven woord onder alle omstandigheden moet worden gehouden. Deze prachtfilm van den bekenden regis seur W. S. van Dijke, waarvoor een expedi tie van 35 personen naar het Poolgebied trok om eerst na twee jaar terug te keeren, is uit een oogpunt van land- en volkenkunde van buitengewone beteekenis. De geschiedenis wordt geheel door Eskimo's vertolkt en de film geeft in haar beeldenreeksen niet alleen het intieme leven dezer oermenschen in al zijn schakeeringen weer, maar bovendien pachtige jachttafreelen met walrussen, wal visschen, ijsbeeren en rendieren waarvan men enorme kudden bijeenziet. Eskimo is een natuurfilm uit het hooge Noorden en dank zij Peter Freuchen, die ja renlang onder deze primitieve mannen en vrouwen vertoefde, ontbreekt het romans tische element niet. Het is wonderlijk, dat men onder deze inboorlingen mannen en vrouwen aantreft, die spel te genieten geven, dat volleerde filmartisten niet zouden ver beteren. r Vooraf gaat een klucht getiteld „kinder versjes", een screensong en een uitgebreid journaal. CINEMA EN THEATER. Deze week vindt men in het Weekblad o.m. geïllustreerd filmnieuws van de week, artikelen over den Hollandschen zanger Jan Kiveron, Conrad Veidt, over de maan in Hollywood, over Illiëscu en zijn Tzigane Band, Ned. filmsterren vertellen (Tilly Pe- rin—Bouwmeester), portretten, lilmafbeel- dingen enz. MET DE OUDEN VAN DAGEN. Een uitstapje naar Camperduin. De oproep van den Armenraad aan auto bezitters om hun wagen, evenals vorige jaren, weder beschikbaar te stellen voor een autotocht, aan te bieden aan ouden van dagen, heeft wel succes gehad. En waar ook van andere zijden flinke bijdragen in geld en natura kwamen, konden de plannen ook nu weer definitief worden opgemaakt. Deze waren uitgebreider dan andere jaren, omdat thans niet alleen de door de Diaconie en in de Piusstichting verzorgde ouden zou den worden uitgenoodigd, maar ook zij, die in eigen huis of in hofjes verblijven en geen middelen bezitten om zich een uit stapje te veroorloven. Bovendien was het plan dat ook eenige jongeren, die met de laatste categorie op één lijn konden worden gesteld, de gelegenheid zouden krijgen om mee te gaan. Dat deze allen gaarne een uit- noodiging als bedoeld zouden accepteeren, wist men wel vooraf, maar of de plannen vol voerd zouden kunnen, was nog niet zoo zeker. Intusschen is, zocals gezegd, de be toonde deelname van de meer met aardsche goederen gezegenden zoodanig geweest, dat zelfs de uitgebreide plannen konden worden uitvoerd. De datum van het uitstapje werd bepaald op 5 Juli en als route werd vastgesteld: Alk maar Limmen Bakkum Egmond Bergen Schoorl Camperduin en terug over Egmond Alkmaar. Gistermiddag tegen 1 uur verzamelden zich de deelnemende auto's, bestuurd door hun eigenaren, in de Muzieklaan en de Harddraverslaan en bovendien kwamen er nog een zestal autobussen en al deze wagens waren bezet met menschen, die al bij voor baat genoten in het vooruitzicht van een prettigen middag. Er waren, chauffeurs en geleiders meegeteld, ongeveer 350 personen, mannen en vrouwen, die den tocht meemaak ten. Hoewel de voorbereiding uitstekend was geweest en duidelijke instructies waren ver strekt, duurde het toch nog tot ongeveer half twee eer de heer Verschoor, secretaris van den Armenraad, met zijn oranjevlaggetje hei sein tot vertrek kon geven. Lang, zeer lang, was de sliert van ruim vijftig wagens en zij had heel wat bekijks, niet alleen bij 't vertrek, maar ook onderweg in alle dorpen, waar zij passeerde. Het zoo uit gebreide Heiloo en het' bijna geheel hernieuw de Limmen trok bij de oude passagiers veel aandacht, want velen hunner hadden dat nog niet gezien. Evenzoo was dit met den nieu wen pas een paar weken geleden geopendeu weg Limmen—Bakkum, terecht geroemd als een prachtige verbinding vooral van ('e Zaanstreek met de zee, met heerlijke uitzich ten op bosch en duin. In een matig gangetje ging het verder en de dankbaarheid van de oude passagiers steeg telkens meer. Nabij den Franschman werd voor de eerste maal gestopt om verver9chingen te gebrui ken. De verschillende geleiders(sters) hadden bijna handen te kort om het groote aantal deelnemers zoo vlug mogelijk van het een en ander te voorzien. Dat de „fouragewagen" duchtig werd aangesproken, is te begrijpen, maar dat de voorraden vrijwel onuitputtelijk waren, bleek wel toen de stoet gearriveerd was te Camperduin en geïnstalleerd in het hotel van den heer Minkema: broodjes in ver schillenden vorm en voorzien van verschil lend „meubilair", taart, chocolade, fruit, sigaren, ja, wat niet al, kwam eruit te voor schijn, en gedurig werd met een vriendelijk „Wenscht u niet nog wat?" weer iets anders rondgedeeld. Er bleek goede eetlust te be staan, maar de berg lekkernijen was niet te doorworstelen, en de wagen was nog lang niet leeg, toen om vijf uur het sein tot ver zamelen werd gegeven en allen weer instapt ten om de thuisreis te aanvaarden. Dit instappen was niet steeds even gemak kelijk, want er waren leden van het gezel schap die wegens lichaamsgebreken slechts voetje voor voetje vooruit konden komen, een paar anderen moesten gedragen worden en er waren ook een paar blinden bij. Gelukkig waren er hulpvaardige handen genoeg om allen te helpen. De verpleegsters, die mee reden, deden vooral hier goed werk. Hier in Camperduin ondervond het gezel schap een tegenslag: er kwam een flinke bui regen, die, voorzoover de stevige wind zulks nog zou hebben toegestaan, een bezoek aan de zee en eenenmale tonmogelijk maakte. Maar aan 't gezellige deed dit geen afbreuk, immers men lachte, men praatte, maakte grapjes c-ri er werd zelfs gezongen, zoodat men niet be hoeft te vragen of de stemming een goede was. De terugweg tot Egmond aan dien Hoef langs dezelfde route als de heenreis bood wederom voldoende gelegenheid om zich te verlustigen in het natuurschoon, waaraan dit deel onzer provincie zoo rijk is, en teen ging het via den nieuwen weg naar de kaasstad. Maar dat ging nog niet in éénen door, neen, want halverwege Alkmaar werd wederom halt gehouden en sloofden de die nende geesten zich nogmaals uit om ieder weer op versnaperingen te onthalen. Maar te ruim half zeven waren we dan toch heusch in onze woonplaats terug, waar toen nog een aantal straten werd doorgereden, de Hout werd nog bezocht, we reden nog langs het juist nu weer zoo mooie Rosarium en kwamen dan eindelijk langs het station en via de Kanaalkade op de Nieuwesloot, waar de stoet met een vriendelijk bedankje van den heer Verschoor aan de autorijders werd ont bonden. De deelnemers(sters) werden naar hunne woningen gebracht en bij het afscheid klonk een groote dankbaarheid voor den heerlijken middag, die het mogelijk hadi ge maakt zooveel moois te zien en zoozeer te genieten van y/at op gulle, recht hartelijke wijze was aangeboden. We gelooven wel als vaststaande te mo gen aannemen, dat aüe deelnemers zonder één enkele uitzondering het volgende jaar gaarne weer deel willen uitmaken van hen die dan den allengs als onmisbaar ingebur- gerden „autotocht voor ouden van dagen" zullen meemaken. Dat onze burgemeester ook voorstander is van het verschaffen van een verzetje aan oude gemeentenaren, bewees hij door in Camperduin te komen en verder aan den tocht deelt te nemen. Een woord van dank aan de organisato ren en aan hen, die het uitvoeren der plan nen mogelijk hebben gemaakt, mag hier ze ker niet achterwege blijven. HOE DRENKELINGEN GERED MOETEN WORDEN. Men schrijft ons uit Wieringerwaard. Donderdagavond hield voor den Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen dc heer Meyerink uit Haarlem een causerie, ver duidelijkt met lichtbeelden, over het redden van drenkelingen. De vlotte spreker begon met te vertellen, wat zwemmen was: „zwem men is een kunst, die men oppervlakkig moet leeren om 't grondig te kennen". De zwem kunst is al zeer oud, zooals blijkt b.v. uit het Oude Testament, waar al over zwemmen wordt gesproken. Doch het stelselmatig red den van drenkelingen is nog betrekkelijk jong, toch is er reeds in 1767 in Amtserdam een vereeniging opgericht met het doel, dren kelingen te redden. De methodes van vroeger zijn echter voor onze ideeën wel wat zonder ling; het slachtoffer werd b.v. over een ton gerold of op het achterdeel van een koe ge legd, zoolang tot het dier een levenwekkende straal ontlastte. Het zwemmend redden is nog maar van jongen datum. Het is onge veer een kwart eeuw oud. In verschillende plaatsen zijn afdeelingen van den Ned. Bond tot het redden van drenkelingen. Een kaart van Nederland toonde duidelijk, dat in N.- en Z.-Holland de meeste afdeelingen waren. Toch zijn er nog niet voldoende. De leden dier ver- eenigingen stellen zich beschikbaar bij kin derboottochten, bij ijsvermaak, bij strandge- noegens, om toezicht te houden en zoo noo- dig daadwerkelijk hulp te verleenen De meesten hebben ook een cursus in E.H.B.0 gevolgd en kunnen de eerste maatregelen treffen, tot een arts ter plaatse is, om de be handeling over te nemen. Verschillende een voudig reddingsmiddelen werden per pro jectielantaarn getoond; trouwens, in geval van nood is bijna alles geschikt, om reddings pogingen mee te doen. Alleen: bind aan het in het water naar den drenkeling toe te gooien voorwerp een touw, om bij mis-gooien het opnieuw naar u toe te kunen trekken vooi een hernieuwde poging; bij raak gooien, om het slachtoffer naar den wal te kunnen trek ken. Het redden uit auto's. Na de pauze werd meer speciaal het red den uit auto's behandeld. Niet genoeg kan ik u op het hart drukken, aldus de heer M om nooit de portierraampjes open te draaien Dan ontsnapt de lucht, die het slachtoffer juist zoo noodig heeft. Het water dringt in den wagen, de lucht bovenin wordt samen- geperst en in deze gecomprimeerde lucht Uit de Alkmaar8che Courant van 6 Juli 1835. He Distrikts-Commissie ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in d« Nederlanden te Alkmaar, berigt bij deze, dat de jaarlijksche col lecte vöor het Fonds, tengevolge der daartoe bekomen autori satie zal plaats hebben op Woensdag den 8en July 1835. Zij hoopt, dat de ingezetenen gaarne door milde en ruime bijdragen zullen medewerken tot instand houding eener zoo weldadige inrigting, welke zoo regtmatige aanspraak maken kan op de hulp van elk woldenkend Neder i lander, temeer daar niet alleen verminkten en gekwetsten uit vroegere oorlogen maar ook bij zonder en voornamelijk allen die gedeeld hebben in de veldtogten van 1815 en 1831 alsmede die ten behoud van de koloniën van dezen staat hun bloed hebben veil gehad, met onbekrompen# hand uit derzelve toelagen wor den vei strekt, terwijl het Inva lidenhuis nog bovendien voor ieder openstaat en groote som men tot onderhoud vereischt welke uit de onderscheidene jaarlijksche giften moeten wor den ^avonden. i#j vertrouwt, dat Alkmaars ingezetenen gaarne ook zonder verdere opwekking aan hunne verpligting in deze zullen beant woorden. Namens de distriktscommissie voornoemd, J. A. KLUPPEL, Secretaris en Thesauriers V. wacht de automobilist af, tot er geen water meer naar binnen komt, tot er evenwicht is in den druk van buiten en de druk van binnen. Dan kan het portier worden geopend en kan de drenkeling zich uit zijn gevangenis bevrij den. Er waren bij de Fordfabrieken proeven genomen, en deze leerden, dan een drenkeling het in een auto 3 a 5 minuten kan uithouden, mits de lucht in den wagen blijft. Het is een groote zeldzaamheid, dat de portieren worden ontwricht. De auto ligt meestal mei het zwaarste deel, n.1. de motor, het laagst, de portieren zijn één of beiden vrij, de lucht is achterin, Het is ook zeer wenschelijk, dat men zich van te voren overtuigt, hoe het portier geopend moet worden. De sluitingen zijn nogal verschillend en is men eenmaal onder water met den wagen, dan kan het niet weten, hoe de portiersluiting werkt, noodlottig wor den. Overtuig u daarom, indien u in een vreemde wagen komt, altijd hoe de krukken bewogen moeten worden. Tot slot werd nog de vraag gesteld, hoe met een drenkeling te handelen, die zich in doodsangst aan zijn redder vastklampt en hem alzoo mee tracht te verdrinken. De heer M. demonstreerde toen, hoe men rustige drenkelingen naar den oever brengt en hoe men zich uit den greep van wanhopigen kan bevrijden. Wel is hier heel wat oefening voor noodig en alleen een ervaren zwemmer en redder zal zich gauw uit de omknelling kun nen los maken om ruggelings den drenkeling beetgrijpend hem te beletten, langer zijn noodlottige pogingen vol te houden. In haar dankwoord aan den heer M. zei de voorzitster, mevr. Visser—Bakker, dat ze hoopte, te eeniger tijd aan den inleider te kun nen berichten, dat hier een zwemclub en zwembad, misschien zelfs een reddingsbri gade was opgericht. Een welverdiend applaus beloonde den spreker, die met groote aandacht gevolgd was. PROF. DR. D. PLOOY. t Een verlies voor de kerkelijke wereld. Gister is te Utrecht plotseling overleden prof, dr. Daniël Plooy, hoogleeraar in de theologie aan de Universiteit te Utrecht. Daniël Plooy is op 14 April 1877 te Schiedam geboren en dus 58 jaren oud ge- worden. In zijn geboorteplaats bezocht nij de lagere school en het gymnasium, waar- ua hij te Leiden in de theologie ging stu- deeren. In 1902 promoveerde hij op een proefschrift, getiteld: „De bronnen voor on ze kennis de Lssenen" (een gedeelte van een in 1900 te Leiden met goud bekroonde prijsvraag). Na zijn promotie werd dr. Plooy predi kant bij de Ned. herv. gemeente te Heeze (N. Br.), in 1909 als zoodanig bij de Evan gelisatie te Tiel. In 1913 werd hij benoemd tot Ned. herv. predikant te Leiden. Van 1926 tot 1931 was hij hoogleeraar aan de gem. universiteit van Amsterdam en sedert 1931 hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht in de oud-chris- li 'J 'Stelkunde en de exergese van het Nieuwe Testament. Sedert 1932 was hij te vens buitengewoon hoogleeraar in deze vak ken aan de Universiteit van Amsterdam- j Pl°oy was lid van de Kon. Ned. Academie van Wetenschappen; Dr. Secreu Rutgers University (New Brunswick N. J-) secr Bezan Club for Study of the Westen Text of the New Testament. Van zijn hand verschenen verschillende publicaties, o.m. de Chronologie van het le ven van Paulus 1918 en de Leyden docu- ments relating tot the Pilgrim rathers. Veel auto's met A.N.W.B.-vlaggen vonden gister plotseling nieuwe tollen aan F"1'* lands grenzen. De consuls van den A-N-W noodigden de komenden met een vriendel j* gebaar uit hun wagen te scharen in de van de rmis wachtenden en ook diegenen, die per trein naar de Friesche dieven w"*®'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6