Stad en Omgeving. Jladiopwgcamtna SeuMteton EVAARLIJK SPEL Organisatie openbaar ge woon lager onderwijs gedurende het schooljaar 1935-1936. 2 B. en W. schrijven in bijlage na. 102: Bij de betnauwteting van die gemeente-be- grootirag voor 1906 hebben wij uwe verga dering ons voornemen medegedeeld te ral len voorstellen oen na 1 Augustus a.s. bij het openbaar gewoon lager onderwijs geen bo ventallige onderw ij<zers( essenmeer werk zaam te doen zijn en deze te vervangen door kweefcelingen met akte, echter niet duur zaam, maar tijdelijk, bij wijze van over gangsmaatregel. Wij zijn tot deze toezegging gekomen, om dat de financieele toestand van de gemeente het dringend noodzakelijk maakt op de uit gaven voor boventallig onderwijzend perso neel belangrijk te bezuinigen. Aan de band van de vermoedelijke bezet ting der verschillende klassen met den aan vang van bet eerstvolgende schooljaar en de gevolgen daarvan bij handhaving van den thans bestaanden toestand, welke gegevens wij voor u ter inzage zullen leggen, hebben wij overwogen, welke maatregelen kunnen worden getroffen om tot bet gestelde doel te geraken. Maar mate van het tempo, waarin de ver mindering, c.q. afschaffing, van boventallige leerkrachten zal plaats hebben, zullen ode de te treffen maatregelen minder of meer in grijpend moeten zijn. Hierbij is ievens in acht te nemen, dat in de naaste toekomst in het algemeen wellicht niet op toename van leerlingen kan worden gerekend. De aantallen op 1 April j.1. in het bevolkingsregister ingeschreven niet-R.K. kinderen (dus met inbegrip van de voor de beide christelijke scholen bestemde leerlin gen), voor wie achtereenvolgens toelating t >t de eerste klassen zal kunnen worden ge vraagd, bedragen voor het eerstkomende schooljaar 270 en voor de daarop volgende schooljaren resp. 291, 253, 275, 252 en 279. Een in 1936 wellicht iets grooter aantal leerlingen dan thans voor de eerste klassen, gaat in het totaal weer verloren door het verdwijnen van de zesde klassen. Wanneer geen bijzondere maatregelen worden getroffen, zal het aantal boventalli ge leerkrachten ten minste 4 blijven, n.1. aan de Tesselschade, de Bosboom-Toussaint-, de Hofdijk- en de Rochdaleschool elk 1, waar bij wij er in het bijzonder nog op zullen moeten letten, dat voor de Bosboom-Tous saintschool en voor de Lindenschool dit jaar de vereischte gemiddelde aantallen leerlin gen bereikt worden. Het getal van 4 kan niet gehandhaafd worden, zelfs niet in geval van vervanging door kweekelingen met akte. De uitgaven voor deze laatsten toch komen in aanspraak® 101 der Lager-onderwijswet 1920. Te reke nen naar een belooning per kweekeling per jaar van 800, op welk bedrag wij, indien uwe vergadering zich met onze voorstellen vereenigt, de belooning vooralsnog zouden willen handhaven, zou het genoemde bedrag per leerling een verhooging ondergaan met plm. 0.50 voor iederen in dienst te nemen kweekeling, en de vergoeding in totaal meer dan 1000 per jaar hooger worden, zoodat 4 kweekelingen een uitgaaf zouden vorderen van plm 7500. Toch zouden wij thans niet zoover kunnen of willen gaan om tegen 1 Augustus of 1 Januari a.s. alleen verplichte leerkrachten te hebben. De daarvoor te treffen maatregelen zouden ten deele wellicht niet uitvoerbaar zijn. Overigens zouden zij, naar het ons voorkomt, in eens te ingrijpend zijn, vooral ook in verband met de omstandigheid, dat in het algemeen het gemiddeld aantal leer lingen van een school in het afgeloopen ka lenderjaar beslissend is ten aanzien van het aantal verplichte leerkrachten aan die school gedurende het loopende kalenderjaar. Wij geven daarom de voorkeur aan een ge- lei del ij ke vermindering, om ten slotte, zoo mogelijk en noodig, tot opheffing van het instituut der boventallige leerkrachten te ge raken. Daarnaast zouden wij intusschen het aantal scholen of het aantal klassen van el ke school niet willen beperken, en zooveel mogelijk willen handhaven het beginsel, dat de kinderen worden geplaatst op de door de ouders gewenschte school. Met deze beide omstandigheden kan geen rekening worden gehouden in geval van opheffing of geleide lijke opheffing van een school. Bovendien be staat daartegen het bezwaar, dat eensdeels het opleidingsonderwijs aanmerkelijk zou worden beperkt en de gemeente ten deze wel licht niet meer ten volle aan de verlangens der ouders zou kunnen voldoen, op welk punt wij hierna nog terug komen, anderzijds de klassen der in stand te houden scholen 'n volle of vrijwel volle bezetting zouden heb ben, zoodat in vele gevallen voor nieuw in komende leerlingen geen plaats meer be schikbaar zou zijn. Naar het ons voorkomt, blijft dan alleen over de maatregel van combinatie van klas sen. De thans toe te passen beperking van het aantal leerkrachten zouden wij gelijkelijk willen verdeelen over de opleidings- en de niet-opleidingsscholen. Elke soort heeft thans 2 boventallige leerkrachten (Tesselschade- en Bosboom-Toussaintschool, Hofdijk- en Roch daleschool), welk getal dan voor elke soort is terug te brengen tot 1. Op grond van de aantallen leerlingen ko men in de eerste plaats voor beperkig in aanmerking de Bosboom-Toussaintschool en de Hofdijkschool. De le en 2e klassen van de Bosboom- Toussaintschool zullen waarschijnlijk 17 en 22, samen 39 leerlingen tellen, de le en 2e klassen van de Hofdijkschool waarschijnlijk 23 en 35, samen 58, en de 3e klasse van deze school waarschijnlijk 27, totaal 85 leerlin gen. De combinatie zal zoodanig moeten zijn, dat aan elke school het onderwijs door 5 leerkrachten kan worden gegeven. Wij zul len nog nader overwegen, welke wijze van combinatie het minst schadelijk voor het on derwijs kan worden geacht. Voor wat de op leidingsscholen betreft, zullen alle aanvra gen om toelating kunnen worden ingewil ligd. Beperking der combinatie aan de Hof dijkschool tot de klassen 1 en 2 heeft tot ge volg, dat een nader te bepalen aantal kinde ren zal moeten worden overgeplaatst naar andere scholen. Door in de combinatie ook de 3e klasse te betrekken en b.v. de 2e klasse ten deele te voegen bij de le en ten deele bij de 3e, zal deze overplaatsing een geringer omvang aannemen of wellicht niet noodig zijn. Eerstgenoemde combinatie heeft o.m. het voordeel, dat de aantallen leerlingen aan andere scholen verhoogd worden en eener- zijds de kans op behoud van alleen verplich te leerkracten grooter wordt, en anderzijds het overbodig worden van boventallige leer krachten kan worden bespoedigd. De tewerkstelling van een kweekelinge met akte aan de Bosboom-Toussaintschool kan worden beëindigd. Aan de Hofdijkschool komt één vastaangestelde leerkracht in aan merking voor ontslag, met aanspraak cp «wachtgeld ten laste van het Rijk. De Tesselschadeschool en de Rochdale school zullen dan elk één boventallige leer kracht behouden. Deze plaatsen kunnen worden ingenomen door kweekelingen met akte, met gelijktijdig ontslag van de beide thans in tijdelijken dienst zijnde leerkrach ten. Wij ontveinzen ons niet, dat na tot stand koming van beide hiervoor genoemde maat regelen nog geen blijvende toestand wordt verkregen, zelfs niet met behoud van 2 bo ventallige leerkrachten. Wanneer aan een school net gemiddeld aantal leerlingen tot beneden 186 daalt en daarnaast een ander e school niet een zoodanig gemiddelde heeft bereikt, dat daar de boventallige leerkracht kan verdwijnen zijn nieuwe maatregelen noo dig om een beperking tot 2 boventallige leer krachten te behouden. Zal met het oog op den financieelen toestand van de gemeente of andere omstandigheden te zijner tijd een ver dere beperkig noodig blijken, dan zullen nog uitgebreider maatregelen moeten worden getroffen. Niet uitgesloten is het te achten, dat dan vier- of zelfs drie-mansscholen moe ten worden gevormd. Wij hebben over deze aangelegenheid ad viezen gevraagd van daarvoor in aanmer king komende onderwijs-instanties en -orga nisaties. Wij zullen de ingekomen adviezen voor u ter inzage leggen. Sommige van de in deze adviezen vermel de punten geven ons aanleiding tot een na dere beschouwing Gewezen wordt o.m. op een andere wijze van bezuiniging op onderwijsuitgaven, n.1. op de kosten van onderhoud van de school gebouwen, door dit onderhoud te onttrekken aan den dienst der gemeentewerken en op te dragen aan de hoofden van scholen. Wij hebben indertijd met één school een proef in dezen geest genomen. Deze proef is niet voortgezet. Mocht blijken, dat op het onder houd van schoolgebouwen bezuiniging mo gelijk zou zijn, dan zou deze niet in plaats van, doch naast een bezuiniging op uitga ven voor boventallig onderwijzend personeel moeten worden ingevoerd. In één der adviezen komt de opmerking voor, dat de voorgestelde maatregelen ge voegelijk een jaar kunnen worden uitgesteld, omdat daardoor toch geen bezuiniging wordt verkregen. Door de wettelijke voor schriften is het inderdaad mogelijk, dat be zuiniging gedurende het eerstvolgende schooljaar achterwege blijft. Immers de kos ten van het in dienst nemen van kweekelin gen met akte zijn terstond van invloed op de vergoeding, uit te keeren aan bijzondere schoolbesturen, terwijl deze laatsten daar naast bovendien nog gedurende een jaar aan spraak behouden op vergoeding der wedden van boventallige leerkrachten. Ontslag van zoodanige vastaangestelde leerkrachten, niet op eigen verzoek en met ingang van een dag, voorafgaande aan dien, waarop dfe aan spraak op vergoeding der wedden eindigt, wordt in den regel in beroep niet gehande haafd. Wanneer deze leerkrachten echter in tijdelijken dienst zijn, zouden de schoolbe sturen kunnen medewerken aar het verkrij gen van spoediger bezuiniging door de ge meente, door de leerkrachten te ontslaan en ze te vervangen door kweekelingen met akie. Wij zullen daartoe aan de schoolbesturen het verzoek doen. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat, door thans de maat regelen uit te stellen, het volgend jaar op dezelfde gronden opnieuw uitstel kan wor den bepleit. Slechts de uiteindelijk te verkrij gen bezuiniging moet grondslag voor de te nemen beslissing zijn. En deze bestaat per leerkracht uit het verschil tusschen de wedde van een onderwijzer(es), in minimum op 21- jarigen leeftijd 1179, doch in den regel meer bedragende, en de belooning van een kweekeling, voorgesteld op 800. Hetzelfde advies bevat ook nog de opmer king, dat een andere wijze van bezuinigen mogelijk is, door n.1. niet voor het oplei dingsonderwijs geschikte leerlingen te plaat sen op niet-opleidingsscholen. Aan deze laat sten zouden dan dé boventallige leerkrach ten komen te vervallen, terwijl één vol-bezet- te opleidingsschool tot stand komt, desnoods met één of meer parallel-klassen. Wij kun nen deze gedachte niet overnemen. In de eer ste plaats is het zeer de vraag, of bedoeld aantal over te plaatsen leerlingen zoo groot is, dat met één opleidingsschool voor de overblijvende leerlingen kan worden vol staan, vooral ook, omdat pas in de hoogere klassen omtrent de al of niet ge9chiktneid een oordeel kan worden gevormd, en dus ook eerst door ontvolking zou kunnen plaats hebben. Vorming van een parallel-klassen maakt de kans op het hebben van bovental lige leerkrachten in geen geval kleiner. Ook is niet te verwachten, dat bedoelde leerlingen in het algemeen in de eerste plaats zouden gaan naar beide of één van beide niet-oplei dingsscholen, die thans boventallige leer krachten hebben. Maar verder zal zoodanige maatregel, naar het ons voorkomt, niet een zijdig kunnen worden genomen. Daarnaast zullen dan leerlingen van niet-opleidings scholen, die geschikt zijn voor opleidings onderwijs, naar een opleidingsschool moeten worden overgeplaatst. Een en ander zal tot allerlei moeilijkheden aanleiding geven, en de kans op het verwachte resultaat weer be langrijk doen dalen." Nog bevat één der adviezen het voorst ei om aan de le klasse van de Bosboom-Tous saintschool toe te voegen 10 van de leerlin gen, aangegeven voor dezelfde klasse van de Tesselschadeschool, waardoor beide scholen boven het gemiddelde van 186 leerlingen zullen blijven. Men verliest daarbij echter uit het oog, dat dan de klassencombinatie aan de Bosbcom-Touissaintschool achterwe ge moet blijven en beide scholen een boven tallige leerkracht zullen hebben, terwijl wij met één boventallige leerkracht voor de bei de scholen zouden willen volstaan. De commissie van bijstand voor het onder wijs kan er zich mede vereenigen, dat gedu rende het schooljaar 1935/1936 aan de Hof dijkschool een klassen-combinatie tot stand komt, doch geeft in overweging om de Bos- boom-Touissaintschool geleidelijk op te hef fen, in dier voege, dat de school gedurende het volgende schooljaar zal hebben klassen voor het 3e tot en met 6e leerjaar en in de daarop volgende schooljaren telkens een klasse minder, gepaard gaande met een re geling, waarbij het te veel aan leerlingen voor de le en de 2e klasse van één oplei dingsschool met ingang van 1 Augustus a.s. wordt geplaatst op niet-opleidingsscholen De commissie is van oordeel, dat op den duur met één opleidingsschool zal kunnen worden volstaan, wanneer van het oplei dingsonderwijs geweerd worden kinderen, van wie te verwachten is, dlat zij nimmer het onderwijs zulen volgen, waarvoor wordt op geleid, en dat vele dergelijke leerlingen thans le beide opleidingsscholen bezoeken. De com missie meent, dat een genoegzaam aantal ouders bereid zal worden bevonden hunne Woensdag 10 Juli- HILVERSUM, 1875 M- (VARA- uitz. 8.— Orgelspel C. Steyn. 8.30 Gr.pl. 9.30 P. J. Kers: Onze keu. ken. 10.— VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continube; dr.: mr. H. O. Drilsma, lezing, VARA-tooneel olv. W. v. Cappellen en gr.pl 12.— De Zonnekloppers o 1 v. C. Steyn. 12.45 Gr.pl. 1.-1.45 Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 2. De Flierefluiters olv. E. Walis. 3.— Voor de kinderen. 5.30 VARA- orkest olv. H. de Groot. 6.30 Sport- uitz. 6.45 Strijkorkest olv. E. Walis 7.10 Ir. L. S. P. Scheffer spreekt over Stadsuitbreiding. 7.30 Schal mei olv. P. Renes. 7.50 Bij den ver- keersdokter. 8.Herh. SOS-ber, nieuwsber. en VAR-Varia. 8.15 Dubbel X olv. C. Steyn mmv. Jenny Lee, zang. 8.45 De jacht in de nacht, spel van F. v. Duin, m. m. v. VARA-tooneel olv. W. van Cap pellen. 9.35 Gr.pl. 10.15 VARA- orkest olv. P. Tiggers mmv. Johan Jong, orgel. 11.-12.— Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz.) 8.— Schriftlezing en meditatie. 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst olv. ds. D. Tom. 11.12.Ensem ble v. d. Horst. 12.15 Gr.pl. 12.45 Verv. Ensemble v. d. Horst. 1.45 Gr.pl. 2.Enkrateia-kwartiertje. 3.— Chr. lectuur. 3.30—3,45 Gr.pl. 4.Het Haagsche Trio en gr.pl. 5 Kinderuur. 6.— Causerie Prof, L v. d. Horst. 6.10 Gr.pl. 6.30 Afgestaan. 7— Ned. Chr. Pers bureau. 7.15 Rep. 7.30 Landbouw* halfuur. 8.— Ber. 8.05 NCRV* orkest olv. P. v. d. Hurk. 9.— Cau serie prof. J. W. Geels. 9.30 „Lob* gesang" van Mendelssohn mmv. solisten, het NCRV-orkest en de Kon. Utr. Vereen, voor Kerkgezang olv. J. Wagenaar. 10.35 Ber. 10.40 -12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35 10.50 Morgenwijding. 11.20 Gr.pl. 11.50 Orgelspel Q. MacLean. 12.35 Trocadero-Cinema-orkest olv. A. v. Dam. 1.35 Orgelconcert H. Daw- son. 2.20 Het Schotsche Studio- orkest. 3.10 Piano-recital T. Mars hall. 3.35 Sted. orkest Bournemouth olv. R. Austin mmv. B. Marr, viool. 5 05 Gr.pl. 5.35 BBC-dansorkest o 1. v. H. Hall. 6.20 Ber. 6.50 Orgel spel R. Dixon. 7.20 BBC-Northern- orkest olv. Morrison. 8.20 „Cable Ship", actueel hoorspel. 8.50 Han- delconcert mmv. solisten, koor en strijkorkest olv. Boyd Neel. 9.50 Ber 10.20 Nieuws uit Amerika. 10 35 't pM-kingtor.-kwintet. 11.20 12.20 Roy Fox en zijn Band. RADIO PARIS, 1648 M. 7 20 en 8 20 Gr pl. 12.35 Orkestconcert olv. Touche. 8.20 Zang. 905 Radio* tooneel. Hierna dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12-20 2 20 Concert uit rest. Wivex. 3.50 —5 50 Omroeporkest olv. Reesen. 8 20 Rep. 9.20 DuPsche liederen. 10 30—1120 Omroeporkest olv J. Hye—Knudsen. KEULEN, 456 M. 6.35 Orkest concert. 11.10 Zang en pw.no. 12 20 Concert uit Breslau. 2.35 Gr.pl. 4 20 Piano-recital. 5.20 Or kestconcert mmv o.a. Orete Keiler. 7 20 Concert uit München. 8.35 Zang 9.05 Militair concert. 1050 12.20 Populair orkestconcert. ROME, 421 M. 9.Radio-too- neel. 9.50 Symphonieconcert. BRUSSEL- 322 en 484 M. 322 M.: 12 20 en 1.30—2.20 Qr.pl. 5.20 Sa lon-orkest. 6,35 en 7.35 Or.pl. 8.20 Gulden-Sporendag-progr, 1030— 11.20 Trioconcert. 484 M,: 12.20 Grpl. 12.50 Salonorkest. 1.50— 2.20 en 5 20 Qr.pl. 6.50 Rep. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest olv. Ga* son. 10 30—11,20 Dansmuaiek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Rijkazending: Singende Jugend. 9.05 Voordr. 9,20 Blaas* concert uit Stettin. 10.20 Ber. 10.50 Cello, en piano-recital, 11.05 Weer- ber. 11 20—12 20 Dansmuziek olv. Rob. Gaden. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 8 10—D sen- der 10—10.20, Keulen 10.20- 11.50, Droitwich 11.50-13.35, Keulen 13.35—14 20, D.sender 14.20-15.20, Lond. Reg. 15.20- 16.20, D.sender 16.20-17.20, Keu len 17.20-18.50, Brussel VI. 18.50 -19.20, Keulen 19.20-20.20, Brussel Fr. 20.20—21.20, Keulen 21.20-22.20, Brussel VI. 22.20- 22.30, Weenen 22.30-24—. Lijn 4: Parijs Radio 8.0510.35, Lond. Reg. 10.3514.20, Droitwich 14.20-18.20, Berlijn 18.2018 50, Droitwich 18.50—20.20, Lond. Reg. 20.20-20.50, Droitwich 20.50 —21 50, Lond. Reg. 21.50-24—, kinderen te doen plaatsen op niet-opleidings scholen waardoor nu reeds één le en één 2e opleidingsklasse voldoende zullen zijn. Wij kunnen het advies tot geleidelijke op heffing van de Bosboom-Toussaintschool niet overnemen, op de volgende overwegin gen. Gelijk wij reeds eerder hebben gezegd, willen wij zooveel mogelijk handhaven net beginsel, dat de leerlingen geplaatst worden op de door de ouders gewenschte school. Aanneming van ons voorstel heeft tot ge volg, dat alle verzoeken kunnen worden in gewilligd. Met het voorstel der commissie zal dit niet het geval zijn en zullen voor wat de le klasse betreft ten minste 10 en van de 2e klasse ten minste 17 leerlingen naar an dere scholen, dan de gevraagde, moeten wor den verwezen. Naar de meening van de com missie zal zulks geen moeilijkheden opleve ren. Wij deelen deze meening niet. Welke leerlingen zullen moeten worden overge plaatst? De niet of het minst geschikten? Maar hierover kan in de le en 2e klassen nog niet worden geoordeeld. Dan zij, van wie op grond van de maatschappelijke po sitie aer ouders kan worden verwacht, dat zij te zijner tijd toch niet het onderwijs zul len gaan volgen, waarvoor aan de oplei dingsscholen wordt opgeleid? Door dezen maatregel wordt de school in de richting van een standenschool gedreven in nog erger mate dan vroeger het geval was. Kon voor heen een minder gesitueerde, door zich een offer te getroosten in den vorm van hooger schoolgeld, recht op een plaats krijgen, nu zou ook dat niet meer mogelijk zijn en de school voor zijn kind gesloten blijven. Wij kunnen niet aannemen, dat uwe vergadering deze gedragslijn zou wenschen toegepast te zien. Dan de jongsten in leeftijd? Hierdoor verplaatst men de moeilijkheden, voor wat de eerste klasse betreft, naar een volgend jaar. Verschillende ouders zullen er dan de voorkeur aan geven hun kind nog een jaar thuis te houden. Zoolang het aantal kinde, ren, voor wie opleidingsonderwijs gewenscht wordt, te groot is om in één klasse te wor den samengevoegd, zullen al deze moeilijk heden zich telkenjare herhalen. Maar zoo lang kan men evenmin zeggen, dat één op leidingsschool voldoende in de behoefte kan voorzien. Zoowel met ons voorstel als met dat van de commissie blijft bij het oplei dingsonderwijs één boventallige leerkracht. Alleen kan het voorstel van ae commissie wellicht iets eerder dan het onze, de boven tallige leerkracht aan de Tesselschadeschool doen verdwijnen. Dit toekomstig mogelijk voordeel is echter niet zoodanig, dat op dien grond het voorstel van de commissie thans ae voorkeur zou moeten hebben boven het onze, waarmede uwe vergadering zich in tusschen voor slechts één jaar bindt. Het volgend jaar komt het vraagstuk opnieuw aan de orde. Eventueel zou nog een andere regeling mogelijk zijn, waardoor de overplaatsing van leerlingen naar niet-opleidingsscholen wordt beperkt tot 10 leerlingen van de le klasse. Uit de 2e en 3e klassen van de Bos boom-Toussaintschool kunnen zooveel leer lingen worden overgeplaatst naar dezelfde klassen van de Tesselschadeschool, dat beide eerstgenoemde klassen kunnen worden ge combineerd, in welk geval de Bosboom- Ioussaintschool geen le klasse zou hebben, en dus ook een begin van opheffing van deze school aanwezig zou zijn. terwijl met 4 leer krachten kan worden volstaan. De Tessel- Uit het Engelseh van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 77) „Hij is hier geweest, terwijl ik uit was. Ik ben juist op het punt te gaan dineeren Ik was van plan vanavond bij u te komen. Ik heb bevel gekregen om op de Clytie dienst te nemen en morgen te vertrekken". „Ik ga met je mee dineeren. Zullen we naar Berkely gaan?" „Waar u wilt", antwoordde Guy opge wekt en ze gingen samen weg. „Wacht eens, de Clytie is dat niet een van de nieuwe torpedojagers?" vroeg de baron. „Ja, een nieuw type". „Prachtig! Voor je weggaat moet je goed met juffrouw Glyn afspreken. We zullen haar na het eten gaan opzoeken". Het restaurant van het Berkelyhotel was overvol, maar zij slaagden er toch in een tafeltje te vinden. Met moeite at Guy iets. De toestand was vol gevaar en hij moest trachten Valda door de telefoon te spre ken en haar te waarschuwen. De baron scheen in zijn schik te zijn, dat Guy op de Clytie geplaatst was en vroeg onder den maaltijd allerlei inlichtingen. „Is de prins al uit Londen vertrokken?" vroeg Hallam. „Ja. Het zal u genoegen doen te hooren, dat hij een uitstekende meening over u heeft. A propos, u kent Furber tamelijk goed, hè?" „Als collega. Wij zijn nooit vrienden ge weest", antwoordde Guy naar waarheid. „Hij schijnt te denken, dat u niet in staat is tot wat u gedaan hebt". „Ik heb nooit gezegd, dat ik het graag deed". „Maar juffrouw Glyn is er in geslaagd u er mede te verzoenen, is het niet? „Ik zou heel veel willen doen voor juf frouw Glyn". „De tegenwoordige toestand kan niet lang meer duren. Oostenrijk stelt een ultimatum aan Servië en wij zullen groote dingen zien. Dank zij u is onze positie een zeer machtige". „Denkt u dat er oorlog komt?" „Ik kan u nu vertrouwen. Ja, Hallam. De oorlog is zeker". „Met Engeland?" „Wij hopen van niet. De keizer denkt het niet. Maar „En u zelf? Wat denkt u?" „Ik vind dat we ons op alle mogelijkhe den moeten voorbereiden". Er was geen gelegenheid om Valda te telefoneeren en niet een angstig voorgevoel ging Guy met den baron op weg naar Val da's kamers. „Zal ik eerst naar boven gaan?" vroeg Guy terloops, toen zij uit de auto stapten. „Neen, we zullen samen gaan", antwoord de de baron. Marie deed de deur open en de baron vroeg of juffrouw Glyn thuis was. „Ik geloof, dat ze juist naar bed gaat", antwoordde het meisje. „Dan doen we misschien beter met mor genochtend terug te komen", stelde Hallam voor. „Neen", antwoordde de baron beslist. „Vraag juffrouw Glyn om zoo spoedig mo gelijk bij ons te komen", zei flij en ging toen de zitkamer binnen. Na eenige minuten kwam Valda binnen, ging regelrecht naar Guy toe en stak hem haar lippen toe. „Ik ben zoo blij dat ik je zie", fluisterde zij, toen hij haar gekust had. De baron keek hem onderzoekend aan. „Mijnheer Hallam gaat vanavond naar zijn schip. We vinden het jammer om je te sto ren Valda, maar ik wil zeker weten dat al le voorbereidingen getroffen zijn, zoodat je met elkaar contact kunt houden". Hij nam twee kaarten uit zijn zak en gaf er één van aan Guy en één aan Valda. „Deze code is eenvoudig, maar veilig. Valda, je zult haar gemakkelijk begrijpen zeide de baron en begon haar toen zorg vuldig aan Guy uit te leggen. Eindelijk was hij voldaan en stond op om heen te gaan. „Jullie jongelui zult niet veel tijd meer met elkaar alleen zijn, dus ik neem afscheid". „Goeden nacnt", zei Guy mechanisch. „Denk er om ik wil dadelijk hooren van elke groote manoeuvre van uw vloot. Dat is van het grootste belang", riep Bran den nog bii de deur Zoocfra hij weg was, haalde Valda ver licht adem. „Ik ben zoo blij dat je gekomen bent, liefste. Ik heb me zoo ellendig gevoeld. De baron zal toch niet gezien hebben dat ik gehuild heb?" vroeg ze angstig. „Ik denk het niet „Sommige vrouwen schreien van geluk, dus het doet er ook niet toe of hij het ge zien heeft... Guy, Heb je me nog iets te zeggen?" vroeg ze met een snik. „Je bent een dapper meisje. Ik was bang, dat je iets zoudt zeggen dat hem achter dochtig zou maken". „Tooneelspelen is een deel van mijn op leiding als spion geweest", zei ze bitter. Toen vatte Guy een besluit. „Valda. We zullen dezen dag verge ten", zei hij ernstig. „Heb je me vergeven?" „Ik ga morgen aan boord. Misschien ver laat ik vanavond Londen al voor bijzondere diensten". „Ik ben toch zoo gelukkig dat je van avond nog gekomen bent. Nu zal ik kunnen slapen en misschien gelukkige droomen hebben. Als ik je maar kon doen begrijpen hoe ik geleden heb sinds je me hebt veria ten. Ik dacht over alles na en mijn hart was dood „Arm kind. Ik zal probeeren je gelukkig te maken zei hij. „Dat doet een lief woord van jou altijd. Ik leef voor jou, liefste". Hij kuste haar teeder en ze uitte een kreet toen zij begreep dat hij wegging. „Misschien zien we elkaar in maanden niet terug. Waar is je schip?" „In Weyport". „Daar is Stella. Ik zal aldoor denken dat „Valda, vertrouw je me niet?" vroeg hij streng. „Jawel, maar ik kan er niets aan doen dat ik jaloersch ben. Iedere vrouw, die lie' heeft, ig jaloersch". „Ik moet nu gaan. Als het kan zal morgen nog komen vóór ik wegga. Al# ik vannacht nog ga, zal ik schrijven". „Dag lieveling. Ik bedank je, dat je goed voor me geweest bent. Je zult er nooit spijt van hebben". Ze klampte zich aan hem vast, zoodat hij haar armen los moest maken. Zijn bjl' zijn zou in Ryderstraat noodig kunnen wjn en hij moest zoo gauw mogelijk terug gaan- Lr kwam een taxi voorbij, die hij aatlriff' Met een vermoeide zucht liet hij zich in <>e kllSfiPrifi ualU» kussens vallen. J"Jad hij goed gedaan? Hij had aeld onder de ingeving van het oogenbi en was nu aan valda gebonden met een onverbreekbare band scheen te zijn t"j goed gedaan? vroeg hij zichzelf al**® weer af (Wo;«h verv olgdl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6