DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. Ho. 1« Zaterdag 13 Juli 1935 137e Jaargang De pachter van den Muziektuin verzocht het mol-teeken voor zijn pachtsom te mogen zetten, zoodat hij minder hoog zou worden aange- slagen. Nu de Raad dit geweigerd heeft, dreigt het contract een kruis te zullen worden. Het is te verwachten, dat regenten van het Centraal Ziekenhuis het volgend jaar geen overschot op hun rekening zullen hebben. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Als men de schoolhoofden vrij liet, zou één oudere onderwijzeres voor twee jongere of één jongere voor twee kweekelingen met acte geruild worden Het valt niet mee om in een tropische hitte te vergaderen als men in het belang der gemeenschap de hoofden koel moet Jouden. Op een middag, dat de school kinderen vrijaf hebben omdat het zoo warm is komen de vrouwelijke en mannelijke edel- achtbaren bij elkaar Zij wikken en wegen het wel en wee van stad en bevolking en heo- ben meer dan anders op te passen, dat de warmte de gemoederen niet zoodanig verhit, dat het aspect van den Raad een minder waardig karakter zou krijgen. Gelukkig bleek het vraagstuk waarover het felst zou zijn gestreden nog altijd niet rijp voor openbare behandeling. Het voorstel om het aanbod van de regeering in zake de restauratie van de Groote Kerk niet te aanvaarden was opnieuw van de agenda afgevoerd en dat alles bewijst wel, dat men ook in de rijen der politiek gebondenen be gint in te zien, dat in het belang van stad en bevolking zoo eenigszins mogelijk een compromis moet worden gevonden. Er stond behalve dat evenwel nog genoeg op de agenda om er eens gezellig over te re deneeren en meeningsverschillen te laten blijken en het was ditmaal opmerkelijk hoe diverse fracties hopeloos verdeeld waren met uitzondering van de A.R.-groep natuurlijk, die nog slechts uit één vertegenwoordiger bestaat, die in zichzelf niet verdeeld kan wezen Zoo was daar bijvoorbeeld het vraagstuk van „Goed Wonen", een vereeniging, die te gen haar wil, maar door de omstandigheden gedwongen, den laatsten tijd nog al eens in bespreking komt omdat haar door den Raad goedgekeurde bouwplannen van hoogerhand naar de prullemand waren verwezen. Toen de Raad deze plannen eenmaal aanvaard had is de vereeniging alvast begonnen verschil lende onkosten te maken en toen naderhand bleek, dat er van den geheelen bouw niets zou kunnen komen stond men natuurlijk voor de groote vraag wie een en ander zou moeten betalen. De vereeniging dacht dat de gemeente dat wel zou doen en deed in die richting althans een zwakke poging, welke natuurlijk ge- werd door den heer Venneker, maar wethouder Klaver is gewend om de teugels strak te houden en wees erop, dat de goedkeuring van den Raad niet voldoende is °m imet ^en b°uw te kunnen beginnen. »ln den regel toch wel", spartelde de heer Venneker nog tegen. "5"van de 100 gevallen zeer zeker", rakelde de heer Klaver, maar de vereeniging ad nu juist het honderdste lot getrokken at een nietje bleek te zijn en aangezien de gemeente niet verantwoordelijk is voor werk zaamheden welke zij niet heeft opgedragen, ttct***8 'ieer klaver den betrokken archi- naar den penningmeester van „Goed onendie eens aan het steenen varkentje zal schudden om te kijken of er nog voldoen de inzit om de laatste schadelijke gevolgen an dit woningavontuur te kunnen betalen. Dan was er de kwestie van den Muziek- «un of liever van den pachter van dezen Ju'n> die destijds met de gemeente een con- ract aangegaan had waarbij hij de toezegging «ad gekregen, dat de Alkmaarsche muziek- ®°TPsen in ruil voor de door hen verkregen subsidies verplicht waren om twintig con- ®rten per seizoen in den Muziektuin te ge- Elke vereeniging brengt als publiek uaar donateurs, familieleden van de muzi kanten en andere bewonderaars mee, die niet geheelen avond op een droogje wenschen 'e zitten en de pachter van den tuin had uaardoor een zekere financieele basis waarop '1 zijn verdere verwachtingen kon bouwen. Edoch, de nood der tijden deed de subsi- Q|es en daardoor ook het aantal verplichte c°ncerten met de helft verminderen en de Pachter, die de hem gegarandeerde voordee- zag verdwijnen, schreef een request aan cjcn Raad waarin hij verzocht met het oog u^arop de pachtsom van 1000 op 900 te willen brengen, een alleszins billijk verzoek, waarmede de Raad zich waarschijnlijk zon- y r meer vereenigd zou hebben, als de heer an de Vall in deze musicale geschiedenis geen wanklank had laten hooren. Hij vermoedde hij had eens al? i. lid 1 een of andere samenkomst aan den in gang van den tuin gestaan dat de pach ter, dank zij een late maar daarom niet min der gewaardeerde liefde van de bevolking voor dezen lang genegeerden tuin, dit jaar nog niet zoo slecht boeren zou en met het oog daarop zou hij het jaar eens willen laten verloopen, dan eens in de boeken van den pachter willen snuffelen en den man alleen de 100 willen schenken als bleek, dat hij inderdaad een slecht exploitatiejaar achter den rug had. Wethouder van Slingerland heeft tegen een dergelijke wijze van zaken doen krachtig ge protesteerd en wij staan volkomen aan zijn zijde. Het recht van den pachter op verla ging van lasten als de gemeente harerzijds vermindering van voordeelen geeft, is abso luut afgescheiden van de omstandigheid of de pachter dit jaar door andere oorzaken al of niet een behoorlijk bestaan vindt. Hier werd een overeenkomst eenzijdig geschonden en het was niet fair de tegenpartij aan het nakomen van verplichtingen te binden en het bedrag van 100 niet als een recht maar als een mogelijke gratificatie in uitzicht te steflen. Wij kunnen ons slechts verwonde ren over het feit, dat niemand in den Raad dit blijkbaar gevoeld heeft. Een tweede voorstel om de 100 aan tien muziekcorpsen te geven en daarvoor nog tien concerten te verlangen, werd als onprac- tisch ook met het oog op het reeds gevor derde seizoen en als financieel onuitvoer baar door den voorsteller teruggenomen nog voor het goed en wel het levenslicht aan schouwd had. Teneinde een zenuwpaviljoen te kunnen bouwen zonder dat men daarvoor de noo- digc middelen had, kwamen regenten van het Centraal Ziekenhuis in 1933 op het lumi neuze idee 100.000 te leenen, 13.000 uit eigen middelen te betalen en zoo noodig later nog een leening van 10.000 te sluiten. Het leenen ondervond niet veel bezwaren, juist omdat men zoo royaal met 13.000 eigen geld voor den dag kwam, wat B. en W. voor Ged. Staten als een voorname factor voor het goedkeuren dier leening naar voren hebben gebracht. In deze raadszitting kwam er evenwel een ziekenhuisaapje uit den gemeentelijken mouw dat reeds eerder de gemoedsrust der regenten verstoord had en dat de heer Bakker als regent dan ook in den Raad als een voor beeld van officieele wisselvalligheid te kijk wilde stellen. Regenten hadden er namelijk op gerekend, dat door allerlei oorzaken in 1934 een be drag van 13.000 der gemeentelijke subsidie niet behoefde te worden aangesproken, ze hadden misschien nog eens extra-zuinig ge daan en ook nog wat meer overgehouden en zoo werden aan de gemeente dan plotseling de veelbesproken 13.000 voorgehouden met de mededeel ing, dat men het nu zeker wel goed zou vinden als deze volgens afspraak voor het zenuwpaviljoen en zusterhuis ge bruikt werden. Wanneer men boven een kuil met uitge hongerde leeuwen een stukje vleesch aan een touwtje had laten bengelen kon er moei lijk met grootere begeerigheid naar gespron gen en gegrepen zijn dan de Raad thans op dit extra'tje van 13.000 is afgekomen. Dat was nog eens een meevallertje in deze moeilijke jaren, een bof je voor de begrooting van 1936, die toch al zoo moeilijk sluitend was te maken en hoe of de arme heer Bak ker zich ook teweer stelde en van afspraken en overeenkomsten sprak, de financieele ex perts van den Raad brachten hem aan zijn verstand, dat dit eigenlijk gemeentegeld en niet eigen middelen van het ziekenhuis wa ren, dat de gemeente en niemand anders van een subsidie-overschot kan profiteeren en dat regenten maar op den kapitaaldienst moeten leenen als zij behoefte aan de noodige finanr cieën hebben. „Ik vreesde het al'', zuchtte de heer Bak ker, „maar ik had nog zoo'n stille hoop om dat de afspraak nog van zoo kort geleden dateert en omdat de burgemeester ook voor zitter van regenten is", maar zoowel wet houder van Slingerland als de burgemeester verzekerden om strijd, dat er ten tijde van de afspraak een andere burgemeester en dus ook een andere voorzitter van regenten ge weest was, zoodat dc heer van Kinschot niet in de noodzakelijkheid verkeerde om voor den spiegel te gaan staan en zichzelf van het on mogelijke van rijn eigen beloften te overtui gen. Het slot van de geschiedenis was natuur- ijk, dat de buit met een hoera'tje door den wethouder van financiën in de wacht ge sleept werd met dank aan regenten voor hun accuraat en vooral voor hun zuinig beheer der stedelijke financiën. I Bij het voorstel tot verlaging van het maximum aantal vergunningen bepleitte de ïeer Geels de belangen van hen, die tot hun laatsten snik in een vergunningszaak moeten verblijven wat ons inderdaad niet de juiste plaats voor een zoo treurig moment lijkt. De gemeente wilde het maximum-aantal vergunningen verlagen en de heer Geels, die gewoonlijk voor een zeer ondankbaar gehoor spreekt, betoogde uitvoerig, dat drankmis bruik geen verband houdt met het aantal vergunningen omdat er zelfs bij één vergun ning nog dronken menschen op straat kun nen loopen. „Dan moet die ééne vergunning ook nog weg!", riep een verstokte geheelonthouder, maar zoover wilde de Raad natuurlijk niet gaan. Die wilde het aantal nog wel op vijftig jepalen en door de een of andere vergissing, hetzij van den heer Geels, hetzij van den bur gemeester, bleek ten slotte dat de heer Geels een uitvoerig pleidooi hield voor precies het zelfde als B. en W. hadden voorgesteld, zoo dat er van meeningsverschil eigenlijk niet gesproken kon worden en het voorstel, met dank voor de toelichting van den deskundi gen edelachtbare, met algemeene stemmen werd aangenomen. Bij het geven van straatnamen werd een verlengstuk van de Landstraat eveneens Landstraat gedoopt en de Verlengde Land- straat tot Korte Landstraat omgetooverd. Daar er ook nog diverse Landdwarsstraten zijn, kan zeker niet geconstateerd worden, dat het college in het geven van straatnamen over groote fantasie beschikt. „Het is niet mooi" zei de heer Wolden- dorp en dat vonden B. en W. ook, maar men wist nu eenmaal niets anders en ook de Raad zat zoodanig aan de rechte en verlengde en dwarse Landstraten vast, dat men niets beters wist te practiseeren. Een raadslid opperde bescheiden de vraag of men de politieke dooden niet zou kunnen herdenken, zoodat wij, als dank voor hunne prestaties, een juffrouw Carels-weg, een Keesom-weg, een Geels-weg en een Gronds- ma-weg zouden krijgen, maar van andere zijde werd opgemerkt, dat het niet de ge woonte was voor mannen en vrouwen reeds bij hun leven monumenten en standbeelden op te richten. Dit alles daargelaten wil het ons voor komen, dat Alkmaar inderdaad niet zoo vol komen hulpeloos bij het geven van straat namen behoeft te zijn, noch dat steeds weer de archivaris naar verdienstelijke bur gers moet zoeken wier namen men voor het eerst op een straatbordje komt te lezen. Er zijn ook in de jaren, welke achter ons liggen, figuren geweest, die een groot dee van hun leven, hun werkkracht en tijd aan de belangen van stad en bevolking hebben ge geven en wij denken daarbij allereerst aan twee, die nog maar kort geleden van ons zijn heengegaan, de heer Thomsen en Cloeck, wier nagedachtenis men door het naar hen vernoemen van een straat zeer zeker op passende wijze zal kunnen eeren Bij dit memento mori mag niet onvermeld blijven, dat de burgemeester bij den aanvang der zitting een woord van eerbiedige hulde en dank gewijd heeft zoowel aan de nage dachtenis van Mevr. Aukes—Timmers, die in onze Raad zoo veie jaren naast de belangen der V.-D. partij die der vrouwen in het alge meen had verdedigd, als aan den heer Zody, den stenograaf van den Raad, die nog maar drie maanden geleden de zilveren stads- medaille ontving bij gelegenheid van het feit, dat hij vijf-en-twintig jaren de woorden van onze vroedschap had opgeteekend om ze in druk te kunnen vastleggen. Wij hebben gister reeds een woord van waardeering aan dezen bescheiden, stillc.1 werker gewijd. Hij was een dienaar van den Raad, een man vol toewijding voor zijn werk een bekwaam stenograaf, die zich door de spannendste politieke gevechten niet het afleiden en wiens arbeid van nauwkeurigheid en ambitie getuigde. Last not least kwamen de onderwijs debatten aan de orde. De Raad had er bij de begrooting op aan gedrongen, dat de kosten per leerling op diverse soorten scholen wel wat verlaagc konden worden en B. en W. kwamen nu met verschillende voorstellen, die over het alge meen wel genade vonden behalve dat waar bij werd vastgesteld, dat de ouders van de M. U. L. O.-leerlingen voortaan zelf de boe ken en leermiddelen van deze school zou fen moeten betalen, met uitzondering vau die genen, voor wie dit financieel niet mogelijk zou blijken. De heer Bakker, die in deze raadszitting nogal eens het woord voerde en wiens rede voeringen dezen middag logisch en goed ge documenteerd waren, vreesde, dat de bezuini ging, welke verkregen zou worden, wel eens duur gekocht zou kunnen blijken. Er zijn tegenwoordig in alle omliggende plaatsen van eenige beteekenis M.Ü.L.O.- scholen en wanneer daar hetzelfde stelsel niet toegepast wordt, ligt het voor de hand, dat vele ouders van de zoogenaamde buiten leerlingen hun kinderen van de Alkmaarsche school zullen afnemen en naar een andere zullen sturen. Wat deze kinderen aan de algemeene kosten der school bijdragen, zou dan verloren gaan en al werd door het college betoogd, dat dit niet zoo heel betreu renswaardig zou zijn, omdat men dan twee dure parel lelklassen zou kunnen opheffen, daartegenover stond toch, naast een vermoe delijk verlies, het feit, dat Alkmaar, dat eens iet centrum van onderwijs was, meer en meer dat karakter voor de streek gaat verliezen. De opvatting van den heer Bakker, die ook iet verschil in oude schoolboeken en nieuwe eigen boeken naar voren bracht, werd door zoovele raadsleden gedeeld, dat men opnieuw besloot eenige onderwijs-instanties daarover te hooren, waarom het voorstel van B. en W. van deze kwestie los gemaakt werd, waarna er geen bezwaar tegen bestond de rest broe derlijk en zusterlijk te aanvaarden. Dan was er als hoofdschotel, die ditmaal achteraankwam, een reorganisatie-voorstel waarbij het college nogmaals onder het oog gezien had hoe er door combinatie van klas sen en' verplaatsing van personeel bezuini ging op het Lager Onderwijs te verkrijgen zou zijn. B. en W. waren bij dit moeilijke vraagstuk, na allerlei officieele personen en lichamen gehoord te hebben, tot de conclusie gekomen, dat het 't beste zou zijn aan de Bosboom Toussaintschool (Brillensteeg) en aan de Hofdijkschool (Koningsweg) een klassen- combinatie tot stand te brengen, zoodat aan elke school het onderwijs door 5 leerkrachten kon worden gegeven. Met Augustus zou men dan aan de Tesselschade-school (Laat) en aan de Rochdale-school boven de aan elke school verplichte vijf leerkrachten een kwee- keling met acte aanstellen en bepalen, dat er vanaf dien datum aan geen zesklassige school meer een boventallige leerkracht zou zijn. Dat leek allemaal heel aardig in elkaar ge timmerd, maar een groot deel van den Raad, onder aanvoering van den heer Bakker, be toogde, dat het ten slotte een wankel en alles behalve stevig bouwwerk zou blijken. De tijd, dat men voor het kind niets goed genoeg achtte, de tijd, dat scholen als palei zen gebouwd werden en het een misdaad was over aantasting van het onderwijs te spreken, ligt ook al weer achter ons en de financieele omstandigheden der laatste jaren hebben op dit gebied veel overbodigs, zij het helaas ook veel nuttigs, doen verdwijnen. Alkmaar, zoo betoogde de heer Vogelaar, heeft leerlingen voor zes behoorlijk gevulde scholen. Het heeft zeven scholen en dus ligt het voor de hand, dat een dier scholen zal moeten verdwijnen en wel allereerst diegene, welke door de ouders, blijkens de opgave van leerlingen, het minste geapprecieerd wordt Hef de Bosboom Toussaintschool op, laat het zieke onderwijs niet nog een jaar aan bloed armoede en inwendige ziekten lijden, maar neem het operatiemes ter hand en stel niet uit wat het volgend jaar, misschien onder veel ongunstiger omstandigheden, toch zal moeten gebeuren. Is er hier behoefte aan twee opleidings scholen, vroegen de heeren Stoutjesdijk en Bakker zich af, waar nu een dwaas verbod is opgeheven ook vele gewone lagere scho len leerlingen met succes voor het Middel baar Onderwijs klaar maken? Wat hebben wij, zei de heer Bakker, aan een opleidingsschool, aan een school dus, die dat speciale onderwijs zooveel vlugger en beter zou moeten geven, als die school door klasse-combinatie in haar leerplan bemoei lijkt wordt en de ouders door een zeer ge ringe aangifte nu reeds blijk hebben gegeven, zelfs bij normale functionneering, deze school niet te apprecieeren. De lage aangiften der laatste jaren kunnen toevallig zijn, zeide de heer Grondsma, die bij zijn komst in den Raad tegen onnoodige uitgaven en hooge belastingen geprotesteerd had. Wellicht zal dat een volgend jaar weel beter worden, maar de heer Bakker betoog de, dat er eerder van grooteren achteruitgang dan van vooruitgang sprake zou zijn, omdat het duidelijk is, dat na de klasse-combinatie deze school nog minder dan anders zou wor den uitgekozen. Laten wij nu doen, wat het volgend jaar toch zal moeten gebeuren, zeiden ook de heeren Geels, Hoijtink, Venneker en Keesom, maar de heer Sietsma en mej. Carels wilden alles maar liefst zoo laten als het geweest was, de heeren Govers en Langeveld wilden zich niet aan afbraak van het Openbaar On derwijs bezondigen en de heer Van de Vall zou geenszins op mogelijke plannen van de regeering vooruit willen loopen, hoewel de heer Vogelaar hem ernstig voorhield, dat zulke plannen te allen tijde te verwachten kunnen blijven. De burgemeester wilde de executie nog een jaar uitstellen en wees op de moeilijkheid van het verplaatsen der leerlingen en de heer Sietsma, die nota bene verplaatsing van leer lingen van de Tesselschadeschool naar de Bosboom Toussaintschool bepleitte, bedacht daarbij blijkbaar niet, dat er ook nog ouders zijn, die zich met een dergelijke schoolveran- dering zeker niet zouden vereenigen. Het bleef een tnceilijke kwestie en omdat uitstellen altijd nog gemakkelijker is dan doorzetten, werd ten slotte met 12 tegen 8 stemmen besloten de door B. en W. aange brachte wijzigingen maar te accepteeren en iet nemen van definitieve maatregelen op nieuw voor een jaar naar de toekomst te ver schuiven. Uit boeken over de slavernij is bekend hoe verschrikkelijk het vroeger op de zoogenaam de slavenmarkten toeging, Geheele families werden uit elkander ge rukt en de verkochte ongelukkigen werden schreiend en tegenspartelend aan de mannen toegewezen, die er een welgevallig oog op lieten vallen. De slavernij ligt achter ons, maar leer krachten aan de Openbare Lagere scholen zijn in niet veel gunstiger conditie. Hoofden van scholen overleggen wie zij wel en wie zij niet kunnen gebruiken, onderwijzers en onder wijzeressen worden tegen hun wil van de eene naar de andere school verplaatst en ge ruild als Verkade-plaatjes of vreemde post zegels, die men dubbel heeft of liever wil missen. Omdat de Bosboom Toussaintschool een onderwijzer voor een onderwijzeres wilde, be sloten de hoofden den heer Gerntsma tégen mej. Bennink te ruilen, maar laatstgenoemde, die reeds jarenlang het onderwijs dient eu zich in haar tegenwoordig milieu volkomen thuis gevoelt, vond het vreeselijk naar de Bosboom Toussaintschool verplaatst te wor den, nog afgescheiden van het feit, dat zij aan deze tot uitsterven bestemde school de laatst aangestelde leerkracht zou zijn en dus in geval van overbodigheid het eerst zou worden ontslagen. Zelfs al wenscht men geen rekening te houden met voorkeur van personeel voor de scholen, dan is het toch duidelijk, dat men tegen den wil der betrokkenen hun positie niet op een dergelijke wijze zal mogen scha den. Mej. Carels zou inplaats van mej. Bennink dan mej. Blom van de eene opleidingsschool naar de andere willen verplaatsen, maar het is begrijpelijk, dat men dan op soortgelijke of nog grootere bezwaren zal stuiten. Is het niet mogelijk om daarvoor een onder wijzeres met minder dienstjaren van een an dere school aan te wijzen? Het eenige be zwaar zou dan zijn, dat de heer Gerritsma van een opleidingsschool naar een gewone zou moeten verhuizen, maar wie een zinkend schip voor een minder luxieus maar degelij ker vaartuig moet verlaten, zal weldra tot de conclusie komen, dat hij zich over dien ruil niet had te beklagen. Wanneer de toestand zoo is, dat onderwij zeressen ziek van schrik worden bij de ge dachte naar deze school te worden overge plaatst, dan is het begrijpelijk, dat het onder wijs met deze verplaatsingen niet gediend is. Het is trouwens de gToote vraag of zij nood zakelijk zijn. Nu mej. Kaeseberg de plaats van mej. Van Stapele heeft ingenomen, is het onnoodig voor een school, die op het punt van uitsterven of verdwijnen staat, nog nieuwe slachtoffers te gaan zoeken. Intusschen zijn deze verplaatsingen aan gehouden in de hoop, dat men een oplossing zal vinden waarmee alle partijen zich kun nen vereenigen. Na vragen van den heer Van Drunen is ge bleken, dat de exploitant van onze stadsbus van plan is lijn II op te heffen om zijn per soneel te kunnen betalen. Volgens B. en W. houdt dit geen verband met de concessievoorwaarden, omdat het een verandering in de dienstregeling zou zijn. Het is te hopen, dat er bij lijn 1 niet een gelijksoortige verandering in de dienstrege ling gebracht wordt, omdat men dan een concessie zonder busdienst zou krijgen. En bovenal is het te wenschen, dat deze bussenmisère, waarvoor thans weer 4000 gevraagd wordt, zoo spoedig mogelijk afge- loopen zal zijn. Anderen zijn gaarne bereid het vervoer op gunstiger condities over te nemen en het taxibedrijf, dat reeds te lang door deze bussen in zijn groei is belemmerd, zal eindelijk de plaats kunnen innemen, welke het in dezen tijd in het verkeersvraag- stuk toekomt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1