Zoo'n Migraine?
Publicaties
^Buitenland
De Provinciale ambtenaren en de B. V. L.
IEFDE EN POLITIEK
britsche SOLDATEN OVERVALLEN
INDISCH DORP.
Ze hadden echter het verkeerde voor.
DE VERDWENEN WAPENS.
ZEVEN PERSONEN LEVEND
BEORAVEN.
Een uit zeven personen bestaand gezin is
levend bedoiven bij een aardverschuiving,
waardoor zijn woning, in de provincie
Kogeindo in China geheel bedolven werd.
ZONDERLINGE HUWELIJKS
ANNONCE.
EEN KOSTBARE LADING.
Unden vJiSSj/P°Hti<*eleide naar
van de kaïïhn °efenen op het uitPakken
gevenvarfucwi Y00r werpen, weike een beeld
g n van 4000 jaren Chineesche kunst.
WIEN KRITGT ROOSEVELT ALS
TEGENCANDIDAAT?
HAUPTMANN'S LEVENS
GESCHIEDENIS.
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 26 JULI 1935
ERNSTIG MIJNONGELUK IN
BR. INDIE.
DUEL TUSSCHEN PINEDO EN DE
LA TORRE.
Vergadering Prov. Staten N.H.
Economisch-Technologische dienst.
Pachtershiesrecht bepleit
Vandaag verkiezing leden
Eerste Kamer.
JeuitieUM
De Londensche Daily Herald" meldt met
trroote koppen, dat Britsche soldaten eensen-
cationeelen overval op een dorp bij Jubbul-
oore in Centraal-Indië hebben gedaan. Een
dorpsbewoner zou bij dit incident zijn ge
dood terwijl 12 dorpsbewoners zwaar en
gedeeltelijk licht gewond zouden zijn.
Io verband hiermede zou het eerste oatal-
Son van het betrokken regiment uit Liverpool
Consigne hebben gekregen in de kazerne te
blijven en zouden de civiele en militaire auto
riteiten een onderzoek instellen.
Soldaten van een ander regiment zouden
«atrouilledienst in de kazerne uitvoeren. De
gouverneur der centrale provincies heeft een
rapport naar Londen geseind en bereidt een
uitvoerig rapport voor den onderkoning
V°Een te Simla van het hoofdkwartier van
het leger ontvangen mededeeling meldt, dat
gisteren in het dorp Karodi een vrouw door
een soldaat zou zijn lastig gevallen, zoodat
lij alarm had gemaakt De dorpsbewoners
hadden daarop den soldaat aangevallen, die
Zich thans in een ziekenhuis bevindt. Den
volgenden dag zou een afdeeling van het
regiment een ander dorp. Benda genaamd,
dat zij echter voor Karodi hielden, hebben
overvallen, waarbij 13 dorpsbewoners ge
wond werden. Een hunner is later aan zijn
kwetsuren overleden
De correspondent van de „Daily Herald"
meldt, dat bij het eerste incident drie sol
daten waren betrokken en bij het tweede
veertig soldaten, die zich met hockeysticks en
knuppels hadden gewapend. Bij dit laatste in
cident zouden zij ook nog een hut m brand
hebben gestoken en slechts een hevige regen
bui zou het dorp voor geheele vernieling
hebben bewaard. De gewonde dorpsbewo
ners zouden tien van de soldaten herkend
hebben.
Inzake de raadselachtige verdwijning der
wapens in Le Havre meldt de Parijsche
„Paris Soir", dat de politie inlichtingen ont
vangen heeft, waaruit zou blijken, dat de 310
kisten niet in de haven van Buenos Ayres
hadden gelegen, totdat zij naar Le Havre
werden teruggezonden Integendeel zouden
zij dadelijk naar Paraguay zijn doorgezon
den, waar de verwisseling met zand en
steenen zou zijn geschied. Het raadsel van
de aanwezigheid van steenen uit het Parij
sche plaveisel en zand uit de omgeving van
Parijs is daarmede echter niet opgelost.
De aardverschuiving was veroorzaakt door
2ware regens.
In de „Müncher Neueste Nachrichten"
komt de volgende advertentie voor:
„Zuiver Arische arts, 52 jaar oud, lid
van den Tannenbergbond, wensch te trou-
yen, een gezonde zuiver Arische, huis-
noudelijke, niet-eerzuchtige jonge vrouw, die
op schoenen met lage hakken loopt, geen
oorringen draagt en gewend is aan zwaar
werk, bij voorkeur onbemiddeld".
^kruiser Suffolk is gisteren te Ports-
aangenomen met een lading kunst-
natten, welke getaxeerd worden op een
aarde van twee tot tien millioen pond ster-
ing. Het is waarschijnlijk de eerste keer. dat
n ontsch oorlogsschip kunstwerken heeft
ervoerd De Suffolk is teruggekeerd om ge
repareerd te worden.
Door een speciale overeenkomst tusscher.
e regeeringen van China en van Groot-Brit-
annie a deze zending overgebracht om in
"flaar te worden geëxposeerd in Burling-
n rtouse, waar een tentoonstelling van Chi-
st za' wor^en gehouden.
Gedurende de reis waren veel voorzorgen
jjwiomen. Na aankomst van de Suffolk zijn
e bijna honderd kisten, welke meer dan 1000
tZÏTtlT" inï0"d€n. 0 m- ivoren en
seis norcelp n6"' sch!lderiJen. tapijten, weef-
juweelen en zeldzame boeken,
om^oe^ deskuPd'gen uit China komen
£reapUvPnUd"PrieSidentJ H0°Ver te keDn*n heeft
van ïo^f f.an Pres'dentsverkiezingen
i za ien dee'uemen, wordt herhaal-
jk als candidaat genoemd de gouverneur
van den staat Kansas, Alf. Landon.
prul1 Topek* in (ien staat Kansas wordt
er gemeld, dat Herbert Hoover gouver
neur Landon had uitgenoodigd tot een con-
Miïnn^i Alto in CaiHfornië, voor welke
urtnoodigmg Landon heeft bedankt, omdat
nij net, naar zijn zeggen, te druk had.
Mag niet gepubliceerd worden.
Bruno Hauptmann, die onder beschuldi
ging van moord op de baby van kolonel
Lmdbergh ter dood is veroordeeld en in af
wachting van de behandeling van zijn zaak
it: hooger beroep is gedetineerd in de gevan
genis te Trenton in den staat New Jersey,
heeft een autobiographie geschreven „De
geschiedenis van mijn leven". De gevange
nis-autoriteiten willen echter niet toestaan
dat dit boek naar een uitgever ter publicatie
wordt gezonden.
Hauptmann's advocaat, Lloyd Fisher, ver-
klaart dat Hauptmann zijn boek reeds eeni-
ge weken geleden voltooid heeft en dat hij
had gehoopt door de uitgifte daarvan het
geld te kunnen bijeenbrengen om zijn verde
diging te betalen.
De regenten der gevangenis te Trenton
hebben thans toegezegd, dat zij in hun ver
gadering van 19 Augustus a s. zullen be
sluiten of aan het verzoek alsnog gevolg kan
worden gegeven.
33 dooden.
Volgens een bericht urt Calcutta zijn bij
een mijnongeluk in Giridhi in de provincie
Bengalen 33 mijnwerkers om het leven ge
komen en 43 gewond. De oorzaak van het
ongeluk is waarschijnlijk een brand, die ten
gevolge van een ontploffing uitbrak.
Gisteren hebben de minister van Finan
ciën, dr. Pinedo, en senator dr. Lisandro de
Torre van Brazilië geduelleerd op het vlieg
veld van Palomar. Op 20 pas afstand schoten
zij het magazijn van hun pistool leeg. Geen
van beiden werd gewond. Een verzoening
had niet plaats.
Van gezaghebbende zijde wordt medege
deeld, dat dr. Pinedo is afgetreden als
minister.
In de gisteren onder voorzitterschap van
den commissaris der koningin gehouden ver-
gadering van de Prov. Staten van Noordhol-
'and kwam bij het verslag van de werkzaam
heden der vaste commissie voor de uitbrei
dingsplannen in bespreking het uitbreidings-
Elan voor Kortenhoef in verband met het be-
oud van het natuurschoon bij de Wijde
Blik.
De provinciale rekening over 1933 gaf
den heer Pothuis (s.d.) aanleiding enkele
vragen te stellen over splitsing van het ba
tig saldo van den gewonen dienst en den ka
pitaaldie nst.
De heer Slingenberg (Ged.) gaf een ver
klaring van deze regeling en zei toe, dat
Ged. Staten in de toelichting in den vervol
ge een uiteenzetting van de wijze van opma
ken der rekening zullen geven.
De rekening werd goedgekeurd.
Pachterskiesrecht.
De heer Ankersmit (s.d.) had een motie
ingediend, waarin erop werd gewezen, dat
wanneer van verschillende zijden in de Sta
ten wensehen worden geuit, om het pach
terskiesrecht in te voeren.
De heer Bomans (r.k.) (Ged. Staten), gaf
de gevraagde toezegging.
B.V.L. en prov. ambtenaren.
Bij de voorgestelde wijziging van het Amb
tenarenreglement maakte de heer Schurer
(cd.u.) enkele opmerkingen over de bepa
ling, dat de ambtenaar, die als lid van den
Bijz. Vrijw. Landstorm gevolg geeft aan een
oproep der regeering, om vrijwillig onder de
wapenen te komen, geacht wordt zijn amb
telijke werkzaamheden op wettigen grond
te verzuimen. Spr. keurde dit af, omdat de
vrijwillige landstorm er toch maar is, om ze
kere groepen te beschermen.
De heer Wijnkoop (c.p.) gaf ook nog eens
aan waarvoor eigenlijk de Vrijw. Land
storm zijn inziens in werkelijkheid dient.
De heer Rijke (n.s.b.) verklaart te zijn te
gen het gewone partij leven en zal daarom
tegen deze voordracht stemmen.
Toen op de tribune, die weer geheel bezet
was, „hou zee" werd geroepen, dreigde de
voorzitter met ontruiming van de tribune.
De heer Sneevliet (r.s.a.p.) betoogde, dat
als men zich keeren wil tegen de vernieti
ging van cultureele waarden, waartoe de
regeering stelselmatig overgaat, de Staten
zich regelmatig moeten verzetten en dus den
vacantietoeslag, die Ged. Staten nu willen
intrekken, moeten handhaven. Wat den Vrijw.
Landstorm betreft, zegt spr., dat er geen
partij is. die zoozeer de verwarring versterkt
als de N.S.B. Het noodlot van die partij is,
dat zij van haar geheele politieke program
één verleugening maakt.
De heer Van Engelen (k.d.p.) verklaarde
te moeten ageeren tegen elke militaire orga
nisatie en dus tegen te zullen stemmen.
De heer Lambooy (r.k.) verbaasde zich
over de loop der debatten. Het is zeer een
voudig voorstel en men houdt debatten, die
op het Binnenhof thuishooren. Wat nu het
punt van bespreking betreft, wilde spr. er
alleen op wijzen, dat verreweg de meerder
heid van den Vrijw. Landstorm arbeiders
zijn. Spr. achtte het voorstel zeer billijk. Wat
het terugnemen van den vacantiebijslag be
treft, verklaart hij dit zeer billijk te achten
Wie het anders wil, kan immers een voorstel
indienen.
De heer Kooiman (v.d.) verklaarde voor
de voordracht te zullen stemmen.
De heer Polak (Ged. Staten) merkte op,
dat Gedeputeerden over de vacantietoeslag
zoo denken als de meeste Statenleden; maar
de tijd is er nu niet om toeslag te geven.
Wat de bepaling betreft inzake de Vrijw.
Landstorm, zei spr., dat de zaak voor Ged.
Staten niet anders is dan een regeling van
arbeidsvoorwaarden.
De voordracht werd in gedeelten in stem
ming gebracht. Het gedeelte betreffende den
vacantietoeslag werd aangenomen met 56
tegen 16 stemmendat betreffende de Vrijw.
Landstorm werd aangenomen met 53 tegen
19 stemmen.
Salarisreglement 1920.
Vervolgens kwam aan de orde de voorge
stelde wijziging va» het salarisreglement
1920.
De voorzitter deelde mede, dat Ged. Staten
besloten hebben de bepaling betreffende
standplaatsaftrek terug te nemen en eerst
daaromtrent nader overleg met de regeering
te plegen.
Verpleging van krankzinnigen
De voordracht om het gemeentelijk aan-
del in de verpleegkosten van armlastige
krankzinnigen te verlagen van 800 tot
750 gaf den heer Droog (r.k.) aanleiding
eenige nadere inlichtingen te vragen. Hij
had overigens deze voordracht bij de begroo
ting zien behandeld.
De heer Michels (Ged.) achtte de opmer
king juist, dat Ged. Staten met deze voor
dracht beter bij de begrooting hadden kun
nen komen, maar het streven van het college
is, deze zaak zoo spoedig mogelijk voor de
gemeenten te regelen. In 1935 zal de ver-
pleegprijs gemiddeld 1050 zijn en in 1936
1000; daarom achtte spr. het een royaal
gebaar om met 1 Januari 1936 de bijdragen
voor de gemeenten te verlagen met 50.
Ged. Staten wege de belangen van de ge
meenten nauwkeurig af tegen die van de pro
vincie. De kosten zijn voor de provincie in
1935 900.000.
De voordracht werd z.h.st. aangenomen.
In de namiddag voortgezette vergadering
van de Prov. Staten van Noordholland wer
den de voordrachten betreffende subsidie-
verleening en wijziging polderreglementen
aangenomen.
De verordening inzake verlaging van gron
den en van den bodem van wateren werd
genoemd ,bodemsverlagings-verordening".
De heer Bomans (r.k.) (Ged. Staten), deel
de mede, dat er verschillende initiatiefvoor
stellen met betrekking tot den naam waren
ingekomen en dat Ged. Staten den nu aan
genomen naam het best achten. Hij is
eenigszins duister; maar misschien is dat ve
len niet onwelkom. (Vroolijkheid).
De her Ankersmit (s.d.) maakte er aanmer-
Icing op, dat in de voordracht tot wijziging
van de bijz. reglementen van bestuur en van
kracht verklaring van het Alg. Waterschajïs-
reglement voor Noordholland een brief van
een polderbestuur is opgenomen met alle
taal- en spelfouten. Het is er toch om te doen
de zaken ernstig te behandelen en niet adres
santen belachelijk te maken.
Bij de voordracht tot vaststelling van het
Aanvullend Wegenplan bepleitte de heer
an de Vall (s.d.) verbetering van de verbin
dingswegen in Noordhollands Noorder
kwartier, waarop de heer Bomans nadere be
schouwing toezegde.
Een raad van advies voor den
E. T.-dienst.
Tn behandeling kwam nu de voordracht
tot instelling van een Econ.-Technologischen
dienst en daarvoor een bedrag van 10.000
uit te trekken voor 1935.
De heer Slingenberg (v.d.) (Ged. Staten),
merkte op, dat in de commissie gevraagd is
de instelling van een raad van advies. Ged.
Staten zijn tot de conclusie gekomen, dat in
derdaad instelling van een aergelijken raad
aanbeveling verdient en verklaren voorne
mens te zijn de instelling van een raad van
advies voor te bereiden.
De heer De Jong Schouwenburg (C-H.)
sprak zijn voldoening uit over hetgeen deze
voordracht wil en verklaarde eveneens prijs
te stellen op te zijner tijd nadere mededeeling
over den arbeid der commissie. Als deze
voordracht wordt aangenomen, zal dus in
acht provincies een dergelijk instituut als
de Econ.-Technologische dienst zijn tot stand
gekomen.
Het advies der
Koophandel.
Kamers van
Het advies van de Kamers van Koophandel
is volgens spr. volstrekt niet afwijzend. Spr.
vraagt voor den in te stellen dienst de meest
mogelijke vrijheid. Wat de instelling van een
industriebank aangaat, door den heer Van
der Walle bepleit, stelt spr. zich op het
standpunt van Ged Staten.
De heer Asscher (V B.) betoogt, dat men
zich geen illusies moet maken, dat de groote
nood van het land bestreden of ongedaan
zal worden gemaakt door de instelling van
een Econ. Technolog. dienst. De Kamers van
Koophandel, zegt spr. hebben den brief van
Ged. Staten uitvoerig behandeld. Het ant
woord bewijst, dat de vertegenwoordigers
van handel en industrie het standpunt van
Ged. Staten niet deelen. De Kamer van
Koophandel te Amsterdam staat niet afwij
zend tegenover het denkbeeld, maar tegen
over een uitwerking als voorgesteld door
Ged. Staten. Spr.'s fractie zal vóór stemmen,
echter zonder de minste verwachting, dat
het instituut eenige verbetering zal «brengen
in den nood van ons volk.
De heer Beuzemaker (C.P.) constateerde,
dat al verklaart men geen autarkie te willen,
deze voordracht een eerste aarzelende stap
in die richting is.
De heer Schmidt (R.S.A.P.) verklaarde zijn
steun aan de voordracht te zullen geven, al
was het alleen om de uitvoering mogelijk
te maken, die spr. ziet als een voorbereiding
van de stichting van een Industriebank.
De heer Vlekke (N. S. Bverklaarde, dat
zijn fractie de voordracht niet kon steunen,
omdat dfeze zaak z.i. moet uitgaan van het
landsbestuur en niet van het prov. bestuur.
Spr. is het eenerzijds eens met den heer
Schmidt.
Dus weer een ellendige dag in het voor
uitzicht. Heusch niet noodigl Neem een
"AKKERTJE" en binnen 'n kwartier voelt
Ge U weer frisch en opgewekt en rijt Ge
Uw hoofdpijn kwijt. AKKER-CACHETS
helpen verrassend snel bij Hoofdpijn, Kies
pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per
12 stuks slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar.
AANSCHAFFING SCHOOLBOEKEN
JULIASCHOOL (U.L.O.)
Burgemeester en wethouders van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat de raad
dier gemeente in zijne vergadering van 25
Juli 1935 heeft vastgesteld het navolgende
besluit:
De raad der gemeente Alkmaar:
Gezien een adres dd. 29 Mei 1935 van
het bestuur der r. k. Meisjesscholen alhier,
verzoekende gelden uit de gemeentekas te
willen verstrekken voor de aanschaffing van
schoolboeken ten behoeve van de onder zijn
beheer staande Juliaschool (ulo) aan de
Emmastraat;
Gezien het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, opgenomen in bijlage nr. 109
tot het verslag van 's Raads handelingen;
Overwegende, dat de aanvrage voldoet
aan de in artikel 73 der Lager-Onderwijswet
1920 gestelde eischen;
Gelet op de artikelen 72 en 75 dier wet,
alsmede op artikel 4 der Wet van 4 Augus
tus 1933, Stbl.. nr. 414;
Besluit:
A. de gevraagde medewerking te verleenen;
B. de uit het besluit onder A voortvloeiende
uitgave te zijner tijd nader te regelen bij
suppletoire begrooting.
Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van
heden, kan ieder ingezetene en het betreffen
de schoolbestuur in beroep komen bij Ge
deputeerde Staten van Noordholland.
Alkmaar, 26 Juli 1935
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. H. VAN KINSCHOT, Burgemeester.
R. VEENDORP, lo.-Secretaris.
De heer Meijer (S. D.) (tot den heer
Schmidt): „Dat is je entrée!"
De heer Vlekke, voortgaande: „anderzijds
met mijn kameraad Asscher". (Vroolijkheid).
Antwoord van Ged. Staten.
De heer Slingenberg (V. D.), Ged. Staten,
wees er in de eerste plaats op, dat deze zeer
langdurige beraadslaging is toe te schrijven
aan het feit, dat er zooveel nieuwe leden in
de Staten zitting hebben. Het is gebruikelijk
om in de afdeelingen een standpunt in te
nemen en dan in de openbare vergadering
slechts een beknopte uiteenzetting te geven.
Spr. noemde het ook zeer ongebruikelijk,
dat terwijl in de commissie alle leden vóór
de voordracht hebben gestemd twee leden,
de heeren Stahle en Vlekke, vanmorgen te
kennen gaven tegen te zullen stemmen.
De instelling van een raad van advies
indien de Staten daartoe besluiten is niet
iets nieuws, zooals de heer De Jong Schou
wenburg meent; de provincie kent zulk een
instelling al bij de bedrijven. Ged. Staten zul
len er zich over beraden of zij ook de Ka
mers van Koophandel zullen uitnoodigen in
den raad van advies zitting te nemen. Na ont
vangst van het rapport van de leiders van
den econ. technolog. dienst zullen Ged.
Staten nagaan de beginselvraag van de al of
niet instelling van een Industriebank.
De heer Vlekke (N. S. B.) ver'Jaarde, dat
hij het verslag van de commissie heeft on
derteekend, omdat hij het voor „accoord"
verklaarde. Dat hij hier een andere meening
geeft dan in de commissie is niets bijzonders;
ook een oud-gediende, lid van Ged. Staten,
heeft in een bepaald geval anders gestemd
in de Staten dan hij in de commissie had
gedaan. (Gelach).
Na replieken werd de voordracht z. h. s.
aangenomen. De N. S. B wenschte geacht te
worden te hebben tegengestemd.
Enkele punten der agenda werden aange
houden tot hedenochtend.
De vergadering begon om half elf met de
verkiezing van leden der Eerste Kamer.
door WILLIAM LE QUEUX.
3)
Een oogenblik was hij overbluft. Wat be
kkende dat? Was Salcedo op het laatste
°ogenblik tot andere gedachten gekomen
^as hij naar een ander hotel gegaan?
Jn dat geval had hij Danecourt dit laten we-
kn, hetzij in de club of in Brown's Hotel.
^'J besloot onmiddellijk naar beide adressen
le gaan om te vragen of er eenig bericht
*°or hem was.
Plotseling schoot hem iets te binnen. Ver-
oderstel dat Salcedo om de een of andere
int" had besloten om een anderen naam
het register te vermelden en dat hij had
*geten dit zijn vriend te melden,
riet was een wanhopig geval, want Sal-
£do vergat nooit iets en was uiterst nauw-
}Jrig- Toch maken de zorgvuldigste men-
dikwijls fouten.
Vor vroe£ om het register. Er waren den
'gen avond weinig gasten aangekomen
l daardoor duurde het onderzoek slechts
ij1-In het hem zoo bekende handschrift
[hij den naam George Madden.
om--Was duidelijk dat hij öf vergeten had
zjjn schuilnaam op te geven öf dat hij,
ande van de club naar net hotel, plotse
ling, om de een of andere reden besloten
had om zijn werkelijken naam niet op te ge
ven.
Wat de reden was, dat zou hij later van
Salcedo wel hooren. In ieder geval moest
hij nu naar mijnheer Madden vragen.
Hij stond op het punt dit te doen, toen
hij een fluisterend gesprek hoorde van twee
personen, die dichtbij hem stonden. Hij
hoorde het volgende:
„Madden", merkte de grootste der twee
mannen op, „wij kunnen wel aannemen, dat
dit een valsche naam is. De man was zon
der twijfel een vreemdeling".
„Daarmee ben ik het eens", antwoordde
de andere. „De dokter zegt, dat hij ongeveer
vier uren dood was, toen zij hem vonden,
Hij moet omstreeks vier uur vannacht ver
moord zijn, toen het doodstil in het hotel
was".
Dit gesprek was voor Danecourt de op
lossing van het geval, dat hij niet begreep.
Waarom had Salcedo hem niet gemeld dat
hij een anderen naam had aangenomen?
Natuurlijk was hij van plan geweest hem
dit 's morgens te laten weten, doch zijn
dood had dit plan in duigen doen vallen.
Hij verliet het hotel. Wat een gelukkig
toeval, dat hij dat gesprek had gehoord,
want hij moest verzwijgen dat hij den
doode kende.
Toen hij op zijn kamer in Brown's hotel
kwam, nam nij een lucifer en verbrandde
het kaartje, dat de geheimzinnige vreemde
ling voor hem had afgegeven. Toen dit ge
daan was, ademde hij vrijer.
Zijn volgende stap had iets geheimzin
nigs. Hij ging met de ondergrondsche spoor
van Doverstreet naar King's Cross. Daar
nam hij een taxi en reed naar Islington.
Nadat hij daar den wagen had verlaten,
wandelde hij naar het postkantoor en ver
zond een telegram.
Dit was geadresseerd aan miss Zita Bet-
tini, Hotel Bristol, Brighton en het luidde:
„Kan tot mijn spijt afspraak niet nako
men. Onze vriend Felix stierf heden. Telefo
neer heden vier uur naar mijn hotel. D."
Daarna ging hij naar zijn club, geschokt
door de tragische gebeurtenis in het Hotel
Majestic. Salcedo had blijkbaar een be
langrijke mededeeling voor hem en dat deze
hem niet had bereikt, zou van zeer groot
belang kunnen zijn, voor hem en voor de
vrouw, die hij had gezworen te beschermen.
Hij doorliep de ochtendbladen, maar be
halve de vermelding van het vinden van
een lijk door den hoteldirecteur, werden geen
inlichtingen gegeven. Als bijzonderheid
werd vermeld, dat de politie meende een be
langrijke aanwijzing te bezitten, doch van
welken aard die was, werd niet vermeld.
Tegen lunchtijd wandelde hij naar Hotel
Majestic en trad de eetzaal binnen. Wel
licht ontmoette hij een kennis en hij was er
van overtuigd, dat de moord het onderwerp
van gesprek zou zijn bij de aanwezigen. Hij
hoopte meer te hooren dan het korte bericht,
dat de couranten hadden verspreid.
Het geluk diende hem, want de eerste, die
hij ontmoette, was zijn oude schoolmakker
Vincent Power. Power had van alles bij de
hand gehad, doch was nu journalist en had
naam gemaakt als amateur-detective.
Power zat te eten in gezelschap van een
heer met een sterk Amerikaansch accent,
dezelfde, die den overledene den vorigen
avond als Lomax in de bar had aangespro
ken. Het was opmerkelijk van den handigen
journalist, dat hij den eenigen persoon van
het hotel had ontdekt, die iets van den ver
moorden Madden afwist.
Op uitnoodiging van Power voegde Dane
court zich bij hen en bijna onmiddellijk
bracht de jonge diplomaat het gesprek op
het onderwerp, waarin hij zooveel belang
stelde.
„Een broerde geschiedenis; ik geloof niet,
dat het Hotel Majestic de openbaarheid erg
aangenaam zal vinden", merkte hij op. „Ik
vermoed dat je als gewoonlijk reeds aan het
speuren bent, Vincent? Men zegt, dat de po
litie een aanwijzing heeft. Je zult wel we
ten, wat dat is
Ja, Power wist dat en deelde fluisterend
aan zijn vriend de ontdekking van het
beursje mede.
„Weet men reeds, wie hij is?" vroeg Dane
court.
Power schudde zijn hoofd. „Neen, nie
mand kent hem".
Danecourt vond dat zeer vreemd. Hij wist,
dat Salcedo of Madden zeker twee keeren
gedurende de laatste drie jaren in Hotel
Majestic had gelogeerd. Maar hij herinner
de zich ook, dat zijn voorkomen bij die ge
legenheid verschilde met thans. Toen had
hij een glad geschoren gezicht. Bij de laat
ste ontmoeting in Slavonië droeg hij een
baard en een knevel.
„Mijnheer hier is vrij zeker, dat hij den
zelfden man vijf jaren geleden in Palermo
heeft ontmoet, hij noemde zich toen Lo
max", merkte Power op, terwijl hij naar
den Amerikaan wees.
„Het was vast en zeker dezelfde", beves
tigde de Amerikaan. „Ik was daar toen eeni
ge dagen in zijn gezelschap en Jk heb hem
onmiddellijk herkend en hij begreep ook wel,
dat ik zeker van mijn zaak was, toen ik hem
gisteren aansprak. Hij probeerde om mij te
overbluffen door te vertellen, dat hij Mad
den heette, maar dat deed hij niet handig
en hij ging er van door zoo gauw hij kon".
Danecourt wist dat deze man de waarheid
sprak. Lomax was ook een van de schuil
namen, die hij meermalen gebruikte. Maar
natuurlijk hield hij zijn mond.
„De arme kerel was vermoedelijk iemand
van den geheimen dienst of iets dergelijks",
merkte hij onverschillig op.
„Er is nog iets geheimzinnigs met een
actentasch", merkte Power nu op. „Bij zijn
aankomst hier gaf hij haar af aan het bu
reau om in de safe op te bergen. De politie
heeft de tasch geopend en alles wat zij vond
waren een paar haarborstels en een exem
plaar van de Parijsche Gaulois van giste
ren. Die tasch diende natuurlijk voor het
opbergen van belangrijke documenten".
Power gaf zijn theorieën ten beste.
„Toen de tasch in bewaring werd gegeven,
waren de documenten er niet in, want zij
konden er natuurlijk niet uitgenomen zijn
toen de tasch in de safe lag. Zij moeten er
dus door Madden zijn uitgenomen".
Gerald Danecourt vervolgde: „En öf hij
gaf ze onderweg af aan iemand, die hij kon
vertrouwen öf hij nam ze mede naar zijn
slaapkamer en werden zij medegenomen
door de moordenares".
(Wordt vervolgd).