DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Professor Aalberse
belast.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/b. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
Zaterdag 27 Juli 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Men wenscht geen brandweerman in den Raad, die het vuur der
debatten zou kunnen blusschen.
Wie de ongeschreven wetten der journalistiek overtreedt, is niet waardig
zich journalist te noemen.
Partir c'est mourir un peu, vertrekken dat is een beetje sterven, maar
bij de volgende verkiezing kan de patiënt weer beter worden.
Het was maar een heel klein agenda'tje,
dat voor deze vergadering was uitgegeven,
het was eigenlijk niet de moeite waard om er
over te spreken, maar het was toch voldoende
om de dames en heeren, die nog niet met
vacantie waren voor een allerlaatste bijeen
komst van den Raad in zijn tegenwoordige
samenstelling bijeen te roepen en eenigszins
plechtig het afscheid te vieren.
Vieren is eigenlijk weer het juiste woord
niet, want een afscheid viert men niet, dat
ondergaat men.
Partir, c'est mourir un peu, zegt een be
kend Fransch spreekwoord, vertrekken, dat is
Wij hebben in verloop Van tnd heel wat
keeren dit afsterven van een deel van den
ouden Raad meegemaakt en het is altijd een
ontroerend moment als de voorzitter zich met
een persoonlijk dankwoord richt tot hen die
vielen en daarbij gedenkt wat zij in het be
lang van stad en bevolking verricht hebben
Er waren ditmaal vier slachtoffers aan
wezig of eigenlijk drie en een halve, want
van den heer Grondsma is het nog lang niet
zeker, dat hij in de nu komende regeerperiode
het gestoelte der eere niet meer zal bezetten.
Dat brengt ons al dadelijk op de voor
naamste kwestie welke den Raad ditmaal
heeft bezig gehouden en omdat de besprekin
gen daarover aan het afscheid vooraf gingen,
zullen we dit allereerst even de revue laten
passeeren.
De commissie tot onderzoek van de ge
loofsbrieven had in meerderheid geadviseerd
alle gekozenen toe te laten behalve den heei
Ringers, omdat deze commandant van de
Vrijwillige Brandweer is en als zoodanig,
volgens art. 25 van de Gemeentewet, ais
ambtenaar beschouwd moet worden en niet
in den Raad kan worden toegelaten.
Er kwam ook nog een Koninklijk besluit bij
te pas en wie de beide commissieleden, de
heeren Venneker en Bakker, dezen middag
gehoord heeft, moest wel tot de overtuiging
komen, dat zij graag anders geadviseerd
zouden hebben, maar formeel gemeend had
den zich aan de wet te moeten houden.
Het was de heer Vogelaar, die zich anders
nog al eens op een wettelijk standpunt stelt,
die thans een lans brak voor zijn bedreigden
partijgenoot en er op wees, hoe ridicuul toch
eigenlijk deze geheele kwestie is. Wat doet het
er eigenlijk toe of de heer Ringers comman
dant van de Vrijwillige Brandweer is en ais
zoodanig ondergeschikt aan den burgemees
ter of het college?
Kan hij daarom geen goed raadslid zijn,
juist hij, die niet alleen met woorden maar
ook met daden getoond heeft hoezeer het
stadsbelang hem ter harte gaat?
Het is eigenlijk te belachelijk om er veel
over te zeggen. De man, die door de brand
weerlieden, als de meest daarvoor geschikte,
tot commandant wordt verkozen en als zoo
danig een kleine gemeentelijke toelage krijgt,
welke hij het corps ten goede laat komen, die
man mag in ozen Raad niet meepraten, om
dat het niet te pas komt, dat hij als onderge
schikte zijn meerderen in zeker opzicht de
wet zou kunnen stellen.
Er valt heel veel maar ook heel weinig
°ver te zeggen.
De Raad zag zelf wel in hoe dwaas dit
alles was, maar de Raad, althans de meer
derheid, stelde zich op formeel standpunt en
wenschte geen besluit te nemen, dat toch door
Ged. Staten, of door de Kroon vernietigd zou
Worden.
Men kan daar ten slotte weinig tegenin
°rengen, alhoewel wij liever een anderen weg
hadden zien ingeslagen.
De Raad had, wetende wat er volgen zou
h>ch den heer Ringers kunnen toelaten en het
a®n anderen overlaten zijn intrede in de zaal
d«r vroedschap te beletten. Practisch was dan
natuurlijk hetzelfde resultaat bereikt, maar
de Raad had dan gedemonstreerd en er nog
Waals de aandacht op gevestigd hoe dwaas
'n dit geval een wettelijke verbodsbepaling is
Thans bleek, dat de eenige manier om den
eer Ringers in den Raad te kunnen krijgen
een wijziging van de verordening zou zijn
Waarbij de burgerij niet vrijwillig maar ver
Plicht de taak van het brandblusschen op zicli
£°u moeten nemen. Dan zou de heer Ringers
'let niet kunnen helpen, dat hij commandant
van de brandweer is en dan zou die groo.e
tekortkoming hem ook vergeven kunnen wor
den. Hij zou dan niet langer op één lijn ge
steld worden met allerlei imbecielen, die niet
waardig geacht worden lid van onze vroed
Schap te zijn =- men begrijp.t .wel, dat wij
daarmede geenszins de ambtenaren bedoelen
hij zou het slachtoffer van zijn plicht zijn
en daarom in genade in het edelachtbaar ge
zelschap kunnen worden opgenomen.
De heer Hoijtink heeft nog gevraagd een
zoodanige wijziging in de verordening eens
te bekijken en B. en W. hebben dat toege
zegd, maar alleen al de opmerking, dat wij
dan weer tot een toestand van achttien hon-
erd en zooveel zouden terugkeeren, wees er
al op, dat er van die wijziging niet veel zal
komen.
Het ziet er naar uit, dat de heer Ringers,
zoolang hij niet voor zijn weinig benijdens
waardig baantje bedankt, geen lid van den
?aad zal worden en wij zullen in het midden
'aten cf hij met het oog daarop gecondoleerd
of gefeliciteerd behoort te worden.
Er was een uitvoerig debat over de Zater-
dagavondmarkt, die sommige middenstan
ders min of meer weg zouden wenschen en
anderen zoo zouden willen besnoeien, dat
Alkmaarsche winkeliers er geen concurrentie
van ondervinden. Er was onder de midden-
tanders verschil van inzicht over deze
Markt, een verschil, dat duidelijker naar
voren trad naarmate die middenstanders ver
der af of dichterbij woonden en dus meer of
minder belang hadden bij de volksmassa
welke deze markt pleegt te bezoeken.
De kwestie is, na een scherp debat tusschen
den heer Keysper en diverse raadsleden, als
mede wethouder Borsema, voorloopig van
de agenda afgevoerd, aangezien B en W.
hebben toegezegd, dat zij gehoord de
wijze woorden van diverse edelachtbaren
een en ander nog eens nader zullen bekijken
en overwegen, zoodat wij er op dit oogenblik
maar niet verder op zullen ingaan.
Dat was er, last not least, nog een Alk-
maarsch Post-geschiedenis en alhoewel wij
van dit gratis verspreide weekblaadje in den
regel geen notitie nemen, moet daarover
thans wel iets gezegd worden, omdat er in
den Raad min of meer heftig over gedebat
teerd is.
Gedebatteerd is eigenlijk niet het goede
woord, want dat veronderstelt een verschil
van meening.
Hier was geen verschil van meening, hier
was een unanieme afkeuring van een soort
journalistiek waarover wij ditmaal even iets
in het midden willen brengen.
De journalistiek is een vrij beroep en men
treft daarom in de journalistieke gelederen
zeer verschillende figuren aan Er zijn cou
ranten die 'iets beteekenen en die niets be-
teekenen en zoo gaat het ook met de journa
listen. Het is ontstellend wat zich soms ac
teur of kunstschilder noemt, maar het is niet
minder ontstellend, wat zich journalist durft
noemen. Het is geen wonder, dat de besten,
de bona fide journalisten, zich ten slotte ver-
eenigd heben in een organisatie, die zekere
eischen stelt en waarin men slechts op aan
beveling geïntroduceerd en na bestuurs-
contröle als lid kan worden aangenomen,
namelijk de Nederlandsche Journalistenkring.
Daarbuiten wemelt het van journalistieke
vogels van zeer bedenkelijke pluimage en
soins wel van heelemaal geen pluimage, men-
schen, die de bona fide werker niet gaarne
ziet omdat zij den naam en daardoor de
standing van den journalist slechts kunnen
schaden.
Er zijn voor den journalist, die zichzelf en
zijn werk respecteert, eenige ongeschreven
wetten, eenige, laten wij het noemen fat-
soenswetten, welke hij niet mag overtreden
en die hij dan ook niet overtreden zal omdat
hij daarmede niet alleen zijn courant maar
ook zijn beroep zou schaden. Wij zou
den daarover een heele serie artikelen
kunnen schrijven, maar omdat die meer
thuis behooren in het orgaan van den Ne
derlandschen Journalistenkring, zullen wij
onze lezers daarmede niet verder lastig val
len.
Een van die ongeschreven journalistieke
wetten is deze, dat men er zich, als leider
van de publieke opinie en dus als iemand met
een zeer groote verantwoordelijkheid, van
moet onthouden de eer aan te tasten van met
name genoemde personen tenzij men er van
overtuigd is, dat die eer een paskwil is en
dat er door corruptieve handelingen dingen
gebeuren, die niet verzwegen mogen wor
aen.
Dan is spreken plicht omdat de taak van
de pers voor een groot deel een critische is
en de journalist allereerst gehouden is, zon
der onderscheid des persoons, misstanden
aan te wijzen welke het algemeen belang
kunnen schaden.
Wanneer wij er van overtuigd waren, dat
een onzer ambtenaren in eenigerlei op- j
zicht dingen deed welke niet door den beugel
kunnen, dan zouden wij overwegen wat de
beste wijze was om daaraan een einde te
maken en ons dus de vraag stellen waarme
de het algemeen belang het meeste gediend
zou zijn. Er zouden omstandigheden kunnen
zijn, die het wenschelijk maakten uitroeiing
van die misstanden te verkrijgen door zich
in verbinding te stellen met hooger geplaat
ste ambtenaren, met het college van B. en
W. of met den burgemeester, maar wij geven
gaarne toe, dat er ook omstandigheden kun
nen zijn, welke het wenschelijk zouden ma
ken alles wat het belang van stad en bevol
king bedreigde zonder meer door openbaar
making aan het pliblieke oordeel prijs te ge
ven.
De bona fide journalist zal nimmer de eer
en goeden naam van een ambtenaar aantas
te als hij er niet volkomen zeker van is, dat
er iets gebeurt dat niet door den beugel kan.
Wanneer men een ambtenaar van corruptie
beschuldigt en zich daarbij verschuilt achter
termen als „men zegt" en „er gaat een ge
rucht", zonder dat men zelf eenige zekerheid
heeft of die geruchten al dan niet juist zijn,
dan durven wij, als journalist met veeljari
ge ervaring, dat in zekeren zin misdadig
noemen.
Dat doet een bona fide journalist niet en
dat zal men in geen enkele courant van
eenige standing kunnen vinden.
Zoowel de interpellant, als de betrokken
wethouder, enkele raadsleden en d% burge
meester, hebben er in onverholen woorden
van afkeer hun verontwaardiging over uit
gesproken, dat de Alkmaarsche Post een laf-
fen en door niets gemotiveerden aanval op
den goeden naam van den heer Grootegoed,
den directeur van onze Reiniging, heeft ge
daan. Voortdurend afbrekende critiek, die
langzamerhand tot een manie is gewor
den, is thans tot een peil gedaald dat van
een misdadigen opzet kan worden gesproken
en het heeft ons goed gedaan, dat niet al
leen de geheele Ra&d blijk van zijn unanie-
men afkeer van qNMitffpUjkf derde rangs
journalistiek heeft gegeven, maar ook. dat
de besturen van beide hier ter stede bestaan
de middenstandsorganisaties den betrokken
wethouder verzocht hadden in den Raad te
willen mededeelen, dat tij op geenerlei wijze
met dit blad in relatie «taan en geen enkele
verantwoordelijkheid voor de daarin geuite
critiek wenschen te dragen.
Meer zullen wij er op dit oogenblik niet
van zeggen
Men verwijt den Raadsleden wel eens, dat
zij tegen windmolens vechten, maar mej. Ca-
rels en de heer Grondsma, twee, die dezen
middag hun politieke vrienden en tegenstan
ders het morituri te salutant moesten toe
roepen, hebben als laatste van hun goede
daden het tegendeel gedaan.
Zij hebben er voor gepleit het ijverige
comité tot behoud van den Schoorlschen ko
renmolen een kleine bijdrage te geven en al
dus mede te werken aan het instandhouden
van een monument, dat voor het in onze
naaste omgeving gelegen duindorpje van zoo
groote beteeken is is, dat de Raad daar er een
bedrag van 500 voor gevoteerd heeft.
Bergen heeft dat niet gedaan, want Bergen
kan zooveel niet missen en is ook bij het be
houd van dien molen niet zoo direct geïnte
resseerd, maar in allen gevalle heeft Bergen
toonen, dat het belang van de omliggende
gemeenten ook het belang is van de stad, die
zich daarvan zoo gaarne het centrum wil
noemen.
Dat de heer Grondsma spontaan offerde
wat de Raad meende niet te kunnen geven,
is alleszins te waardeeren maar neemt niet
weg, dat wij betreuren, dat het bestuur on
zer gemeente zich ditmaal niet op een
breeder standpunt heeft kunnen stellen.
En nu komen wij ten slotte weer tp het
afscheid, dat het slot van deze vergadering
min of meer een weemoedig tintje heeft ge
geven.
Er was voor mej. Carels, die zich in deze
laatste zitting nog zoo dapper geweerd heeft,
een bouquet roode en witte bloemen neerge
zet en de burgemeester heeft in het bijzonder
dit vrouwelijke raadslid dank gebracht voor
al hetgeen zij in de vele jaren, dat zij het
stadsbelang behartigde, voor onze gemeente
gedaan heeft.
Hier verlaat een vrouw het politieke strijd-
tooneel, die zich nooit beter voordeed dan zij
was en wier groote verdienste het was,
dat zij toch een onzer beste raadsleden
geweest is. Wars van elke politieke overwe
ging, die tot zwijgen of spreken kon nopen,
heeft zij altijd gesproken als haar goede
hart en haar gevoel voor recht en billijkheid
haar daartoe noopten. Armenzorg, onder
wijsvraagstukken en voornamelijk alles waar
in, naar zij meende, de vrouw bij den man
werd'achtergesteld, hebben haar in verloop
van jaren het woord doen vragen om te
trachten den raad van het goede harer in
zichten te overtuigen. Het is te betreuren,
dat juist zij 't slachtoffer der laatste verkie
zingen moest worden en door haar partijge
nooten blijkbaar niet meer in de gelegenheid
gesteld wordt de plaats te hernemen waar
op zijn allereerst recht heeft.
De burgemeester heeft haar zeer waardee-
rend toegesproken en de raad heeft dit lof
felijk oordeel door een hartelijk applaus
onderstreept.
Ook de heeren Keesom en Geels hebben
den welgemeenden dank van den voorzitter
in ontvangst kunnen nemen en hadden blijk
baar op deze toespraak gerekend omdat
zij hun antwoord van een papiertje hebben
voorgelezen. Met hen vertrekken er twee
van de oude garde, die ook in hun fractie
menigmaal van een eigen inzicht hebben
blijk gegeven.
Het leek wel of ook de heer Grondsma
nog op een afscheidsspeechje had gerekend
maar zoowel de voorzitter als de raad had
den zoo'n stil vermoeden, dat zij hem nog
wel eens terug zullen zien en aangezien er
geen grafrede wordt gehouden bij iemand
die alle kenteekenen vertoont, dat hij slechts
schijndood is, werd heer Grondsma dit
maal een „tot weerziens" en niet een
„vaarwel" toegeroepen.
Ten slotte heeft de burgemeester, om na
den traan ook weer de lach te voorschijn te
tooveren, alle raadsleden benevens de pers
tot een gezamenlijk uitstapje naar Castri-
cum aan Zee uitgenoodigd en hebben dè vo
gels van zeer diverse politieke pluimage zich
daar in de gemakkelijke stoeien van het
badhotel genesteld, waar zon en zee in wei
nige oogenblikken alle gedachten aan de
treurige plechtigheid hebben verdreven.
Waf vandaag de
aandacht trekt,
vaiTzijn góeden 'wil biijk*gegeven en eente-1 mef Jg kabinetsformatie
drag van 25 geschonken. w
Dat had men van Alkmaar, dat eenige ja
ren geleden 100.000 voor het Heilooër
bosch gaf, ook verwacht en nu moge de
wethouder van financiën zeggen, dat deze
tijd niet te vergelijken is met die waarin de
ton gouds werd geofferd, daartegenover
staat, dat een bedrag van 25 ook niet te
vergelijken is met de som van 100.000 wel
ke toen werd geschonken
Hoe er over gedacht wordt.
Zóó slecht staat Alkmaar er niet voor of
25 kunnen nog wel gemist worden en
wanneer dit nu uit Dantumadeel of Klazie-
naveen was gevraagd dan zouden we kun
nen begrijpen, dat B. en W. de opvatting
huldigen, dat wij daarmede niet kunnen be
ginnen.
Maar thans was het Schoorl, dat dit of
fertje vroeg, een der kleine naburige ge
meenten waarmede wij om maar eens een
term uit de troonrede te gebruiken de
meest vriendschappelijke betrekkingen onder
houden Hier was geen gevaar voor het
De Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant (lib.) schrijft o.a.
Zooals men in 1933 zijn zegen niet kon
geven aan het kabinet-Colijn, omdat een libe
raal daarvan deel uitmaakte en dit den R.K.
linkervleugel onwelgevallig was, zoo vreest
men thans, dat een bondgenootschap met de
S.D.A.P. velen van den rechtervleugel der
R.K. Staatspartij zal doen drossen. Of zoo
als de R.K. Utrechtsche Crt het heeft uitge
drukt: practisch is dat samengaan van R.K
en S.D. onaanvaardbaar, „omdat de Katho
lieke Staatsjiartij geen stap zal doen, die
haar bij de eerstvolgende Kamerverkiezin
gen zonder eenigen twijfel op een gevoelige
devaluatie der sterkte van haar eigen kie
zerscorps zou te staan komen''.
Er zijn geschilpunten tusschen de beide
partijen met betrekking tot de belastinghef-
scheooen van een precedent want dergelijke partijen met betrekking tot de belastinghef-
verzoeken komen slechts sporadisch binnen, fing, de protectie, den levensstandaard en de
verzoeken komen
Hier was het geven van een kleine bijdrage
een vriendelijke geste tegenover een van de
ons omringende gemeenten waarmee wij
door gemeenschappelijke .diensten en ge-
meenschapjielijke belangen als het ware ge
parenteerd zijn.
Zelfs het dringend beroep van de eenige
dame uit dit edelachtbaar gezelschap op de
heeren commissieleden om door het rooken
van wat kleinere gemeente-sigaartjes een
persoonlijk offertje voor dit goede doel ie
willen brengen, mocht niet baten.
Alkmaar heeft geweigerd iets voor dezen
molen bij te dragen en daardoor een gele
genheid laten voorbijgaan waarop Jiet kon
defensie, die een politiek huwelijk toch wel
allesbehalve tot een sacrament zouden ma
ken.
Wij vragen ons af, of in een verbond met
de S.D.A.P. de C.H., die meer wetenschap
pelijke theoretici dan politieke practici zijn,
niet spoedig zulke koude douches van het ex-
Eeriment zullen ontvangen, dat zij zich in
et Roomsch-roode gezelschap, wellicht nog
met eenige vrijz-dem. aangevuld, toch niet
thuis zullen gevoelen. Anti-revolutionnairen
en liberalen zullen er zich wel niet bij aan
sluiten, zoo zij al daartoe door prof. Aal
berse mochten worden uitgenoodigd. Wel
zouden, in overeenstemming met zijn hier
over bij de vorige kabinetsformate kenbaar
gemaakte inzichten, water- en melk-vertegen-
woordigers van de a.r. en de lib. richting
kunnen worden aangezocht om den schijn
van een zoo breed mogelijke basis te redden.
Daar de aan prof. Aalberse verleende op
dracht ongetwijfeld op groote moeilijkheden
zal stuiten, is het niet uitgestoten, zegt het
blad, dat het kabinet-Colijn nog eenigen tijd
zal aanblijven. Al of niet demissionnair.
Wordt dr. Colijn's ontslagaanvrage niet
aanvaard, dan blijft het de vraag, hoe kort
het zal duren, of dezelfde situatie zal (door
een amendement of wetsvoorstel der R.K.)
opnieuw ontstaan. Door een eventueel échec
van prof. Aalbers^ als kabinetsformateur
wordt de linkervleugel der R.K. Staatspartij
nog niet murw (en wijzer) gemaakt, vreezen
wij. Die linkervleugel heeft nu eenmaal beet
gekregen en zal vermoedelijk niet meer los
laten. En hij had ditmaal, ook zonder het
min of meer geforceerd stellen van de kwes
tie van vertrouwen door dr. Colijn, toch wel
beet gekregen aan het kabinet, bij het vaste
lasten-ontwerp of later.
Intusschen, zoo besluit de N.R.Crt., het
woord is aan prof. Aalberse. Het verzoek
van de koningin is om zijn beslissing om
trent de aanvaarding van de opdracht bin
nen enkele dagen te vernemen en de ministe-
rieele waakhonden bij den gulden mogen
hem tot een snel besluit noj>en!
Het is al verschrikkelijk genoeg, dat deze
situatie door de R.K. Staatspartij is uitge
lokt.
De Telg. schrijft o.a.
Het Nederlandsche volk is H.M. de konin
gin dankbaar voor deze wijze beslissing, die
het dr. Colijn mogelijk maakt op een oogen
blik, waarop het land hem het meest noodig
heft, tenminste voorloopig zijn krachten aan
de publiek zaak te blijven wijden.
Er kan geen twijfel aan bestaan, dat dit
verloop der gebeurtenissen afbreuk doet
aan het prestige van het parlement in het
algemeen en aan dat van de katholieke
staatsj>artij in het bijzonder. Niet dë Kroon
is daarvoor verantwoordelijk, maar wel de
gene, die een crisis uitlokte op een oogen
blik, waarop eenheid van het land gebieden
de plicht was. Wat heeft het Nederlandsche
volk thans aan de stellingen vol kamerge
leerdheid, maar zonder eenig gevoel voor
practische politiek, waardoor de leider der
katholieke fractie zijn handelwijze in de
Tweede Kamer heeft beproefd te rechtvaar
digen
Feitelijk komt de situatie thans op het vol
gende neer. Terwijl dr. Colijn met uiterste
krachtsinspanning zal voortgaan in samen
werking met de Nederlandsche Bank den
gulden te verdedigen, zullen de politici be
proeven een nieuw kabinet te vormen. Reeds
hedenmorgen heeft H.M. de koningin aan
prof. Aalberse opdracht gegeven op „zoo
breed mogelijke basis" een ministerie samen
te stellen. Hoewel in deze dagen persoonlijke
sympathiën of antipathiën geen rol mogen
sjDelen, achten wij het toch niet in het lands
belang, dat deze politicus, die in de afgeloo-
pen jieriode van zoo weinig practische
staatsmanswijsheid blijk heeft gegeven, met
zijn jjogingen succes zal hebben. Daar geen
tijd te verliezen valt is het toe te juichen, dat
aan den heer Aalberse slechts enkele dagen
voor het houden van besprekingen zijn toe
gestaan. Wat er gebeuren zal nadat de leider
der- katholieke fractie zijn opdracht aan de
koningin zal hebben teruggegeven, ligt voor
loopig in het duister. Hoofdzaak is, dat dr.
COURANT.
Ho 175 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
eigenlijk een beetje afsterven
Een anti-Abessiniër aan het woord
(Dag. Overzicht).
Het Zwitsersche hotelplan. (Bui
tenland).
Doodelijk ongeval op den onbe-
waakten overweg te Apeldoorn.
(Binnenland).
Mgr. Jansen voorzien van de H. H.
Sacramenten der Stervenden. (Bin
nenland).
Prof. Aalberse tracht nog steeds
een kabinet te vormen. (Binnenland)
Uit het parlementaire leven. (Arti
kelen).
Holland*» stedenschoon in praat
en prent. (Artikelen).
Lezing van Ir. Mussert te Batavia.
(Koloniën).
Bij een brand te Dalem (N.Br.) zijn
drie boerderijen afgebrand. (Binnen
land).
Voortgezette verga lering Prov.
Staten Noordholland. (Binnenland).
Het laatste bedrijf van de „Gaai -
ramp. (Luchtvaart).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)