DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. Professor Aalberse belast. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/b. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330. Zaterdag 27 Juli 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Men wenscht geen brandweerman in den Raad, die het vuur der debatten zou kunnen blusschen. Wie de ongeschreven wetten der journalistiek overtreedt, is niet waardig zich journalist te noemen. Partir c'est mourir un peu, vertrekken dat is een beetje sterven, maar bij de volgende verkiezing kan de patiënt weer beter worden. Het was maar een heel klein agenda'tje, dat voor deze vergadering was uitgegeven, het was eigenlijk niet de moeite waard om er over te spreken, maar het was toch voldoende om de dames en heeren, die nog niet met vacantie waren voor een allerlaatste bijeen komst van den Raad in zijn tegenwoordige samenstelling bijeen te roepen en eenigszins plechtig het afscheid te vieren. Vieren is eigenlijk weer het juiste woord niet, want een afscheid viert men niet, dat ondergaat men. Partir, c'est mourir un peu, zegt een be kend Fransch spreekwoord, vertrekken, dat is Wij hebben in verloop Van tnd heel wat keeren dit afsterven van een deel van den ouden Raad meegemaakt en het is altijd een ontroerend moment als de voorzitter zich met een persoonlijk dankwoord richt tot hen die vielen en daarbij gedenkt wat zij in het be lang van stad en bevolking verricht hebben Er waren ditmaal vier slachtoffers aan wezig of eigenlijk drie en een halve, want van den heer Grondsma is het nog lang niet zeker, dat hij in de nu komende regeerperiode het gestoelte der eere niet meer zal bezetten. Dat brengt ons al dadelijk op de voor naamste kwestie welke den Raad ditmaal heeft bezig gehouden en omdat de besprekin gen daarover aan het afscheid vooraf gingen, zullen we dit allereerst even de revue laten passeeren. De commissie tot onderzoek van de ge loofsbrieven had in meerderheid geadviseerd alle gekozenen toe te laten behalve den heei Ringers, omdat deze commandant van de Vrijwillige Brandweer is en als zoodanig, volgens art. 25 van de Gemeentewet, ais ambtenaar beschouwd moet worden en niet in den Raad kan worden toegelaten. Er kwam ook nog een Koninklijk besluit bij te pas en wie de beide commissieleden, de heeren Venneker en Bakker, dezen middag gehoord heeft, moest wel tot de overtuiging komen, dat zij graag anders geadviseerd zouden hebben, maar formeel gemeend had den zich aan de wet te moeten houden. Het was de heer Vogelaar, die zich anders nog al eens op een wettelijk standpunt stelt, die thans een lans brak voor zijn bedreigden partijgenoot en er op wees, hoe ridicuul toch eigenlijk deze geheele kwestie is. Wat doet het er eigenlijk toe of de heer Ringers comman dant van de Vrijwillige Brandweer is en ais zoodanig ondergeschikt aan den burgemees ter of het college? Kan hij daarom geen goed raadslid zijn, juist hij, die niet alleen met woorden maar ook met daden getoond heeft hoezeer het stadsbelang hem ter harte gaat? Het is eigenlijk te belachelijk om er veel over te zeggen. De man, die door de brand weerlieden, als de meest daarvoor geschikte, tot commandant wordt verkozen en als zoo danig een kleine gemeentelijke toelage krijgt, welke hij het corps ten goede laat komen, die man mag in ozen Raad niet meepraten, om dat het niet te pas komt, dat hij als onderge schikte zijn meerderen in zeker opzicht de wet zou kunnen stellen. Er valt heel veel maar ook heel weinig °ver te zeggen. De Raad zag zelf wel in hoe dwaas dit alles was, maar de Raad, althans de meer derheid, stelde zich op formeel standpunt en wenschte geen besluit te nemen, dat toch door Ged. Staten, of door de Kroon vernietigd zou Worden. Men kan daar ten slotte weinig tegenin °rengen, alhoewel wij liever een anderen weg hadden zien ingeslagen. De Raad had, wetende wat er volgen zou h>ch den heer Ringers kunnen toelaten en het a®n anderen overlaten zijn intrede in de zaal d«r vroedschap te beletten. Practisch was dan natuurlijk hetzelfde resultaat bereikt, maar de Raad had dan gedemonstreerd en er nog Waals de aandacht op gevestigd hoe dwaas 'n dit geval een wettelijke verbodsbepaling is Thans bleek, dat de eenige manier om den eer Ringers in den Raad te kunnen krijgen een wijziging van de verordening zou zijn Waarbij de burgerij niet vrijwillig maar ver Plicht de taak van het brandblusschen op zicli £°u moeten nemen. Dan zou de heer Ringers 'let niet kunnen helpen, dat hij commandant van de brandweer is en dan zou die groo.e tekortkoming hem ook vergeven kunnen wor den. Hij zou dan niet langer op één lijn ge steld worden met allerlei imbecielen, die niet waardig geacht worden lid van onze vroed Schap te zijn =- men begrijp.t .wel, dat wij daarmede geenszins de ambtenaren bedoelen hij zou het slachtoffer van zijn plicht zijn en daarom in genade in het edelachtbaar ge zelschap kunnen worden opgenomen. De heer Hoijtink heeft nog gevraagd een zoodanige wijziging in de verordening eens te bekijken en B. en W. hebben dat toege zegd, maar alleen al de opmerking, dat wij dan weer tot een toestand van achttien hon- erd en zooveel zouden terugkeeren, wees er al op, dat er van die wijziging niet veel zal komen. Het ziet er naar uit, dat de heer Ringers, zoolang hij niet voor zijn weinig benijdens waardig baantje bedankt, geen lid van den ?aad zal worden en wij zullen in het midden 'aten cf hij met het oog daarop gecondoleerd of gefeliciteerd behoort te worden. Er was een uitvoerig debat over de Zater- dagavondmarkt, die sommige middenstan ders min of meer weg zouden wenschen en anderen zoo zouden willen besnoeien, dat Alkmaarsche winkeliers er geen concurrentie van ondervinden. Er was onder de midden- tanders verschil van inzicht over deze Markt, een verschil, dat duidelijker naar voren trad naarmate die middenstanders ver der af of dichterbij woonden en dus meer of minder belang hadden bij de volksmassa welke deze markt pleegt te bezoeken. De kwestie is, na een scherp debat tusschen den heer Keysper en diverse raadsleden, als mede wethouder Borsema, voorloopig van de agenda afgevoerd, aangezien B en W. hebben toegezegd, dat zij gehoord de wijze woorden van diverse edelachtbaren een en ander nog eens nader zullen bekijken en overwegen, zoodat wij er op dit oogenblik maar niet verder op zullen ingaan. Dat was er, last not least, nog een Alk- maarsch Post-geschiedenis en alhoewel wij van dit gratis verspreide weekblaadje in den regel geen notitie nemen, moet daarover thans wel iets gezegd worden, omdat er in den Raad min of meer heftig over gedebat teerd is. Gedebatteerd is eigenlijk niet het goede woord, want dat veronderstelt een verschil van meening. Hier was geen verschil van meening, hier was een unanieme afkeuring van een soort journalistiek waarover wij ditmaal even iets in het midden willen brengen. De journalistiek is een vrij beroep en men treft daarom in de journalistieke gelederen zeer verschillende figuren aan Er zijn cou ranten die 'iets beteekenen en die niets be- teekenen en zoo gaat het ook met de journa listen. Het is ontstellend wat zich soms ac teur of kunstschilder noemt, maar het is niet minder ontstellend, wat zich journalist durft noemen. Het is geen wonder, dat de besten, de bona fide journalisten, zich ten slotte ver- eenigd heben in een organisatie, die zekere eischen stelt en waarin men slechts op aan beveling geïntroduceerd en na bestuurs- contröle als lid kan worden aangenomen, namelijk de Nederlandsche Journalistenkring. Daarbuiten wemelt het van journalistieke vogels van zeer bedenkelijke pluimage en soins wel van heelemaal geen pluimage, men- schen, die de bona fide werker niet gaarne ziet omdat zij den naam en daardoor de standing van den journalist slechts kunnen schaden. Er zijn voor den journalist, die zichzelf en zijn werk respecteert, eenige ongeschreven wetten, eenige, laten wij het noemen fat- soenswetten, welke hij niet mag overtreden en die hij dan ook niet overtreden zal omdat hij daarmede niet alleen zijn courant maar ook zijn beroep zou schaden. Wij zou den daarover een heele serie artikelen kunnen schrijven, maar omdat die meer thuis behooren in het orgaan van den Ne derlandschen Journalistenkring, zullen wij onze lezers daarmede niet verder lastig val len. Een van die ongeschreven journalistieke wetten is deze, dat men er zich, als leider van de publieke opinie en dus als iemand met een zeer groote verantwoordelijkheid, van moet onthouden de eer aan te tasten van met name genoemde personen tenzij men er van overtuigd is, dat die eer een paskwil is en dat er door corruptieve handelingen dingen gebeuren, die niet verzwegen mogen wor aen. Dan is spreken plicht omdat de taak van de pers voor een groot deel een critische is en de journalist allereerst gehouden is, zon der onderscheid des persoons, misstanden aan te wijzen welke het algemeen belang kunnen schaden. Wanneer wij er van overtuigd waren, dat een onzer ambtenaren in eenigerlei op- j zicht dingen deed welke niet door den beugel kunnen, dan zouden wij overwegen wat de beste wijze was om daaraan een einde te maken en ons dus de vraag stellen waarme de het algemeen belang het meeste gediend zou zijn. Er zouden omstandigheden kunnen zijn, die het wenschelijk maakten uitroeiing van die misstanden te verkrijgen door zich in verbinding te stellen met hooger geplaat ste ambtenaren, met het college van B. en W. of met den burgemeester, maar wij geven gaarne toe, dat er ook omstandigheden kun nen zijn, welke het wenschelijk zouden ma ken alles wat het belang van stad en bevol king bedreigde zonder meer door openbaar making aan het pliblieke oordeel prijs te ge ven. De bona fide journalist zal nimmer de eer en goeden naam van een ambtenaar aantas te als hij er niet volkomen zeker van is, dat er iets gebeurt dat niet door den beugel kan. Wanneer men een ambtenaar van corruptie beschuldigt en zich daarbij verschuilt achter termen als „men zegt" en „er gaat een ge rucht", zonder dat men zelf eenige zekerheid heeft of die geruchten al dan niet juist zijn, dan durven wij, als journalist met veeljari ge ervaring, dat in zekeren zin misdadig noemen. Dat doet een bona fide journalist niet en dat zal men in geen enkele courant van eenige standing kunnen vinden. Zoowel de interpellant, als de betrokken wethouder, enkele raadsleden en d% burge meester, hebben er in onverholen woorden van afkeer hun verontwaardiging over uit gesproken, dat de Alkmaarsche Post een laf- fen en door niets gemotiveerden aanval op den goeden naam van den heer Grootegoed, den directeur van onze Reiniging, heeft ge daan. Voortdurend afbrekende critiek, die langzamerhand tot een manie is gewor den, is thans tot een peil gedaald dat van een misdadigen opzet kan worden gesproken en het heeft ons goed gedaan, dat niet al leen de geheele Ra&d blijk van zijn unanie- men afkeer van qNMitffpUjkf derde rangs journalistiek heeft gegeven, maar ook. dat de besturen van beide hier ter stede bestaan de middenstandsorganisaties den betrokken wethouder verzocht hadden in den Raad te willen mededeelen, dat tij op geenerlei wijze met dit blad in relatie «taan en geen enkele verantwoordelijkheid voor de daarin geuite critiek wenschen te dragen. Meer zullen wij er op dit oogenblik niet van zeggen Men verwijt den Raadsleden wel eens, dat zij tegen windmolens vechten, maar mej. Ca- rels en de heer Grondsma, twee, die dezen middag hun politieke vrienden en tegenstan ders het morituri te salutant moesten toe roepen, hebben als laatste van hun goede daden het tegendeel gedaan. Zij hebben er voor gepleit het ijverige comité tot behoud van den Schoorlschen ko renmolen een kleine bijdrage te geven en al dus mede te werken aan het instandhouden van een monument, dat voor het in onze naaste omgeving gelegen duindorpje van zoo groote beteeken is is, dat de Raad daar er een bedrag van 500 voor gevoteerd heeft. Bergen heeft dat niet gedaan, want Bergen kan zooveel niet missen en is ook bij het be houd van dien molen niet zoo direct geïnte resseerd, maar in allen gevalle heeft Bergen toonen, dat het belang van de omliggende gemeenten ook het belang is van de stad, die zich daarvan zoo gaarne het centrum wil noemen. Dat de heer Grondsma spontaan offerde wat de Raad meende niet te kunnen geven, is alleszins te waardeeren maar neemt niet weg, dat wij betreuren, dat het bestuur on zer gemeente zich ditmaal niet op een breeder standpunt heeft kunnen stellen. En nu komen wij ten slotte weer tp het afscheid, dat het slot van deze vergadering min of meer een weemoedig tintje heeft ge geven. Er was voor mej. Carels, die zich in deze laatste zitting nog zoo dapper geweerd heeft, een bouquet roode en witte bloemen neerge zet en de burgemeester heeft in het bijzonder dit vrouwelijke raadslid dank gebracht voor al hetgeen zij in de vele jaren, dat zij het stadsbelang behartigde, voor onze gemeente gedaan heeft. Hier verlaat een vrouw het politieke strijd- tooneel, die zich nooit beter voordeed dan zij was en wier groote verdienste het was, dat zij toch een onzer beste raadsleden geweest is. Wars van elke politieke overwe ging, die tot zwijgen of spreken kon nopen, heeft zij altijd gesproken als haar goede hart en haar gevoel voor recht en billijkheid haar daartoe noopten. Armenzorg, onder wijsvraagstukken en voornamelijk alles waar in, naar zij meende, de vrouw bij den man werd'achtergesteld, hebben haar in verloop van jaren het woord doen vragen om te trachten den raad van het goede harer in zichten te overtuigen. Het is te betreuren, dat juist zij 't slachtoffer der laatste verkie zingen moest worden en door haar partijge nooten blijkbaar niet meer in de gelegenheid gesteld wordt de plaats te hernemen waar op zijn allereerst recht heeft. De burgemeester heeft haar zeer waardee- rend toegesproken en de raad heeft dit lof felijk oordeel door een hartelijk applaus onderstreept. Ook de heeren Keesom en Geels hebben den welgemeenden dank van den voorzitter in ontvangst kunnen nemen en hadden blijk baar op deze toespraak gerekend omdat zij hun antwoord van een papiertje hebben voorgelezen. Met hen vertrekken er twee van de oude garde, die ook in hun fractie menigmaal van een eigen inzicht hebben blijk gegeven. Het leek wel of ook de heer Grondsma nog op een afscheidsspeechje had gerekend maar zoowel de voorzitter als de raad had den zoo'n stil vermoeden, dat zij hem nog wel eens terug zullen zien en aangezien er geen grafrede wordt gehouden bij iemand die alle kenteekenen vertoont, dat hij slechts schijndood is, werd heer Grondsma dit maal een „tot weerziens" en niet een „vaarwel" toegeroepen. Ten slotte heeft de burgemeester, om na den traan ook weer de lach te voorschijn te tooveren, alle raadsleden benevens de pers tot een gezamenlijk uitstapje naar Castri- cum aan Zee uitgenoodigd en hebben dè vo gels van zeer diverse politieke pluimage zich daar in de gemakkelijke stoeien van het badhotel genesteld, waar zon en zee in wei nige oogenblikken alle gedachten aan de treurige plechtigheid hebben verdreven. Waf vandaag de aandacht trekt, vaiTzijn góeden 'wil biijk*gegeven en eente-1 mef Jg kabinetsformatie drag van 25 geschonken. w Dat had men van Alkmaar, dat eenige ja ren geleden 100.000 voor het Heilooër bosch gaf, ook verwacht en nu moge de wethouder van financiën zeggen, dat deze tijd niet te vergelijken is met die waarin de ton gouds werd geofferd, daartegenover staat, dat een bedrag van 25 ook niet te vergelijken is met de som van 100.000 wel ke toen werd geschonken Hoe er over gedacht wordt. Zóó slecht staat Alkmaar er niet voor of 25 kunnen nog wel gemist worden en wanneer dit nu uit Dantumadeel of Klazie- naveen was gevraagd dan zouden we kun nen begrijpen, dat B. en W. de opvatting huldigen, dat wij daarmede niet kunnen be ginnen. Maar thans was het Schoorl, dat dit of fertje vroeg, een der kleine naburige ge meenten waarmede wij om maar eens een term uit de troonrede te gebruiken de meest vriendschappelijke betrekkingen onder houden Hier was geen gevaar voor het De Nieuwe Rotterdamsche Cou rant (lib.) schrijft o.a. Zooals men in 1933 zijn zegen niet kon geven aan het kabinet-Colijn, omdat een libe raal daarvan deel uitmaakte en dit den R.K. linkervleugel onwelgevallig was, zoo vreest men thans, dat een bondgenootschap met de S.D.A.P. velen van den rechtervleugel der R.K. Staatspartij zal doen drossen. Of zoo als de R.K. Utrechtsche Crt het heeft uitge drukt: practisch is dat samengaan van R.K en S.D. onaanvaardbaar, „omdat de Katho lieke Staatsjiartij geen stap zal doen, die haar bij de eerstvolgende Kamerverkiezin gen zonder eenigen twijfel op een gevoelige devaluatie der sterkte van haar eigen kie zerscorps zou te staan komen''. Er zijn geschilpunten tusschen de beide partijen met betrekking tot de belastinghef- scheooen van een precedent want dergelijke partijen met betrekking tot de belastinghef- verzoeken komen slechts sporadisch binnen, fing, de protectie, den levensstandaard en de verzoeken komen Hier was het geven van een kleine bijdrage een vriendelijke geste tegenover een van de ons omringende gemeenten waarmee wij door gemeenschappelijke .diensten en ge- meenschapjielijke belangen als het ware ge parenteerd zijn. Zelfs het dringend beroep van de eenige dame uit dit edelachtbaar gezelschap op de heeren commissieleden om door het rooken van wat kleinere gemeente-sigaartjes een persoonlijk offertje voor dit goede doel ie willen brengen, mocht niet baten. Alkmaar heeft geweigerd iets voor dezen molen bij te dragen en daardoor een gele genheid laten voorbijgaan waarop Jiet kon defensie, die een politiek huwelijk toch wel allesbehalve tot een sacrament zouden ma ken. Wij vragen ons af, of in een verbond met de S.D.A.P. de C.H., die meer wetenschap pelijke theoretici dan politieke practici zijn, niet spoedig zulke koude douches van het ex- Eeriment zullen ontvangen, dat zij zich in et Roomsch-roode gezelschap, wellicht nog met eenige vrijz-dem. aangevuld, toch niet thuis zullen gevoelen. Anti-revolutionnairen en liberalen zullen er zich wel niet bij aan sluiten, zoo zij al daartoe door prof. Aal berse mochten worden uitgenoodigd. Wel zouden, in overeenstemming met zijn hier over bij de vorige kabinetsformate kenbaar gemaakte inzichten, water- en melk-vertegen- woordigers van de a.r. en de lib. richting kunnen worden aangezocht om den schijn van een zoo breed mogelijke basis te redden. Daar de aan prof. Aalberse verleende op dracht ongetwijfeld op groote moeilijkheden zal stuiten, is het niet uitgestoten, zegt het blad, dat het kabinet-Colijn nog eenigen tijd zal aanblijven. Al of niet demissionnair. Wordt dr. Colijn's ontslagaanvrage niet aanvaard, dan blijft het de vraag, hoe kort het zal duren, of dezelfde situatie zal (door een amendement of wetsvoorstel der R.K.) opnieuw ontstaan. Door een eventueel échec van prof. Aalbers^ als kabinetsformateur wordt de linkervleugel der R.K. Staatspartij nog niet murw (en wijzer) gemaakt, vreezen wij. Die linkervleugel heeft nu eenmaal beet gekregen en zal vermoedelijk niet meer los laten. En hij had ditmaal, ook zonder het min of meer geforceerd stellen van de kwes tie van vertrouwen door dr. Colijn, toch wel beet gekregen aan het kabinet, bij het vaste lasten-ontwerp of later. Intusschen, zoo besluit de N.R.Crt., het woord is aan prof. Aalberse. Het verzoek van de koningin is om zijn beslissing om trent de aanvaarding van de opdracht bin nen enkele dagen te vernemen en de ministe- rieele waakhonden bij den gulden mogen hem tot een snel besluit noj>en! Het is al verschrikkelijk genoeg, dat deze situatie door de R.K. Staatspartij is uitge lokt. De Telg. schrijft o.a. Het Nederlandsche volk is H.M. de konin gin dankbaar voor deze wijze beslissing, die het dr. Colijn mogelijk maakt op een oogen blik, waarop het land hem het meest noodig heft, tenminste voorloopig zijn krachten aan de publiek zaak te blijven wijden. Er kan geen twijfel aan bestaan, dat dit verloop der gebeurtenissen afbreuk doet aan het prestige van het parlement in het algemeen en aan dat van de katholieke staatsj>artij in het bijzonder. Niet dë Kroon is daarvoor verantwoordelijk, maar wel de gene, die een crisis uitlokte op een oogen blik, waarop eenheid van het land gebieden de plicht was. Wat heeft het Nederlandsche volk thans aan de stellingen vol kamerge leerdheid, maar zonder eenig gevoel voor practische politiek, waardoor de leider der katholieke fractie zijn handelwijze in de Tweede Kamer heeft beproefd te rechtvaar digen Feitelijk komt de situatie thans op het vol gende neer. Terwijl dr. Colijn met uiterste krachtsinspanning zal voortgaan in samen werking met de Nederlandsche Bank den gulden te verdedigen, zullen de politici be proeven een nieuw kabinet te vormen. Reeds hedenmorgen heeft H.M. de koningin aan prof. Aalberse opdracht gegeven op „zoo breed mogelijke basis" een ministerie samen te stellen. Hoewel in deze dagen persoonlijke sympathiën of antipathiën geen rol mogen sjDelen, achten wij het toch niet in het lands belang, dat deze politicus, die in de afgeloo- pen jieriode van zoo weinig practische staatsmanswijsheid blijk heeft gegeven, met zijn jjogingen succes zal hebben. Daar geen tijd te verliezen valt is het toe te juichen, dat aan den heer Aalberse slechts enkele dagen voor het houden van besprekingen zijn toe gestaan. Wat er gebeuren zal nadat de leider der- katholieke fractie zijn opdracht aan de koningin zal hebben teruggegeven, ligt voor loopig in het duister. Hoofdzaak is, dat dr. COURANT. Ho 175 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. eigenlijk een beetje afsterven Een anti-Abessiniër aan het woord (Dag. Overzicht). Het Zwitsersche hotelplan. (Bui tenland). Doodelijk ongeval op den onbe- waakten overweg te Apeldoorn. (Binnenland). Mgr. Jansen voorzien van de H. H. Sacramenten der Stervenden. (Bin nenland). Prof. Aalberse tracht nog steeds een kabinet te vormen. (Binnenland) Uit het parlementaire leven. (Arti kelen). Holland*» stedenschoon in praat en prent. (Artikelen). Lezing van Ir. Mussert te Batavia. (Koloniën). Bij een brand te Dalem (N.Br.) zijn drie boerderijen afgebrand. (Binnen land). Voortgezette verga lering Prov. Staten Noordholland. (Binnenland). Het laatste bedrijf van de „Gaai - ramp. (Luchtvaart). (Zie verder eventueel laatste berichten.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1