Wat Nederland van Duitschland wil weten.
IEFDE EN POLITIEK
Bageliikscfi OmvzUM
Een paar vragen, waarin Nederland belang alell.
Onze correspondent in eigen land.
!Biiitentand
teaittetoH
(Van onzen correspondent.)
Berlijn, 28 JulL
Mijn vorige brief het valt me ineens op
nu ik dezen datum neerschrijf was van 28
Juni! Meer dan vier weken tuaschenruimte
Het scherp vernuft van den lezer zal wel
reeds de oplossing gevonden hebben: ik was
met vacantie.
Met vacantie in Duitschland enin Ne
derland.
Geen vacantie van niets-doen, maar eigen
lijk van hard werken. Gesprekken met „All
sorts and conditions of men", in beide lan
den. Om er eens achter te komen, hoe men
hier en ginds denkt over het vele, waarover
men tegenwoordig, helaas, denken moet, om
dat het aangename zaken eenvoudig ver
dringt.
Het ware wellicht belangwekkend voor u,
Nederlandsche lezer, te ervaren, wat ik, die
zoo zelden in mijn vaderland vertoeven kan,
voor indrukken in Holland opgedaan heb,
in het bijzonder wat vergelijkingen tusschen
Duitschland en Nederland betreft. Maar ik
vermoed, dat de redactie mij op de vingers
zou tikken en mij zou toeroepen: hou je bij
je leest, schoenmaker, en vertel ons van
Duitschland en Duitschers. En daar zou zij
groot gelijk in hebben. Want inderdaad
als ik dan toch even mag grasduinen een
van de meest blijvende indrukken van mijn
kort verblijf in Nederland is de enorme be
langstelling van mijn landgenooten voor de
ontwikkeling in Duitschland geweest. Waar
bij ik, niet zonder begrijpelijke persoonlijke
voldoening, zeer duidelijk gemerkt heb, dat
men het, zonder te weten met uw briefschrij
ver Roland te doen te hebben, in zeer breede
kringen gloeiend met mij eens bleek te zijn,
dat onze Nederlandsche pers, voor zoover
zij de belangen behartigt van groepen, par
tijen en overtuigingen, die zich door de jong
ste ontwikkeling in Duitschland bedreigd of
beleedigd voelen, haar hoogste plicht van
objectiviteit niet altijd zoo nakomt als met
haar historische zelfvoldaanheid in overeen
stemming te brengen is.
Of, om het wat drastischer uit te drukken
den Nederlandschen lezer over het Derde
Rijk van Adolf Hitier op geniepig-eenzijdige
wijze voorlicht.
Tallooze malen heeft men mij in hotels en
restaurants, als men vernam, dat ik uit
Duitschland kwam en daar woonachtig ben,
de „stereotiepe" vraag gesteld: „is het in
Duitschland nu werkelijk zóó erg als de
meeste kranten het bij ons beschrijven?" Dat
deze zelfde vraag, uit den mond van keliners,
kamermeisjes, barbiers, dorpsnotabelen, taxi
chauffeurs, tankwachts en al die andere een
voudige menschen, waarmee men op reis in
aanraking pleegt te komen, onophoudelijk en
steeds in vrijwel dezelfde bewoordingen te
rugkeerde, is dunkt mij al zeer teekenend en
behoorde voor mijn beroepscollega's in de
Nederlandsche redacties een waarschuwing
te zijn.
Hoe ik die vragen beantwoord heb soms
kort en oppervlakkig wegens tijdgebrek,
vaak echter ook, in breeden kring en daartoe
opzettelijk uitgenoodigd, in zeer uitvoerigen
vorm is voor den lezer op dit oogenblik
niet van actueele beteekenis. Vooral niet, om
dat in deze reeks van brieven uit de Duit-
scher ijkshoofdstad in precies denzelfden
geest, waarin ik in Nederland gesproken
heb, mijn visie op de Duitsche ontwikkeling
uitvoerig pleegt te worden weergegeven.
Maar dat in dezen vorm gevraagd werd, leek
me opvallend.
Ik heb er de bevestiging in gezien van wat
ik reeds lang gevreesd heb en waartegen ik
op deze plaats herhaaldelijk heb gewaar
schuwd: bij den Nederlandschen dagblad
lezer groeit een wantrouwen tegen een soort
Hollandsche journalistieke voorlichting, die
niet meer van goeden huize is en die een
zeer, zeer hoog beginsel volkomen schijnt te
willen gaan verwaarloozen, n.1. dat kranten
in allerlaatste instantie niet de strekking
mogen hebben, volken en staten tegen elkaar
op te hitsen, maar integendeel tewust er
naar behooren te streven, toenadering en
verzoening te bereiken. Ook dan wanneer de
ander het niet altijd gemakkelijk maakt.
Ik heb in Nederland de ervaring moeten
opdoen, dat blijkbaar toenemende kringen
in hooge mate ontstemd zijn over de lendenz
van niet weinige vaderlandsche publicisten,
in het bijzonder ten opzichte van het natio-
naal-socialistische Duitschland een uiterst
overdreven waarde hechten aan dat wat
hun in het Hitler-regime tegenstaat, en geen
of nauwelijks aandacht te wijden en 'n plaats
te gunnen aan dat, wat zij als eerlijke men
schen in deze revolutionnaire ontwikkeling
behoorden te bewonderen of tenminste met
welwillende belangstelling te volgen.
Het bleek mij, dat men in Nederland voor
al in enkele hoofdpunten belang stelt. Die
zijn in het kort aldus te formuleeren:
Is het juist dat het Derde Rijk een imperia
listisch karakter heeft en op nieuwe oorlo
gen, veroveringen, revanche's of zelfs op een
herstel van het Rijk van Karei den Grooten
aanstuurt?
Moet de vabanque-politiek van het Derde
Rijk tenslotte niet toch op een catastrophe op
financieel-economisch gebied uitloopen, die
Midden-Europa het bolsjewisme in handen
speelt?
Is het principieele anti-semitisme van het
Derde Rijk niet een internationaal gevaar en
een beletsel voor elke betere verstandhouding
met Duitschland?
Loopt de eultureele politiek van Hitler-
Duitschland niet uit op godsdienststrijd en
burgeroorlog?
Men ziet: vragen, die niet voor de poes
zijn, en die zich maar niet zoo een-twee-drie
laten beantwoorden. Ik heb ze ten overvloe
de nog eens genoteerd, natuurlijk met de be
doeling, op deze dingen in mijn brieven nog
eens rustig en uitvoerig terug te komen
En bij mijn terugkeer in Berlijn en het
doorbladeren van den enormen stapel cou
ranten en tijdschriften, die zich in deze vier
weken naast mijn schrijftafel omhoog ge
werkt heeft, heeft mijn zeer bewust optimis
me (zonder hetwelk ik nu eenmaal de pro
blemen van deze tijden niet durf aan te pak
ken) eerlijk gezegd een knauw van je welste
gekregen.
Maar deze dingen zijn te ernstig, om er
zich in korte causerieën met een los handje
van af te maken. Ze eischen, dat men er zich
in verdiept en dat men niet het voorbeeld
volgt van de heeren collega's uit het buiten
land, die zich hier Potemkinsche doipscou-
lissen laten voorschuiven, en evenmin de mis
dadige eenzijdigheid copieert van hier geves
tigde dagbladschrijvers der buitenlandsche
pers, die het zich tot plicht schijnen te reke
nen, Duitsche ontwikkelingen te vervalschen
tot bruikbaar strijdmateriaal voor de bin-
nenlandsche politiek van hun eigen vader
land.
Ik keer terug in een Duitschland. dat zich.
politiek gezien, in toenemende verbittering
en opwinding bevindt en, sociaal-economisch
bekeken, nog ontevredener (in scherp omlijn
de kringen) geworden is dan toen ik het een
maand geleden verliet. Ik krijg den indruk,
dat het heerschend regime de moeilijkheden
ziet toenemen en zich op stijgend lijdelijk
verzet gaat voorbereiden.
Er waait een killer wind in Duitschland,
Dat bewijzen de maatregelen tegen de joden,
tegen de katholieke kerk, tegen de roomsche
jeugdorganisaties, tegen de buitenlandsche
persvertegenwoordigers, tegen de reaction-
naire elementen in de conservatief gebleven
organisaties van oud-strijders, tegen stil ver
zet in andere kringen, die niet met namen te
noemen zijn, maar desniettemin bestaan en
hun molswerk verrichten.
Het ziet er naar uit, alsof de radicaler ele
menten in de regeeringskringen naar voren
komen, de meer gematigden naar den achter
grond wijken. Men moet uit Nederland ko
men om op te merken, hoeveel ongunstiger
het beeld in Duitschland op zuiver-materieel
gebied geworden is. Van de benzine tot de
levensmiddelen, van de kleeding tot het gees
telijk voedsel is alles minderwaardig en
duur, met Holland vergeleken.
Het Duitsche volk merkt dat niet zoo, om
dat het met weinige uitzonderingen niet over
de grens komt en dus niet vergelijken kan.
Het klaagt niet zoo, als men verwachten
zou, omdat het die vergelijkingen niet bezit,
maar ook, omdat het zeer stellig nog altijd
het eerlijke verlangen heeft uit groote pa
triottische motieven komende en reeds gele
den beproevingen zonder morren op zich te
nemen. Maar vergis ik mij niet, dan is dit
bewuste optimisme er niet sterker op gewor
den; het heeft wellicht plaats gemaakt voor
een zekere grimmigheid, een de-tanden-op-el-
kaar-bijten, waarin dan een bevestiging te
zien is van toenemende moeilijkheden.
Intusschen: niet alles is hier depressie.
Men constateert ook een nijdige, koortsachti
ge bedrijvigheid op alle gebieden, waarop
het regime fundamenten meent te moeten
leggen voor opbouwend werk, dat tot herstel
van vroegere grootheid zal moeten voeren.
Men bouwt tot in het reusachtige en nauwe
lijks gemotiveerde. In heel Duitschland ver
rijzen de kazerne's, de militaire vliegterrei
nen, de voor oorlogsdoeleinden georganiseer
de fabriekscomplexen uit het niet. De
waarlijk niet overbodige! geweldige auto
straten eischen een maximum aan technisch
vernuft en verbeten arbeidswoede. Aan het
staatswezen wordt gehamerd en geschaafd.
Schier onoplosbare vragen op financieel en
economisch en sociaal gebied worden met
ijzeren handschoen aangepakt en vaak met
verslagenheid ter kennis genomen.
Een volk en een rijk in ombouw.
Dat, wat de groote lijnen aangaat.
DE VERSPREIDING DER
COMMUNISTISCHE PAMFLETTEN.
Verklaring aartsbisschoppelijk
secretariaat.
Het aartsbisschoppelijk secretariaat te
München publiceert over de door het
Duitsche Nieuwsbureau gemelde vondst
van communistische schotschriften,
waarin een bondgenootschap met de
katholieken werd gepropageerd, de vol
gende verklaring:
De dagbladen melden, dat de commu
nisten te München vliegende blaadjes
hebben verdeeld onder de katholieken.
Van kerkelijke zijde wijzen wij deze com
munistische intriges nadrukkelijk van
de hand. De katholieke kerk voert sedert
jaren een zeer scherpen strijd tegen het
communisme en wordt juist daarom in
Rusland hevig vervolgd.
Wij waren en zijn dan ook steeds be
reid met de staatsoverheid samen te wer
ken in den strijd tegen het bolsjewisme
en wijzen, evenals vroeger ,alle pogingen
van Moskou, van welke zijde die ook
komen, om „aan te pappen", vastbe
raden van de hand. Wij dulden ook in
onze katholieke jeugdorganisaties geen
etaatevijandige elementen en zullen
ieder, die op de communistische verlok
kingen mocht ingaan, zonder scrupule
verwijderen. Derhalve is de nieuwe com
munistische actie, die reeds twee maan
den geleden in de parochie St. Maximi-
lian te München een soortgelijk voorspel
had en juist door het directe ingrijpen
der geestelijkheid onmogelijk werd ge
maakt, een plompe poging de katholie
ken verdacht te maken als geheime
bondgenooten der K. P. D.
De politie zal er zeer zeker in slagen
den drukker en de drukkerij op te sporen
en de opstellers en verzenders van de
pamfletten ter verantwoording te roepen,
w. g. Dr. Weissthanner,
aartsbisschoppelijk secretaris.
DORP DOOR BRAND GETEISTERD.
Het Duitsche dorp Petershain bij Senften-
berg werd Dinsdag door een grooten brand
geteisterd.
De brand brak uit in een schuur en ver
woeste verschillende gebouwen, waaronder
de dorpskerk.
OVERVAL OP EEN PASTORIE.
Een Poolsche rooverbende heeft in den
nacht van Maandag op Dinsdag een over
val gepleegd op een dorpspastorie in de om
geving van Warschau, toen de roovers van
den pastoor eischten, dat hij zijn geld zou
afgeven, maakte deze alarm. De huishoud
ster, die te hulp kwam, werd doodgeschoten.
De daders sloegen hierna op de vlucht. La
ter gelukte het een der roovers te pakken. Bij
een poging om te ontvluchten werd de ban
diet zwaar gewond.
51 GOKKERS GEARRESTEERD.
De politie te Montivideo heeft een inval
gedaan in de Argentijnsche club en 51 per
sonen gearresteerd, die om geld speelden.
Donderdag 1 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.40 Carillonbe
speling J. de Klerk. 10.Morgen
wijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Rem-
brandt-Theater-orkest olv. D. Har-
togs. In de pauze deel. door Cl Wit-
sen—Elias. 12.30 Ensemble Fran-
cis Keth en gr.pl. 2.— Voordr. Adr.
v d. Horst. 2.30 Gr.pl. 3.-3.45 P.
G v. d. Wijngaart, viool en J. Wa
genaar, piano. 4.Voor zieken en
ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 5.—
Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 5.40
De Avro-Decibels olv. E. Meenk
6.30 Sportpr. H. Hollander. 7.— P.
Palla, orgel en H. Viskil, tenor.
7 30 Radio-Volkszang olv. P. C.
Poortman. 8 Ber. 8.05 Gevar.
progr. mmv. Kovacs Lajos' orkest,
de Avro-G'rls, Denis Gonet, 14-
jarige tenor, Maria Roland met
naar jodelensemble, Louis Noiret,
liedjes en de 4 Keath, accordeon
9.45 De arrestatie, spel van F. Mor
ton Howard. Vert. J. C. v. d. Horst.
Leiding K. Kleyn. 10.05 Gr.platen.
11.— Ber. 11.10-12.— Uit „Ham-
dorff" Laren: De Ramblers o. 1. v
Theo Uden Masman.
HUIZEN, 301 M. (8—9.15 en
11.-2.— KRO, de NCRV van
10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8
915 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgen
dienst olv. ds. K. v. d. Veen. 10.45
Gi.pl. 11.30—12.— Godsd. half
uur. 12.15 Schlagermuziek en gr.pl
2.Gr.pl. 3.Vrouwenhalfuur
3.30—3.45 Gr.pl. 4.— Bijbellezing
ds. J. F. Lijsen, mmv. bariton en
orgel, 5 Cursus handenarbeid v
d jeugd. 5.30 Het Stichtisch Salon
orkest. 6.43 Causerie A, Stapel
kamp. 7.15 Rep 7.30 Journ. week
overzicht door C. A. Crayé. 8.—
Ber. 8.05 Orgelconcert D. v. Wil-
?enburg, mmv. M. Plooyer, tenor
Uit de Westerkerk te Enkhuizen).
9.15 Causerie ds. J. I. v. Schaick
9.45 Gr.pl. 9.55 Ber. 10.— Het
Arnh. Strijkkwartet. 11.-11.30 Gr.
platen.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 1105 Gr.pl
11.25 Orgelspel H. Croudson. 12.05
Het Rutland Square en New Vic-
toria-orkest olv. N. Austin. 12 50
Gr.pl. 1.35 Pattison's Salonorkest
olv. Stanley. 2.35 Reportage. 2.55
Gr pl. 3.20 Vesper. 4.10 Harrogate
Spa-orkest olv. L. Cohen, 5.05 Or
gelconcert Alan Stephenson. 5.35
De Alphas olv. Fr. Stewart. 6.20
Ber. 6.50 Sydney Baynes en zijn
orkest. 7,35 BBC-dansorkest olv. H.
Hall. 8.20 Pianorecital B. Humby
8 50 „Lost-borizon", spel van Hil-
ton en Burnham. 9.50 Ber. 10.10
BBC-orkest olv. L. Heward, mmv.
G. Parker, bariton. 11.20—12.20
Jack Jackson en zijn band.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.20 Gt.pl. 12.35 Kamermuziek.
3 50 Concert uit Vichy. 7.35 Uit
Salzburg: „Don Juan", opera van
Mozart, o. 1. v. B. Walter. 11.10
Dansmuziek.
KALUNDBORO, 1261 M. 12.20
—2 20 Strijkorkest olv. Andersen.
3 50—5.50 Orkest van werklooze
musici olv. Olsen. 7.35 Uit Salz
burg: „Don Juan", opera van Mo
zart, olv. B. Walter. 10.55—12 50
Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 6.50 Concert
olv. Döring. 11— Concert m.m.v.
solisten. 12.20 Concert. 2.35 Gevar.
concert. 4.20 Beethoven-recital, 5.20
Concert. 8.30 Omroeporkest olv.
Kühn. 10.45 Rep. 11.2012.05 Uit
München, concert olv. Fr. Adam.
ROME, 421 M. 9.— ..Francesca
da Rimini", spel van d'Annunzio,
muziek van Zandonai. Orkestlei
ding R. Zandonai. Koorleiding O.
Conca.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12 20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest olv.
Walpot. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20
Zang. 6.35, 7 05 en 7.35 Gr.pl, 8.20
„De schoonheidskoningin", operette
van Maes. 10.3011.20 Gr.pl.
484 M.: 12.20Gr.pl. 12.50 Om
roeporkest olv. Gason. 1.502.20
Gr.pl. 5.20 Orgelconcert. 6.05 en
6.23 Gr.pl. 7.20 Sonateconcert.
8 20 Salonorkest olv. Walpot. 9.10
Hoorspel. 9.35 Verv. concert. 10,30
—11.20 Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.30 Dresd. Philh. Orkest olv,
Schestak en solisten. 9.30 „Aufruhr
im Gemüsegarten", progr. olv. H.
Schwitzke. 10,20 Ber. 10.40 Cause
rie. 11— Weerber. 11.20-12.05
NS-Rijkssymph.-orkest olv. Adam.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.8.40, D.sen-
der 8.40—10.20, Keulen 10.20-
12.05, Parijs Radio 12.05—14.20,
D.sender 14.20—15.20, Keulen
15.20-15.50, Parijs Radio 15 50—
17.20, Keulen 17.20—18.50, Brus
sel Fr. 18.50—19.20, Parijs Radio
19.20-24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.05—9.20,
Droitwich 10.35—18,20, Brussel
Fr. 18.20-18.50, Droitwich 18.50
—20.50, Lond. Reg. 20.50—22.40,
Beromünster 22.4023.20, Droit
wich 23.20-24.—.
DE BOERENMARSCH IN
DENEMARKEN.
De eischen der boeren.
De Maandag aan den Deenschen ko
ning en min.-president Stauning over
handigde eischen der Deensche boeren
werden nog denzelfden dag in een mi
nisterraad behandeld, welke ter bespre
king van andere kwesties was bijeen
gekomen
De minister-president heeft tegenover
persvertegenwoordigers verklaard, da.t
geen besluiten zijn genomen, terwijl
evenmin een antwoord op de eischen is
opgesteld.
Stauning verklaarde voorts, dat
eischen van zoodanigen aard nooit te
voren door welke industrie ook, zijn
gesteld.
Er zijn plannen, waarover hij het zon
der moeite met de boeren eens zou kun
nen worden, indien dezen slechts ver
tegenwoordigers zouden benoemen, die
met beide boenen in de werkelijkheid
staan.
De minister-president noemde de leden
der delegatie slechts woordvoerders en
zeide, dat de organisatie, welke Maan
dag het woord heeft gevoerd, slechts 27
pet. der boerenbevolking vertegenwoor
digde.
Een stopzetting der productie zou
zeer nadeelig voor het land zijn en den
landbouw veel zwaarder straffen dan de
woordvoerende vertegenwoordigers wel
schenen in te zien.
Het standpunt der boeren.
Intusschen heeft ook het comité der
boeren zijn standpunt bepaald in den
toestand, welke is ontstaan door de
houding van minister-president Stau*
ning.
Ir. een communiqué wordt gezegd:
Nu de minister-president heeft gewei
gerd mede te w,erken aan een ten uit
voer legging der eischen van den lamd-
bouw, heeft de commissie, overeenkom
stig de haar verleende volmachten met
algemeene stemmen besloten de noodig
geachte maatregelen te nemen.
Zoodra de plannen daarvoor voldoende
zullen zijn uitgewerkt, zal een verdere
mededeeling volgen.
VIER GEVANGENEN ONTVLUCHT.
Uit de gevangenis te Klagenfurth in
Oostenrijk zijn in den nacht van Maandag
op Dinsdag vier gevangenen uitgebroken.
Onder de gevluchten bevindt zich de commu
nistische leider Joseph Hauptmann, die eerst
op 16 Juli wegens hoogverraad tot 5 jaar
zware kerkerstraf was veroordeeld. Voorloo-
pig ontbreekt van de gevluchten ieder spoor.
W WW
-■>
door WILUAM LE QUEUX.
7)
Er waren oogenblikken, dat Zita zich zeer
eenzaam gevoelde. Haar eenige zuster, vijf
jaren ouder dan zij, was gehuwd met een
Duitachen prins. Zij hield veel van haar
vader, doen haar toegenegeneid maakte
haar niet blind voor zijn tekortkomingen.
Twee jaren geleden was Gerald Dane-
court bij het gezantschap in Vanina ge
komen en de prinses kon het zich niet ver
helen, dat de knappe jonge diplomaat een
heerlijke afwisseling in haar eentonig be
staan bracht.
Had zij hem te veel toenadering getoond?
Zij hadden zooveel gemeen.
Terwijl Nada's handen nog steeds over de
toetsen zweefden, bekende zij het zich zelve
eerlijk, dat zij zich bijzonder aangetrokken
gevoelde tot dezen jongen Engelschman.
De muziek zweeg en prinses Zita ont
waakte met een schok uit haar overpein
zingen.
„U heeft vanavond u zeiven overtroffen,
Nada En nu gaan wij slapen en ons ver
driet en onze zorgen vergeten".
De hofdame knikte toestemmend.
„En binnen enkele dagen beginnen onze
zorgen weer in Vanina", zuchtte Zita, ter
wijl zij haar getrouwe geleidster goeden-
nacht kuste. „Ik in de schaduw van den
troon, gij in zijn nabijheid".
De hofdame bloosde bij deze woorden en
haar meesteres voegde er aan toe: „leder
een weet, mijn beste Nada, dat gij morgen
vaders vrouw zoudt kuni.en worden, als gij
dat met een woord te kennen geeft. En ik
geloof, dat gij dat nu niet meer zult doen,
na alles wat gij mij verteld hebt van uw
liefde voor Salcedo".
Met tranen in de oogen antwoordde zij:
„Ik zal nu nooit meer trouwen".
„Gelooft u dan, dat als een vrouw niet
den man kan trouwen, dien zij lief heeft,
dat zij dan nimmer zal trouwen?"
„U weet wat het antwoord zal zijn aan
uw vader's hof, Het meerendeel van de
vrouwen daar zullen om de een of andere
reden in het huwelijk treden, maar niet met
hun uitverkorene. Er zijn er enkele, die daar
op een uitzondering maken. Ik ben één
daarvan; ik denk dat u, lieve prinses een
tweede is".
Zita kuste haar nogmaals. Zij wist, dat
Nada alles begreep.
HOOFDSTUK IV.
Het raadsel in het hotel Majestic wekte
niet bijzonder veel belangstelling. Na de
eerste mededeeling spraken de couranten
er ternauwernood meer over. Het lijk werd
overgebracht naar de begraafplaats, waarna
een onderzoek werd ingesteld Dit onderzoek
leverde weinig op, doen men hoopte, dat het
de politie zou gelukken de identiteit van
den vermoorde vast te stellen.
Er waren drie of vier personen in Enge
land, die inlichtingen zouden kunnen geven,
doch deze hadden redenen om te zwijgen.
Een van hen was Gerald Danecourt.
Tenslotte verklaarde de jury zich niet in
staat om deze zaak tot klaarheid te bren
gen. Het lijk werd begraven en de begrafe
niskosten werden betaald van de veertig
pond, die in de zakken van den overledene
werden gevonden.
Het bleek dat het zilveren beursje, dat de
moordenares had achter gelaten, van
Fransch maaksel was, maar het had niets
kenmerkends. Er waren duizenden van die
beursjes gemaakt en verkocht
Een der hotelbedienden had een flauwe
herinnering van een dame, die door de hal
van het hotel was gegaan eenige uren voor
den aankomst van Madden, met een derge
lijk beursje in de hand. Hij wist zeker, aat
die dame niet in het hotel logeerde, anders
zou hij haar herkend hebben. Zij was waar
schijnlijk gekomen om de namiddagthee te
gebruiken. Deze mededeeling gaf ae politie
niet de minste aanwijzing.
Gerald was nu bijna veertien dagen in
Engeland en het werd hoog tijd, dat hij zijn
familie ging bezoeken. Hij had dat al eerder
moeten doen, maar in verband met de in
gewikkelde zaken van Slavonië was er
steeds een verontschuldiging te vinden om
niet naar Brighton te gaan
Toen de jonge diplomaat in zijn ouderlijk
huis aankwam, werd hij hartelijk verwel
komd door zijn vader en zijn eei'ige zuster
Ella.
De zevende baron Danecourt was in zijn
jeugd bij de diplomatie geweest Het dient
echter gezegd te werden, dat hij in dien
dienst niet bijzonder had uitgeblonken, hij
miste de gave. die bij den jongste zijner twee
zoons bijzonder op den voorgrond trad.
Niettemin pochte hij op zijn kennis over
buitenlandsche aangelegenheden.
„Wees er van overtuigd, mijn beste jon
gen, dat lord Tynethorpe" dat was de
minister van Buitenlandsche zaken „zijn
tijd verknoeit", zeide hij tot zijn zoon op
gewichtigen toon. „Het is veel beter om
d<en koning in zijn vet te laten gaan koken.
Men kan hem niet beveiligen tegen zijn
buitenlandsche vijanden of tegen de bin-
nenlandsche onlusten".
De jonge man lachte beleefd. Zijn vader's
voorspellingen kwamen zelden uil, maar op
dit oogenbfik was het mogelijk, dat hij ge
lijk had. De troon van Slavonië stond zeer
zwak.
Niemand erkende dat volmondiger dan
Gerald Danecoqrt. Voor koning Nicolaas
gevoelde hij niets, het was hem onverschillig
of hij morgen verbannen zou worden. Voor
de lieve Zita wilde hij echter met behulp
van Buitenlandsche zaken zijn krachten in
spannen om den troon van den rand van
den afgrond te redden.
„Het zou mij niet verwonderen indien u
gelijk had", antwoordde hij „wij moeten
echter ons best doen om hem daar te hou
den Zoo lang als wij dat doen, is hij onzen
vriend, hij weet zeer goed waf in zijn eigen
belang is".
Lord Danecourt snoof: „Laat hem gaan
en laat ons tegen de andere partij optre
den. als het zoover is I.vnethorpe moet pai
staan en zijn troeven latep zien. Dan zou
Palmerston gedaan hebben en niemand
dost een mond open te doen toen hij de teu
gels in handen had".
Gerald's verblijf in Brighton werd afge
broken door een telegram uit Londen Hij
was genoodzaakt onmiddellijk terug té kee-
ren.
Lord Danecourt mopperde. Hij hiHd veel
van zijn jongsten zoon. De oudste zoon,
zijn erfgenaam, was een loszinnig jong-
mesch, die veel schulden maakte.
„Steeds weer die warboel in Vanina, mijn
jongen", zeide hij. „Zij hebben je noodig
om de kastanjes uit het vuur te nalen. De
stommerikken".
Gerald nam afscheid en meldde zich den
volgenden dag op het Ministerie van Bui
tenlandsche Zaken.
Greatorex ontving hem door de afwezig
heid van den minister. Men beweerde dat
Greatorex feitelijk het hoofd van het depar
tement was. Maar dergelijke geruchten zijn
niet altijd juist.
„De zaken gaan niet goed in Slavonië",
zeide de groote man. „Gij moet zoo spoedig
mogelijk teruggaan. Onze vertegenwoordi
ger daar is een goede handige kerel, maar
u is beter van alles op de noogte. Boven
dien zijt gij op goeden voet met de prinses-
Dat is een groot voordeel".
Op Danecourt's gelaat vertrok geen spier
.Ik heb de eer een vertrouwde van Hare
Koninklijke Hoogheid te zijn", zeide hij on
verstoorbaar.
„Zullen wij afspreken dat u binnen twee
dagen vertrekt?"
„Goed", antwoordde Danecourt.
(Wordt vervolgd).