Wat Nederland van Duitschland wil weten. IEFDE EN POLITIEK Bageliikscfi OmvzUM Een paar vragen, waarin Nederland belang alell. Onze correspondent in eigen land. !Biiitentand teaittetoH (Van onzen correspondent.) Berlijn, 28 JulL Mijn vorige brief het valt me ineens op nu ik dezen datum neerschrijf was van 28 Juni! Meer dan vier weken tuaschenruimte Het scherp vernuft van den lezer zal wel reeds de oplossing gevonden hebben: ik was met vacantie. Met vacantie in Duitschland enin Ne derland. Geen vacantie van niets-doen, maar eigen lijk van hard werken. Gesprekken met „All sorts and conditions of men", in beide lan den. Om er eens achter te komen, hoe men hier en ginds denkt over het vele, waarover men tegenwoordig, helaas, denken moet, om dat het aangename zaken eenvoudig ver dringt. Het ware wellicht belangwekkend voor u, Nederlandsche lezer, te ervaren, wat ik, die zoo zelden in mijn vaderland vertoeven kan, voor indrukken in Holland opgedaan heb, in het bijzonder wat vergelijkingen tusschen Duitschland en Nederland betreft. Maar ik vermoed, dat de redactie mij op de vingers zou tikken en mij zou toeroepen: hou je bij je leest, schoenmaker, en vertel ons van Duitschland en Duitschers. En daar zou zij groot gelijk in hebben. Want inderdaad als ik dan toch even mag grasduinen een van de meest blijvende indrukken van mijn kort verblijf in Nederland is de enorme be langstelling van mijn landgenooten voor de ontwikkeling in Duitschland geweest. Waar bij ik, niet zonder begrijpelijke persoonlijke voldoening, zeer duidelijk gemerkt heb, dat men het, zonder te weten met uw briefschrij ver Roland te doen te hebben, in zeer breede kringen gloeiend met mij eens bleek te zijn, dat onze Nederlandsche pers, voor zoover zij de belangen behartigt van groepen, par tijen en overtuigingen, die zich door de jong ste ontwikkeling in Duitschland bedreigd of beleedigd voelen, haar hoogste plicht van objectiviteit niet altijd zoo nakomt als met haar historische zelfvoldaanheid in overeen stemming te brengen is. Of, om het wat drastischer uit te drukken den Nederlandschen lezer over het Derde Rijk van Adolf Hitier op geniepig-eenzijdige wijze voorlicht. Tallooze malen heeft men mij in hotels en restaurants, als men vernam, dat ik uit Duitschland kwam en daar woonachtig ben, de „stereotiepe" vraag gesteld: „is het in Duitschland nu werkelijk zóó erg als de meeste kranten het bij ons beschrijven?" Dat deze zelfde vraag, uit den mond van keliners, kamermeisjes, barbiers, dorpsnotabelen, taxi chauffeurs, tankwachts en al die andere een voudige menschen, waarmee men op reis in aanraking pleegt te komen, onophoudelijk en steeds in vrijwel dezelfde bewoordingen te rugkeerde, is dunkt mij al zeer teekenend en behoorde voor mijn beroepscollega's in de Nederlandsche redacties een waarschuwing te zijn. Hoe ik die vragen beantwoord heb soms kort en oppervlakkig wegens tijdgebrek, vaak echter ook, in breeden kring en daartoe opzettelijk uitgenoodigd, in zeer uitvoerigen vorm is voor den lezer op dit oogenblik niet van actueele beteekenis. Vooral niet, om dat in deze reeks van brieven uit de Duit- scher ijkshoofdstad in precies denzelfden geest, waarin ik in Nederland gesproken heb, mijn visie op de Duitsche ontwikkeling uitvoerig pleegt te worden weergegeven. Maar dat in dezen vorm gevraagd werd, leek me opvallend. Ik heb er de bevestiging in gezien van wat ik reeds lang gevreesd heb en waartegen ik op deze plaats herhaaldelijk heb gewaar schuwd: bij den Nederlandschen dagblad lezer groeit een wantrouwen tegen een soort Hollandsche journalistieke voorlichting, die niet meer van goeden huize is en die een zeer, zeer hoog beginsel volkomen schijnt te willen gaan verwaarloozen, n.1. dat kranten in allerlaatste instantie niet de strekking mogen hebben, volken en staten tegen elkaar op te hitsen, maar integendeel tewust er naar behooren te streven, toenadering en verzoening te bereiken. Ook dan wanneer de ander het niet altijd gemakkelijk maakt. Ik heb in Nederland de ervaring moeten opdoen, dat blijkbaar toenemende kringen in hooge mate ontstemd zijn over de lendenz van niet weinige vaderlandsche publicisten, in het bijzonder ten opzichte van het natio- naal-socialistische Duitschland een uiterst overdreven waarde hechten aan dat wat hun in het Hitler-regime tegenstaat, en geen of nauwelijks aandacht te wijden en 'n plaats te gunnen aan dat, wat zij als eerlijke men schen in deze revolutionnaire ontwikkeling behoorden te bewonderen of tenminste met welwillende belangstelling te volgen. Het bleek mij, dat men in Nederland voor al in enkele hoofdpunten belang stelt. Die zijn in het kort aldus te formuleeren: Is het juist dat het Derde Rijk een imperia listisch karakter heeft en op nieuwe oorlo gen, veroveringen, revanche's of zelfs op een herstel van het Rijk van Karei den Grooten aanstuurt? Moet de vabanque-politiek van het Derde Rijk tenslotte niet toch op een catastrophe op financieel-economisch gebied uitloopen, die Midden-Europa het bolsjewisme in handen speelt? Is het principieele anti-semitisme van het Derde Rijk niet een internationaal gevaar en een beletsel voor elke betere verstandhouding met Duitschland? Loopt de eultureele politiek van Hitler- Duitschland niet uit op godsdienststrijd en burgeroorlog? Men ziet: vragen, die niet voor de poes zijn, en die zich maar niet zoo een-twee-drie laten beantwoorden. Ik heb ze ten overvloe de nog eens genoteerd, natuurlijk met de be doeling, op deze dingen in mijn brieven nog eens rustig en uitvoerig terug te komen En bij mijn terugkeer in Berlijn en het doorbladeren van den enormen stapel cou ranten en tijdschriften, die zich in deze vier weken naast mijn schrijftafel omhoog ge werkt heeft, heeft mijn zeer bewust optimis me (zonder hetwelk ik nu eenmaal de pro blemen van deze tijden niet durf aan te pak ken) eerlijk gezegd een knauw van je welste gekregen. Maar deze dingen zijn te ernstig, om er zich in korte causerieën met een los handje van af te maken. Ze eischen, dat men er zich in verdiept en dat men niet het voorbeeld volgt van de heeren collega's uit het buiten land, die zich hier Potemkinsche doipscou- lissen laten voorschuiven, en evenmin de mis dadige eenzijdigheid copieert van hier geves tigde dagbladschrijvers der buitenlandsche pers, die het zich tot plicht schijnen te reke nen, Duitsche ontwikkelingen te vervalschen tot bruikbaar strijdmateriaal voor de bin- nenlandsche politiek van hun eigen vader land. Ik keer terug in een Duitschland. dat zich. politiek gezien, in toenemende verbittering en opwinding bevindt en, sociaal-economisch bekeken, nog ontevredener (in scherp omlijn de kringen) geworden is dan toen ik het een maand geleden verliet. Ik krijg den indruk, dat het heerschend regime de moeilijkheden ziet toenemen en zich op stijgend lijdelijk verzet gaat voorbereiden. Er waait een killer wind in Duitschland, Dat bewijzen de maatregelen tegen de joden, tegen de katholieke kerk, tegen de roomsche jeugdorganisaties, tegen de buitenlandsche persvertegenwoordigers, tegen de reaction- naire elementen in de conservatief gebleven organisaties van oud-strijders, tegen stil ver zet in andere kringen, die niet met namen te noemen zijn, maar desniettemin bestaan en hun molswerk verrichten. Het ziet er naar uit, alsof de radicaler ele menten in de regeeringskringen naar voren komen, de meer gematigden naar den achter grond wijken. Men moet uit Nederland ko men om op te merken, hoeveel ongunstiger het beeld in Duitschland op zuiver-materieel gebied geworden is. Van de benzine tot de levensmiddelen, van de kleeding tot het gees telijk voedsel is alles minderwaardig en duur, met Holland vergeleken. Het Duitsche volk merkt dat niet zoo, om dat het met weinige uitzonderingen niet over de grens komt en dus niet vergelijken kan. Het klaagt niet zoo, als men verwachten zou, omdat het die vergelijkingen niet bezit, maar ook, omdat het zeer stellig nog altijd het eerlijke verlangen heeft uit groote pa triottische motieven komende en reeds gele den beproevingen zonder morren op zich te nemen. Maar vergis ik mij niet, dan is dit bewuste optimisme er niet sterker op gewor den; het heeft wellicht plaats gemaakt voor een zekere grimmigheid, een de-tanden-op-el- kaar-bijten, waarin dan een bevestiging te zien is van toenemende moeilijkheden. Intusschen: niet alles is hier depressie. Men constateert ook een nijdige, koortsachti ge bedrijvigheid op alle gebieden, waarop het regime fundamenten meent te moeten leggen voor opbouwend werk, dat tot herstel van vroegere grootheid zal moeten voeren. Men bouwt tot in het reusachtige en nauwe lijks gemotiveerde. In heel Duitschland ver rijzen de kazerne's, de militaire vliegterrei nen, de voor oorlogsdoeleinden georganiseer de fabriekscomplexen uit het niet. De waarlijk niet overbodige! geweldige auto straten eischen een maximum aan technisch vernuft en verbeten arbeidswoede. Aan het staatswezen wordt gehamerd en geschaafd. Schier onoplosbare vragen op financieel en economisch en sociaal gebied worden met ijzeren handschoen aangepakt en vaak met verslagenheid ter kennis genomen. Een volk en een rijk in ombouw. Dat, wat de groote lijnen aangaat. DE VERSPREIDING DER COMMUNISTISCHE PAMFLETTEN. Verklaring aartsbisschoppelijk secretariaat. Het aartsbisschoppelijk secretariaat te München publiceert over de door het Duitsche Nieuwsbureau gemelde vondst van communistische schotschriften, waarin een bondgenootschap met de katholieken werd gepropageerd, de vol gende verklaring: De dagbladen melden, dat de commu nisten te München vliegende blaadjes hebben verdeeld onder de katholieken. Van kerkelijke zijde wijzen wij deze com munistische intriges nadrukkelijk van de hand. De katholieke kerk voert sedert jaren een zeer scherpen strijd tegen het communisme en wordt juist daarom in Rusland hevig vervolgd. Wij waren en zijn dan ook steeds be reid met de staatsoverheid samen te wer ken in den strijd tegen het bolsjewisme en wijzen, evenals vroeger ,alle pogingen van Moskou, van welke zijde die ook komen, om „aan te pappen", vastbe raden van de hand. Wij dulden ook in onze katholieke jeugdorganisaties geen etaatevijandige elementen en zullen ieder, die op de communistische verlok kingen mocht ingaan, zonder scrupule verwijderen. Derhalve is de nieuwe com munistische actie, die reeds twee maan den geleden in de parochie St. Maximi- lian te München een soortgelijk voorspel had en juist door het directe ingrijpen der geestelijkheid onmogelijk werd ge maakt, een plompe poging de katholie ken verdacht te maken als geheime bondgenooten der K. P. D. De politie zal er zeer zeker in slagen den drukker en de drukkerij op te sporen en de opstellers en verzenders van de pamfletten ter verantwoording te roepen, w. g. Dr. Weissthanner, aartsbisschoppelijk secretaris. DORP DOOR BRAND GETEISTERD. Het Duitsche dorp Petershain bij Senften- berg werd Dinsdag door een grooten brand geteisterd. De brand brak uit in een schuur en ver woeste verschillende gebouwen, waaronder de dorpskerk. OVERVAL OP EEN PASTORIE. Een Poolsche rooverbende heeft in den nacht van Maandag op Dinsdag een over val gepleegd op een dorpspastorie in de om geving van Warschau, toen de roovers van den pastoor eischten, dat hij zijn geld zou afgeven, maakte deze alarm. De huishoud ster, die te hulp kwam, werd doodgeschoten. De daders sloegen hierna op de vlucht. La ter gelukte het een der roovers te pakken. Bij een poging om te ontvluchten werd de ban diet zwaar gewond. 51 GOKKERS GEARRESTEERD. De politie te Montivideo heeft een inval gedaan in de Argentijnsche club en 51 per sonen gearresteerd, die om geld speelden. Donderdag 1 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 9.40 Carillonbe speling J. de Klerk. 10.Morgen wijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Rem- brandt-Theater-orkest olv. D. Har- togs. In de pauze deel. door Cl Wit- sen—Elias. 12.30 Ensemble Fran- cis Keth en gr.pl. 2.— Voordr. Adr. v d. Horst. 2.30 Gr.pl. 3.-3.45 P. G v. d. Wijngaart, viool en J. Wa genaar, piano. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 5.— Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 5.40 De Avro-Decibels olv. E. Meenk 6.30 Sportpr. H. Hollander. 7.— P. Palla, orgel en H. Viskil, tenor. 7 30 Radio-Volkszang olv. P. C. Poortman. 8 Ber. 8.05 Gevar. progr. mmv. Kovacs Lajos' orkest, de Avro-G'rls, Denis Gonet, 14- jarige tenor, Maria Roland met naar jodelensemble, Louis Noiret, liedjes en de 4 Keath, accordeon 9.45 De arrestatie, spel van F. Mor ton Howard. Vert. J. C. v. d. Horst. Leiding K. Kleyn. 10.05 Gr.platen. 11.— Ber. 11.10-12.— Uit „Ham- dorff" Laren: De Ramblers o. 1. v Theo Uden Masman. HUIZEN, 301 M. (8—9.15 en 11.-2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8 915 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgen dienst olv. ds. K. v. d. Veen. 10.45 Gi.pl. 11.30—12.— Godsd. half uur. 12.15 Schlagermuziek en gr.pl 2.Gr.pl. 3.Vrouwenhalfuur 3.30—3.45 Gr.pl. 4.— Bijbellezing ds. J. F. Lijsen, mmv. bariton en orgel, 5 Cursus handenarbeid v d jeugd. 5.30 Het Stichtisch Salon orkest. 6.43 Causerie A, Stapel kamp. 7.15 Rep 7.30 Journ. week overzicht door C. A. Crayé. 8.— Ber. 8.05 Orgelconcert D. v. Wil- ?enburg, mmv. M. Plooyer, tenor Uit de Westerkerk te Enkhuizen). 9.15 Causerie ds. J. I. v. Schaick 9.45 Gr.pl. 9.55 Ber. 10.— Het Arnh. Strijkkwartet. 11.-11.30 Gr. platen. DROITWICH, 1500 M. 10.35 10.50 Morgenwijding. 1105 Gr.pl 11.25 Orgelspel H. Croudson. 12.05 Het Rutland Square en New Vic- toria-orkest olv. N. Austin. 12 50 Gr.pl. 1.35 Pattison's Salonorkest olv. Stanley. 2.35 Reportage. 2.55 Gr pl. 3.20 Vesper. 4.10 Harrogate Spa-orkest olv. L. Cohen, 5.05 Or gelconcert Alan Stephenson. 5.35 De Alphas olv. Fr. Stewart. 6.20 Ber. 6.50 Sydney Baynes en zijn orkest. 7,35 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 8.20 Pianorecital B. Humby 8 50 „Lost-borizon", spel van Hil- ton en Burnham. 9.50 Ber. 10.10 BBC-orkest olv. L. Heward, mmv. G. Parker, bariton. 11.20—12.20 Jack Jackson en zijn band. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gt.pl. 12.35 Kamermuziek. 3 50 Concert uit Vichy. 7.35 Uit Salzburg: „Don Juan", opera van Mozart, o. 1. v. B. Walter. 11.10 Dansmuziek. KALUNDBORO, 1261 M. 12.20 —2 20 Strijkorkest olv. Andersen. 3 50—5.50 Orkest van werklooze musici olv. Olsen. 7.35 Uit Salz burg: „Don Juan", opera van Mo zart, olv. B. Walter. 10.55—12 50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 6.50 Concert olv. Döring. 11— Concert m.m.v. solisten. 12.20 Concert. 2.35 Gevar. concert. 4.20 Beethoven-recital, 5.20 Concert. 8.30 Omroeporkest olv. Kühn. 10.45 Rep. 11.2012.05 Uit München, concert olv. Fr. Adam. ROME, 421 M. 9.— ..Francesca da Rimini", spel van d'Annunzio, muziek van Zandonai. Orkestlei ding R. Zandonai. Koorleiding O. Conca. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12 20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest olv. Walpot. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Zang. 6.35, 7 05 en 7.35 Gr.pl, 8.20 „De schoonheidskoningin", operette van Maes. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20Gr.pl. 12.50 Om roeporkest olv. Gason. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Orgelconcert. 6.05 en 6.23 Gr.pl. 7.20 Sonateconcert. 8 20 Salonorkest olv. Walpot. 9.10 Hoorspel. 9.35 Verv. concert. 10,30 —11.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Dresd. Philh. Orkest olv, Schestak en solisten. 9.30 „Aufruhr im Gemüsegarten", progr. olv. H. Schwitzke. 10,20 Ber. 10.40 Cause rie. 11— Weerber. 11.20-12.05 NS-Rijkssymph.-orkest olv. Adam. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 8.8.40, D.sen- der 8.40—10.20, Keulen 10.20- 12.05, Parijs Radio 12.05—14.20, D.sender 14.20—15.20, Keulen 15.20-15.50, Parijs Radio 15 50— 17.20, Keulen 17.20—18.50, Brus sel Fr. 18.50—19.20, Parijs Radio 19.20-24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.05—9.20, Droitwich 10.35—18,20, Brussel Fr. 18.20-18.50, Droitwich 18.50 —20.50, Lond. Reg. 20.50—22.40, Beromünster 22.4023.20, Droit wich 23.20-24.—. DE BOERENMARSCH IN DENEMARKEN. De eischen der boeren. De Maandag aan den Deenschen ko ning en min.-president Stauning over handigde eischen der Deensche boeren werden nog denzelfden dag in een mi nisterraad behandeld, welke ter bespre king van andere kwesties was bijeen gekomen De minister-president heeft tegenover persvertegenwoordigers verklaard, da.t geen besluiten zijn genomen, terwijl evenmin een antwoord op de eischen is opgesteld. Stauning verklaarde voorts, dat eischen van zoodanigen aard nooit te voren door welke industrie ook, zijn gesteld. Er zijn plannen, waarover hij het zon der moeite met de boeren eens zou kun nen worden, indien dezen slechts ver tegenwoordigers zouden benoemen, die met beide boenen in de werkelijkheid staan. De minister-president noemde de leden der delegatie slechts woordvoerders en zeide, dat de organisatie, welke Maan dag het woord heeft gevoerd, slechts 27 pet. der boerenbevolking vertegenwoor digde. Een stopzetting der productie zou zeer nadeelig voor het land zijn en den landbouw veel zwaarder straffen dan de woordvoerende vertegenwoordigers wel schenen in te zien. Het standpunt der boeren. Intusschen heeft ook het comité der boeren zijn standpunt bepaald in den toestand, welke is ontstaan door de houding van minister-president Stau* ning. Ir. een communiqué wordt gezegd: Nu de minister-president heeft gewei gerd mede te w,erken aan een ten uit voer legging der eischen van den lamd- bouw, heeft de commissie, overeenkom stig de haar verleende volmachten met algemeene stemmen besloten de noodig geachte maatregelen te nemen. Zoodra de plannen daarvoor voldoende zullen zijn uitgewerkt, zal een verdere mededeeling volgen. VIER GEVANGENEN ONTVLUCHT. Uit de gevangenis te Klagenfurth in Oostenrijk zijn in den nacht van Maandag op Dinsdag vier gevangenen uitgebroken. Onder de gevluchten bevindt zich de commu nistische leider Joseph Hauptmann, die eerst op 16 Juli wegens hoogverraad tot 5 jaar zware kerkerstraf was veroordeeld. Voorloo- pig ontbreekt van de gevluchten ieder spoor. W WW -■> door WILUAM LE QUEUX. 7) Er waren oogenblikken, dat Zita zich zeer eenzaam gevoelde. Haar eenige zuster, vijf jaren ouder dan zij, was gehuwd met een Duitachen prins. Zij hield veel van haar vader, doen haar toegenegeneid maakte haar niet blind voor zijn tekortkomingen. Twee jaren geleden was Gerald Dane- court bij het gezantschap in Vanina ge komen en de prinses kon het zich niet ver helen, dat de knappe jonge diplomaat een heerlijke afwisseling in haar eentonig be staan bracht. Had zij hem te veel toenadering getoond? Zij hadden zooveel gemeen. Terwijl Nada's handen nog steeds over de toetsen zweefden, bekende zij het zich zelve eerlijk, dat zij zich bijzonder aangetrokken gevoelde tot dezen jongen Engelschman. De muziek zweeg en prinses Zita ont waakte met een schok uit haar overpein zingen. „U heeft vanavond u zeiven overtroffen, Nada En nu gaan wij slapen en ons ver driet en onze zorgen vergeten". De hofdame knikte toestemmend. „En binnen enkele dagen beginnen onze zorgen weer in Vanina", zuchtte Zita, ter wijl zij haar getrouwe geleidster goeden- nacht kuste. „Ik in de schaduw van den troon, gij in zijn nabijheid". De hofdame bloosde bij deze woorden en haar meesteres voegde er aan toe: „leder een weet, mijn beste Nada, dat gij morgen vaders vrouw zoudt kuni.en worden, als gij dat met een woord te kennen geeft. En ik geloof, dat gij dat nu niet meer zult doen, na alles wat gij mij verteld hebt van uw liefde voor Salcedo". Met tranen in de oogen antwoordde zij: „Ik zal nu nooit meer trouwen". „Gelooft u dan, dat als een vrouw niet den man kan trouwen, dien zij lief heeft, dat zij dan nimmer zal trouwen?" „U weet wat het antwoord zal zijn aan uw vader's hof, Het meerendeel van de vrouwen daar zullen om de een of andere reden in het huwelijk treden, maar niet met hun uitverkorene. Er zijn er enkele, die daar op een uitzondering maken. Ik ben één daarvan; ik denk dat u, lieve prinses een tweede is". Zita kuste haar nogmaals. Zij wist, dat Nada alles begreep. HOOFDSTUK IV. Het raadsel in het hotel Majestic wekte niet bijzonder veel belangstelling. Na de eerste mededeeling spraken de couranten er ternauwernood meer over. Het lijk werd overgebracht naar de begraafplaats, waarna een onderzoek werd ingesteld Dit onderzoek leverde weinig op, doen men hoopte, dat het de politie zou gelukken de identiteit van den vermoorde vast te stellen. Er waren drie of vier personen in Enge land, die inlichtingen zouden kunnen geven, doch deze hadden redenen om te zwijgen. Een van hen was Gerald Danecourt. Tenslotte verklaarde de jury zich niet in staat om deze zaak tot klaarheid te bren gen. Het lijk werd begraven en de begrafe niskosten werden betaald van de veertig pond, die in de zakken van den overledene werden gevonden. Het bleek dat het zilveren beursje, dat de moordenares had achter gelaten, van Fransch maaksel was, maar het had niets kenmerkends. Er waren duizenden van die beursjes gemaakt en verkocht Een der hotelbedienden had een flauwe herinnering van een dame, die door de hal van het hotel was gegaan eenige uren voor den aankomst van Madden, met een derge lijk beursje in de hand. Hij wist zeker, aat die dame niet in het hotel logeerde, anders zou hij haar herkend hebben. Zij was waar schijnlijk gekomen om de namiddagthee te gebruiken. Deze mededeeling gaf ae politie niet de minste aanwijzing. Gerald was nu bijna veertien dagen in Engeland en het werd hoog tijd, dat hij zijn familie ging bezoeken. Hij had dat al eerder moeten doen, maar in verband met de in gewikkelde zaken van Slavonië was er steeds een verontschuldiging te vinden om niet naar Brighton te gaan Toen de jonge diplomaat in zijn ouderlijk huis aankwam, werd hij hartelijk verwel komd door zijn vader en zijn eei'ige zuster Ella. De zevende baron Danecourt was in zijn jeugd bij de diplomatie geweest Het dient echter gezegd te werden, dat hij in dien dienst niet bijzonder had uitgeblonken, hij miste de gave. die bij den jongste zijner twee zoons bijzonder op den voorgrond trad. Niettemin pochte hij op zijn kennis over buitenlandsche aangelegenheden. „Wees er van overtuigd, mijn beste jon gen, dat lord Tynethorpe" dat was de minister van Buitenlandsche zaken „zijn tijd verknoeit", zeide hij tot zijn zoon op gewichtigen toon. „Het is veel beter om d<en koning in zijn vet te laten gaan koken. Men kan hem niet beveiligen tegen zijn buitenlandsche vijanden of tegen de bin- nenlandsche onlusten". De jonge man lachte beleefd. Zijn vader's voorspellingen kwamen zelden uil, maar op dit oogenbfik was het mogelijk, dat hij ge lijk had. De troon van Slavonië stond zeer zwak. Niemand erkende dat volmondiger dan Gerald Danecoqrt. Voor koning Nicolaas gevoelde hij niets, het was hem onverschillig of hij morgen verbannen zou worden. Voor de lieve Zita wilde hij echter met behulp van Buitenlandsche zaken zijn krachten in spannen om den troon van den rand van den afgrond te redden. „Het zou mij niet verwonderen indien u gelijk had", antwoordde hij „wij moeten echter ons best doen om hem daar te hou den Zoo lang als wij dat doen, is hij onzen vriend, hij weet zeer goed waf in zijn eigen belang is". Lord Danecourt snoof: „Laat hem gaan en laat ons tegen de andere partij optre den. als het zoover is I.vnethorpe moet pai staan en zijn troeven latep zien. Dan zou Palmerston gedaan hebben en niemand dost een mond open te doen toen hij de teu gels in handen had". Gerald's verblijf in Brighton werd afge broken door een telegram uit Londen Hij was genoodzaakt onmiddellijk terug té kee- ren. Lord Danecourt mopperde. Hij hiHd veel van zijn jongsten zoon. De oudste zoon, zijn erfgenaam, was een loszinnig jong- mesch, die veel schulden maakte. „Steeds weer die warboel in Vanina, mijn jongen", zeide hij. „Zij hebben je noodig om de kastanjes uit het vuur te nalen. De stommerikken". Gerald nam afscheid en meldde zich den volgenden dag op het Ministerie van Bui tenlandsche Zaken. Greatorex ontving hem door de afwezig heid van den minister. Men beweerde dat Greatorex feitelijk het hoofd van het depar tement was. Maar dergelijke geruchten zijn niet altijd juist. „De zaken gaan niet goed in Slavonië", zeide de groote man. „Gij moet zoo spoedig mogelijk teruggaan. Onze vertegenwoordi ger daar is een goede handige kerel, maar u is beter van alles op de noogte. Boven dien zijt gij op goeden voet met de prinses- Dat is een groot voordeel". Op Danecourt's gelaat vertrok geen spier .Ik heb de eer een vertrouwde van Hare Koninklijke Hoogheid te zijn", zeide hij on verstoorbaar. „Zullen wij afspreken dat u binnen twee dagen vertrekt?" „Goed", antwoordde Danecourt. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6