DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Italiaansch-Abessinische conflict.
flaQelijkscfi
De Volkenbondsraad te Genève bijeen, om te
beraadslagen over het geschil tusschen Italië
en Abessinië.
Het verloop der zitting.
HOE Mr. SLINGENBERG
DEN TOESTAND ZIET.
IS DE KAMER OP RECES
GEGAAN?
De radio-rede van
minister Colijn.
DE STRIJD OM DEN
GULDEN.
Waf vandaag de
aandacht trekt
PERSSTEMMEN.
AARSC
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENt
e
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordans C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ho. 179 Dit nummat bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag I Augustus 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
De 87ste bijeenkomst van den Volken
bondsraad, die in verband met het Ita
liaansch-Abessinische geschil bijeenge
roepen is, heeft gistermiddag om 5 uur
met een besloten zitting een aanvang
genomen.
De Volkenbondsraad heeft in deze
zitting besloten.
Donderdagmiddag om 5 uur weer bij
een te komen. In dien tusschentijd zullen
de direct geïnteresseerde mogendheden
d.w.z. de groote mogendheden tezamen
met Abessinie trachten een formule te
vinden inzake de voorwaarden tot voort
zetting van het scheidsgerecht en de
arbitrageprocedure. In den loop van de
zitting heeft de vertegenwoordiger van
Abessinië, prof. Jèze en vervolgens de
vertegenwoordiger van Engeland en die
van Italië het woord gevoerd. Zij hielden
zich hoofdzakelijk bezig met de arbitrage
en het scheidsgerecht. De verdaging ge
schiedde op voorstel van den Franschen
premier, Laval, nadat de voorzitter van
den raad, Litwinow, geconsateerd had,
dat de besprekingen van den Volken
bondsraad slechts beperkt worden door
het Volkenbondspact.
Behalve het streven naar een for-
meele oplossing binnen het kader van
den Volkenbond zoekt men ook naar een
materieele basis voor overeenstemming,
waarbij men wederom denkt aan het
driemogendhedenverdrag van 1906.
Omtrent het verloop van de raadszitting
worden de volgende bijzonderheden medege
deeld.
De Italiaansche vertegenwoordiger, baron
Aloisi, refereerde aan de Italiaansche uiteen
zetting, die gegeven is in het telegram van
27 Juli en verklaarde, dat de Italiaansche
regeering er nogmaals den nadruk op legt,
dat het onderwerp van bespreking van de hui
dige raadszitting moet zijn het mogelijk ma
ken van de hervatting der werkzaamheden
van de arbitragecommissie.
De vertegenwoordiger van Abessinië, prof.
Jeze, verklaarde, dat zijn regeering het bij
eenkomen van den Volkenbondsraad had ge-
vraagd, toen op 9 Juli het bewijs geleverd
was, dat de arbitrageprocedure geen kans op
succes had. Reeds in Januari j.1. heeft Abes-
S|ne een beroep gedaan op den Volkenbond
om een oorlog te verhinderen. Het zal ook in
oen vervolge alles doen, wat in zijn vermogen
T 660 vre€dzame regeling te komen.
Aloisi verklaarde daarop, dat hij ten op
zichte van de voorstelling van zaken van den
|-messinischen gedelegeerde inzake het mis-
ukken van de arbitrage-onderhandelen alle
voorbehoud moest maken.
..en wierp de vraag op, of de raad en de
partijen zich moesten beperken tot de resolu
tie van 25 Mei of dat de raad, wanneer hij
i °ü-wensc'ien' zij" agenda kon uitbreiden
in dit verband verklaarde Laval, dat de
gedelegeerde van Italië niet bestreden had,
dat de raad bevoegd was een onderzoek in te
stellen naar den nieuwen toestand. Hij heeft
echter voorgesteld dat de raad zijn onderzoek
beperken tot de gebeurtenissen van Oeal
Deal. De gedelegeerde van Abessinië heeft
gesproken over een uitbreiding van de
^Prekingen. Laval stelde daarop voor een
°Penbare zitting te houden op Donderdag
middag.
Prof. Jèze gaf uiting aan de opvatting van
de Abessinische regeering, volgens welke de
besprekingen niet mochten worden beperk;
{ot de procedure. Naast het arbitragepro-
Meem moeten de begeleidende omstandig-
heden onder oogen worden gezien, in het
bijzonder de houding van ae Italiaansche
regeering. Het is de vraag of men tijd wil
winnen dan wel wil komen tot een zakelijke
oplossing. Wil men zich verder inlaten met
besprekingen over de procedure, die tot dus
verre geen resultaat hebben gehad, of wil de
raad naar een vreedzame oplossing zoeken,
waartoe Abessinië gaarne bereid is? Overi
gens sloot de vertegenwoordige van Abes-
senië zich aan bij het voorstel van Laval on
derhandelingen aan te vangen over de uit
werking van een formule.
Aloisi bracht naar voren, dat de Italiaan
sche regeering groot belang hecht aan de
arbitrageprocedure. Daarin moet worden
vastgesteld, wie op 5 December in Oeal Oeal
de aanvaller is geweest. De toenmalige aan
val is het uitgangspunt van het tegenwoor
dige geschil. De Italiaansche regeering kan
geen besprekingen op breedere basis aanvaar
den, zoolang de werkzaamheden van de arbi
tragecommissie niet zijn beëindigd. Ook vol
gens het volkenbondstatuut kan de raad geen
geschil onderzoeken, dat zich nog in het
stadium van arbitrage bevindt. De Italiaan
sche delegatie heeft de mogelijkheid van een
bespreking op breederen grondslag niet on
der oogen gezien. Zij kan in de tegenwoor
dige zitting daaraan niet deelnemen. Zij is
echter bereid met de raadsleden de mogelijk
heid tot het weer op gang brengen van de
arbitrage te bestudeeren. Ook Aloisi sloot
zich aan bij het voorstel van Laval.
Litwinow stelde daarop als raadsvoorzit
ter vast, dat het voorstel van Laval de be
voegdheden van den raad, die het recht heeft
werkzaam te zijn binnen de grenzen van het
statuut, niet beperkt. De raad zal dus later
iedere hem geschikt lijkende beslissing over
den omvang van de volgende gedachtenwisso-
lingen kunnen nemen.
Eden verklaarde, dat niets besloten was,
dat de agenda van den raad voor de huidige
zitting beperkt.
Laval daarentegen merkte op, dat de be
slissing van 25 Mei tot nader order de
grondslag van den raad vormt
Aloisi verklaarde, dat hij alle reserves
handhaafde.
Fransche beschouwingen.
De Parüsche avondbladen melden, dat
Laval en Éden op reis naar Genève hun ge
dachten* isseling niet hebben voortgezet. Zij
hebben elkander in Genève ontmoet, nadat zij
tevoren met verschillende andere daar aan
wezige staatslieden besprekingen hadden ge
voerd.
Omtrent de ontwikkeling van de onder
handelingen van Genève zijn te Parijs geen
nieuwe berichten ontvangen De bladen mel
den algemeen, dat de betrokkenen tijd trach
ten te winnen, doch zij geven geen antwoord
op de vraag of een overeenstemming moge
lijk is en hoe die zal uitvallen.
De chefredacteur van den „Paris Soir"
schrijft over den verderen gang der onder
handelingen het volgende;
De Italiaansche en Abessinische arbiters
zullen weer bijeenkomen en het kiezen van een
vijfden, hoogsten, arbiter voorstellen. De
Volkenbondsraad zal deze keuze bevestigen
Daarvoor zal dan een vorm gevonden wor
den, die zoowel den Volkenbondsraad als
Frankrijk en Engeland tevreden stelt. Het
scheidsgerecht zal dan weer bijeenkomen
waarschijnlijk echter met hetzelfde negatieve
resultaat als in Scheveningen. Daarop zal
dan de hoogste scheidsrechter zijn rapport
uitwerken. Op deze wijze zou veel tijd gewon
nen worden voor verdere onderhandelingen.
Men moet echter niet gelooven, dat de tegen
woordige besprekingen alleen maar betrek
king hebben op de procedure. Wanneer de
zitting van den Vouenbondsraad niet uit wil
komen op een mislukking, moet reeds thans
de basis gelegd worden voor een latere over
eenstemming. Dat is niet onmogelijk, want
het gaat voor den Volkenbond, voor Italië en
Abessinië er om „het gezicht" te behouden
De Volkenbond zou zich zelf een zwaren slag
toebrengen, wanneer niet alles in het werk ge
steld werd om een oorlog te verhinderen.
De schrijver van dit artikel voegt hieraan
echter toe, dat vooreerst te Genève nog vol
komen onzekerheid heerscht, aangezien alle
preliminaire onderhandelingen in het geheim
gevoerd worden. Men zal dus eerst aan het
einde vernemen, welke resultaten bereikt zijn
De correspondent van den „Tamps" heeft
in Genève den indruk gekregen, dat men van
beide kanten zich ten zeerste er voor zal in
spannen om te verhinderen, dat de zitting
van den Volkenbondsraad door een incident
gestoord wordt. Het is waarschijnlijk, aldus
ten slotte de „Information", dat de betrekkin
gen tusschen de drie groote Europeesche
mogendheden, Frankrijk, Italië en Engeland
zonder schade de zware beproeving van
Genève zullen doorstaan en dat is het be
langrijkste.
Overeenstemming over com
promis-formule.
Woensdagavond zeer laat is tusschen
Laval en Eden overeenstemming bereikt aan-
faande een compromis-formule in zake het
taliaansch-Abessinische conflict.
De formule werd direct door Laval mede
gedeeld en toegelicht aan den Italiaanschen
gedelegeerde, baron Aloisi.
Aloisi heeft haar naar Rome doorgegeven
en zijn regeering instructies verzocht.
Ook de vertegenwoordigers van Abessinië
hebben zich in verbinding gesteld met hun
regeering
Abessinië persisteert bij zijn
standpunt.
De Abessinische Volkenbondsdelegatie te
Genève heeft opdracht ontvangen niet af te
wijken van de haar gegeven instructies. Deze
instructies boden, bij eenigen goeden wil van
Italië, aldus verklaart men, nog de mogelijk
heid voor een vreedzame oplossing.
Ingeval Italië de conferentie zou verlaten,
zal de Abessinische delegatie te Genève blij
ven en dan nieuwe instructie ontvangen.
Een démenti van Addis Abeba.
Naar uit Addis Abeba gemeld wordt,
spreekt het Abessinische ministerie van bui-
tenlandsche zaken het bericht tegen, volgens
hetwelk de keizer van Abessinië een voorstel
zou hebben ontvangen tot instelling van een
internationaal mandaat onder bescherming
van den Volkenbonl.
In officieele kringen is men overigens niet
van meening, dat Abessinië een dergelijke
voorstel zou aanvaarden.
Het Haarlemsche Dagblad heeft den nieu
wen minister van Sociale Zaken, mr. Slin-
genberg, geïnterviewd, die reeds heden zijn
ambt aanvaard heeft.
Mr. Slingenberg blijft te Haarlem wonen,
„en tot de behandeling van de Staatsbegroo-
tmg", zei hij lachend, „denk ik als spoorstu
dent naar Den Haag heen en weer te reizen
Tegen dien tijd zal ik mij daar wel een do
micilie verzekeren, maar dat is nog niet ge
regeld".
Wat zijn nieuwe taak betreft, zei de minis
ter, dat hij zich ten volle bewust was een in
dezen tijd wel zeer zwaren en moeilijken last
op. zijn schouders te nemen. Omtrent zijn
plannen kon hij zich niet uitlaten. Het kabi
net moet nog met zijn regeeringsverklaring
in de Kamers verschijnen, en die verschijning
zal nog wel eenige weken op zich laten
wachten.
In den algemeenen toestand van het Rijk
ziet mr. Slingenberg een belangrijk nieuw
lichtpunt door de zeer verbeterde situatie in
de overzeesdie gewesten. Hij is overtuigd
van de heilzame verbetering in den toestand
der cultures en knoopte daar een opmerking
aan vast over de nieuwe vooruitzichten van
jonge menschen, die naar Indië gaan.
Met een beperkte deflatie-politiek stemt de
minister ten volle in; hij 9chaart zich ge
heel aan de zijde van het kabinet-Col ijn. Ten
aanzien van de z.g. „consequente deflatie'"
gaf hij te kennen, dat aantasting van de
hoofdsom der vaste lasten groote verlichting
zou kunnen beteekenen als die wettelijk uit
voerbaar was, maar hij acht haar niet wette
lijk uitvoerbaar en is van meening, dat zij
practisch niet toe te passen is door de onge
lijkheden, dus onrechtvaardigheden, die zij
zou scheppen.
Veel goeds verwacht de heer Slingenberg
van de industrialisatieplannen van minister
Gelissen. Men kan daarmee de werkloosheid
niet wegnemen, maar zij zullen de werkloos
heid binnen, zekeren tijd aanmerkelijk kunnen
verminderen. Zooals de cijfers zich thans
verhouden, zouden zij 100.000 van de
450.000 werkloozen op den duur aan arbeid
kunnen helpen.
Omtrent een tweetal hoofdkwesties, die
het werkloosheidsvraagstuk beheerschen: de
internationale toestand en de toenemende
mechanisatie, verklaarde mr. Slingenberg,
dat natuurlijk de eerste voor verbetering vat
baar blijft, de tweede niet, omdat mechani
satie zal blijven toenemen. De invoering van
de veertigurige werkweek blijft tot dusver,
zooals bekend, bij de internationale bespre
kingen te Geneve steeds haken op de loon-
kwestie.
Wat de samenwerking van partijen in de
regeering des lands betreft, verklaarde mr.
Slingenberg, dat hij die in toenemende mate
in 's lands belang noodzakelijk acht. Samen
werking is eisch van den tijd.
Naar het A.N.P. verneemt zal minister
Deckers, die benoemd zal worden tot minis
ter van landbouw en visscherij, deze functie
begin September aanvaarden. De nieuwe
departementale indeeling betreffende het hui
dige departement van economische zaken zal
alsdan ingaan.
De ambtenaren, thans werkzaam aan
landbouw en visscherijen, zullen naar het
nieuwe departement overgaan, zoodat geen
nieuwe posten voor uitbreiding van perso
neel zullen behoeven te worden gemaakt
De secretaris-generaal van het nieuwe de
partement, mr. dr. A. A. van Rhijn, zal te-
vens waarnemend secretaris-generaal van
het departement van handel en nijverheid
worden om de onderlinge samenwerking tus
schen beide departementen te bevorderen.
Het is niet onduidelijk, dat de Tweede
Kamer op reces gegaan is, omdat de
voorzitter de beraadslagingen over het
bezuiuigingsontwerp geschoret heeft en
de Kamer weer bijeen zou roepen, wan
neer daartoe aanleiding zou bestaan.
De aangekondigde radio-rede
van den minister-president dr.
H. Colijn zal morgenavond
(Vrijdag) om 8 uur over de
beide zenders worden uitge
zonden.
Het is te verwachten, dat dit welkom
is aan die politieke groepen, voor wie
eenige tijdswinst de moeilijkheid ver
schuift, welk standpunt zij thans tegen
over het nieuwe kabinet hebben in te
nemen.
Dat de communisten zich daarover
het hoofd niet breken en dadelijk bereid
zijn het gereconstrueerde kabinet-Colijn
opnieuw te attaqueeren, kan blijken uit
de houding van het kamerlid L. de Vis
ser, voorzitter van de communistische
Kamerfractie, die zich, in verband met
de door het vormen van het kabinet-
Colijn geschapen situatie, tot den secre
taris van de sociaal-democratische Ka
merfractie, het Kamerli 1 IJzerman, heeft
gewend.
De heer De Visser stelt voor, dat van
beide Kamerfracties uit onmid lellijke
bijeenroeping van de Tweede Kamer zal
worden verzocht. Dit kan geschieden, in
dien tien Kamerleden een verzoek daar
toe indienen.
De heer De Visser is van meening, dat
het vormen van een kabinet-Colijn zoo
danig in tegenspraak is met den uitslag
der jongste raadsverkiezing, dat de
Kamqr, na alles wat sindsdien gebeurd
is, onmiddellijk in staat moet zijn, hier
over stelling te nemen.
fien nadeel van het niet bijeenroepen
der Kamer is, dat de kabinetsformateur
dan niet in de gelegenheid zou zijn een
regeeringsverklaring af te leggen.
Wij beschikken tegenwoordig evenwel
naast de couranten over de radio, die in
d„ meeste huiskamers het woord van
den spreker vertolkt.
Het ligt in het voornemen van dr.
Colijn, dezer dagen een radio-rede te
houden, waardoor een volledig overzicht
over de plannen en werkwijze van het
nieuwe kabinet kan worden verkregen.
De T ij d (R.-K.) is hoopvol gestemd.
Onbevredigend noemt het blad de op-
lo sing .Minister Colijn, zegt het, heeft
zijn Kabinet een beetje gereconstrueerd,
maar een man, gedragen door het ver
trouwen der ii.-K. Fractie, heeft hij er
niet in opgenomen.
Hoe onbevredigend de formatie van
het nieuwe kabinet voor het oogenblik
schijnt, zij was noodzakelijk voor den
overgang naar den nieuwen koers. Het
is weinig waarschijnlijk, dat de gerecon
strueerde regeering op den koers van
het verleden vaart. Daar zij onderhan
delde met degenen, die het eerste kabi-
ne.-Colijn ten val brachten, en zij ern
stige pogingen deed, om het vertrouwen
te herstellen met ed fractie, zonder welke
zij verklaarde niet te kunnen en willen
regeeren, moeten wij aannemen, dat ze
in de wijziging van haar beleid vol
doende concessies heeft gedaan, om een
voorloopig redres van dit vertrouwen te
re. htvaardigen.
De niet altijd gelukkige eerste episode
de** politiek-Colijn is thans afgesloten.
Al hadden wij de tweede gaarne op een
meer overtuigende wijze voor den ge-
wenschten koers geopend gezien, we
volgen zonder bitterheid over het ver
leden de nieuwe kans met belangstel
ling en vertrouwen
Dank zij de snelle wijze van oplossing der
politieke crisis, aldus heeft dr. Colijn gister
in een interview gezegd, is Nederland be
waard gebleven voor een geforceerde deva
luatie van den gulden, die, in geval van een
langdurig tijdperk van politieke onzekerheid,
het economisch leven had kunnen ontwrich
ten. „De aanvallen tegen den gulden zijn
volkomen mislukt, en het nieuwe kabinet is
vastbesloten het tot dusver gevoerde mone
taire beleid voort te zetten".
Wat de internationale economische en
financieele vraagstukken betreft, ben ik, al
dus dr. Colijn, meer dan ooit de overtuiging
toegedaan waarvan ik herhaalde malen
blijk heb gegeven, o.a. op de economische en
monetaire conferentie te Londen dat het
eenerzijds absoluut noodzakelijk is ten spoe
digste te komen tot herstel van gezonde in
ternationale handelspolitieke verhoudingen,
en anderzijds te komen tot internationale
muntstabilisatie. De lauden zullen in beide
Het Italiaansch-Abessinische con
flict besproken in den Volkenbonds
raad. (Dag. Overzicht).
Russische duikboot vergaan; 56
dooden. (Buitenland).
Tweehonderd dooden in Korea.
(Buitenland).
Te Amsterdam een oude man bij
een brand in den rook gestikt. (Bin
nenland).
Te Doesburg geloofsbrieven gesto
len van een herkozen raadslid. (Bin
nenland).
Weer een oude misdaad in Oss op
gehelderd. (Binnenland).
Congres N .0. G. te Groningen.
(Binnenland).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
opzichten tot overeenstemming moeten gera
ken. Ik voeg er aan toe, dat Nederlatnd niet
zal aarzelen zijn medewerking te verleenen
aan elke ernstige poging op ait gebied, in
het bijzonder aan een internationale, goed-
voorbereide stabilisatie-conferentie.
Tot zoover de minister-president.
Vermeld kan nog worden, dat gister 1500
K.G. goud ter waarde van ongeveer
300.000, dat Zaterdag j.I. uit Nederland
naar Engeland is ingevoerd, per vliegtuig
terug naar Nederland is verzonden. Het
goud heeft gedurende vijf dagen te Croydon
gelegen.
Onder den titel „Was al deze onrust
noodig geweest?" schrijft de Tele
graaf:
De geschiedenis van de kabinetscrisis, die
thans geëindigd is, behoort een afschrik
wekkend voorbeeld te blijven voor hen, die
het in hun macht hebben een crisis te doen
ontstaan. Het geheele land heeft een week
van groote opwinding achter den rug. De
oogen van de geheele wereld waren op ons
gevestigd. De Nederlandsche Bank verloor
130 millioen aan goud en de dekking van
onze bankbiljettencirculatie daalde met ruim
13 procent. Alle houders van staatsfondsen
leden aanzienlijke verliezen. Een week lang
hebben alle zakenlieden zenuwachtig gedis
poneerd. En dat alles om het Kabinet-Colijn
zoo goed als gewijzigd te zien terugkeeren.
Dat noemen wij spelen met het belang van
het volk.
Indien de heer Aalberse, in plaats van in
het geheim een verklaring voor te bereiden,
na een verstandige minderheid in zijn partij
te hebben doen zwichten voor het onverstand
van een meerderheid, onopgemerkt naar het
ministerie van Koloniën ware gestapt, om
daar zijn twijfel en bezwaren aan den mi
nister-president voor te leggen, dan hadde
hij hetzelfde kunnen bereiken, wat thans
ten koste van zoo groote moreele en mate
rieele offers is verkregen.
Hoe zeer wij, zoo besluit het blad, ver
heugd zijn, dat deze onnoodige crisis van de
baan is, toch zijn wij vol bitterheid over het
gebeurde. Wij wenschen in ons land geen
toestanden zooals die in Duitschland be
staan. Wij moeten een vrij volk blijven,
want aan onzen strijd om de vrijheid danken
wij ons zelfstandig bestaan. Zij, die de
jongste crisis op hun geweten hebben, zijn
slechte verdedigers van die vrijheid. In hoe
veel harten is gedurende de afgeloopen
week twijfel gerezen of het tegenwoordige
systeem nog deugt? Die twijfel was ge
rechtvaardigd en indien H. M. de Koningin
aan de gebeurtenissen niet de wending ge
geven had, die zij thans hebben genomen,
dan zou wellicht onherstelbare schade zijn
aangericht. Opnieuw is gebleken dat de
Kroon het meest hechte bolwerk van onze
vrijheid is. Het leven van alledag kan nu
weer zijn gang gaan en het zal niet opge
wekter zijn dan het was. Maar evenals goe
de tijden een einde nemen, zoo is ook tegen
spoed niet bestendig.
Het Alg. Handelsblad schrijft:
Men moet zich afvragen of de katholieken,
naoat zij zich nu openlijk onbereid of on
machtig hebben getoond om zelf een parle
mentaire regeering te vormen en nadat zij de
gelegenheid hebben afgewezen om met de
sociaal-democraten (die zich ook nu nog als
bescheiden partners aanbieden) een belang
rijk deel van hun „constructieve welvaarts-
politiek" in practijk te brengen, het werkelijk
zouden durven besta n om een regeering,
welke de verantwoordelijkheid dan wèl aan
durft, voor de tweede maal tot heen
gaan te nopen. Wij kunnen dit vooralsnog
moeilijk gelooven.
De N. R o 11. C r t. publiceert o.a de
vo'gende passage:
Het is blijkbaar aanvankelijk het voojrn*-
1