DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De slotzitting van den Volkenbond.
flaqeliiksch Overzicht
Buitenland
Mo. 182
Maandag 5 Augustus 1935
137e Jaargang
Twee resoluties aangenomen in de
Italiaansch-Abessinische kwestie.
4 September weer bijeen.
Het verloop van de zitting,
[kt verloop van de zitting was als volgt:
'n den aanvang deelde de voorzitter, Lit-
"i°f mede, dat ae ter tafel gebrachte ont-
,erPen-resolutie het resultaat vormden van
e. besprekingen der voornaamste staten die
t conflict betrokken zijn en dat hij deze
•herpen thans ter discussie voorlegde.
Als eerste nam de Abessinische vertegen-
oordiger, prof. Jèze het woord en verklaar-
e> dat Abessinië in het belang van den we-
'dvrede reden had gezien een groot offer
ie brengen.
De Italiaansch-militaire plannen
in Abessinië.
Dr. Goebbels spreekt te
Keulen.
Geen huwelijken meer tusschen
Duitschers en Joden.
'C*
AUTO TEGEN TREIN OPGEREDEN.
Acht dooden.
Waf vandaag de
aandacht trekt
FRANSCH MISSIESTATION
GEPLUNDERD?
Italiaansche berichten.
OP EEN ROTS GELOOPEN.
COMMUNISTISCHE RELLETJES IN
PALESTINA.
GROOTE GOUDKLOMP GEVONDEN.
MOORDENAARS TERECHTGESTELD.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
&§ft
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De Volkenbond is Zaterdagavond even
over 7 uur bijeengekomen in een openbare
7itt ne die tegelijkertijd de openings- en
slotzitting was van deze Volkenbondsraads-
^EHcwamen twee resoluties ter tafel. De
tweede resolutie, die politiek de belangrijk
ste is, luidt als volgt:
De Raad besluit in ieder geval op 4
September bijeen te komen, teneinde het al-
o-emeene onderzoek naar de betrekkingen
tusschen Italië en Abessimë in haar verschil
lende aspecten op te nemen
De eerste resolutie behandelt uitvoerig
de voortzetting van de arbitrage-onderhan
delingen en luidt:
De Raad refereert aan zijn resoluties van
25" Mei j.1. inzake de regeling van het con
flict dat gerezen is tusscnen de Italiaansche
en de Abessinische regeering tengevolge van
het incident van Oeal Oeal.
Deze regeling moest volgens de in arti
kel 5 van het Italiaansch-Abessinische ver
drag van 2 Augustus 1935 vastgelegde me
thode tot stand gebracht worden. De Raad
constateert, dat de werkzaamheden van de
Arbritage-commissie onderbroken zijn en
dat voor het mogelijk maken van de hervat
ting daarvan de beide betrokken regeeringen
zich tot den Raad gewend hebben met het
verzoek de overeenkomsten van de beide
regeeringen met betrekking tot de nauwkeu
rige portee van den opdracht der commissie
te interpreteeren.
De Raad wil geenerlei oordeelen over de
houding van de vertegenwoordigers der bei
de regeeringen voor de genoemde commissie
of over het standpunt van de leden dezer
commissie uitspreken; hij is van meening,
dat de bevoegdheid van de commissie op de
overeenkomsten van de confligeerende par
tijen berust en dat zoowel uit de nota's van
15 en 16 Mei 1935 als uit de op de Raads
zitting van 25 Mei afgelegde verklaringen
blijkt, dat de beide partijen het er niet over
eens geweest zijn, dat de commissie de
grensproblemen onderzoeken of de verdra
gen en overeenkomsten over de grenslijn
juridisch interpreteeren moest; dientenge
volge behoort dit onderwerp niet tot de be
voegdheid van de commissie.
De Raad is dientengevolge van meening,
dat zijn beslissing omtrent het incident van
Oeal Oeal niet mag vooruit loojoen op de op
lossing van de problemen, die niet tot zijn
bevoegdheid behooren en dat hij daarop
zou vooruitloopen, wanneer hij deze beslis
sing zou baseeren op de opvatting, dat de
plaats waar het incident voorgevallen is of
wel onder Italiaansche dan wel onder Abes
sinische souvereiniteit zou staan. Het blijft
echter aan de commissie overgelaten, zon
der in een gedachtenwisseling daarover te
treden, rekening te houden met de overtui
ging, die de plaatselijke autoriteiten aan
den eene of den anderen kant hadden over
de souvereiniteit van de plaats van het in
cident.
Op grond van al deze overwegingen ver
klaart de Raad, dat de commissie geen re
kening heeft te houden met de omstandighe
den, of Oeal Oeal staat onder souvereiniteit
van de eene of de andere partij, maar dat zij
zich alleen aan de andere elementen van het
geschil over het incident heeft te houden.
De Raad neemt er kennis van, dat de ver
tegenwoordigers der beide partijen uitdruk
king hebben gegeven aan hun wil een
scheidsrechtelij k en arbitrage-procedure vol
gens de in artikel 5 van het Verdrag van
1026 vastgelegde bepalingen te hervatten.
De Raad neemt kennis van de verklaring
der beide partijen, dat de vier leden van de
arbitrage-commissie zonder verder verwijd
een vijfden arbiter zullen benoemen, wiens
benoeming noodig zou kunnen worden voor
de uitvoering hunner werkzaamheden.
De Raad verwacht, dat deze procedure
y°ar 1 September a.s. met de regeling van
net conflict beëindigd wordt en doet een be-
!0eP op de beide regeeringen hem op zijn
0p 4 September 1935 van het resul-
a' in kennis te stellen".
De tekst der resoluties spreekt een duide^
'ijke taal, maar de Abessinische regeering
wil den Raad nogmaals het bewijs leveren
van haar vertrouwen en haar goeden wil en
hem de oplossing vergemakkelijken van de
moeilijke taken, die hij in het belang van de
instandhouding van den vrede op zich heeft
genomen.
De Italiaansche gedelegeerde, baron Aloy-
si, verklaarde, dat hij de eerste resolutie
aanvaardde. Wat echter de tweede resolutie
betreft, die betrekking heeft op de Raads
zitting van 4 September zou hij zich van
stemming onthouden. De redenen daarvoor
blijken duidelijk uit zijn verklaring, die hij
heeft afgelegd in de geheime Raadszitting
van 31 Juli.
De Fransche minister-president Laval con
stateerde, dat de onderhandelingen zeer
moeilijk geweest waren. De benoeming van
den vijfden arbiter geeft den Raad recht te
hopen, dat alles gedaan zal w<*den om den
vrede te bewaren en te komen tot een over-
eenst mming.
De Engelsche gedelegeerde Eden legde
de volgende verklaring af:
Uit naam van de Britsche regeering van
het Vereenigd Koninkrijk bepleit ik de aan
vaarding van de ons voorgelegde resoluties.
Ik doe dat in het geloof dat de ontworpen
procedure de beste kansen biedt op het tot
stand brengen van een vreedzame oplossing
der geschillen tusschen Italië en Abessinië.
Een zoodanige oplossing wordt door alle
landen der aarde 't vurgist en 't dringendst
verwacht. In ieder geval zal de Raad op den
4en September bijeenkomen, om de alge-
meene kwestie der betrekkingen tusschen
Italië en Abessinië te bestudeeren.
Wij hopen allen, dat op dat tijdstip de te
genwoordige moeilijkheden 00 bevredigende
wijze zullen zijn opgelost. Mocht dit echter
ongelukkigerwijze niet het geval zijn, dan
zal het de plicht zijn van den Raad het to
tale probleem, zooals het dan is te behande
len. Ik besluit met de nadrukkelijke verze
kering aan den Raad, dat de Britsche regee
ring alles in het werk zal stellen om een
vreedzame afdoening van dit geschil te ver
zekeren in overeenstemming met de princi
pes van het Volkenbondspact.
Litwinof verklaarde, dat hij met bevredi
ging geconstateerd had, dat de betrokken
mogendheden het eens geworden waren on
derling onderhandelingen aan te gaan.
Tegelijkertijd sprak hij uit naam van den
Raad de hoop uit op een gelukkig resultaat
van de onderhandelingen.
Van de overige raadsleden spraken slechts
de vertegenwoordigers van Denemarken en
Argentinië om uiting te geven aan hun te
vredenheid over het bereiken van de overeen
stemming en aan hun wenschen voor het sla
gen der komende onderhandelingen.
Daarop werden de ontwerpen-resolutie in
stemming gebracht. De eerste resolutie
(voortzetting van de arbitrage-procedure)
werd met algemeene stemmen aangenomen
Bij de tweede resolutie die het onderzoek van
het geheele probleem op 4 Septembr a.s. be
paalt, onthield de Italiaansche gedelegeerde
zich ervan te stemmen. Volgens het regle
ment van orde is deze resolutie dus even
eens met algemeene stemmen aangenomen te
achten.
Litwinof sloot daarop de zitting van den
Raad met woorden van dank aan de verte
genwoordigers van Frankrijk en Engeland
voor hun uitmuntend werk.
De indruk in Italië over de resoluties.
De overeenstemming, die te Genève bereikt
is, heeft in politieke kringen te Rome geen
bijzondere verrassing gewekt. Even gelaten
als men de beraadslagingen te Genève ge
volgd had, neemt men thans ook kennis van
de resultaten daarvan. Van bevoegde zijde
wordt verklaard, dat het Italiaansche stand
punt in Genève volkomen doorgedrongen is,
en dat in overeenstemming met de Italiaan
sche eischen geen uitbreiding van de bespre
kingen plaats gehad heeft.
Er wordt hier uitdrukkelijk op gewezen,
dat de voorgenomen onderhandelingen der
drie mogendheden op grond van het verdrag
van 1906 buiten den Volkenbond om vastge
legd zijn en ten uitvoer gelegd zullen wor
den en dat dit verdrag een overeenkomst
vormt, die slechts de drie belanghebbende
staten, Italië, Frankrijk en Engeland aan
gaat. Met bijzonderen nadruk wijst men
voorts op het feit, dat Italië ten aanzien van
de tweede resolutie geen goedkeuring heeft
verleend.
De Geneefsche bijzondere correspondent
van de „Oeuvre" geeft de geruchten weer
die te Genève in cnjloop zijn over de mili
taire plannen van Italië in Abessinië.
Volgens deze geruchten zou het Italiaan
sche oorlogsplan op 't volgende neerkomen:
Vijf Italiaansche afdeclingen zouden van
uit Italiaaansch Somaliland de provincie
Ogaden binnenrukken en daarbij den loop
van de vijf rivieren volgen. Zij zouden onge
veer 500 K.M. hebben af te leggen naar
Addis Abeba, waar zij op ongeveer 20.000
Abessiniërs onder opperbevel van Nassiboe
zouden stuiten.
Drie andere Italiaansche afdeelingen zou
den vanuit Assab in Erythrea de vijf eerst
genoemde Italiaantche afdeclingen tegemoet
marcheeren en darrtij de woestijn van Dan
kali moeten doorkruisen. De Abessinische
troonopvolger zou hen aan het hoofd van
40.000 man op de hoogten van Wolla ont
moeten.
De werkelijke militaire operaties zouden
zich in het noorden van Abessinië afspelen,
waar een sterk Italiaansch leger de breed e
vlakten van Walquit zou doorkruisen om
tegen Gondar op te trekken. Een Abessijn-
sche legermacht van ongeveer 70.000 man
zou onder opjjerbevel van Ras Wasa zich
hiertegenover plaatsen.
In Italië heeft mer de meeste verwachtin
gen van de troepen die van Tasmara in
Erythrea op Addis Abeba zullen aanrukken
en hierbij den klassieken weg zullen volgen,
die eeuwen lang alle veroveraars van Abes
sinië hebben gevolgd, gelijk ook de Italianen
dat zelf deden, toen zij in 1895 bij Adoea
werden verslagen.
De districtsdag te Keulen vond Zondag
zijn hoogtepunt in de groote demonstratie in
de tentoonstellingshall. Verscheidene partij
leiders voerden er het woord. Rijksminister
dr. Franck hield een redevoering, waarin hij
ook het kerkvraagstuk behandelde en uiteen
zette, dat het Christendom nooit zoo onbe
lemmerd geweest was in Duitschland als
thans. De strijd tegen de N.S.D.AP. wordt
in Duitschland echter gevoerd door inter
nationale Joden en internationale jezuieten,
uit het buitenland tegen Duitschland Het
lot van de beweging zal afhangen van de
strijdvaardigheid en kameraadschappelijke
aaneengeslotenheid.
Na dr. Franck sprak de leider van het
Duitsche arbeidsfront, dr. Ley, die scherp te
keer ging tegen de „duisterlingen'', die over
al in Duitschland weer op den voorgrond
willen treden. Ook hij uitte eenige woord?n
over den strijd tegen het politieke optreden
van katholieke instanties, waarbij hij naar
voren bracht, dat het juist de nationaal-
socialisten waren, die kerk en religie verde
digden. „Wij maken aanspraak op de tota
liteit, wij geven niet toe. De priesters heb
ben gelegenheid gehad zielzorgers te zijn
van dit volk, maar zij zijn het niet geweest.
De nieuwe zielzorger van het Duitsche volk
is heden de politieke leider en de S.A.-man".
Vervolgens kreeg de rijksminister van pro
paganda, dr. Goebbels, het woord. Hij zette
uiteen, dat de nat-
soc. zich bewust
zijn van hun kracht
en hun vijandschap
en hun vijanden
zullen weten te ver
slaan. Wat de cri-
tiek van de buiten-
landsche pers be
treft zeide hij na
veel critiek: Niet de
buitenlandsche pers
regeert in Duitsch
land, maar wij. Ook
het joodsche vraag
stuk besprak Goeb
bels op de gebruike-
Goebbels
lijke wijze. De Joden hebben zelf geprovo
ceerd Wij zullen niet moede worden het
Duitsche volk in te lichten over de gevaar
lijkheid van dit internationale ras. Huwelij
ken tusschen Duitschers en Joden zullen in
het vervolg niet meer geduld worden. Wij
laten niet toe, dat het rassenverderf zich ook
voor de toekomstige geslachten voortzet".
Na de Joden, nam Goebbels de confessies
tot onderwerp zijner critiek. Hij eischte, dat
de kerken, evenals de nat.-soc. positief chris
telijk zijn, ook politiek positief nationaal-so-
cialistisch zouden zijn. Dit moet niet in
woorden, masr in daden tot uiting komen.
Het Centrum heeft zich innerlijk verwanter
gevoeld met het bolsjewisme dan met de
nat-soc Toch kan in Duitschland ieder op
zijn eigen wijze zalig worden. Iedere reli
gieuze overtuiging wordt geacht. De jeugd
mag door de kerken religieus opgevoed wor
den, maar de politieke opvoeding is - zaak
van de nationaal-socialisten. „De jeugd be
hoort ons wij staan haar niet af". Iedere
staatsvijandschap wordt uitgeroeid, waar
deze zich ook vertoont. Wij willen geen Kul-
turkampf. Wij hebben echter den i druk, dat
cr in zeker voormalige centrumkringen cli
ques zijn, die een Kulturkampf zouden wil
len doen ontstaan".
Draconische straffen zullen worden inge
steld tegen onruststokers, zoodat hun de lust
wel vergaan zal tot zulke experimenten.
In de eerstvolgende weken zal men te zien
crijgen hoe zal worden opgetreden tegen de
opruiers tot een Kulturkampf.
Wanneer een Jood deviezen-onregelmatig-
ïeden pleegt, is dat niet verwonderlijk; zoo
zijn zij; maar wanneer een bedienaar van
iet woord onder den dekmantel van zijn
iriesterkleed dit doet, zou Christus, wanneer
lij zou weerkeeren, zulke verraders met de
zweep wegjagen. Reeds van oudsher hebben
wij, aldus Goebbels, direct contact met het
volk gehad. Wij hebben geen middelaars tot
iet volk noodig. Voor de kerken echter be
staat slechts één oplossing, die den vreJe
waarborgt: terug naar de kansels. De kerken
moeten od dienen, wij echter het volk. Er be
staat in den staat slechts één drager van den
politieleen wil, dat is onze beweging. Zij
vertegenwoordigt staat en volk. Zij moet
zijn, zij is onontbindbaar. Zelfs wanneer
alle Duitscher nationaal-socialisten zouden
zijn, zou zij moeten blijven om alle Duit
schers nationaal-socialistisch te houd'en.
Voor zoover naast deze beweging andere
bonden en organisaties exerceeren, zijn zij
dienende geledingen der partij. Er bestaat
naast de partij geen organisatie, die het recht
zou hebben op een politiek eigen leven. De
macht behoort volkomen aan ons. Wij stap
pen daar niet af, want wij weten: Slechts in
t volledig gebruik van de macht hebben wij
de mogelijkheid de groote problemen van het
heden op te lossen. Wij gelooven niet, dat de
bonden op zich zelf veel kwaads in den zin
hebben, wij ontzeggen hun echter het instinct
den vijand op de juiste plaats op te sporen
en te vinden. Het gebrek aan instinct hebben
zij in den tijd van den strijd duizendvoudig
bewezen. Wanneer in deze, op zichzelf on
schuldige vereenigingen en bonden tegen
standers van den staat sluipen om daar vei
lig sabotage jegens den staat te bedrijven
moet hun gezegd worden: Gij valt met deze
elementen. Hier houdt de sentimentaliteit op.
De staat duldt geen tegenstand. Zij vergis
sen zich, wanneer zij gelooven, dat het volk
iets men hen wil hebben uit te staan. Het in
stinct voor het volk hebben wij nooit verlo
ren. Wij kunnen gaarne afzien van de paar
duizend schreeuwers wanneer slechts de 66
millioen Duitsche meitschen bij ons zijn,
want dat is het beslissende. Voorrechten
moeten bij ons door voorafgaande plichten
verworven worden. Een zekere buitenland
sche pers zegt: dat is een staatscrisis. Het
is een volkomen gewone zuiveringskuur. Dat
wat reeds lang vervallen was, wordt thans
opgeruimd. De buitenlandsche pers maakt
uit een vloo een olifant. Kijk in Berlijn op
den Kurfurstendamm een Jood scheef aan
en je zult het geschreeuw van Londen tot Pe
king hooren. Wanneer de anti-Duitsche pers
thans in den komkommertijd naar sensatie
zoekt, is er in de wereld een grooter terrein
van actie, zoodat zij zich niet juist op
Duitschland heeft blind te staren.
Bijvoorbeeld is er oorlog in zicht in Ajbes-
sinië. Een op zich zelf toch interessante
kwestie, waarover het loont te schrijven,
vooral met het oog daarop, dat onder het ge
jubel van dezelfde wereldpers in Parijs een
paar jaar geleden plechtig een anti-oorlogs
pact door de naties, die thans den oorlog niet
kunnen verhinderen, is onderteekend.
In Moskou spreekt men er over, dat de
communistische internationale de landen tot
de revolutie wil brengen en eenige maanden
tevoren zingt men er ter wille van Enge
land: God zegene den koning. Wat de En
gelsche pers betreft, moet er op gewezen
worden, dat in Belfast ook het een en ander
gebeurt. Een wat de veiligheid in Duitsch
land betreft, vlaggen van andere naties heb
ben wij nog nooit van de masten laten ha
len. Dat doet men slechts in cultuurlanden.
Wij kijken met ernst naar deze door sta
king, opstanden en crisis doorschokte we
reld. Wij gelooven, dat Europa niet eerder
tot rust kan komen, dan wanneer men 't eens
is geworden over de meest primitieve grond
slagen van zijn leven. Met trotsch kunnen
wij aan den anderen kant zeggen, dat
Duitschland, gezuiverd door de nat.-soc. re
volutie hecht en onwrikbaar boven de we
reldcrisis staat. Bij ons zet een sterke
partij haar stempel op den staat. Bij ons be
schermt een nieuw opgestaan leger de natie.
Bij ons is volk en leiding van één wil en vol
brengt nationale eenheid wonderen van ar
beid.
Wij leven niet in een paradijs, maar wij
leven een leven, dat de moeite waard is. Wi
kunnen met trots zeggen: Dezen grooten tijc
hebben wij baan gebroken en wij laten ons
dien niet verderven. Als eerewacht boven den
Duitschen staat staan die oude gardisten, de
trouwste medestrijders van onzen Fuehrer
Het doel, dat wij ons eenmaal stelden, is
onwrikbaar. De middelen, die wij ter berei
king van dit doel toepassen, zijn elastisch en
buigzaam. Wij hebben een leider, waaraan
wij gelooven en wij kunnen herhalen: leider
beveel, wij volgen.
Nabij Camden in den staat Zuid-Carolina
is een auto tegen een trein opgereden. De
acht inzittenden, van wie er zes tot dezelfde
familie behoorden, kwamen om het leven.
De Volkenbond neemt twee reso
luties aan en besluit 4 September
weer bijeen te komen. (Dag. Over
zicht).
Communistische relletjes in Pales
tina. (Buitenland).
In de Maas bij Vi6é is een vlot ge
kanteld; met zeer veel moeite zijn de
opvarenden gered. (Buitenland).
Engelsche stoomboot op zee ver
brand» de bemanning gered. (Buiten
land).
Auto uit Breda in België tegen
boom gereden; 4 gewonden. (Binnen
land).
Bij Dalfsen een doodelijk auto
ongeluk. (Binnenland).
Serie inbraken in Limburg. (Bin
nenland).
Nieuwe bekentenissen te Oss. (Bin
nenland).
(Zie verder eventueel laafde
berichten.)
Te Rome worden berichten uit Dzjiboeti
gepubliceerd, volgens welke het bij Harrar
in het binnenland van Abessinie gelegen
Fransche missiestation Dnebbo door gewa
pende Abessijnen geplunderd en in brand
gestoken zou zijn.
Dezelfde berichten melden, dat nog twee
Fransche missie-stations in het gebied vau
Sidano en Oeoilamo eveneens blootgeste'd
zijn geweest aan felle abbessijnsche aanval
len.
De geestelijke leider van deze stations, de
Apostolische prefect van Frankrijk, Mgr.
Jarousseau zou daarbij door gewapende
Abessijnen bedreigd zijn.
Ofschoon deze berichten nog niet nader
gedetailleerd worden, hebben zij toch in Ro
me groote opwinding en verontrusting ver
oorzaakt. Men verklaart, dat door deze ge
beurtenissen wederom de Abessijnsche
agressieviteit bewezen is, en dat men ook
verdere Abessijnsche vijandigheden ver
wachten kan.
Een Fansche pleizierboot met 250 passa
giers aan boord, welke van een uitstapje van
het eiland Quassant op den terugweg was
naar Brest, is Zondagavond te Quessant op
een rots geloopen. Aan boord ontstond een
paniek, welke de bemanning slechts met
groote moeite meester kon worden. Tenge
volge van de lekkage kreeg het schip ernstige
slagzij. Van een naburige vuurtoren had men
het ongeluk opgemerkt en door kanonschoten
werd de aandacht gevestigd van de in de
buurt vertoevende schepen. Alle passagiers
konden worden overgenomen. Twee sleepboo-
ten brachten de schipbreukelingen naar Bres
De bijzondere correspondent van de
„Petit Parisien" te Jeruzalem meldt, dat in
Palestina communistische relletjes hebben
plaats gehad, die gedeeltelijk tot ernstige
botsingen met de politie hebben geleid.
Communisten hadden in Haifa en Jeru
zalem optochten geformeerd, waarbij pam
fletten werden verspreid, waarin de demon
stranten zich met de onlangs gearresteerde
communisten solidair verklaarden, die in de
gevangenissen in hongerstaking waren ge
gaan. Toen de betoogers niet voldeden aan
het bevel van de politie uiteen te gaan, heeft
de politie van haar vuurwapens gebruik ge
maakt. Volgens ooggetuigen werden talrijke
personen gewond. De Engelsche politie ver
richte verscheidene arrestaties.
Omtrent de communistische onlusten, waar
over de Petit Parisien uit Jeruzalem bericht
te, wordt in een politierapport van Engelsche
zijde gezegd, dat de politie van haar wapens
gebruik moest maken, omdat zij door een
menigte werd aangevallen. Tevens wordt
medegedeeld, dat in de gevangenissen van
Jeruzalem en Haifa 40 gevangenen in hon
gerstaking zijn gedaan.
In de Russische goudmijn Nezametnyi
Aldan is een klomp zuiver goud gevonden
van 2.100 K.G. Dit is thans reeds de vijfde
groote goudklomp, die dit jaar in Aldan ge
vonden wordt.
De Schwerin zijn Friedrich Pankow en
Helmuth Sass, die wegens moord ter dood
veroordeeld waren, op de binnenplaats van
de gevangenis met den bijl terechtgesteld.