Een veelomstreden grondwetsartikel.
Qememtcmdett
l f
KOEDIJK
MET Z.G. PROCESSIEVERBOD.
Een vraagstuk dat weer actueel is geworden.
Het Ossendrechtsche geval.
De raad vergaderde gistermiddag ten 4
ure voltallig.
De voorzitter burgemeester Ni-
naber, deelde mede,- dat goedgekeurd zijn
terug ontvangen die bestekken tot aanvulling
in wijziging van de politieverordening.
Door den minister van sociale zaken was
mededeeling ontvangen, dat de baggerrege-
Üng tot 28 September 1935 verlaagd is, met
toestemming om ook de veehouderij op te
nemen in de loonproef voor het vrije bedrijf.
Goedgevonden werd de rekening courant
emt de vereeniging voor Nederlandsche ge
meenten van 60.000.op 64.000.te
stellen. Rente 1*4 boven het mogresse
disconto.
Door den heer Hes was het verzoek in
gekomen om den grond tegenover Otting aan
het zuideinde voor 2000.te mogen aan-
'koopen.
B. en W. stelden voor het bedrag van
2500.te handhaven.
De heer Groen had gehoord dat er 4
huizen komen, z.g. betere woningen, de buurt
verbetert er door en den tijd in aanmerking
genomen oordeelt spr. f 2000.— goed.
De heer Hart of er geen stemmen zijn
opgegaan om het terrein onbebouwd te laten.
Men voelt het al een gemis, dat het verhuurd
is tot 1 Jan. Men wil het als speelterrein voor
de kinderen, omdat de straat gevaarlijk
wordt. Er zijn veel kinderen en daarom is het
de vraag of verkoop wel goed is.
Spr wil met de vereeniging ,Ons belang"
een bespreking over de wenschelijkheid van
verkoop. Spr. verzocht B. en W. dit overleg
te plegen en voorloopig wenschte hij zich
over- den'prijs niet uit te laten.
De beer Cramet vereenigde zich met
de gedachtegang van den heer Groen en was
van oordeel, dat het thans een onaanneme-
1 ijken plicht is.
Weth. W. Visser oordeelde 2500.
voor 1/4 bunder land niet te hoog. Hij stelde
voor de prijs vasthouden. Voor de jeugd is
er nog een ander terrein.
De voorzitter zeide, dat hij in het
college een minderheid vormde die voor
f 2000.was. De raad kon nog probeeren
j 2500.te krijgen. Het is niet te duur.
De heer Smit: Het publiek wordt nu
ook gegadigd, de gemeente is nog niet vrij.
Spr. was voor aanhouding.
De heer Hart vond het ontaktisch om
over den prijs in de openbare zitting te pra
ten. Spr. wilde geen streep meer afwijken
van de 2500
Weth. W. V i s s e r wilde het ook al voor
geen cent minder doen, evenals de heer Smit.
De Voorzitter wees er nog op dat
er een speelterrein is. Op de plaats mogen
Wel eens een paar mooie huizen komen, de
gemeente gaat er door vooruit. Als er een
vereeniging was die werk van een speelter
rein wil maken, dan bestaat de mogelijkheid.
De heer Groen was voor verkoop. Het
voorste gedeelte behoort volgens de voor
waarde toegankelijk te zijn voor de kinderen1
als speelgelegenheid en op het contract staat
het niet. De kinderen zijn zelfs door de poli
tie verjaagd.
De voorzitter: Op grond van bal
dadigheid.
De heer Hart bleef op een onderzoek
aandringen, naar de wenschelijkheid van het
terrein als speelplaats. -■
De heer Groen had destijds een ter
rein van de opbrengst v. d. zandverkoop, als
speelplaats in te richten. Men heeft dit af
gewezen en nu komt de heer Hart te laat.
Als het terrein in orde was gemaakt had
het kunnen gebeuren.
Weth. W. Visser zeide, dat er nimmer
een verzoek van het zuideinde was ingeko
men om er een speelterrein te stichten.
De heer Groen: Ik heb het toch voor
gesteld.
De v o o r z i t f e r: Wij zijn wel vrij,
maar wij 'hebben onderhandelingen gevoerd
en het andere terrein is er ook nog.
De heer Mulder: Van den zomer zijn
er 4 kinderen overreden door auto's, waar
van er 3 zijn overleden. Er moet een speel
tuin komen. Spr. wil de zaak aanhouden tot
de raad er over beslist.
De heer Smit stelde voor te verkoopen
voor 2500.-omdat in 2 minuten verder
nog een terrein is, dat speelterrein kan wor
den.
De heer Hart stelde voor om alvorens
tot verkoop te besluiten verslag te plegen
met de vereeniging „Ons belang",
Wethouder W. Visser stelde voor om
„Ons belang" een maand tijd te geven om
zoolang het voorstel van B. en W. aan te
houden. i.
Wethouder Jb. Vi.sser merkte op, dat
men voor het Zuideinde nimmer bij den
burgemeester is geweest. Spreker was van
oordeel, dat men het voorstel van B. en W.
wel kon aannemen.
Besloten werd het voorstel van B. en W.
in te trekken en de bewoners gedurende een
maand de gelegenheid te geven stappen te
doen voor het behoud van het terrein als
speelplaats.
B. en W. stelden voor om de tijdelijke kor
ting voor de gemeente-ambtenaren van 4K
op 10 fe stellen.
De heer Mulder was van oordeel, dat
men dit van hoogerhand maar moest instel
len.
De voorzitter zeide, dat er niets aan
te doen is.
Het voorstel werd aangenomen met 4 te
gen 3 stemmen.
Tegen de heeren Groen, Hart en Mulder.
Het verslag van den schoolarts werd voor
k. g. aangenomen. De toestand van de kin
deren is goed.
De heer Kramer bracht hulde aan den
schoolarts die, in tegenstelling met zijn
collega's in andere gemeenten, de school 24
maal per jaar bezoekt.
De voorzitter stemde hiermede in.
Voorgesteld werd de Kerkelaan aan het
Zuideinde voor alle verkeer te sluiten, be
halve voor voetgangers en wielrijders. Com-
form besloten.
De rekeningen van het P. A., het G. E. B.
en de gemeente werd in handen gesteld van
de raadsleden te onderzoeken.
Geen ventvergunning voor den verkoop
van ijs werd verleend aan H. de Wit voor de
wijk St. Pancras en aan D. Klomp voor de
Kanaaldijk.
De heer Smit ging er mede accoord,
doch de heer Klomp komt zelf wel elders met
zijn ijswagen.
De heer Hart: Maar hij mag daar niet
venten.
Conform het voorstel werd besloten.
Voor het vervoer van de kinderen van J.
Mosteling en Jb. Kramer werd voor een
kind 56, voor 2 kinderen 1.06, voor 3 kin
deren 1.59 en voor 4 kinderen 2.12 per
week vergoeding gegeven. En meerdere kos
ten zullen door de r. k. vereeniging te Ber
gen worden bijgedragen.
De heer Hart informeerde of er verhaal
was op de vereeniging.
De voorzitter: Als ze niet voldoen,
dan kunnen wij het besluit altijd intrekken
Weth. Jb. Visser: De vereeniging is
betrouwbaar genoeg.
De heer Hart wenschte den toestand
niet terug, dat de kinderen weer een maand
zonder onderwijs op straat loopen.
De voorzitter vond het niet behoor
lijk de vereeniging St. Vincentius te Bergen
in discrediet te brengen. Spr. las het ingeko
men schrijven, geteekend door den heer Pie-
ters, voor.
De heer Hart beweerde geenszins, cfat
de vereeniging onbetrouwbaar was.
Z.h.st. werd' hierop het voorstel aangeno
men.
De pensioengrondslagen voor den burge
meester, den secretaris en den ontvanger
werden vastgesteld op 2000, 2200 en
975.
De geloofsbrieven van den
heer Butter niet goedgekeurd.
De vergadering werd hierop een oogen-
blik geschorst voor het onderzoek der ge
loofsbrieven van de -nieuw gekozen leden.
Tot leden van de commissie werden be
noemd de heeren Hart, Smit en Kramer, die
vrii lang werk hadden.
Na heropening deelde de heer Smit mede,
dat over ere toelating van 6 leden geen ver
schil van meening bestond. Dit was wel het
geval over de toelating van den heer W. But
ter, op grond van het feit, dat diens echtge-
noote de betrekking van schoonmaakster van
het raadhuis verricht en dus van de gemeen-
tefinanciën profiteert, waarmede spreker
nog niet wilde zeggen, dat het onmogelijk
was dat de heer Butter kon worden toege
laten.
De heer Kramer vereen igde zich met
de zienswijze van den heer Smit.
De heer Hart was het als lid van de com
missie niet duidelijk, dat men niet tot toela
ting kon overgaan. Spr. las de hierop betrek
king hebbende wetsartikelen voor, waarbij
hij er op wees, dat echtgenoote van perso
nen die van het lidmaatschap van den raad
zijn uitgesloten, daarvan ook zijn uitgeslo
ten. Er staat niet „de echtgenoot". De raad
kan tot toelating besluiten. Het is mogelijk,
dat er dan een zeker beroep komt en spr.
wenscht dan, dat de notulen van den raad
worden geraadpleegd, want dan zal de
vraag rijzen of zelfs de echtgenoote Van den
heer Butter wel een ambtenaar is in den zin
dér wet. Mèj. Butter Ts"tf.l'. tijdelijk voor één
jaar benoemd en verder is haar benoeming
nimmer in den Raad in behandeling geko
men. Zij heeft nooit een vaste aanstelling
gehad.
En wat den aftrek betreft, wijkt zij. af
van de vaste ambtenaren.
Devoorzitter was op grond van de ad
viezen van deskundige menschen tot de con
clusie gekomen, dat de heer Butter geen
raadslid kan zijn.
De heer Smit vroeg of de heer Butter op
huwelijksvoorwaarden was gehuwd'.
De voorzitter moest deze vraag onbe
antwoord laten en drong op stemming aan.
De heer Groen wenschte meer zeker
heid.
De vo orz i 11 e r verklaarde, overtuigd
te zijn, dat de heer Butter niet toegelaten kon
worden. Het tegendeel zou kunnen blijken
en dan zal spr. de eerste zijn om dit te er
kennen.
De heer Smit deelde de overtuiging van
den voorzitter.
De heer Ha r t wees er op, dat, wanneer
de Raad tot toelating besluit, geen hooger
college zich daartegen zal verzetten.
De voorzitter zeide, dat hij dan in
hooger beroep zal gaan.
De heer Hart voerde hiertegen aan, dat
de voorzitter dit recht heeft, maar daartoe
niet is verplicht.
De voorzitter: Het zou toch te gek
zijn, als ik advies inwon en later zou zeg
gen: „Ik geloof het wel".
De heer Smit: Als de voorzitter niet in
beroep zou gaan, deed ik het.
Met 5 tegen 2 stemmen werd hierop be
sloten om den heer Butter als raadslid niet
toe te laten.
De voorzitter tot den heer Hart: Nu
kunt u op mijn stoel gaan zitten en protest
aanteekenen.
De heer Hart: Dat behoeft u mij niet te
zeggen. Ik zal niet nalaten, dit te doen.
De voorzitter: Ik dacht, dat het fair
was, u dit mee te deelen.
Tot toelating van de andere leden werd
besloten.
De heer H a r tIk zit met pijn in m'n
lijf over de school.
De voorzitter: Laten wij dat
straks behandelen. Thans ben ik geko
men tot vermoedelijk de laatste raads
zitting". Er bestaat een groote mogelijk
heid, dat wij nog één keer tezamen zul
len komen, maar wanneer dat niet het
geval mocht zijn, dan zou ik in gebreke
ziju gebleven een woord tot de scheiden-
d ledeiT te hebben gericht.
Ik breng hun een woord van dank
voor wat zij in het belang der gemeente
hebben gedaan, zooals ieder voor zich
dat verschillend opvatte. Eén gaat er
vrijwillig heen, de andere omdat de
gunst van de kiezers keerde. Zij zijn nog
jong genoeg om terug te keeren, als het
lot dit wil en dan zal ik de eerste zijn,
om ze van harte het welkom toe te
roepen.
Het was spr. voorts een behoefte aan
de wethouders,- die vermoedelijk niet in
hun kwaliteit terug zullen keeren, z'n
groote erkentelijkheid te betuigen voor
de aangename samenwerking. Hun ad
viezen waren voor mij, die vreemd stond
tegenover de gemeente en het ambt, van
groot nut. Bij hen zat steeds voor, het
belang der gemeente en daarvoor dank
ik hen gaarne in het openbaar.
Spr. hoopte, dat zij straks als raads
leden het zóó zullen doen, als zij steeds
in het college van B. en W. hebben ge
daan.
De heer Mulder sprak een woord
van erkentelijkheid vopr het door den
voorzitter gesproken woord. Zestien
jaren was spr. raadslid geweest en spr.
was de raadsleden hoogst dankbaar
voor de vriendschappélijke houding en
d Y verdraagzaamheid',"die altijd werd
betoond. -i'
Spr. hoopte, dat de nieuwe Raad het
woord „verdraagzaamheid" in de nieu-
w periode zal betrachten, want zonder
dat zal de Raad moeilijk te besturen zijn
en krijgt de burgemeester een moeilijke
taak.
Dé gemeente-ambtenaren was spr. er
kentelijk voor de vriendschap, hem be
wezen en ook tot de pers, die steeds zoo
vriendelijk was, het gesproken woord
i.etjes in de krant te zetten, richtte spr.
eer. hartelijk woord van dank.
Hierna sluiting.
(Van onzen reisredacteur).
In de Noordbrabantsche gemeente Ossen-
drecht nabij Bergen op Zoom is op 23 Juni,
den eersten Zondag na Sacramentsdag, een
processie gehouden, die daar sedert 150
jaar niet meer in gebruik was geweest. Het
Tweede Kamerlid ds. Lingbeek heeft aan den
minister van justitie hierover vragen gesteld.
Mocht dat zoo maar, vroeg ds. Lingbeek, en
de minister heeft daar nu dezer dagen op ge
antwoord; ja, dat was volkomen in orde.
Met zijn vragen heeft ds. Lingbeek weer
eens de aandacht gevestigd op een bepaling
in onze Staatsregeling, die daarin sedert
1848 is opgenomen en reeds vaak tot onge
noegen heeft aanleiding gegeven. Artikel 171
van onze tegenwoordige Grondwet luidt n.1.:
„Alle openbare godsdienstoefeningen bin
nen gebouwen en besloten plaatsen wordt
toegelaten, behoudens de noodige maatrege
len ter verzekering der openbare orde en
rust.
Onder dezelfde bepaling blijft de openbare
godsdienstoefening buiten de gebouwen en
besloten plaatsen geoorloofd, waai* zij thans
naar de wetten en reglementen is toegela-
j-. Geen vergunning noodig.
Op dit grondwetsartikel nu bouwde ds.
Lingbeek zijn bezwaren tegen deze Ossen
drechtsche processie. Want als de processie
in kwestie sedert 150 jaar niet was gehou
den, kon er geen sprake van zijn, dat zij
„thans" (d.w.z. in 1848, toen deze bepaling
tot stand kwam) was toegelaten, zoodat zij
met de grondwet in strijd zou zijn. De heer
Lingbeek had ook nog gevraagd, welke auto
riteit tot deze processie vergunning had ver
leend; de grondwet eischt echter geen ver
gunning van de overheid voor het houden
van processies, zooals ook in het ministe-
rièele antwoord op de vragen is gezegd. Al
leen wordt geëischt, dat men er op 1848 in
overeenstemming' met wetten en reglementen
processies hield.
De bemoeienis der overheid is in eerste in
stantie geheel repressief, overeenkomstig de
voorschriften van de wet op de kerkgenoot
schappen van 1853. Men laat in een burger
lijk proces tusschen het openbaar ministerie
en den leider der processie uitmaken, of de
ze laatste gehandeld heeft in strijd met de
wet. De leider wordt, indien deze vraag be
vestigend wordt beantwoord', dan niet ge
straft, al moet hij veelal, als verliezende par
tij, de kosten der procedure betalen. Pas een
volgende maal, wanneer men binnen vijf jaar
weer zoo'n processie zou willen houden, kan
de leider gestraft worden met schorsing in
de uitoefening zijner burgerschapsrechten
en/of met hechtenis van een dag tot een
jaar.
Het spreekt vanzelf, dat er hier en daar
stemmen opgaan, om het vermaarde proces
sieverbod, zooals dat in artikel 171 der
grondwet is opgenomen, op te heffen. Het
verbod is natuurlijk het katholieke volksdeel
een doorn in het oog, maar de politici zien
in, dat ze in de Kamer niet de vereischte
meerderheid voor afschaffing kunnen vinden,
zoodat van die zijde een voorstel in dezen
geest tot nog toe is uitgebleven. Aan den an
deren kant gaat het sommigen protestanten
niet ver genoeg. Hoe het zij, in lang niet alle
plaatsen met een meerendeels katholieke be
volking mogen op grond van dit artikel pro-
cesies worden gehouden. In ons land is het
aantal eigenlijke processies maar zeer be
perkt, zoodat deze dan ook steeds veel be
langstelling genieten van elders.
Vermijding van aanstoot.
Het processieverbod vindt natuurlijk zijn
oorsprong in een streven van de overheid,
om aanstoot in godsdienstzaken te vermij
den. Waar men in 1848 gewoon was een
processie te houden, kon men er mee door
gaan, in alle andere gevallen bedoelde de
grondwet deze openbare godsdienstoefenin
gen te verbieden. Men heeft wel eens over
wogen, of niet zendingsfeesten en hagepree-
ken ook onder deze verbodsbepaling zouden
vallen, doch vrij algemeen wordt aangeno
men, dat dit niet het geval is. De overtreding
van het processieverbod moet worden gezien
Zaterdag 10 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 10— VPRO-mor-
genwijding. 10.15 Voor Arb. in de
Gontinubedr.: VAR A-orkest olv. H.
de Groot, VARA-toonecl olv. W. v.
Cappellen en gr.pl. 12.— Willo-
trio en gr.pl. 2.— Hoe de toonkunst
groeide. 2.20 J. Emmens: De West-
fandsche fruit- en bloemententoon
stelling. 2.40 „Borculo hersteld",
herdenking van de cycloon in 1925.
4.20 Ir. J. Rodrigues de Miranda
spreekt over televisie. 4.40 Gr.pl.
5.40 Literaire causerie Stijn Streu-
vels. 6.— Harry Lew's Radio-Three
en gr.pl. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03
Nieuwsber., VARA-varia. 8.15 Gr.
El. 8.40 Concert *er gelegenheid v.
25-jarig bestaan v. d. Bond v.
Arb. Muziekverenigingen. 9.10 De
tweede roof der Gioconda, spel van
Brunclair, vert. Nel Bakker. VARA-
tooneel olv. W. van Cappellen. 9.30
Gr.pl. 9.40 Verv. concert. 10.15 Op
treden van Martie Verdenius. 10.30
Rep, der Wereidwielerkampioen-
Brussel 10.15 Cym-
Horvat Lajos. 11.
schappen te
baairecital
12— Gr.pl.
O HUIZEN, 301 M. (KRO-uitz.)
0 8 9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30—
fa 12.Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl
en orkestconcert. 2.Voor de
0 jeugd. 2.30 Sport. 3.-4.Kinder-
0 uur. 4.15 Gr.pl. 4.45 Orkestconcert
X en lezingen. 6.45 Gr.pl. 7.15 Cau-
serie. 7.35 Gr.pl. 8..— Ber. 8.15 Re
O vue-progr. 10.15—12.— Gr.platen.
0 (10.30 Berichten).
SDROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Gr.pl.
8 11.50 Het Paviüon Theater-orkest
olv. Fr. Stokes. 12.50 Gr.pl. 1.20
Commodore Grand-orkest olv. H.
0 Davidson. 2.20 BBC-Northern-
X orkest olv. Cr. Mc'Nair. 3.20 Orgel-
JjL spel H. Ramsay. 3.50 Het Squire-
0 Octet mmv. G. Palmer, alt. 4.50
0 Mantovani's Tip'•a-orkest. 5.35
BBC-dansorkest olv. H. Hall. 6.20
x Ber. 6.50 Sportpr. 7.05 Zangvoordr.
W 7.20 Het Campoli-Trio. 8.— Orgel-
0 spel Ch. Smart. 8.20 BBC-Sympho-
(gij) nie-orkest olv. Sir Henry Wood m.
X m v. solisten. 1055—i2.20 Dans-
0 muziek door Ambrose en zijn Band
0 en gr.pl.
w RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
0 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv.
m Doyen. 7.05 Gr pl. 8.20 Piano-
recital C. Haskil. 9.05 „Cendrillon",
jjjjj opera van Massenet. Leiding: Bi-
0 got. 11.10 Dansmuziek.
8KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Concert uit rest. Wivex.
8 3.505 50 Omroeporkest o. 1. v.
Gröndahl. 8.30 Kamermuziek. 9.—
Voordr. en concert. 9.50 Marimba-
0 soli. 10.20 Operettemuziek. 11.20
A 12.50 Dansmuziek.
0 KEULEN, 456 M. 6.50 Gevar.
iffi concert. 12.20 Dito. 2.35 Gr.pl.
/E 4.20 Vroolijk progr. mmv. solisten
W en orkest olv. Kneip. 6.35 Concert.
0 7.25 Orgelspel. 8.35 Gevar progr.
0 olv. G. Kneip. 11.2012.20 Dans-
a muziek.
0 ROME, 421 M. 9.— .„Edgar",
X opera van Puccini. Leiding: Tan-
9 BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.
0 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon-orkest olv.
0 Walpot. 1.50—2.20, 4.20 en 4.59
Gr.pl. 5.20 Piano- en fluit-recital
5J 6 35 Salonorkest olv. Walpot en gr
0 pl. 7.20 Piano-recital. 7.35 Gr.pl.
0 8.20 Symph.-concert olv. Fr. André.
X 10.30-12.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 Populair concert. 1.50 A
—2.20 en 4.35 Gr.pl. 5.20 Orgel- -
concert. 6.20 Gr.pl. 6.50 Kamermu
ziek. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest
olv. Douliez. 10.30 Populair con
cert. 11.20—12.20 Gr.pi.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.35 Gevar. concert uit Stutt-
gart 10 20 Ber. Hierna solistencon
cert. 11.05 Weerber. 11.20-1.15
Dansmuziek door Oskar Joost en
zijn orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.—8.40, D.sen-
der 8.40—10.20,' Keulen 10.20—
1150, Lond. Reg. 11.50—13.20,
Brussel VI. 13.20—13.35, Keulen
13.35—14.20, D.sender 14.20—
15 20, Parijs R. 15.2015.50, Ka-
lundborg 15.501620, Keulen
16.20—18.20, Brussel Fr, 18.20—
18.35, Keulen 18.35—21.—, Rome
21—24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8.50.
Droitwich 10.3518.20, Brussel
VI. 18.20—18.50, Brussel Fr.
18.50—1935, Droitwich 19.35—
24.—.
Zondag 11 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (8.55
12.en 5.-6.— VARA, de VPRO
van 6.-8.— en de AVRO van
12.4en 8.—12.— uur). 8.55
Gr.pl. 9.— Postduivennieuws. 9.05
Tuinbouwpr. S. S. Lantinga. 9.30
Gr.pl. 10.25 Schaakpr. S. Landau.
10.45 H.O.V., o. 1. v. F. Schuurman.
11.15 A. Pleysier; Van Staat en
Maatschappij. 12.— Klokkenspel
en uurslag van de Lange Jan te
Middelburg. 12.01 Omroeporkest
olv. N. Treep. 12.45 Disconieuws.
I.15 Omroeporkest olv. N. Treep.
2.— Dr. J. Walch: Volkshumor in
Nederland". 2.30 Gr.pl. 3.— Uit
het Kurhaus, Scheveningen: Resi
dentie-orkest olv. Sam Swaap, mmv.
J. v. d. Woude, viool. 4.30 Gr.pl.
5.— Jeugdkoor „De Kleine Stem"
olv. A. Hartsuiker en Sportrep. 5.40
Rep. van de Wereldkampioenschap
pen Wielrennen -te Brussel. 5.55
Sportnieuws. 6.Boekbespr. D.
Coster. 6.30 Lezing over het a s
Novietenkamp van de VCJC. 6 45
Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk
te Lobith. Spr. ds. W. F. H. ter
Braak. 8 Ber. 8.15 Uit het Kur
haus te ScheveningenResidentie
orkest olv. C. Schuricht, mmv. Elly
Ney, piano. 9.05 Radio-journaal.
9 15 „Geloof er maar geen sikkepit
van", gevar. progr. mmv. C. Smit,
A de Haas, Math. v. Eysden, Avro
Decibels en Kovacs Lajos' orkest.
1C.20 Omroeporkest olv. N. Treep.
II.— Ber. 11.10—12.— Avro-Deci-
bels olv. E. Meenk.
HUIZEN, 301 M. (8.30—9.30,
12 15—5.— en 7.45—11.30 uur
KRO, de NCRV van 9.30—12.15
en 5.-7.45 uur). 8.30 Morgenwij
ding. 9.30 Gewijde muziek. 9.50
Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk
te Beverwijk. Spr. ds. C. M. Krijger.
Orgel H. Amse. Hierna Gewijde
muziek. 12.15 Gi.pl. en lezing. 1.20
Orkestconcert en gr.pl. 4.30 voor de
zieken. 5.— Gewijde muziek 5.20
Kerkdienst uit de kerk v. d. Vrij-
Evang. Gemeente, den Haag. Spr.
ds. I. J. Vasseur. Orgel R. C.
Zwaai. Hierna ge\Vijde muziek. 7 45
Gr.pl. 7.50 Lezing. 8.10 Ber. 8.15
Gevar. concert. 10.15 Gr.pl. (10.30
Ber.) 10.40 Epiloog. 11.—11.30 Es
peranto.
in verband met artikel 6 van de wet op de
kerkgenootschappen, hetwelk luidt:
„De bedienaren der (sic) openbare gods
dienst dragen het gewaad voor kerkelijke
plegtigheden of bij de uitoefening van de
openbare godsdienst in hun kerkgenootschap
gebruikelijk, niet dan binnen gebouwen en
besloten plaatsen, of daar waar de openbare
godsdienstoefening naar het 2de lid van art.
167 (thans 171) der grondwet is toegelaten".
Het criterium, of het processieverbod
wordt overtreden, wordt dan ook steeds ge
legd in de omstandigheid, of de leider der
processie in kerkelijk gewaad eraan deel
neemt en kerkelijke handelingen verricht
Vandaar dat aan z.g. stille omgangen, waar
bij van dit alles geen sprake is, niets in den
weg wordt gelegd.
De Grondwet onduidelijk.
Wat zijn nu de moeilijkheden, waar we in
den aanvang van dit bétoog op doelden?
Het lijkt immers alles zoo eenvoudig, als
men den toestand van 1848 kent, die immers
gemakkelijk is na te gaan! Toch is het grond
wetsartikel alles behalve duidelijk en laat
het verschillende uitleggingen toe. Dat er bij
de onderscheidene herzieningen van 1887,
1917 en 1922 niets aan is veranderd, is uit
sluitend daaraan toe te schrijven, dat onze
volksvertegenwoordiging steeds deze voor
vele landgenooten zoo teere kwestie maar
liefst onaangeroerd heeft willen laten, om
geen godsdiensttwisten op te rakelen.
We zwijgen nu maar van de „wetten en
reglementen", waar het artikel van spreekt
en die geenszins alle bekend zijn en voor
zoo ver de regeering ze bij de vaststelling
der grondwet in 1848 heeft opgesomd, naar
veler meening rechtskracht missen. Algemeen
wordt aangenomen, dat het de bedoeling
was om den status quo van 1848 te besten
digen, waarbij men dan voor de woorden „is
toegelaten" wil lezen „in gebruik is".
In enkele gevallen heeft het processiever
bod aanleiding gegeven tot rechtsgedingen,
waarbij steeds de priester, die de leiding
had, verklaard werd te hebben gehandeld
in strijd met de wet, hetgeen dus wil zeggen,
dat de processie als ongeoorloofd werd ge
kwalificeerd. In 1875 was het een pastoor
te Maastricht, die tot in hoogste instantie
het tegen hem aangespannen proces verloor,
en in 1918 was het in gelijke omstandighe
den een kapelaan te Beugen in Noordbra-
bant. Ds. Lingbeek had nu gaarne den
pastoor te Ossendrecht aan dit lijstje toege
voegd willen zien.
Tweeërlei opvatting.
Volgens de oude opvatting van den Hoo-
gen Raad zou inderdaad deze sacraments
processie te Ossendrecht ongeoorloofd zijn.
De nieuwe opvatting geeft den minister van
justitie gelijk, die het houden van deze pro-
cesie niet in strijd acht met de grondwet. In
1875 nam de Hooge Raad n.1. aan, dat met
art. 171 bedoeld was, alle bepaalde pro
cessies te verbieden, die niet in 1848 gebrui
kelijk waren; het arrest van 1918 gaf te ken
nen, dat alleen bedoeld zou zijn, het houden
van processies te verbieden, in. p 1 a a t s e n,
waar deze in 1845 niet werden gehouden.
De bewoordingen van het artikel laten beide
opvattingen toe. Het gevolg ervan is echter
wel zeer verschillend. Vóór 1918 mochten
alleen de van ouds bestaande processies
voortgang hebben. Thans mogen in elke
plaats, waar men een of andere processie
placht te houden, net zooveel van deze gods
dienstoefeningen worden ingesteld, als de
kerkelijke overheid maar wil.
In Ossendrecht wordt jaarlijks „sinds men-
schenheugenis" (zooals de minister van
justitie in zijn antwoord aan ds. Lingbeek
mededeelde) op of omstreeks 8 September
een processie gehouden. De pas weer inge
stelde sacramentsprocessie is nu ook geoor
loofd en al zou men er eiken Zondag een
processie willen doen plaats hebben, dan zou
dat volkomen toelaatbaar zijn De tegenwoor
dige minister van justitie kan dat weten,
want in 1918 wa6 hij de advocaat van den
Beugenschen kapelaan, die het processiever
bod had overtreden. Van de veranderde
zienswijze van den Hoogen Raad heeft nij
dus wel in de eer6te plaats kennis genomen.
Voor het Beugensche geval maakte dat ecu-