Een veelomstreden grondwetsartikel. Qememtcmdett l f KOEDIJK MET Z.G. PROCESSIEVERBOD. Een vraagstuk dat weer actueel is geworden. Het Ossendrechtsche geval. De raad vergaderde gistermiddag ten 4 ure voltallig. De voorzitter burgemeester Ni- naber, deelde mede,- dat goedgekeurd zijn terug ontvangen die bestekken tot aanvulling in wijziging van de politieverordening. Door den minister van sociale zaken was mededeeling ontvangen, dat de baggerrege- Üng tot 28 September 1935 verlaagd is, met toestemming om ook de veehouderij op te nemen in de loonproef voor het vrije bedrijf. Goedgevonden werd de rekening courant emt de vereeniging voor Nederlandsche ge meenten van 60.000.op 64.000.te stellen. Rente 1*4 boven het mogresse disconto. Door den heer Hes was het verzoek in gekomen om den grond tegenover Otting aan het zuideinde voor 2000.te mogen aan- 'koopen. B. en W. stelden voor het bedrag van 2500.te handhaven. De heer Groen had gehoord dat er 4 huizen komen, z.g. betere woningen, de buurt verbetert er door en den tijd in aanmerking genomen oordeelt spr. f 2000.— goed. De heer Hart of er geen stemmen zijn opgegaan om het terrein onbebouwd te laten. Men voelt het al een gemis, dat het verhuurd is tot 1 Jan. Men wil het als speelterrein voor de kinderen, omdat de straat gevaarlijk wordt. Er zijn veel kinderen en daarom is het de vraag of verkoop wel goed is. Spr wil met de vereeniging ,Ons belang" een bespreking over de wenschelijkheid van verkoop. Spr. verzocht B. en W. dit overleg te plegen en voorloopig wenschte hij zich over- den'prijs niet uit te laten. De beer Cramet vereenigde zich met de gedachtegang van den heer Groen en was van oordeel, dat het thans een onaanneme- 1 ijken plicht is. Weth. W. Visser oordeelde 2500. voor 1/4 bunder land niet te hoog. Hij stelde voor de prijs vasthouden. Voor de jeugd is er nog een ander terrein. De voorzitter zeide, dat hij in het college een minderheid vormde die voor f 2000.was. De raad kon nog probeeren j 2500.te krijgen. Het is niet te duur. De heer Smit: Het publiek wordt nu ook gegadigd, de gemeente is nog niet vrij. Spr. was voor aanhouding. De heer Hart vond het ontaktisch om over den prijs in de openbare zitting te pra ten. Spr. wilde geen streep meer afwijken van de 2500 Weth. W. V i s s e r wilde het ook al voor geen cent minder doen, evenals de heer Smit. De Voorzitter wees er nog op dat er een speelterrein is. Op de plaats mogen Wel eens een paar mooie huizen komen, de gemeente gaat er door vooruit. Als er een vereeniging was die werk van een speelter rein wil maken, dan bestaat de mogelijkheid. De heer Groen was voor verkoop. Het voorste gedeelte behoort volgens de voor waarde toegankelijk te zijn voor de kinderen1 als speelgelegenheid en op het contract staat het niet. De kinderen zijn zelfs door de poli tie verjaagd. De voorzitter: Op grond van bal dadigheid. De heer Hart bleef op een onderzoek aandringen, naar de wenschelijkheid van het terrein als speelplaats. -■ De heer Groen had destijds een ter rein van de opbrengst v. d. zandverkoop, als speelplaats in te richten. Men heeft dit af gewezen en nu komt de heer Hart te laat. Als het terrein in orde was gemaakt had het kunnen gebeuren. Weth. W. Visser zeide, dat er nimmer een verzoek van het zuideinde was ingeko men om er een speelterrein te stichten. De heer Groen: Ik heb het toch voor gesteld. De v o o r z i t f e r: Wij zijn wel vrij, maar wij 'hebben onderhandelingen gevoerd en het andere terrein is er ook nog. De heer Mulder: Van den zomer zijn er 4 kinderen overreden door auto's, waar van er 3 zijn overleden. Er moet een speel tuin komen. Spr. wil de zaak aanhouden tot de raad er over beslist. De heer Smit stelde voor te verkoopen voor 2500.-omdat in 2 minuten verder nog een terrein is, dat speelterrein kan wor den. De heer Hart stelde voor om alvorens tot verkoop te besluiten verslag te plegen met de vereeniging „Ons belang", Wethouder W. Visser stelde voor om „Ons belang" een maand tijd te geven om zoolang het voorstel van B. en W. aan te houden. i. Wethouder Jb. Vi.sser merkte op, dat men voor het Zuideinde nimmer bij den burgemeester is geweest. Spreker was van oordeel, dat men het voorstel van B. en W. wel kon aannemen. Besloten werd het voorstel van B. en W. in te trekken en de bewoners gedurende een maand de gelegenheid te geven stappen te doen voor het behoud van het terrein als speelplaats. B. en W. stelden voor om de tijdelijke kor ting voor de gemeente-ambtenaren van 4K op 10 fe stellen. De heer Mulder was van oordeel, dat men dit van hoogerhand maar moest instel len. De voorzitter zeide, dat er niets aan te doen is. Het voorstel werd aangenomen met 4 te gen 3 stemmen. Tegen de heeren Groen, Hart en Mulder. Het verslag van den schoolarts werd voor k. g. aangenomen. De toestand van de kin deren is goed. De heer Kramer bracht hulde aan den schoolarts die, in tegenstelling met zijn collega's in andere gemeenten, de school 24 maal per jaar bezoekt. De voorzitter stemde hiermede in. Voorgesteld werd de Kerkelaan aan het Zuideinde voor alle verkeer te sluiten, be halve voor voetgangers en wielrijders. Com- form besloten. De rekeningen van het P. A., het G. E. B. en de gemeente werd in handen gesteld van de raadsleden te onderzoeken. Geen ventvergunning voor den verkoop van ijs werd verleend aan H. de Wit voor de wijk St. Pancras en aan D. Klomp voor de Kanaaldijk. De heer Smit ging er mede accoord, doch de heer Klomp komt zelf wel elders met zijn ijswagen. De heer Hart: Maar hij mag daar niet venten. Conform het voorstel werd besloten. Voor het vervoer van de kinderen van J. Mosteling en Jb. Kramer werd voor een kind 56, voor 2 kinderen 1.06, voor 3 kin deren 1.59 en voor 4 kinderen 2.12 per week vergoeding gegeven. En meerdere kos ten zullen door de r. k. vereeniging te Ber gen worden bijgedragen. De heer Hart informeerde of er verhaal was op de vereeniging. De voorzitter: Als ze niet voldoen, dan kunnen wij het besluit altijd intrekken Weth. Jb. Visser: De vereeniging is betrouwbaar genoeg. De heer Hart wenschte den toestand niet terug, dat de kinderen weer een maand zonder onderwijs op straat loopen. De voorzitter vond het niet behoor lijk de vereeniging St. Vincentius te Bergen in discrediet te brengen. Spr. las het ingeko men schrijven, geteekend door den heer Pie- ters, voor. De heer Hart beweerde geenszins, cfat de vereeniging onbetrouwbaar was. Z.h.st. werd' hierop het voorstel aangeno men. De pensioengrondslagen voor den burge meester, den secretaris en den ontvanger werden vastgesteld op 2000, 2200 en 975. De geloofsbrieven van den heer Butter niet goedgekeurd. De vergadering werd hierop een oogen- blik geschorst voor het onderzoek der ge loofsbrieven van de -nieuw gekozen leden. Tot leden van de commissie werden be noemd de heeren Hart, Smit en Kramer, die vrii lang werk hadden. Na heropening deelde de heer Smit mede, dat over ere toelating van 6 leden geen ver schil van meening bestond. Dit was wel het geval over de toelating van den heer W. But ter, op grond van het feit, dat diens echtge- noote de betrekking van schoonmaakster van het raadhuis verricht en dus van de gemeen- tefinanciën profiteert, waarmede spreker nog niet wilde zeggen, dat het onmogelijk was dat de heer Butter kon worden toege laten. De heer Kramer vereen igde zich met de zienswijze van den heer Smit. De heer Hart was het als lid van de com missie niet duidelijk, dat men niet tot toela ting kon overgaan. Spr. las de hierop betrek king hebbende wetsartikelen voor, waarbij hij er op wees, dat echtgenoote van perso nen die van het lidmaatschap van den raad zijn uitgesloten, daarvan ook zijn uitgeslo ten. Er staat niet „de echtgenoot". De raad kan tot toelating besluiten. Het is mogelijk, dat er dan een zeker beroep komt en spr. wenscht dan, dat de notulen van den raad worden geraadpleegd, want dan zal de vraag rijzen of zelfs de echtgenoote Van den heer Butter wel een ambtenaar is in den zin dér wet. Mèj. Butter Ts"tf.l'. tijdelijk voor één jaar benoemd en verder is haar benoeming nimmer in den Raad in behandeling geko men. Zij heeft nooit een vaste aanstelling gehad. En wat den aftrek betreft, wijkt zij. af van de vaste ambtenaren. Devoorzitter was op grond van de ad viezen van deskundige menschen tot de con clusie gekomen, dat de heer Butter geen raadslid kan zijn. De heer Smit vroeg of de heer Butter op huwelijksvoorwaarden was gehuwd'. De voorzitter moest deze vraag onbe antwoord laten en drong op stemming aan. De heer Groen wenschte meer zeker heid. De vo orz i 11 e r verklaarde, overtuigd te zijn, dat de heer Butter niet toegelaten kon worden. Het tegendeel zou kunnen blijken en dan zal spr. de eerste zijn om dit te er kennen. De heer Smit deelde de overtuiging van den voorzitter. De heer Ha r t wees er op, dat, wanneer de Raad tot toelating besluit, geen hooger college zich daartegen zal verzetten. De voorzitter zeide, dat hij dan in hooger beroep zal gaan. De heer Hart voerde hiertegen aan, dat de voorzitter dit recht heeft, maar daartoe niet is verplicht. De voorzitter: Het zou toch te gek zijn, als ik advies inwon en later zou zeg gen: „Ik geloof het wel". De heer Smit: Als de voorzitter niet in beroep zou gaan, deed ik het. Met 5 tegen 2 stemmen werd hierop be sloten om den heer Butter als raadslid niet toe te laten. De voorzitter tot den heer Hart: Nu kunt u op mijn stoel gaan zitten en protest aanteekenen. De heer Hart: Dat behoeft u mij niet te zeggen. Ik zal niet nalaten, dit te doen. De voorzitter: Ik dacht, dat het fair was, u dit mee te deelen. Tot toelating van de andere leden werd besloten. De heer H a r tIk zit met pijn in m'n lijf over de school. De voorzitter: Laten wij dat straks behandelen. Thans ben ik geko men tot vermoedelijk de laatste raads zitting". Er bestaat een groote mogelijk heid, dat wij nog één keer tezamen zul len komen, maar wanneer dat niet het geval mocht zijn, dan zou ik in gebreke ziju gebleven een woord tot de scheiden- d ledeiT te hebben gericht. Ik breng hun een woord van dank voor wat zij in het belang der gemeente hebben gedaan, zooals ieder voor zich dat verschillend opvatte. Eén gaat er vrijwillig heen, de andere omdat de gunst van de kiezers keerde. Zij zijn nog jong genoeg om terug te keeren, als het lot dit wil en dan zal ik de eerste zijn, om ze van harte het welkom toe te roepen. Het was spr. voorts een behoefte aan de wethouders,- die vermoedelijk niet in hun kwaliteit terug zullen keeren, z'n groote erkentelijkheid te betuigen voor de aangename samenwerking. Hun ad viezen waren voor mij, die vreemd stond tegenover de gemeente en het ambt, van groot nut. Bij hen zat steeds voor, het belang der gemeente en daarvoor dank ik hen gaarne in het openbaar. Spr. hoopte, dat zij straks als raads leden het zóó zullen doen, als zij steeds in het college van B. en W. hebben ge daan. De heer Mulder sprak een woord van erkentelijkheid vopr het door den voorzitter gesproken woord. Zestien jaren was spr. raadslid geweest en spr. was de raadsleden hoogst dankbaar voor de vriendschappélijke houding en d Y verdraagzaamheid',"die altijd werd betoond. -i' Spr. hoopte, dat de nieuwe Raad het woord „verdraagzaamheid" in de nieu- w periode zal betrachten, want zonder dat zal de Raad moeilijk te besturen zijn en krijgt de burgemeester een moeilijke taak. Dé gemeente-ambtenaren was spr. er kentelijk voor de vriendschap, hem be wezen en ook tot de pers, die steeds zoo vriendelijk was, het gesproken woord i.etjes in de krant te zetten, richtte spr. eer. hartelijk woord van dank. Hierna sluiting. (Van onzen reisredacteur). In de Noordbrabantsche gemeente Ossen- drecht nabij Bergen op Zoom is op 23 Juni, den eersten Zondag na Sacramentsdag, een processie gehouden, die daar sedert 150 jaar niet meer in gebruik was geweest. Het Tweede Kamerlid ds. Lingbeek heeft aan den minister van justitie hierover vragen gesteld. Mocht dat zoo maar, vroeg ds. Lingbeek, en de minister heeft daar nu dezer dagen op ge antwoord; ja, dat was volkomen in orde. Met zijn vragen heeft ds. Lingbeek weer eens de aandacht gevestigd op een bepaling in onze Staatsregeling, die daarin sedert 1848 is opgenomen en reeds vaak tot onge noegen heeft aanleiding gegeven. Artikel 171 van onze tegenwoordige Grondwet luidt n.1.: „Alle openbare godsdienstoefeningen bin nen gebouwen en besloten plaatsen wordt toegelaten, behoudens de noodige maatrege len ter verzekering der openbare orde en rust. Onder dezelfde bepaling blijft de openbare godsdienstoefening buiten de gebouwen en besloten plaatsen geoorloofd, waai* zij thans naar de wetten en reglementen is toegela- j-. Geen vergunning noodig. Op dit grondwetsartikel nu bouwde ds. Lingbeek zijn bezwaren tegen deze Ossen drechtsche processie. Want als de processie in kwestie sedert 150 jaar niet was gehou den, kon er geen sprake van zijn, dat zij „thans" (d.w.z. in 1848, toen deze bepaling tot stand kwam) was toegelaten, zoodat zij met de grondwet in strijd zou zijn. De heer Lingbeek had ook nog gevraagd, welke auto riteit tot deze processie vergunning had ver leend; de grondwet eischt echter geen ver gunning van de overheid voor het houden van processies, zooals ook in het ministe- rièele antwoord op de vragen is gezegd. Al leen wordt geëischt, dat men er op 1848 in overeenstemming' met wetten en reglementen processies hield. De bemoeienis der overheid is in eerste in stantie geheel repressief, overeenkomstig de voorschriften van de wet op de kerkgenoot schappen van 1853. Men laat in een burger lijk proces tusschen het openbaar ministerie en den leider der processie uitmaken, of de ze laatste gehandeld heeft in strijd met de wet. De leider wordt, indien deze vraag be vestigend wordt beantwoord', dan niet ge straft, al moet hij veelal, als verliezende par tij, de kosten der procedure betalen. Pas een volgende maal, wanneer men binnen vijf jaar weer zoo'n processie zou willen houden, kan de leider gestraft worden met schorsing in de uitoefening zijner burgerschapsrechten en/of met hechtenis van een dag tot een jaar. Het spreekt vanzelf, dat er hier en daar stemmen opgaan, om het vermaarde proces sieverbod, zooals dat in artikel 171 der grondwet is opgenomen, op te heffen. Het verbod is natuurlijk het katholieke volksdeel een doorn in het oog, maar de politici zien in, dat ze in de Kamer niet de vereischte meerderheid voor afschaffing kunnen vinden, zoodat van die zijde een voorstel in dezen geest tot nog toe is uitgebleven. Aan den an deren kant gaat het sommigen protestanten niet ver genoeg. Hoe het zij, in lang niet alle plaatsen met een meerendeels katholieke be volking mogen op grond van dit artikel pro- cesies worden gehouden. In ons land is het aantal eigenlijke processies maar zeer be perkt, zoodat deze dan ook steeds veel be langstelling genieten van elders. Vermijding van aanstoot. Het processieverbod vindt natuurlijk zijn oorsprong in een streven van de overheid, om aanstoot in godsdienstzaken te vermij den. Waar men in 1848 gewoon was een processie te houden, kon men er mee door gaan, in alle andere gevallen bedoelde de grondwet deze openbare godsdienstoefenin gen te verbieden. Men heeft wel eens over wogen, of niet zendingsfeesten en hagepree- ken ook onder deze verbodsbepaling zouden vallen, doch vrij algemeen wordt aangeno men, dat dit niet het geval is. De overtreding van het processieverbod moet worden gezien Zaterdag 10 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pl. 10— VPRO-mor- genwijding. 10.15 Voor Arb. in de Gontinubedr.: VAR A-orkest olv. H. de Groot, VARA-toonecl olv. W. v. Cappellen en gr.pl. 12.— Willo- trio en gr.pl. 2.— Hoe de toonkunst groeide. 2.20 J. Emmens: De West- fandsche fruit- en bloemententoon stelling. 2.40 „Borculo hersteld", herdenking van de cycloon in 1925. 4.20 Ir. J. Rodrigues de Miranda spreekt over televisie. 4.40 Gr.pl. 5.40 Literaire causerie Stijn Streu- vels. 6.— Harry Lew's Radio-Three en gr.pl. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 Nieuwsber., VARA-varia. 8.15 Gr. El. 8.40 Concert *er gelegenheid v. 25-jarig bestaan v. d. Bond v. Arb. Muziekverenigingen. 9.10 De tweede roof der Gioconda, spel van Brunclair, vert. Nel Bakker. VARA- tooneel olv. W. van Cappellen. 9.30 Gr.pl. 9.40 Verv. concert. 10.15 Op treden van Martie Verdenius. 10.30 Rep, der Wereidwielerkampioen- Brussel 10.15 Cym- Horvat Lajos. 11. schappen te baairecital 12— Gr.pl. O HUIZEN, 301 M. (KRO-uitz.) 0 8 9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30— fa 12.Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl en orkestconcert. 2.Voor de 0 jeugd. 2.30 Sport. 3.-4.Kinder- 0 uur. 4.15 Gr.pl. 4.45 Orkestconcert X en lezingen. 6.45 Gr.pl. 7.15 Cau- serie. 7.35 Gr.pl. 8..— Ber. 8.15 Re O vue-progr. 10.15—12.— Gr.platen. 0 (10.30 Berichten). SDROITWICH, 1500 M. 10.35 10.50 Morgenwijding. 11.05 Gr.pl. 8 11.50 Het Paviüon Theater-orkest olv. Fr. Stokes. 12.50 Gr.pl. 1.20 Commodore Grand-orkest olv. H. 0 Davidson. 2.20 BBC-Northern- X orkest olv. Cr. Mc'Nair. 3.20 Orgel- JjL spel H. Ramsay. 3.50 Het Squire- 0 Octet mmv. G. Palmer, alt. 4.50 0 Mantovani's Tip'•a-orkest. 5.35 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 6.20 x Ber. 6.50 Sportpr. 7.05 Zangvoordr. W 7.20 Het Campoli-Trio. 8.— Orgel- 0 spel Ch. Smart. 8.20 BBC-Sympho- (gij) nie-orkest olv. Sir Henry Wood m. X m v. solisten. 1055—i2.20 Dans- 0 muziek door Ambrose en zijn Band 0 en gr.pl. w RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 0 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv. m Doyen. 7.05 Gr pl. 8.20 Piano- recital C. Haskil. 9.05 „Cendrillon", jjjjj opera van Massenet. Leiding: Bi- 0 got. 11.10 Dansmuziek. 8KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert uit rest. Wivex. 8 3.505 50 Omroeporkest o. 1. v. Gröndahl. 8.30 Kamermuziek. 9.— Voordr. en concert. 9.50 Marimba- 0 soli. 10.20 Operettemuziek. 11.20 A 12.50 Dansmuziek. 0 KEULEN, 456 M. 6.50 Gevar. iffi concert. 12.20 Dito. 2.35 Gr.pl. /E 4.20 Vroolijk progr. mmv. solisten W en orkest olv. Kneip. 6.35 Concert. 0 7.25 Orgelspel. 8.35 Gevar progr. 0 olv. G. Kneip. 11.2012.20 Dans- a muziek. 0 ROME, 421 M. 9.— .„Edgar", X opera van Puccini. Leiding: Tan- 9 BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M. 0 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon-orkest olv. 0 Walpot. 1.50—2.20, 4.20 en 4.59 Gr.pl. 5.20 Piano- en fluit-recital 5J 6 35 Salonorkest olv. Walpot en gr 0 pl. 7.20 Piano-recital. 7.35 Gr.pl. 0 8.20 Symph.-concert olv. Fr. André. X 10.30-12.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Populair concert. 1.50 A —2.20 en 4.35 Gr.pl. 5.20 Orgel- - concert. 6.20 Gr.pl. 6.50 Kamermu ziek. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest olv. Douliez. 10.30 Populair con cert. 11.20—12.20 Gr.pi. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Gevar. concert uit Stutt- gart 10 20 Ber. Hierna solistencon cert. 11.05 Weerber. 11.20-1.15 Dansmuziek door Oskar Joost en zijn orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 8.—8.40, D.sen- der 8.40—10.20,' Keulen 10.20— 1150, Lond. Reg. 11.50—13.20, Brussel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35—14.20, D.sender 14.20— 15 20, Parijs R. 15.2015.50, Ka- lundborg 15.501620, Keulen 16.20—18.20, Brussel Fr, 18.20— 18.35, Keulen 18.35—21.—, Rome 21—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8.50. Droitwich 10.3518.20, Brussel VI. 18.20—18.50, Brussel Fr. 18.50—1935, Droitwich 19.35— 24.—. Zondag 11 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (8.55 12.en 5.-6.— VARA, de VPRO van 6.-8.— en de AVRO van 12.4en 8.—12.— uur). 8.55 Gr.pl. 9.— Postduivennieuws. 9.05 Tuinbouwpr. S. S. Lantinga. 9.30 Gr.pl. 10.25 Schaakpr. S. Landau. 10.45 H.O.V., o. 1. v. F. Schuurman. 11.15 A. Pleysier; Van Staat en Maatschappij. 12.— Klokkenspel en uurslag van de Lange Jan te Middelburg. 12.01 Omroeporkest olv. N. Treep. 12.45 Disconieuws. I.15 Omroeporkest olv. N. Treep. 2.— Dr. J. Walch: Volkshumor in Nederland". 2.30 Gr.pl. 3.— Uit het Kurhaus, Scheveningen: Resi dentie-orkest olv. Sam Swaap, mmv. J. v. d. Woude, viool. 4.30 Gr.pl. 5.— Jeugdkoor „De Kleine Stem" olv. A. Hartsuiker en Sportrep. 5.40 Rep. van de Wereldkampioenschap pen Wielrennen -te Brussel. 5.55 Sportnieuws. 6.Boekbespr. D. Coster. 6.30 Lezing over het a s Novietenkamp van de VCJC. 6 45 Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk te Lobith. Spr. ds. W. F. H. ter Braak. 8 Ber. 8.15 Uit het Kur haus te ScheveningenResidentie orkest olv. C. Schuricht, mmv. Elly Ney, piano. 9.05 Radio-journaal. 9 15 „Geloof er maar geen sikkepit van", gevar. progr. mmv. C. Smit, A de Haas, Math. v. Eysden, Avro Decibels en Kovacs Lajos' orkest. 1C.20 Omroeporkest olv. N. Treep. II.— Ber. 11.10—12.— Avro-Deci- bels olv. E. Meenk. HUIZEN, 301 M. (8.30—9.30, 12 15—5.— en 7.45—11.30 uur KRO, de NCRV van 9.30—12.15 en 5.-7.45 uur). 8.30 Morgenwij ding. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk te Beverwijk. Spr. ds. C. M. Krijger. Orgel H. Amse. Hierna Gewijde muziek. 12.15 Gi.pl. en lezing. 1.20 Orkestconcert en gr.pl. 4.30 voor de zieken. 5.— Gewijde muziek 5.20 Kerkdienst uit de kerk v. d. Vrij- Evang. Gemeente, den Haag. Spr. ds. I. J. Vasseur. Orgel R. C. Zwaai. Hierna ge\Vijde muziek. 7 45 Gr.pl. 7.50 Lezing. 8.10 Ber. 8.15 Gevar. concert. 10.15 Gr.pl. (10.30 Ber.) 10.40 Epiloog. 11.—11.30 Es peranto. in verband met artikel 6 van de wet op de kerkgenootschappen, hetwelk luidt: „De bedienaren der (sic) openbare gods dienst dragen het gewaad voor kerkelijke plegtigheden of bij de uitoefening van de openbare godsdienst in hun kerkgenootschap gebruikelijk, niet dan binnen gebouwen en besloten plaatsen, of daar waar de openbare godsdienstoefening naar het 2de lid van art. 167 (thans 171) der grondwet is toegelaten". Het criterium, of het processieverbod wordt overtreden, wordt dan ook steeds ge legd in de omstandigheid, of de leider der processie in kerkelijk gewaad eraan deel neemt en kerkelijke handelingen verricht Vandaar dat aan z.g. stille omgangen, waar bij van dit alles geen sprake is, niets in den weg wordt gelegd. De Grondwet onduidelijk. Wat zijn nu de moeilijkheden, waar we in den aanvang van dit bétoog op doelden? Het lijkt immers alles zoo eenvoudig, als men den toestand van 1848 kent, die immers gemakkelijk is na te gaan! Toch is het grond wetsartikel alles behalve duidelijk en laat het verschillende uitleggingen toe. Dat er bij de onderscheidene herzieningen van 1887, 1917 en 1922 niets aan is veranderd, is uit sluitend daaraan toe te schrijven, dat onze volksvertegenwoordiging steeds deze voor vele landgenooten zoo teere kwestie maar liefst onaangeroerd heeft willen laten, om geen godsdiensttwisten op te rakelen. We zwijgen nu maar van de „wetten en reglementen", waar het artikel van spreekt en die geenszins alle bekend zijn en voor zoo ver de regeering ze bij de vaststelling der grondwet in 1848 heeft opgesomd, naar veler meening rechtskracht missen. Algemeen wordt aangenomen, dat het de bedoeling was om den status quo van 1848 te besten digen, waarbij men dan voor de woorden „is toegelaten" wil lezen „in gebruik is". In enkele gevallen heeft het processiever bod aanleiding gegeven tot rechtsgedingen, waarbij steeds de priester, die de leiding had, verklaard werd te hebben gehandeld in strijd met de wet, hetgeen dus wil zeggen, dat de processie als ongeoorloofd werd ge kwalificeerd. In 1875 was het een pastoor te Maastricht, die tot in hoogste instantie het tegen hem aangespannen proces verloor, en in 1918 was het in gelijke omstandighe den een kapelaan te Beugen in Noordbra- bant. Ds. Lingbeek had nu gaarne den pastoor te Ossendrecht aan dit lijstje toege voegd willen zien. Tweeërlei opvatting. Volgens de oude opvatting van den Hoo- gen Raad zou inderdaad deze sacraments processie te Ossendrecht ongeoorloofd zijn. De nieuwe opvatting geeft den minister van justitie gelijk, die het houden van deze pro- cesie niet in strijd acht met de grondwet. In 1875 nam de Hooge Raad n.1. aan, dat met art. 171 bedoeld was, alle bepaalde pro cessies te verbieden, die niet in 1848 gebrui kelijk waren; het arrest van 1918 gaf te ken nen, dat alleen bedoeld zou zijn, het houden van processies te verbieden, in. p 1 a a t s e n, waar deze in 1845 niet werden gehouden. De bewoordingen van het artikel laten beide opvattingen toe. Het gevolg ervan is echter wel zeer verschillend. Vóór 1918 mochten alleen de van ouds bestaande processies voortgang hebben. Thans mogen in elke plaats, waar men een of andere processie placht te houden, net zooveel van deze gods dienstoefeningen worden ingesteld, als de kerkelijke overheid maar wil. In Ossendrecht wordt jaarlijks „sinds men- schenheugenis" (zooals de minister van justitie in zijn antwoord aan ds. Lingbeek mededeelde) op of omstreeks 8 September een processie gehouden. De pas weer inge stelde sacramentsprocessie is nu ook geoor loofd en al zou men er eiken Zondag een processie willen doen plaats hebben, dan zou dat volkomen toelaatbaar zijn De tegenwoor dige minister van justitie kan dat weten, want in 1918 wa6 hij de advocaat van den Beugenschen kapelaan, die het processiever bod had overtreden. Van de veranderde zienswijze van den Hoogen Raad heeft nij dus wel in de eer6te plaats kennis genomen. Voor het Beugensche geval maakte dat ecu-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6