kfde en politiek <11 Wanneer een lucht-oorlog zou uitbreken ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1935 Binnenland. Een wetsontwerp betreffende bescherming tegen luchtaanvallen SAMENWERKING VEREISCHT. Hai j Kostenverdeling. BEZUINIGING ONDERWIJS UITGAVEN VECHTPARTIJ TE OSS. Een zwaar gewonde. JUctosaakeH. ZIJN STIEFBROER DOOD GESLAGEN. Acht maanden geëischt. JeuiUeUm Aan de memorie van toelichting is het volgende ontleend: De regeering heeft zich aanvankelijk op tiet standpunt gesteld, dat het treffen van maatregelen, strekkende om de gevaren van SiSSle luchtaanvallen voor Se bevolking Zbeperken, tot de taak van de gemeentebe- SuroT behoort en dat zij zich zou kunnen bepalen tot het geven van voorlichting In dezen gedachtengang werden in 1927 „art de gemeentebesturen aanwijzingen ver trekt nopens de door het burgerlijk gezag te nemen maatregelen ter bescherming van de bUl55en bfeek, dat in vele gemeenten de tneoassing van de beoogde maatregelen be- Iwaren ontmoette. Sommige gemeentebe sturen bijvoorbeeld waren van meening, dat bescherming tegen luchtaanvallen uitslui tend Rijkszaak was, en waren, tenzij wette- iike bepalingen in meerdere of mindere mate 2n last op de schouders der gemeenten leg den niet bereid met de kosten, daaraan nood zakelijk verbonden, het gemeentelijk budget k HeUhans' hierbij aangeboden wetsontwerp berust op het ontwerp, hetwelk door deze commissie der regeering werd aangeboden De taak der burgemeesters. De regeering meent, dat in verband met bet karakter der te treffen voorzieningen de uitvoering van de vereischte maatregelen het doelmatigst in handen van de burgemeesters kan worden gelegd. Ter verzekering van de noodige eenheid en luistheid in de technische toepassing van de maatregelen zal de minister van binnenland- Se zaken, onder wien de geheele bescher- ming tegen luchtaanvallen zal komen te res sorteren, de noodige leiding geven en dit te meer aangezien door het rijk in aanzienlijke mate'in de kosten van uitvoering zal worden bijgedragen Een onder die minister ressor- teerende inspectie, die uitsluitend van advies zal dienen, van bescheiden omvang, dient daartoe te worden ingesteld Niet alle gemeenten zullen bij luchtaan vallen in gelijke mate aan gevaar zijn bloot gesteld. Gemeenten, waarin of nabij welke voor een luchtaanval aantrekkelijke objecten zijn gelegen, als regeeringsbureaux, mili taire mobilisatie-centra, fabrieken van oor- logsmaterieel en andere industrieën, belang rijke spoorwegbruggen of emplacementen e c., zullen eerder een doelwit vormen, dan ge meenten, waarin, of waarbij dergelijke objec ten niet voorkomen. Omgekeerd echter kan voor laatstbedoelde gemeenten elk gevaar voor luchtaanvallen niet ter zijde worden ge steld, al ware het slechts daarom, dat geen gemeente zeker kan zijn, dat niet een vlieg tuig door toevallige omstandigheden, waar onder mogelijke vergissingen, zich van zijn bonnnenlast ontdoet, ongeacht de plaats, waar het zich bevindt. Eenvoudige maatregelen. Uit dien hoofde acht de regefring het raadzaam, dat in alle gemeenten eenvoudige maatregelen in hoofdzaak van organisa- torischen aard worden genomen, waardoor de bevolking de noodige voorschriften zal verkrijgen, hoe in voorkomend geval moet worden gehandeld en waardoor tevens aan wezige gemeentelijke of in te stellen hulp diensten op de hoogte zullen zijn, hoe zij, naar hun vermogen, zoo nuttig mogelijk werkzaam kunnen zijn. Aangezien voorts door het toepassen van verduistering op groote schaal de kans op nachtelijke luchtaanvallen zeer beperkt wordt, zal op dit gebied de medewerking van geen enkele gemeente kunnen worden ont beerd. Bijzondere maatregelen. Naast deze overal noodige maatregelen, zullen in gemeenten, welke door verschillende oorzaken meer aan het gevaar van luchtaan vallen zijn blootgesteld, maatregelen op uit gebreider schaal noodig zijn, wat zal moeten gepaard gaan met het voorzien in de mate- rieele uitrusting van de diensten, welke met terdaad zullen optreden, wanneer een derge lijke gemeente door een luchtaanval wordt getroffen. panio H in mate van gevaar hetwelk van 'S g5weest voor een verdeeling iifrro gemeen en in gevarenklassen, moet kKgS Zij'n V00r de voeling van de "f i regeering billijk voor, dat de maatregelen, welke reeds dadelijk in alle klassen toepassing zullen moeten vinden, oor rekening van de gemeenten worden uit gevoerd. Aangezien de meest blootgestelde ligging \an een gemeente, zooals hiervoren reeds werd aangegeven, in den regel niet een uit vloeisel is van omstandigheden, welke samen hangen met de gemeentelijke belangen, doch wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van objecten, welke het landsbelang ten dienste staan, wordt het billijk geacht, dat de kosten van maatregelen welke uitsluitend in de meer blootgestelde gemeenten zullen moeten wor den getroffen, voor rekening van het rijk komen. r Waar men schuilen moet. In laatstbedoelde gemeenten zullen voorts op daarvoor in aanmerking komende punten schuilplaatsen moeten worden ingericht, waarin de zich bij luchtaanvallen op den openbaren weg bevindende personen, die hun eigen woning niet meer kunnen bereiken, kunnen worden opgenomen. Hoewel het in de bedoeling ligt de hier be doelde schuilplaatsen zoo veel mogelijk in ge bouwen van overheidslichamen onder te brengen, kan het ook noodzakelijk zijn, dat gebruik wordt gemaakt van daartoe geëigen de niet openbare gebouwen. De belangheb bende dient, indien hij schade lijdt, daarvoor van Rijkswege te worden schadeloos gesteld. Ook moet een regeling worden getroffen, volgens welke bij dringend of dreigend ge vaar voor luchtaanvallen bepaalde eigendom men (zooals torens ten behoeve van uitkijk posten) in gebruik kunnen worden genomen, terwijl het bovendien mogelijk moet zijn, dat verbruiksartikelen voor bescherming en ont smetting dienende en in de gemeente aan wezig, kunnen worden gevorderd. Luchtaanval-oefenigen. Ook is ten regeling opgenomen voor hel houden van oefeningen, aangezien slechts daarmede de noodige ervaring kan worden verworven omtrent de wijze, waarop de ver schillende bij de bescherming tegen luchtaan vallen optredende diensten moeten samen werken Het ligt in de bedoeling in den algemeenen maatregel van bestuur het aantal klassen aanvankelijk te bepalen op drie. De gemeen ten, welke het minst aan gevaar zijn blootge steld waartoe de overgroote meerderheid behoort worden gerangschikt in de 3e klasse. In gemeenten, welke daarvoor in aan merking komen, zal tevens een regeling moe ten worden getroffen, opdat in tijden van gevaar schatten van geschiedenis, kunst en wetenschap zooveel mogelijk in veilig heid kunnen worden gebracht. In de meer blootgestelde gemeenten, welke in de 2e en le klasse zullen worden gerang schikt, zullen verschillende maatregelen meer uitgebreid moeten worden voorbereid, dan wel reeds een begin van uitvoering moe ten verkrijgen. Als voorbeeld moge dienen, dat in zoodanige gemeenten ten behoeve van het personeel, hetwelk metterdaad zal optre den. ten opzichte van het aantal inwoners een zeker percentage aan gasmaskers aanwezig zal moeten zijn, welk percentage in de ge- meenten behoorende tot de le klasse, weder grooter zal zijn dan in de gemeenten der 2e klasse. Ook voor de aanwezigheid van ont smettingsmidden zal dienen te worden zorg gedragen. Onderlinge samenwerking. Het komt wenschelijk voor naast de rege ling van de samenwerking tusschen gemeen ten, neergelegd in de gemeentewet, een be paling op te nemen, waardoor samenwerking tusschen burgemeesters kan worden verkre gen. Zoodanige samenwerking kan noodig wanneer bijvoorbeeld een kleine gemeente, direct grenzende aan een groote, uit een oogpunt van gevaar daarmede als het ware één geheel vormt. In dat geval zullen ver schillende maatregelen waarbij te denken aan de waarschuwing, alarmeering en ver duistering in samenwerking en eenvormig moeten worden uitgevoerd. Indien bij de samenwerking moeilijkheden worden ondervonden, zal daarin zoo noodig door de regeering moeten kunnen worden voorzien. t,* u ®''ivende gereedheid. Aangezien zekerheid moet bestaan, dat de ingerichte schuilplaatsen in geval van nood onverwijld beschikbaar zullen zijn, acht de regeering het noodzakelijk, op de woningen en andere gebouwen, waarin een dergelijke schuilplaats is ingericht, een last te leggen, waardoor de mogelijkheid van gebruik is ver zekerd. Uit billijkheidsoverwegingen zal aan den belanghebbende bij het leggen van den last, ongeacht het recht op schadeloosstelling in geval van ingebruikneming, een vergoeding moeten worden uitgekeerd, indien blijkt, dat hij anders schade zou lijden. Bijzondere bevoegdheden van de bnrgemeesters. De regeering acht het noodzakelijk, dat de burgemeester de bevoegdheid verkrijgt, om in geval van nood, ten behoeve van de uitvoe ring van de vereischte maatregelen, tot het tijdelijk in gebruik nemen van eigendommen over te gaan. Als zoodanig komen bijvoor beeld in aanmerking torens of andere ge schikte gelegenheden voor uitkijkposten, doch ook automobielen voor vervoer van gaszieken e d. Door het hechten van een openbare be kendmaking op de plaats van ingebruik neming wordt de procedure ter kennis ge bracht. Voor onteigening van de onmisbare ver bruiksartikelen worden de noodige aanvullin gen van de Onteigeningswet voorgesteld. De schadeloosstellingsprocedure is in arti kel 9 geregeld. Het staat den burgemeesters vrij in hun ge meenten oefeningen in de bescherming tegen luchtaanvallen te doen houden, echter eerst na verkregen goedkeuring van de regeering. Daarnaast acht de regeering het noodza kelijk, dat zij de bevoegdheid heeft in de meer blootgestelde gemeenten oefeningen te doen houden. Deze oefeningen zullen in den regel per gemeente ten hoogste eenmaal per jaar worden voorgeschreven. Voor de bevolking zullen bij openbare be kendmaking algemeene gedragsregels wor den vastgesteld. Daanaast zullen voor daar voor in aanmerking komende bedrijven bij zondere voorschriften noodzakelijk kunnen' zijn, welke ter kennis van de hoofden en be stuurders worden gebracht en in het betrok ken bedrijf mede in het belang van de eigen veiligheid tot uitvoering moeten komen. Omzetting 5-jarige H.B.S. in 3-jarige. Zooals bekend bevatte het ontwerp van wet ter verlaging van de openbare uitgaven aanvankelijk een aantal voorstellen tot ver mindering van de kosten van het onderwijs. Bij het mondeling overleg tusschen de Com missie van voorbereiding en de regeering werd, in verband met de ingrijpende wijzi gingen, welke in de aanvankelijke voorstel len waren aangebracht, de wensch geuit de ze voorstellen uit het ontwerp van wet te lichten en in een afzonderlijk wetsontwerp aanhangig te maken. De regeering heeft aan dezen wensch gevolg gegeven en bij Nota van Wijzigingen de voorstellen terug genomen. Zij zijn thans in het onderhavig wetsontwerp opgenomen. De voorstellen zijn, volgens de bij de Tweede Kamer verschenen Memorie van Toe lichting vrijwel gelijkluidend aan die, wel ke waren vervat in het gewijzigd ontwerp van wet ter verlaging van de openbare uit gaven. Van de zich voordoende gelegenheid is gebruik gemaakt, om in enkele artikelen eenige verbeteringen van redactioneelen aara aan te brengen. Ook de toelichting op de paragrafen is op verschillende plaatsen verduidelijkt. Aan het ontwerp van wet is een nieuw ar tikel toegevoegd, verband houdende met het voornemen der regeering tot omzetting van vijfjarige hoogere burgerscholen in driejarige terwijl de ten aanzien van het hooger onder wijs (concentratie van de apothekersoplei ding aan een der Rijksuniversiteiten) en het nijverheidsonderwijs te nemen maatregelen, waardoor de medewerking van de Staten- Generaal niet is vereischt, niet meer in het wetsontwerp voorkomen. Wat betreft de omzetting van vijfjarige hoogere burgerscholen in driejarige, deelt de regeering mede, dat het in de bedoéling ligt de Rijks hoogere burgerscolen met vijf jarigen cursus om te zetten in hoogere bur- scholen met driejarigen cursus, voor zoo veel er voor de leerlingen, welke de school met driejarigen cursus hebben gevolgd, vol doende gelegenheid bestaat om het onderwijs in de hoogste klasse van een andere open bare hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus bij te wonen en voorzooveel daardoor algeheele opheffing van Rijks hoogere bur gerscholen zal kunnen worden voorkomen. Een overeenkomstigen maatregel zullen, naar de regeering meent te mogen verwach ten, de gemeentebesturen treffen en ook de besturen van bijzondere scholen zullen zich, naar de regeering hoopt, te dezen met elkaar willen verstaan, indien op deze wijze een ra- tioneele bezuiniging kan worden verkregen. Vermits de richting der scholen te dezen een rol speelt, mag de regeering hieromtrent geen dwang uitoefenen, doch zij vertrouwt, dat de vrijheid, welke den schoolbesturen wordt gelaten, aan e«n vermindering der uitgaven op deze wijze niet zal blijken in den weg te staan. Overwogen zal worden het leerplan der openbare vijfjarige scholen concentrisch in te richten, waardoor de overgang van de driejarige naar de vijfjarige scholen zal worden vergemakkelijkt en de driejarige scholen in de gelegenheid worden gesteld ook eindonderwijs te geven. De wet legt aan de omzetting van de ge meentelijke en bijzondere vijfjarige scholen in driejarige en aan de subsidieering van al dus ontstaande driejarige scholen geen en kel beletsel in den weg. Echter dient te wor den gewaarborgd, dat leerlingen van een gedecapiteerde gemeentelijke hoogere bur gerschool op denzelfden voet tot de hoogste twee klassen van een gemeentelijke hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus in een andere gemeente worden toegelaten als de leerlingen uit deze laatste gemeente zelve. Ook moeten de bepalingen omtrent de be voegdheid enz., welke voor de vijfjarige scholen gelden, mede voor de driejarige scholen van kracht blijven. AUTO-BOTSING TE NOORDW1JK- BINNEN. Twee gewonden. Gisteravond tegen half tien wilde te Noord- wijk Binnen bij de beruchte tramkruising in de Klei een chauffeur van den autoverhuur der Beuk te Noordwijk aan Zee, die een dame naar het station te Leiden vervoerde een autobus voorbijrijden. Van den tegen overgestelde kant naderde een jiersonenauto uit de richting Leiden, die de chauffeur niet gauw genoeg opmerkte. Deze werd bestuurd door den heer J. Moody uit den Haag; zijn echtgenoote zat eveneens in den auto. De botsing was zoo hevig, dat de laatste auto een halve slag omdraaide en van voren ge heel werd vernield. De heer Moody bleek het bovenbeen te hebben gebroken en had ver schillende hoofdwonden. Hij werd ter plaat se verbonden door de beide plaatselijke doc toren. Zijn echtgenoote, die eveneens werd verwond, is per auto naar Leiden vervoerd. Later werd ook de heer M. jjer ziekenauto daar heen gebracht. Het ongeluk trok op den laten avond zeer veel belangstelling. INBRAAK IN EEN VILLA TE BUSSUM. De bewoner slapende. ui een villa aan de Groot-Hertoginnelaan te Bussum is een inbraak gepleegd, waarbij is gebleken, dat de bewoner een goede slaper en de andere partij een goede inbreker is ge weest. De heer V. heeft Donderdagmiddag bij de politie aangifte gedaan, dat hij, 's ochtends laat uit zijn vacantieslaap wakker wordende, speren van inbraak in zijn kamer bespeurde Er was een bureautje door elkaar gehaald en hij miste uit de zak van een pantalon, die aan een spijker hing, een beurs met 20, uit een binnenvestzak zijn portefeuille, waarin overigens alleen een pas had gezeten. Eenig vreemd geld dat in een lade van het bureau tje had gelegen, was ook verdwenen. Het keukenraam stond opengeschoven, dus de man is hierdoor binnengekomen. Dezelfde inbreker heeft vermoedelijk ook de inbraak gepleegd, die denzelfden nacht in een onbewoonde villa aan den Brediusweg is geschied en die eerst in den loop van Don derdag werd opgemerkt door iemand, die het huis voor de bewoners inspecteerde Er wor den drie costumes en eenig tafelzilver ver mist. Men had zich daar door het openbre ken van een raam toegang verschaft. Gistermiddag omstreeks halfvier heeft te Oss een hevige vechtpartij plaats gehad, waarbij een man zwaar werd gewond. Zooals gewoonlijk na afloop van de paar denmarkt was een aantal bezoekers van de ze markt zwaar beschonken. Een man uit Delden had van een woonwagenbewoner een hit gekocht voor 65 en een rondje gegeven voor vijf personen. De Deldenaar laadde de hit op zijn auto en wilde daarna betalen. De woonwagenbewoner weigerde echter het geld in ontvangst te nemen, omdat hij betaling in een café wenschte, waartegen de vrouwen zich echter verzetten. Toen de Del denaar dit weigerde, haalde de woonwagen bewoner de hit van de auto. Daarna ontstond een woordenwisseling, gevolgd door een handgemeen. De Delde naar greep een Engelschen sleutel uit zijn auto en bracht den woonwagenbewoner een zóó hevigen slag op het hoofd toe, dat deze bewusteloos en zwaar bloedend op den grond viel. De vrouwen waren elkaar intusschen met de klompen te lijf gegaan en takelden elkaar duchtig toe. Zoodra de woonwagenbewoner buiten ge vecht was gesteld, snelde de Deldenaar met zijn wederhelft en vrienden naar de auto en reed weg. Onder Heesch werd bij echter aangehouden en naar Oss teruggebracht, waar het heele gezelschap in arrest is ge steld. De bewustelooze woonwagenbewoner werd naar het St. Annaziekenhuis vervoerd, waar hij ter verpleging werd opgenomen. Zijn toe stand is bedenkelijk. Gisteren diende voor de Bredasche recht bank de strafzaak tegen een 32-jarigen land bouwer uit Zevenbergen. Deze had in den morgen van 8 Mei j.1. twist gekregen met zijn stiefbroer, terwijl zij het land bewerk ten. De twist liep over een voetbalkwestie. Toen de stiefbroer zich minachtend over ver- dachte's vader uitliet, ontstak de ander in groote woede. Hij hief een schrepel op en gaf zijn stiefbroer hiermede een slag op het hoofd. Deze zakte terstond ineen, en gaf eenige oogenblikken later den geest. Verd. bekende. Hij zeide zeer driftig aan gelegd te zijn. Toen hij over zijn overleden vader geringschattend hoorde spreken, ken de zijn woede geen grenzen. Voor hij wist wat er gebeurd was, lag zijn stiefbroer al op den grond. Get. J. C. F. Deugd, een stiefbroer van verd., verklaarde dat de onderlinge verstand houding tusschen den verslagene en verd. steeds voortreffelijk was geweest. De officier eischte acht maanden gevange nisstraf. De verdediger, mr. J. F. van As, uit Ze venbergen, pleitte clementie. Uitspraak over veertien dagen. EEN 73-JARIGE BIGAMIST. Na tien jaar het bedrog bij toeval ontdekt. Het leven van den 73-jarigen tuinman J. O.. gedetineerd, was tot nu toe zeer wonderlijk geweest, zooals tijdens de behandeling van zijn zaken. O. stond terecht wegens valsch- heid in geschrifte en bigamie. De dagvaar ding legde hem ten laste dat hij tusschen 8 en 22 Januari 1925 te Nieuwerkerk aan den Ijs- sel opzettelijk valschelijk in een extract uit het register van geboorten van de gemeente Zevenbergen heeft geradeerd, zoodanig dat zijn geslachtsnaam kwam te luiden Coliio met het oogmerk om dit vervalscht schrift als echt en onvervalscht door een anderen te doen gebruiken of te ge bruiken, uit welk gebruik eenig nadeel kon ontstaan. Voorts werd hij er van beschul digd, dat hij op 22 Januari te Nieuwerkerk aan den IJssel voor den ambtenaar van den burgelijken stand aldaar, hoewel hij wist dat hij op 12 Mei 1887 voor den ambtenaar van den burgelijken stand te Noordwijk wettig gehuwd was met Petronella Cornelia P. en zonder zich te hebben vergewist of dit huwe lijk was ontbonden en nietig verklaard, het geen dan ook niet het geval was, daar dat huwelijk met Petronella Cornelia P. nog vol komen wettig bestond, opnieuw een huwelijk heeft aangegaan met Aartje van den D., aan door WILLIAM LE QUEUX. 15) >Jk wil niets terug hebben. Dit is voor u en uw vriendin voor de plaatsen en voor een Versnapering". Juffrouw Briggs, blozend en stralend van genoegen en innig gelukkig met deze afwis ij1"? in haar eentonig leven, had, in haar kleeren, no. 20 in weinige minuten ver- kust was nu vrij. Zijn list had prachtig sfwerkt. Een half pond was niet te duur be- jald, zelfs tien pond zou niet te veel ge- f ^t zijn. En die goede, vriendelijke juf- r°Uw Briggs was slim, maar niet wantrou- end. Het was best mogelijk geweest, dat 'i hem voor een oplichter had aangezien en j hij haar kijt wilde zijn om op zijn gemak e r.Unn€n stelen. Maar de ex-dienstbode was slimmer dan "!J dacht. Zij had, ondanks zijn versleten Kleding, wel begrepen, dat bij iemand van goeden stand was, misschien wat geheimzin- 'g, maar toch een heer. Daarvooor was zij e Jan8 in betrekking geweest, voor hij begon te eten, ging hij in den ln om de achterzijde van het aangrenzende "U's te bekijken. De ruit was nog niet her steld en er was geen licht in de kamer. Het was duidelijk dat nog iemand anders werd verwacht en dat Stephanie Ghika niet de eenige bezoekster was. Welke van de beide vrouwen was het ge lukkigst? De jonge prinses, te midden van pracht en luxe, steeds in angst voor haar vader's troon, of deze hardwerkende vrouw, die gelukkig was met haar echtgenoot en haar huis en tevreden als zij een paar shil lings terzijde kon leggen voor eenige dagen vacantie in een volgend jaar? Dat was niet gemakkelijk te zeggen. Het noodlot vermeng de het bittere en het zoete in bijna alle ge vallen. Gerald schraapte zijn keel. Juffr. Briggs stond op het punt om heen te gaan. Er was geen tijd te verliezen, als hij zijn slag wilde slaan. „Ik hoop niet, dat u mij vrijpostig vindt, maar u is voor mij met mijne zieke gezond heid zoo vriendelijk en zorgzaam. U zeide mij aan het ontbijt dat uw man vandaag avonddienst heeft. Ik ga niet meer uit. Ik blijf rustig thuis zitten lezen. Nu weet ik dat er eenige mooie films worden vertoond in ds bioscoop hier in de buurt. Mag ik u in de ge legenheid stellen daar heen te gaan? Mis schien kunt u een vriendin medenemen". „Het is heusch heel vriendelijk van u, mijnheer, en ik ben in jaren niet in een bios coop geweest. Maar ik moet eerst hier oprui men". „Geen kwestie van", antwoordde Gerald haastig. Hij wilde zoo sjwedig mogelijk het huis uit. Hij at haastig zijn souper. Hij ging naar zijn geliefdkoost plekje bij het venster en wachtte op de dingen, die komen zouden. Het was nu tamelijk duister, maar hij had een prachtig uitzicht. Het duurde niet lang of Tarangul ging het huis binnen. Hij was alleen; de tengere figuur van den jongen Oostenrijkschen at taché verscheen nog niet ten tooneele. Wat speelden zich vreemde gebeurtenis sen af in twee kleine huizen in Golder's Green! En dit was dus het geheime geknoei in de diplomatieke wereld. Weenen, Vanina, een voorstad van Londen! Zoo was dus de keizerlijke muziek weg gestorven in een diminuendo en de veteraan kapelmeester, die met bevende handen de maat aangaf, was de oude keizer Frans Jozef. Eenige oogenblikken later sloop hu den tuin in. Ja, het licht brandde. Hij hoorde het openen van een champagneflesch. Loukoff en Tarangul, dat wist hij, dronken veel. De wijn zou zeker hun tongen losmaken. Het gesprek begon zachtjes, de wijn had nog niet gewerkt. Zij spraken Fransch, een taal, dié Danecourt volkomen meester was Maar hun stemmen waren zoo zacht, dat hij slechts af en toe een paar woorden kon op vangen. Langzamerhand werden hun stemmen diudelijker en kon hij het gesprek volgen. „Je hebt dat laatste zaakje leelijk ver knoeid, Stephanie. Je hebt den man ver moord, maar de papieren heb je niet te pak ken gekregen". Loukoff kwam vriendelijk tusschenbeide; Stephanie was een goede vriendin van hem. Hij moest haar dus verdedigen. „Dat was niet de schuld van Stephanie. Salcedo was te voorzichtig. Hij wilde geen gevaar loopen. Hij borg de papieren op een veilige plaats". Toen viel Stephanie in. „Het was iets vreeselijks Het heeft mij nachtmerries ge geven. Hij sliep als een kind en de arme Sal cedo was steeds eerlijk en oprecht. Ik ben een ellendig beest. En de papieren kon ik niet vinden. Als ik dat geweten had, zou hij nu nog in leven zijn". De Oostenrijksch minister barstte in lachen uit. „Plaag je gevoelig geweten niet, mijn waarde Stephanie. Jij hebt al heel wat menschen om zeep gebracht en je zult er nog wel eenige meer opruimen voor je aan het einde van je loopbaan bent gekomen. Je maakte een stomme fout door je beurs met het spuitje te laten liggen". „Men maakt altijd fouten", antwoordde de Hongaarsche gemelijk. „Mijn zenuwen waren mij de baas. Ik schrok van elk ge luid; ik had maar één gedachte en dat was om zoo gauw mogelijk weg te komen. U begrijpt die dingen niet. U laat de menschen bij volmacht dooden. Wij, uwe betaalde krachten, hebben het werk te doen". Loukoff viel nu in de rede. „Ja, ik geloof dat u de moeilijkheden, waarmede uwe ondergeschikten te kampen hebben, niet begrijpt". Tarangul lachte weer. „Ik begrijp, wat ik wil begrijpen, mijn lieve Stephanie. In ieder geval deed je goed werk door Salcedo op te ruimen. Je hebt de hersenen van het hof van Slavonië vernietigd". Er volgde een pauze. En toen hoorde de bespieder in den tuin weer de stem van de Hongaarsche. „Gelooft u dat werkelijk? Er zijn nog her senen overgebleven". „Ik zou wel eens willen weten waar die te vinden zijn". „Dat kan ik uwe excellentie wel vertellen. In de eerste plaats prinses Zita, verder een jong Engelscnman, die u misschien over 't hoofd ziet, een zekere Gerald Danecourt". Tarangul antwoordde vlug: „Prinses Zita is een ingebeeld, klein nest, waarmede de aartshertogin en de keizer het wel klaar zullen spelen. En die Engelsch- man, waarover je het hebt, die hebben wij uit Vanina gezet". „Om naar Weenen te gaan, waar hij nog gevaarlijker is", zeide Stephanie rustig. Wederom was het stil. De Oostenrijksche minister dacht na. Hij nam ongetwijfeld nog een glas champagne voor hij sprak. „U slaat hem hoog aan, nietwaar?" Hij vroeg niet dikwijls het oordeel van iemand anders. Stephanie kon zich gevleid gevoelen. Zij antwoordde vlug: „Een van de knapste koppen in den diplo- matieken dienst. Hij zou zelfs u kunnen ver schalken als de kansen gelijk staan". Wederom lachte hij. „Maar de kansen zullen nooit gelijk zijn; ik heb de macht in handen. Wij hebben hem uit Vanina ge werkt en hij verdwijnt ook uit Weenen, als ik dat wenschelijk vind. Laten wij nu naar de voorkamer gaan". Zij verlieten de kamer. Gerald ging weer terug naar no. 20. Hij was tevreden over dezen avond. Hij had zekèrheid gekregen over eenige dingen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9