kfde en politiek <11
Wanneer een lucht-oorlog zou uitbreken
ALKMAARSCHE COURANT
van VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1935
Binnenland.
Een wetsontwerp betreffende bescherming
tegen luchtaanvallen
SAMENWERKING VEREISCHT.
Hai j Kostenverdeling.
BEZUINIGING ONDERWIJS UITGAVEN
VECHTPARTIJ TE OSS.
Een zwaar gewonde.
JUctosaakeH.
ZIJN STIEFBROER DOOD
GESLAGEN.
Acht maanden geëischt.
JeuiUeUm
Aan de memorie van toelichting is het
volgende ontleend:
De regeering heeft zich aanvankelijk op
tiet standpunt gesteld, dat het treffen van
maatregelen, strekkende om de gevaren van
SiSSle luchtaanvallen voor Se bevolking
Zbeperken, tot de taak van de gemeentebe-
SuroT behoort en dat zij zich zou kunnen
bepalen tot het geven van voorlichting
In dezen gedachtengang werden in 1927
„art de gemeentebesturen aanwijzingen ver
trekt nopens de door het burgerlijk gezag te
nemen maatregelen ter bescherming van de
bUl55en bfeek, dat in vele gemeenten de
tneoassing van de beoogde maatregelen be-
Iwaren ontmoette. Sommige gemeentebe
sturen bijvoorbeeld waren van meening, dat
bescherming tegen luchtaanvallen uitslui
tend Rijkszaak was, en waren, tenzij wette-
iike bepalingen in meerdere of mindere mate
2n last op de schouders der gemeenten leg
den niet bereid met de kosten, daaraan nood
zakelijk verbonden, het gemeentelijk budget
k HeUhans' hierbij aangeboden wetsontwerp
berust op het ontwerp, hetwelk door deze
commissie der regeering werd aangeboden
De taak der burgemeesters.
De regeering meent, dat in verband met
bet karakter der te treffen voorzieningen de
uitvoering van de vereischte maatregelen het
doelmatigst in handen van de burgemeesters
kan worden gelegd.
Ter verzekering van de noodige eenheid en
luistheid in de technische toepassing van de
maatregelen zal de minister van binnenland-
Se zaken, onder wien de geheele bescher-
ming tegen luchtaanvallen zal komen te res
sorteren, de noodige leiding geven en dit te
meer aangezien door het rijk in aanzienlijke
mate'in de kosten van uitvoering zal worden
bijgedragen Een onder die minister ressor-
teerende inspectie, die uitsluitend van advies
zal dienen, van bescheiden omvang, dient
daartoe te worden ingesteld
Niet alle gemeenten zullen bij luchtaan
vallen in gelijke mate aan gevaar zijn bloot
gesteld. Gemeenten, waarin of nabij welke
voor een luchtaanval aantrekkelijke objecten
zijn gelegen, als regeeringsbureaux, mili
taire mobilisatie-centra, fabrieken van oor-
logsmaterieel en andere industrieën, belang
rijke spoorwegbruggen of emplacementen e c.,
zullen eerder een doelwit vormen, dan ge
meenten, waarin, of waarbij dergelijke objec
ten niet voorkomen. Omgekeerd echter kan
voor laatstbedoelde gemeenten elk gevaar
voor luchtaanvallen niet ter zijde worden ge
steld, al ware het slechts daarom, dat geen
gemeente zeker kan zijn, dat niet een vlieg
tuig door toevallige omstandigheden, waar
onder mogelijke vergissingen, zich van zijn
bonnnenlast ontdoet, ongeacht de plaats,
waar het zich bevindt.
Eenvoudige maatregelen.
Uit dien hoofde acht de regefring het
raadzaam, dat in alle gemeenten eenvoudige
maatregelen in hoofdzaak van organisa-
torischen aard worden genomen, waardoor
de bevolking de noodige voorschriften zal
verkrijgen, hoe in voorkomend geval moet
worden gehandeld en waardoor tevens aan
wezige gemeentelijke of in te stellen hulp
diensten op de hoogte zullen zijn, hoe zij,
naar hun vermogen, zoo nuttig mogelijk
werkzaam kunnen zijn.
Aangezien voorts door het toepassen van
verduistering op groote schaal de kans op
nachtelijke luchtaanvallen zeer beperkt
wordt, zal op dit gebied de medewerking van
geen enkele gemeente kunnen worden ont
beerd.
Bijzondere maatregelen.
Naast deze overal noodige maatregelen,
zullen in gemeenten, welke door verschillende
oorzaken meer aan het gevaar van luchtaan
vallen zijn blootgesteld, maatregelen op uit
gebreider schaal noodig zijn, wat zal moeten
gepaard gaan met het voorzien in de mate-
rieele uitrusting van de diensten, welke met
terdaad zullen optreden, wanneer een derge
lijke gemeente door een luchtaanval wordt
getroffen.
panio H in mate van gevaar hetwelk
van 'S g5weest voor een verdeeling
iifrro gemeen en in gevarenklassen, moet
kKgS Zij'n V00r de voeling van de
"f i regeering billijk voor, dat de
maatregelen, welke reeds dadelijk in alle
klassen toepassing zullen moeten vinden,
oor rekening van de gemeenten worden uit
gevoerd.
Aangezien de meest blootgestelde ligging
\an een gemeente, zooals hiervoren reeds
werd aangegeven, in den regel niet een uit
vloeisel is van omstandigheden, welke samen
hangen met de gemeentelijke belangen, doch
wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van
objecten, welke het landsbelang ten dienste
staan, wordt het billijk geacht, dat de kosten
van maatregelen welke uitsluitend in de meer
blootgestelde gemeenten zullen moeten wor
den getroffen, voor rekening van het rijk
komen.
r Waar men schuilen moet.
In laatstbedoelde gemeenten zullen voorts
op daarvoor in aanmerking komende punten
schuilplaatsen moeten worden ingericht,
waarin de zich bij luchtaanvallen op den
openbaren weg bevindende personen, die
hun eigen woning niet meer kunnen bereiken,
kunnen worden opgenomen.
Hoewel het in de bedoeling ligt de hier be
doelde schuilplaatsen zoo veel mogelijk in ge
bouwen van overheidslichamen onder te
brengen, kan het ook noodzakelijk zijn, dat
gebruik wordt gemaakt van daartoe geëigen
de niet openbare gebouwen. De belangheb
bende dient, indien hij schade lijdt, daarvoor
van Rijkswege te worden schadeloos gesteld.
Ook moet een regeling worden getroffen,
volgens welke bij dringend of dreigend ge
vaar voor luchtaanvallen bepaalde eigendom
men (zooals torens ten behoeve van uitkijk
posten) in gebruik kunnen worden genomen,
terwijl het bovendien mogelijk moet zijn, dat
verbruiksartikelen voor bescherming en ont
smetting dienende en in de gemeente aan
wezig, kunnen worden gevorderd.
Luchtaanval-oefenigen.
Ook is ten regeling opgenomen voor hel
houden van oefeningen, aangezien slechts
daarmede de noodige ervaring kan worden
verworven omtrent de wijze, waarop de ver
schillende bij de bescherming tegen luchtaan
vallen optredende diensten moeten samen
werken
Het ligt in de bedoeling in den algemeenen
maatregel van bestuur het aantal klassen
aanvankelijk te bepalen op drie. De gemeen
ten, welke het minst aan gevaar zijn blootge
steld waartoe de overgroote meerderheid
behoort worden gerangschikt in de 3e
klasse. In gemeenten, welke daarvoor in aan
merking komen, zal tevens een regeling moe
ten worden getroffen, opdat in tijden van
gevaar schatten van geschiedenis, kunst en
wetenschap zooveel mogelijk in veilig
heid kunnen worden gebracht.
In de meer blootgestelde gemeenten, welke
in de 2e en le klasse zullen worden gerang
schikt, zullen verschillende maatregelen
meer uitgebreid moeten worden voorbereid,
dan wel reeds een begin van uitvoering moe
ten verkrijgen. Als voorbeeld moge dienen,
dat in zoodanige gemeenten ten behoeve van
het personeel, hetwelk metterdaad zal optre
den. ten opzichte van het aantal inwoners een
zeker percentage aan gasmaskers aanwezig
zal moeten zijn, welk percentage in de ge-
meenten behoorende tot de le klasse, weder
grooter zal zijn dan in de gemeenten der 2e
klasse. Ook voor de aanwezigheid van ont
smettingsmidden zal dienen te worden zorg
gedragen.
Onderlinge samenwerking.
Het komt wenschelijk voor naast de rege
ling van de samenwerking tusschen gemeen
ten, neergelegd in de gemeentewet, een be
paling op te nemen, waardoor samenwerking
tusschen burgemeesters kan worden verkre
gen. Zoodanige samenwerking kan noodig
wanneer bijvoorbeeld een kleine gemeente,
direct grenzende aan een groote, uit een
oogpunt van gevaar daarmede als het ware
één geheel vormt. In dat geval zullen ver
schillende maatregelen waarbij te denken
aan de waarschuwing, alarmeering en ver
duistering in samenwerking en eenvormig
moeten worden uitgevoerd.
Indien bij de samenwerking moeilijkheden
worden ondervonden, zal daarin zoo noodig
door de regeering moeten kunnen worden
voorzien.
t,* u ®''ivende gereedheid.
Aangezien zekerheid moet bestaan, dat de
ingerichte schuilplaatsen in geval van nood
onverwijld beschikbaar zullen zijn, acht de
regeering het noodzakelijk, op de woningen
en andere gebouwen, waarin een dergelijke
schuilplaats is ingericht, een last te leggen,
waardoor de mogelijkheid van gebruik is ver
zekerd.
Uit billijkheidsoverwegingen zal aan den
belanghebbende bij het leggen van den last,
ongeacht het recht op schadeloosstelling in
geval van ingebruikneming, een vergoeding
moeten worden uitgekeerd, indien blijkt, dat
hij anders schade zou lijden.
Bijzondere bevoegdheden van de
bnrgemeesters.
De regeering acht het noodzakelijk, dat de
burgemeester de bevoegdheid verkrijgt, om in
geval van nood, ten behoeve van de uitvoe
ring van de vereischte maatregelen, tot het
tijdelijk in gebruik nemen van eigendommen
over te gaan. Als zoodanig komen bijvoor
beeld in aanmerking torens of andere ge
schikte gelegenheden voor uitkijkposten, doch
ook automobielen voor vervoer van gaszieken
e d. Door het hechten van een openbare be
kendmaking op de plaats van ingebruik
neming wordt de procedure ter kennis ge
bracht.
Voor onteigening van de onmisbare ver
bruiksartikelen worden de noodige aanvullin
gen van de Onteigeningswet voorgesteld.
De schadeloosstellingsprocedure is in arti
kel 9 geregeld.
Het staat den burgemeesters vrij in hun ge
meenten oefeningen in de bescherming tegen
luchtaanvallen te doen houden, echter eerst
na verkregen goedkeuring van de regeering.
Daarnaast acht de regeering het noodza
kelijk, dat zij de bevoegdheid heeft in de meer
blootgestelde gemeenten oefeningen te doen
houden. Deze oefeningen zullen in den regel
per gemeente ten hoogste eenmaal per jaar
worden voorgeschreven.
Voor de bevolking zullen bij openbare be
kendmaking algemeene gedragsregels wor
den vastgesteld. Daanaast zullen voor daar
voor in aanmerking komende bedrijven bij
zondere voorschriften noodzakelijk kunnen'
zijn, welke ter kennis van de hoofden en be
stuurders worden gebracht en in het betrok
ken bedrijf mede in het belang van de
eigen veiligheid tot uitvoering moeten
komen.
Omzetting 5-jarige H.B.S. in
3-jarige.
Zooals bekend bevatte het ontwerp van
wet ter verlaging van de openbare uitgaven
aanvankelijk een aantal voorstellen tot ver
mindering van de kosten van het onderwijs.
Bij het mondeling overleg tusschen de Com
missie van voorbereiding en de regeering
werd, in verband met de ingrijpende wijzi
gingen, welke in de aanvankelijke voorstel
len waren aangebracht, de wensch geuit de
ze voorstellen uit het ontwerp van wet te
lichten en in een afzonderlijk wetsontwerp
aanhangig te maken. De regeering heeft
aan dezen wensch gevolg gegeven en bij
Nota van Wijzigingen de voorstellen terug
genomen. Zij zijn thans in het onderhavig
wetsontwerp opgenomen.
De voorstellen zijn, volgens de bij de
Tweede Kamer verschenen Memorie van Toe
lichting vrijwel gelijkluidend aan die, wel
ke waren vervat in het gewijzigd ontwerp
van wet ter verlaging van de openbare uit
gaven. Van de zich voordoende gelegenheid
is gebruik gemaakt, om in enkele artikelen
eenige verbeteringen van redactioneelen
aara aan te brengen. Ook de toelichting op
de paragrafen is op verschillende plaatsen
verduidelijkt.
Aan het ontwerp van wet is een nieuw ar
tikel toegevoegd, verband houdende met het
voornemen der regeering tot omzetting van
vijfjarige hoogere burgerscholen in driejarige
terwijl de ten aanzien van het hooger onder
wijs (concentratie van de apothekersoplei
ding aan een der Rijksuniversiteiten) en het
nijverheidsonderwijs te nemen maatregelen,
waardoor de medewerking van de Staten-
Generaal niet is vereischt, niet meer in het
wetsontwerp voorkomen.
Wat betreft de omzetting van vijfjarige
hoogere burgerscholen in driejarige, deelt
de regeering mede, dat het in de bedoéling
ligt de Rijks hoogere burgerscolen met vijf
jarigen cursus om te zetten in hoogere bur-
scholen met driejarigen cursus, voor zoo
veel er voor de leerlingen, welke de school
met driejarigen cursus hebben gevolgd, vol
doende gelegenheid bestaat om het onderwijs
in de hoogste klasse van een andere open
bare hoogere burgerschool met vijfjarigen
cursus bij te wonen en voorzooveel daardoor
algeheele opheffing van Rijks hoogere bur
gerscholen zal kunnen worden voorkomen.
Een overeenkomstigen maatregel zullen,
naar de regeering meent te mogen verwach
ten, de gemeentebesturen treffen en ook de
besturen van bijzondere scholen zullen zich,
naar de regeering hoopt, te dezen met elkaar
willen verstaan, indien op deze wijze een ra-
tioneele bezuiniging kan worden verkregen.
Vermits de richting der scholen te dezen een
rol speelt, mag de regeering hieromtrent
geen dwang uitoefenen, doch zij vertrouwt,
dat de vrijheid, welke den schoolbesturen
wordt gelaten, aan e«n vermindering der
uitgaven op deze wijze niet zal blijken in den
weg te staan.
Overwogen zal worden het leerplan der
openbare vijfjarige scholen concentrisch in
te richten, waardoor de overgang van de
driejarige naar de vijfjarige scholen zal
worden vergemakkelijkt en de driejarige
scholen in de gelegenheid worden gesteld
ook eindonderwijs te geven.
De wet legt aan de omzetting van de ge
meentelijke en bijzondere vijfjarige scholen
in driejarige en aan de subsidieering van al
dus ontstaande driejarige scholen geen en
kel beletsel in den weg. Echter dient te wor
den gewaarborgd, dat leerlingen van een
gedecapiteerde gemeentelijke hoogere bur
gerschool op denzelfden voet tot de hoogste
twee klassen van een gemeentelijke hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus in een
andere gemeente worden toegelaten als de
leerlingen uit deze laatste gemeente zelve.
Ook moeten de bepalingen omtrent de be
voegdheid enz., welke voor de vijfjarige
scholen gelden, mede voor de driejarige
scholen van kracht blijven.
AUTO-BOTSING TE NOORDW1JK-
BINNEN.
Twee gewonden.
Gisteravond tegen half tien wilde te Noord-
wijk Binnen bij de beruchte tramkruising in
de Klei een chauffeur van den autoverhuur
der Beuk te Noordwijk aan Zee, die een
dame naar het station te Leiden vervoerde
een autobus voorbijrijden. Van den tegen
overgestelde kant naderde een jiersonenauto
uit de richting Leiden, die de chauffeur niet
gauw genoeg opmerkte. Deze werd bestuurd
door den heer J. Moody uit den Haag; zijn
echtgenoote zat eveneens in den auto. De
botsing was zoo hevig, dat de laatste auto
een halve slag omdraaide en van voren ge
heel werd vernield. De heer Moody bleek het
bovenbeen te hebben gebroken en had ver
schillende hoofdwonden. Hij werd ter plaat
se verbonden door de beide plaatselijke doc
toren. Zijn echtgenoote, die eveneens werd
verwond, is per auto naar Leiden vervoerd.
Later werd ook de heer M. jjer ziekenauto
daar heen gebracht. Het ongeluk trok op
den laten avond zeer veel belangstelling.
INBRAAK IN EEN VILLA TE
BUSSUM.
De bewoner slapende.
ui een villa aan de Groot-Hertoginnelaan
te Bussum is een inbraak gepleegd, waarbij
is gebleken, dat de bewoner een goede slaper
en de andere partij een goede inbreker is ge
weest.
De heer V. heeft Donderdagmiddag bij de
politie aangifte gedaan, dat hij, 's ochtends
laat uit zijn vacantieslaap wakker wordende,
speren van inbraak in zijn kamer bespeurde
Er was een bureautje door elkaar gehaald en
hij miste uit de zak van een pantalon, die
aan een spijker hing, een beurs met 20, uit
een binnenvestzak zijn portefeuille, waarin
overigens alleen een pas had gezeten. Eenig
vreemd geld dat in een lade van het bureau
tje had gelegen, was ook verdwenen. Het
keukenraam stond opengeschoven, dus de man
is hierdoor binnengekomen.
Dezelfde inbreker heeft vermoedelijk ook
de inbraak gepleegd, die denzelfden nacht in
een onbewoonde villa aan den Brediusweg is
geschied en die eerst in den loop van Don
derdag werd opgemerkt door iemand, die het
huis voor de bewoners inspecteerde Er wor
den drie costumes en eenig tafelzilver ver
mist. Men had zich daar door het openbre
ken van een raam toegang verschaft.
Gistermiddag omstreeks halfvier heeft te
Oss een hevige vechtpartij plaats gehad,
waarbij een man zwaar werd gewond.
Zooals gewoonlijk na afloop van de paar
denmarkt was een aantal bezoekers van de
ze markt zwaar beschonken. Een man uit
Delden had van een woonwagenbewoner een
hit gekocht voor 65 en een rondje gegeven
voor vijf personen. De Deldenaar laadde de
hit op zijn auto en wilde daarna betalen.
De woonwagenbewoner weigerde echter
het geld in ontvangst te nemen, omdat hij
betaling in een café wenschte, waartegen de
vrouwen zich echter verzetten. Toen de Del
denaar dit weigerde, haalde de woonwagen
bewoner de hit van de auto.
Daarna ontstond een woordenwisseling,
gevolgd door een handgemeen. De Delde
naar greep een Engelschen sleutel uit zijn
auto en bracht den woonwagenbewoner een
zóó hevigen slag op het hoofd toe, dat deze
bewusteloos en zwaar bloedend op den
grond viel.
De vrouwen waren elkaar intusschen met
de klompen te lijf gegaan en takelden elkaar
duchtig toe.
Zoodra de woonwagenbewoner buiten ge
vecht was gesteld, snelde de Deldenaar met
zijn wederhelft en vrienden naar de auto en
reed weg. Onder Heesch werd bij echter
aangehouden en naar Oss teruggebracht,
waar het heele gezelschap in arrest is ge
steld.
De bewustelooze woonwagenbewoner werd
naar het St. Annaziekenhuis vervoerd, waar
hij ter verpleging werd opgenomen. Zijn toe
stand is bedenkelijk.
Gisteren diende voor de Bredasche recht
bank de strafzaak tegen een 32-jarigen land
bouwer uit Zevenbergen. Deze had in den
morgen van 8 Mei j.1. twist gekregen met
zijn stiefbroer, terwijl zij het land bewerk
ten. De twist liep over een voetbalkwestie.
Toen de stiefbroer zich minachtend over ver-
dachte's vader uitliet, ontstak de ander in
groote woede. Hij hief een schrepel op en gaf
zijn stiefbroer hiermede een slag op het
hoofd. Deze zakte terstond ineen, en gaf
eenige oogenblikken later den geest.
Verd. bekende. Hij zeide zeer driftig aan
gelegd te zijn. Toen hij over zijn overleden
vader geringschattend hoorde spreken, ken
de zijn woede geen grenzen. Voor hij wist
wat er gebeurd was, lag zijn stiefbroer al op
den grond.
Get. J. C. F. Deugd, een stiefbroer van
verd., verklaarde dat de onderlinge verstand
houding tusschen den verslagene en verd.
steeds voortreffelijk was geweest.
De officier eischte acht maanden gevange
nisstraf.
De verdediger, mr. J. F. van As, uit Ze
venbergen, pleitte clementie.
Uitspraak over veertien dagen.
EEN 73-JARIGE BIGAMIST.
Na tien jaar het bedrog bij toeval
ontdekt.
Het leven van den 73-jarigen tuinman J. O..
gedetineerd, was tot nu toe zeer wonderlijk
geweest, zooals tijdens de behandeling van
zijn zaken. O. stond terecht wegens valsch-
heid in geschrifte en bigamie. De dagvaar
ding legde hem ten laste dat hij tusschen 8 en
22 Januari 1925 te Nieuwerkerk aan den Ijs-
sel opzettelijk valschelijk in een extract uit
het register van geboorten van de gemeente
Zevenbergen heeft geradeerd, zoodanig dat
zijn geslachtsnaam kwam te luiden Coliio
met het oogmerk om dit vervalscht
schrift als echt en onvervalscht door
een anderen te doen gebruiken of te ge
bruiken, uit welk gebruik eenig nadeel kon
ontstaan. Voorts werd hij er van beschul
digd, dat hij op 22 Januari te Nieuwerkerk
aan den IJssel voor den ambtenaar van den
burgelijken stand aldaar, hoewel hij wist dat
hij op 12 Mei 1887 voor den ambtenaar van
den burgelijken stand te Noordwijk wettig
gehuwd was met Petronella Cornelia P. en
zonder zich te hebben vergewist of dit huwe
lijk was ontbonden en nietig verklaard, het
geen dan ook niet het geval was, daar dat
huwelijk met Petronella Cornelia P. nog vol
komen wettig bestond, opnieuw een huwelijk
heeft aangegaan met Aartje van den D., aan
door WILLIAM LE QUEUX.
15)
>Jk wil niets terug hebben. Dit is voor u
en uw vriendin voor de plaatsen en voor een
Versnapering".
Juffrouw Briggs, blozend en stralend van
genoegen en innig gelukkig met deze afwis
ij1"? in haar eentonig leven, had, in haar
kleeren, no. 20 in weinige minuten ver-
kust was nu vrij. Zijn list had prachtig
sfwerkt. Een half pond was niet te duur be-
jald, zelfs tien pond zou niet te veel ge-
f ^t zijn. En die goede, vriendelijke juf-
r°Uw Briggs was slim, maar niet wantrou-
end. Het was best mogelijk geweest, dat
'i hem voor een oplichter had aangezien en
j hij haar kijt wilde zijn om op zijn gemak
e r.Unn€n stelen.
Maar de ex-dienstbode was slimmer dan
"!J dacht. Zij had, ondanks zijn versleten
Kleding, wel begrepen, dat bij iemand van
goeden stand was, misschien wat geheimzin-
'g, maar toch een heer. Daarvooor was zij
e Jan8 in betrekking geweest,
voor hij begon te eten, ging hij in den
ln om de achterzijde van het aangrenzende
"U's te bekijken. De ruit was nog niet her
steld en er was geen licht in de kamer. Het
was duidelijk dat nog iemand anders werd
verwacht en dat Stephanie Ghika niet de
eenige bezoekster was.
Welke van de beide vrouwen was het ge
lukkigst? De jonge prinses, te midden van
pracht en luxe, steeds in angst voor haar
vader's troon, of deze hardwerkende vrouw,
die gelukkig was met haar echtgenoot en
haar huis en tevreden als zij een paar shil
lings terzijde kon leggen voor eenige dagen
vacantie in een volgend jaar? Dat was niet
gemakkelijk te zeggen. Het noodlot vermeng
de het bittere en het zoete in bijna alle ge
vallen.
Gerald schraapte zijn keel. Juffr. Briggs
stond op het punt om heen te gaan. Er was
geen tijd te verliezen, als hij zijn slag wilde
slaan.
„Ik hoop niet, dat u mij vrijpostig vindt,
maar u is voor mij met mijne zieke gezond
heid zoo vriendelijk en zorgzaam. U zeide
mij aan het ontbijt dat uw man vandaag
avonddienst heeft. Ik ga niet meer uit. Ik
blijf rustig thuis zitten lezen. Nu weet ik dat
er eenige mooie films worden vertoond in ds
bioscoop hier in de buurt. Mag ik u in de ge
legenheid stellen daar heen te gaan? Mis
schien kunt u een vriendin medenemen".
„Het is heusch heel vriendelijk van u,
mijnheer, en ik ben in jaren niet in een bios
coop geweest. Maar ik moet eerst hier oprui
men".
„Geen kwestie van", antwoordde Gerald
haastig. Hij wilde zoo sjwedig mogelijk het
huis uit.
Hij at haastig zijn souper. Hij ging naar
zijn geliefdkoost plekje bij het venster en
wachtte op de dingen, die komen zouden.
Het was nu tamelijk duister, maar hij had
een prachtig uitzicht.
Het duurde niet lang of Tarangul ging
het huis binnen. Hij was alleen; de tengere
figuur van den jongen Oostenrijkschen at
taché verscheen nog niet ten tooneele.
Wat speelden zich vreemde gebeurtenis
sen af in twee kleine huizen in Golder's
Green! En dit was dus het geheime geknoei
in de diplomatieke wereld. Weenen, Vanina,
een voorstad van Londen!
Zoo was dus de keizerlijke muziek weg
gestorven in een diminuendo en de veteraan
kapelmeester, die met bevende handen de
maat aangaf, was de oude keizer Frans
Jozef.
Eenige oogenblikken later sloop hu den
tuin in. Ja, het licht brandde. Hij hoorde het
openen van een champagneflesch. Loukoff en
Tarangul, dat wist hij, dronken veel. De
wijn zou zeker hun tongen losmaken.
Het gesprek begon zachtjes, de wijn had
nog niet gewerkt. Zij spraken Fransch, een
taal, dié Danecourt volkomen meester was
Maar hun stemmen waren zoo zacht, dat hij
slechts af en toe een paar woorden kon op
vangen.
Langzamerhand werden hun stemmen
diudelijker en kon hij het gesprek volgen.
„Je hebt dat laatste zaakje leelijk ver
knoeid, Stephanie. Je hebt den man ver
moord, maar de papieren heb je niet te pak
ken gekregen".
Loukoff kwam vriendelijk tusschenbeide;
Stephanie was een goede vriendin van hem.
Hij moest haar dus verdedigen.
„Dat was niet de schuld van Stephanie.
Salcedo was te voorzichtig. Hij wilde geen
gevaar loopen. Hij borg de papieren op een
veilige plaats".
Toen viel Stephanie in. „Het was iets
vreeselijks Het heeft mij nachtmerries ge
geven. Hij sliep als een kind en de arme Sal
cedo was steeds eerlijk en oprecht. Ik ben
een ellendig beest. En de papieren kon ik niet
vinden. Als ik dat geweten had, zou hij nu
nog in leven zijn".
De Oostenrijksch minister barstte in
lachen uit. „Plaag je gevoelig geweten niet,
mijn waarde Stephanie. Jij hebt al heel wat
menschen om zeep gebracht en je zult er
nog wel eenige meer opruimen voor je aan
het einde van je loopbaan bent gekomen. Je
maakte een stomme fout door je beurs met
het spuitje te laten liggen".
„Men maakt altijd fouten", antwoordde
de Hongaarsche gemelijk. „Mijn zenuwen
waren mij de baas. Ik schrok van elk ge
luid; ik had maar één gedachte en dat was
om zoo gauw mogelijk weg te komen. U
begrijpt die dingen niet. U laat de menschen
bij volmacht dooden. Wij, uwe betaalde
krachten, hebben het werk te doen".
Loukoff viel nu in de rede.
„Ja, ik geloof dat u de moeilijkheden,
waarmede uwe ondergeschikten te kampen
hebben, niet begrijpt".
Tarangul lachte weer. „Ik begrijp, wat ik
wil begrijpen, mijn lieve Stephanie. In ieder
geval deed je goed werk door Salcedo op
te ruimen. Je hebt de hersenen van het hof
van Slavonië vernietigd".
Er volgde een pauze. En toen hoorde de
bespieder in den tuin weer de stem van de
Hongaarsche.
„Gelooft u dat werkelijk? Er zijn nog her
senen overgebleven".
„Ik zou wel eens willen weten waar die te
vinden zijn".
„Dat kan ik uwe excellentie wel vertellen.
In de eerste plaats prinses Zita, verder een
jong Engelscnman, die u misschien over 't
hoofd ziet, een zekere Gerald Danecourt".
Tarangul antwoordde vlug:
„Prinses Zita is een ingebeeld, klein nest,
waarmede de aartshertogin en de keizer het
wel klaar zullen spelen. En die Engelsch-
man, waarover je het hebt, die hebben wij
uit Vanina gezet".
„Om naar Weenen te gaan, waar hij nog
gevaarlijker is", zeide Stephanie rustig.
Wederom was het stil. De Oostenrijksche
minister dacht na. Hij nam ongetwijfeld
nog een glas champagne voor hij sprak.
„U slaat hem hoog aan, nietwaar?"
Hij vroeg niet dikwijls het oordeel van
iemand anders. Stephanie kon zich gevleid
gevoelen. Zij antwoordde vlug:
„Een van de knapste koppen in den diplo-
matieken dienst. Hij zou zelfs u kunnen ver
schalken als de kansen gelijk staan".
Wederom lachte hij. „Maar de kansen
zullen nooit gelijk zijn; ik heb de macht in
handen. Wij hebben hem uit Vanina ge
werkt en hij verdwijnt ook uit Weenen, als
ik dat wenschelijk vind. Laten wij nu naar
de voorkamer gaan".
Zij verlieten de kamer. Gerald ging weer
terug naar no. 20. Hij was tevreden over
dezen avond. Hij had zekèrheid gekregen
over eenige dingen.
(Wordt vervolgd).