VOOR 100 JAAR.
Nasleep Essensche redevoeringen.
3 ïtfUMMMS
De strijd om den laatsten Duitscher.
BLOEDIGE ERNST.
De hel van Massaoea.
Het Abessinische conflict.
ROMAN VAN EEN STOUT
MEISJE.
De eerste verstekelinge op de
„Normandie".
Victoria Theater.
RICHARD TAUBER IS TOCH VAN
PLAN TE TROUWEN.
v.Buitenland.
Uit de Alkmaarsche Courant van 10 Augustvs 1835.
BURGEMEESTER en WET
HOUDERS der stad ALKMAAR,
kennis genomen hebbende dat
bij den laatsten brand in de na
burige gemeente van Oterleek
grove en menigvuldige wanorde
hebben plaats gehad, vooral toe
te schrijven aan het onmatig
gebruik van sterken» drank,
waardoor niet alleen alle be
hoorlijke werkzaamheid met de
spuiten als andersints is onmo
gelijk geworden, maar ook vech
terijen en allerleije onbetame
lijke handelingen zijn gevolgd.
Overwegende, dat hoezeer mis
schien de stedelijke spuitgasten
van deze ongeregeldheden geene
oorzaak zijn geweest of in het
algemeen zich daaraan mogen
hebben schuldig gemaakt, eeni-
gen onder hun evenwel daarin
maar al te veel hebben gedeeld
en mede gedaan.
Zich herinnerende dat bij
vroegere gelegenheden vooral,
waarbij de brandspuiten en
brandspuitgasten in werking
waren, het misbruik van sterken
drank dikwijls oorzaak is ge
weest van onregelmatigheden en
wanorde, welke voor den rust
der stille burgers zoowel als
voor het oogmerk der werkzaam
heden waartoe zij waren opge
roepen, hoogst nadeelige gevol
gen hadden kunnen hebben.
In aanmerking nemende, dat
het der Regeering betaamt, zoo
veel in derzelver vermogen is,
maatregelen te nemen tegen
eene ondeugd die den mensch
tot den staat van het onredelijke
vee vernederd, dewelke zoovele
huishoudingen ongelukkig ge
maakt en tot den bedelstaf ge-
bragt, waardoor menschen zich
dikwerf schuldigmaken aan mis
daden, waartegen zij nuchteren
een afschuwen zouden hebben
gehad,
Hebben gemaakt het navol
gende
REGLEMENT van POLITIE
Art. 1. Niemand die ook maar
eenigszins staat bekend als van
tijd tot tijd zich in sterken drank
te verloopen. zal immer of ooit
eenige post of bediening kunnen
erlangen, welke ter dispositie
staat van Burgemeester en Wet
houders, ook niet tijdelijk door
derzelver worden geëmployeerd
of gebruikt.
4rt.2. Hij die zich gedurende
de uitvoering van zijn ambt, be
diening of emplooy aan dron
kenschap schuldig maakt, zal
van zijn post worden ontzet en
immers ten minsten, bij ver-
schoonende omstandigheden,
voor langer of korter tijd daar-
van gesuspendeerd.
Art. 3. Deze dispositie is voor
al van toepassing op de zooge
naamde brandspuitgasten, voor
zooverre zij daarbij eenig Stede
lijke bediening of emplooy heb
ben, in het geval wanneer zij die
niet hebben, zullen zij worden
beboet met eene boete van twee
guldens, telken reize te verbeu
ren wanneer zij bedronken zul
len worden bevonden, terwijl zij
voor de derde maal beboet van
de spuit zullen worden wegge
jaagd en onbekwaam verklaard
bij de stad of goede Burgerij in
eenige hoedanigheid te kunnen
worden geëmployeerd.
Art. 4: De commissaris van
politie en alle ambtenaren
welke tot de Politie bij dag of bij
nacht behooren zullen zich van
ieder dronken mensch welke zij
in of buiten emplooy, zoodanig
vinden, oogenblikkelijk verzeke
ren en hem in goede bewaring
brengen, tot dat nader over hem.
zal worden gedisponeerd.
Art. 5. Dit reglement zal wor
den gepubliceerd en alomme bin
nen deze stad geaffigeerd in
zonderheid zal daarvan in ieder
zoogenaamde kamer van alle
kleine Stedelijke beambten, als
- Kaasdragers, Turfdragers, Bier
en Wijnwerkers enzv., enzv., een
exemplaar cp een zigtbare plaats
worden opgehangen en altijd op
verantwoordelijkheid van die
Stedelijke geëmployeerden wor
den ongeschonden gehouden, ter
inspectie en onder toezigt van de
zoogenaamde Vaders, Moeders of
Opzieners van ieder van die ver-
eenigde geëmployeerden.
Aldus gedaan ter Kamer van
Burgemeester en Wethouders
voornoemd, den 4-den Augus
tus 1835.
FONTEIN VERSCHUUR.
Ter Ordonnantie van Dezelven,
Bij afwezen van den Secretaris,
S. C. S. HOLLAND.
Het belang van de te Essen gehouden rede
voeringen (zie ons nummer van Maandag
jL), in het bijzonder de kalme van den rijks
minister van binnenlandsche zaken Frick en
de vlammende van den „heraut van het Der
de Rijk", den minister voor voorlichting en
propaganda Ooebbels, kunnen in hun betec-
kenis moeilijk worden overschat. Ook in de
Duitsche pers is tot uiting gekomen, dat deze
redevoeringen als een „laatste waarschu
wing" door de betrokkenen moeten worden
opgevat. Degenen, tot wie ze gericht waren,
hebben er zich het een en ander van aange
trokken. Men heeft onlangs in ons blad een
beschouwing kunnen lezen over de ontevre
denheid in Duitschland, waarin speciaal
werd uiteengezet, hoe de kerkstrijd
een welkom middel
voor vele ontevredenen was, om zich achter
een gewetenskwestie te schuilen in den strijd
tegen het heerschende regime. Toen werden
de waarschuwingen weer iets duidelijker en
kwamen ook van hooger hand als bijvoor
beeld de verordening van Goering tegen het
politiek katholicisme en de benoeming van
diens vriend Kerrl als het ware tot algemeen
inspecteur De redevoeringen van de minis
ters Frick en Goebbels zijn nu de sluitsteen
geweest en het is in deze redevoeringen zeer
ondubbelzinnig uitgesproken, dat wie voor
taan niet hooren wil, zal moeten voelen.
Het is geen toeval, dat deze laatste waar
schuwingen juist te Essen zijn uitgesproken
en niet te Berlijn of München. Essen ligt wel
iswaar niet in Westfalen, maar het is toch de
grootste en voornaamste stad van het Rijn-
landschWestfaalsch nijverheidsgeb'ed.
Daartoe behoort in zekeren zin ook 't Mun
sterland en vooral in dit gebied zijn iri de
laatste maanden dingen voorgekomen, die
geen enkele regeering, welke haar gezag niet
tot het laatste grijntje op het spel wil zetteh,
had kunnen dulden. Vlak bij het Munster
land, niet ver van Bocholt, van Borken en
van Werne a.d. Lippe hebben de ministers
den Westfaalsche gouwdag te baat genomen
om tot 'het geheele Duitsche volk en in het
bijzonder tot de katholieken en communisten
van het Munsterland een hartig woordje te
spreken.
De phillipica van beide ministers was drie
ledig en richtte zich ten eerste tegen het poli
tieke katholicisme, ten tweede tegen de reac-
tionnaire zwartkijkers en mopperaars en ten
derde tegen de buitenlandsche pers.
De laatste in verband, o.a. met het volgen
de:
We hebben hét al meer gehad over den
ernst, waarmee men in het Derde Rijk vaak
zelfs de kleinste kleinigheden behandelt,
Zöo is onlangs bericht ook in het nieuwe
blad is ervan gewaagd. dat een aantal
filmacteurs 'als Otto Gebühr, Emjl Janpings
en Angela Salloker voorloopig niet mochten
spelen, omdat een nader onderzoek naar hun
arische afstamming noodig was. Het bericht
is thans tegengesproken, en hoe! Er was toch
niets bijzonders bij. Duitschland heeft nu een
maal de ariërsparagraaf en voert deze conse
quent, in het bijzonder ook op kunstgebied,
door. Of het nu waar of niet waar is, dat bij
de genoemden een nader onderzoek werd in
gesteld, is toch werkelijk van al heel weinig
Rapport van senator Crispi.
De hoofd- en havenstad Massaoea van de
Italiaansche kolonie Eritrea toont het hoog
ste jaargemiddelde aan warmte van de
voornaamste plaatsen ter wereld, met 31.02
graden. Midden in den zomer stijgt de tem
peratuur tot 45 en 50 graden. Deze ontzet
tende hitte heeft de Italianen reeds voor tal
van moeilijk oplosbare problemen gesteld,
ter bestudeering waarvan senator Crispi een
inspectiereis naar de kolonie heeft onder
nomen. Hiervan heeft hij aan Mussolini
persoonlijk verslag uitgebracht.
In het „Giornale d' Italia" doet hij enke
le zeer interessante mededeelingen, waar
uit wij o.a. vernemen, dat gedurende ziin
verblijf des nachts de vochtig-warme lucht
een temperatuur bereikte van 36 graden;
overdag was het in de schaduw niet minder
dan 42 graden. Des nachts is slapen natuur
lijk een onmogelijkheid, niet alleen tengevol
ge van de hitte maar ook door het lawaai
omdat iedereen uitsluitend 's nachts werkt.
In Massaoea treft men dan ook niets an
ders aan dan havenwerkers. De soldaten en
anderen worden onmiddellijk met auto's,
naar hooger geleken streken vervoerd.. „Ik
heb gezien, hoe het stoomschip „Saturnia"
tusschen middernacht en 2 uur 's morgens
3500 man aan land zette, die des morgens
om 6 uur reeds allen naar een streek met ge
matigder klimaat waren getransporteerd.
Asmara b.v., met een gemiddelde tempera
tuur van 22 graden, is bijna een paradijs te
noemen", aldus de senator.
Het voedselvraagstuk.
Het voornaamste doel van de reis van
Crispi bestond in het onderzoeken, in hoe
verre het mogelijk zou zijn, om door middel
van koet-installaties vóór alle vleesch in goe
den toestand te kunnen houden voor de men-
schenmassa's, die in Massaoea aankomen
en voor een deel daar ook moeten blijven.
Als het vleesch uit de koelruimen der spe
ciaal daarvoor ingerichte schepen aan land
wordt gebracht en dus, al is het slechts zeer
kort, aan de Afrikaansche zon wordt bloot
gesteld, bederft het onmiddellijk.
De Italiaansche autoriteiten zijn er dan
ook toe overgegaan, ter plaatse ijsfabrieken
en koel-installaties op te richten. Van daar
uit worden dan door middel van „vliegen
de"1 ijs- en koelwagens levensmiddelen aan
de troepen toegevoerd.
Volgens de meening van den senator zul
len drie nieuwe, vervoerbare ijsfabrieken,
die tezamen 20 ton ijs per dag fabriceeren,
belang. En tóch heeft men zich in Duitsch
land over dit onschuldige bericht, dat bij de
dTie genoemden nu eéns niet waar was, maar
elke week bij nadere niet-genoemden wèl ge
schiedt, heel erg opgewonden.
Hitier heeft 21 Mei gezegd, dat de strijd,
ook om den laatsten Duitscher tot een natio-
naal-socialist te maken, nog wel 50 of 100
jaar kan duren. Men is dus nog pas in het
begin van dezen strijd om de ziel van een
volk, gelijk Hitier ook zelf heeft gezegd, en
daarom is men zoo vurig en wordt alles zoo
doodernstig genomen en zoo schromelijk
overdreven.
Maar, wordt veelal gezegd, een zekere on
tevredenheid in Duitschland is zóó groot, dat
er weldra een uitbarsting kan worden ver
wacht. Men kan er zeker van zijn, dat er dan
niet zoolang was gewacht met ingrijpen.
Alles kan men van deze regeering eerder
zeggen, dan dat zij bij de pakken neerzit.
Dat zou inconsequent zijn van hen, die het
huidige régime niet bijzonder waardeeren
Immers men verwijt het, dat het juist zoo on-
noodig hardhandig optreedt.
Men mag aannemen dat de Nazi-regee
ring vrij goed op de hoogte is van den om
vang, dien de ondergrondsche tegenstand
heeft aangenomen, dat zij de geheime stroo
mingen kent. Dat nu Goebbels over „enkele
duizenden" sprak, die van geen beteekenis
zijn vergeleken bij de 66 millioen volgelingen
van de regeering, is natuurlijk een politieke
zet. Bij de laatste volksstemmingen waren het
altijd enkele millioenen, die blijk gaven, dat
zij niet tot de volgelingen van Adolf Hitier be
hooren. Dat weet de regeering natuurlijk ook
nog en inderdaad zal zij de vijanden niet al
te licht tellen. Als zij werkelijk meende, dat
het er nu nog maar enkele duizenden waren,
dan was het vrij gemakkelijk, om het groot
ste deel daarvan te ontdekken en achter slot
en grendel te zetten en de regeering zou ook
geen oogenblik aarzelen, dat te doen. Dat de
verordening van Göring gekomen is en thans
te Essen twee der allereerste kopstukken
van de regeering hun waarschuwing hebben
uitgesproken, bewijst, dat men den toestand
niet luchthartig
opneemt.
Maar het bewijst ook, dat het nu ernst
wordt. Naar de Daily Telegraph uit Moskou
meldt, zijn zoo juist Dimitrof en de vroegere
leider der communistische fractie in den Prui-
sischen Landdag Pieck benoemd tot leiders
van de ondergrondsche beweging in Duitsch
land, met het doel, om allen, die tegen 'het
fascisme zijn, tezamen te brengen. Dat men
hiermede reeds vóór het Moskousche com-
munistencongres is begonnen, blijkt uit het
geen hier al is ontdekt. De Duitsche regee
ring is gewaarschuwd en heeft nu van haar
kant door de redevoeringen te Essen de te
genstanders gewaarschuwd. Men weet, wat
men- aan elkaar heeft.
Eén ding is echter zeker. Wie zich nu toch
nog tegen het heerschende régime verzet,
hoeft niet op een zachte behandeling te reke
nen. Het zal hard tegen hard gaan en het
dunkt ons een lichtvaardige illusie aan te
nemen, dat de Duitsche regeering zich zwak
voelt. Zij heeft zich zoo sterk gevoeld, dat zij
tot dusver nog niet hard heeft toegeslagen.
Als het voortaan wel gebeurd, zullen de tik
ken wel degelijk raak zijn.
zeer goed voldoen. Ook heeft men gunstige
resultaten bereikt met nieuwe levensmid-
delen-transportkisten, berustende op het
principe van de bekende thermosflesschen.
Vleesch, dat daarin wordt gedaan op een
temperatuur van 4 graden, blijft er 14 da
gen goed in. Moet het langer worden be
waard, dan moet het bij aankomst opnieuw
worden gekoeld.
De Italiaansche berichtgever spreekt ten
slotte zijn bewondering uit voor het uithou
dingsvermogen van zijn landgenooten gedu
rende de laatste zware maanden, zelfs „in
de hel van Massaoea", zooals hij het noemt.
Een andere'buitenlandsche mogendheid zou
in zulk een geval zijn toevlucht hebben moe
ten nemen tot Italiaansche hulpkrachten,
merkt hij op: „Wij echter hebben geen
vreemden noodig". In de twee volgende
maanden, als de zon wat minder heet ge
troffen zijn voor de levensmiddelenvoorzie
ning van de troepen.
Geen gebrek aan munietie en
wapenen.
De „Giornale d'Italia" publiceert een bericht,
volgens hetwelk de Negus van Abessinië een
verklaring zou hebben afgelegd tegenover zijn
onderaanvoerders. Volgens genoemd blad zou
de Negus verklaard hebben, dat het gebrek aan
kapitaal was overwonnen en dat hij voldoende
wapenen en munitie had ontvangen om de
Abessinische onafhankelijkheid te verdedigen.
Allen Abessiniërs is een speciale belasting op
gelegd, aangezien, gelijk de Negus volgens den
„Giornale d'Italia" zou hebben verklaard, de
verdediging van de onafhankelijkheid en de
bevrijding van de heerschappij der vreemdelin
gen gesteld moet worden in de plaats van
voedsel en kleeding.
Britsche vrijwilligersdiensten
niet aanvaard.
De Abessinische ambassade te Londen deelt
aan de pers mede, dat zij tot haar spijt geen
gebruik kan maken van de aanbiedingen van
vele Britsche onderdanen om dienst te nemen
in het Abessinische leger. Deji sollicitanten zal
in den vervolge worden medegedeeld, dat hun
aanbieding om Abessinië te dienen weliswaar
zeer op prijs gesteld wordt, maar met het oog
op kwesties van nationaliteit en de kosten kan
tot nader order geen belofte gegeven worden,
dat de Abessinische regeering gebruik zal ma
ken van de aanbiedingen.
Geen Italiaansche deserteurs
over de Tiroolsche grens.
Van Italiaansche zijde worden de berichten
in de buitenlandsche bladen, dat dagelijks uit
Zuid-Tirol een groot aantal deserteurs de Ti
roolsche grens overschrijdt, tegengesproken,
terwijl het bericht, dat twee deserteurs bij hun
pogingen om de grens te overschrijden, door
grenswachten zouden zijn dooïï^escholen, van
allen grond ontbloot wordt genoemcL
Tegen de pro-Italiaansche
beweging in Tessino.
Zooals reeds eerder gemeld werd heeft de
Zwitsersche Bondsraad besloten tegen de aan
hangers der Adulax-bewegi'ng in het kanton
Tessino een vervolging in -te stellen wegens
landverraad. Zij zijn in staat van beschuldiging
gesteld op grond van de in beslag genomen do
cumenten, waaruit blijkt, dat de Adulax-bewe-
ging ten doel had, een vreemde mogendheid
in dit geval Italië te bkwegen tot een voor
Zwitserland gevaarlijke inmenging in zijn bin
nenlandsche aangelegenheden.
Voorts heeft de Bondsraad besloten tot uit
wijzing van den Oostenrijker Alfredo Zanella,
de Italianen Alfogarischi, Sanziopisti en Bruno
Lugli, en de Francaise Marguerite Gonthier,
die van Zwitserland uit een actie tegen Italië
hebben voorbereid, waardoor de goede betrek
kingen tusschen beide landen verstoord zouden
kunnen worden. Zij zijn verleden week te Lu-
gano gearresteerd, waar zij met behulp van
ballonnetjes pamfletten, die protesten bevatten
tegen de Italiaansche houding jegens Abessinië,
over de grens hadden trachten te smokkelen.
RUST IN TOULON HERSTELD.
Twee dooden, drie zwaar ge
wonden^ 68 arrestaties.
Het Fransche ministerie van binnenlandsche
zaken bevestigt, dat bij de onlusten te Toulon
twee burgers zijn gedood. In totaal zijn 68
arrestaties verricht. Van de talrijke gewonden
moesten drie burgers naar het ziekenhuis ver
voerd worden. De anderen konden, na het aan
leggen van een noodverband, naar huis gaan.
Aan de zijde der politie zijn twee gewonden, zij
de militairen zeven.
Tegen een Italiaan, die in het bezit was van
ontplofbare stoffen, is een gerechtelijke vervol
ging ingesteld.
De rust is hersteld. In de stad is het rustig
en de arbeiders verlieten gisternamiddag in
volkomen orde de werkplaatsen van de arse
nalen. In den loop van den avond werden eeni
ge tientallen arrestanten op vrije voeten ge
steld: een veertigtal blijft in bewaring.
Ook te Brest verliep de dag in volledige
kalmte. De arbeiders verlieten des namiddags
hun werk zonder dat een enkel incident voor
viel.
De oceaanstoomer „Lafayette" verliet des
namiddags Havre met 320 fransche oudstrij
ders aan boord, die een yrhendschapsbezoek
aan Canada zullen brengen. De „Colombie"
vertrok voor een kruistocht in de Oostzee.
Na den slag
Te Toulon hebben zich volgens een door de
onder-prefectuur verstrekt communiqué na 2.30
uur hedennacht geen incidenten meer voorge
daan. De onder-prefect heeft op dat tijdstip
een rit door de straten van- het centrum ge
maakt, door het stadsdeel dus, waar de oproer
kraaiers samengeschool zijn en zelfs barricaden
hebben opgericht. t
De toestand der gewonden in de ziekenhui
zen is onveranderd. De inspecteur van de Su-
reté, die zich onder de ^zwaargewonden be
vindt, verkeert nog steeds'ln levensgevaar. Het
hoofd der politie heeft zijn gewonde mannen
bezooht en tegenover iédèV'hunner persoonlijk
zijn erkentelijkheid'betuigd voor hun moedig
optreden. ,v'
Talrijke winkeliers hebben vanmorgen hun
winkels gesloten uit vrees, dat zich bij het uit
gaan der werkplaatsen nieuwe incidenten zou
den voordoen.
Te Brest is het volkomen rustig. De naar de
stad ontboden versterkingstroepen zijn weer
naar hun garnizoensplaatsen teruggekeerd. De
politie- en gendarmerie-patrouilles doorkruisen
niet langer de straten. Ook op de werven ziet
men geen geuniformde ordebewakers meer.
Stratenmakers en gemeente-arbeiders zijn thans
bezig, de sporen van de wanordelijkheden te
verwijderen,
Thans is ook het gerechtelijk onderzoek naar
de gebeurtenissen der laatste dagen begonnen.
In het paleis van justitie te Toulon worden in
den loop van den dag de talrijke gearresteerde
verdachten gehoord, om dan in kort geding te
worden veroordeeld.
Wij hebben verteld, d^t kort nadat de
„Normandie" vier dagen geleden New York
had verlaten voor de thuisreis, aan boord een
elfjarig meisje werd ontdekt, dat op het laat
ste oogenblik ongemerkt aan boord was ge
gaan.
De kleine Amerikaansche werd feitelijk niet
„ontdekt'', zij meldde zichzelf aan. Nauwe
lijks was het schip het Vrijheidsbeeld gepas
seerd of zij snelde op een der officieren toe
en vroeg den kapitein te spreken. Den- ka
pitein, waarom? Omdat ik een versteke-
linge ben! De officier was zeer ver
baasd (tenminste, dat vertelt Max Maurey in
het „Journal") en zei: „Weet ie wel wat een
verstekelinge is!" „Ja zeker antwoordde
het kind, „dat is iemand, die aan boord van
een schip gaat zonder té betalen". ,,En heb
ji» dat gedaan?'' „Ja meneer, ik wilde een
reis maken op de „Normandie"
De officier vroeg of de ouders van het kind
daar iets van wisten. Nee, natuurlijk niet. Ze
was met haar beide broertjes op het schip
gegaan, maar de jongens waren op het laat
ste oogenblik bang geworden en weggeloopen.
Het meisje werd naar den kapitein ge
bracht.
„Weet je dat daar zes maanden gevange
nisstraf op zit?" „Gevangenisstraf?"'
„Ja jongejuffrouw ..Ik had zooveel
gehoord van de „Normandie'', en moeder
vertelde dat zij, toen ze klein was, in Frank
rijk was geweest en dat het zoo'n mooi land
was. En dan heb ik eens in een kinderkrant
van mijn broertjes over het leven van een ver
stekeling gelezen. Ik dacht aan niets anders
meer. U zult mij toch niet in de gevangenis
zetten? Ik kan werken." „Wat kan je
dan?" „Ik kan koekjes bakken, dat heeft
moeder mij geleerd. Bovendien heb ik geld".
„Hoeveel?" „Tien centen" „Dat
is niet veel". „Ja maar ik eet weinig
Men weet reeds dat de jeugdige avontu
rierster aan boord is gebleven, dat een van
de stewards zich haar lot heeft aangetrokken
en dat haar ouders telegrafisch het geld voor
de heen- en terugreis hebben overgemaakt.
POLENBLOED.
In de film Polenbloed maakt de belangstel
lende bezoeker kennis met een Poolschen
graaf, die het geld van zijn voorvaderen in
enkele jaren tiids aan Wein, Weib und Ge-
sang doet verdwijnen.
Er zijn natuurlijk vele vrienden, of beter
gezegd zoogenaamde vrienden, die hem daar
bij een handje helpen en het resultaat is een
invasie van belastingmannen, deurwaarders
en andere minder welkome gasten, die alles
uit het kasteel wegsleepen, wat niet spijker-
vast is.
Zelfs het renpaard van den graaf wordt
een prooi van een in alle opzichten vasthou-
denden deurwaarder en ten slotte is de toe
stand zoo penibel geworden, dat er niets
anders opzit dan dat de graaf maar een rijk
huwelijk moet doen. Een vriend probeert een
paar filmacten lang dezen graaf voor te stel
len aan zijn bekoorlijke dochter, maar de
graaf weet, dat daarbij huwelijksplannen ge
smeed worden en verlangt er niet naar de
dochter te leeren kennen. Ten slotte leert hij
ze maar al te goed kennen, want men weet
hem te overtuigen, dat hij een opzichteres op
zijn landgoed moet hebben en dan komt de
bewuste dochter op het landgoed als chef van
het personeel en neemt er dadelijk zoo krach
tig de teugels in handen, dat de graaf naar
Warschau vlucht en daar kennis maakt met
een paar dames, die er een zonderling dans
instituut op nahouden en eigenlijk verkleedt
fabrieksmeisjes zijn. Ten slotte komt alles
natuurlijk prachtig terecht. De graaf reist
naar huis om zijn opzichteres de les te lezen
en vindt zijn stallen vol vee hij weet na
tuurlijk niet, dat het meisje al die koeien en
paarden zoolang van haar,vader geleend
heeft. Hij besluit zich met het meisje te ver
zoenen, maar dan komen de beide Warschau*
sche dames nog even roet in den landelijken
maaltijd gooien. Ten slotte komt bij het oogst
feest alles terecht. De graaf en het meisje,
die vanaf het begin van de film voor elkan
der bestemd waren, krijgen elkaar en dan is
er geen reden meer waarom de film nog ver
der zou draaien.
Anny Onda is in deze alleraardigste film
de opzichteres. Men kent haar charme en
kan zich dus wel indenken hoe zij deze rol
gespeeld heeft. Het is altijd een bijzonder
genoegen haar amusant en tevens artistiek
spel te bewonderen.
Vooraf gaat een uitgebreide film over Pal
en Patachon, die meer bekend zijn onder den
naam Watt en Half Watt. Wij hebben deze
beide Noren of zijn het Denen? in lan
gen tijd niet gezien, maar het is altijd pret
tig ze weer eens te ontmoeten. In deze film
zijn de beide vrienden soldaten, die op
manoeuvre gaan en dan zijn er natuurlijk
heel wat avonturen te beleven. .Het grappige
tweetal is meestal de dupe van allerlei zon
derlinge vergissingen en het publiek heeft
van ganscher harte getuige de zeer vele
lachsalvo's van deze film genoten.
Polygoon heeft natuurlijk nog voor veel
actueel nieuws in beweegbaar geïllustreer-
den vorm gezorgd.
EIN SUSSES MADEL AUS WIEN.
Harmonie.
Hoewel de titel verwachtingen wekt, dat
we ons zouden verplaatst zien in het oude
romantische Weenen van weleer, worden we
in dit opzicht teleurgesteld.
Een tweetal vrienden treffen we al dade
lijk in een zeer modern vervoermiddel aan,
n.1. in een vliegmachine op weg van Londen
naar Weenen.
Tijdens de niet onbelangrijke luchtziekte
waaraan een van hen gedurende deze tocht
laboreert, zweert deze 'n dure eed den ander
's avonds te fuiven, wanneer hij weer heel
huids op den grond komt. Het lot wil dat
hij weer heelhuids beneden komt en zoo vin
den we dan het illustre tweetal in den avond
ergens in Weenen in een hypermondaine ge
legenheid terug. Daar ontmoeten ze Greta
(Magda Schneider), die in zak en asch blijkt
te zitten aangezien haar ouders de huur niet
zullen kunnen opbrengen. Een opgelegde
contradictie is hier het karakter van Grtca
tegenover de eigenaardige handelingen die
ze er op na houdt. Enfin hoe het ook zij, in
bovengenoemde mondaine gelegenheid pikt
ze al heel spoedig het bovengenoemd twee
tal op, dat begrijpelijkerwijze onmiddellijk
bereid is de kamer, die door Greta's moeder
te huur wordt aangeboden om uit de moei
lijkheden te geraken, te huren.
Hier ontdekt een van het tweetal (Arthur
Riscoe) de danstalenten en de andere dfc
zangtalenten van het meisje. Na een reeks
van de meest zonderlinge wederwaardighe
den weten de beide vrienden hun beider
„ontdekkingen" te combineeren door haar in
de opera te laten optreden.
Het bleef natuurlijk niet alleen bij het ont
dekken van de verschillende kwaliteiten,
doch beide heeren blijken ook nog min of
meer verliefd te zijn geworden, welke knoop
ze radicaal doorhakken en beide vertrekken
ter voorkoming van verdere moeilijkheden.
Een en ander houdt zoo ongeveer het mid
den tusschen het Duitsche en net Amerikaan
sche genre. Arthur Riscoe, die meer het Ame
rikaansche gedeelte vertegenwoordigt, ver
oorzaakt door zijn dwaze streken menig
geestig moment, en maakt dan ook dat we
hem feitelijk meer als hoofdpersoon zien
In het voorprogramma gaan behalve de
gewone journaals een aardig teekenfilmpje
en een reprise van een film van Henriëtte
Davids.
Richard Tauber is toch van plan te trou
wen, niettegenstaande Charlotte Xeconti,
die vroeger met hem in den echt verbonden
is geweest, enkele weken geleden, toen er
sprake van was, dat de beroemde zanger met
de Engelsche filmster Diana Napier in het
huwelijksbootje zou stappen en er in ver
schillende bladen photografiën van dit
„bruidspaar" verschenen zijn, categorisch
verklaard heeft, dat Tauber nimmer met een
andere vrouw zou kunnen huwen, omdat zij
daartoe haar toestemming niet wilde geven.
Tauber houdt zich op het oogenblik te Abba-
zia op en Charlotte Xeconti, die de geschei
den echtgenoote van een koopman in Milaan
is, vertoeft in Berlijn. Richard en Charlotte