VOOR 100 JAAR. Nasleep Essensche redevoeringen. 3 ïtfUMMMS De strijd om den laatsten Duitscher. BLOEDIGE ERNST. De hel van Massaoea. Het Abessinische conflict. ROMAN VAN EEN STOUT MEISJE. De eerste verstekelinge op de „Normandie". Victoria Theater. RICHARD TAUBER IS TOCH VAN PLAN TE TROUWEN. v.Buitenland. Uit de Alkmaarsche Courant van 10 Augustvs 1835. BURGEMEESTER en WET HOUDERS der stad ALKMAAR, kennis genomen hebbende dat bij den laatsten brand in de na burige gemeente van Oterleek grove en menigvuldige wanorde hebben plaats gehad, vooral toe te schrijven aan het onmatig gebruik van sterken» drank, waardoor niet alleen alle be hoorlijke werkzaamheid met de spuiten als andersints is onmo gelijk geworden, maar ook vech terijen en allerleije onbetame lijke handelingen zijn gevolgd. Overwegende, dat hoezeer mis schien de stedelijke spuitgasten van deze ongeregeldheden geene oorzaak zijn geweest of in het algemeen zich daaraan mogen hebben schuldig gemaakt, eeni- gen onder hun evenwel daarin maar al te veel hebben gedeeld en mede gedaan. Zich herinnerende dat bij vroegere gelegenheden vooral, waarbij de brandspuiten en brandspuitgasten in werking waren, het misbruik van sterken drank dikwijls oorzaak is ge weest van onregelmatigheden en wanorde, welke voor den rust der stille burgers zoowel als voor het oogmerk der werkzaam heden waartoe zij waren opge roepen, hoogst nadeelige gevol gen hadden kunnen hebben. In aanmerking nemende, dat het der Regeering betaamt, zoo veel in derzelver vermogen is, maatregelen te nemen tegen eene ondeugd die den mensch tot den staat van het onredelijke vee vernederd, dewelke zoovele huishoudingen ongelukkig ge maakt en tot den bedelstaf ge- bragt, waardoor menschen zich dikwerf schuldigmaken aan mis daden, waartegen zij nuchteren een afschuwen zouden hebben gehad, Hebben gemaakt het navol gende REGLEMENT van POLITIE Art. 1. Niemand die ook maar eenigszins staat bekend als van tijd tot tijd zich in sterken drank te verloopen. zal immer of ooit eenige post of bediening kunnen erlangen, welke ter dispositie staat van Burgemeester en Wet houders, ook niet tijdelijk door derzelver worden geëmployeerd of gebruikt. 4rt.2. Hij die zich gedurende de uitvoering van zijn ambt, be diening of emplooy aan dron kenschap schuldig maakt, zal van zijn post worden ontzet en immers ten minsten, bij ver- schoonende omstandigheden, voor langer of korter tijd daar- van gesuspendeerd. Art. 3. Deze dispositie is voor al van toepassing op de zooge naamde brandspuitgasten, voor zooverre zij daarbij eenig Stede lijke bediening of emplooy heb ben, in het geval wanneer zij die niet hebben, zullen zij worden beboet met eene boete van twee guldens, telken reize te verbeu ren wanneer zij bedronken zul len worden bevonden, terwijl zij voor de derde maal beboet van de spuit zullen worden wegge jaagd en onbekwaam verklaard bij de stad of goede Burgerij in eenige hoedanigheid te kunnen worden geëmployeerd. Art. 4: De commissaris van politie en alle ambtenaren welke tot de Politie bij dag of bij nacht behooren zullen zich van ieder dronken mensch welke zij in of buiten emplooy, zoodanig vinden, oogenblikkelijk verzeke ren en hem in goede bewaring brengen, tot dat nader over hem. zal worden gedisponeerd. Art. 5. Dit reglement zal wor den gepubliceerd en alomme bin nen deze stad geaffigeerd in zonderheid zal daarvan in ieder zoogenaamde kamer van alle kleine Stedelijke beambten, als - Kaasdragers, Turfdragers, Bier en Wijnwerkers enzv., enzv., een exemplaar cp een zigtbare plaats worden opgehangen en altijd op verantwoordelijkheid van die Stedelijke geëmployeerden wor den ongeschonden gehouden, ter inspectie en onder toezigt van de zoogenaamde Vaders, Moeders of Opzieners van ieder van die ver- eenigde geëmployeerden. Aldus gedaan ter Kamer van Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 4-den Augus tus 1835. FONTEIN VERSCHUUR. Ter Ordonnantie van Dezelven, Bij afwezen van den Secretaris, S. C. S. HOLLAND. Het belang van de te Essen gehouden rede voeringen (zie ons nummer van Maandag jL), in het bijzonder de kalme van den rijks minister van binnenlandsche zaken Frick en de vlammende van den „heraut van het Der de Rijk", den minister voor voorlichting en propaganda Ooebbels, kunnen in hun betec- kenis moeilijk worden overschat. Ook in de Duitsche pers is tot uiting gekomen, dat deze redevoeringen als een „laatste waarschu wing" door de betrokkenen moeten worden opgevat. Degenen, tot wie ze gericht waren, hebben er zich het een en ander van aange trokken. Men heeft onlangs in ons blad een beschouwing kunnen lezen over de ontevre denheid in Duitschland, waarin speciaal werd uiteengezet, hoe de kerkstrijd een welkom middel voor vele ontevredenen was, om zich achter een gewetenskwestie te schuilen in den strijd tegen het heerschende regime. Toen werden de waarschuwingen weer iets duidelijker en kwamen ook van hooger hand als bijvoor beeld de verordening van Goering tegen het politiek katholicisme en de benoeming van diens vriend Kerrl als het ware tot algemeen inspecteur De redevoeringen van de minis ters Frick en Goebbels zijn nu de sluitsteen geweest en het is in deze redevoeringen zeer ondubbelzinnig uitgesproken, dat wie voor taan niet hooren wil, zal moeten voelen. Het is geen toeval, dat deze laatste waar schuwingen juist te Essen zijn uitgesproken en niet te Berlijn of München. Essen ligt wel iswaar niet in Westfalen, maar het is toch de grootste en voornaamste stad van het Rijn- landschWestfaalsch nijverheidsgeb'ed. Daartoe behoort in zekeren zin ook 't Mun sterland en vooral in dit gebied zijn iri de laatste maanden dingen voorgekomen, die geen enkele regeering, welke haar gezag niet tot het laatste grijntje op het spel wil zetteh, had kunnen dulden. Vlak bij het Munster land, niet ver van Bocholt, van Borken en van Werne a.d. Lippe hebben de ministers den Westfaalsche gouwdag te baat genomen om tot 'het geheele Duitsche volk en in het bijzonder tot de katholieken en communisten van het Munsterland een hartig woordje te spreken. De phillipica van beide ministers was drie ledig en richtte zich ten eerste tegen het poli tieke katholicisme, ten tweede tegen de reac- tionnaire zwartkijkers en mopperaars en ten derde tegen de buitenlandsche pers. De laatste in verband, o.a. met het volgen de: We hebben hét al meer gehad over den ernst, waarmee men in het Derde Rijk vaak zelfs de kleinste kleinigheden behandelt, Zöo is onlangs bericht ook in het nieuwe blad is ervan gewaagd. dat een aantal filmacteurs 'als Otto Gebühr, Emjl Janpings en Angela Salloker voorloopig niet mochten spelen, omdat een nader onderzoek naar hun arische afstamming noodig was. Het bericht is thans tegengesproken, en hoe! Er was toch niets bijzonders bij. Duitschland heeft nu een maal de ariërsparagraaf en voert deze conse quent, in het bijzonder ook op kunstgebied, door. Of het nu waar of niet waar is, dat bij de genoemden een nader onderzoek werd in gesteld, is toch werkelijk van al heel weinig Rapport van senator Crispi. De hoofd- en havenstad Massaoea van de Italiaansche kolonie Eritrea toont het hoog ste jaargemiddelde aan warmte van de voornaamste plaatsen ter wereld, met 31.02 graden. Midden in den zomer stijgt de tem peratuur tot 45 en 50 graden. Deze ontzet tende hitte heeft de Italianen reeds voor tal van moeilijk oplosbare problemen gesteld, ter bestudeering waarvan senator Crispi een inspectiereis naar de kolonie heeft onder nomen. Hiervan heeft hij aan Mussolini persoonlijk verslag uitgebracht. In het „Giornale d' Italia" doet hij enke le zeer interessante mededeelingen, waar uit wij o.a. vernemen, dat gedurende ziin verblijf des nachts de vochtig-warme lucht een temperatuur bereikte van 36 graden; overdag was het in de schaduw niet minder dan 42 graden. Des nachts is slapen natuur lijk een onmogelijkheid, niet alleen tengevol ge van de hitte maar ook door het lawaai omdat iedereen uitsluitend 's nachts werkt. In Massaoea treft men dan ook niets an ders aan dan havenwerkers. De soldaten en anderen worden onmiddellijk met auto's, naar hooger geleken streken vervoerd.. „Ik heb gezien, hoe het stoomschip „Saturnia" tusschen middernacht en 2 uur 's morgens 3500 man aan land zette, die des morgens om 6 uur reeds allen naar een streek met ge matigder klimaat waren getransporteerd. Asmara b.v., met een gemiddelde tempera tuur van 22 graden, is bijna een paradijs te noemen", aldus de senator. Het voedselvraagstuk. Het voornaamste doel van de reis van Crispi bestond in het onderzoeken, in hoe verre het mogelijk zou zijn, om door middel van koet-installaties vóór alle vleesch in goe den toestand te kunnen houden voor de men- schenmassa's, die in Massaoea aankomen en voor een deel daar ook moeten blijven. Als het vleesch uit de koelruimen der spe ciaal daarvoor ingerichte schepen aan land wordt gebracht en dus, al is het slechts zeer kort, aan de Afrikaansche zon wordt bloot gesteld, bederft het onmiddellijk. De Italiaansche autoriteiten zijn er dan ook toe overgegaan, ter plaatse ijsfabrieken en koel-installaties op te richten. Van daar uit worden dan door middel van „vliegen de"1 ijs- en koelwagens levensmiddelen aan de troepen toegevoerd. Volgens de meening van den senator zul len drie nieuwe, vervoerbare ijsfabrieken, die tezamen 20 ton ijs per dag fabriceeren, belang. En tóch heeft men zich in Duitsch land over dit onschuldige bericht, dat bij de dTie genoemden nu eéns niet waar was, maar elke week bij nadere niet-genoemden wèl ge schiedt, heel erg opgewonden. Hitier heeft 21 Mei gezegd, dat de strijd, ook om den laatsten Duitscher tot een natio- naal-socialist te maken, nog wel 50 of 100 jaar kan duren. Men is dus nog pas in het begin van dezen strijd om de ziel van een volk, gelijk Hitier ook zelf heeft gezegd, en daarom is men zoo vurig en wordt alles zoo doodernstig genomen en zoo schromelijk overdreven. Maar, wordt veelal gezegd, een zekere on tevredenheid in Duitschland is zóó groot, dat er weldra een uitbarsting kan worden ver wacht. Men kan er zeker van zijn, dat er dan niet zoolang was gewacht met ingrijpen. Alles kan men van deze regeering eerder zeggen, dan dat zij bij de pakken neerzit. Dat zou inconsequent zijn van hen, die het huidige régime niet bijzonder waardeeren Immers men verwijt het, dat het juist zoo on- noodig hardhandig optreedt. Men mag aannemen dat de Nazi-regee ring vrij goed op de hoogte is van den om vang, dien de ondergrondsche tegenstand heeft aangenomen, dat zij de geheime stroo mingen kent. Dat nu Goebbels over „enkele duizenden" sprak, die van geen beteekenis zijn vergeleken bij de 66 millioen volgelingen van de regeering, is natuurlijk een politieke zet. Bij de laatste volksstemmingen waren het altijd enkele millioenen, die blijk gaven, dat zij niet tot de volgelingen van Adolf Hitier be hooren. Dat weet de regeering natuurlijk ook nog en inderdaad zal zij de vijanden niet al te licht tellen. Als zij werkelijk meende, dat het er nu nog maar enkele duizenden waren, dan was het vrij gemakkelijk, om het groot ste deel daarvan te ontdekken en achter slot en grendel te zetten en de regeering zou ook geen oogenblik aarzelen, dat te doen. Dat de verordening van Göring gekomen is en thans te Essen twee der allereerste kopstukken van de regeering hun waarschuwing hebben uitgesproken, bewijst, dat men den toestand niet luchthartig opneemt. Maar het bewijst ook, dat het nu ernst wordt. Naar de Daily Telegraph uit Moskou meldt, zijn zoo juist Dimitrof en de vroegere leider der communistische fractie in den Prui- sischen Landdag Pieck benoemd tot leiders van de ondergrondsche beweging in Duitsch land, met het doel, om allen, die tegen 'het fascisme zijn, tezamen te brengen. Dat men hiermede reeds vóór het Moskousche com- munistencongres is begonnen, blijkt uit het geen hier al is ontdekt. De Duitsche regee ring is gewaarschuwd en heeft nu van haar kant door de redevoeringen te Essen de te genstanders gewaarschuwd. Men weet, wat men- aan elkaar heeft. Eén ding is echter zeker. Wie zich nu toch nog tegen het heerschende régime verzet, hoeft niet op een zachte behandeling te reke nen. Het zal hard tegen hard gaan en het dunkt ons een lichtvaardige illusie aan te nemen, dat de Duitsche regeering zich zwak voelt. Zij heeft zich zoo sterk gevoeld, dat zij tot dusver nog niet hard heeft toegeslagen. Als het voortaan wel gebeurd, zullen de tik ken wel degelijk raak zijn. zeer goed voldoen. Ook heeft men gunstige resultaten bereikt met nieuwe levensmid- delen-transportkisten, berustende op het principe van de bekende thermosflesschen. Vleesch, dat daarin wordt gedaan op een temperatuur van 4 graden, blijft er 14 da gen goed in. Moet het langer worden be waard, dan moet het bij aankomst opnieuw worden gekoeld. De Italiaansche berichtgever spreekt ten slotte zijn bewondering uit voor het uithou dingsvermogen van zijn landgenooten gedu rende de laatste zware maanden, zelfs „in de hel van Massaoea", zooals hij het noemt. Een andere'buitenlandsche mogendheid zou in zulk een geval zijn toevlucht hebben moe ten nemen tot Italiaansche hulpkrachten, merkt hij op: „Wij echter hebben geen vreemden noodig". In de twee volgende maanden, als de zon wat minder heet ge troffen zijn voor de levensmiddelenvoorzie ning van de troepen. Geen gebrek aan munietie en wapenen. De „Giornale d'Italia" publiceert een bericht, volgens hetwelk de Negus van Abessinië een verklaring zou hebben afgelegd tegenover zijn onderaanvoerders. Volgens genoemd blad zou de Negus verklaard hebben, dat het gebrek aan kapitaal was overwonnen en dat hij voldoende wapenen en munitie had ontvangen om de Abessinische onafhankelijkheid te verdedigen. Allen Abessiniërs is een speciale belasting op gelegd, aangezien, gelijk de Negus volgens den „Giornale d'Italia" zou hebben verklaard, de verdediging van de onafhankelijkheid en de bevrijding van de heerschappij der vreemdelin gen gesteld moet worden in de plaats van voedsel en kleeding. Britsche vrijwilligersdiensten niet aanvaard. De Abessinische ambassade te Londen deelt aan de pers mede, dat zij tot haar spijt geen gebruik kan maken van de aanbiedingen van vele Britsche onderdanen om dienst te nemen in het Abessinische leger. Deji sollicitanten zal in den vervolge worden medegedeeld, dat hun aanbieding om Abessinië te dienen weliswaar zeer op prijs gesteld wordt, maar met het oog op kwesties van nationaliteit en de kosten kan tot nader order geen belofte gegeven worden, dat de Abessinische regeering gebruik zal ma ken van de aanbiedingen. Geen Italiaansche deserteurs over de Tiroolsche grens. Van Italiaansche zijde worden de berichten in de buitenlandsche bladen, dat dagelijks uit Zuid-Tirol een groot aantal deserteurs de Ti roolsche grens overschrijdt, tegengesproken, terwijl het bericht, dat twee deserteurs bij hun pogingen om de grens te overschrijden, door grenswachten zouden zijn dooïï^escholen, van allen grond ontbloot wordt genoemcL Tegen de pro-Italiaansche beweging in Tessino. Zooals reeds eerder gemeld werd heeft de Zwitsersche Bondsraad besloten tegen de aan hangers der Adulax-bewegi'ng in het kanton Tessino een vervolging in -te stellen wegens landverraad. Zij zijn in staat van beschuldiging gesteld op grond van de in beslag genomen do cumenten, waaruit blijkt, dat de Adulax-bewe- ging ten doel had, een vreemde mogendheid in dit geval Italië te bkwegen tot een voor Zwitserland gevaarlijke inmenging in zijn bin nenlandsche aangelegenheden. Voorts heeft de Bondsraad besloten tot uit wijzing van den Oostenrijker Alfredo Zanella, de Italianen Alfogarischi, Sanziopisti en Bruno Lugli, en de Francaise Marguerite Gonthier, die van Zwitserland uit een actie tegen Italië hebben voorbereid, waardoor de goede betrek kingen tusschen beide landen verstoord zouden kunnen worden. Zij zijn verleden week te Lu- gano gearresteerd, waar zij met behulp van ballonnetjes pamfletten, die protesten bevatten tegen de Italiaansche houding jegens Abessinië, over de grens hadden trachten te smokkelen. RUST IN TOULON HERSTELD. Twee dooden, drie zwaar ge wonden^ 68 arrestaties. Het Fransche ministerie van binnenlandsche zaken bevestigt, dat bij de onlusten te Toulon twee burgers zijn gedood. In totaal zijn 68 arrestaties verricht. Van de talrijke gewonden moesten drie burgers naar het ziekenhuis ver voerd worden. De anderen konden, na het aan leggen van een noodverband, naar huis gaan. Aan de zijde der politie zijn twee gewonden, zij de militairen zeven. Tegen een Italiaan, die in het bezit was van ontplofbare stoffen, is een gerechtelijke vervol ging ingesteld. De rust is hersteld. In de stad is het rustig en de arbeiders verlieten gisternamiddag in volkomen orde de werkplaatsen van de arse nalen. In den loop van den avond werden eeni ge tientallen arrestanten op vrije voeten ge steld: een veertigtal blijft in bewaring. Ook te Brest verliep de dag in volledige kalmte. De arbeiders verlieten des namiddags hun werk zonder dat een enkel incident voor viel. De oceaanstoomer „Lafayette" verliet des namiddags Havre met 320 fransche oudstrij ders aan boord, die een yrhendschapsbezoek aan Canada zullen brengen. De „Colombie" vertrok voor een kruistocht in de Oostzee. Na den slag Te Toulon hebben zich volgens een door de onder-prefectuur verstrekt communiqué na 2.30 uur hedennacht geen incidenten meer voorge daan. De onder-prefect heeft op dat tijdstip een rit door de straten van- het centrum ge maakt, door het stadsdeel dus, waar de oproer kraaiers samengeschool zijn en zelfs barricaden hebben opgericht. t De toestand der gewonden in de ziekenhui zen is onveranderd. De inspecteur van de Su- reté, die zich onder de ^zwaargewonden be vindt, verkeert nog steeds'ln levensgevaar. Het hoofd der politie heeft zijn gewonde mannen bezooht en tegenover iédèV'hunner persoonlijk zijn erkentelijkheid'betuigd voor hun moedig optreden. ,v' Talrijke winkeliers hebben vanmorgen hun winkels gesloten uit vrees, dat zich bij het uit gaan der werkplaatsen nieuwe incidenten zou den voordoen. Te Brest is het volkomen rustig. De naar de stad ontboden versterkingstroepen zijn weer naar hun garnizoensplaatsen teruggekeerd. De politie- en gendarmerie-patrouilles doorkruisen niet langer de straten. Ook op de werven ziet men geen geuniformde ordebewakers meer. Stratenmakers en gemeente-arbeiders zijn thans bezig, de sporen van de wanordelijkheden te verwijderen, Thans is ook het gerechtelijk onderzoek naar de gebeurtenissen der laatste dagen begonnen. In het paleis van justitie te Toulon worden in den loop van den dag de talrijke gearresteerde verdachten gehoord, om dan in kort geding te worden veroordeeld. Wij hebben verteld, d^t kort nadat de „Normandie" vier dagen geleden New York had verlaten voor de thuisreis, aan boord een elfjarig meisje werd ontdekt, dat op het laat ste oogenblik ongemerkt aan boord was ge gaan. De kleine Amerikaansche werd feitelijk niet „ontdekt'', zij meldde zichzelf aan. Nauwe lijks was het schip het Vrijheidsbeeld gepas seerd of zij snelde op een der officieren toe en vroeg den kapitein te spreken. Den- ka pitein, waarom? Omdat ik een versteke- linge ben! De officier was zeer ver baasd (tenminste, dat vertelt Max Maurey in het „Journal") en zei: „Weet ie wel wat een verstekelinge is!" „Ja zeker antwoordde het kind, „dat is iemand, die aan boord van een schip gaat zonder té betalen". ,,En heb ji» dat gedaan?'' „Ja meneer, ik wilde een reis maken op de „Normandie" De officier vroeg of de ouders van het kind daar iets van wisten. Nee, natuurlijk niet. Ze was met haar beide broertjes op het schip gegaan, maar de jongens waren op het laat ste oogenblik bang geworden en weggeloopen. Het meisje werd naar den kapitein ge bracht. „Weet je dat daar zes maanden gevange nisstraf op zit?" „Gevangenisstraf?"' „Ja jongejuffrouw ..Ik had zooveel gehoord van de „Normandie'', en moeder vertelde dat zij, toen ze klein was, in Frank rijk was geweest en dat het zoo'n mooi land was. En dan heb ik eens in een kinderkrant van mijn broertjes over het leven van een ver stekeling gelezen. Ik dacht aan niets anders meer. U zult mij toch niet in de gevangenis zetten? Ik kan werken." „Wat kan je dan?" „Ik kan koekjes bakken, dat heeft moeder mij geleerd. Bovendien heb ik geld". „Hoeveel?" „Tien centen" „Dat is niet veel". „Ja maar ik eet weinig Men weet reeds dat de jeugdige avontu rierster aan boord is gebleven, dat een van de stewards zich haar lot heeft aangetrokken en dat haar ouders telegrafisch het geld voor de heen- en terugreis hebben overgemaakt. POLENBLOED. In de film Polenbloed maakt de belangstel lende bezoeker kennis met een Poolschen graaf, die het geld van zijn voorvaderen in enkele jaren tiids aan Wein, Weib und Ge- sang doet verdwijnen. Er zijn natuurlijk vele vrienden, of beter gezegd zoogenaamde vrienden, die hem daar bij een handje helpen en het resultaat is een invasie van belastingmannen, deurwaarders en andere minder welkome gasten, die alles uit het kasteel wegsleepen, wat niet spijker- vast is. Zelfs het renpaard van den graaf wordt een prooi van een in alle opzichten vasthou- denden deurwaarder en ten slotte is de toe stand zoo penibel geworden, dat er niets anders opzit dan dat de graaf maar een rijk huwelijk moet doen. Een vriend probeert een paar filmacten lang dezen graaf voor te stel len aan zijn bekoorlijke dochter, maar de graaf weet, dat daarbij huwelijksplannen ge smeed worden en verlangt er niet naar de dochter te leeren kennen. Ten slotte leert hij ze maar al te goed kennen, want men weet hem te overtuigen, dat hij een opzichteres op zijn landgoed moet hebben en dan komt de bewuste dochter op het landgoed als chef van het personeel en neemt er dadelijk zoo krach tig de teugels in handen, dat de graaf naar Warschau vlucht en daar kennis maakt met een paar dames, die er een zonderling dans instituut op nahouden en eigenlijk verkleedt fabrieksmeisjes zijn. Ten slotte komt alles natuurlijk prachtig terecht. De graaf reist naar huis om zijn opzichteres de les te lezen en vindt zijn stallen vol vee hij weet na tuurlijk niet, dat het meisje al die koeien en paarden zoolang van haar,vader geleend heeft. Hij besluit zich met het meisje te ver zoenen, maar dan komen de beide Warschau* sche dames nog even roet in den landelijken maaltijd gooien. Ten slotte komt bij het oogst feest alles terecht. De graaf en het meisje, die vanaf het begin van de film voor elkan der bestemd waren, krijgen elkaar en dan is er geen reden meer waarom de film nog ver der zou draaien. Anny Onda is in deze alleraardigste film de opzichteres. Men kent haar charme en kan zich dus wel indenken hoe zij deze rol gespeeld heeft. Het is altijd een bijzonder genoegen haar amusant en tevens artistiek spel te bewonderen. Vooraf gaat een uitgebreide film over Pal en Patachon, die meer bekend zijn onder den naam Watt en Half Watt. Wij hebben deze beide Noren of zijn het Denen? in lan gen tijd niet gezien, maar het is altijd pret tig ze weer eens te ontmoeten. In deze film zijn de beide vrienden soldaten, die op manoeuvre gaan en dan zijn er natuurlijk heel wat avonturen te beleven. .Het grappige tweetal is meestal de dupe van allerlei zon derlinge vergissingen en het publiek heeft van ganscher harte getuige de zeer vele lachsalvo's van deze film genoten. Polygoon heeft natuurlijk nog voor veel actueel nieuws in beweegbaar geïllustreer- den vorm gezorgd. EIN SUSSES MADEL AUS WIEN. Harmonie. Hoewel de titel verwachtingen wekt, dat we ons zouden verplaatst zien in het oude romantische Weenen van weleer, worden we in dit opzicht teleurgesteld. Een tweetal vrienden treffen we al dade lijk in een zeer modern vervoermiddel aan, n.1. in een vliegmachine op weg van Londen naar Weenen. Tijdens de niet onbelangrijke luchtziekte waaraan een van hen gedurende deze tocht laboreert, zweert deze 'n dure eed den ander 's avonds te fuiven, wanneer hij weer heel huids op den grond komt. Het lot wil dat hij weer heelhuids beneden komt en zoo vin den we dan het illustre tweetal in den avond ergens in Weenen in een hypermondaine ge legenheid terug. Daar ontmoeten ze Greta (Magda Schneider), die in zak en asch blijkt te zitten aangezien haar ouders de huur niet zullen kunnen opbrengen. Een opgelegde contradictie is hier het karakter van Grtca tegenover de eigenaardige handelingen die ze er op na houdt. Enfin hoe het ook zij, in bovengenoemde mondaine gelegenheid pikt ze al heel spoedig het bovengenoemd twee tal op, dat begrijpelijkerwijze onmiddellijk bereid is de kamer, die door Greta's moeder te huur wordt aangeboden om uit de moei lijkheden te geraken, te huren. Hier ontdekt een van het tweetal (Arthur Riscoe) de danstalenten en de andere dfc zangtalenten van het meisje. Na een reeks van de meest zonderlinge wederwaardighe den weten de beide vrienden hun beider „ontdekkingen" te combineeren door haar in de opera te laten optreden. Het bleef natuurlijk niet alleen bij het ont dekken van de verschillende kwaliteiten, doch beide heeren blijken ook nog min of meer verliefd te zijn geworden, welke knoop ze radicaal doorhakken en beide vertrekken ter voorkoming van verdere moeilijkheden. Een en ander houdt zoo ongeveer het mid den tusschen het Duitsche en net Amerikaan sche genre. Arthur Riscoe, die meer het Ame rikaansche gedeelte vertegenwoordigt, ver oorzaakt door zijn dwaze streken menig geestig moment, en maakt dan ook dat we hem feitelijk meer als hoofdpersoon zien In het voorprogramma gaan behalve de gewone journaals een aardig teekenfilmpje en een reprise van een film van Henriëtte Davids. Richard Tauber is toch van plan te trou wen, niettegenstaande Charlotte Xeconti, die vroeger met hem in den echt verbonden is geweest, enkele weken geleden, toen er sprake van was, dat de beroemde zanger met de Engelsche filmster Diana Napier in het huwelijksbootje zou stappen en er in ver schillende bladen photografiën van dit „bruidspaar" verschenen zijn, categorisch verklaard heeft, dat Tauber nimmer met een andere vrouw zou kunnen huwen, omdat zij daartoe haar toestemming niet wilde geven. Tauber houdt zich op het oogenblik te Abba- zia op en Charlotte Xeconti, die de geschei den echtgenoote van een koopman in Milaan is, vertoeft in Berlijn. Richard en Charlotte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6