Twijfel aan Jones' dood? 2)agelijhsch Overzicht Het Hitler-regime onder de loupe. Strijd tegen joden, politiek katholicisme, marxisten, communisten en particuliere jeugdbewegingen. Buitenland Herinnering aan zijn laatsten avontuurlijken tocht EEN ZORGELIJKE TIJD. Bandieten ontkomen straffeloos. de actie der deensche boeren. DE OVERSTROOMINOSRAMP BIJ OVADA. ZWARE GEVANGENISSTRAFFEN VOOR ONRUSTSTOKERS IN BELFAST. GEMEENTERAADSLID VAN HAVRE SMOKKELAAR. ONMENSCHELIJK OPTREDEN Tegen blinde passagiers. (Van onzen Berlijnschen correspondent). Op 30 Januari 1933 opende wijlen rijkspresident von Hin denburg voorden leider der nationaal-sociènistische bewe ging in Duitschland de deur, die tot de macht toegang pleegt te geven. Adolf Hitier stapte naar binnen en zag zich bekleed met Bismarck'6 hoogste waardig heid. Hij werd rijkskanselier. Eerst van een gemengd Kabinet van „Nazi's" en Duitschnationalen. Niet lang daarna van een feitelijk uitsluiten de „Nazi"-regeering. Ten slotte, onmid dellijk na Hindenburgs overlijden, ver- eenigde de vroegere partijleider Hitier de ambten van rijks president en rijks kanselier in zijn persoon, liet deze daad door een plebisciet wettigen. En regeert sindsdien als de facto dictator of schoon men van Nazi-zijde vaak hooren kan, dat Duitschland volstrekt niet een dictatuur is bekleed met onbeperkte volmachten van levenslangen duur en zoozeer heer-over-leven-en-dood van alle Duitsche staatsburgers, dat hij na den 30en Juni 1932 in den Rijksdag onder he» gejubel van zeshonderd „afgevaar digden" constateeren kon, hooger rech ter dan de justitie te zijn en doodvonnis sen te kunnen uitspreken en voltrekken, als naar zijn meening de situatie dat noodig maakt. Dat is, in een notedop, de toestand. Men kan er voor voelen, men kan er ook niets voor voelen. Maar men kan niot wegpraten, dat voldoende Duit- sckers er voor voelen, om dezen toestand een duurzaam karakter te geven. Het ware onzinnig te beweren, dat alle Duitschers er voor voelen, er volkomen mee accoord gaan. Hitier zelf ziet veel te scherp, om zooiets te denken en te gelooven. In het najaar van verleden jaar op den partijdag (die in werkelijk heid reeds lang een partij week is) in N' urenberg, heeft hij zeer duidelijk en m.i. volkomen terecht, laten uitkomen, dat de werkelijke, overtuigde, fanatieke en tot alles bereid blijvende nationaal- socialisten steeds een kleine compacte minderheid in Duitschland zullen blij ven. Daarmee is tevens gezegd, dat de groote rest bestaan zal uit staatsburgers, wier betrekking tot de nazi-ideologie en de daaruit voortvloeiende practijk in voortdurende gisting zal zijn en alle graden van toestemming of bewonde ring tot afkeuring en gloeienden haat in zich zal moeten opnemen. Daarmee is ook gezegd, dat een volkomen eensge zind Duitsch volk óók onder Hitier, ook al staan zooals thans maar ook alle middelen van propaganda, overreding, bestraffing, onderscheiding ter beschik king uitsluitend van deze ééne, almach tige staats- en wereldbeschouwing, een ideaal zal blijven, dat wellicht sedert Januari '33 in enkele periode's tot 80 en meer procent op zichzelf haast een wonder! benaderd, maar stellig nim mer bereikt zal worden Wat dan toch maar, nuchter gezien, beteekent, dat binnen de Duitsche gren zen nu eens vijf, dan weer tien of meer millioen meerderjarige staatsburgers to* deze dictatuur in allerheftigste oppo sitie zullen staan, al zal dat naar buiten (hoort, o geestdriftige toeristen uit den vreemde, die na weinige dagen zwer- vens reeds met uw oordeel gereed pleegt te ataan!) ook nauwelijks te bemerken zijn en slechts bij de „jaarlijksche plebis cieten" (waar blijft dat van 1935?) tot op zekere hoogte geregistreerd kunnen werden. Dat deze oppositie er is, is immer door het heerschend nationaal-sociali6- me ontkend. Dat ware ook onzinnig ge weest. Men is hier eerlijk genoeg. Gaat zelfs verder, en rekent openlijk af met kringen, die bij plebiscieten voor het regime plegen te stemmen uit vele en uiteenloopende motieven en toch tot vijanden van dit, Hitler's Derde Rijk, te rekenen zijn. In deze weken zitten we midden in zu'k een afrekening. Het gaat tegen het ondergrondsch marxisme, tegen de reactionnairen, tegen het politiek katho licisme, en natuurlijk tegen de joden. Tegen alle groepen even hard? En met deiolfde methodes? Volstrekt niet. Het marxisme bestrijdt men met de geheime staatspolitie. In hoofdzaak. Men merkt van dien strijd niet al te veel. Zoo nu en dan leest men, dat de speciale rechtbanken een paar aanvoerders ter dood veroordeeld hebben en dat de von nissen al voltrokken zijn. Dat is eigen lijk alles. Hoeveel marxisten achter de tralies of het prikkeldraad zitten, en hoe hun leven verloopt, weten alleen de or ganen, die met hen te maken hebben. Hoe het met de Duitsche joden staat, zal wellicht spoedig duidelijker worden. Het is een moeilijk, volgens velen zelfs onoplosbaar probleem. Men denke toch vooral niet, dat vrijwel het geheele Duit sche volk voor actief antisemitisme voelt of in het bijzonder de tactiek der radicalen rondom den bekenden strijder uit Neurenberg, Julius Streicher, als de juiste beschouwt. Ook hier moet men van alle graden van goedkeuring tot af keuring spreken. En men hoort afkeu ring ook in kringen, die wat in de melk te brokkelen hebben, maar zeker bij vele „kleine luyden", die nimmer anti-semie ten geweest zijn en het ook wel nooit worden zullen. IntU6schen: het heeft absoluut geen doel, over dit verschijnsel nog geleerde discussies wakker te roepen en zich voor de zooveelste maal in beschouwin gen te verdiepen. Dit Derde Rijk is van overheidswege anti-Joodsch, en het heeft alleen maar actueele beteekenis, na te gaan, hoe deze anti-joodsche poli tiek tot uiting komt. Wij herinneren ons den z.g. „boycot"-dag van 1 April 1933, die over heel Duitschland tegen alle joodsche medeburgers gericht was en waarover in de wereld heel wat te doen is geweest. Sindsdien moest eigenlijk van een stille actie gesproken worden. Ongeveer 10 van de 600.000 officieel als jood in geschreven joodsch-Duitsche bevolking week uit. Een deel, hoeveel weten we niet, schijnt teruggekeerd te zijn. Dat 90 bleef, is an tal van omstandigheden te wijten: hoop op kentering, hoop op in eenstorting, vrees voor al te groote ver liezen bij emigratie, werkelijke gehecht heid aan het zelf gekozen vaderland, armoede, overgroot onroerend bezit Deze 90 is slechts voor een deel broo deloos geworden: waar ze staatsbetrek kingen bekleedde, en voor een ander deel tot in hoofdzaak onderling joodsche bronnen van inkomsten bepe-kt. Dat was hard, maar werd verdedig! door het „staatsraison". Een tijdlang kreeg men den indruk, dat het niet erger zou worden. Dien indruk hadden vele joden blijkbar zelf. Het is een tragisch ver schijnsel, dat hun aangeboren taaiheid hen dan al spoedig verleidt tot uitersten. Het valt niet te ontkennen, dat zu zich in de groote steden waar ze op den duur zich concentreerden nu het leven op het land voor hen ondraaglijker werd met den dag in de bedoelingen van het Derde Rijk schrome.ijk vergisten en door herstel van vroegere opvallende vroolijkheid, vermengd met provocee- ceerend gebaar en niet altijd aangenaam beweeg, de goeden weer tot slachtoffers der kwaden maakten. Er kwam nog wat bij: communisten, verbitterde reactonnairen, oud-strijders, nijdige socialisten en verbeten katho lieken naderd.-n tot elkander en tot het in de verdrukking verkeerende joden dom. Deze regeering is niet dom, ze is niet gemakkelijk. Ze praat niet alleen, ze „schiet" ook. Men zou populair kun ne - zeggen, dat ze het spreekwoord van de blaffende honden, die niet bijten, te schande maakt. Hevig en ontstellend was een tijdlang de strijd tusschen den Staat en een machtige oppositie in do proteötantsche kerk. Men praat er thans nauwelijks meer over, en van een nederlaag van den Staat hoort men zeker niet. Nog heviger en ontstellender was de anti these tusschen Staat en katholieke cleri- calen. Men spreekt nu van toenadering, die door voorspraak van den nieuwbe- noemden bisschop van Berlijn tenminste mogelijk schijnt. Hoog6t onaangenaam was langen tijd de fronde in den Bond der Frontsoldaten „Stahlhelm". Nu is van dezen Bond zoo weinig meer over, dat de totale ontbinding nog slechts een kwestie van dagen schijnt. Van een nederlaag van den Staat kan moeilijk gesproken worden. Ziet de situatie van het jodendom er onder zulke omstandigheden zoo hoop vol uit als hun tijdelijk optimisme het deed voorkomen? Ik twijfel er aan. Inte gendeel, ik geloof, dat hun beurt nu pas komt. En ik wil er mij niet in verdie pen, of deze afrekening ten slotte Duitschland ten goede zal komen. Want met dit vragstuk hangen zooveel moge lijkheden in de toekomst, op financieel en op algemeen politiek gebied tezamen, dat men eigenlijk over den moed van dit officieele Duitschland versteld moet staan. Er gaat een nieuwe, zeer dreigende golf van anti-semietisme over Duitsch land. De periode van latente minachting schijnt voorbij, althans voorloopig. In honderden steden en dorpen begint een actie, die een acuut karakter heeft en een ghetto-wederkeer schijnt in te lui den. Ook hier: zonder algeheele sym pathie van het geheele Duitsche volk. Maar sterk* en fanatiek genoeg om over allj bezwaren en overwegingen heen te stappen. Men mompelt, dat binnen weinige we ken de Staat met een wet zal komen, die dit moreele en practische ghetto veran kert en den Duitschen jood voor een geheel nieuwe situatie zal stellen. Het schijnt, dat men nu reeds, door ta'looze plaatselijke verboden, uitwijzingen, ver jagingen, demonstraties enz., te ver ge gaan is om nog tot de vroegere latente periode terug te keeren. Ik geloof ook niet aan die mogelijkheid. Het buiten land zal goed doen, zich op deze nieuwe phase voor te bereiden, en naar eigen overtuiging te oordeelen. De Duitsche dictatuur kent haar vij anden en schijnt weer eens het oogenblik g- komen te achten, met hen af te reke nen. De troepen, die het lijk van Gareth Jones vonden, die, zooals we gisteren reeds meldden, vermoord is geworden, waien door de Chineesche autoriteiten uitgezonden, nadat de boodschapper, welken de regeering van Tsjahar op li Augustus had uitgezonden om contact te houden met de bandieten, gevangen was genomen. Op 8 Augustus hadden de bandieten, welke Jones gevangen namen, hem over geleverd aan een andere bende, welke het losgeld van 800 pond sterling ver hoogde tot 8000 pond. Het losgeld is nooit betaald, hoewel de Britsche autori teiten de onderhandelingen hebben ge voerd. De geruchten, die in de laatste dagen meldden dat Jones kans had gezien aan de bende te ontsnappen, zijn dus onwaar gebleken en de stellige overtuiging, waarmee de Japansche autoriteiten hadden verklaard de bandieten tot uit levering te zullen dwingen, ongegrond. Omtrent de omstandigheden waarond de moord is gepleegd en de motieven, die de bandieten er toe hebben gebracht den kostbaren gijzelaas te dooden, is niets bekend. De Duitsche Müller, die tezamen met Jones door bandieten as ontvoerd, meldt uit Sjanghai aan het D. N. B.: „Gareth Jones is niet meer. Nadere bijzonderheden omtrent de omstandig heden, aaronder hij gedood is, zijn nog nieu te verkrijgen. Slechts een ding staat vast, dat mijn beste reisgenoot den dood met denzelfden onverschrokken blik on der de oogen heeft- gezien, aarmede hij de gevangenneming, de bedreiging met oen dood en de gevangenschap ver droeg." Van den eersten tijd van Jones' ge vangenschap heeft mén een beeld door h-relaas van dr. Müller, die het geluk had te worden vrijgelaten om over het losgeld te onderhandelen. Müller kon toen verklaren, dat er geen gevaar be stond dat Jones zou worden mishandeld. De Duitscher werd vrijgelaten op aan- sp* ren van Tsjang Tsjung-tsji, een vriend van den bandietenhoofdman, welke beide journalisten gevangen nam. Het was de bedoeling dat Müller bij de Britsche en Duitsche legaties de ver- eischte som zou aanvragen. Na rugge spraak met Jones heeft Müller besloten, h! >rin toe te stemmen en is hij vertrok ken. Even nadat hij vertrokken was werd hem medegedeeld) dat het losgeld 50.00 Odoll&r bedroeg. 9 Tijdens de gevangenschap werden zij door de bandieten rijkelijk voorzien van voedsel en cigaretten, doch men had hen van alles beroofd. Zelfs had men hen in Chineesche kleeren gestoken. Op grond van de mededeelingen van Müller heeft de regeering Tsjang ver zocht als bemiddelaar op te treden, om ook Jones vrij te laten. Dr. Müller was overtuigd, dat dit succes zal hebben. De autoriteiten van Tsjahar stelden zich met de bandieten in verbinding, om de vrijlating van Jones te verkrijgen, en boden dien einde aan de bandieten op te nemen in het staande leger en aan hun leiders den rang van officier te gever.. De overval speelde zich zooals men zich zal herinneren af in een streek, die, zij het dan ook niet formeel, dan toch practisch geheel gedemilitariseerd was. In het betrokken gebied bevonden zich slechts nog gendarmerieposten. Na het vertrek uit Dolonnor volgden de journalisten den straatweg, dien men hun bij hun vertrek als den eenig bruikbaren weg naar Kalkan had aange wezen .In de nabijheid van het meer Sjabunor geraakten zij in een gewoonlijk voor auto's ontoegankelijke zandvlakte. Den 28sten Juli gelukte het, met be hulp van Mongolen, die zich in de na bijheid bevonden, den wagen weder vrij te maken. Een uur later bereikten zij de in een pas gelegen Chineesche nederzet ting Hocha Tahoeofang. Onmiddellijk nadat zij deze weer ver laten hadden, werden zij van twee kan ten met geweren en een machine-geweer beschoten. Het machinegeweer kreeg na korten tijd een defect. Er waren echter naar schatting 35 schoten gevallen, waarvan er twee de motorkap troffen. De auto bleef direct 6taan en dr. Mül ler ging op de schutters af, in de mee ning verkeerende, dat het hier een mis verstand gold, daar de menschen in de gewone blauwe gendarmerie-uniform waren gekleed met armband en insignes. Zij zeiden, dat zij waren aangewezen het verkeer langs den weg te controlee- rer. De aanvoerders noodigden Müller uit in een huis de thee te gebruiken, ora, naar zij zeiden, opheldering te geven en zich te verontschuldigen. "ntusschen werden Jones en een Rus sische chauffeur geboeid en elk in een afzonderlijk gebouw gebracht. Bij de doorzoeking der bagage, die als een for maliteit werd voorgesteld, eigende zich een der vermeende gendarmes eenige züveren dollars toe. Toen Müller hem de.arove ronderhield antwoordde hij: „Wij zijn geen gendarmes, maar bandie ten". Jones en Müller werden nu geboeid en moesten in gezelschap van ongeveer 25 a 30 bandieten een rit van twee uur maken over de bergen in Noord-Ooste- liike richting. Den pacht brachten zij door in een Chineesche nederzetting, ongeveer 20 kilometer van de plaats van overval verwijderd. De behandeling en de ver zorging waren zoo goed als in deze arme streek mogelijk was. Het eenige onaangename was, dat de bandieten de reizigers er elkens aan herinnerden, dat hun dood vaststond, indien niet binnen tien dagen het los geld zou zijn betaald. Den volgenden ochtend verschenen zeer onverwacht een wachtmeester der gendarmerie met drie politie-beambten. Zij werden eerst door de uitgezette wachtposten der bandieten beschoten, gevangen genomen en geboeid, doch la ter weder in vrijheid gelaten en toege laten tot een bespreking over ons lot. Het resultaat dezer eerste onderhandelingen was, dat de bandieten geheel afzagen van hun vordering van wapens en mu nitie, en het losgeld verminderden van 100.000 tot op 50.000 Mexicaansche dol lars. Nadat nog verdere onderhandelingen waren gevoerd, werd goedgevonden dat Müller zich voor de besprekingen over de betaling van het losgeld met de pro vinciale autoriteiten in verbinding zou stellen. Terwijl Jones met de bandieten verder trok, reed hij met zijn begeleiders naar Pao Tsjang Sien. Na langdurige onderhandelingen met de plaatselijke autoriteiten over de maatregelen, welke moesten worden genomen ter bevrijding van Jones reed hij naar Kalgdh, waar reeds een verte genwoordiger der Britsche Ambassade en een afgezant van de provinciale re geering van Tsjehar wachtten. De be sprekingen in Kalgan leidden tot een volledige overeenstemming over den weg welke moest worden ingeslagen, en voor het succes waarvan de regeering van Tsjahar de garantie op zich nam. Intu6schen deden ook de Japansche autoriteiten in Dolonnor reeds stappen met hetzelfde doel. Later werd bekend gemaakt, dat Jo nes naar Jehol was overgebracht. Het naar Paotsjang gezonden losgeld haal den de bandieten echter niet af. Ten slotte werden de pogingen Jones te be vrijden nog moeilijker gemaakt doordat zijn ontvoerders hem in handen hadden gespeeld van een andere bende, die een nieuwen eisch stelde en het losgeld be paalde op 100.000 dollar. De autoriteiten brijn niet bij machte gebleken door on derhandelingen of gewe'd het leven van Jones te redden. Te wijten aan een tragisch mis verstand? Opitrent den dood van den Engelschen journalist Jones, over wiens lót men den laatsten tijd in het onzekere verkeerde, omdat de verblijfplaats van de tweede groep ban dieten, die Jones van zijn oorspronkelijke ont voerders hadden overgenomen, worden thans tal van tragische bijzonderheden bekend. Het meest schokkende bericht is wel, dat de dood van Jones te wijten schijnt te zijn aan een misverstand. Terwijl de Chineesche magistraat, op wiens gebied de bandieten zich oorspronkelijk be vonden, met een vertegenwoordiger van hem onderhandelde over den losprijs, trokken de bandieten verder en kwamen op het gebied van een anderen magistraat, die niets wist van de onderhandelingen. Hij stuurde zijn soldaten op de bandieten af, waarop dezen den indruk kregen, dat de onderhandelingen slechts een voorwendsel waren en dat zij om den tuin geleid werden. Zij wilden zich nu wreken en doodden hun gevangene. Het lijk van Jones is gevonden door de troepen, welke de bandieten achtervolgden, nabij Pao Tsjang. Het lichaam was door drie kogels door boord; vermoedelijk is Jones reeds den 12den Augustus vermoord. De onzekerheid van de laatste dagen. In Engeland heeft de tijding dat men Jones vermoord gevonden heeft groote ver slagenheid veroorzaakt. Men was zeer onge rust geworden bij het vernemen van het be richt dat de oorspronkelijke ontvoerders van Jones, toen het met het uitbetalen van het los geld niet vlot ging, hem aan een andere ban dietenbende hadden overgedaan. Zooals men weet, was de laatsten eisch van de eerste groep bandieten dat er een losgeld van 800 pond betaald zou worden. Doch toen was de gang van zaken door de moeilijkheden bij het onderhandelen met de bandieten al zoodanig in de war geraakt, dat de autoriteiten niet recht meer wisten, waar zij het losgeld moes ten brengen. Later bleek dan, dat men Jones aan een andere bende roovers had overge leverd, die op hun beurt een losgeld van 8000 pond verlangden. Maandag heeft nog een van de onderhandelaars, aie door de auto riteiten van Tsjahar en Jehol contact gehad met deze bandieten, waarbij men ook Jones nog in leven en naar het leek in goede wel stand heeft gezien, doch dit is het laatste ge weest, wat men omtrent zijn lot met zekerheid weet, totdat nu zijn lijk gevonden is. De Duitsche journalist Mueller verklaarde bij het vernemen van de tijding van Jones' dood: „Gareth Jones is niet meer. Nadere bijzon derheden omtrent de omstandigheden, waar onder hij gedood is, zijn nog niet te verkrij gen Slechts een ding staat vast, dat mijn beste reisgenoot den dood met denzelfden onverschrokken blik onder de oogen heeft ge zien, waarmede hij de gevangenneming, de bedreiging met den dood en de gevangen schap verdroeg". Jones was voor hij zich geheel en al aan de reisjournalistiek ging wijden geruimen tijd werkzaam als secretaris van Lloyd George Hij had een bijzonder avontuurlijke loopbaan achter den rug, ook was hij eenigen tijd lector te Cambridge Zij drang steeds meer vreemde volkeren en landen te leeren kennen is hem thans noodlottig geworden. De strijdmaatregelen, waartoe de econo mische commissie van de Deensche land bouwers besloten heeft ter uitvoering van haar eischen, behelzen gelijk inmiddels reeds gemeld is, dat de valuta-actie, die den koers van de Deensche kroon wil drukken en daarmede een stijging van de opbrengst van den export van agrarische producten tot stand wil brengen. Men gelooft binnen drie weken het pro gram te kunnen doorzetten. Men rekent ver der met een bedrag van ongeveer 1990 mil lioen kronen. Den Deenschen minister van financiën is een verklaring toegezonden, waarin ver klaard wordt, dat alles wat door de huidi ge regeering in de laatste jaren gedaan is in hooge mate in staat geweest den economisch politieken toestand van Denemarken te ver zwakken. De Deensche soc. dem. minister van han del heeft in een verklaring uiteengezet, dat de handelspolitike maatregelen zijner regte- ring juist zijn geweest en dat zijn regeering ook verder het roer krachtig in handen zal hebben. Hij is er van overtuigd, dat de actie der boeren mislukken zal. De premier zou zich reeds scherp gewend hebben tegen de maatregelen van de boeren. De minister van buitenlandsche zaken heeft verklaard, dat alles, waardoor onrust geschapen wordt op de geldmarkt zeer ge vaarlijk zou kunnen worden voor de handels politieke situatie, terwijl de minister van handel er in het bijzonder op wijst, dat ge organiseerde sabotage niet zal worden ge duld. „Berlinske Tidende" is van meening, dat de ontworpen strijdmaatregelen geen goede resultaten zullen hebben, laat staan doorge voerd kunnen worden, aangezien een wijzi ging van den koers van de kroon alleen mo gelijk zou zijn door een politieke overeen komst. Volgens de meening van het blad zouden de maatregelen ook eerst hun uit werking kunnen doen gevoelen na een lan- geren tijd. Opruimingswerk en hulpverleening. Het is nog steeds niet mogelijk, betrouw bare gegevens te verkrijgen omtrent het aan tal slachtoffers van de dijkdoorbraak bij Ova- da. Tot dusver zijn pas 70 lijken geborgen, die in den loop van gisteren zijn begraven. Van officieele zijde wordt daarentegen verklaard, dat de omvang van de ramp niet zoo groot is als men aanvankelijk had ge dacht, en het „Giornale d'Italia" publiceert een doodenlijst, die slechts 59 namen bevat Nog tal van bijzonderheden worden dage lijks bekend. Vele menschen zijn kilometers ver geloopen om zich op het dak van een huis in veiligheid te brengen, totdat het dak zoodanig belast werd, dat het onder hen in stortte. Velen, die zelf door het noodlot ge- t-oiien werden, hebben met doodsverachting anderen gered. Een mecanicien, die niet min der dan 20 personen uit het water haalde, droeg hen stuk voor stuk naar een veilde plaats, waar de stroom hen niet kon mee sleuren. Soldaten en militie zetten thans nog het reddingswerk voort. Overal worden vrijwil lige hulpploegen gevormd en tegelijkertijd begint men reeds weer met het opbouwwerk. Op de plaats van de vier weggeslagen brug gen heeft men met spoed nieuwe rivier-over gangen gebouwd. Volgens de laatste berichten zijn 275 ge zinnen dakloos geworden. Ook groote huizen werden vernield) zooals bijv. te Boggo, waar zeven huizen waarin 58 gezinen woonden, instortten. Men is voornemens, deze huizen niet te herbouwen, doch nieuwe woongele- genheden te scheppen in de hooger gelegen gemeenten. Voor het vaststellen van het totaal aantal slachtoffers hebben de autoriteiten een beroep op de bevolking moeten doen om precies op te geven met wie zij gevlucht waren en wie, naar hun meening, daarbij zijn omgekomen. In den Vrijstaat van Zuid-Ierland zijn ge durende de laatste weken groote geldsom men voor noodlijdende Noord-Iersche gezin nen bijeengebracht, die verdreven zijn uit hun woningen in Belfast. In Belfast zijn inmiddels talrijke personen gearresteerd en voor een deel tot zware ge vangenisstraffen veroordeeld. De eigenlijke raddraaiers zijn echter nog niet in arrest gesteld. In Zuid-Ierland zijn thans drie man nen gearresteerd, die er van verdacht worden de Protestantsche kerk in Kelmallock in brand te hebben gestoken. De speciale corresj>ondent van het „Jour nal" meldt uit Le Havre, dat een der voor naamste schuldigen aan de groote smokkel- affaire een gemeenteraadslid van Le Havre is, die zijn functie van gemeenteraadslid bekleed heeft van 1919 tot 1925. Het ;s een lid van een zeer geziene familie. Zijn vader heeft een belangrijke functie bekleed in de koloniën. De kapitein van het Britsche s.s. Parthenia, 4555 ton, op weg van Panama naar Van- couver, zou op onmenschelijke wijze zijn op getreden tegenover twee arbeiders, die als blinde passagiers op het schip waren ont dekt. De kapitein zou het schip op de kust hebben aangestuurd en toen de beide onge- wenschte passagiers, voorzien van reddings gordels. over boord hebben laten gooien, of schoon de zee daar wemelt van naaien. De beide mannen hebben den op 15 meter al- stands gelegen wal in uitgeputten toestand bereikt en een aanklacht ingediend bij de autoriteiten, die de zaak in onderzoek hebDen genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6