Twijfel aan Jones' dood?
2)agelijhsch Overzicht
Het Hitler-regime onder de loupe.
Strijd tegen joden, politiek katholicisme,
marxisten, communisten en
particuliere jeugdbewegingen.
Buitenland
Herinnering aan zijn laatsten
avontuurlijken tocht
EEN ZORGELIJKE TIJD.
Bandieten ontkomen straffeloos.
de actie der deensche
boeren.
DE OVERSTROOMINOSRAMP BIJ
OVADA.
ZWARE GEVANGENISSTRAFFEN
VOOR ONRUSTSTOKERS
IN BELFAST.
GEMEENTERAADSLID VAN
HAVRE SMOKKELAAR.
ONMENSCHELIJK OPTREDEN
Tegen blinde passagiers.
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Op 30 Januari 1933 opende
wijlen rijkspresident von Hin
denburg voorden leider der
nationaal-sociènistische bewe
ging in Duitschland de deur, die
tot de macht toegang pleegt te
geven. Adolf Hitier stapte naar
binnen en zag zich bekleed met
Bismarck'6 hoogste waardig
heid. Hij werd rijkskanselier.
Eerst van een gemengd Kabinet van
„Nazi's" en Duitschnationalen. Niet
lang daarna van een feitelijk uitsluiten
de „Nazi"-regeering. Ten slotte, onmid
dellijk na Hindenburgs overlijden, ver-
eenigde de vroegere partijleider Hitier
de ambten van rijks president en rijks
kanselier in zijn persoon, liet deze daad
door een plebisciet wettigen. En regeert
sindsdien als de facto dictator of
schoon men van Nazi-zijde vaak hooren
kan, dat Duitschland volstrekt niet een
dictatuur is bekleed met onbeperkte
volmachten van levenslangen duur en
zoozeer heer-over-leven-en-dood van alle
Duitsche staatsburgers, dat hij na den
30en Juni 1932 in den Rijksdag onder
he» gejubel van zeshonderd „afgevaar
digden" constateeren kon, hooger rech
ter dan de justitie te zijn en doodvonnis
sen te kunnen uitspreken en voltrekken,
als naar zijn meening de situatie dat
noodig maakt.
Dat is, in een notedop, de toestand.
Men kan er voor voelen, men kan er
ook niets voor voelen. Maar men kan
niot wegpraten, dat voldoende Duit-
sckers er voor voelen, om dezen toestand
een duurzaam karakter te geven.
Het ware onzinnig te beweren, dat alle
Duitschers er voor voelen, er volkomen
mee accoord gaan. Hitier zelf ziet veel
te scherp, om zooiets te denken en te
gelooven. In het najaar van verleden
jaar op den partijdag (die in werkelijk
heid reeds lang een partij week is) in
N' urenberg, heeft hij zeer duidelijk en
m.i. volkomen terecht, laten uitkomen,
dat de werkelijke, overtuigde, fanatieke
en tot alles bereid blijvende nationaal-
socialisten steeds een kleine compacte
minderheid in Duitschland zullen blij
ven. Daarmee is tevens gezegd, dat de
groote rest bestaan zal uit staatsburgers,
wier betrekking tot de nazi-ideologie en
de daaruit voortvloeiende practijk in
voortdurende gisting zal zijn en alle
graden van toestemming of bewonde
ring tot afkeuring en gloeienden haat
in zich zal moeten opnemen. Daarmee is
ook gezegd, dat een volkomen eensge
zind Duitsch volk óók onder Hitier, ook
al staan zooals thans maar ook alle
middelen van propaganda, overreding,
bestraffing, onderscheiding ter beschik
king uitsluitend van deze ééne, almach
tige staats- en wereldbeschouwing, een
ideaal zal blijven, dat wellicht sedert
Januari '33 in enkele periode's tot 80 en
meer procent op zichzelf haast een
wonder! benaderd, maar stellig nim
mer bereikt zal worden
Wat dan toch maar, nuchter gezien,
beteekent, dat binnen de Duitsche gren
zen nu eens vijf, dan weer tien of meer
millioen meerderjarige staatsburgers
to* deze dictatuur in allerheftigste oppo
sitie zullen staan, al zal dat naar buiten
(hoort, o geestdriftige toeristen uit den
vreemde, die na weinige dagen zwer-
vens reeds met uw oordeel gereed pleegt
te ataan!) ook nauwelijks te bemerken
zijn en slechts bij de „jaarlijksche plebis
cieten" (waar blijft dat van 1935?) tot op
zekere hoogte geregistreerd kunnen
werden.
Dat deze oppositie er is, is immer
door het heerschend nationaal-sociali6-
me ontkend. Dat ware ook onzinnig ge
weest. Men is hier eerlijk genoeg. Gaat
zelfs verder, en rekent openlijk af met
kringen, die bij plebiscieten voor het
regime plegen te stemmen uit vele en
uiteenloopende motieven en toch tot
vijanden van dit, Hitler's Derde Rijk, te
rekenen zijn.
In deze weken zitten we midden in
zu'k een afrekening. Het gaat tegen het
ondergrondsch marxisme, tegen de
reactionnairen, tegen het politiek katho
licisme, en natuurlijk tegen de joden.
Tegen alle groepen even hard? En met
deiolfde methodes? Volstrekt niet.
Het marxisme bestrijdt men met de
geheime staatspolitie. In hoofdzaak. Men
merkt van dien strijd niet al te veel.
Zoo nu en dan leest men, dat de speciale
rechtbanken een paar aanvoerders ter
dood veroordeeld hebben en dat de von
nissen al voltrokken zijn. Dat is eigen
lijk alles. Hoeveel marxisten achter de
tralies of het prikkeldraad zitten, en hoe
hun leven verloopt, weten alleen de or
ganen, die met hen te maken hebben.
Hoe het met de Duitsche joden staat,
zal wellicht spoedig duidelijker worden.
Het is een moeilijk, volgens velen zelfs
onoplosbaar probleem. Men denke toch
vooral niet, dat vrijwel het geheele Duit
sche volk voor actief antisemitisme
voelt of in het bijzonder de tactiek der
radicalen rondom den bekenden strijder
uit Neurenberg, Julius Streicher, als de
juiste beschouwt. Ook hier moet men
van alle graden van goedkeuring tot af
keuring spreken. En men hoort afkeu
ring ook in kringen, die wat in de melk
te brokkelen hebben, maar zeker bij vele
„kleine luyden", die nimmer anti-semie
ten geweest zijn en het ook wel nooit
worden zullen.
IntU6schen: het heeft absoluut geen
doel, over dit verschijnsel nog geleerde
discussies wakker te roepen en zich
voor de zooveelste maal in beschouwin
gen te verdiepen. Dit Derde Rijk is van
overheidswege anti-Joodsch, en het
heeft alleen maar actueele beteekenis,
na te gaan, hoe deze anti-joodsche poli
tiek tot uiting komt. Wij herinneren ons
den z.g. „boycot"-dag van 1 April 1933,
die over heel Duitschland tegen alle
joodsche medeburgers gericht was en
waarover in de wereld heel wat te doen
is geweest.
Sindsdien moest eigenlijk van een
stille actie gesproken worden. Ongeveer
10 van de 600.000 officieel als jood in
geschreven joodsch-Duitsche bevolking
week uit. Een deel, hoeveel weten we
niet, schijnt teruggekeerd te zijn. Dat
90 bleef, is an tal van omstandigheden
te wijten: hoop op kentering, hoop op in
eenstorting, vrees voor al te groote ver
liezen bij emigratie, werkelijke gehecht
heid aan het zelf gekozen vaderland,
armoede, overgroot onroerend bezit
Deze 90 is slechts voor een deel broo
deloos geworden: waar ze staatsbetrek
kingen bekleedde, en voor een ander
deel tot in hoofdzaak onderling joodsche
bronnen van inkomsten bepe-kt. Dat
was hard, maar werd verdedig! door
het „staatsraison". Een tijdlang kreeg
men den indruk, dat het niet erger zou
worden. Dien indruk hadden vele joden
blijkbar zelf. Het is een tragisch ver
schijnsel, dat hun aangeboren taaiheid
hen dan al spoedig verleidt tot uitersten.
Het valt niet te ontkennen, dat zu zich
in de groote steden waar ze op den duur
zich concentreerden nu het leven op
het land voor hen ondraaglijker werd
met den dag in de bedoelingen van
het Derde Rijk schrome.ijk vergisten en
door herstel van vroegere opvallende
vroolijkheid, vermengd met provocee-
ceerend gebaar en niet altijd aangenaam
beweeg, de goeden weer tot slachtoffers
der kwaden maakten.
Er kwam nog wat bij: communisten,
verbitterde reactonnairen, oud-strijders,
nijdige socialisten en verbeten katho
lieken naderd.-n tot elkander en tot het
in de verdrukking verkeerende joden
dom. Deze regeering is niet dom, ze is
niet gemakkelijk. Ze praat niet alleen,
ze „schiet" ook. Men zou populair kun
ne - zeggen, dat ze het spreekwoord van
de blaffende honden, die niet bijten, te
schande maakt.
Hevig en ontstellend was een tijdlang
de strijd tusschen den Staat en een
machtige oppositie in do proteötantsche
kerk. Men praat er thans nauwelijks
meer over, en van een nederlaag van
den Staat hoort men zeker niet. Nog
heviger en ontstellender was de anti
these tusschen Staat en katholieke cleri-
calen. Men spreekt nu van toenadering,
die door voorspraak van den nieuwbe-
noemden bisschop van Berlijn tenminste
mogelijk schijnt. Hoog6t onaangenaam
was langen tijd de fronde in den Bond
der Frontsoldaten „Stahlhelm". Nu is
van dezen Bond zoo weinig meer over,
dat de totale ontbinding nog slechts een
kwestie van dagen schijnt. Van een
nederlaag van den Staat kan moeilijk
gesproken worden.
Ziet de situatie van het jodendom er
onder zulke omstandigheden zoo hoop
vol uit als hun tijdelijk optimisme het
deed voorkomen? Ik twijfel er aan. Inte
gendeel, ik geloof, dat hun beurt nu pas
komt. En ik wil er mij niet in verdie
pen, of deze afrekening ten slotte
Duitschland ten goede zal komen. Want
met dit vragstuk hangen zooveel moge
lijkheden in de toekomst, op financieel
en op algemeen politiek gebied tezamen,
dat men eigenlijk over den moed van
dit officieele Duitschland versteld moet
staan.
Er gaat een nieuwe, zeer dreigende
golf van anti-semietisme over Duitsch
land. De periode van latente minachting
schijnt voorbij, althans voorloopig. In
honderden steden en dorpen begint een
actie, die een acuut karakter heeft en
een ghetto-wederkeer schijnt in te lui
den. Ook hier: zonder algeheele sym
pathie van het geheele Duitsche volk.
Maar sterk* en fanatiek genoeg om over
allj bezwaren en overwegingen heen te
stappen.
Men mompelt, dat binnen weinige we
ken de Staat met een wet zal komen, die
dit moreele en practische ghetto veran
kert en den Duitschen jood voor een
geheel nieuwe situatie zal stellen. Het
schijnt, dat men nu reeds, door ta'looze
plaatselijke verboden, uitwijzingen, ver
jagingen, demonstraties enz., te ver ge
gaan is om nog tot de vroegere latente
periode terug te keeren. Ik geloof ook
niet aan die mogelijkheid. Het buiten
land zal goed doen, zich op deze nieuwe
phase voor te bereiden, en naar eigen
overtuiging te oordeelen.
De Duitsche dictatuur kent haar vij
anden en schijnt weer eens het oogenblik
g- komen te achten, met hen af te reke
nen.
De troepen, die het lijk van Gareth
Jones vonden, die, zooals we gisteren
reeds meldden, vermoord is geworden,
waien door de Chineesche autoriteiten
uitgezonden, nadat de boodschapper,
welken de regeering van Tsjahar op li
Augustus had uitgezonden om contact
te houden met de bandieten, gevangen
was genomen.
Op 8 Augustus hadden de bandieten,
welke Jones gevangen namen, hem over
geleverd aan een andere bende, welke
het losgeld van 800 pond sterling ver
hoogde tot 8000 pond. Het losgeld is
nooit betaald, hoewel de Britsche autori
teiten de onderhandelingen hebben ge
voerd.
De geruchten, die in de laatste dagen
meldden dat Jones kans had gezien aan
de bende te ontsnappen, zijn dus onwaar
gebleken en de stellige overtuiging,
waarmee de Japansche autoriteiten
hadden verklaard de bandieten tot uit
levering te zullen dwingen, ongegrond.
Omtrent de omstandigheden waarond
de moord is gepleegd en de motieven, die
de bandieten er toe hebben gebracht den
kostbaren gijzelaas te dooden, is niets
bekend.
De Duitsche Müller, die tezamen met
Jones door bandieten as ontvoerd, meldt
uit Sjanghai aan het D. N. B.:
„Gareth Jones is niet meer. Nadere
bijzonderheden omtrent de omstandig
heden, aaronder hij gedood is, zijn nog
nieu te verkrijgen. Slechts een ding staat
vast, dat mijn beste reisgenoot den dood
met denzelfden onverschrokken blik on
der de oogen heeft- gezien, aarmede hij
de gevangenneming, de bedreiging met
oen dood en de gevangenschap ver
droeg."
Van den eersten tijd van Jones' ge
vangenschap heeft mén een beeld door
h-relaas van dr. Müller, die het geluk
had te worden vrijgelaten om over het
losgeld te onderhandelen. Müller kon
toen verklaren, dat er geen gevaar be
stond dat Jones zou worden mishandeld.
De Duitscher werd vrijgelaten op aan-
sp* ren van Tsjang Tsjung-tsji, een
vriend van den bandietenhoofdman,
welke beide journalisten gevangen nam.
Het was de bedoeling dat Müller bij de
Britsche en Duitsche legaties de ver-
eischte som zou aanvragen. Na rugge
spraak met Jones heeft Müller besloten,
h! >rin toe te stemmen en is hij vertrok
ken. Even nadat hij vertrokken was
werd hem medegedeeld) dat het losgeld
50.00 Odoll&r bedroeg. 9
Tijdens de gevangenschap werden zij
door de bandieten rijkelijk voorzien van
voedsel en cigaretten, doch men had
hen van alles beroofd. Zelfs had men
hen in Chineesche kleeren gestoken.
Op grond van de mededeelingen van
Müller heeft de regeering Tsjang ver
zocht als bemiddelaar op te treden, om
ook Jones vrij te laten. Dr. Müller was
overtuigd, dat dit succes zal hebben.
De autoriteiten van Tsjahar stelden
zich met de bandieten in verbinding, om
de vrijlating van Jones te verkrijgen, en
boden dien einde aan de bandieten op te
nemen in het staande leger en aan hun
leiders den rang van officier te gever..
De overval speelde zich zooals men
zich zal herinneren af in een streek, die,
zij het dan ook niet formeel, dan toch
practisch geheel gedemilitariseerd was.
In het betrokken gebied bevonden zich
slechts nog gendarmerieposten.
Na het vertrek uit Dolonnor volgden
de journalisten den straatweg, dien
men hun bij hun vertrek als den eenig
bruikbaren weg naar Kalkan had aange
wezen .In de nabijheid van het meer
Sjabunor geraakten zij in een gewoonlijk
voor auto's ontoegankelijke zandvlakte.
Den 28sten Juli gelukte het, met be
hulp van Mongolen, die zich in de na
bijheid bevonden, den wagen weder vrij
te maken. Een uur later bereikten zij de
in een pas gelegen Chineesche nederzet
ting Hocha Tahoeofang.
Onmiddellijk nadat zij deze weer ver
laten hadden, werden zij van twee kan
ten met geweren en een machine-geweer
beschoten. Het machinegeweer kreeg na
korten tijd een defect. Er waren echter
naar schatting 35 schoten gevallen,
waarvan er twee de motorkap troffen.
De auto bleef direct 6taan en dr. Mül
ler ging op de schutters af, in de mee
ning verkeerende, dat het hier een mis
verstand gold, daar de menschen in de
gewone blauwe gendarmerie-uniform
waren gekleed met armband en insignes.
Zij zeiden, dat zij waren aangewezen
het verkeer langs den weg te controlee-
rer. De aanvoerders noodigden Müller
uit in een huis de thee te gebruiken, ora,
naar zij zeiden, opheldering te geven en
zich te verontschuldigen.
"ntusschen werden Jones en een Rus
sische chauffeur geboeid en elk in een
afzonderlijk gebouw gebracht. Bij de
doorzoeking der bagage, die als een for
maliteit werd voorgesteld, eigende zich
een der vermeende gendarmes eenige
züveren dollars toe. Toen Müller hem
de.arove ronderhield antwoordde hij:
„Wij zijn geen gendarmes, maar bandie
ten".
Jones en Müller werden nu geboeid en
moesten in gezelschap van ongeveer 25
a 30 bandieten een rit van twee uur
maken over de bergen in Noord-Ooste-
liike richting.
Den pacht brachten zij door in een
Chineesche nederzetting, ongeveer 20
kilometer van de plaats van overval
verwijderd. De behandeling en de ver
zorging waren zoo goed als in deze arme
streek mogelijk was.
Het eenige onaangename was, dat de
bandieten de reizigers er elkens aan
herinnerden, dat hun dood vaststond,
indien niet binnen tien dagen het los
geld zou zijn betaald.
Den volgenden ochtend verschenen
zeer onverwacht een wachtmeester der
gendarmerie met drie politie-beambten.
Zij werden eerst door de uitgezette
wachtposten der bandieten beschoten,
gevangen genomen en geboeid, doch la
ter weder in vrijheid gelaten en toege
laten tot een bespreking over ons lot. Het
resultaat dezer eerste onderhandelingen
was, dat de bandieten geheel afzagen
van hun vordering van wapens en mu
nitie, en het losgeld verminderden van
100.000 tot op 50.000 Mexicaansche dol
lars.
Nadat nog verdere onderhandelingen
waren gevoerd, werd goedgevonden dat
Müller zich voor de besprekingen over
de betaling van het losgeld met de pro
vinciale autoriteiten in verbinding zou
stellen.
Terwijl Jones met de bandieten verder
trok, reed hij met zijn begeleiders naar
Pao Tsjang Sien.
Na langdurige onderhandelingen met
de plaatselijke autoriteiten over de
maatregelen, welke moesten worden
genomen ter bevrijding van Jones reed
hij naar Kalgdh, waar reeds een verte
genwoordiger der Britsche Ambassade
en een afgezant van de provinciale re
geering van Tsjehar wachtten. De be
sprekingen in Kalgan leidden tot een
volledige overeenstemming over den
weg welke moest worden ingeslagen, en
voor het succes waarvan de regeering
van Tsjahar de garantie op zich nam.
Intu6schen deden ook de Japansche
autoriteiten in Dolonnor reeds stappen
met hetzelfde doel.
Later werd bekend gemaakt, dat Jo
nes naar Jehol was overgebracht. Het
naar Paotsjang gezonden losgeld haal
den de bandieten echter niet af. Ten
slotte werden de pogingen Jones te be
vrijden nog moeilijker gemaakt doordat
zijn ontvoerders hem in handen hadden
gespeeld van een andere bende, die een
nieuwen eisch stelde en het losgeld be
paalde op 100.000 dollar. De autoriteiten
brijn niet bij machte gebleken door on
derhandelingen of gewe'd het leven van
Jones te redden.
Te wijten aan een tragisch mis
verstand?
Opitrent den dood van den Engelschen
journalist Jones, over wiens lót men den
laatsten tijd in het onzekere verkeerde, omdat
de verblijfplaats van de tweede groep ban
dieten, die Jones van zijn oorspronkelijke ont
voerders hadden overgenomen, worden thans
tal van tragische bijzonderheden bekend. Het
meest schokkende bericht is wel, dat de dood
van Jones te wijten schijnt te zijn aan een
misverstand.
Terwijl de Chineesche magistraat, op wiens
gebied de bandieten zich oorspronkelijk be
vonden, met een vertegenwoordiger van hem
onderhandelde over den losprijs, trokken de
bandieten verder en kwamen op het gebied
van een anderen magistraat, die niets wist
van de onderhandelingen. Hij stuurde zijn
soldaten op de bandieten af, waarop dezen
den indruk kregen, dat de onderhandelingen
slechts een voorwendsel waren en dat zij om
den tuin geleid werden. Zij wilden zich nu
wreken en doodden hun gevangene.
Het lijk van Jones is gevonden door de
troepen, welke de bandieten achtervolgden,
nabij Pao Tsjang.
Het lichaam was door drie kogels door
boord; vermoedelijk is Jones reeds den
12den Augustus vermoord.
De onzekerheid van de laatste
dagen.
In Engeland heeft de tijding dat men
Jones vermoord gevonden heeft groote ver
slagenheid veroorzaakt. Men was zeer onge
rust geworden bij het vernemen van het be
richt dat de oorspronkelijke ontvoerders van
Jones, toen het met het uitbetalen van het los
geld niet vlot ging, hem aan een andere ban
dietenbende hadden overgedaan. Zooals men
weet, was de laatsten eisch van de eerste
groep bandieten dat er een losgeld van 800
pond betaald zou worden. Doch toen was de
gang van zaken door de moeilijkheden bij het
onderhandelen met de bandieten al zoodanig
in de war geraakt, dat de autoriteiten niet
recht meer wisten, waar zij het losgeld moes
ten brengen. Later bleek dan, dat men Jones
aan een andere bende roovers had overge
leverd, die op hun beurt een losgeld van 8000
pond verlangden. Maandag heeft nog een
van de onderhandelaars, aie door de auto
riteiten van Tsjahar en Jehol contact gehad
met deze bandieten, waarbij men ook Jones
nog in leven en naar het leek in goede wel
stand heeft gezien, doch dit is het laatste ge
weest, wat men omtrent zijn lot met zekerheid
weet, totdat nu zijn lijk gevonden is.
De Duitsche journalist Mueller verklaarde
bij het vernemen van de tijding van Jones'
dood:
„Gareth Jones is niet meer. Nadere bijzon
derheden omtrent de omstandigheden, waar
onder hij gedood is, zijn nog niet te verkrij
gen Slechts een ding staat vast, dat mijn
beste reisgenoot den dood met denzelfden
onverschrokken blik onder de oogen heeft ge
zien, waarmede hij de gevangenneming, de
bedreiging met den dood en de gevangen
schap verdroeg".
Jones was voor hij zich geheel en al aan
de reisjournalistiek ging wijden geruimen tijd
werkzaam als secretaris van Lloyd George
Hij had een bijzonder avontuurlijke loopbaan
achter den rug, ook was hij eenigen tijd lector
te Cambridge Zij drang steeds meer vreemde
volkeren en landen te leeren kennen is hem
thans noodlottig geworden.
De strijdmaatregelen, waartoe de econo
mische commissie van de Deensche land
bouwers besloten heeft ter uitvoering van
haar eischen, behelzen gelijk inmiddels
reeds gemeld is, dat de valuta-actie, die den
koers van de Deensche kroon wil drukken
en daarmede een stijging van de opbrengst
van den export van agrarische producten tot
stand wil brengen.
Men gelooft binnen drie weken het pro
gram te kunnen doorzetten. Men rekent ver
der met een bedrag van ongeveer 1990 mil
lioen kronen.
Den Deenschen minister van financiën is
een verklaring toegezonden, waarin ver
klaard wordt, dat alles wat door de huidi
ge regeering in de laatste jaren gedaan is in
hooge mate in staat geweest den economisch
politieken toestand van Denemarken te ver
zwakken.
De Deensche soc. dem. minister van han
del heeft in een verklaring uiteengezet, dat
de handelspolitike maatregelen zijner regte-
ring juist zijn geweest en dat zijn regeering
ook verder het roer krachtig in handen zal
hebben. Hij is er van overtuigd, dat de actie
der boeren mislukken zal.
De premier zou zich reeds scherp gewend
hebben tegen de maatregelen van de boeren.
De minister van buitenlandsche zaken heeft
verklaard, dat alles, waardoor onrust
geschapen wordt op de geldmarkt zeer ge
vaarlijk zou kunnen worden voor de handels
politieke situatie, terwijl de minister van
handel er in het bijzonder op wijst, dat ge
organiseerde sabotage niet zal worden ge
duld.
„Berlinske Tidende" is van meening, dat
de ontworpen strijdmaatregelen geen goede
resultaten zullen hebben, laat staan doorge
voerd kunnen worden, aangezien een wijzi
ging van den koers van de kroon alleen mo
gelijk zou zijn door een politieke overeen
komst. Volgens de meening van het blad
zouden de maatregelen ook eerst hun uit
werking kunnen doen gevoelen na een lan-
geren tijd.
Opruimingswerk en hulpverleening.
Het is nog steeds niet mogelijk, betrouw
bare gegevens te verkrijgen omtrent het aan
tal slachtoffers van de dijkdoorbraak bij Ova-
da. Tot dusver zijn pas 70 lijken geborgen,
die in den loop van gisteren zijn begraven.
Van officieele zijde wordt daarentegen
verklaard, dat de omvang van de ramp niet
zoo groot is als men aanvankelijk had ge
dacht, en het „Giornale d'Italia" publiceert
een doodenlijst, die slechts 59 namen bevat
Nog tal van bijzonderheden worden dage
lijks bekend. Vele menschen zijn kilometers
ver geloopen om zich op het dak van een
huis in veiligheid te brengen, totdat het dak
zoodanig belast werd, dat het onder hen in
stortte. Velen, die zelf door het noodlot ge-
t-oiien werden, hebben met doodsverachting
anderen gered. Een mecanicien, die niet min
der dan 20 personen uit het water haalde,
droeg hen stuk voor stuk naar een veilde
plaats, waar de stroom hen niet kon mee
sleuren.
Soldaten en militie zetten thans nog het
reddingswerk voort. Overal worden vrijwil
lige hulpploegen gevormd en tegelijkertijd
begint men reeds weer met het opbouwwerk.
Op de plaats van de vier weggeslagen brug
gen heeft men met spoed nieuwe rivier-over
gangen gebouwd.
Volgens de laatste berichten zijn 275 ge
zinnen dakloos geworden. Ook groote huizen
werden vernield) zooals bijv. te Boggo, waar
zeven huizen waarin 58 gezinen woonden,
instortten. Men is voornemens, deze huizen
niet te herbouwen, doch nieuwe woongele-
genheden te scheppen in de hooger gelegen
gemeenten.
Voor het vaststellen van het totaal aantal
slachtoffers hebben de autoriteiten een beroep
op de bevolking moeten doen om precies op
te geven met wie zij gevlucht waren en wie,
naar hun meening, daarbij zijn omgekomen.
In den Vrijstaat van Zuid-Ierland zijn ge
durende de laatste weken groote geldsom
men voor noodlijdende Noord-Iersche gezin
nen bijeengebracht, die verdreven zijn uit hun
woningen in Belfast.
In Belfast zijn inmiddels talrijke personen
gearresteerd en voor een deel tot zware ge
vangenisstraffen veroordeeld. De eigenlijke
raddraaiers zijn echter nog niet in arrest
gesteld. In Zuid-Ierland zijn thans drie man
nen gearresteerd, die er van verdacht worden
de Protestantsche kerk in Kelmallock in
brand te hebben gestoken.
De speciale corresj>ondent van het „Jour
nal" meldt uit Le Havre, dat een der voor
naamste schuldigen aan de groote smokkel-
affaire een gemeenteraadslid van Le Havre is,
die zijn functie van gemeenteraadslid bekleed
heeft van 1919 tot 1925. Het ;s een lid van
een zeer geziene familie. Zijn vader heeft een
belangrijke functie bekleed in de koloniën.
De kapitein van het Britsche s.s. Parthenia,
4555 ton, op weg van Panama naar Van-
couver, zou op onmenschelijke wijze zijn op
getreden tegenover twee arbeiders, die als
blinde passagiers op het schip waren ont
dekt. De kapitein zou het schip op de kust
hebben aangestuurd en toen de beide onge-
wenschte passagiers, voorzien van reddings
gordels. over boord hebben laten gooien, of
schoon de zee daar wemelt van naaien. De
beide mannen hebben den op 15 meter al-
stands gelegen wal in uitgeputten toestand
bereikt en een aanklacht ingediend bij de
autoriteiten, die de zaak in onderzoek hebDen
genomen.