Politieke manoeuvres in Engeland 5«Lki?;a„ï,kvr^ereen8met«n col- Het 'tSterntje over stille en woelige wateren. BRUGGEN-MISÈRE. Pogingen tot groepsvorming tegenover de regeering. DE VERKIEZINGEN. HET CONFLICT ITALIË—ABESSINIE. T*c Buitenland ben- IV. Het zonnetje zette den volgenden morgen alles in gouden gloed en het Brasemermeer fek een reusachtige vijver vol vloeibare dlWeahadden onze beste vaarspullen aan, lirhte broeken, witte bootschoentjw en smet- 'looze hemden en Piet met zijn kapiteinspet n had meer van den commandant van de Jfarnix dan van den schipper van een vijf Meter open sloepje. Wii ontbeten met gramofoonimiziek en "i- ging Piet den mast opzetten en alles aan boord voor de afvaart in orde brengen. Zou d'r hier niet een broekriem te krijgen •:2o» voeg hij, telkens naar zijn pantalon Send ,Jk heb dat ding zeker in Middel- E laten liggen". n Oude Wetering, vertelde de ober, was er J zekere Jansen, als maar door de vaart i os en dan een van de laatste huizen en die verkocht alles. Het dorp bestaat uit een lange rij huizen tusschen die huizen en de vaart ligt een alle we? vol scherpe bazaltsplinters, die in het rubber van de schoenen dringen. De dorpelingen kijken onder en boven hun oordiintjes uit om niets te verliezen van het ?ezicht op een vreemdeling en een schoolmees ter die juist zijn fluitje zou gebruiken om zijn overal verspreide schaapjes weer bijeen te blazen haalde het instrument van verbazing weer uit zijn mond en omdat de weg nogal recht was en hij me een heelen tijd kon nakij ken duurde het vrije speelkwartier dien mor- gen'minstens achttien minuten. Een stevige dame zat in den kruideniers winkel van Jansen tusschen twee stapels biskwie-trommels en las haar boodschappen lijstje voor. „Eén pakje bleekpoeder en een half pond groene zeep en vier eieren, maar niet van die kleintjes en laat 'k eens kijken, bennen d'r nog van die ananaszuurtjes?" En U?" vroeg de jongste bediende, omdat het'boodschappenlijstje nog niet afgewerkt was en de klant ook wel eens zou willen weten wat ik op mijn hart had. Een riem'', zei ik, „voor een middeldikke meneer, niet te lang en niet te kort, de riem j^oel ik De jongste bediende keek den chef aan „Die verkoopen we niet", zei de chef, wel ansichten''. „Wachteris", zei de klant, „gaat U eens naar Dinges, die heeft ze geloof ik wel" Dus ging ik op zoek naar Dinges, die ze inderdaad had en ik verraste den kapitein met een keurig cadeautje Het paste precies en het had een prachtige vergeet-mij-nietjes- kleur. „Souvenier van Oude Wetering", zei ik, „een klein geschenk van een dankbaren pas sagier". „Goedenmorgen'', zei de meneer met het hoedje, die nog eens kwam buurten en hij /iet opnieuw zijn blikken critisch over ons bootje gaan. „Hoe lang is dat jachtje, meneer?" „Vijf Meter", zei Piet. „En hoeveel zeil heeft U daar op?" „Vijftien en een halve Meter". „Juist, juist", zei de vriendelijke bezoeker. „Ik heb ook eens zoo'n bootje gehad. Dat was hen Meter lang, met dertig Meter zeil. uoeien morgen, heeren t Valt me reusachtig mee", zei ik, toen hi] weg was. vr<xg Piet. „Wel, dat hij maar tien Meter zei Hij had net zoogoed een boot van twintig Meter kun nen hebben. We hebben de schuit immers toch nooit gezien". „En hij evenmin", zei Piet grimmig. baalden en toen was het groote mo- nVan vertrek aangebroken. Kr a wa* verstand van varen had, Icwam oètvr stj'Ser kijken en Piet deed een schiet- fmTi f' ,1 motor ons niet in den steek 'aterl- ''ij rukte als een bezetene aan het Jv f,ea met een prachtigen zwaai schoten we het haventje uit „Goeie reis, heeren!" Miin,?ar ,war,en we al op de breede vlakte, de t Pakte het zeil, drukte de boot scheef rioiut! jet,water en aan het roer voelde je da- stair K racHt die ons voorstuwde. Voor ons (t y torentje van Rijn6aterswoude bover. tie v! ud' bnks> achter het sierlijke jach- 2(l./an ^en vlieger Sillevis, kwam de nieuwe Rnlut te voorschijn en daarachter lag <Wj,y -endsveen a's een zonnig schil dje in een omlijsting van levend groen. Piet ze£ ie van zoon afvaart?" vroeg t gnnnekend. V5 't maar verbeteren", zei ik. wa'c tL-u kannst tanzen", zong Piet en het oi hij luidkeels zijn bootje prees. vomiV- )es ziin kle>n, maar toch vlugge v°gelt]es, Piet'» n of", zej jjap(ejn tevreden. door°aVOeren wiï °P dien warmen zomerdag Wond ,meerm°nding, het Paddegat, langs het k^l 'n£ €n Heimanswetering voorbij vfn 5" ,Van de luchtschepen, masi n 1® mijn scheepje niet mooi, met zijn aijee €n z'jn zeilen?", vroeg Piet. Het is voor maar lastig, dat ze nou al die bruggen één un? moeten opendraaien. Daar is er al Hll een schippershoorn aan den p* rjv wwu öviiippciöiiuuiu a,u gehonrrf i ies 200 hard, dat 't in Woubrugge .a,0.kon worden. ''Maa» debru£ £aat open, Piet", zei ik brue oreerst n°g niet zei Piet| wan een Qe bru& ""'wvioi iiug niwi tvn ivi, v?rzam i-acb,er keek belangstellend naar vrachta,"1^ bakkerskarren en een paar HoestenU[°s' d'e a"emaa! nog over de brug mak pb, komen en stak toen op zijn dooie ge- „Wa^PoP 8toVen m we nou?" vroeg ik, want we «Mfitü gro°te vaart op de brug af. h'ugwarK. stoPzetten", zei Piet. „Tegen een goeie en V 's niks te beginnen. Je hebt er kwaaie, maar kwaaie het meest". Toe handen de man op de brug aan een le te draaien en twee ouwe kereltjes water Tanirfaï>a'l!8,trade en spogen in hel brugwachter li Pte de hrug open. De er een hengelsKS a l6je bi,"ne" en haalde het aas ie °P d€ plaats waar het snoer had2»"11 660 kinderklompje aan heen e£ k 8ta,k het over he* wa,er een diaken onwillekeurig denken aan tanken had aieThenpÜ"" d™ riit" terke" Pitt dierJiak Langs den kant"' schreeuwde rakelinirs i„ schrap gezet had en we schoten bruJ d^r rngSn-n tusschen de kreep en 0en l klompje te pakken kreeg en er een kwartje in liet vallen. oi"vi£ yandaag n°s6611 stuk zwaar L b "^0u kun je eens zien hoe zwaar de schipperij belast wordt hii"VaiIS ^.«nvan een dubbeltje", schatte 7.vf"WV. 'n Molenaarsbuurt alweer voor nen r\ 'storisch bruggetje moesten stop- m?ar f €r had de brugwachter allen tijd, Sfnu W€ voorbli voeren, stak hij haastig ™P,e<naa5 vJoren en hii had zich nog gger overtuigd, dat we zijn etablissement voor dne stuivers te kort gedaan hadden. rwl f '.^breeuwde hii over het water. „Dat kost hier een kwartje „Laat 'm maar schreeuwen", zei ik. „Voor mijn part stop je er telkens een kiezelsteentje tn. DK langzame brugwachter zal ons toch niet achterna zwemmen". „Alles goed en wel", zei Piet, „maar ik ge loof, dat hier al die bruggetjes telefonisch met elkaar in verbinding staan en dan zitten we zoo dadelijk gevangen". Stoppen dan maar weer en dat was het ergste, want de motor had niet haar beau jour en het was een heele toer om de machi nerie weer op gang te krijgen. Dan moesten er eerst bougie's worden schoongemaakt en dan moest er weer met het koord gewerkt worden, wat op dien snikheeten dag geen pretje was. Er kwam door den tuin van een naburig huis al een lieftallige jonge dame aansnellen, die het kastekort van Pa in ontvangst wilde nemen en zij maakte den indruk, dat het niet de eerste keer was, dat de brugwachter een te kleine surprise in zijn klompje had gevon den We dronken een fleschje melk, dat de kapi tein uit een geheimzinnig koelkastje te voor schijn haalde en trokken vol moed op Alphen aan den Rijn af. De motor schrok blijkbaar van het ge vaarte bij de Gouwe Sluis en er was geen be weging meer in te krijgen. Met een boots haakje peuterde Piet ons de sluis binnen om daarna aan den anderen kant een gevecht op leven en dood zijn motor te beginnen. De brugwachter, die zijn kwartje binnen had, zat eerste rang op de leuning en een vijftal werkloezen kwamen om ons heen zitten en maakten den kapitein nog nerveu zer dan hij al was. „Je moet je bougies uitbranden", riep een gchipperejongen. „Je benzine is te vet", dacht een toeschou wer op klompen. „Rang" zei het koord als Piet het aftrok en „puf puf' zei de motor en dan zwegen ze allebei weer. Dat ging zoo in de gloeiende hitte drie, vier maal achter elkaar en ik vrees de al, dat we op dit ongezegende plekje zou den moeten overnachten toen de motor niet alleen „puf", maar ook eventjes „rrrt", zei „Nog eens, meneer!", riep de schippersjon- gen enthousiast, ,nou krijgt U 'm wel Het ging nog eens en tot ons alles vreugd pakte de motor en stoven we in een oogenblik van de ongelukkige sluis weg. Voort ging het over de Gouwe en langs Boskoop waar een actief mannetje de brug zoo vlug open draaide, dat we heelemaal niet hoefden te stoppen. Aan een steigertje bij het kano-station gaf Piet zijn dorstige motor een flinke slok benzine en ik trok het dorp in en werd met gejuich weer binnen gehaald, omdat ik limo nade en koeken in mijn armen had. Een gedienstige meneer zou onze tros wel even losgooien, maar hij deed het net even te laat, zoodat het nog gevangen Sterntje met kracht tegen tegen een meerpaal botste. De schade viel ndg al mee en we stoven m«t een aardig vaartje op Waddinxveen af. Hier en daar had een baggermolen een kabel naar den kant gelegd en aan moest er hard op den hoorn geblazen worden, zoodat ze het ding tijdig konden laten zakken. „Anders er maar dwars doorheen, Piet", zei ik, „net als De Ruyter bij Chatham". Maar de kapitein was niet in een beste bui. Het begon te regenen en hoe we ook toeter den, de wachter van de spoorbrug bij Wad dinxveen was niet van plan om uit zijn huisje te koinen. „Zal ik 'm een6 even gaan zeggen, hoe ik over 'm denk. Piet?" „Hij heeft ons al lang gezien", zei Piet. „maar spoorbruggen hoeven ze niet open te draaien voor 6chepen, die den mast kunnen strijken". Er zat niet anders op dan onze mast om te klappen en als een doodgewoon sloepje schoven we onder de brug door en op Gouda af, waar een vroolijk wachtertje ons al van verre toewuifde en haastig zijn brug open draaide. „Daar heb ik een nacht op de heenreis ge legen", vertelde Piet, „en dat mannetje heeft een paar sigaren van me gehad." „Dan heb je je vast in het kistje vergist, Piet, anders zou hij niet zoo hard aan die brug draaien". „Hallo", meneer", schreeuwde het man netje enthousiast. „Bent U daar weer?" „Ja, ja, brugwachter, daar ben ik weer." Het mannetje zag er uit of hij versjes kon zingen en toen we dichterbij kwamen, begreep ik ineens waarom ik dat gedacht had. Hij leek sprekend op Louis Davids. Tj- Hoewel er wat onzekerheid blijft bestaan, is nu toch in Engeland het algemeene ge voelen dat in den laten.herfst geen verkie zingen zullen worden gehouden. Eenige le den van Baldwin's kabinet hadden graag thans een korte en krachtige campagne inge steld, ten einde de bevolking voor een nieuwen termijn van nationaal bestuur te winnen. Zij vonden de gelegenheid gunstig en de stemming goed. Zij zijn er in tegen stelling met hun anders denkende collega's in het ministerie blijkbaar niet zeker van dat dit zoo zal blijven. Hun diagnose van het oogenblik is naar allen schijn juist. Voor den honderdduizenden die zich bruin laten branden aan de stranden, heeft de va- cantie extra bekoring door een vaag gevoel van tevredenheid over den toestand van het land, dat zachtjes-aan opklimt naar een hoo- ger niveau van welvaart. Voor het eerst in vijf jaren zijn er minder dan twee milloen werkloozen. Er is meer geld voor dagelijksch gebruik onder de menschen; de cijfers van de Bank van Engeland hebben het juist ge leerd. In nagenoeg elk bedrij! is er meer leven. Het zijn symptomen, die elk voor zich wel licht weinig te beteekenen hebben, Maar ze helpen aan de verhooging van nationaal zelfvertrouwen en moreel, die als geestelijke krachten opbouwend werken en daarom be- teekenis hebben. In een wereld zoo vol tegenslag en kom mer moet het effect van teekenen van ver betering in de bevolking in haar geheel (die als geen enkele massa, welke ook, analyseert) sterk zijn. In een korte en levendige cam pagne in deze periode zou de nationale re geering waarschijnlijk met succes de men schen hebben kunnen overtuigen, dat haar bestaan aan geen betere handen dan de hare kan worden toevertrouwd. Om een verscheidenheid van redenen ech ter heeft ook in deze zaak de haan van Ne- ville Chamberlain koning gekraaid. Chamberlain is de favoriet van het con servatief partijbestuur en met dat bestuur heeft hij zich verzet tegen het idee van spoe dige verkiezingen. Hij en zijn vrienden zien ook in den internationalen toestand reden tot omzichtigheid. Indien de bom zou barsten in Abessinië. zou de onzekerheid, die ver kiezingen toch altijd gedurende zekeren tijd in het land moeten wekken, erg ongelegen komen Het oude bezwaar, dat de Kerstmis handel door een verkiezingscampagne zou lijden, wordt ook gehoord. En zoo is er meer dat tegen vroege verkiezingen pleit. Toch als men gaat meten is de zaak even breed en lang en daarom kan men niet met zekerheid zeggen wat Baldwin zal doen wanneer hij van zijn vacantie, die hij te Aix-les-Bains doorbrengt, terugkeert. De wat minder ongunstige werkloosheid blijft niettemin ongunstig en het blijft ook twijfelachtig of de verbetering zal aanhou den. De bevolking het blijkt uit de groote aandacht, die zij schenkt aan New Deals en Vijfjarige Plannen verlangt een regee- ringsbeleid, dat het proces van het herstel aanmerkelijk versnelt. Men stelt vast dat de wat toenemende vraag naar arbeid vooral op rekening moet worden gesteld van wo ningbouw en van de vraag naar kapitaals goederen (machinerieën, fabrieken, enz.); in de bedrijven, die daarvoor zorgen, kan slapte terugkeeren, zoodra aan de niet-per- manente vraag zal zijn voldaan. Runciman, die als minister van handel ze ker tot oordeelen bevoegd is, moet zooiets vreezen, indien hij pleit voor spoedige ver kiezingen Zijn liberaal verleden zal er hem aan blijven herinneren dat de industrieele en commercieele toestand niet bevredigend kan worden, indien internationale handel niet veel levendiger wordt. Hierop is nog geen uitzicht. Ottawa en de bilaterale handels verdragen hebben gedaan wat ze konden en voor het oogenblik blijft het daar bij; maar het is niet genoeg. Als de bevolking de eerstvolgende maan den tot het besef komt, dat herstel meer schijn dan wezen blijft, kan haar stemming ten gunste van de huidige leiders minder gunstig worden dan ze thans is. De tegenpartij is nooif zoo druk in de weer geweest als juist nu. Haar zwak heid is, dat ze in haar verdeelde gelederen zooveel herstel-programma's meedraagt. Er zijn zooveel hoofden zooveel zinnen, zooveel groepen zooveel programma's. Geruchten willen thans weten, dat de politieke strategen in de Oppositie streven naar het samen trekken van machten. De Observer heeft verklikt, dat er strikt geheime lunches worden gegeten, waaraan Lloysd George en Sir Herbert Sa- muel tezamen met de makers van het Vijf jarig Plan voor Herstel meedoen. Men mag spreken van „verklikken"; want wanneer het genoemde conservatieve Zondagsblad met dergelijke onhullingen aankomt, zoekt het daarmee Lloyd George nog duidelijker in de gedaante van regeeringsaanrander te doen verschijnen, op dat die conservatieven en halfslachtigen, die onder de bekoring dreigen te komen van den Witten Toovenaar van Wales, van het verlangde afgrijzen voor hem zullen worden vervuld. De ontwerpers van het Vijfjarig- Plan zijn personen van nagenoeg alle politieke kleu ren en zonder politieke kleuren. Er zijn ver tegenwoordigers bij van de moderne conser vatieven voor wie ordening en zekere vor men van socialisme niet schrikaanjagend zijn. Er zijn ook vertegenwoordigers bij van de uiteste Labour-opvattingen. Zij vormen ech ter geen politieke groep En als er wordt ge luncht, kan men zich moeilijk voorstellen, dat men er afspraken za! kunnen maken om straks vereend te velde te trekken tegen de regeering. Zooals de zaken thans staan, zal Lloyd George zich hoogstens van den rao- reelen steun van Lord Allen en Harold Mac- Millen (twee van de belangrijkste politieke bevorderaars van het program der „Vol gende Vijf Jaren") kunnen verzekeren. DeDailyExpress gaat nog wat ver der dan de O b s e r v e r in het vaststellen van Lloyd Georgiaansche politieke manoeuvres en laat, met denzelfden ophef als waarmede het blad het nieuws gaf over Maud Mason, die in een middelmatig opstelletje haar lana het beste van de wereld noemde, weten dat de liberale labour coalitie op een oor na ge vild is. Lloyd George heeft vrede gesloten met Sir Herbert Samuel en de twee verzoende strijd makkers hebben met een oud-strijdmakker, dr. Addison, die thans een gezaghebbende stem laat hooren in de raadkamers van La bour afgesproken in de volgende verkiezin gen een honderdtal zetels aan de regeering te ontfutselen. De afspraak draagt een zeer voorloopig karakter en het bestuur van de Labour partij is er buiten gebleven. Scherpe taal van de „Tribuna". Het hoofdartikel van de „Tribuna" brengt tot uiting, dat de Abessinische onderneming voor Italië thans onvoorwaardelijk ten einde moet worden gebracht. Voor het nationale bewustzijn van Italië is dit volkomen duide lijk. Dit inzicht begint echter ook door te breken in het internationale bewustzijn. De verovering van Abessinië, in wel ken vorm dit ook moge geschieden, het- zij als mandaat, protectoraat of direct dominion, is voor het Italiaansche volk een levensnoodzakelijkheid geworden Het gaat, met andere woorden, om een onderneming, ten opzichte waarvan het erger zou zijn er van af te zien of een compromis te aanvaarden, dan het spel te verliezen zonder meer. Het blad wijst er op, dat er thans nog slechts twee factoren zijn, die zich verzetten tegen den Italiaanschen wil, nl. het Abessi nische belang en de Engelsche oppositie Het Abessinische belang heeft geenerlei mo- reele waarde. Abessinië kan niet beschouwd worden als rechtsgelijke, laat staan als staat in den waren zin van het woord. Ook het lid maatschap van Abessinië van den Volken bond is volgens het blad waardeloos, aan gezien de opneming van Abessinië in de Ge- neefsche instellingen volkomen onwettig ge- Geen territorale voorstellen van Abessinië. Overweging van andere voorstellen die redelijk Van bevoegde zijde wordt er nogmaals op gewezen, dat Abessinie nog nooit vast-om- lijnde territoriale voorstellen heeft gedaan Alle desbetreffende berichten zijn geruchten van particuliere zijde, die aMen grond mi-: sen. Abessinie heeft evenwel t'r vpu-^'n van oorlog ooit gedeelten van Ogr"4^ eetooden. Wanneer men echter, v at 110» 're j niet geschied is. Abessinie v c'onrch' e en voorstellen zou doen, die redelijk waren, zuu kunnen worden nagegaan in hoeverre deze een basis voor verdere onderhandelingen zouden kunnen vormen. De Abessijnsche re geering zal daarbij het standpunt van Eden niet verlaten, evenmin, als de door hem aan gegeven richtlijnen. Een basis voor verdere besprekingen zou vanzelfsprekend een uit gang naar zee zijn. De Negus en de Abessinische regeering volgen met groote aandacht de driemogend- htden-conferentie te Parijs. In een persge- sprek verklaarde Hail Selassi heden, dat de ve rtegenwoordigers van Frankrijk, Enge land en Italië wederom te Parijs bijeen wa ren om te trachten e en vreedzame oplos sing voor alle conflicten te vinden, wat hij van arte wenschte. Italië heeft getracht de publieke opinie te do engelooven, dat Abes sinie agressieve bedoelingen tegenover de Italiaansche koloniën heeft. Hiervan is ech ter nooit sprake geweest, o.a. al omdat het Abessinie aan de voor zijn verdediging noc- dige wapenen ontbreekt. Driemaal achter el kaar heeft de Abessijnsche regeering een beroep op den Volkenbond gedaan omdat deze een vreedzame oplossing tot stand zou brengen. De Negus besloot met den wensch dat de conferentie te Parijs hier tenslotte nog in zou slagen. Pessimistische stemming in de Parijsche avondbladen. De gedachtewisseling tusschen de vertegen woordigers ter driemogendheden-conferentie is zelfs voortgezet tijdens de lunch, <Jie Laval, Eden en baron Aloisi gistermiddag heeft aan geboden. Tegen 3 uur verliet Aloisi de Quai d'Orsay, naar men aannam om zich telefonisch in verbinding te stellen met Rome. Laval en Eden hadden daarna een ge sprek onder vier oogen. Tegen half zes wer- dien de besprekingen tusschen de drie staats lieden voortgezet. De „Temps" schrijft, dat men bij den aanvang der besprekingen nog zeer ver van een overeenstemming verwijderd was. Dat beteekent volgens het blad echter niet, dat er geen uitweg uit de huidige situatie zou zijn Men kan niet aannemen, dat Mussolini een langdurigen en kostbaren oorlog wil voeren, wanneer hij langs diplomatieken weg een compromis kan bereiken. Het zou voor Italië bij zijn huidige financieele po- s.tie, een avontuur zijn, dat alles wat het tot nog toe bereikt heeft, in gevaar zou bren gen, en het zou de sympathie van Enge'and voor langen tijd verliezen. Daaróm zal Italië zich nog wel eens bedenken, alvorens zich in een oorlog te storten. Onder deze omstan digheden blijft er nog hoop op overeenstem ming. Het „Journal des Débats" is weinig hoop vol. De voorbesprekingen hebben niets bevre digends opgeleverd. Het gevaar bestaat zelfs, dat tijdens de besprekingen Engeland zoowel als Italië een scherper standpunt zul len gaan innemen. De Information" verklaart, dat een voor aanstaande Italiaansche figuur zou hebben beweerd: „We spelen in Afrika groot spel. Alle gevolgen van ons optreden zijn van te voren door ons overwogen. Hoe kan men ge- looven dat wij alleen maar bijwijze van comedie al deze maatregelen hebben genomen en 200.000 man naar de Afrikaansche kust gezonden hebben? Voor Italië is het oogen blik gekomen om als groote mogendheid te handelen. Onze jeugd heeft moed. Wij zijn gelukkig, tot vriendschap met Frankrijk te zijn gekomen. Nooit zal er een gunstiger oogenblik zijn om de waarachtige Latijnsche broederschap te bezegelen. In Januari j.L hebben we te Rome een huwelijksverdrag on derteekend. Thans gaat het om den brui loftsnacht. Ik hoop, dat Italië niet teleur gesteld zal worden". Stilzwijgen na afloop der besprekingen van vandaag. De besprekingen tusschen Eden, Laval en Aloisi, die gistermiddag te half zes is begon nen duurde tot half acht. Na afloop van deze zitting heeft Laval de volgende verklaring aan de pers gegeven: „In den loop der besprekingen, die wij Vrijdag hebben gehouden, hebben we de verschillen de diplomatieke documenten onderzocht, die de betrekkingen van onze drie landen tot Abessinië regelen. Onze besprekingen be wogen zich op den grondslag van de drie protocollen van 1906, 1925 en 1928. Bij de verdere besprekingen zullen we naar een mogelijkheid zoeken, het Italiaansch—Abes sinische conflict vreedzaam te regelen. De vo'gende zitting wordt waarschijnlijk Zater dagmorgen gehouden. Het uur waarop is echter nog niet vastgesteld". Nadere mededeelingen waren noch van Laval noch van een der andere deelnemers aan de conferentie te krijgen. Omtrent het eigenlijke verloop der zitting bewaart ieder een Let diepste stilzwijgen. In politieke krin gen raadde men gisteravond dan ook slechts naar wat er gebeurd kon zijn. Slechts weini gen gelooven echter in den goeden afloop van de conferentie. NIEUWE ERNSTIGE INCIDENTEN IN NOORD-CHINA. Zes dooden en honderd gewon den bij overval op een trein. Terwijl het incident van Loeansjau nog steeds de aandacht gevangen houdt, worden uit de gedemilitairiseerde zóne van Noord-, China twee nieuwe ernstige incidenten ge meld, die zeer ernstige gevolgen kunnen heb- Op 43 Augustus j.1. hebben leden van het Chineesche politie-corps gevuurd op een ge zelschap, waarvan o.a. deel uitmaakten de Japansche consul te Jehol Nakamoera, kapi tein Sjiyoda van de Japansche militaire mis sie en achttien andere burgers, die in een boot de Loean-rivier afzakten in het gedemi litairiseerde gebied. Gelukkig deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. Een incident van veel ernstiger aard heeft zich echter in den afgeloopen nacht voorgedaan. Ongeveer 130 bandieten hebben in de gedemilitairiseerde zóne, dicht bij Sjanhaikwan, den trein van Sjanhaikwan naar Peking overvallen en er een ware kogelregen op laten neer dalen. Een conducteur, twee soldaten van de spoorwegbewaking en drie Koreaansche pasasgiers werden gedood en ongeveer honderd andere passagiers gewond. De bandieten plunderden den trein en de passagiers en wisten met een rijke buit te ontkomen. De leiding van het Kwantoengleger en de Japansche militaire autoriteiten in Noord-China maken zich ernstig bezorgd over de voortdurende ordever storingen in de gedemilitairiseerde zóne DE ONLUSTEN IN BREST EN TOULON. De gerechtelijke deskundigen, die in Brest en Toulon een onderzoek hebben ingesteld, zijn met hun werkzaamheden gereed geko men. De tijdens de onlusten in beide steden door de muiters aangerichte schade bedraagt meer dan 2 millioen francs. VAN EEN VERBROKEN VERLOVING.. Op de advertentiepagina van de „West- deutscher Beobacteri' van 11 Augustus j.1. is een opvallend groote advertentie opge nomen van iemand, die de verbreking zijner verloving in de volgende woorden aankon digt: „Bekendmaking! Ik verbreek hiermede mijn verloving met mej. Else Mallweg. Want ofschoon mej. Mallweg mijn gezindheid kent, kocht ze haar uitzet bij een Jood en alsof dit nog niet voldoende was, liet zij ondanks mijn verbod onze verlovingsadver tentie ook nog tusschen Jodenadvertenties opnemen en bracht'hierdoor mijn goeden naam in discrediet. Dit alles dwingt mij, mijn verloving te verbreken; Want ik geloof niet, dat ik met een vrouw, die bij joden koopt en haar advertentie tusschen Joodsche annonces Iaat verschijnen, gelukkig kan worden. Keulen 11 Augustus 1935. Otto Füngler VRIJGEZEL VAN 106 JAAR WIL TROUWEN. Een inboorling uit de Oranje-Vrijstaat, een vrijgezel van 106 jaren, neemt ernstig in overweging te gaan trouwen. Hij is een krachtige en gezonde neger, die nog veel wandelt en denkt, dat hij nog wel 30 jaar zal kunnen leven. Hij overweegt thans de hand te vragen van een inboorlinge, die hij iederen Zondag in de kerk ontmoet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7