Politieke manoeuvres in Engeland
5«Lki?;a„ï,kvr^ereen8met«n col-
Het 'tSterntje over stille en woelige wateren.
BRUGGEN-MISÈRE.
Pogingen tot groepsvorming
tegenover de regeering.
DE VERKIEZINGEN.
HET CONFLICT
ITALIË—ABESSINIE.
T*c
Buitenland
ben-
IV.
Het zonnetje zette den volgenden morgen
alles in gouden gloed en het Brasemermeer
fek een reusachtige vijver vol vloeibare
dlWeahadden onze beste vaarspullen aan,
lirhte broeken, witte bootschoentjw en smet-
'looze hemden en Piet met zijn kapiteinspet
n had meer van den commandant van de
Jfarnix dan van den schipper van een vijf
Meter open sloepje.
Wii ontbeten met gramofoonimiziek en
"i- ging Piet den mast opzetten en alles
aan boord voor de afvaart in orde brengen.
Zou d'r hier niet een broekriem te krijgen
•:2o» voeg hij, telkens naar zijn pantalon
Send ,Jk heb dat ding zeker in Middel-
E laten liggen".
n Oude Wetering, vertelde de ober, was er
J zekere Jansen, als maar door de vaart
i os en dan een van de laatste huizen en die
verkocht alles.
Het dorp bestaat uit een lange rij huizen
tusschen die huizen en de vaart ligt een
alle we? vol scherpe bazaltsplinters, die in
het rubber van de schoenen dringen.
De dorpelingen kijken onder en boven hun
oordiintjes uit om niets te verliezen van het
?ezicht op een vreemdeling en een schoolmees
ter die juist zijn fluitje zou gebruiken om zijn
overal verspreide schaapjes weer bijeen te
blazen haalde het instrument van verbazing
weer uit zijn mond en omdat de weg nogal
recht was en hij me een heelen tijd kon nakij
ken duurde het vrije speelkwartier dien mor-
gen'minstens achttien minuten.
Een stevige dame zat in den kruideniers
winkel van Jansen tusschen twee stapels
biskwie-trommels en las haar boodschappen
lijstje voor. „Eén pakje bleekpoeder en een
half pond groene zeep en vier eieren, maar
niet van die kleintjes en laat 'k eens kijken,
bennen d'r nog van die ananaszuurtjes?"
En U?" vroeg de jongste bediende, omdat
het'boodschappenlijstje nog niet afgewerkt
was en de klant ook wel eens zou willen weten
wat ik op mijn hart had.
Een riem'', zei ik, „voor een middeldikke
meneer, niet te lang en niet te kort, de riem
j^oel ik
De jongste bediende keek den chef aan
„Die verkoopen we niet", zei de chef, wel
ansichten''.
„Wachteris", zei de klant, „gaat U eens
naar Dinges, die heeft ze geloof ik wel"
Dus ging ik op zoek naar Dinges, die ze
inderdaad had en ik verraste den kapitein
met een keurig cadeautje Het paste precies
en het had een prachtige vergeet-mij-nietjes-
kleur.
„Souvenier van Oude Wetering", zei ik,
„een klein geschenk van een dankbaren pas
sagier".
„Goedenmorgen'', zei de meneer met het
hoedje, die nog eens kwam buurten en hij /iet
opnieuw zijn blikken critisch over ons bootje
gaan.
„Hoe lang is dat jachtje, meneer?"
„Vijf Meter", zei Piet.
„En hoeveel zeil heeft U daar op?"
„Vijftien en een halve Meter".
„Juist, juist", zei de vriendelijke bezoeker.
„Ik heb ook eens zoo'n bootje gehad. Dat was
hen Meter lang, met dertig Meter zeil.
uoeien morgen, heeren
t Valt me reusachtig mee", zei ik, toen
hi] weg was.
vr<xg Piet.
„Wel, dat hij maar tien Meter zei Hij had
net zoogoed een boot van twintig Meter kun
nen hebben. We hebben de schuit immers toch
nooit gezien".
„En hij evenmin", zei Piet grimmig.
baalden en toen was het groote mo-
nVan vertrek aangebroken.
Kr a wa* verstand van varen had, Icwam
oètvr stj'Ser kijken en Piet deed een schiet-
fmTi f' ,1 motor ons niet in den steek
'aterl- ''ij rukte als een bezetene aan het
Jv f,ea met een prachtigen zwaai schoten
we het haventje uit
„Goeie reis, heeren!"
Miin,?ar ,war,en we al op de breede vlakte, de
t Pakte het zeil, drukte de boot scheef
rioiut! jet,water en aan het roer voelde je da-
stair K racHt die ons voorstuwde. Voor ons
(t y torentje van Rijn6aterswoude bover.
tie v! ud' bnks> achter het sierlijke jach-
2(l./an ^en vlieger Sillevis, kwam de nieuwe
Rnlut te voorschijn en daarachter lag
<Wj,y -endsveen a's een zonnig schil
dje in een omlijsting van levend groen.
Piet ze£ ie van zoon afvaart?" vroeg
t gnnnekend.
V5 't maar verbeteren", zei ik.
wa'c tL-u kannst tanzen", zong Piet en het
oi hij luidkeels zijn bootje prees.
vomiV- )es ziin kle>n, maar toch vlugge
v°gelt]es, Piet'»
n of", zej jjap(ejn tevreden.
door°aVOeren wiï °P dien warmen zomerdag
Wond ,meerm°nding, het Paddegat, langs
het k^l 'n£ €n Heimanswetering voorbij
vfn 5" ,Van de luchtschepen,
masi n 1® mijn scheepje niet mooi, met zijn
aijee €n z'jn zeilen?", vroeg Piet. Het is
voor maar lastig, dat ze nou al die bruggen
één un? moeten opendraaien. Daar is er al
Hll
een schippershoorn aan den
p* rjv wwu öviiippciöiiuuiu a,u
gehonrrf i ies 200 hard, dat 't in Woubrugge
.a,0.kon worden.
''Maa» debru£ £aat open, Piet", zei ik
brue oreerst n°g niet zei Piet| wan
een
Qe bru& ""'wvioi iiug niwi tvn ivi,
v?rzam i-acb,er keek belangstellend naar
vrachta,"1^ bakkerskarren en een paar
HoestenU[°s' d'e a"emaa! nog over de brug
mak pb, komen en stak toen op zijn dooie ge-
„Wa^PoP
8toVen m we nou?" vroeg ik, want we
«Mfitü gro°te vaart op de brug af.
h'ugwarK. stoPzetten", zei Piet. „Tegen een
goeie en V 's niks te beginnen. Je hebt er
kwaaie, maar kwaaie het meest".
Toe
handen de man op de brug aan een
le te draaien en twee ouwe kereltjes
water Tanirfaï>a'l!8,trade en spogen in hel
brugwachter li Pte de hrug open. De
er een hengelsKS a l6je bi,"ne" en haalde
het aas ie °P d€ plaats waar
het snoer had2»"11 660 kinderklompje aan
heen e£ k 8ta,k het over he* wa,er
een diaken onwillekeurig denken aan
tanken had aieThenpÜ"" d™ riit" terke"
Pitt dierJiak Langs den kant"' schreeuwde
rakelinirs i„ schrap gezet had en we schoten
bruJ d^r rngSn-n tusschen de
kreep en 0en l klompje te pakken
kreeg en er een kwartje in liet vallen.
oi"vi£ yandaag n°s6611 stuk
zwaar L b "^0u kun je eens zien hoe
zwaar de schipperij belast wordt
hii"VaiIS ^.«nvan een dubbeltje", schatte
7.vf"WV. 'n Molenaarsbuurt alweer voor
nen r\ 'storisch bruggetje moesten stop-
m?ar f €r had de brugwachter allen tijd,
Sfnu W€ voorbli voeren, stak hij haastig
™P,e<naa5 vJoren en hii had zich nog
gger overtuigd, dat we zijn etablissement
voor dne stuivers te kort gedaan hadden.
rwl f '.^breeuwde hii over het water.
„Dat kost hier een kwartje
„Laat 'm maar schreeuwen", zei ik. „Voor
mijn part stop je er telkens een kiezelsteentje
tn. DK langzame brugwachter zal ons toch
niet achterna zwemmen".
„Alles goed en wel", zei Piet, „maar ik ge
loof, dat hier al die bruggetjes telefonisch
met elkaar in verbinding staan en dan zitten
we zoo dadelijk gevangen".
Stoppen dan maar weer en dat was het
ergste, want de motor had niet haar beau
jour en het was een heele toer om de machi
nerie weer op gang te krijgen. Dan moesten
er eerst bougie's worden schoongemaakt en
dan moest er weer met het koord gewerkt
worden, wat op dien snikheeten dag geen
pretje was.
Er kwam door den tuin van een naburig
huis al een lieftallige jonge dame aansnellen,
die het kastekort van Pa in ontvangst wilde
nemen en zij maakte den indruk, dat het niet
de eerste keer was, dat de brugwachter een
te kleine surprise in zijn klompje had gevon
den
We dronken een fleschje melk, dat de kapi
tein uit een geheimzinnig koelkastje te voor
schijn haalde en trokken vol moed op Alphen
aan den Rijn af.
De motor schrok blijkbaar van het ge
vaarte bij de Gouwe Sluis en er was geen be
weging meer in te krijgen. Met een boots
haakje peuterde Piet ons de sluis binnen om
daarna aan den anderen kant een gevecht op
leven en dood zijn motor te beginnen.
De brugwachter, die zijn kwartje binnen
had, zat eerste rang op de leuning en een
vijftal werkloezen kwamen om ons heen
zitten en maakten den kapitein nog nerveu
zer dan hij al was.
„Je moet je bougies uitbranden", riep een
gchipperejongen.
„Je benzine is te vet", dacht een toeschou
wer op klompen.
„Rang" zei het koord als Piet het aftrok en
„puf puf' zei de motor en dan zwegen ze
allebei weer. Dat ging zoo in de gloeiende
hitte drie, vier maal achter elkaar en ik vrees
de al, dat we op dit ongezegende plekje zou
den moeten overnachten toen de motor niet
alleen „puf", maar ook eventjes „rrrt", zei
„Nog eens, meneer!", riep de schippersjon-
gen enthousiast, ,nou krijgt U 'm wel
Het ging nog eens en tot ons alles vreugd
pakte de motor en stoven we in een oogenblik
van de ongelukkige sluis weg.
Voort ging het over de Gouwe en langs
Boskoop waar een actief mannetje de brug
zoo vlug open draaide, dat we heelemaal niet
hoefden te stoppen.
Aan een steigertje bij het kano-station
gaf Piet zijn dorstige motor een flinke slok
benzine en ik trok het dorp in en werd met
gejuich weer binnen gehaald, omdat ik limo
nade en koeken in mijn armen had.
Een gedienstige meneer zou onze tros wel
even losgooien, maar hij deed het net even te
laat, zoodat het nog gevangen Sterntje
met kracht tegen tegen een meerpaal botste.
De schade viel ndg al mee en we stoven m«t
een aardig vaartje op Waddinxveen af.
Hier en daar had een baggermolen een
kabel naar den kant gelegd en aan moest er
hard op den hoorn geblazen worden, zoodat
ze het ding tijdig konden laten zakken.
„Anders er maar dwars doorheen, Piet",
zei ik, „net als De Ruyter bij Chatham".
Maar de kapitein was niet in een beste bui.
Het begon te regenen en hoe we ook toeter
den, de wachter van de spoorbrug bij Wad
dinxveen was niet van plan om uit zijn huisje
te koinen.
„Zal ik 'm een6 even gaan zeggen, hoe ik
over 'm denk. Piet?"
„Hij heeft ons al lang gezien", zei Piet.
„maar spoorbruggen hoeven ze niet open te
draaien voor 6chepen, die den mast kunnen
strijken".
Er zat niet anders op dan onze mast om
te klappen en als een doodgewoon sloepje
schoven we onder de brug door en op Gouda
af, waar een vroolijk wachtertje ons al van
verre toewuifde en haastig zijn brug open
draaide.
„Daar heb ik een nacht op de heenreis ge
legen", vertelde Piet, „en dat mannetje heeft
een paar sigaren van me gehad."
„Dan heb je je vast in het kistje vergist,
Piet, anders zou hij niet zoo hard aan die
brug draaien".
„Hallo", meneer", schreeuwde het man
netje enthousiast. „Bent U daar weer?"
„Ja, ja, brugwachter, daar ben ik weer."
Het mannetje zag er uit of hij versjes kon
zingen en toen we dichterbij kwamen, begreep
ik ineens waarom ik dat gedacht had.
Hij leek sprekend op Louis Davids.
Tj-
Hoewel er wat onzekerheid blijft bestaan,
is nu toch in Engeland het algemeene ge
voelen dat in den laten.herfst geen verkie
zingen zullen worden gehouden. Eenige le
den van Baldwin's kabinet hadden graag
thans een korte en krachtige campagne inge
steld, ten einde de bevolking voor een
nieuwen termijn van nationaal bestuur te
winnen. Zij vonden de gelegenheid gunstig
en de stemming goed. Zij zijn er in tegen
stelling met hun anders denkende collega's
in het ministerie blijkbaar niet zeker van
dat dit zoo zal blijven.
Hun diagnose van het oogenblik is naar
allen schijn juist.
Voor den honderdduizenden die zich bruin
laten branden aan de stranden, heeft de va-
cantie extra bekoring door een vaag gevoel
van tevredenheid over den toestand van het
land, dat zachtjes-aan opklimt naar een hoo-
ger niveau van welvaart. Voor het eerst in
vijf jaren zijn er minder dan twee milloen
werkloozen. Er is meer geld voor dagelijksch
gebruik onder de menschen; de cijfers van de
Bank van Engeland hebben het juist ge
leerd.
In nagenoeg elk bedrij! is er
meer leven.
Het zijn symptomen, die elk voor zich wel
licht weinig te beteekenen hebben, Maar ze
helpen aan de verhooging van nationaal
zelfvertrouwen en moreel, die als geestelijke
krachten opbouwend werken en daarom be-
teekenis hebben.
In een wereld zoo vol tegenslag en kom
mer moet het effect van teekenen van ver
betering in de bevolking in haar geheel (die
als geen enkele massa, welke ook, analyseert)
sterk zijn. In een korte en levendige cam
pagne in deze periode zou de nationale re
geering waarschijnlijk met succes de men
schen hebben kunnen overtuigen, dat haar
bestaan aan geen betere handen dan de hare
kan worden toevertrouwd.
Om een verscheidenheid van redenen ech
ter heeft ook in deze zaak de haan van Ne-
ville Chamberlain koning gekraaid.
Chamberlain is de favoriet van het con
servatief partijbestuur en met dat bestuur
heeft hij zich verzet tegen het idee van spoe
dige verkiezingen. Hij en zijn vrienden zien
ook in den internationalen toestand reden tot
omzichtigheid. Indien de bom zou barsten
in Abessinië. zou de onzekerheid, die ver
kiezingen toch altijd gedurende zekeren tijd
in het land moeten wekken, erg ongelegen
komen Het oude bezwaar, dat de Kerstmis
handel door een verkiezingscampagne zou
lijden, wordt ook gehoord. En zoo is er meer
dat tegen vroege verkiezingen pleit.
Toch als men gaat meten is de zaak even
breed en lang en daarom kan men niet met
zekerheid zeggen wat Baldwin zal doen
wanneer hij van zijn vacantie, die hij te
Aix-les-Bains doorbrengt, terugkeert.
De wat
minder ongunstige werkloosheid
blijft niettemin ongunstig en het blijft ook
twijfelachtig of de verbetering zal aanhou
den. De bevolking het blijkt uit de groote
aandacht, die zij schenkt aan New Deals en
Vijfjarige Plannen verlangt een regee-
ringsbeleid, dat het proces van het herstel
aanmerkelijk versnelt. Men stelt vast dat de
wat toenemende vraag naar arbeid vooral
op rekening moet worden gesteld van wo
ningbouw en van de vraag naar kapitaals
goederen (machinerieën, fabrieken, enz.);
in de bedrijven, die daarvoor zorgen, kan
slapte terugkeeren, zoodra aan de niet-per-
manente vraag zal zijn voldaan.
Runciman, die als minister van handel ze
ker tot oordeelen bevoegd is, moet zooiets
vreezen, indien hij pleit voor spoedige ver
kiezingen Zijn liberaal verleden zal er hem
aan blijven herinneren dat de industrieele
en commercieele toestand niet bevredigend
kan worden, indien internationale handel niet
veel levendiger wordt. Hierop is nog geen
uitzicht. Ottawa en de bilaterale handels
verdragen hebben gedaan wat ze konden en
voor het oogenblik blijft het daar bij; maar
het is niet genoeg.
Als de bevolking de eerstvolgende maan
den tot het besef komt, dat herstel
meer schijn dan wezen
blijft, kan haar stemming ten gunste van de
huidige leiders minder gunstig worden dan
ze thans is. De tegenpartij is nooif zoo druk
in de weer geweest als juist nu. Haar zwak
heid is, dat ze in haar verdeelde gelederen
zooveel herstel-programma's meedraagt. Er
zijn zooveel hoofden zooveel zinnen, zooveel
groepen zooveel programma's. Geruchten
willen thans weten, dat de politieke strategen
in de Oppositie streven naar het samen
trekken van machten.
De Observer heeft verklikt, dat er
strikt geheime lunches worden gegeten,
waaraan Lloysd George en Sir Herbert Sa-
muel tezamen met de makers van het Vijf
jarig Plan voor Herstel meedoen. Men mag
spreken van „verklikken"; want wanneer het
genoemde conservatieve Zondagsblad met
dergelijke onhullingen aankomt, zoekt het
daarmee Lloyd George nog duidelijker in de
gedaante van regeeringsaanrander te doen
verschijnen, op dat die conservatieven en
halfslachtigen, die onder de bekoring dreigen
te komen van den Witten Toovenaar van
Wales, van het verlangde afgrijzen voor
hem zullen worden vervuld.
De ontwerpers van het Vijfjarig- Plan zijn
personen van nagenoeg alle politieke kleu
ren en zonder politieke kleuren. Er zijn ver
tegenwoordigers bij van de moderne conser
vatieven voor wie ordening en zekere vor
men van socialisme niet schrikaanjagend zijn.
Er zijn ook vertegenwoordigers bij van de
uiteste Labour-opvattingen. Zij vormen ech
ter geen politieke groep En als er wordt ge
luncht, kan men zich moeilijk voorstellen, dat
men er afspraken za! kunnen maken om
straks vereend te velde te trekken tegen de
regeering. Zooals de zaken thans staan, zal
Lloyd George zich hoogstens van den rao-
reelen steun van Lord Allen en Harold Mac-
Millen (twee van de belangrijkste politieke
bevorderaars van het program der „Vol
gende Vijf Jaren") kunnen verzekeren.
DeDailyExpress gaat nog wat ver
der dan de O b s e r v e r in het vaststellen
van
Lloyd Georgiaansche politieke
manoeuvres
en laat, met denzelfden ophef als waarmede
het blad het nieuws gaf over Maud Mason,
die in een middelmatig opstelletje haar lana
het beste van de wereld noemde, weten dat
de liberale labour coalitie op een oor na ge
vild is.
Lloyd George heeft vrede gesloten met Sir
Herbert Samuel en de twee verzoende strijd
makkers hebben met een oud-strijdmakker,
dr. Addison, die thans een gezaghebbende
stem laat hooren in de raadkamers van La
bour afgesproken in de volgende verkiezin
gen een honderdtal zetels aan de regeering
te ontfutselen. De afspraak draagt een zeer
voorloopig karakter en het bestuur van de
Labour partij is er buiten gebleven.
Scherpe taal van de „Tribuna".
Het hoofdartikel van de „Tribuna" brengt
tot uiting, dat de Abessinische onderneming
voor Italië thans onvoorwaardelijk ten einde
moet worden gebracht. Voor het nationale
bewustzijn van Italië is dit volkomen duide
lijk. Dit inzicht begint echter ook door te
breken in het internationale bewustzijn.
De verovering van Abessinië, in wel
ken vorm dit ook moge geschieden, het-
zij als mandaat, protectoraat of direct
dominion, is voor het Italiaansche volk
een levensnoodzakelijkheid geworden
Het gaat, met andere woorden, om een
onderneming, ten opzichte waarvan het
erger zou zijn er van af te zien of een
compromis te aanvaarden, dan het spel
te verliezen zonder meer.
Het blad wijst er op, dat er thans nog
slechts twee factoren zijn, die zich verzetten
tegen den Italiaanschen wil, nl. het Abessi
nische belang en de Engelsche oppositie
Het Abessinische belang heeft geenerlei mo-
reele waarde. Abessinië kan niet beschouwd
worden als rechtsgelijke, laat staan als staat
in den waren zin van het woord. Ook het lid
maatschap van Abessinië van den Volken
bond is volgens het blad waardeloos, aan
gezien de opneming van Abessinië in de Ge-
neefsche instellingen volkomen onwettig ge-
Geen territorale voorstellen van
Abessinië. Overweging van
andere voorstellen die redelijk
Van bevoegde zijde wordt er nogmaals op
gewezen, dat Abessinie nog nooit vast-om-
lijnde territoriale voorstellen heeft gedaan
Alle desbetreffende berichten zijn geruchten
van particuliere zijde, die aMen grond mi-:
sen. Abessinie heeft evenwel t'r vpu-^'n
van oorlog ooit gedeelten van Ogr"4^
eetooden. Wanneer men echter, v at 110» 're j
niet geschied is. Abessinie v c'onrch' e en
voorstellen zou doen, die redelijk waren, zuu
kunnen worden nagegaan in hoeverre deze
een basis voor verdere onderhandelingen
zouden kunnen vormen. De Abessijnsche re
geering zal daarbij het standpunt van Eden
niet verlaten, evenmin, als de door hem aan
gegeven richtlijnen. Een basis voor verdere
besprekingen zou vanzelfsprekend een uit
gang naar zee zijn.
De Negus en de Abessinische regeering
volgen met groote aandacht de driemogend-
htden-conferentie te Parijs. In een persge-
sprek verklaarde Hail Selassi heden, dat de
ve rtegenwoordigers van Frankrijk, Enge
land en Italië wederom te Parijs bijeen wa
ren om te trachten e en vreedzame oplos
sing voor alle conflicten te vinden, wat hij
van arte wenschte. Italië heeft getracht de
publieke opinie te do engelooven, dat Abes
sinie agressieve bedoelingen tegenover de
Italiaansche koloniën heeft. Hiervan is ech
ter nooit sprake geweest, o.a. al omdat het
Abessinie aan de voor zijn verdediging noc-
dige wapenen ontbreekt. Driemaal achter el
kaar heeft de Abessijnsche regeering een
beroep op den Volkenbond gedaan omdat
deze een vreedzame oplossing tot stand zou
brengen. De Negus besloot met den wensch
dat de conferentie te Parijs hier tenslotte
nog in zou slagen.
Pessimistische stemming in de
Parijsche avondbladen.
De gedachtewisseling tusschen de vertegen
woordigers ter driemogendheden-conferentie
is zelfs voortgezet tijdens de lunch, <Jie Laval,
Eden en baron Aloisi gistermiddag heeft aan
geboden. Tegen 3 uur verliet Aloisi de
Quai d'Orsay, naar men aannam om zich
telefonisch in verbinding te stellen met
Rome. Laval en Eden hadden daarna een ge
sprek onder vier oogen. Tegen half zes wer-
dien de besprekingen tusschen de drie staats
lieden voortgezet.
De „Temps" schrijft, dat men bij den
aanvang der besprekingen nog zeer ver van
een overeenstemming verwijderd was. Dat
beteekent volgens het blad echter niet, dat
er geen uitweg uit de huidige situatie zou
zijn Men kan niet aannemen, dat Mussolini
een langdurigen en kostbaren oorlog wil
voeren, wanneer hij langs diplomatieken
weg een compromis kan bereiken. Het zou
voor Italië bij zijn huidige financieele po-
s.tie, een avontuur zijn, dat alles wat het tot
nog toe bereikt heeft, in gevaar zou bren
gen, en het zou de sympathie van Enge'and
voor langen tijd verliezen. Daaróm zal Italië
zich nog wel eens bedenken, alvorens zich in
een oorlog te storten. Onder deze omstan
digheden blijft er nog hoop op overeenstem
ming.
Het „Journal des Débats" is weinig hoop
vol. De voorbesprekingen hebben niets bevre
digends opgeleverd. Het gevaar bestaat
zelfs, dat tijdens de besprekingen Engeland
zoowel als Italië een scherper standpunt zul
len gaan innemen.
De Information" verklaart, dat een voor
aanstaande Italiaansche figuur zou hebben
beweerd: „We spelen in Afrika groot spel.
Alle gevolgen van ons optreden zijn van te
voren door ons overwogen. Hoe kan men ge-
looven dat wij alleen maar bijwijze van
comedie al deze maatregelen hebben genomen
en 200.000 man naar de Afrikaansche kust
gezonden hebben? Voor Italië is het oogen
blik gekomen om als groote mogendheid te
handelen. Onze jeugd heeft moed. Wij zijn
gelukkig, tot vriendschap met Frankrijk te
zijn gekomen. Nooit zal er een gunstiger
oogenblik zijn om de waarachtige Latijnsche
broederschap te bezegelen. In Januari j.L
hebben we te Rome een huwelijksverdrag on
derteekend. Thans gaat het om den brui
loftsnacht. Ik hoop, dat Italië niet teleur
gesteld zal worden".
Stilzwijgen na afloop der
besprekingen van vandaag.
De besprekingen tusschen Eden, Laval en
Aloisi, die gistermiddag te half zes is begon
nen duurde tot half acht.
Na afloop van deze zitting heeft Laval de
volgende verklaring aan de pers gegeven: „In
den loop der besprekingen, die wij Vrijdag
hebben gehouden, hebben we de verschillen
de diplomatieke documenten onderzocht, die
de betrekkingen van onze drie landen tot
Abessinië regelen. Onze besprekingen be
wogen zich op den grondslag van de drie
protocollen van 1906, 1925 en 1928. Bij de
verdere besprekingen zullen we naar een
mogelijkheid zoeken, het Italiaansch—Abes
sinische conflict vreedzaam te regelen. De
vo'gende zitting wordt waarschijnlijk Zater
dagmorgen gehouden. Het uur waarop is
echter nog niet vastgesteld".
Nadere mededeelingen waren noch van
Laval noch van een der andere deelnemers
aan de conferentie te krijgen. Omtrent het
eigenlijke verloop der zitting bewaart ieder
een Let diepste stilzwijgen. In politieke krin
gen raadde men gisteravond dan ook slechts
naar wat er gebeurd kon zijn. Slechts weini
gen gelooven echter in den goeden afloop
van de conferentie.
NIEUWE ERNSTIGE INCIDENTEN
IN NOORD-CHINA.
Zes dooden en honderd gewon
den bij overval op een trein.
Terwijl het incident van Loeansjau nog
steeds de aandacht gevangen houdt, worden
uit de gedemilitairiseerde zóne van Noord-,
China twee nieuwe ernstige incidenten ge
meld, die zeer ernstige gevolgen kunnen heb-
Op 43 Augustus j.1. hebben leden van het
Chineesche politie-corps gevuurd op een ge
zelschap, waarvan o.a. deel uitmaakten de
Japansche consul te Jehol Nakamoera, kapi
tein Sjiyoda van de Japansche militaire mis
sie en achttien andere burgers, die in een
boot de Loean-rivier afzakten in het gedemi
litairiseerde gebied. Gelukkig deden zich geen
persoonlijke ongevallen voor.
Een incident van veel ernstiger aard
heeft zich echter in den afgeloopen nacht
voorgedaan. Ongeveer 130 bandieten
hebben in de gedemilitairiseerde zóne,
dicht bij Sjanhaikwan, den trein van
Sjanhaikwan naar Peking overvallen en
er een ware kogelregen op laten neer
dalen. Een conducteur, twee soldaten
van de spoorwegbewaking en drie
Koreaansche pasasgiers werden gedood
en ongeveer honderd andere passagiers
gewond. De bandieten plunderden den
trein en de passagiers en wisten met
een rijke buit te ontkomen.
De leiding van het Kwantoengleger
en de Japansche militaire autoriteiten
in Noord-China maken zich ernstig
bezorgd over de voortdurende ordever
storingen in de gedemilitairiseerde zóne
DE ONLUSTEN IN BREST EN
TOULON.
De gerechtelijke deskundigen, die in Brest
en Toulon een onderzoek hebben ingesteld,
zijn met hun werkzaamheden gereed geko
men. De tijdens de onlusten in beide steden
door de muiters aangerichte schade bedraagt
meer dan 2 millioen francs.
VAN EEN VERBROKEN VERLOVING..
Op de advertentiepagina van de „West-
deutscher Beobacteri' van 11 Augustus j.1.
is een opvallend groote advertentie opge
nomen van iemand, die de verbreking zijner
verloving in de volgende woorden aankon
digt:
„Bekendmaking! Ik verbreek hiermede
mijn verloving met mej. Else Mallweg. Want
ofschoon mej. Mallweg mijn gezindheid
kent, kocht ze haar uitzet bij een Jood en
alsof dit nog niet voldoende was, liet zij
ondanks mijn verbod onze verlovingsadver
tentie ook nog tusschen Jodenadvertenties
opnemen en bracht'hierdoor mijn goeden
naam in discrediet. Dit alles dwingt mij,
mijn verloving te verbreken; Want ik geloof
niet, dat ik met een vrouw, die bij joden
koopt en haar advertentie tusschen Joodsche
annonces Iaat verschijnen, gelukkig kan
worden. Keulen 11 Augustus 1935. Otto
Füngler
VRIJGEZEL VAN 106 JAAR WIL
TROUWEN.
Een inboorling uit de Oranje-Vrijstaat,
een vrijgezel van 106 jaren, neemt ernstig in
overweging te gaan trouwen. Hij is een
krachtige en gezonde neger, die nog veel
wandelt en denkt, dat hij nog wel 30 jaar
zal kunnen leven. Hij overweegt thans de
hand te vragen van een inboorlinge, die hij
iederen Zondag in de kerk ontmoet.