ÏÏEFDE EN POLITIEK Geneeskundige brieven wat mogelijk is, om de bestaande schulden af te lossen. Of dit „liebaugeln" naar buitenlandsche geldgevers het gewenschte resultaat zal heb ben, moet wegens de met Duitsche credieten opgedane ervaringen ten zeerste worden be twijfeld. Dat dr. Schacht, de man van de economische en financieele realiteit toch er op uit is, het buitenland gunstig te stemmen, hulp zoekende daar, waar deze nauwelijks te verwachten is, wijst er wel op, hoe hoog de nood gestegen is. Tot nu toe zijn de Rijksuit gaven tot stimuleering van de bedrijvigheid bestreden uit het kunstig opgezette gebouw van „Arbeitsbeschaffungs"-wissels, „Steuer- gutscheine" enz., het plaatsen van schatkist wissels op de open geldmarkte het opnemen van leeningen bij banken en spaarbanken Dit gebouw, dat veel van een kaartenhuis heeft, dreigt thans te zullen ineenstorten. De vooruitbetaling van toekomstige belastingen in den vorm van „Steuergutscheine" kan niet tot in het oneindige worden voortgezet en be- git zich reeds te wreken door een verzwak king van de financieele positie des Rijks ten gevolge van een vermindering der belasting opbrengst. De banken zijn bij de credietver- 6trekking aan het Rijk tot de uiterste grenzen van hun draagkracht gegaan en ook de Rijks bank kan niet verder gaan met het verdiscou- teeren van schatkistpapier, resp. het „creëeren" van nieuwe geldmiddelen voor de financiering der werkverschaffing, zonder de door dr. Schacht verafschuwde inflatie in het leven te roepen. Rest de mogelijkheid, om ook in de naaste toekomst nog schatkistpa pier bij het publiek te plaatsen, resp. over te gaan tot consolideering van de reeds aange gane vlottende schuld, teneinde lucht te krij gen voor het onderbrengen van nieuw papier op korten termijn en aldus de financierings machine loopende te houden. Hier zien de Duitsche machthebbers zich echter geplaatst voor het wantrouwen van het publiek in hun financieele en muntpolitiek, een wantrouwen, dat maar al te gewettigd is. De onvoldoende mededeelingen omtrent de financieele positie des Rijks moeten dit ge brek aan vertrouwen wel aanwakkeren. De Duitsche begrooting, op zich zelf reeds zeet onoverzichtelijk, geeft in het geheel geen beeld van den werkelijken toestand, omdat de financiering der werkverschaffing buiten het budget om plaats heeft. Het op 31 Maart 1935 geëindigde boekjaar toonde een s.eai.s betrekkelijk klein tekort aan van ca. 400 mil- lioen Mark. Voor de bedragen, welke ter financiering van de werkverschaffing zijn opgenomen, is men op ramingen aangewezen. Een als vrij betrouwbaar te beschouwen schatting geeft voor werkverschaffing in den eigenlijking zin een bedrag aan van 3% milliard Mark, voor ondersteuning van ex port 1 milliard, voor economische weerbaar heid 7 milliard, en voor expansie van „Er- satz'Mndustrieën 1 Vt milliard, in totaal dus e enbedrag van 13 milliard krark. Zelfs wanneer het Duitsche publiek bereid zou zijn, consolidatie-leeningen voor dit be drag op te nemen, is het de vraag, of het hiervoor beschikbare spaarkapitaal voldoende zou zijn. De pogingen, om vast te houden aan het bestaande levenspeil van de Duitsche bevolking, waarin men overigens niet eens geslaagd is, hebben geleid tot een, nog steeds toenemende, intering van kapitaal, waardoor ook de mogelijkheid van het op nemen van nog meer gedwongen leeningen beperkt is. De wissels op de toekomst, die de Duitsche machthebbers voor het financieren der werk verschaffing hebben getrokken, zullen in de naaste toekomst geleidelijk komen te verval len. Gehonoreerd zullen zij zeker niet kunnen worden, maar ook de verlenging ervan zal moeilijk, zoo niet onmogelijk blijken te zijn Voor Nederlandsche houders van Duitsch0 leeningen hebben de toenemende financieele moeilijkheden van Duitschland zich weer- spigeld in een voortdurende verslechtering der transferregeling. Werd aanvankelijk nog het geheele verschuldigde rentebedrag, zij hei met aanmerkelijke vertraging, overgemaakt, voor het van 1 Juli 1934 tot 30 Juni 1935 loopende jaar gold reeds de bepaling, dat een maximum van 4 aan rente zou wor den voldaan. Voor bedragen boven 454 was een uitkeering voorzien, die als gedeelte lijke amortisatie van de hoofdsom zou die nen. In werkelijkheid heeft deze uitkeering nooit plaats gehad. Houders kunnen thans voor het verschil tusschen 454 en het totale rentebedrag (maximum vastgesteld op 6 z.g. „Hollandmarken" of „Creditsperr- marken" ontvangen, die tegen nog geen 20 cent per stuk worden verhandeld. In de nieuwe transfer-regeling, die van 1 Juli 1935 tot 30 Juni 1936 loopt, is het percentage der over te maken rente, dat in contanten betaald wordt, verlaagd tot 3% Voor zoover de rente op Duitsche obligatiën de 354 te boven gaat (en dit is voor alle in Nederland geplaatste leeningen het geval) wordt deze meerdere rente, met een maocimum van 2 „voldaan" in den vorm van Hol landmarken of in „Fundingobligatian" met een rente van 4 en een looptijd van tien jaar. De koers, waartegen dezen „funding- obligatiën" te verkoopen zullen zijn, wordt geraamd op ca. 30 De regeling komt dus hierop neer, dat houders van een 6 a 7 Duitsche obligatie inplaats van 60 A 70 per jaar ontvangen: 35 plus 6 (n.1. ca. 30 van 20). Hoe de volgende transfer regeling er zal uitzien, en of de thans gel dende het zelfs een geheel jaar zal uithou den, zal van de verdere financieele en eco nomische ontwikekling van Duitschland af hangen, waarmede de ontwikkeling van den Duitschen buitenlandschen handel, die de noodige „deviezen" moet verschaffen, zoo'n nauw verband houdt. In de noteeringen van Duitsche obligatiën ter beurze is slechts weinig beweging en er gaat nagenoeg niets in om. Ook overigens was de handel op de obligatiemarkt in de afgeloopen week gering. Een nieuwe stijging van de geldkoersen heeft de terughoudend heid nog in de hand gewerkt en heeft eeni- gen druk uitgeoefend op de koersen van staats- en gemeenteleeningen. Prolongatie- geld is niet onder de 5/2 verkrijgbaar; particulier disconto noteert weer 33/4 5 waarmede het oficiëele disconto van de Nederlandsche Bank bijna is bereikt. Van een verdere verlaging der offiëele renteta rieven kan dan ook voorshands geen sprake zijn. Voor de nieuwe uitgifte van schatkist papier werd de rentevoet met ver hoogd, zoodat die voor de éénjarige biljetten op 2Vz werd gesteld, voor de drie- en vijfjarige biljetten op 4 zonder dat de in schrijving tot een succes heeft kunnen ma ken. De groote geldgevers blijven bedacht op een zoo groot mogelijke liquiditeit. Tijdens de jongste crisis hebben de banken onder vonden, dyat zij aan plotselinge groote op- vragingen van tegoed kunnen worden bloot getseld, terwijl de verzekeringsmijen mid delen beschikbaar moeten houden voor dé aanvragen tot het beleenen van polissen, die in tijden van valuta-vrees veel omvangrij ker zijn dan onder normale omstandighe den. De hypotheekbanken zijn als geldgevers reeds geruimen tijd uitgeschakeld. Blijven de Rijksfondsen, die echter grootendeels door de geldbehoeften van openbare lichamen in beslag worden genomen. Aan de hierdoor ontstane geldschaarschte moet het worden toegeschreven, dat sommige gemeenten, die hun dringende geldbehoefte dekken door het uitgeven van papier met korten looptijd, daarop een rente van ruim 5 hebben te vergoeden, wat geen gunstige uitwerking heeft op den koersstand van gemeentelee ningen. Vermoedelijk zal de toetsand der geld markt wel gespannen blijven, totdat aan het eind der volgende maand meer zekerheid zal zijn verkregen over de houding van de Kamer tegenover de nieuwgevormde regee ring en de vrees voor een wijziging in de valuta-politiek verdwijnt. Op de aandeelenmarkt was de stemming, na eenige aarzeling, opnieuw vast, zonder dat het echter tot verdere belangrijke koers stijgingen is gekomen. Een koersverbetering voor aandeelen Ko ninklijke werd tegengehouden door berichten uit Amerika, volgens welke de structuur pe- troleumvelden, die een zeer groote productie beioven te hebben, dreigt tot een nieuwe verstoring van het evenwicht op de markt voor ruwe olie te zullen leiden. Men hoopt thans in Amerikaansche pe- troleumkringen, dat het Congres de door President Rcosevelt gewenschte petroleum- wetgeving zal aannemen en dat deze actie, samen met de weten in de verschillende af zonderlijke staten, die de petroleumproduc- tie regelen, er in zal slagen, de productie van petroleum in overeenstemming te hou den met het verbruik. Van industriëele aandeelen zijn de leiden de fondsen, Philips' en Unilever, niet be langrijk in koers veranderd, al viel er tegen het midden der week weer wat meer vraag te constateeren, met name voor Unilever. Aandeelen Ned. Scheepsbouw werden in het geheel niet beinvloed door het bericht dat de Koninklijke-Shellgroep drie nieuwe tankschepen bij haar besteld heeft. Men neemt aan, dat ook deze orders zonder winst worden uitgevoerd en slechts zijn aanvaard, om het bedrijf gaande te houden. De belangstelling voor cultuurwaarden was ook in de afgeloopen week gering. Na een aanvankelijke lichte koersdaling trad eenig herstel in, zonder dat hiervoor spe ciale oorzaken waren aan te geven. E>e rub- bernoteering is nauwelijks veranderd; men hoopt in rubberkringen echter op een ge leidelijke verbetering, naarmate de restrictie verder gaat doorwerken en het verbruik toe neemt. Voor dit laatste bouwt men zijn ver wachtingen voornamelijk op de uitbreiding van de auto-productie in de Ver. Staten. In de laatste weken is de bedrijvigheid in de Amerikaansche automobielindustrie wel iswaar verminderd'; men neemt echter aan, dat dit verband houdt met de voorbereidin gen, die worden getroffen voor de fabrica ge van nieuwe modellen. Ondanks de gerin gere vraag naar staal van de zijde der auto mobielindustrie is de bedrijvigheid in de Amerikaansche staalindustrie verder toege nomen. De desbetreffende berichten hebben geleid tot een herleving van de vraag naar staal-aandeelen op de New-Yorksche beurs, wat ook op de overige afdeelingen een guns- tigen invloed heeft gehad. Men begint zich in Amerika reeds bezorgd te maken over de herleving van de speculatie. Weliswaar heeft deze nog niet zoo'n grooten omvang aange nomen als in vroeger jaren, maar men vreest dat zij te veel op de ontwikkeling vooruit loopt en herinnert zich maar al te goed, welken storenden invloed de speculatie met haar plotselinge verschuivingen van inko men op de economische stabiliteit van het land kan hebben. Ook hier te lande neemt de speculatieve belangstelling voor Ameri kaansche fondsen weer zienderoogen toe, al zou men mogen verwachten, dat men iets ge leerd heeft van de harde lessen der laatste jaren.. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4 Nederland 94 3/8 93 3/8. 354 Nederland 91 90 1/4. 254 N.W.S. 67 3/4 67 1/16. 4 Ned. Indië 92 1/8—91 1/8: 4 Amsterdam 89 5/8 90 89 89 7/8. 4% Rotterdam 91 1/4 - 89 7/8 90 1/4. 4 Gem. Utrecht 94 1/4 9214. Ford Automobielfabr. 274 1/4 279 3/4. Philips' 257 3/4 260 25654. Unilever 103 1/4— 1041/4 19814 1% 3/4. Handelsver. „Amsterdam" 17614 174V? 177 - 17614. Deli Batavia Mij. 140 1/4— 138 141. Deli Mij. 156V2 153 1/4 154. Amsterdam-Rubber 10814 106 107 3/4 106V2. Anaconda Copper 10 3/8 11 7/8. Bethlehem Steel 21 1/8 22 3/4. Kennecott Copper 13 1/8 14 5/16. U.S. Steel 25 3/4 27 1/4. XXXVII. RHEUMATIEK. Wanneer iemand met pijnklachten bij zijn buisarts komt, gebeurt het maar al te vaak, dat deze patiënt zijn klachten heeft ondergebracht onder het voor den leek tamelijk begrijpelijke begrip van „rheumatiek". Het is voor velen een even goede kapstok als het begrip: „ze nuwen". Het 6telt den eenvoudigen mensch tevreden wanneer zijn klachten een verstaanbaar etiket hebben, evenals hij gaarne tevreden wordt gesteld t.o.z. van de oorzaak met behulp van het veel misbruikte begrip „koude gevat". r'f' "Matt-Creme Maakt de huid zacht en mat. De beste on derlaag voor poeder In lang vervlogen tijden, toen de grondlegger van de geneeskunde Hippo- crates, zijn zeer gewaardeerde medische inzichten ten beste gaf, werd het begrip „Rheuma" 6Cherp omschreven. Alle levensprocessen werden volgens de toen gangbare begrippen in samenhang ge-, bracht met de werking van de vier levensvochten: bloed, slijm, gele en zwarte gal. Op de juiste wijze gemengd handhaven zij de gezondheid of „eucra- sia". Stoornissen in de evenwichtsver- houdingen dezer sappen geeft ziekte of of „d'yscrasia". Overmatige elijmproduc- tie kan ontstaan in de hersenen en af vloeien langs den neus of zich verzame len in longen, maagdarmkanaa.1 of an dere organen. Dezen toestand betitelde Hippocrates nu met de namen „Ca- tarrhos" of „Rheuma". Beide woorden waren dus synoniemen. Beide woorden hebben zich in den loop der eeuwen gehandhaafd, maar zij dekken niet meer een en hetzelfde be grip. Bovendien, maar dit doet voor ons onderwerp overigens niets ter zake, wij ken onze anatomische en physiologische inzichten zeer sterk van die van Hippo crates af en het begrip van de vier le venssappen en hunne wisselende men ging is geheel verlaten. Catarrh. Het woord „catarrh" wordt nog steeds gebruikt voor processen, welke zijn ge kenmerkt door het optreden en afschei den van overmatige hoeveelheden slijm (b.v. neuscatarrh, luchtpijp of maag- darmcatarrh). Het woord rheumatiek wordt echter in dit verband niet meer gebruikt en heeft een geheel andere be- teekenis gekregen. Wij verstaan onder rheumatiek een groep van aandoeningen welke zich kunnen nestelen in spieren, zenuwen of gewrichten. Tn den loop van de laatste vijftig jaar tracht men van medische zijde met stij- geid succes verschillende ziekteproces sen naar hun oorzaak of andere ken merkende eigenschappen uit elkaar te houden, ook al zijn ze in hetzelfde or gaan gezeteld. Hot is daarom te begrij pen dat een aantal ziekteprocessen van spieren, gewrichten of zenuwen als een ze.fstandige ziekte uit bet verzamelbe grip rheumatiek zijn uitgelicht en een n'euw, eigen etiket hebben gekregen. Met groote mate van waarschijnlijkheid kan ook de verwachting worden uitge sproken dat nog verschillende andere vormen in de naaste toekomst een eigen difgnose zullen krijgen en dat aldus de groep „rheumatiek" steeds kleiner zal worden, of althans steeds vollediger in goed afgrensbare ondervormen zal wor de gerubriceerd Gewrichtsontstekingen. Zoo kennen we b.v. voor de gewrichts ontstekingen bepaalde vormen, die door d» tuberkelbaci'len worden veroorzaakt en brengen we deze samen onder den naam van gewrichtstuberculose. Andere gewrichtsontstekingen worden door an- deie bacteriën veroorzaakt en daarnaar genoemd. Sommigen hangen ook samen met een zeer hinderlijke en soms ook zeer hardnekkige huidaandoening, pso riasis. Ook gelieve men wel te bedenken dat rheumatiek niet gelijk is te stellen met jicht of omgekeerd. De jicht die ook klachten van pijn in gewrichten en spieren kan geven is een apart en scherp omschreven ziektebeeld, samen hangend met een verhoogde aantrek kingskracht der weefsels voor urinezu ren. Voedingsvoorschriften, waarbij de vorming dezer zuren zooveel mogelijk wordt vermeden, kan hier veel goeds te- werkstelligen, maar zullen bij de rheu ma Liekbestr ij ding ons in het algemeen in den steek laten. Een zeer speciale vorm van rheumatiek is de acute gewrichtsrheumatiek (polyarthritis rheumatiek acuta). Zonder twijfel is dit een zelfstandige infectieziekte, al is de ziekte kiem nog niet gevonden. In het verloop van eenige dagen zwellen verschillende gewrich ten op. Ze zijn uitermate pijnlijk, vooral jij beweging; meestal heeft de patiënt nogal hooge koorts en wel steeds voelt hij zich erg ziek. Vaak is een keelontsteking aan het ziek teproces voorafgegaan en moet dus in de tcnsillen de „porte d'entrée" voor de ziekte kiemen worden gezocht. Ongetwijfeld speelt hierbij evenals bij verschillende andere vormen van rheumatiek het „kou vatten" wel een rol. Het proces kan geheel genezen; soms ech ter blijft er een meer of minder hinderlijke stoornis der gewrichtsfunctie uit over. Ischias. Andere vormen van rheumatiek tasten be paalde spieren aan (de „stijve hals" het „spit" of „lendeschot") of nestelen zich in bepaalde zenuwen. Als meest bekend voor beeld van zenuwrheumatiek noem ik de „Ischias", een aandoening in <te grootste ze nuw van ons lichaam, de nervus (AL zenuw) ischiadicus welke in het bovenbeen gelegen is. Heftig kunnen de schietende pijnen zijn, die er bij optreden en die er den patiënt toe dwingen het bovenbeen, ja zelfs het geheele been, onbeweeglijk stil te houden. Het heup gewricht wordt er cfus bij ontzien en zoo kan men soms meenen met een heupaandoening te maken te hebben, terwijl er Ischias in het spel is. Maar ook het omgekeerde komt voor. Een heup- of wervelaandoening (de N. Ischiadicus begint n.I. in het onderste ge deelte van het ruggemergskanaal en treedt tusschen de lendenwervels door het lichaam verder in) geeft in den aanvang soms schijn baar uitsluitend klachten en verschijnselen van Ischias. Fn andere gevallen is er een echt ontstekingsproces in het spel. Soms speelt de algemeene constitutie een rol, soms de psyche en in weer andere gevallen kan ischias een verschijnsel zijn van zuikerziekte. Uit deze veelheid van mogelijkheden blijkt wel hoe onjuist en gevaarlijk het zijn kan tegen ischias zoo maar eens op eigen houtje te gaan dokteren, te meer omdat ik nog niet eens alle oorzaken heb opgenoemd. Medisch advies na medisch onderzoek is op dit veel omvattend gebied dringend geboden. Men probeert het zoo gaarne eerst eens met aller hande huismiddeltjes; men gaat vaak eerst naar een kwakzalver of laat zich laden door een of andere smakelijke advertentie. Helaas komt de Ischiaspijn bij zooveel verschillende aandoeningen en oorzaken voor, dat er niet dringend genoeg tegen kan en moet worden gewaarschuwd zich niet door dit verschijn sel van pijn alleen in slaap te laten sussen. Waar ischias gevolg kan zijn van zeer veel oorzakelijke mogelijkheden, daar is het begrijpelijk dat er geen speciaal geneesmid del tegen Ischias bestaat. Eerst moet de oor zaak worden uitgeplozen of de schadelijke invloeden worden nagegaan en dan kan pas een advies worden opgebouwd Een snelle overwinning kan helaas slechts zelden wor den bevochten. Bij verschillende rheumatri vormen van Ischias bestaat de kans, dat het ziekteproces een sleepend of telkens terug- keerend karakter aanneemt In zulke chro nische toestanden kan beweging en massage aangewezen zijn, doch bij een plotseling hernieuwde opflikkering kan dit juist weer verkeerd zijn. Vaak moet ook de medicus min of meer tastend en zoekend zijn keus doen uit de vele behandelingsmogelijkheden en het is begrijpelijk dat ook hij niet altijd direct slaagt en eerst wel eens een zijweg inslaat. Dit mag echter nooit een reden zijn het me« disch kompas te verlaten en zich aan onbe voegden toe te vertrouwen, ook al leggen ze soms nog zooveel gunstige attesten aan u over. Gewrichtsrheumatielr. Een derde groep wordt gevormd door de gewrichtsrheumatiek die niet, zooals dit bij den eersten vorm het geval was, plotseling optreedt, maar die langzaam slepend voort schrijdt, al vinden ook hierbij wel eens acuta verergeringen plaats, gepaard gaande met temperatuursverhooging. Buiten zulke acute perioden plefegt de temperatuur vrijwel nor maal te zijn. Verschillende factoren kunnen bij het onstaan van dit chronische ziektepro ces van een of meer gewrichten 'n rol spelen. De constitutie kan een rol spelen; soms is er een stoornis van de z.g. interne secretie bij aanwezig; in weer andere gevallen ziji er schadelijke uitwendige factoren aantoon baar. Bij vrouwen is er soms een overi gens nog niet goed bekende samenhang met het optreden van den overgangsleeftijd aanwezig en vaak is er verband met een te groot lichaamsgewicht. In weer andere ge vallen hangt het gewrichtslijden samen met een of andere infectieuze haard elders in het lichaam. Vooral een slecht gebit komt dan vaak in het middelpunt van de belangstel ling te staan en zonder twijfel is als voorbe hoedmiddel tegen deze en ook andere kwalen een regelmatige gebitscontrole en hygiënische mondverzorging van groote waarde. Moeizaam schrijdt de behandelingsmoge lijkheid van het chronisch gewrichtsrheuma voorwaarts en succes blijft soms, ondanks ijver, kennis en toewijding, achterwege. Langzamerhand worden de aangetaste ge wrichten stijver en gaan ze hun diensten HeuitleUm door WILLIAM LE QUEUX. 28) De brief verheugde hem en kwelde hem tegelijk. Hij was blij dat zij zoo standvastig had vastghouden aan haar weigering om Prins Albert te trouwen. Maar hierdoor had zij de handschoen toegeworpen aan den monarch. Hij zou niet aarzeleen om deze uit daging aan te nemen. Den volgenden morgen was hij op weg naar de Balthausplatz voor een onderhoud met den minister van Buitenlandsche za ken. Bij de deur van de wachtkamer stond hij plotseling stil, want langs hem gingen drie bekenden figuren. Het waren Tarangul, Loukoff en de knap pe Hongaarsche Stephanie Ghika. HOOFDSTUK XVII. Tarangul sprak een paar woorden tot den bode, die boog en hem dadelijk in de kamer bracht, die grensde aan de wachtka mer. Dat, dit wist Gerald, was de kamer van den minister-president. Dat Tarangul, die zelf minister was, daar werd toegelaten, was niets bijzonders Maar het was een ding van groote beteekenis dat de Slavonische verrader en de vrouwelijke spion hetzelfde voorrecht genoten. Danecourt vermoedde wat daar gesproken zou worden. Prinses Zita had den keizer ge trotseerd door zijn verzoek te weigeren. Dit was eenige uren geleden gebeurd. De keizer lijke machine was reeds ingesteld op de nieuwe omstandigheden en werkte vlug. Toen de drie samenzweerders in de kamer van den'minister waren verdwenen, liep Gerald de wachtkamer op en neer. Als hij eens eenige woorden van dat gesprek van deze vier menschen kon verstaan. De bode kende hem en groette hem onder danig. „Meldt mij nog niet", zei Gerald. „Ik ben iets te. vroeg. Zijne Excellentie is zeer stipt. Hij zou het mij niet vergeven als ik te laat was". De bode boog. Gerald ging zitten en nam een courant op, waarin hij veinsde te lezen. De bode ging de gang in. Eenige oogenblikken later riep Danecourt hem. „Geloof jij, dat je het vanmorgen druk zult hebben, Kestner?» 8 De man draaide zich om en schudde het hoofd. „Neen, mijnheer. U is de eenige die een audiëntie heeft gevraagd, behalve ba ron Tarangul, die juist is binnengelaten. Wij weten natuurlijk niet wie er nog toe vallig kan komen". Tot zoover was alles in orde, maar de kostbare seconden vlogen om en die vier in de aangrenzende kamer behandelden waardevolle geheimen. Plotseling hoorde men een gil. De bode keek om en hij zag een onrustbarend schouw spel. De keurig gekleede Engelschman stond in de kamer met van pijn verwrongen trek ken en wenkte den bode. „Vlug, een dokter!" hijgde hij. „Loop wat je kunt, Kestner". Terwijl hij deze woorden uitte, viel hij weer in den stoel neer, waarin hij had ge zeten. De verbaasde bode ging zoo spoedig hij kon hulp halen. In zijn zenuwachtigheid had hij de deur van de wachtkamer achter zich dichtgeslagen. Gerald stond met een glans van triomf in zijn oogen op. „Wat een geluk", mompelde hij. „Nie mand zal binnenkomen nu de deur gesloten is. Het zal beschouwd worden als een tee- ken, dat er vandaag geen audiëntie meer wordt gehouden. Nog meer geluk! De binnendeur was niet geheel dicht, wellicht was het slot niet in orde. Daardoor waren de stemmen in de kamer van den minister hoorbaar. Hij leunde zooveel mogelijk voorover, met een oor naar de kamer van den minister, het andere oor luisterend naar de terugkeeren- de voetstappen van den bode. Hij begreep dat er eenige besprekingen reeds waren gevoerd. Zij waren nu bezig met de onderdeelen van de zaak te behandelen. Duitschers spreken gewoonlijk duidelijk en hunne stemmen klinken hard. De harde stem van den minister-president was dui delijk hoorbaar. „Over de politiek met betrekking tot Sla- vonia is nu een beslissing genomen op een bijzondere conferentie tusschen den keizer en mij. Wij hadden tot op het laatste oog en- blik gehoopt dat wij een vreedzame oplos sing konden vinden voor de moeilijkheden, die zich voordoen. U, mijnheer Tarangul, is daarvan, evenals ik, op de hoogte". „Ja, wij hoopten dat", gaf Tarangul toe, „en daarvoor namen wij onze maatregelen, vandaar mijn bezoek aan Londen om onze goede vrienden te ontmoeten, die nu met mij hier zijn". De graaf antwoordde. „Ja, natuurlijk, wij stonden voor die keuze. Het heeft er den schijn van, dat wij tot de gewelddadige werkwijze moeten over gaan. Plotseling betreur ik het, maar wij hebben geen andere keus als een gevolg van de hardnekkigheid van de eigenzinnige prin ses, die naar geen rede wil luisteren". Er was een korte pauze en toen herkende Geiald de stem van Loukoff. „Ik begrijp dan. dat het gewenscht is, zooals Uwe Excellentie heeft te kennen ge geven, dat ik en mevrouw Ghika al onze krachten moeten inspannen om een spoe dige revolutie in Vanina aan te stoken en koning Nicolaas van den troon te stoo- ten". En het antwoord van den minister-presi dent colgde onmiddellijk. „Het is zooals ik zoo even heb aangestipt de eenige weg, die ons overblijft, indien wij onze plannen wil len verwezenlijken. Wat is uw oordeel over de vooruitzichten daarvan?" „Persoonlijk geloof ik dat het een guns tig oogenblik is voor een oordeelkundige propaganda", zei Loukoff opgewekt. Hij scheen over revoluties te spreken alsof dit het werk was van spelende kinderen. „Ni colaas is gehaat door velen en veracht door iedereen. Men moet toegeven dat de prinses zeer populair is en bij sommigen zeer be mind. Maar dit feit is geen onoverkomelijk beletsel". Toen sprak de minister-president op zijn koelen toon: „Ik vertrouw, dat gij nu ge lukkiger zult zijn dan de laatste maal". Tarangul viel haastig in de rede: „Toen had hij Salcedo tegenover zich En Saleedo zal hem nu niet meer hinderen" De graaf liet weer zijn stem hooren. „O, die stukken! Ik zal niet rustig slapen voor deze weer in Weenen terug zijn. Vreemd dat ze niet voor den dag komen". Tarangul was daarna weer aan het woord en blijkbaar sprak hij tot Loukoff. „U zegt dat de prinses populair is en door sommige personen wordt aangebeden. Daar om bestaat de mogelijkheid, dat zij, zoo lang zij leeft, een aanhang krijgt, die ons werk kan omverwerpen!" Gerald's bloed kookte. De opmerking was duidelijk en werd ook door den schurk ter harte genomen, aan wien hij was gericht. „Er gebeuren tijdens revoluties wel eens vreemde dingen", antwoordde Loukoff met onbewogen stem. „Zoolang onttroonde monarchen leven, is er altijd kans, dat zij weer op den troon worden gebracht". De minister-president viel haastig in de rede. „Alls onderdelen van deze coup d état geef ik in uw handen, Loukoff, behou dens overleg met den heer Tarangul Ik wensch deze zaak niet verder te behande len of er meer van te hooren". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10