ÏÏEFDE EN POLITIEK
Geneeskundige brieven
wat mogelijk is, om de bestaande schulden
af te lossen.
Of dit „liebaugeln" naar buitenlandsche
geldgevers het gewenschte resultaat zal heb
ben, moet wegens de met Duitsche credieten
opgedane ervaringen ten zeerste worden be
twijfeld. Dat dr. Schacht, de man van de
economische en financieele realiteit toch er op
uit is, het buitenland gunstig te stemmen,
hulp zoekende daar, waar deze nauwelijks te
verwachten is, wijst er wel op, hoe hoog de
nood gestegen is. Tot nu toe zijn de Rijksuit
gaven tot stimuleering van de bedrijvigheid
bestreden uit het kunstig opgezette gebouw
van „Arbeitsbeschaffungs"-wissels, „Steuer-
gutscheine" enz., het plaatsen van schatkist
wissels op de open geldmarkte het opnemen
van leeningen bij banken en spaarbanken
Dit gebouw, dat veel van een kaartenhuis
heeft, dreigt thans te zullen ineenstorten. De
vooruitbetaling van toekomstige belastingen
in den vorm van „Steuergutscheine" kan niet
tot in het oneindige worden voortgezet en be-
git zich reeds te wreken door een verzwak
king van de financieele positie des Rijks ten
gevolge van een vermindering der belasting
opbrengst. De banken zijn bij de credietver-
6trekking aan het Rijk tot de uiterste grenzen
van hun draagkracht gegaan en ook de Rijks
bank kan niet verder gaan met het verdiscou-
teeren van schatkistpapier, resp. het
„creëeren" van nieuwe geldmiddelen voor de
financiering der werkverschaffing, zonder
de door dr. Schacht verafschuwde inflatie in
het leven te roepen. Rest de mogelijkheid, om
ook in de naaste toekomst nog schatkistpa
pier bij het publiek te plaatsen, resp. over te
gaan tot consolideering van de reeds aange
gane vlottende schuld, teneinde lucht te krij
gen voor het onderbrengen van nieuw papier
op korten termijn en aldus de financierings
machine loopende te houden.
Hier zien de Duitsche machthebbers zich
echter geplaatst voor het wantrouwen van het
publiek in hun financieele en muntpolitiek,
een wantrouwen, dat maar al te gewettigd is.
De onvoldoende mededeelingen omtrent de
financieele positie des Rijks moeten dit ge
brek aan vertrouwen wel aanwakkeren. De
Duitsche begrooting, op zich zelf reeds zeet
onoverzichtelijk, geeft in het geheel geen
beeld van den werkelijken toestand, omdat de
financiering der werkverschaffing buiten het
budget om plaats heeft. Het op 31 Maart
1935 geëindigde boekjaar toonde een s.eai.s
betrekkelijk klein tekort aan van ca. 400 mil-
lioen Mark. Voor de bedragen, welke ter
financiering van de werkverschaffing zijn
opgenomen, is men op ramingen aangewezen.
Een als vrij betrouwbaar te beschouwen
schatting geeft voor werkverschaffing in den
eigenlijking zin een bedrag aan van 3%
milliard Mark, voor ondersteuning van ex
port 1 milliard, voor economische weerbaar
heid 7 milliard, en voor expansie van „Er-
satz'Mndustrieën 1 Vt milliard, in totaal dus
e enbedrag van 13 milliard krark.
Zelfs wanneer het Duitsche publiek bereid
zou zijn, consolidatie-leeningen voor dit be
drag op te nemen, is het de vraag, of het
hiervoor beschikbare spaarkapitaal voldoende
zou zijn. De pogingen, om vast te houden
aan het bestaande levenspeil van de Duitsche
bevolking, waarin men overigens niet eens
geslaagd is, hebben geleid tot een, nog
steeds toenemende, intering van kapitaal,
waardoor ook de mogelijkheid van het op
nemen van nog meer gedwongen leeningen
beperkt is.
De wissels op de toekomst, die de Duitsche
machthebbers voor het financieren der werk
verschaffing hebben getrokken, zullen in de
naaste toekomst geleidelijk komen te verval
len. Gehonoreerd zullen zij zeker niet kunnen
worden, maar ook de verlenging ervan zal
moeilijk, zoo niet onmogelijk blijken te zijn
Voor Nederlandsche houders van Duitsch0
leeningen hebben de toenemende financieele
moeilijkheden van Duitschland zich weer-
spigeld in een voortdurende verslechtering
der transferregeling. Werd aanvankelijk nog
het geheele verschuldigde rentebedrag, zij hei
met aanmerkelijke vertraging, overgemaakt,
voor het van 1 Juli 1934 tot 30 Juni 1935
loopende jaar gold reeds de bepaling, dat
een maximum van 4 aan rente zou wor
den voldaan. Voor bedragen boven 454
was een uitkeering voorzien, die als gedeelte
lijke amortisatie van de hoofdsom zou die
nen. In werkelijkheid heeft deze uitkeering
nooit plaats gehad. Houders kunnen thans
voor het verschil tusschen 454 en het
totale rentebedrag (maximum vastgesteld op
6 z.g. „Hollandmarken" of „Creditsperr-
marken" ontvangen, die tegen nog geen 20
cent per stuk worden verhandeld.
In de nieuwe transfer-regeling, die van
1 Juli 1935 tot 30 Juni 1936 loopt, is het
percentage der over te maken rente, dat in
contanten betaald wordt, verlaagd tot 3%
Voor zoover de rente op Duitsche obligatiën
de 354 te boven gaat (en dit is voor alle
in Nederland geplaatste leeningen het geval)
wordt deze meerdere rente, met een maocimum
van 2 „voldaan" in den vorm van Hol
landmarken of in „Fundingobligatian" met
een rente van 4 en een looptijd van tien
jaar. De koers, waartegen dezen „funding-
obligatiën" te verkoopen zullen zijn, wordt
geraamd op ca. 30 De regeling komt dus
hierop neer, dat houders van een 6 a 7
Duitsche obligatie inplaats van 60 A 70
per jaar ontvangen: 35 plus 6 (n.1. ca.
30 van 20). Hoe de volgende transfer
regeling er zal uitzien, en of de thans gel
dende het zelfs een geheel jaar zal uithou
den, zal van de verdere financieele en eco
nomische ontwikekling van Duitschland af
hangen, waarmede de ontwikkeling van den
Duitschen buitenlandschen handel, die de
noodige „deviezen" moet verschaffen, zoo'n
nauw verband houdt.
In de noteeringen van Duitsche obligatiën
ter beurze is slechts weinig beweging en er
gaat nagenoeg niets in om. Ook overigens
was de handel op de obligatiemarkt in de
afgeloopen week gering. Een nieuwe stijging
van de geldkoersen heeft de terughoudend
heid nog in de hand gewerkt en heeft eeni-
gen druk uitgeoefend op de koersen van
staats- en gemeenteleeningen. Prolongatie-
geld is niet onder de 5/2 verkrijgbaar;
particulier disconto noteert weer 33/4
5 waarmede het oficiëele disconto van de
Nederlandsche Bank bijna is bereikt. Van
een verdere verlaging der offiëele renteta
rieven kan dan ook voorshands geen sprake
zijn. Voor de nieuwe uitgifte van schatkist
papier werd de rentevoet met ver
hoogd, zoodat die voor de éénjarige biljetten
op 2Vz werd gesteld, voor de drie- en
vijfjarige biljetten op 4 zonder dat de in
schrijving tot een succes heeft kunnen ma
ken.
De groote geldgevers blijven bedacht op
een zoo groot mogelijke liquiditeit. Tijdens
de jongste crisis hebben de banken onder
vonden, dyat zij aan plotselinge groote op-
vragingen van tegoed kunnen worden bloot
getseld, terwijl de verzekeringsmijen mid
delen beschikbaar moeten houden voor dé
aanvragen tot het beleenen van polissen, die
in tijden van valuta-vrees veel omvangrij
ker zijn dan onder normale omstandighe
den. De hypotheekbanken zijn als geldgevers
reeds geruimen tijd uitgeschakeld. Blijven de
Rijksfondsen, die echter grootendeels door
de geldbehoeften van openbare lichamen in
beslag worden genomen. Aan de hierdoor
ontstane geldschaarschte moet het worden
toegeschreven, dat sommige gemeenten, die
hun dringende geldbehoefte dekken door
het uitgeven van papier met korten looptijd,
daarop een rente van ruim 5 hebben te
vergoeden, wat geen gunstige uitwerking
heeft op den koersstand van gemeentelee
ningen.
Vermoedelijk zal de toetsand der geld
markt wel gespannen blijven, totdat aan het
eind der volgende maand meer zekerheid
zal zijn verkregen over de houding van de
Kamer tegenover de nieuwgevormde regee
ring en de vrees voor een wijziging in de
valuta-politiek verdwijnt.
Op de aandeelenmarkt was de stemming,
na eenige aarzeling, opnieuw vast, zonder
dat het echter tot verdere belangrijke koers
stijgingen is gekomen.
Een koersverbetering voor aandeelen Ko
ninklijke werd tegengehouden door berichten
uit Amerika, volgens welke de structuur pe-
troleumvelden, die een zeer groote productie
beioven te hebben, dreigt tot een nieuwe
verstoring van het evenwicht op de markt
voor ruwe olie te zullen leiden.
Men hoopt thans in Amerikaansche pe-
troleumkringen, dat het Congres de door
President Rcosevelt gewenschte petroleum-
wetgeving zal aannemen en dat deze actie,
samen met de weten in de verschillende af
zonderlijke staten, die de petroleumproduc-
tie regelen, er in zal slagen, de productie
van petroleum in overeenstemming te hou
den met het verbruik.
Van industriëele aandeelen zijn de leiden
de fondsen, Philips' en Unilever, niet be
langrijk in koers veranderd, al viel er tegen
het midden der week weer wat meer vraag
te constateeren, met name voor Unilever.
Aandeelen Ned. Scheepsbouw werden in
het geheel niet beinvloed door het bericht
dat de Koninklijke-Shellgroep drie nieuwe
tankschepen bij haar besteld heeft. Men
neemt aan, dat ook deze orders zonder winst
worden uitgevoerd en slechts zijn aanvaard,
om het bedrijf gaande te houden.
De belangstelling voor cultuurwaarden
was ook in de afgeloopen week gering. Na
een aanvankelijke lichte koersdaling trad
eenig herstel in, zonder dat hiervoor spe
ciale oorzaken waren aan te geven. E>e rub-
bernoteering is nauwelijks veranderd; men
hoopt in rubberkringen echter op een ge
leidelijke verbetering, naarmate de restrictie
verder gaat doorwerken en het verbruik toe
neemt. Voor dit laatste bouwt men zijn ver
wachtingen voornamelijk op de uitbreiding
van de auto-productie in de Ver. Staten.
In de laatste weken is de bedrijvigheid in
de Amerikaansche automobielindustrie wel
iswaar verminderd'; men neemt echter aan,
dat dit verband houdt met de voorbereidin
gen, die worden getroffen voor de fabrica
ge van nieuwe modellen. Ondanks de gerin
gere vraag naar staal van de zijde der auto
mobielindustrie is de bedrijvigheid in de
Amerikaansche staalindustrie verder toege
nomen. De desbetreffende berichten hebben
geleid tot een herleving van de vraag naar
staal-aandeelen op de New-Yorksche beurs,
wat ook op de overige afdeelingen een guns-
tigen invloed heeft gehad. Men begint zich
in Amerika reeds bezorgd te maken over de
herleving van de speculatie. Weliswaar heeft
deze nog niet zoo'n grooten omvang aange
nomen als in vroeger jaren, maar men vreest
dat zij te veel op de ontwikkeling vooruit
loopt en herinnert zich maar al te goed,
welken storenden invloed de speculatie met
haar plotselinge verschuivingen van inko
men op de economische stabiliteit van het
land kan hebben. Ook hier te lande neemt
de speculatieve belangstelling voor Ameri
kaansche fondsen weer zienderoogen toe, al
zou men mogen verwachten, dat men iets ge
leerd heeft van de harde lessen der laatste
jaren..
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 Nederland 94 3/8 93 3/8.
354 Nederland 91 90 1/4.
254 N.W.S. 67 3/4 67 1/16.
4 Ned. Indië 92 1/8—91 1/8:
4 Amsterdam 89 5/8 90 89
89 7/8.
4% Rotterdam 91 1/4 - 89 7/8 90 1/4.
4 Gem. Utrecht 94 1/4 9214.
Ford Automobielfabr. 274 1/4 279 3/4.
Philips' 257 3/4 260 25654.
Unilever 103 1/4— 1041/4 19814
1% 3/4.
Handelsver. „Amsterdam" 17614 174V?
177 - 17614.
Deli Batavia Mij. 140 1/4— 138 141.
Deli Mij. 156V2 153 1/4 154.
Amsterdam-Rubber 10814 106 107 3/4
106V2.
Anaconda Copper 10 3/8 11 7/8.
Bethlehem Steel 21 1/8 22 3/4.
Kennecott Copper 13 1/8 14 5/16.
U.S. Steel 25 3/4 27 1/4.
XXXVII.
RHEUMATIEK.
Wanneer iemand met pijnklachten bij
zijn buisarts komt, gebeurt het maar al
te vaak, dat deze patiënt zijn klachten
heeft ondergebracht onder het voor den
leek tamelijk begrijpelijke begrip van
„rheumatiek". Het is voor velen een
even goede kapstok als het begrip: „ze
nuwen". Het 6telt den eenvoudigen
mensch tevreden wanneer zijn klachten
een verstaanbaar etiket hebben, evenals
hij gaarne tevreden wordt gesteld t.o.z.
van de oorzaak met behulp van het veel
misbruikte begrip „koude gevat".
r'f'
"Matt-Creme
Maakt de huid zacht
en mat. De beste on
derlaag voor poeder
In lang vervlogen tijden, toen de
grondlegger van de geneeskunde Hippo-
crates, zijn zeer gewaardeerde medische
inzichten ten beste gaf, werd het begrip
„Rheuma" 6Cherp omschreven. Alle
levensprocessen werden volgens de toen
gangbare begrippen in samenhang ge-,
bracht met de werking van de vier
levensvochten: bloed, slijm, gele en
zwarte gal. Op de juiste wijze gemengd
handhaven zij de gezondheid of „eucra-
sia". Stoornissen in de evenwichtsver-
houdingen dezer sappen geeft ziekte of
of „d'yscrasia". Overmatige elijmproduc-
tie kan ontstaan in de hersenen en af
vloeien langs den neus of zich verzame
len in longen, maagdarmkanaa.1 of an
dere organen. Dezen toestand betitelde
Hippocrates nu met de namen „Ca-
tarrhos" of „Rheuma". Beide woorden
waren dus synoniemen.
Beide woorden hebben zich in den
loop der eeuwen gehandhaafd, maar zij
dekken niet meer een en hetzelfde be
grip. Bovendien, maar dit doet voor ons
onderwerp overigens niets ter zake, wij
ken onze anatomische en physiologische
inzichten zeer sterk van die van Hippo
crates af en het begrip van de vier le
venssappen en hunne wisselende men
ging is geheel verlaten.
Catarrh.
Het woord „catarrh" wordt nog steeds
gebruikt voor processen, welke zijn ge
kenmerkt door het optreden en afschei
den van overmatige hoeveelheden slijm
(b.v. neuscatarrh, luchtpijp of maag-
darmcatarrh). Het woord rheumatiek
wordt echter in dit verband niet meer
gebruikt en heeft een geheel andere be-
teekenis gekregen. Wij verstaan onder
rheumatiek een groep van aandoeningen
welke zich kunnen nestelen in spieren,
zenuwen of gewrichten.
Tn den loop van de laatste vijftig jaar
tracht men van medische zijde met stij-
geid succes verschillende ziekteproces
sen naar hun oorzaak of andere ken
merkende eigenschappen uit elkaar te
houden, ook al zijn ze in hetzelfde or
gaan gezeteld. Hot is daarom te begrij
pen dat een aantal ziekteprocessen van
spieren, gewrichten of zenuwen als een
ze.fstandige ziekte uit bet verzamelbe
grip rheumatiek zijn uitgelicht en een
n'euw, eigen etiket hebben gekregen.
Met groote mate van waarschijnlijkheid
kan ook de verwachting worden uitge
sproken dat nog verschillende andere
vormen in de naaste toekomst een eigen
difgnose zullen krijgen en dat aldus de
groep „rheumatiek" steeds kleiner zal
worden, of althans steeds vollediger in
goed afgrensbare ondervormen zal wor
de gerubriceerd
Gewrichtsontstekingen.
Zoo kennen we b.v. voor de gewrichts
ontstekingen bepaalde vormen, die door
d» tuberkelbaci'len worden veroorzaakt
en brengen we deze samen onder den
naam van gewrichtstuberculose. Andere
gewrichtsontstekingen worden door an-
deie bacteriën veroorzaakt en daarnaar
genoemd. Sommigen hangen ook samen
met een zeer hinderlijke en soms ook
zeer hardnekkige huidaandoening, pso
riasis. Ook gelieve men wel te bedenken
dat rheumatiek niet gelijk is te stellen
met jicht of omgekeerd. De jicht die
ook klachten van pijn in gewrichten en
spieren kan geven is een apart en
scherp omschreven ziektebeeld, samen
hangend met een verhoogde aantrek
kingskracht der weefsels voor urinezu
ren. Voedingsvoorschriften, waarbij de
vorming dezer zuren zooveel mogelijk
wordt vermeden, kan hier veel goeds te-
werkstelligen, maar zullen bij de rheu
ma Liekbestr ij ding ons in het algemeen
in den steek laten.
Een zeer speciale vorm van rheumatiek is
de acute gewrichtsrheumatiek (polyarthritis
rheumatiek acuta). Zonder twijfel is dit een
zelfstandige infectieziekte, al is de ziekte
kiem nog niet gevonden. In het verloop van
eenige dagen zwellen verschillende gewrich
ten op. Ze zijn uitermate pijnlijk, vooral jij
beweging; meestal heeft de patiënt nogal
hooge koorts en wel steeds voelt hij zich erg
ziek. Vaak is een keelontsteking aan het ziek
teproces voorafgegaan en moet dus in de
tcnsillen de „porte d'entrée" voor de ziekte
kiemen worden gezocht. Ongetwijfeld speelt
hierbij evenals bij verschillende andere
vormen van rheumatiek het „kou vatten"
wel een rol.
Het proces kan geheel genezen; soms ech
ter blijft er een meer of minder hinderlijke
stoornis der gewrichtsfunctie uit over.
Ischias.
Andere vormen van rheumatiek tasten be
paalde spieren aan (de „stijve hals" het
„spit" of „lendeschot") of nestelen zich in
bepaalde zenuwen. Als meest bekend voor
beeld van zenuwrheumatiek noem ik de
„Ischias", een aandoening in <te grootste ze
nuw van ons lichaam, de nervus (AL zenuw)
ischiadicus welke in het bovenbeen gelegen
is. Heftig kunnen de schietende pijnen zijn,
die er bij optreden en die er den patiënt toe
dwingen het bovenbeen, ja zelfs het geheele
been, onbeweeglijk stil te houden. Het heup
gewricht wordt er cfus bij ontzien en zoo kan
men soms meenen met een heupaandoening
te maken te hebben, terwijl er Ischias in het
spel is. Maar ook het omgekeerde komt
voor. Een heup- of wervelaandoening (de
N. Ischiadicus begint n.I. in het onderste ge
deelte van het ruggemergskanaal en treedt
tusschen de lendenwervels door het lichaam
verder in) geeft in den aanvang soms schijn
baar uitsluitend klachten en verschijnselen
van Ischias. Fn andere gevallen is er een echt
ontstekingsproces in het spel. Soms speelt
de algemeene constitutie een rol, soms de
psyche en in weer andere gevallen kan
ischias een verschijnsel zijn van zuikerziekte.
Uit deze veelheid van mogelijkheden blijkt
wel hoe onjuist en gevaarlijk het zijn kan
tegen ischias zoo maar eens op eigen houtje
te gaan dokteren, te meer omdat ik nog niet
eens alle oorzaken heb opgenoemd. Medisch
advies na medisch onderzoek is op dit veel
omvattend gebied dringend geboden. Men
probeert het zoo gaarne eerst eens met aller
hande huismiddeltjes; men gaat vaak eerst
naar een kwakzalver of laat zich laden door
een of andere smakelijke advertentie. Helaas
komt de Ischiaspijn bij zooveel verschillende
aandoeningen en oorzaken voor, dat er niet
dringend genoeg tegen kan en moet worden
gewaarschuwd zich niet door dit verschijn
sel van pijn alleen in slaap te laten sussen.
Waar ischias gevolg kan zijn van zeer
veel oorzakelijke mogelijkheden, daar is het
begrijpelijk dat er geen speciaal geneesmid
del tegen Ischias bestaat. Eerst moet de oor
zaak worden uitgeplozen of de schadelijke
invloeden worden nagegaan en dan kan pas
een advies worden opgebouwd Een snelle
overwinning kan helaas slechts zelden wor
den bevochten. Bij verschillende rheumatri
vormen van Ischias bestaat de kans, dat het
ziekteproces een sleepend of telkens terug-
keerend karakter aanneemt In zulke chro
nische toestanden kan beweging en massage
aangewezen zijn, doch bij een plotseling
hernieuwde opflikkering kan dit juist weer
verkeerd zijn. Vaak moet ook de medicus min
of meer tastend en zoekend zijn keus doen uit
de vele behandelingsmogelijkheden en het is
begrijpelijk dat ook hij niet altijd direct
slaagt en eerst wel eens een zijweg inslaat.
Dit mag echter nooit een reden zijn het me«
disch kompas te verlaten en zich aan onbe
voegden toe te vertrouwen, ook al leggen ze
soms nog zooveel gunstige attesten aan u
over.
Gewrichtsrheumatielr.
Een derde groep wordt gevormd door de
gewrichtsrheumatiek die niet, zooals dit bij
den eersten vorm het geval was, plotseling
optreedt, maar die langzaam slepend voort
schrijdt, al vinden ook hierbij wel eens acuta
verergeringen plaats, gepaard gaande met
temperatuursverhooging. Buiten zulke acute
perioden plefegt de temperatuur vrijwel nor
maal te zijn. Verschillende factoren kunnen
bij het onstaan van dit chronische ziektepro
ces van een of meer gewrichten 'n rol spelen.
De constitutie kan een rol spelen; soms is er
een stoornis van de z.g. interne secretie bij
aanwezig; in weer andere gevallen ziji er
schadelijke uitwendige factoren aantoon
baar. Bij vrouwen is er soms een overi
gens nog niet goed bekende samenhang
met het optreden van den overgangsleeftijd
aanwezig en vaak is er verband met een te
groot lichaamsgewicht. In weer andere ge
vallen hangt het gewrichtslijden samen met
een of andere infectieuze haard elders in het
lichaam. Vooral een slecht gebit komt dan
vaak in het middelpunt van de belangstel
ling te staan en zonder twijfel is als voorbe
hoedmiddel tegen deze en ook andere
kwalen een regelmatige gebitscontrole en
hygiënische mondverzorging van groote
waarde.
Moeizaam schrijdt de behandelingsmoge
lijkheid van het chronisch gewrichtsrheuma
voorwaarts en succes blijft soms, ondanks
ijver, kennis en toewijding, achterwege.
Langzamerhand worden de aangetaste ge
wrichten stijver en gaan ze hun diensten
HeuitleUm
door WILLIAM LE QUEUX.
28)
De brief verheugde hem en kwelde hem
tegelijk. Hij was blij dat zij zoo standvastig
had vastghouden aan haar weigering om
Prins Albert te trouwen. Maar hierdoor had
zij de handschoen toegeworpen aan den
monarch. Hij zou niet aarzeleen om deze uit
daging aan te nemen.
Den volgenden morgen was hij op weg
naar de Balthausplatz voor een onderhoud
met den minister van Buitenlandsche za
ken. Bij de deur van de wachtkamer stond
hij plotseling stil, want langs hem gingen
drie bekenden figuren.
Het waren Tarangul, Loukoff en de knap
pe Hongaarsche Stephanie Ghika.
HOOFDSTUK XVII.
Tarangul sprak een paar woorden tot
den bode, die boog en hem dadelijk in de
kamer bracht, die grensde aan de wachtka
mer.
Dat, dit wist Gerald, was de kamer van
den minister-president. Dat Tarangul, die
zelf minister was, daar werd toegelaten, was
niets bijzonders Maar het was een ding
van groote beteekenis dat de Slavonische
verrader en de vrouwelijke spion hetzelfde
voorrecht genoten.
Danecourt vermoedde wat daar gesproken
zou worden. Prinses Zita had den keizer ge
trotseerd door zijn verzoek te weigeren. Dit
was eenige uren geleden gebeurd. De keizer
lijke machine was reeds ingesteld op de
nieuwe omstandigheden en werkte vlug.
Toen de drie samenzweerders in de kamer
van den'minister waren verdwenen, liep
Gerald de wachtkamer op en neer. Als hij
eens eenige woorden van dat gesprek van
deze vier menschen kon verstaan.
De bode kende hem en groette hem onder
danig.
„Meldt mij nog niet", zei Gerald. „Ik ben
iets te. vroeg. Zijne Excellentie is zeer stipt.
Hij zou het mij niet vergeven als ik te laat
was".
De bode boog. Gerald ging zitten en nam
een courant op, waarin hij veinsde te lezen.
De bode ging de gang in.
Eenige oogenblikken later riep Danecourt
hem. „Geloof jij, dat je het vanmorgen druk
zult hebben, Kestner?» 8
De man draaide zich om en schudde het
hoofd. „Neen, mijnheer. U is de eenige die
een audiëntie heeft gevraagd, behalve ba
ron Tarangul, die juist is binnengelaten.
Wij weten natuurlijk niet wie er nog toe
vallig kan komen".
Tot zoover was alles in orde, maar de
kostbare seconden vlogen om en die vier
in de aangrenzende kamer behandelden
waardevolle geheimen.
Plotseling hoorde men een gil. De bode
keek om en hij zag een onrustbarend schouw
spel.
De keurig gekleede Engelschman stond
in de kamer met van pijn verwrongen trek
ken en wenkte den bode.
„Vlug, een dokter!" hijgde hij. „Loop wat
je kunt, Kestner".
Terwijl hij deze woorden uitte, viel hij
weer in den stoel neer, waarin hij had ge
zeten. De verbaasde bode ging zoo spoedig
hij kon hulp halen. In zijn zenuwachtigheid
had hij de deur van de wachtkamer achter
zich dichtgeslagen.
Gerald stond met een glans van triomf
in zijn oogen op.
„Wat een geluk", mompelde hij. „Nie
mand zal binnenkomen nu de deur gesloten
is. Het zal beschouwd worden als een tee-
ken, dat er vandaag geen audiëntie meer
wordt gehouden.
Nog meer geluk! De binnendeur was niet
geheel dicht, wellicht was het slot niet in
orde. Daardoor waren de stemmen in de
kamer van den minister hoorbaar.
Hij leunde zooveel mogelijk voorover, met
een oor naar de kamer van den minister, het
andere oor luisterend naar de terugkeeren-
de voetstappen van den bode.
Hij begreep dat er eenige besprekingen
reeds waren gevoerd. Zij waren nu bezig met
de onderdeelen van de zaak te behandelen.
Duitschers spreken gewoonlijk duidelijk
en hunne stemmen klinken hard. De harde
stem van den minister-president was dui
delijk hoorbaar.
„Over de politiek met betrekking tot Sla-
vonia is nu een beslissing genomen op een
bijzondere conferentie tusschen den keizer
en mij. Wij hadden tot op het laatste oog en-
blik gehoopt dat wij een vreedzame oplos
sing konden vinden voor de moeilijkheden,
die zich voordoen. U, mijnheer Tarangul,
is daarvan, evenals ik, op de hoogte".
„Ja, wij hoopten dat", gaf Tarangul toe,
„en daarvoor namen wij onze maatregelen,
vandaar mijn bezoek aan Londen om onze
goede vrienden te ontmoeten, die nu met
mij hier zijn".
De graaf antwoordde.
„Ja, natuurlijk, wij stonden voor die
keuze. Het heeft er den schijn van, dat wij
tot de gewelddadige werkwijze moeten over
gaan. Plotseling betreur ik het, maar wij
hebben geen andere keus als een gevolg van
de hardnekkigheid van de eigenzinnige prin
ses, die naar geen rede wil luisteren".
Er was een korte pauze en toen herkende
Geiald de stem van Loukoff.
„Ik begrijp dan. dat het gewenscht is,
zooals Uwe Excellentie heeft te kennen ge
geven, dat ik en mevrouw Ghika al onze
krachten moeten inspannen om een spoe
dige revolutie in Vanina aan te stoken en
koning Nicolaas van den troon te stoo-
ten".
En het antwoord van den minister-presi
dent colgde onmiddellijk. „Het is zooals ik
zoo even heb aangestipt de eenige weg, die
ons overblijft, indien wij onze plannen wil
len verwezenlijken. Wat is uw oordeel over
de vooruitzichten daarvan?"
„Persoonlijk geloof ik dat het een guns
tig oogenblik is voor een oordeelkundige
propaganda", zei Loukoff opgewekt. Hij
scheen over revoluties te spreken alsof dit
het werk was van spelende kinderen. „Ni
colaas is gehaat door velen en veracht door
iedereen. Men moet toegeven dat de prinses
zeer populair is en bij sommigen zeer be
mind. Maar dit feit is geen onoverkomelijk
beletsel".
Toen sprak de minister-president op zijn
koelen toon: „Ik vertrouw, dat gij nu ge
lukkiger zult zijn dan de laatste maal".
Tarangul viel haastig in de rede: „Toen
had hij Salcedo tegenover zich En Saleedo
zal hem nu niet meer hinderen"
De graaf liet weer zijn stem hooren. „O,
die stukken! Ik zal niet rustig slapen voor
deze weer in Weenen terug zijn. Vreemd dat
ze niet voor den dag komen".
Tarangul was daarna weer aan het woord
en blijkbaar sprak hij tot Loukoff.
„U zegt dat de prinses populair is en door
sommige personen wordt aangebeden. Daar
om bestaat de mogelijkheid, dat zij, zoo
lang zij leeft, een aanhang krijgt, die ons
werk kan omverwerpen!"
Gerald's bloed kookte. De opmerking was
duidelijk en werd ook door den schurk ter
harte genomen, aan wien hij was gericht.
„Er gebeuren tijdens revoluties wel eens
vreemde dingen", antwoordde Loukoff met
onbewogen stem.
„Zoolang onttroonde monarchen leven, is
er altijd kans, dat zij weer op den troon
worden gebracht".
De minister-president viel haastig in de
rede. „Alls onderdelen van deze coup d
état geef ik in uw handen, Loukoff, behou
dens overleg met den heer Tarangul Ik
wensch deze zaak niet verder te behande
len of er meer van te hooren".
(Wordt vervolgd).