Wat M DE LAATSTE LES VAN LANGELOT 0EDER I0ES Raadselhoekie LEGKAART IN MET BOSCH. 91 ïll iïf^ Foei, Jaap, wat ben je gulzig! Je laat heelemaal niets over voor anderen! IN 'T BAD. 31 AUGUSTUS DE STOUTE SCHOENEN AANTREKKEN. TE DOEN HEEFT. CARLA HOOG- fa 27: 9 4. 14: 3 5. 43—39 5. 38 27 31: 4! Combinaties. Men zette ditmaal eerst eens «f> het bord de volgende positie: Zw. 12 sch. op: 2, 4, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 18, 22, 25. W. 12 sch. op: 11, 20, 21, 26, 30, 34, 38, 39, 40, 48, 49, 50. Wit is aan zet en speelt: 1. 3429 1. 25 32 fmoet 3 slaan 2 40—34 2. 14 25 of 6:17 3. 50—44 3. 6 17 of 14 25 i. 29—23 4. 18 29 5. 35—30 5. 25 34 6. 44—39 6. 34:43 7. 49: 7 7. 2:11 8. 21: 5! Het volgende aardige eindspel is van den heer Klinken te Groningen. Zw. 2 sch. op: 26, 27 en dam op 38. W. 5 sch. op: 28, 37, 47, 48, 49. Wit staat slecht. Hij speelde ten einde raad 4843. Toen maakte zwart een grove fout, zooals later bleek. Hij speelde 3832. Zit er in die zet nu zooveel kwaad? Op 't eerste gezicht niet, maar toch is nu de paitij voor zwart verloren. Hoe? Wel kijk dat eerst eens voor U zelf. Wit kan na 4843 en 38—32 (v. zwart) winnen door: 2822 (zw. 32 46 gedw.), 22 31 (zw. 26 37). 47—41, (zw. 37—42 gedw.). 433811 (zw. 46:43 gedw.) 49 47 wint. Inderdaad heel mooi! Ter oplossing voor deze week Probleem 1400 van P. Schaaf, den Haag. Zw. 15 sch. op: 8/15, 17, 18, 21, 22, 23, 26, 28. W. 14 sch. op: 24, 25, 29, 33, 34, 3* 37/41, 45, 46, 48. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1* H Harlingen rat merel we i1a n d Harlingen tuinman regen kei n 2. Sloten in Noord-Holland en Sloten in Friesland. 3. Trawanten (lijfwacht). (thee). Heb je met Oom Bob Ierland be zocht? (bier). Voor An, Jacob en Piet was de wan deling te ver. (ranja). Koosje is zóó sHm, O, na de wande ling had je haar eens moeten h >o- ren! (limonade). He kom eiken dag voorbij jullie huis. (melk). Voor klote eren. li, p I L I D A L A M 2. Kastanje. Jan, kat, aas, teen, jas. 3. Peper, munt; pepermunt. 4. Vee (de letter v). OM OP TE OSSEN. Voor grootoren. 1. Wat krijg je, als je 4 lucifers bij elkaar legt? 2. Mijn geheel wordt met 7 letters ge schreven en noemt een edelge steente. Een 4, 3, 5, 6, 1 is een tijdsverloop. 7, 2, 6 is een metaal. Een 7, 3, 6, 1 maakt deel uit van je gebit. 1, 2, 6, 3 is een verkorte meisjesnaam. De 4, 5, 3, 6 is een hemellichaam. 3. Verborgen visschen. Is Caro gisteren weggeloopen, Vader? Wij hebben de laatste uren heel veel last van de warmte gehad. Wel is Oom Piet ongelukkig te pas gekomen Ja, ontzettend! Ik zal met Moeder hem eens bezoeken. Waarom geloof je mij niet? Ik heb zelf toch gezien, hoe het gebeurd is! 4. Vul de stippen zóó in, dat je woor den van 4 letters krijgt. Maar denk er aan, dat het volgende woord al tijd beginnen moet met dezelfde letter, als waarmee het vorige ge ëindigd is. Ie rij een tijdsverloop. 2e een deel van je gezicht. 3e een roofvogei. 4e een steenen massa. 5e een weekdier. 6e het tegenovergestelde van lang. 7e een vervoermiddel. 8e iets wat in boomen en beenderen zit. 9e een plaats in Overijsel. 10e een oude stad in Italië. Voor kleineren. 1. Ik ben een kleine, nauwe poort Van hout, hoor! nóch van steen. Die nauwe poort is nooit op slot. Geen weg leidt ooit er heen. Toch ken je mij wel heel, heel goed. Een vreemde ben 'k dus niet! En als je 't antwoord weet, ben je In 't raden heuech een Piet! 2. We gaven een dier, dat 's zomers in de wei loopt, een extra staart en toen kregen weden naam van mijn neefje. Hoe kan dat? 3. Welke mollen eten niet? Hebben nooi gewroet? Zeg eens even, welke mol Dat wel wezen moet! 4. Wat kun je maken van: Kon Dien ging An? (Nadruk verboden). Het is een drukke morgen, Want pop moet in het bad 1 Ze heeft in vele dagen Geen groo te beurt gehad! Eerst zoeken we de kleertjes, Die schoon zijn, bij elkaar. En dan maakt Noor het badje Voor 't poppenkind vast klaar. Nu wordt de pop gewasschen. Het schuim spat in het rond. Ze laat zich heel zoet helpen, Want wasschen is gezond. Dan gauw een warme handdoek, Hé, dat voelt heerlijk aan! En als ze goed gedroogd is, Dan haar \veer kleeden gaan En nu maar lekker slapen, Jij, kleine, zoete pop. Dan ruimt de poppenmoeder Den boel heel netjes op. PAULINE. (Nadruk verboden.) »ir m Deze legkaart stelt voor: Een auto-tochtje. (Nadruk verboden^ door C. E. DE LILLE HOGERWAARD Jongens, meisjes, laat de vlaggen Vroolijk wapperen! Hoezee! Onze Koningin is jarig! Allen vieren 't feest graag mee. Tooien zich dus met oranje, Zingen opgewekt en blij. Kijk eens even naar dien optocht! Wat een lange, lange rij! Weet je, wie ook in haar schik is? Dat i6 de Oranje-zon, Omdat zij met al haar stralen Dit jaar 'k hoop het! meedoen kon. Opgewekt klinkt de muziek al, Wat zet die het feest goed in! Zingen wij uit volle borst nu: Heel lang leev' de Koningin Want wij hopen, Koningin, dat U heel dikwijls nog verjaart En voor de Prinses en ons ook Vele jaren blijft gespaard! (Nadruk verboden). Vader zei laatst tegen Moeder: 'k Trok de stoute schoenen aan, Ging naar Willems onderwijzer. 'k Hoor: hij zal nog overgaan! Vader bleef met Moeder praten, Geen van beidan wist ervan, Dat heel stil! onder de tafel Zat hun kleine Janneman. En wel: met gespitste oortjes! Prettig speelde daar de guit, Totdat Moeder eensklaps uitriep: Zeg, wat voer jij daar toch uit? Ik zit zoet te spelen, Moeder. Kijk maar! met mijn blokkendoos! 't Ventje was nog klein en Moeder Was ook heelemaal niet boos. Even later zei Moes: Jantje, Ga jij straks mee naar 't strand? Om zijn antwoord moest zij lachen. t Baasje is zoo bij-de-hand! Want hij zei met oolijk snuitje: Naar 't strand wil ik graag gaan, Maardan op sandalen, Moeder. 'k Trek geen stoute schoenen aan! (Nadruk verboden.) CARLA HOOG. 149. De burgemeester wilde hooren wat er precies gebeurd was. Hij geloofde er echter niets van dat Langelot een tooverspreuk kende. „Goed", zei Lange- lot: „ik zal het U bewijzen. Ik wil dat alle boomen levend worden: Leo Tiger Crocodillus," 150. Vóór de burgemeester wist wat er gebeurde, be gonnenalle wilgenboomen langs den slootkant met elkaar te praten en met z'n allen hielden ze den burge meester voor den gek. In 't bosch is 't donker en op eens.s Daar plast de regen neer. Kabouter Puntmuts loopt nu hard En zucht: Och, wat een weer! Maar.wat is dat? Een paddenstoel? Dat zal een schuilplaats zijn! Ja, 'k kan er onder, heelemaal! Gelukkig ben 'k maar klein! Nu wacht ik kalm den regen af. Mijn paraplu is groot! Zoo'n paddenstoeltje kan nog eens Een vriend zijn in den nood! 't Wordt helder weer, de maan komt door. Kabouter loopt dus voort. Wat is het, dat hij daar op eens Voor fijne stem nu hoort? Een klein konijntje zegt: Meneer, U mag een and'ren keer Bij ons in 't hol wel schuilen, hoor! Wat was het vrees'lijk weer! (Nadruk verboden). Dat 's best, Konijn! zegt Puntmuts dan. Nu had 'k een paddenstoel, Maar 'k kom toch graag bij je'op bezoek. 't Is zeker lekker koel, Bij jullie in t' konijnenhol, Als daags de zon fel schijnt? -mm Nu weet je allen, hoe het komt, Dat Puntmuts plots verdwijnt. En nooit een menschenkend hem ziet In 't groote, groote bosch, Al kijk je ook naar alle kant', Terwijl je zit op 't mos. Want geen kabouter 's overdag In 't heele bosch te zien, Al denk je ook: Als 'k heel goed kijk, Ontdek ik 'r een misschien! C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Moeder Poes heeft 't vrees'lijk druk: Strijkt den heelen morgen. Als je zóóveel kinders hebt, Is er wat te zorgen I Denk eens even aan de wasch; Vóór dat alles klaar is! En aan H eten voor zooveel; Lang duurt 't, eer dat gaar is! 'n Buurvrouw zei laatst tegen haar: Wat moet j ij veel kloppenl 't Is een taak haast op zichzelf: Zooveel kousen stoppen! Kousen stoppen?! riep Moe Poes. Erger zijn de monden! Die te stoppen, is een toer. Dit heb 'k ondervonden!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 12