DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
LAATSTE GANG VAN EEN GELIEFDE VORSTIN.
Ontroerende plechtigheid in de Belgische hoofdstad.
Naar de crypt te Laeken
De wereld treurt.
Dinsdag 3 September 1935
137e Jaargang
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
tdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN»
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 'f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
207 DM nummar bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KR AK
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Vandaag heeft het Belgische volk zijn
geliefde jonge koningin naar haar laat
ste rustplaats geleid en is met ontroeren
de plechtigheid het stoffelijk overschot
van koningin Astrid bijgezet in den
koninklijken grafkelder van de Kerk van
Laeken, dicht bij de kist met 't stoffelijk
hulsel van wijlen koning Albert. Beiden
werden door een noodlottig ongeval plot
seling weggerukt uit het midden van
hen, die hun lief waren en die hen lief
hadden.
Evenals op 22 Februari van het vorige
jaar heeft die liefde zich geuit in een
treffende hulde van gansch een vo'A.
Misschien mag de uitvaart in FebruaH
1934 van den vorst en koning, den held
van den IJser, grootscher en heroïscher
genoemd worden, zij was zeker niet in
drukwekkender dan deze uitvaart van
de jonge, stralende koningin, de lief
hebbende vrouw en moeder, de teedere
echtgenoote van den jongen koning, die
vandaag als een gebroken man den zwa-
ren weg naar Laeken is gegaan.
Langs den weg.
J?eeds Zondag en gisteren zijn velen, die
ggtuige van de plechtige uitvaart wilden zijn
en de gestorven koningin een laatste hulde
wilden brengen aan de baar in het Koninkliik
Paleis, waarlangs vier dagen lang een schier
eindelooze stroom van menschen met stille
gang heeft geschreden, te Brussel aangeko
men uit alle deelen van het land, en ook uit
het buitenland. Doch vanmorgen vroeg kwam
pas de grootste stroom, met bussen, auto's en
extra-treinen, uit alle Belgische provincies,
uit alle volksklassen, mannen, vrouwen en
kinderen. Groot is het aantal oud-strijders,
die door hun organisaties zijn opgeroepen en
een speciale reductie van de spoorwegen heb
ben gekregen om naar Brussel te gaan. Men
herkent hen aan de zwarte pakken met de
groote oorlogsmedailles, kruisen en linten,
die de revers tooien. Zoowel aan het Zuider
station als aan het Station Leopolswijk en de
buurtstations komen groote groepen menschen
san, doch het is vooral het Noorderstation,
waaruit al sedert den zeer vroegen ochtend
dichte menschenmassa's drommen. De groe
pen oud-strijders en de leden van verschillen
de organisaties en corporaties, die als geheel
hun laatste hulde komen brengen, verzame
len zich achter de met rouwfloers omhangen
en vaak ingerolde vaandels. De overigen
gaan zelfstandig of in groepjes een plaats
zoeken langs de route, die de rouwstoet zal
volgen en die dezelfde is als de weg dien
"jen verleden jaar van het Paleis naar de St
Goedele en vandaar naar Laeken is gegaan.
Gemakkelijk is dat niet meer, want reeds
vanmorgen zeer vroeg hebben de Brusselaars
°f zij, die al in Brussel vertoefden, reeds een
haag langs dezen weg gevormd. Op enkele
Plaatsen, zooals nabij het Paleis en tegen
over de St. Goedele, hebben reeds gisteren
menschen, die zeker wilden zijn van een goede
Plaats, zich neergezet om er den nacht door
te brengen. Geleidelijk worden de hagen
dichter en dikker, en het vergemakkelijkt de
taak van de afzetting aanzienlijk, dat op
sommige punten en bijna langs den geheelen
^eg van het paleis naar de kathedraal, Zon
dag en gisteren houten hekken zijn geplaatst,
die de menigte tegenhouden.
Ge afzetting van den te volgen weg draagt
ditmaal een bijzonder karakter. Slechts rechts
van den te volgen weg staan militairen ge
baard van verschillende wapens en regi
menten. Zij hebben reeds tijdig hun posten
^trokken en zijn gekleed in veldtenue, terwijl
de officieren een rouwband om den arm en
♦en zwarte rouwstrik op den degen dragen,
tanks van den weg staan slechts op sommige
Plaatsen, waar dat vanwege den aandrang
^An het publiek noodig was, militairen. In
hoofdzaak staan hier echter stram en ernstig
"e oud-strijdersgroepen geschaard met hun
omfloerste vaandels En daarvoor staan,
waartoe opgeroepen door den minister van on
derwijs, in lange rijen de groepen schoolkin
deren, school bij school, zooals zij zich van
morgen vroeg hebben opgesteld en uit alle
celen van de stad en ook van buiten Brussel
'"heen zijn getrokken.
o°r het Koninklijk Paleis staat eer
norme menigte belangstellenden. Zij wordt
P ruimen afstand gehouden dooi een deta-
ement grenadiers en soldaten van het le
Regiment Linietroepen, die de afzelting vor
men tot aan denTreurenberg,van welke straat
af tot aan de St. Goedele de afzetting wordt
gevormd door detachementen van het 8e Re
giment Linietroepen en het le Regiment
Carabiniers. Alle aan de bijzettingsplechtig
heid deelnemende troepen staan onder het
opperbevel van den luitenant-generaal Tas-
nier, commandant van het le Legercorps, die
met het commando over alle troepen van de
afzetting heeft belast den luitenant-generaal
Donnay de Casteau, en met het commando
over de in den rouwstoet meetrekkende troe
pen den luitenant-generaal baron Vincotte
Voor het Paleis branden, evenals langs de
geheele route, de met rouwcrêpe omfloerste
lantaarns. Achter de hekken van het Park
tegenover het Paleis verdringen zich even
eens tallooze toeschouwers, waarvan velen,
om iets te kunen zien, op de hekken moeten
klimmen en sommigen zelfs in boomen klau
teren.
Ondanks de drukte en ondanks de groote
menschenmenigte met de vele geluiden, die
deze onvermijdelijk veroorzaakt, heerscht er
overal een drukkende beklemming, een at
mosfeer van ernst en droefheid, die den Belg
in het algemeen en den Brusselaar in het
bijzonder gewoonlijk vreemd is. Maar overal
herinneren de halfstoks geheschen, om
floerste vlaggen opnieuw aan de droeve ge
beurtenis, die het land met rouw heeft gesla
gen. De groote magazijnen, maar ook tal van
kleinere zaken, de meeste restaurants en bijaa
alle café's hebben in den vroegen achtend
liun uêuren gesloten en zullen pas aanstond*,
als het leven zijn rechten herneemt, in den
namiddag het publiek weer toegang verschaf
fen.
Het vertrek uit het Koninklijk
Paleis.
Reeds te ruim 9 uur is het achter de af
zettingen op het Paleisplein zwart van men
schen en kan er nauwelijks iemand bij. Ge
leidelijk vullen zich ook de tribunes, die aan
den kant van de Place Royale zijn opgesla
gen voor speciale genoodigden. Voor het
Bellevue-Paleis ziet men de sombere rij van
oorlogsverminkten, grootendeels in invalide
wagentjes, voor wie men hier een plaats
heelt gereserveerd Ook zij dragen de oor
logsmedailles op de zwarte jassen.
Voortdurend rijden nu auto's aan, die het
hek van het Paleis binnenzwenken. Het zijn
de vertegenwoordigers der buitenlandsche
staatshoofden en de leden van het diploma
tieke corps, die met de officieele vertegen
woordiging van hun land zijn belast. Ook
verschillende Belgische ministers zien wij ar-
riveeren. Sommigen hunner zijn te voet, even
als verschillende Belgische ministers van
Staat. De hooge geestelijkheid onder leiding
van kardinaal van Roey is reeds vroeg gear
riveerd, en nog voortdurend verschijnen an
dere hooge autoriteiten, die den stoet van
het Paleis naar de St. Goedele zullen bege
leiden.
Terzijde van het Paleisplein stellen zich
inmiddels de militaire troepen op, die den
stoet zullen voorafgaan, terwijl aan den an
deren kant zich de delegaties opstellen van
ae organisaties, wien deze eer is toegestaan.
Het is inmiddels 10 uur geworden en een
gespannen stilte is over de menigte geko
men. De troepen van de afzetting staan
stram met het geweer aan den voet en voor
het Paleis is de statige lijkkoets voorgere
den. Men wacht nu op het oogenblik, dat een
koningin voor altijd haar Paleis zal verla
ten. De beklemming uit zich hier en daar in
onderdrukt, zenuwachtig gefluister, ginder
in een snik of nauwelijks bedwongen tranen.
Tegen kwart over tien klinkt plotse
ling hoorngeschal, en een schok gaat
door de menigte. Want dit is het teeken,
dat achter de gesloten ramen van het
Paleis de kist met het brooze lichaam
der vorstin door haar trouwe dienaren
op de schouders is genomen, om haar
te dragen naar de statiekoets, die haar
naar de kathedraal van St. Goedele zal
brengen. Men ziet voor het Paleis de
kist in de koets plaatsen en men ziet hoe
de dienaren en 't personeel zich neigen.
Gezichten kan men, door den grooten
afstand, niet onderscheiden, doch ieder
een raadt de smart, die zich daarop
moet weerspiegelen.
Langzaam rijdt de koets naar den
uitgang, en uit het Paleis ziet men nu
de familieleden en vorstelijke personen,
de diplomaten en ministers komei die
den stoet zullen volgen, alsmede de
geestelijkheid, die de rouwkoets zal
voorafgaan.
De militaire troepen, die den stoet es
corteeren, rijden voor en zetten zich in
beweging, en heel zwak hoort men in de
verte den doffen dreun van de kanon
nen der Cinquantenaire, die met een
siffvo van 31 schoten den volke kond
doen, dat de laatste gang van koningin
Astrid is begonnen.
De rouwstoet naar de
St. Goedele.
Er vaart een lichte beweging door de me
nigte, die haar ontroering nauwelijks mees
ter is. Niet alleen op het Paleisplein, doch
langs den geheelen weg naar de St. Goedele,
in de Rue Royale, dc Koloniënstraat en de
Kanselarijstraat weet men nu, dat de droeve
tocht begonnen is.
Het is een lange stoet, schoon niet zoo
lang als verleden jaar, toen de doode koning
denzelfden weg volgde, want thans ontbre
ken de buitenlandsche militaire detachemen
ten, de oorlcgs-organisaties en verschillende
regimenten, die toen hun hoogsten bevelheb
ber voor de laatste maal begeleidden.
De stoet wordt geopend door een peloton
bereden gendarmerie. Dan volgt de muziek
kapel van het 1ste regiment gidsen. De mu
ziek speelt echter niet; de trompetten zijn
met zwart crêpe omwonden, de trommels met
louwfloers bedekt. Te paard volgen de beide
bevelvoerende generaals Tasnier en Vincot
te. omgeven door de officieren van hun staf.
Wij zien hier acttfêr een detachement lan-
ciers, en even flitst door onze herinnering
hoe wij deze troepen de laatste maal fer es-
corteering van koningin Astrid hebben ge
zien, in vroolijke galop en met wapperende
vaantjes, toen de Belgische vorstin dit voor
jaar, met prinses Juliana en koning Leopold
het ruiterfeest in de Cinquantenaire ging
bijwonen. Thans gaan de paarden stapvoets,
en de vaantjes zijn met zwart crêpe aan de
punten der lansen bijeengehouden. Er volgt
een afdeeling bereden artillerie, en dan, met
omfloerste vaandels, vier detachementen li
nietroepen en andere infanterie-afdeelingen
Men hoort slechts het slaan der hoeven op
het plaveisel, en de voetstappen der infante-
rie-soldaten in een merkwaardig vertraagd,
'langzaam marschtempo. Een wederom niet
spelende muziekkapel van een der linie-regi
menten besluit dit gedeelte van het militaire
escorte.
Het wordt gevolgd door de vaandel-dele
gaties van de verschillende oudstrijdersgroe-
pen, oorlogsverminkten en oorlogs-wedu-
wen, reserve-officieren en voormalige oor-
logs-verpleegsters. Steeds weer zijn de laag
gedragen vlaggen met rouwfloers omhan
gen of bijeengebonden
En daarachter volgen weer in dichte me
nigte nieuwe vaandels in rouw. Het zijn de
vaandels van de verschillende regimenten
van het Belgische leger, die hier alle verte
genwoordigd zijn door een delegatie, den re
gimentscommandant, een officier, een onder
officier en twee soldaten van elk regiment,
allen in groot tenue, met rouwband om den
arm en rouwstrik op sabel en degen. Eenige
historische vaandels, het vaandel van Tabo-
ra en het vaandel van 1830, besluiten deze
vaandelgroep en worden omringd door een
eerewacht.
Op eenigen afstand, een lichte en kleurige
groep na het khaki der troepen, volgt de
geestelijkheid. Het kruis wordt gedragen
door priesters in lichte gewaden, waaronder
de veertien pastoors van de Beligsche hoofd
stad, en de deken van de St. Goedele, mgr
Marinis. Dan volgt de pauselijke nuntius,
mgr. Micara, wiens zware mantel van paars
fluweel wordt gedragen door twee koorkna
pen, en tenslotte schrijdt in den stoet de kar
dinaal-aartsbisschop mgr. van Roey, met
den witten aartsbisschoppelijken mijter op
het hoofd.
Als de groep geestelijken nadert, wordt
het zoo mogelijk nog stiller langs den weg,
want men weet, dat thans het oogenb'ik ge
komen is, dat de rouwkoets zal volgen met
zijn teedere, helaas levenlooze last. Men
hoort slechts de korte in het Fransch en in
het Vlaamsch gegeven bevelen der officie
ren, die het bevel voeren over de troepen, die
voor de trottoirs het afzettingscordon vor
men: „Geeft acht", even later gevolgd door
het „Presentez armes!"
De lijkkoets in den stoet.
Want thans nadert de lijkkoets, waar
mee de laatste maal, in 1909, het stof
felijk overschot van koning Leopold II
naar Laeken is gebracht. Toen 'n oude.
grijze koning, thans een jeugdige,
bloeiende koningin.
De lijkkoets wordt getrokken door acht
zwarte, met rouwkleeden bedekte paarden,
die door in doffe livrei gekleede palfreniers
aan den teugel worden geleid.
De koets zelf rust laag op vier er onder
schuilgaande wielen. Midden op het plat
form staat een met zware draperieën om
hangen verhooging, waarop de kist met het
stoffelijk overschot rust. Ter weerszijden
van den wagen rijzen vier zwarte, slanke
zuilen omhoog, waarop een breed baldakijn
rust, dat omgeven is door een dof-gouden
kroonrand. Midden op het baldakijn prijkt
eveneens een kroon, en langs de zuilen han
gen zwarte, zilver-omzoomde draperieën,
waar langsheen men de kist op de verhoo
ging kan zien staan. De kist is bedekt met
een zilver-omzoomd rouwkleed, met lange
koorden met kwasten. Deze worden vastge
houden door den voorzitter van de Kamer
Poncelet en de voorzitter van den Senaat,
Lippens, door minister-president v. Zeeland,
den minister van justitie, Soudan, den mi
nister van binnenlandsche zaken De Bus de
Warnaffe, den president van het Hof van
Cassatie, Goddyn, en de twee oudste overle
vende generaals met het Grootlind van de
Leopoldsorde, genraal Biebuyck en generaal
Ruquoy. Soldaten van het 9e linieregiment
loopen ter weerszijden van de rouwkoets.
De nabestaanden.
Velen is het te machtig geworden on
der het talrijke publiek, dat tusschen Pa
leis en kerk staat opgesteld. Vrouwen
zijn hun ontroering niet meer meester
en mannen laten hun tranen den vrijen
loop. Want wat op deze lijkkoets volgt
is zoo onzegbaar treurig, dat de menig
te niet anders weet te doen dan zwij
gend, met groote Ontzette oogen te kij
ken, naar den jongen koning, die bleek
en wankelend, een gebroken man, de
baar volgt van de vrouw, die niet alleen
zijn koningin, maar zijn echtgenoote,
zijn geliefde, zijn kameraad is geweest.
Het moet hem pijn doen, deze weg van
nog geen kilometer te gaan, temidden
van de menigte. Gisteren nog verluidde
in hofkringen, dat de koning den wensch
te kennen had gegeven, alleen in een
rijtuig naar de St. Goedele te rijden,
maar het protocol eischt zijn aanwezig
heid hier, en nooit kan zooveel medege
voel en sympathie van een volk naar
zijn koning zijn uitgegaan, als op dit
oogenblik. Sommigen buigen zwijgend,
anderen heffen snikkend de hand op ten
groet, als wilden zij die van hun koning
drukken.
Deerniswekkend is ook de aanblik van
prins Karei van Zweden, de vader van wijlen
koningin Astrid. De in het zwart gekleede
lange gestalte, die zoo merkwaardig aan ko
ning Gustaaf van Zweden herinnert, is ge
bogen door smart. De oude heer handhaaft
zichtbaar slechts met uiterste krachtsinspan
ning zijn zelfbeheersching. Diep onder den
indruk is ook zijn zoon, de jeugdige prins
Karei, broer van de overledene.
Dan volgen de zwagers van Koningin
Astrid: Prins Karei van Vlaanderen, broer
van Koning Leopold III, de Italiaansche
Kroonprins Umberto, Prins van Piemont,
gemaal van Leopolds zuster Maria-José, en
Prins Axel van Denemarken, gemaal van
Astrid's zuster Prinses Margaretha. Zij
worden omgeven en gevolgd door de leden
van het militaire en civiele huis des Konings,
van Koningin Elizabeth en van den Graaf
van Vlaanderen, en door de overige vorste
lijke bezoekers, Kroonprins Olaf van Noor
wegen, Kroonprins Gustaaf Adolf van Zwe
den en Prins Bertil van Zweden, den Her
tog van York, tweeden zoon en vertegen
woordiger van Koning George van Enge
land, Prins Cyriel van Bulgarije als vertegen
woordiger van Koning Boris en Prins Fe-
lix van Luxemburg, echtgenoot van Groot
hertogin Charlotte.
Dan volgen de buitengewone missies, die
de speciale opdracht hebben hun staatshoofd
of hun regeering te vertegenwoordigen. On
der hen bevinden zich de adjudanten en le
den van het gevolg der voor hen schrijden
de vorstelijke personen. Men ziet velerlei
schitterende en vreemdsoortige uniformen en
schilderachtige kleedijen.
De president der Fransche Republiek is
vertegenwoordigd door den minister van
Staat Louis Marin, die o.a. vergezeld is van
Léon Bérard, terwijl minister-president La-
val die op het laatste oogenblik verhinderd
was, vertegenwoordigd is door den Fran-
schen ambassadeur te Brussel Laroche.
Duitschland is vertegenwoordigd door den
ambassadeur von Keiler, Polen door den
oud-minister Raczkiswickz, woiwode van
Krakau, het Vaticaan door Mgr. Micara,
Luxemburg door den eersten minister Bech.
Wij zien tevens de buiengewone
vertegenwoordigers van H. M.
Koningin Wilhelmina, Haar Opper
hofmaarschalk Jhr. V. Boreel van
Oldenaller. en Haar Kamerheer.
Jhr. Mr. C. Dedel.