dagblad voor alkmaar en omstreken. Zware slag voor de Duitsche joden. 137e Jaargang Qjaqetiiksdi Ovecücht De rijksdag neemt drie wetten aan, waarvan vooral de eerste een slag is in het gezicht van de Duitsche joden. REDE VAN HITLER. De rede van Hitier. tBuUentand HET CONFLICT ITALIË—ABESSIN IE. Waf vandaag de aandacht trekt A alkmaarsche courant. WorJ' «-KEN AVOND, b«k.W. Zon- «gen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maandenb„ Tooroitbetnling eoo, Alkmen, 2-, rnnco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENi Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No 218 bestap* n.« drie hlnd,n Directeur: C. KRAK. Maandag 16 September 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Aan het slot van de rede, die Adolf Hitier Zondagavond in de rijksdagzit ting te Neurenberg heeft gehouden, heeft de president van den rijksdag, mi nister Goering, drie nieuwe wetten voor gelezen, welke, zooals verwacht kon worden, zonder stemming bij acclama tie werden goedgekeurd. De beteekenis er van is voor de Duit sche Joden zeer groot, want deze nieu we wetten zijn zonder meer een der zwaarste slagen, welke aan het Duit sche Jodendom zijn toegebracht. Vooral de eerste wet is in dat opzicht en klap in het gezicht der Joden, omdat ze dient „tot bescherming van het Duitsche bloed en van de Duitschers''. Men leze de verschillende artikelen: De wet tot bescherming van het Duitsche bloed. Paragraaf I. 1. Huwelijken tusschen Joden en onder danen van Duitsch of aanverwant bloed zijn verboden. Huwelijken, die niettemin ge sloten worden, zijn ongeldig, ook wanneer 4 tw ontduiking van deze wet in het bui tenland gesloten zijn. 1 De aanklacht tot nietigverklaring kan Slechts door den justitie ambtenaar aanhan gig gemaakt worden. Paragraaf II. Buitenechtelijk geslachtelijk verkeer tus schen Joden en onderdanen van Duitsch of aanverwant bloed is verboden Paragraaf III. Joden mogen vrouwelijke onderdanen van Duitsch of aanverwant bloed onder den leef tijd van 45 jaar niet in hun huishouding te werkstellen. Paragraaf IV. 1- Joden is het hijschen van de Rijks- en nationale vlaggen en het toonen van de Rijkskleuren verboden. 2. Daarentegen is hun het toonen der Joodsche kleuren toegestaan. Het gebruik maken van deze bevoegdheid staat onder staats besch ermi ng. Paragraaf V. 1- Wie in strijd met het verbod van pa ragraaf I handelt, wordt met tuchthuis ge straft. 2- De man, die in strijd met het verbod *an paragraaf II handelt, wordt met ge vangenisstraf of met tuchthuis gestraft. 3. Wie in strijd met de bepalingen van paragrafen III of IV handelt, wordt ge straft met gevangenisstraf tot den duur van jaar en met geldboete of met een van straffen. Paragraaf VI. De Rijksminister van bi ruien landsche za ten kondigt in overleg met den plaatsver vanger van den leider en met den rijksminis ter van justitie de voor de uitvoering en aan vulling van deze wet noodzakelijke rechts- bestuursmaatregelen af. Paragraaf VII. .De wet treedt op den dag na de afkondi ging, paragraaf III echter pas op 1 Januari 1936 in werking. De wet op het rijksburgerschap. Deze wet luidt als volgt: Paragraaf I. 1. Staatsburger is, wie binnen het be schermende verband van het Duitsche rijk valt en daardoor tegenover 't rijk bijzondere verplichtingen heeft. 2- Het rijksburgerrecht wordt verkre gen volgens de voorschriften van de wet.en °P het rijks- en staatsburgerschap. Paragraaf II. 1. Rijksburger is slechts de staatsburger van Duitsch of aanverwant bloed, die door zijn gedrag bewijst, dat hij bereid e. ge schikt is om getrouw het Duitsche volk en rijk te dienen. 2. Het rijksburgerschap wordt verkre gen door verleening van den rijksburger- brief. 3. De rijksburger is de eenige drager van het volle politieke recht volgens de wet telijke maatregelen. Paragraaf III. De rijksminister van binnenlandsche za ken kondigt in overleg met den plaatsvervan ger van den leider de voor de uitvoering en aanvulling van de wet noodzakelijke rechts- en bestuursvoorschriften af. De Rijksvlaggenwet. Tenslotte werd een wet afgekondigd in zake de rijksvlag, luidende: Artikel I. De rijkskleuren zijn zwart-wit-rood. Artikel II. De rijks- en nationale vlag is de haken- kruisvlag. Zij is tevens de handelsvlag. Artikel III. De leider en rijkskanselier bepaalt den vorm van de rijksoorlogsvlaggen en van de rijksdienstvlaggen. Artikel IV. De rijksminister van binnenlandsche za ken kondigt, zoover dit niet binnen de be voegdheid van den rijksminister van oorlog valt, de voor de uitvoering en aanvulling van deze wet noodzakelijke reehts- en be stuursvoorschriften af. Artikel V. Deze wet treedt op den dag na de afkon diging in werking. .Reeds een uur voor den aanvang van de rijksdagzitting kwamen de eerste rijksdagaf gevaardigden in de zittingszaal aan. Even over half negen arriveerde het corps diplo- matique, terwijl geleidelijk ook de regeerings- banken bezet raakten. Klokslag negen uur kwam Hitier binnen, vergezeld door zijn plaatsvervanger, rijksminister Hess, en den iijksdagpresident minister Goering. Goering verklaarde toen onmiddellijk de zitting ge opend. Hitier sprak even na de opening de vol gende rede uit: Afgevaardigden, mannen van den Duit- schen rijksdag. Namens de Duitsche rijksregeering heb ik den rijksdagpresióent verzocht den Duit- schen rijksdag bijeen te roepen. De plaats werd gekozen, omdat zij door de nat.-soc. beweging in nauw verband staat met de voor te leggen wetten. Ik wil omtrent deze u voorgelegde wetten eenige korte algemeene opmerkingen maken. Het eerste gedeelte van 't rijkspartijcongres te Neurenberg is ten einde. De dag van de weermacht zal het morgen afsluiten Het beeld, dat dit feest der beweging biedt, is een herhaling in versterkte mate van den in druk van verleden jaar. Het Duitsche volk heeft den weg naar een historisch nog nooit geziene eenheid en discipline gevonden. Deze uitdrukking van de hechtheid der beweging is tegelijkertijd de uitdrukking van de kracht van het huidige regime. Wat de Duitsche natie eeuwenlang vergeefs heeft verlangd, is haar thans geworden: Het vereenigde volk van broeders, vrij van de wederzijdsche voor- oordeelen en scheidingen van vroeger tijden. Deze innerlijke sterkte zal morgen overeen stemmen met het beeld, dat de weermacht zal bieden. Het Duitsche volk kan zich ge lukkig voelen in het bewustzijn van deze, na zoo vreeselijk leed en langdurige onmacht weer heroverde sterkte. En dat in het bijzon der in een tijd, die aan zware crisis onder hevig schijnt te zijn. Duitschland is weer gezond. Zijn instel lingen zijn naar binnen en naar buiten in orde. Des te grooter is de verantwoordelijk heid van de leiding van het rijk in zoo ern stige tijden. Er kan voor onze geheele hou ding slechts een enkele gedragslijn bestaan: onze groote en onaantastbare vredesliefde. Een zoodanige uitspraak schijnt mij thans noodig, aangezien helaas een zekere inter nationale pers voortdurend tracht, Duitsch land in den kring van haar combinaties te betrekken. Dan wordt verklaard, dat Duitsch land tegen Frankrijk wil optreden, dan, dat het zich tegen Oostenrijk keert, dan weer uit men de vrees, dat het Rusland ik-weet-niet- waar wil aanvallen. Deze bedreigingen wor den dan meestal als argument aangevoerd voor de naar behoefte verschillende ge- wenschte coalities. Niet minder grootmoedig behandelt deze pers echter ook de Duitsche vriendschap, n.1. als een object, dat eiken staatsman, die er behoefte aan voelt, als hij slechts de hand ernaar uitstrekt, ter beschik king staat. Ik behoef u wel niet te verzekeren, dat de Duitsche regeering haar besluiten niet neem! uit eenigerlei overweging tegen iemand, doch uitsluitend uit haar verantwoordelijkheids gevoel tegenover Duitschland. Het doel van ons werk is echter niet, de resultaten ervan in een lichtvaardig en daardoor waanzinnig avontuur weer ongedaan te maken. Het doei van den opbouw van het Duitsche leger was niet, de vrijheid te bedreigen of te nemen van eenig Europeesch volk, doch uitsluitend de vrijheid te waarborgen van het Duitsche volk. Helaas beleven we, dat terwijl verzoening der volkeren noodzakelijker is dan ooit, dat de Bolsjewistische Internationale van Mos kou uit de revolutionneering, d.w.z. de ophit sing der volkeren, opnieuw openlijk en syste matisch bedrijft. Het schouwspel van het Komintern-congres te Moskou is een effect volle onderstreeping van de oprechtheid der door dezelfde mogendheid geëischte „niet inmengingspolitiek". Aangezien wij, geleerd door onze eigen ervaringen en naar wij kun nen constateeren ook die van andere staten, van stappen te Moskou niets verwachten, zijn wij besloten, tegenover.de bolsjewisti sche revolutie-opruiing in Duitschland het doeltreffende wapen aer nat.-soc. voorlich ting te gebruiken. Het partijcongres mag geen twijfel gelaten hebben, dat voor zoover het de pogingen van het Moskou-Bolsjewis- me betreft, in Duitschland vasten voet te krijgen of Duitschland in een oorlog te drij ven, deze bedoeling of dergelijke pogingen voor goed onmogelijk zijn gemaakt. Voorts moeten wij constateeren dat het hier, zooals overal, bijna uitsluitend Joodsche elementen zijn, die als dragers van deze volkeren-ophitsing en volksver nietiging optreden. De beleediging van de Duitsche vlag, die door een verkla ring van de Amerikaansche regeering als zoodanig op de loyaalste wijze on gedaan is gemaakt, is een illustratie van de houding van het Jodendom, zelfs in officiecle functies, tegenover Duitsch land, en een krachtige bevestiging van de juistheid van onze nationaal-socialis- tische wetgeving, die er bij voorbaat op gericht is, een dergelijke uiting van onze rechtspraak onmogelijk te maken en in geen geval te laten opkomen. Zou echter een verdere onderstreeping van de juistheid van onze opvatting noodzakelijk zijn, dan vinden wij deze ruimschoots in de nieuwe boycot-hetze, die het Joodsche ele ment zoo "juist weer tegen Duitschiand be gonnen is. Deze internationale onrust der wereld schijnt helaas ook bij het Jodendom in Duitschland de opvatting te hebben ge wekt, dat thans misschien de tijd gekomen is, tegenover de Duitsche nationale belan gen in het rijk de Joodsche belangen te stel len. Uit talrijke plaatsen komen de felste klachten over het provoceerende optreden van dit volk, die door hun veelvuldigheid en gelijkluidendheid van inhoud wijzen op het systematische van hun optreden. Dit optre den verstoutte zich tot een demonstratie m een Berlijnsche bioscoop tegen een op zich zelf onschuldige buitenlandsche film, waar door men zich in Joodsche kringen gekrenkt meende te moeten voelen. Om dit optreden niet tot vastberaden, in onderdeden niet te overziene afweeracties der verontwaardigde bevolking te doen leiden, blijft slechts de we" over van een wettelijke regeling van het probleem. De Duitsche rijksregeering wordt daarbij beheerscht door de gedachte, door een enkele seculaire oplossing een basis te kunnen scheppen, waarop het het Duitsche volk mogelijk wordt, een dragelijke verhou ding tot het Joodsche volk te kunnen vinden. Indien deze hoop niet wordt vervuld, indien de Duitsche en de internationale Joodrche hetze wordt voortgezet, zal de toestand op nieuw worden onderzocht. Ik stel thans den rijksdag voor, de wetten, die rijksdagpresi dent Goering zal voorlezen, aan te nemen. De eerste en de tweede wet lossen de schuld van dankbaarheid af aan de beweging, on der welker symbool Duitschland de vrijheid herwonnen heeft, terwijl zij het program der nat -soc. partij op een belangrijk punt vervullen De andere is een pogvng tot op lossing van een probleem, dat indien het wederom mislukt ter definitieve oplossing aan de nat.-soc. partij zal worden overgedra gen Achter alle drie de wetten staat de nat.- soc partij, en met haar en achter haar de Duitsche natie. Ik verzoek u, de wetten aan te nemen. Onder dankzegging aan H'itler las Goe ring de wetten voor, die onder hernieuwd gejuich werden aangenomen. Goering sloot daarna de zitting. Hitier over 'e beteekenis der nieuwe wetten. Zondagavond na de rijksdagzitting had Hitier een aantal vooraanstaande personen uit alle deelen van het rijk voor een af scheidsbijeenkomst in het hotel „Deutsches Hof' genoodigd. Bij deze gelegenheid dankte hij de verant woordelijke leiders der partij-organisatie en wees hij nogmaals op de beteekenis van de nieuwe wetten. Hitier verklaarde o.a. dat deze nationaal- sotialistische wetgeving de eenige mogelijk heid opende tot een dragelijke verhouding tot de in Duitschland levende Joden, terwijl den Joden in Duitschland door deze wetten de mogelijkheid van hun eigen volksleven op elk gebied werd geopend, zooals tot nog toe in geen enkel land het geval is. In verband hiermede herinnerde Hitier aan het bevel voor de partij, elke individueele actie tegen Joden evenals tot nog toe achterwege te la ten. Toelichting van Goering. Bij de indiening van de drie nieuwe wetten heeft rijksdagvoorzitter Goering een uitvoe rige toelichting gegeven, waarin hij over de rijksvlaggenwet o.a. zei, dat het herstel van de zwart-wit-roode kleuren na het verdwij nen van de drie kleuren der republiek reden tot vreugde was, doch dat de oude zwart- wit-roode kleuren uit eerbied voor een ver leden, waarin zij roem hadden geoogst, in eere werden opgerold omdat het hun on waardig was, te dienen als partijvlag voor de reactie. Over de rassenkwestie zei hij, dat God de rassen had geschapen, zoodat men deze rein moest houden en niet vernietigen. Wie wordt als Jood beschouwd? Omtrent de nieuwe wetten wordt van be voegde zijde verklaard, dat als Jood in den zin dezer weten slechts beschouwd wordt degene, die geheel van Joodsche afstamming is, dus niet ae z.g. Ariërs met Joocfëche voor ouders. Mussolini voor den ministerraad. Mussolini heeft Zaterdag in een zitting van den Italiaanschen ministerraad uitvoerig rapport uitgebracht over den militairen- en den politieken toestand. In het politieke gedeelte van zijn betoog ging Mussolini daarbij in op de vorming van de Commissie-van-Vijf en op de redevoe ringen van Hoare en Laval. Deze redevoe ringen, aldus de Duce hadden, gezien de houding van Engeland en Frankrijk tegen over het Volkenbondspact onder de gegeven omstandigheden niet anders kunnen uitval len. Ze kunnen derhalve door de verantwoor delijke kringen van Italië en door de groote massa van het Italiaansche volk met de grootste kalmte worden opgenomen en zij zijn met de grootste kalmte opgenomen. De ministerraad neemt evenwel met ge noegdoening kennis van de hartelijke woor den welke minister-president Laval in zijn rede aan de Italiaansch—Fransche bespre kingen van Januari j.1. en de daardoor beze gelde vriendschap heeft gewijd. Deze vriend schap wilde Italië ontwikkeler en versterken, niet alleen in het belang van beide landen, doch ook in het belang van de Europeesche samenwerking, welke niet door een geschil van kolonialen aard of door het gebruik /an sancties vernietigd kan worden, gelijk zij in vroegere, nog veel ernstiger conflicten tus schen leden van den Volkenbond nooit in details zijn uitgewerkt. De ministerraad heeft verder vastgesteld dat rond het Italiaarsche geval zich op het oogenblik alle krachten van het anti-fascisme in het buitenland samentrekken. Hij voelde zich verplicht ten stelligste te verklaren, dat het Italiaansch—Abessinische vraagstuk, na de geweldige inspanningen en offers, welke Italië op zich genomen heeft en na de on weerlegbare bewijsvoering van het door Italië te Genève gedeponeerde memorandum, compromisoplossingen niet toelaat. De voorbereidingen in Oost-Afrika wor den met den grootsten spoed voortgezet om Italië tegen de superieure Abessinische strijdkrachten, welker mobilisatie doorge voerd is, veilig te -tellen. Met het oog op de klaarblijkelijke onrust, welke in kringen van politieke vluchtelingen in de Cyrenaica heerscht, is ter vedediging van de Italiaansche kolonie Lybië versterking onderweg. Aan de hand van statistisch materiaal heeft Mussolini gezien dat de gebiedssterkte van de Italiaansche weermacht te land. te water en in de lucht zoo groo* is, dat elke bedreiging, van welke zijde zij ook komen mocht, van repliek kan worden gediend Het Abessinische antwoord op het Italiai.nsche memorandum- Het antwoord van Abessinië op de Ita liaansche aanklacht is te Geneve gepubli ceerd. Het beperkt zich tot een voorloopig standpunt en kondigt een uitvoerige weer legging door de regeering te Addis Abeba aan, zoodra het Italiaansche memorandum daar zal ziin aangekomen en bestudeerd. De Abessinische delegatie verwijt het Italiaansche memorandum een volkomen wanbegrip van de politieke en sociale toe standen in Abessinië, alsmede een meer dan tendentieuze verwisseling der rollen, waar door de Abessinische regeering verweten wordt de internationale verplichtingen te hebben geschonden op een tijdstip, dat de Italiaansche regeering zich zelf aan zulk een schending schuldig maakt. Zware slag voor de Duitsche Joden; drie nieuwe wetten. (Dag. Overzicht). Het conflict tusschen Italië en Abes sinië. (Buitenland). Groote petroleumbrand te Baltimore. (Buitenland). De wedstrijd om den Gordon Bennett- beker. (Luchtvaart). Wedstrijden op de Alkmaarsche wielerbaan. (Sport en Wedstrijden). De voetbalcompetitie begonnen. (Sport en Wedstrijden). Groote schade door een windhoos te Bergschenhoek. (Binnenland). Verschillende ongevallen met auto's, eenige menschen gedood. (Binnenland). Ter gelegenheid van het 40-jarig be staan van het stedelijk museum te Am sterdam is o.a. aan den heer P. Boen dermaker te Bergen de zilveren me daille der stad Amsterdam aange boden, (Kunst). Openstelling Julianakanaal. (Binnen land). Rijkscommissie samengesteld tot on derzoek naar de mogelijkheid van kos tenverlaging noodzakelijk levensonder houd. (Binnenland). Discontoverhooging Ned. Bank. (Bin nenland). (Zi« verder eventueel laatste berichten.) ZIJ, DIE ZICH MET INGANG VAN 1 OCTOBER VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABON- NEEREN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Het Italiaansche memorandum tracht minder de rechters te overtuigen dan de openbare meening versteld te doen staan. Zooals steeds tijdens de onderhandelingen der laatste maanden, heeft Italië zijn argu menten op het laatste oogenblik te berde gebracht, om aan de tegenpartij de beant woording moeilijk te maken en het proces op de lange baan te schuiven. Wat de slavernij betreft moge slechts ver wezen worden naar de besluiten van den Negus, waaruit diens oprechte bedoeling blijkt de menschelijke vrijheid te waarbor gen. De slavenhandel wordt tegenwoordig streng gestraft. Zelfs kan de doodstraf door ophanging worden uitgesproken. Wanneer de Italiaansche regeering de onveiligheid aan de grenzen van het Abessinische keizer rijk tot een speciaal verwijt maakt, moge er aan herinnerd worden, dat het hier om ge bieden gaat, waar het niet mogelijk is staats gezag uit te oefenen.. Abessinië beschouwt overigens het gehee le land tot aan de zee zijn staatsgebied. Wanneer Italië de aanvechtbare stelling verkondigt, dat de Abessinische grensgebie den eigenlijk slechts koloniën zijn van het kernland, kan van de Abessinische regee ring niet verlangd wordt, dat zij in deze „koloniën" een grootere verantwoording op zich neemt, dan de Europeesche mogendhe den in hun Afrikaasche gebieden. Wat de schending van internationale verdra gen betreft, moet 't verbazing wekken, dat Italië nooit eraan gedacht heeft, het arbi trageverdrag van 2 Augustus 1928 te ge bruiken. Abessinië kan zich verder het ver wijt van schending der consulaire immuni teit niet laten welgevallen zonder zijnerzijds Italië er op te wijzen, dat het de instelling van het Consulaat misbruikt voor militaire doeleinden. Het antwoord spreekt verder over onop houdelijke Italiaansche pogingen om in Abessinië afbrekend werk te doen en onrust te zaaien en eindigt met de verklaring, dat Abessinië in den geest van den Volkenbond en in overeenstemming met zijn innig gods dienstige geestesgesteldheid en zijn Christe lijke cultuur, niets anders wenscht dan dat de huidige poging om zijn onafhankelijkheid te bestoken, zoo spoedig mogelijk vergeten mag worden. De verdediginig van Egypte. Het Egyptische bladl „Balagh" verneemt uit regeeringskringen, met betrekking tot de vraag of Egypte deel zal nemen aan de Engelsche beschermingsmaatregelen, dat op het oogenblik tusschen de beide landen ge heim gehouden onderhandeling worden ge voerd. De Egyptische regeering zal te zijner tijd haar standpunt bekend maken. Uit Engelsche bron schrijft het blad te hebben vernomen, dat Engeland op voor waarde, dat aan zekere eischen wordt vol daan, zich bereid heeft verklaard, alleen de verdediging van Egypte op zich te nemen in geyai van een oorlog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1