dagblad voor alkmaar en omstreken.
DE TROONREDE.
In tijden van zorg en ellende is vertrouwen
in de Regeering geboden.
OPENING VAN DE
STATEN-GENERAAL.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer rf 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 219 Dit nummer bestaat utt drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 17 September 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Nederland, dat buiten eiken strijd wenscht te blijven,
neemt maatregelen om de gevolgen der crisis zoo
doeltreffend mogelijk te bestrijden.
H. M. de Koningin heeft heden bij ie
opening der Staten Generaal de volgende
rede uitgesproken:
Enthousiasme ondanks den regen.
Een schouwspel, dat elk jaar
weer duizenden kijkers trekt.
Het vertrek van den stoet.
ALKMAARSCHE COURANT
Leden der Staten-Generaal,
In dezen zorgvollen tijd Mij wederom in
Uw midden bevindend, gevoel Ik Mij gedron
gen allereerst uiting te geven aan Mijne
deelneming m het lot van allen die onder
den druk der tijden gebukt gaan. Inzonder
heid ben Ik met deernis vervuld jegens hen
die door werkloosheid getroffen zijn.
Hoewel men nog niet zeggen kan, dat de
internationale politieke toestand voor Neder
land aanleiding geeft tot bezorgdheid en
hoewel het tot voldoening stemt, dat het
vriendschappelijk karakter hetwelk onze ver
houding tot de andere mogendheden pleegt
te dragen, ongerept bewaard bleef, volgt de
Regeering nochtans de ontwikkeling der ver-
towdingen in en met het buitenland met bij
zondere nauwlettendheid. Zij hoopt dat de
Volkenbond in staat zal blijken tegenstellin
gen in het leven der staten op te heffen en zij
za' harerzijds doen wat mogelijk is om dit te
bevorderen.
De zware rouw waarin het Belgische
vorstenhuis en het naburige bevriende Belgi
sche volk opnieuw gedompeld werden ver
vult Mij met innige deelneming.
De financiën van Rijk en gemeenten ver-
eischen in toenemende mate de zorg der Re
geering. De algemeene vermindering der
Welvaart, zoowel elders als in het eigen land,
is oorzaak van het nog steeds terugloopen
der inkomsten voor de publieke kassen, ter
wijl tegelijkertijd de uitgaven voor instand
houding van de volkskracht toenemen. Het
aantal mogelijkheden tot verhoogin" der
welvaart en dus tot gezond financieel herstel
door middel van nationale maatregelen is be
perkt. Met name kunnen devaluatie van ue
®unt of prijsgeven van den gouden stand
aard niet beschouwd worden als middelen
die de volksgemeenschap als geheel baat
zouden brengen. Ten einde ontwrichting der
begrooting te voorkomen, moet dus de arbeid
tot herstel van het telkens weer verbroken
evenwicht onafgebroken worden voortgezet.
Het streven naar beperking der uitgaven
blijft daarbij op den voorgrond staan, waar
bij m het bijzonder ook te denken valt aan
beperking van de nog steeds aangroeiende
spoorwegtekorten. Echter zal aan eenige
verhooging van enkele belastingen niet zijn
te ontkomen, wil de Overheid hare sociale
taak kunnen blijven vervullen
Ernstig zijn de zorgen, welke blijven druk
ken op het Nederlandsche bedrijfsleven. Er
zijn zeer weinig teekenen, en zeker geen da
den die op een spoedigen terugkeer van een
vrijer goederen- en kapitaalverkeer wijzen.
Naarmate de moeilijkheden en belemme
ringen, welke onze buitenlandsche hande!
schier allerwege ondervindt, bestendigd blij
ven, zal een doeltreffende, snelle berichtge
ving voor handel, nijverheid en scheepvaart
tot een meer gebiedende noodzakelijkheid
worden.
Nagegaan zal worden, of het mogelijk zal
zijn geleidelijk de bestaande oontingentee-
ringsbepalingen te vervangen door .andere
maatregelen, welke evenzeer steun aan het
bedrijfsleven en behoud van werkgelegenheid
beoogen, doch die niet het bezwaar mede
brengen van de onvermijdelijke en onge-
wenschte verstarring van den handel.
Ter bevordering van een verdere industria
lisatie, zoozeer gewenscht met het oog op
werkverruiming, zal stelselmatig het onder
zoek naar de mogelijkheden daarvan worden
ter hand genomen in samenwerking met re
gionale economisch-technologische instituten
en een maatschappij voor industrie-financie
ring. Nopens dit laatste zal een wetsontwerp
U binnenkort bereiken. In het kader van een
doelbewuste industriepolitiek zal een wet,
waarbij de vestiging van bepaalde nieuwe
bedrijven afhankelijk wordt gesteld van de
toestemming der Regeering, niet mogen ont
breken. Voorstellen hiertoe zullen eveneens
spoedig worden ingediend.
Een wetsontwerp, houdende een regeling
inzake vestigingseischen voor den midden
stand, dat beoogt hulp te bieden aan dit
zwaar getroffen nijvere deel der bevolking,
wordt voorbereid.
De toestand van het meerendeel onzer ree
der i jen is dermate verergerd, dat ook voor
het komende jaar steunmaatregelen voor
zeescheepvaart moeten worden genomen
Daarnaast zal aan de binnenvaart alsmede
aan de Rijnvaart bijzondere aandacht moe
ten worden geschonken.
Daar ook de Landbouw nog steeds een
uitermate moeilijken tijd doormaakt, kunnen
de reeds getroffen steunmaatregelen voors
hands onmogelijk worden gemist. Deze steun
maatregelen zullen in toenemende mate zoo
ingericht worden, dat een betere aanpassing
van de voortbrenging aan de sterk vermin
derde afzetmogelijkheden verkregen wordt.
In het bijzonder geldt zulks voor de veehou
derij en den Tuinbouw. Ook op het gebied
van de Visscherij blijft hulp geboden. Maat
regelen tegen noodlottige prijsdaling zuller.
hier moeten samengaan met de uitvoering van
plannen tot bevordering van den afzet en *ot
verbetering van het productieapparaat.
Bijzondere aandacht zal worden gewijd
aan de organisatorische en paedagogische
vragen inzake het onderwijs, voor zoover
deze op het terrein van de Overheid liggen
De juiste en diepere kennis en de zuivere uit
spraak van onze Nederlandsche taal zal
daarbij ook verder bevorderd worden.
Ook in het komende jaar zal de Regeering
krachtig blijven optreden tot beperking van
het euvel der werkloosheid en tot leniging
van de gevolgen er van. Mede daartoe zullen
gelden worden aangevraagd tot voortzetting
van de inpoldering van het IJselmeer en tot
aanvulling van het Werkfonds. Meer dan
gewone aandacht zal worden geschonken aan
het zoo beklemmende vraagstuk der jeugd
werkloosheid.
De economische en financieele toestand in
de overzeesche gewesten blijft met uitzon
dering van Cura^ao waar deze bevredigend
is te achten nog steeds groote zorg
eischen. Al zal in Nederlandsch-Indië, naar
gehoopt mag worden, over 1936 een begroo-
tingstoestand worden bereikt waarbij althans
toeneming van schuld voorkomen wordt, toch
kan verdere aanpassing van de uitgaven bij
de inkomsten niet achterwege gelaten wor
den.
De groei van de inheemsche industrialisa
tie is aanvankelijk niet onbevredigend. Ook
zijn er teekenen, dat de belangstelling van
Nederlandsche zijde voor de stichting van
industrieele ondernemingen in Indië begint
te ontwaken.
In het afgeloopen jaar zijn tal van maat
regelen genomen om het goederenverkeer van
Nederland naar Indië te bevorderen. Ook
voor het verkeer in omgekeerde richting ge
schiedde zulks, terwijl meermalen een ge
legenheid zich voordeed waarbij Nederland
kon helpen om den afzet van Indische pro
ducten naar elders te bevorderen. Op dien
weg zal worden voortgegaan.
Met het oog op de gewijzigde internatio
nale toestanden zullen U voorstellen worden
gedaan tot het treffen van eenige bijzondere
voorzieningen in zake de middelen tot ver
dediging van het Koninkrijk.
Naast de voorzieningen welke verband
houden met de maatregelen die reeds ge
noemd werden, stelt de Regeering zich voor
in dit zittingjaar onder meer aanhangig te
maken: voorstellen tot wijziging van som
mige bepalingen der Grondwet en een ont
werp van wet ter voorkoming van particuliere
machtsvorming op het terrein der overheids
taak. Voots zal worden voorbereid een her
ziening van het vreemdelingenrecht mede in
verband met het vluchtelingenvraagstuk.
Met dankbaarheid kan Ik vaststellen, dat
Leger en Vloot, zoomede ambtenaren en het
onderwijzend personeel van allerlei geleding,
in groote meerderheid, zoo hier te lande als
in de Ch erzeesche gewesten, ondanks de ook
van hen gevorderde offers, met toewijding
hunne vaak zoo inspannende taak blijven
vervullen
Ook in het komende zittingjaar zal weer
veel van regeering en Kamers gevergd wor
den. Met de innige bede dat de Almachtige
God ons allen de kracht en de wijsheid schen-
ke, die Hij alleen geven kan en dat Zijn on
misbare zegen op ons werk moge rusten, ver
klaar Ik de gewone zitting der Staten-Gene
raal geopend
Het is meer dan ooit een zorgvolle tijd
waarin deze troonrede wordt uitgesproken.
De crisis, die ons nu al jaren teistert, heeft
diepe wonden in het maatschappelijk leven
geslagen en steeds wast de stroom der door
de tijdsomstandigheden getroffenen, die niet
meer door eigen werkkracht het hoofd boven
water kunnen houden, maar op steun der ge
meenschap zijn aangewezen.
Geen wonder, dat de troonrede ditmaal
begint met een woord van deernis met het
lot van hen, die door de tijdsomstandigheden
zco zwaar worden getroffen.
Nederland leeft nog altijd in vrede en
vriendschap met al zijn machtige buren.
Maar er zijn dreigende onweerswolken aan
den hemel verschenen en het verloop der ge
beurtenissen in 1914 heeft wel bewezen hoe
verrassend snel een internationaal conflict
tot een strijd in geheel Europa kan leiden.
Wie kan voorspellen, dat Nederland ook
ditmaal niet in dien maalstroom zal worden
medegetrokken? Nederland steunt op den
Volkenbond en heeft nog dezer dagen bewe
zen, dat het vooraan staat in de rij der sta
ten.' welke dit Vredesinstituut tot een doe'
treffende organisatie willen maken.
Een enkel woord van deelneming bij den
zwaren slag, die onze zuidelijke buren nog
zoo kort geleden heeft getroffen mocht thans
niet achterwege blijven.
Dat 's lands financiën en die der gemeen
ten in toenemende mate de zorg der Regee
ring vragen is in de laatste jaren een steeds
terugkeerende verklaring in de troonrede ge-
worden.
Juist hedenmorgen is bekend gemaakt, dat
de opbrengst der inkomstenbelasting ruim
twee millicen meer is dan verleden jaar,
maar de omzetbelasting bleef ver beneden de
raming. Wel hebben de overige middelen
dat jaar ruim veertien millioen meer opge
bracht dan in 1934, maar zij bleven nog één-
en-twintig millioen onder de raming, zoodat
het sluitend maken van de begrooting
buitengewoon moeilijk zal zijn. De welvaart
vermindert en het in stand houden van de
volkskracht eischt steeds grootere offers. Er
komt ten slotte een eind aan de draagkracht
van hen die ook voor het levensonderhoud
van anderen moeten offeren. Belastingen stij
gen, inkomens dalen, het is geen wonder dat
het deel der menschheid, dat noodgedwongen
ten koste van anderen leeft steeds grooter
wordt dat daardoor de dTuk op hen die nog
zelfstandig bleven steeds zwaarder begint
te worden en dat de verhouding tusschen
beide volksgroepen in angstwekkende mate
verslechtert.
Kenteekenend voor den politieleen toestand
en een bewijs, dat het kabinet Colijn zich op
dat gebied nog sterk gevoelt en van geen
koerswijziging wil weten, is de verklaring,
dat devaluatie van de munt of prijsgeven
van den gouden standaard niet beschouwd
kunnen worden als middelen, die de volks
gemeenschap baat kunnen brengen. Er zal
opnieuw op normale wijze naar bezuiniging
van uitgaven gestreefd moeten worden. De
salarissen van personeel in overheidsdienst
zullen wel weer aan herziening worden on
derworpen en men schijnt nu ook de nog
steeds groeiende en op 's Rijks kas drukkende
spoorwegtekorten door meer drastische maat
regelen voor de toekomst te willen verklei
nen.
Naast deze bezuinigingen wordt weer ver
hooging van enkele belastingen aangekon
digd. De belastingschroef wordt weer een
beetje vaster aangedraaid in de hoop, dat er
nog altijd eenige slachtoffers zullen zijn, die
in staat blijken met een deel van hun bezit
den geldhonger van den Staat te kunnen
stillen.
De troonrede acht een doeltreffende, snelle
berichtgeving voor handel, nijverheid en
scheepvaart een gebiedende noodzakelijkheid.
Dat wijst op het treffen van maatregelen
waarbij ongetwijfeld meer dan vroeger het
radio-apparaat in werking gesteld zal wor
den. Men wil de contingenteeringsmaatrege-
len welke den handel verstarren door andere
vervangen welke het bedrijfsleven steunen
en de werkgelegenheid in stand houden en
met belangstelling mag worden afgewacht
welke oplossing in dit buitengewoon moeilijk
probleem de regeering thans denkt te heb
ben gevonden.
Ten krachtigste zal met deskundige voor
lichting naar verdere industrialisatie ge
streefd worden en men zal daarbij natuur
lijk weer op het groote bezwaar van den af
zet van fabrikaten stuiten. Een maatschap
pij voor industrie-financiering waar zal
het geld weer vandaan moeten komen?
is in voorbereiding en er is ook van regee-
ringszijde een streven merkbaar de bedrei
ging van reeds bestaande bedrijven door
vestiging van nieuwe te verhinderen. Wat de
middenstand thans reeds ten aanzien van be
staande zaken overweegt schijnt door de Re-
s:eering met instemming gevolgd te worden.
Er komt inderdaad een wetsontwerp dat re
gelen inzake vestigingseischen stelt en de
steeds grooter wordende concurrentie door
deelneming aan het handelsproces door bui
tenstaanders zooveel mogelijk zal beteugelen.
Dat steunmaatregelen voor de zeescheep
vaart, de binnenvaart en de Rijnvaart wor
den genomen behoeft geen bevreemding te
wekken. Ook de Landbouw zal niet vergeten
worden en met het oog op de uitschakeling
van de buitenlandsche markt en het daar
door sterk verminderde afzetgebied zal de
Landbouw nog meer dan vroeger aan de be
hoefte in het binnenland worden aangepast
Het visscherij-vraagstuk schijnt door de
regeering nader te zullen worden bekeken,
waarbij maatregelen in het vooruitzicht wor
den gesteld om het bedrijf zoo te reorgani-
seeren, dat het zoo loonend mogelijk zal
kunnen zijn.
Het onderwijs zal opnieuw worden beke
ken en het is-te vreezen, dat het door nieuwe
bezuinigingsmaatregelen weer zal wor
den verslechterd. Opmerkelijk is de tirade
over de juiste en diepere kennis en de zuivere
uitspraak van onze Nederlandsche taal. Het
begint waarlijk ook in regeeringsknngen
door te dringen hoe slecht het daarmede in
het algemeen gesteld is. Heeft niet de rector-
magnificus der Groningsche Universiteit gis
ter bij de overdracht van het rectoraat de
vraag gesteld of er inderdaad nog plaatsen
bestaan waar onze taal wordt onderwezen?
Zijn felle aanval op de nieuwe spelling die
tot tucht- en ordeloosheid moet leiden was
een symptoon hoe men in de kringen van
vele hoogieeraren over de nalatenschap van
minister Marchant oordeelt. Waar is de mi
nister, heeft de rector uitgeroepen, die -den
moed vindt een regeling te ontwerpen, die
niet achter slechte gewoonten aanloopt maar
den geest en de kracht der taal in eenvoudige
vormen aan ons volk oplegt?
Kan de zinspeling in de troonrede hoop
geven, dat die minister thans inderdaad is
gevonden?
Verblijdend is de mededeeling, dat het
euvel der werkloosheid ook in het komende
begrootingsjaar met kracht bestreden za!
worden, dat de inpoldering van het IJssel-
meer wordt voortgezet en het Werkfonds
dat inderdaad vele verstandige werkloozen
ten zegen kan zijn zal worden aangevuld
Aan de Jeugdwerkloosheid, een der belang
rijkste vraagstukken van dezen tijd, zal
meer dan vroeger de aandacht der Regeering
worden geschonken. Werkloosheid van
ouderen leidt tot armoede, werkloosheid van
jongeren is een maatschappelijk kwaad, dat
tot moreele ontwrichting van het komende
geslacht kan leiden.
En zoo zijn wij weer aan de beschouwing
van de overzeesche gewesten gekomen
Cura^ao maakt een goed figuur maar overal
elders heeft de crisis diep om zich heen ge
grepen. Voor Nederlandsch-Indië kan slechts
de hoop worden uitgesproken, dat over 1936
een begrootingstoestand wordt bereikt waar
bij toeneming van schuld voorkomen wordt
Naar het Bat. Nieuwsblad juist heden ge
meld heeft, valt de opbrengst der landsmid-
aelen over het loopende jaar tegen maar
mag toch aangenomen worden, dat door da
ling der uitgaven beneden de raming het te
kort over het loopende jaar niet hooger dan
veertig millioen zal zijn, wat verwacht werd.
Men begint meer aandach te schenken aan
Indië als industrieland en zal verder trachten
het goederenverkeer tusschen Indië en het
moederland vice versa te bevorderen en voor
de Indische producten ook grooteren afzet
in het buitenland te vinden.
Door het dreigend zwaardgerinkel in di
verse Europeesche staten is het vanzelfspre
kend, dat meer dan ooit aandacht aan onze
landsverdediging wordt geschonken. Al zal
Nederland hopelijk geen deel in eenigert
strijd nemen, een krachtige weermacht zal
helaas nog de beste waarborg voor den
vrede blijken.
Opmerkelijk is de toezegging, dat er een
Grondwetswijziging op komst is alsmede een
ontwerp van wet ter voorkoming van parti
culiere machtsvorming op het terrein <rir
overheidstaak.
De gebeurtenissen in Duitschland hebben
de Regeering ongetwijfeld tot voorzichtig
heid genoopt en Colijn is er de man niet
naar om naast het staatsgezag eenige andere
politieke machtsvorming, op militairen leest
geschoeid, te dulden.
Een herziening van het vreemdelingenrecht
in verband met het vluchtelingenvraagstuk
is gelukkig in voorbereiding. Nederland is
van oudsher een gastvrije staat geweest,
maar er kunnen omstandigheden komen, dat
de economische toestanden van dien aard
zijn, dat het spreekwoord dat het hemd nader
is dan de rok ook door de Regeering tot
richtsnoer moet worden genomen.
De troonrede, die ditmaal uitvoeriger dan
andere jaren is, geeft meer dan ooit een
beeld van de droeve omstandigheden waar
onder wij leven.
Moge de regeering. gesteund door het
volksvertrouwen, de kracht vinden datgene
te doen wat land en volk, in deze moei'ijke
tijden ten goede kan komen.
H. M. de koningin, vergezeld van H.K.H.
prinses Juliana, heeft zich hedenmiddag in
den traditioneelen praalstoet van het paleis
aan het Noordeinde naar de Ridderzaal op
het Binnenhof begeven, ter opening van de
gewone zitting der Staten-Generaal.
Uit alle oorden des lands waren weder
om velen naar de Residentie gekomen om
dit steeds aantrekkelijk schouwspel bij te
wonen, zoodat reeds in de vroege ochtend
uren de straten van de binnenstad een le-
veudigen aanblik boden. De stad en voor
namelijk dat gedeelte, waarlangs de ko
ninklijke stoet zou trekken, was in vlaggen-
tooi niet alleen wapperde; de driekleur van
de openbare gebouwen van Rijk, provincie
en gemeente, maar ook vele particulieren
hadden de vlag ontplooid.
In het Noordeinde, zooveel mogelijk in
de nabijheid van het koninklijk paleis, stond
reeds eenige uren vóór het vertrek van den
stoet een dichte menigte te wachten, die de
koningin en de prinses, toen deze per auto
kwamen aanrijden, hartelijk toejuichte. Als
steeds werd bovendien daar het wachten
vergoed door den aanblik van de toebereid
selen voor de samenstelling en het vertrek
van den stoet.
Allereerst kwam de eere-wacht aanruk
ken, die voor het paleis werd opgesteld en
die dit jaar bestond uit een compagnie van
het Regiment Grenadiers, sterk 100 man,
onder bevel van een kapitein met het Re
gimentsvaandel. De Koninklijke Militaire
Kapel en de beschikbare tamboers van het
Regiment Grenadiers, maakten deel uit van
deze eerewacht, welke zich opstelde ter
weerszijden van het voorplein, tegen de
be*de zuilengangen van het paleis, om van
daar de koningin bij Haar vertrek de mili
taire eerbewijzen te brengen. Bij deze eere
wacht bevond zich de commandant van het
Regiment Grenadiers, luitenant-kolonel J.
A. G. van Andel, met zijn adjudant.
Circa een half uur vóór het vertrek van
den stoet zag men de detachementen Cava
lerie naderen, die als eere-escorte den stoet
zouden openen en sluiten en vervolgens de
officieren der landmacht van het Militaire
Huis der Koningin, allen te paard, wien on
middellijk achter het koninklijke statierijtuig
een plaats in den stoet was aangewezen.
Ter opening van den stoet, die onder de
algemeene leiding stond van R, F. C. baron
Bentinck, eerste-stalmeester van de ko
ningin, was een detachement aangewezen
van het He regiment huzaren, sterk 80 rui
ters, onder bevel van een ritmeester, met
den regiments-standaard en het muziek
korps der huzaren, dat gedurende den tocht