Qv4^-eSAXON „Poolster" vergaan in Waddenzee. Binnenland De Vorstinn.n bezoeken Kwaektchool voor Zeevaart Naar aanleiding von het icn i deze, school. b«'ao" Een gedenkboek aangeboden. 5225 G. P. BAKKER De 5 opvarenden verdronken De Marine-oefeningen. HARDNEKKIGE CONSTIPATIE. Tegen twee uur hedenmiddag kwa men de hofauto's op den Dam voor 'n rijtoer van H. M. de koningin en H. K. H. prinses Juliana, waarvan het einddoel was de „Kweekschool voor de Zeevaart" aan het einde van de Prins Hendrikkade. Er was overal veel publiek langs den weg, dat herhaaldelijk een „hoera" aanhief. On geveer half drie werd het gebouw van de Kweekschool bereikt. Aan den ingang wer den de hooge bezoeksters verwelkomd door den voorzitter van het college van commissarissen, Jhr. Dr. L. H. van Len- pep en den commandant van het Instituut dèn heer D. H. v. d. Hiel. In de vestibule stond een eerewacht van leerlingen der Kweekschool opgesteld. Daar waren ook aanwezig de dochtertjes van den secretaris van het college van commissarissen, den heer J- Th. van Valkenburg en van den commandant, die de vorstinnen bloemen aanboden. De overige leden van het college van commissarissen werden hierna voorgesteld. De hooge bezoeksters werden vervolgens de recreatiezaal binnengeleid, waar de offi cieren van de Kweekschool aanwezig waren. De voorzitter Jhr. van Lennep richtte zich weer tot Hare Majesteit en tot de Prin- S€S. Rede Jhr. v. Lennep. Het is mij, zeide hij, een groote eer Uwe Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid uit naam van commissarissen van het Vader- landsche Fonds ter aanmoediging van 's lands zeedienst eerbiedig dank te zeggen voor Hare groote welwillendheid om onze §chool naar aanleiding van haar 150-jarig bestaan met een bezoek te vereeren. Na den slag bij Doggersbank in 1781 hebben personen in Haarlem en in Amster dam gelden bijeen gezameld ten bate van de bij dat treffen gewonden en van de nage laten betrekkingen der gesneuvelden Nog altijd worden uit het teen gevormde fonds uitkeeringen gedaan aan invaliden van de marine. Maar zóó groot was in 1781 de offer vaardigheid, dat nog voldoende gelden over bleven tot stichting van de „Kweekschool voor de Zeevaart" De Staten Oeneraal en Provinciaal verleenden steun door subsidies en door een belasting naar tonuenmaat op alle inkomende schepen, de stad Amsterdam schonk het z.g. „vrijwillige rasphuis", dat na eenige verbouwing voor zijn nieuwe be stemming geschikt bleek. In den herfst van 1785 deden de eerste kweekelingen hun intrede en luttele jaren daarna gaven de stadhouder Prins Willem V en Zijne gemalin door een langdurig be zoek blijk vatl hunne belangstelling. Nails inlijving van ons bij Fraturijk hief Napoleon de school op, maar een van de eerste regeeringsdaden van den Souvereinen Vorst was hare heropening te bevelen. Ook in de daarop volgende jaren heeft het Vorstenhuis telkens van zijn belangstel ling blijk gegeven. Zoo is b.v. in 1849 Zijne Majesteit Koning Willem III, vergezeld door Prins Freaerik en later gevolgd door de Prinsen Willem en Maurits, in de school geweest; in 1878 heeft Hij den eersten steen van dit gebouw gelegd. Uwe Majesteit heeft ons drie malen met een bezoek vereerd en ons in 1899 de hooge eer aangedaan Beschermvrouwe van onze school te worden. Tet ongeveer 1830 zijn jongelingen, zoo wel voor de marine, als voor de commerci ële vaart opgeleid, daarna uitsluitend voor de handelsvloot. De namen van ruim 5.000 veekelingen s*aan 'n de registers; thans 2ljn er 129 op de school. net onderwijs heeft zich in den loop van anderhalve eeuw telkens aan de vorderingen van techniek en wetenschap moeten aanpas- senJ de sterkste verandering onderging het Pr°gramma uiteraard na het in de vaart ">meti van stoomschepen. De opleiding geschiedt thans in een 2- wigen cursus voor hen, die het einddiplo ma eener driejarige H. B. S. behaald en in n jaar'voor hen, die een vijfjarige HBS. 1 g°ed gevolg doorloopen hebben. Voorts eind-examen Ln 661-81 hun' die het legd de wwÜ t. °5a hebben afge- diploma radin gegeven zich voor het cn tensloltp inof/a te bekwamen, vier jaren in 0nze 8cho°l sinds ruim nink 1 n kp ®amenwerking met de Ko- LuchtvaartUC«; i?aii* 6n de Nationale keersvlieger op' °°l >0n*elieden tot ver- toch^tpmTt!'46*1 °P'e'd'ng va" den vlieger van dM 7P» Z66r V6el ^'^ten met die sPedaai wat nav»- kennis betreft m6teorolo«ie m motor- naDpeJ*iSlir£ ,dat alle leerlingvliegers d'Ploma n°g e«n militaire y-Ui f Soesterberg ontvangen, zeevaawaarddat de twee grootste Mn viiï? in ingeland de combinatie lieger- en zeemansopleiding van ons overgenomen hebben hanHc plaatsing van de vliegers voors- hands verzekerd voor de a.s. zeelieden is ,'f belaas niet het geval; maar het stemt JteuUleton Samen zongen ze vroolijk het refreintje. n 'nderdaaa was de hond op de achter- ten a ^aan z'tten met gestre'{te voorpoo- ,n> den kop hoog opgericht, den open bek in 'Ucht jankte hij zacht mee Des morgen als de zwaluw tjilpt *angt hij zijn wand'ling aan, En als de zon ter kimme neigt js 't dagwerk afgedaan. Dan keert hij bij een herberg in En zingt een vroolijk lied. Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. 2oo zwerft hij heel de wereld door, Een ieder is zijn vriend, De een biedt hem een heerlijk maal Met goedheid opgediend Een ander schenkt hem wijn of bier ij dankt slechts met een lied. Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. nJJret '(cerr'jm werd door allen weer lustig 'neegezongen. tot dankbaarheid dat toch vrijwel alle oud- kweekelingen een betrekking krijgen, als is het dan ook vaak aan den wal. En hiermede zou ik kunnen besluiten, vvare niet, dat ik Uwe Majesteit toestem- ming zou willen vragen Haar een te Haren name staand exemplaar aan te bieden van het Gedenkboek, dat de heer J. C. M. \X arnsinck op verzoek van commissaris sen geschreven heeft. Onder dank aanvaardde de Koningin het boekwerk. In dit boekwerk is niet alleen de geschiedenis der school geboekstaafd, maar het bevat ook een overzicht van de geheele zeevaart. Op de toespraak van Jhr. Van Lennep antweerdde H. M., waarna een rondgang door het gebouw werd gemaakt Achtereen volgens werd eenige oogenblikken vertoefd in een schoollokaal, de gymnastiekzaal, een slaapzaal, de modelkamer en den takelzol der. De rondgang eindigde in de bestuurs kamer, waar het Hooge Bezoek opmerkzaam werd gemaakt op de portretten van drie groote admiralen; M. Adrzn. de Ruyter ge schilderd door Ferdinand Bol, Maarten Harpetrtzn. Tromp, vervaardigd door Jan Lievens en Cornelis Tromp, op het doek ge bracht door Sir Peter Lely. Ook schonk de Koningin aandacht aan de panorama's die aan den ingang van de zaal hangen, van de rivier van Rochester, herinnerend aan den beroemden tocht van Chatham in 1667. Uit de toonkast met belangrijke eereteekenen bezichtigden de beide vorstinnen met be langstelling de ordeteekenen van St. Michel, die door den Koning van Frankrijk na den Vierdaagschen Zeeslag werden geschonken aan Admiraal de Ruyter, de drie gouden medaillles en ketenen, die door de Amster- damsche Vroedschap werden vereerd aan Willem van der Zaan. Ook vele eereteeke nen, die betrekking hebben op den slag bij Doggersbank werden in oogenschouw geno men. Hierbij zijn de eere-degens vereera aan de Admiralen Zoutman en van Kinsbergen. Voorts werd nog getoond de zilveren trof fel waarmede Z. M. Willem III den eersten steen van het gebouw legde en de passer- doozen aan de Kweekschool, geschonken door H. M. Koningin Emma, die afkomstig zijn uit de nalatenschap van verschillende prinsen van Oranje. Ook in de aangrenzende zaal werd even vertoefd waar het portret hangt van den heer Titsingh, een der drie oprichters der school, benevens oude platen die betrekking hebben op de school, o.a. het Willige Rasphuis, het gebouw, waar de instelling het eerst wag gevestigd. Wij herinneren er hier aan, dat de kweekschool vele uitbreidingen en verande ringen heeft ondergaan. Van het tegenwoordige gebouw, dat op getrokken werd naar het ontwerp van de bouwmeesters Jan en Willem Springer, werd de eerste steen gelegd, door Koning Willem III. In 1914 onderging de school een be langrijke uitbreiding en ook thans weer is er een stuk bijgetrokken in de richting van de Foeliestraaf, waar gevestigd wordt de Zeevaartschool, die tot nu toe was gehuis vest aan het Kadijksplein, waar tevens voor een deel is ondergebracht de opleiding voor den vliegdienst. Ook in dit nieuwe gedeelte En is de zomeravond mooi Dan zit hij op een bank. Hij speelt de luit en jong en oud Komt luistren naar den klank. Ze dansen vroolijk om hem heen. Vergeten hun verdriet. Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. De roemer gaat dan lustig rond Het wordt een blijde dag En onder 't dansen klinkt dan wel Een zachte meisjeslach. Dan denkt hij aan het volgend jaar En speelt een bruilofstlied. Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. En zijn de gasten heengegaa.. Dan zit sorhs aan zijn zij Een mooie vrouw die fluisterend vraagt: Toe zanger, blijf bij mij. En toch, waarom? Hij weet niet meer Waarom hij haar verliet. Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. En als hij maag're Hein ontmoet Aan 't einde van zijn weg, Dan legt hij rustig 't moede hoofd Onder een groene heg. Zoo reist hij naar de overzij, Geen angst voor het verschiet. heeft het Hooge Gezelschap eenigen tijd vertoefd. Aan Hare Majesteit werd medege deeld, dat zich 40 jongens voor de opleiding in den vliegdienst hebben aangemeld, en dat reeds 12 jongelieden zijn afgestudeerd. Tenslotte werd nog even het nieuwe oefen schip op de binnenplaats bezichtigd, welk schip uit cement is opgetrokken en dat in de volgende maand bij het 150-jarig bestaan van de Kweekschool voor de Zeevaart in ge bruik zal worden gesteld. Door den voorzitter, van het college van commissarissen en den commandant werden koningin en prinses uitgeleide gedaan, na dat van de overige bestuursleden afscheid was genomen. De koninklijke auto's waren inmiddels voorgekomen en de tocht naar de Dam werd aanvaard. Het was tegen vieren toen de stoet op den Dam aankwam. Onderweg was veel belang stelling geweest en ook op den Dam was veel publiek aanwezig. De kustwacht te Rottumer- oog heeft gisteren aan het redding station te Oostmahorn gerappor teerd, dat zij in de Wester-Eems, ter hoogte van ton W. F. een stuk van een mast en een laadboom met gaf fel boven water had zien uitsteken, terwijl voorts veel wrakhout in de nabijheid van genoemde plek rond dreef. Het materiaal maakte den indruk, dat het gezonken vaartuig een betrekkelijk nieuw schip moet zijn geweest. Aangezien van het gebeurde niets was bemerkt, terwijl de kustwacht voortdurend cp haar post is geweest, neemt men aan.aat de scheepsramp zich in zeer korten tijd heeft afgespeeld. De loodsboot van Oostmahorn bevond zich Woensdagavond om negen uur nog in het gebied, waarin het schip is ver gaan, doch ook de bemanning van dit vaar tuig heeft niets van het geeburde bemerkt en ook geen noodseinen waargenomen. Met het oog op het slechte weer was toen de loodsboot naar Oostmahorn teruggekeerd. Gistermiddag is op het strand van Schier monnikoog een wit-geschilderde vlaggestok aangespoeld, welke waarschijnlijk van het gezonken schio afkomstig is. Op het eiland werden thans verdere nasporingen gedaan naar andere voorwerpen, welke eventueel aan land zijn gespoeld, alsmede naar de lijken van de opvarenden Menschen in zee? De motorreddingboot „Insulinde" van de Noord- en Zuidhollandsche Redding Maat schappij, onder commando van schipper Toxopeus, is gistermiddag om twaalf uur, toen het bericht werd ontvangen, naar de plek des onheils vertrokken. Verder stelde de reddingboot een onderzoek in naar een tweede wrak, dat door de kustwacht te Rot- tumeroog is gesignaleerd. Men heeft name lijk vanaf het eiland een drijvend wrak waar genomen. in welks nabijheid zich een groote sleepboot bevond In de mast kon men iets zwarts zien en men uitte de ver onderstelling, dat dit menschen zouden kunnen zijn. Gistermiddag om vier uur bevond het wrak zich in Noord Noord-Oostelijke rich ting van Rottumeroog. De „Insulinde" sein de van Borkumeroog dat men niets meer van het wrak, waarschijnlijk van de „Pool ster" heeft kunnen vinden. Men veronder stelde toen, dat het wrak, dat zich nagenoeg geheel onder water bevond, door een Duitsche sleepboot inmiddels de Ooster- Eetns zou zijn opgevaren. Gisteravond werden verschillende malen vanuit Oost-Mahorn Groningsche schip- persfamilies opgebeld, of men iets wist om trent de bemanning van het Groningsche motorschip „Poolster", aan boord, waarvan zich buiten den kapitein Kajuiter nog vier andere personen bevonden, waarvan één uit Oostmahorn. Men stelde zich tenslotte in verbinding met de Groningsche politie, waar men ver nam. dat de „Poolster" inderdaad uitge varen was en reeds Woensdag te Delfzijl werd verwacht. Het 223 ton metende schip behoorde toe aan kapitein R J Kajuiter, wiens 22-jarige zoon tijdens deze tocht het bevel over het scheepje voerde. Tragische mededeeling Toen den heer Kajuiter Sr. door de po litie werd medegedeeld, dat een witgeschil Dat kent de boer Dat kent de boer En ook de burger niet. „Uit", zei de zanger. De toehoorders klap ten in de handen. „Geen wonder", zei de jonge vrouw en ze keek den zanger met haar schitterende oogen aan, „dat u de menschen tot u treki als de rattenvanger van Hameien". Toen stond de dokter op. „Vrienden", klonk zijn besluit, ,,'t was een prettige mid dag, maar het is mijn tijd. Ik heb nog een stevige wandeling voor de borst. Ik ga". „Ik ook", sprak de mooie vrouw. „Ik ben reeds veel te laat". „En ik", zei de zwerver. „Ik ben weer de gelukkigste van ons drieën. Ik vlei me neer op het zachte mos, blijf liggen en rust uit" De dokter nam afscheid. „Dank u, beste vriend" klonk de wensch van den zanger, dat ik u spoedig weer mag ontmoeten en in dezelfde gelukkige omstandigheden „Hoe durft u zich alleen zoover van de menschen te wagen in dit eenzame woud? vroeg de zanger, toen ze met hun beiden waren achter gebleven. Ze lachte minachtend. „Ik kan best op me zelf passen. Ik woon in een huisje bij den Zwarten Arend". .Dat is toch een heel eind van hier". ,Ja, maar ik ken het geheele woud. Over al "zijn schuilplaatsen. Nooit is mij iets ern stigs overkomen. Dit is mijn eerste groote avontuur en het zal ook goed afloopen" „Daarop kunt u vertrouwen Maar waar om'zou u weggaan? De zon schijnt heet op de landen, hier is het koel. Zacht ritselt de derde vlaggestok aangespoeld was, zeide deze: Zeg mij maar niets, ik weet al genoeg, de jongens zijn verdron ken!" Uit deze verklaring van den ouden zeerot kan men met groote waarschijnlijkheid opmaken, dat de „Poolster" met man en muis is vergaan. De beschrijving, die kapitein Kajuiter Sr. gaf van het bovenste gedeelte van den mast, komt geheel overeen met de verklaring van den gezagvoerder van de „Insulinde" den heer Mees Toxopeus. Droeve tocht. De ongerustheid omtrent het lot van de „Poolster' neemt met het uur toe. Heden morgen is de reddingboot „Insulinde" op nieuw uitgevaren naar de plaats, waar men de masten boven het water heeft zien uitste ken. Aan boord bevinden zich eenige perso nen die de „Poolster" kennen, om te trach ten vast te stellen of het gevonden wrak inderdaad van genoemd schip is. De „Poolster" is een 3 mast-schoener met een 150 P. K. Deutzlcompresorlooze Die sel motor en meet bruto 223 ton. Het schip is in 1917 bij de Scheveningsche scheeps bouw Mij. gebouwd en had een certificaat van den- Germaanschen Lloyd voor de At lantische vaart. Het schip was alleszins zeewaardig, een vaartuig, dat men in des kundige kringen een „goed schip" noemt. Wanneer de „Poolster" inderdaad in de Waddenzee is gebleven, dan moet dit wel worden toegeschreven aan het feit, dat door het jplotseling uitschieten van den noord- westerstorm de zee ter plaatse zoo hol is ge weest als sinds menschenheugenis niet is voorgekomen. De „Poolster" kwam van Engeland zonder lading en was op weg naar Groningen om nieuwe lading te halen. Behalve de kapitein, den 22-jarige J. Ka juiter, ongehuwd, uit Groningen, bevonden zich nog aan boord de 27-jarige stuurman H. Woris uit Groningen, de 24-jarige ge huwde matroos Z. Veenstra eveneens uit Groningen, de ongehuwde 18-jarige motor- drijver M. Vtllenhove uit Zuidbroek en de eveneens ongehuwde 18-jarige Kok-lichtma troos Th. Haima uit Anjum. Allen werden op 3 September van dit jaar te Groningen gemonsterd. a.b. Hr. Ms. Hertog-Hendrik. Donderdag. In den vroegen ochtend van heden, Donder dag, waait er nog een stevige bries, en er is op de Noordzee nog zooveel deining, dat ook dezen ochtend de schietoefeningen op de varende schijf van de Gelderland worden af gelast. Eenzelfde lot moest de kruiseroefening ondergaan, waarvan de opzet reeds werd gemeld; dit deel van het programma verviel in hoofdzaak om het bezwaar, dat in het lan- ceeren van torpedo's bij hoogen golfslag is gelegen. Uitstel van deze oefening tot beter tij was niet mogelijk; het hoofdnummer van het programma dat tegen hedenavond was vastgesteld, zou daardoor in de verdrukking zijn gekomen. Van de Gelderland keerden wij gisterna middag per motorsloep naar de Hertog Hen drik terug, een tochtje dat ons een klein denkbeeld verschafte van de omstandigheden waaronder onze „helden der zee" per sloep erop uittrekken, wanneer de storm op de Haaksgronden een schipbreuk of stranding heeft teweeggebracht. Het motorsloepje slin gerde naar alle richtingen en de golfdouches stortten zich met kracht uit over dengene van ons drietal passagiers, die het zou wagen zijn hoofd' buiten den kap van het bootje te steken, wat niet wegnam dat het sloepje on verstoorbaar voorttufte en zonder scherven of stukken zijn doel bereikte. Dan volgt een klauterpartij langs de touwladder en je bent weer „binnen" op een statigen oorlogsbo dem". Tegen den middag klaart het weer merk waardig op. Wij zetten nu onze troeven op het spel van hedenavond. Dan gdat er niets meer of min der dan een schijnoorlog uitbreken tusschen twee mogendheden, die wij weder onder scheiden in „rood" en „blauw". De tot de stelling van den Helder behoo- rende blauwe scheepsmacht is daar ter plaatse gestationneerd en zij bestaat uit be- wakittgs- en onderzoekingsvaartuigen, alsme de Hr. Ms. Douwe Aukes. Commandant is de schout-bij-nacht Kruys, stelling comman dant van Den Helder, terwijl „rood" wordt treleid door kolonel Dikkers van de Gelder land. De Gelderland, de Hertog Hendrik, de wind door de bladeren. De vogels zingen en fluiten boven onze hoofden. Anders is alles stil en niemand zal ons storen. Alleen in t woud. Wij beiden alleen". „Neen", zei ze. „Ik moet gaan. Ik heb an dere plichten. Al is u oud, uw hart schijnt )0"ts dat geen groot geluk?" antwoordde hij. „Oudere mannen zijn beter te vertrou wen, heeft u zelf gezegd'. Ze bloosde. „Ja. En toch. Waarom? Hij weet het, waarom hij haai verliet". „Vrouwen zijn veranderlijk. Een oude waarheid", zuchtte de zwerver. Vaarwel". "Vaarwel of tot weerziens". Hij keerde haar den rug toe, strekte zich uit op het mos, het hoofd op den arm en sliep. De hond ging naast zijn meester liggen. Eenige minuten later keek hij spiedend om zich heen en begaf zich eveneens op pad HOOFDSTUK VI. De avond begon te vallen. Op den top van een hoogen heuvel, te midden van wild struikgewas, lag een man op den rug naar den hemel te staren. Langzamerhand verflauwden de omtrek ken der boomen en de groen begroeide stuk ken van een brokstuk bouwvallige muur. Bo ven hem begonnen de sterren te fonkelen. Venus, de Groote Beer, de Kleine Beer, en van het zuidwesten naar het noordoosten de sterrenbeelden de Schutter, de Zwaan, Cas siopeia, Perseus en de Wagenman, waar doorheen tal van lichtende sterren, groot en klein, de Melkweg. Dan ziet hij Mars ver in Wat zij al innam, niets hielp. Hoe zij tenslotte beter werd. „Sinds heel lang was ik lijdende aan storingen in mijn spijsvertering, in die mate dat het mij onmogelijk was, wat ik al in nam, om mijn constipatie kwijt te raken. Sinds ik aan de Kruschen Salts-kuur begon nen ben, gaat het veel beter en daarom wil ik mijn bewondering uitspreken over de goede werking van Uw Kruschen Salts. Ik zal Kruschen Salts dan ook aan al mijn kennissen en familie aanraden." Mej. P. S. te A. De zes zouten in Kruschen Salts zijn het recept van de natuur zelf om de afvoeror- gar •en goed te laten werken om eiken dag zachtjes maar zeker alle vergiftige afval stoffen uit het lichaam te verwijderen. Zoo doende wordt Uw organisme vrij gehouden van alle onzuiverheden, welke, indien ze zich kunnen ophoopen, den algeheelen ge zondheidstoestand schaden. Begin morgen met de „kleine dagelijksche dosis" Kruschen en zet daarmee den eersten stap op den weg naar volmaakte gezondheid. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten k 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegre pen. Let op, dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij voorkomt. torpedóbooten G 13 en G 15 en de jager Z 5 vormen de roode scheepsmacht, welke in den namiddag van heden buiten zicht in Den Helder is verkend. Wat „rood" van plan is weten we wel, maar vertellen wij (nog) niet. Doch „blauw" houdt rekening met de mogelijkheid, dat men in den nacht het zeegat van Texel wil forcee- ren en een landing in het stellinggebied on dernemen, met een eventueele beschieting in de Marine-etablissementen. Men dient hierbij te bedenken, dat er in de Noordzee drie vaargeulen naar de zeestraat tusschen Texel en den kop van Noordhol- land leiden: het z.g. Molengat, westelijk langs Texel, het westgat (van West naar Oost loopende) en het Schulpengat. In het Westgat ligt een drempel, die den toegang voor groote schepen gevaarlijk maakt en die in oorlogstijd spoedig genoeg onoverkomelijk is te maken. Wij concentreeren onze aandacht dus voor namelijk op het Molengat en het Schulpen gat. Dat „rood" te kampen zal krijgen met mij nen en kustverdedigingsgeschut ligt op z'n zachtst gezegd voor de hand; evenzeer dat „blauw" met zoeklichten enz. zal trachten, een verrassing in den avond of nacht te voor komen. En thans begeven wij ons per motorsloep naarhet ons vijandelijke gebied van Den Helder om er dezen brief te posten, in de hoop dat de censuur hem niet te pakken za! krijgen en dat wij straks onopgemerkt, nog bij klaarlichten dag, naar de aanvallende partij kunnen terugkeeren. DAME DOOR AUTO GEDOOD. Verkeersongeval te Nijmegen. In den namiddag van gisteren heeft op den Oranjesingel te Nijmegen een doodelijk onge luk plaats gehad. De chauffeur C. M. W. uit Ubbergen kwam in groote vaart met zijn auto den Singel oprijden, toen een omstreeks 50- jarige dame den weg wilde oversteken. Zij werd door den wagen gegrepen en bij na op slag gedood. De politie heeft de auto in beslag genomen. Het stoffelijk overschot van de dame, waarvan de identiteit nog niet kon worden vastgesteld, is naar het Sint Canisiuszieken- huis te Nijmegen vervoerd. het Oosten. Mars: en zijn gedachten keeren terug tot den koning van Zweden. Gustaaf Adolf was werkelijk met zijn geheele krijgs macht opgetrokken naar Berlijn. Hij stelde het leger in slagorde en liet de stukken zoo plaatsen, dat ze de stad bestreken Door een trompetter liet hij melden dat men de poor ten moest openen. Gebeurde dit niet, dan zou er een rechtmatige verontschuldiging zijn voor 'bestorming, plundering en bloed vergieten 1) De koning had er bij gevoegd, dat hij door zijn zwager niet slechter behandeld wensch te te worden dan de keizerlijken. Er ontstond groote schrik in de stad. Het dreigement had geholpen. De poorten gin gen open. De keurvorst teekende een ver drag, waarin hij afstand deed van Spandau, van Küstrin en bovendien beloofde, maan delijks 30.000 daalders te betalen voor on derhoud van het Zweedsche leger. 's Avonds werd buiten tafel gehouden. De beide vorsten waren aanwezig. Een groot feest volgde. De bloem van den Berlijnschen adel met hun dames verscheen. Maar de mooiste van allen was Marion geweest. Zij was de verwezenlijking van den schoonsten droom, die een man ooit zou kunnen droo- men. Nooit had hij gedacht dat een vrouw zoo op een bovenaardsche verschijning zou kunnen gelijken als Marion in haar feest kleed, een gedicht van lichtgrijze zijde en zilveren kant, en omsluitend haar sierlijke slanke gestalte, een prinses uit een sprookje. 1) Rikskansleren Axel Oxenstierna's Skrifter. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7