Qv4^-eSAXON
„Poolster" vergaan in
Waddenzee.
Binnenland
De Vorstinn.n bezoeken Kwaektchool voor Zeevaart
Naar aanleiding von het icn i
deze, school. b«'ao"
Een gedenkboek aangeboden.
5225 G. P. BAKKER
De 5 opvarenden verdronken
De Marine-oefeningen.
HARDNEKKIGE CONSTIPATIE.
Tegen twee uur hedenmiddag kwa
men de hofauto's op den Dam voor 'n
rijtoer van H. M. de koningin en
H. K. H. prinses Juliana, waarvan het
einddoel was de „Kweekschool voor de
Zeevaart" aan het einde van de Prins
Hendrikkade.
Er was overal veel publiek langs den weg,
dat herhaaldelijk een „hoera" aanhief. On
geveer half drie werd het gebouw van de
Kweekschool bereikt. Aan den ingang wer
den de hooge bezoeksters verwelkomd
door den voorzitter van het college van
commissarissen, Jhr. Dr. L. H. van Len-
pep en den commandant van het Instituut
dèn heer D. H. v. d. Hiel. In de vestibule
stond een eerewacht van leerlingen der
Kweekschool opgesteld. Daar waren ook
aanwezig de dochtertjes van den secretaris
van het college van commissarissen, den
heer J- Th. van Valkenburg en van den
commandant, die de vorstinnen bloemen
aanboden.
De overige leden van het college van
commissarissen werden hierna voorgesteld.
De hooge bezoeksters werden vervolgens
de recreatiezaal binnengeleid, waar de offi
cieren van de Kweekschool aanwezig waren.
De voorzitter Jhr. van Lennep richtte
zich weer tot Hare Majesteit en tot de Prin-
S€S.
Rede Jhr. v. Lennep.
Het is mij, zeide hij, een groote eer Uwe
Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid uit
naam van commissarissen van het Vader-
landsche Fonds ter aanmoediging van 's
lands zeedienst eerbiedig dank te zeggen
voor Hare groote welwillendheid om onze
§chool naar aanleiding van haar 150-jarig
bestaan met een bezoek te vereeren.
Na den slag bij Doggersbank in 1781
hebben personen in Haarlem en in Amster
dam gelden bijeen gezameld ten bate van
de bij dat treffen gewonden en van de nage
laten betrekkingen der gesneuvelden Nog
altijd worden uit het teen gevormde fonds
uitkeeringen gedaan aan invaliden van de
marine.
Maar zóó groot was in 1781 de offer
vaardigheid, dat nog voldoende gelden over
bleven tot stichting van de „Kweekschool
voor de Zeevaart" De Staten Oeneraal en
Provinciaal verleenden steun door subsidies
en door een belasting naar tonuenmaat op
alle inkomende schepen, de stad Amsterdam
schonk het z.g. „vrijwillige rasphuis", dat
na eenige verbouwing voor zijn nieuwe be
stemming geschikt bleek.
In den herfst van 1785 deden de eerste
kweekelingen hun intrede en luttele jaren
daarna gaven de stadhouder Prins Willem
V en Zijne gemalin door een langdurig be
zoek blijk vatl hunne belangstelling.
Nails inlijving van ons bij Fraturijk hief
Napoleon de school op, maar een van de
eerste regeeringsdaden van den Souvereinen
Vorst was hare heropening te bevelen.
Ook in de daarop volgende jaren heeft
het Vorstenhuis telkens van zijn belangstel
ling blijk gegeven. Zoo is b.v. in 1849 Zijne
Majesteit Koning Willem III, vergezeld
door Prins Freaerik en later gevolgd door
de Prinsen Willem en Maurits, in de school
geweest; in 1878 heeft Hij den eersten
steen van dit gebouw gelegd.
Uwe Majesteit heeft ons drie malen met
een bezoek vereerd en ons in 1899 de hooge
eer aangedaan Beschermvrouwe van onze
school te worden.
Tet ongeveer 1830 zijn jongelingen, zoo
wel voor de marine, als voor de commerci
ële vaart opgeleid, daarna uitsluitend voor
de handelsvloot. De namen van ruim 5.000
veekelingen s*aan 'n de registers; thans
2ljn er 129 op de school.
net onderwijs heeft zich in den loop van
anderhalve eeuw telkens aan de vorderingen
van techniek en wetenschap moeten aanpas-
senJ de sterkste verandering onderging het
Pr°gramma uiteraard na het in de vaart
">meti van stoomschepen.
De opleiding geschiedt thans in een 2-
wigen cursus voor hen, die het einddiplo
ma eener driejarige H. B. S. behaald en in
n jaar'voor hen, die een vijfjarige HBS.
1 g°ed gevolg doorloopen hebben. Voorts
eind-examen Ln 661-81 hun' die het
legd de wwÜ t. °5a hebben afge-
diploma radin gegeven zich voor het
cn tensloltp inof/a te bekwamen,
vier jaren in 0nze 8cho°l sinds ruim
nink 1 n kp ®amenwerking met de Ko-
LuchtvaartUC«; i?aii* 6n de Nationale
keersvlieger op' °°l >0n*elieden tot ver-
toch^tpmTt!'46*1 °P'e'd'ng va" den vlieger
van dM 7P» Z66r V6el ^'^ten met die
sPedaai wat nav»-
kennis betreft m6teorolo«ie m motor-
naDpeJ*iSlir£ ,dat alle leerlingvliegers
d'Ploma n°g e«n militaire
y-Ui f Soesterberg ontvangen,
zeevaawaarddat de twee grootste
Mn viiï? in ingeland de combinatie
lieger- en zeemansopleiding van ons
overgenomen hebben
hanHc plaatsing van de vliegers voors-
hands verzekerd voor de a.s. zeelieden is
,'f belaas niet het geval; maar het stemt
JteuUleton
Samen zongen ze vroolijk het refreintje.
n 'nderdaaa was de hond op de achter-
ten a ^aan z'tten met gestre'{te voorpoo-
,n> den kop hoog opgericht, den open bek in
'Ucht jankte hij zacht mee
Des morgen als de zwaluw tjilpt
*angt hij zijn wand'ling aan,
En als de zon ter kimme neigt
js 't dagwerk afgedaan.
Dan keert hij bij een herberg in
En zingt een vroolijk lied.
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
2oo zwerft hij heel de wereld door,
Een ieder is zijn vriend,
De een biedt hem een heerlijk maal
Met goedheid opgediend
Een ander schenkt hem wijn of bier
ij dankt slechts met een lied.
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
nJJret '(cerr'jm werd door allen weer lustig
'neegezongen.
tot dankbaarheid dat toch vrijwel alle oud-
kweekelingen een betrekking krijgen, als is
het dan ook vaak aan den wal.
En hiermede zou ik kunnen besluiten,
vvare niet, dat ik Uwe Majesteit toestem-
ming zou willen vragen Haar een te Haren
name staand exemplaar aan te bieden van
het Gedenkboek, dat de heer J. C. M.
\X arnsinck op verzoek van commissaris
sen geschreven heeft.
Onder dank aanvaardde de Koningin het
boekwerk. In dit boekwerk is niet alleen de
geschiedenis der school geboekstaafd, maar
het bevat ook een overzicht van de geheele
zeevaart.
Op de toespraak van Jhr. Van Lennep
antweerdde H. M., waarna een rondgang
door het gebouw werd gemaakt Achtereen
volgens werd eenige oogenblikken vertoefd
in een schoollokaal, de gymnastiekzaal, een
slaapzaal, de modelkamer en den takelzol
der. De rondgang eindigde in de bestuurs
kamer, waar het Hooge Bezoek opmerkzaam
werd gemaakt op de portretten van drie
groote admiralen; M. Adrzn. de Ruyter ge
schilderd door Ferdinand Bol, Maarten
Harpetrtzn. Tromp, vervaardigd door Jan
Lievens en Cornelis Tromp, op het doek ge
bracht door Sir Peter Lely. Ook schonk de
Koningin aandacht aan de panorama's die
aan den ingang van de zaal hangen, van de
rivier van Rochester, herinnerend aan den
beroemden tocht van Chatham in 1667.
Uit de toonkast met belangrijke eereteekenen
bezichtigden de beide vorstinnen met be
langstelling de ordeteekenen van St. Michel,
die door den Koning van Frankrijk na den
Vierdaagschen Zeeslag werden geschonken
aan Admiraal de Ruyter, de drie gouden
medaillles en ketenen, die door de Amster-
damsche Vroedschap werden vereerd aan
Willem van der Zaan. Ook vele eereteeke
nen, die betrekking hebben op den slag bij
Doggersbank werden in oogenschouw geno
men. Hierbij zijn de eere-degens vereera aan
de Admiralen Zoutman en van Kinsbergen.
Voorts werd nog getoond de zilveren trof
fel waarmede Z. M. Willem III den eersten
steen van het gebouw legde en de passer-
doozen aan de Kweekschool, geschonken
door H. M. Koningin Emma, die afkomstig
zijn uit de nalatenschap van verschillende
prinsen van Oranje.
Ook in de aangrenzende zaal werd even
vertoefd waar het portret hangt van den heer
Titsingh, een der drie oprichters der school,
benevens oude platen die betrekking hebben
op de school, o.a. het Willige Rasphuis,
het gebouw, waar de instelling het eerst
wag gevestigd.
Wij herinneren er hier aan, dat de
kweekschool vele uitbreidingen en verande
ringen heeft ondergaan.
Van het tegenwoordige gebouw, dat op
getrokken werd naar het ontwerp van de
bouwmeesters Jan en Willem Springer, werd
de eerste steen gelegd, door Koning Willem
III. In 1914 onderging de school een be
langrijke uitbreiding en ook thans weer is
er een stuk bijgetrokken in de richting van
de Foeliestraaf, waar gevestigd wordt de
Zeevaartschool, die tot nu toe was gehuis
vest aan het Kadijksplein, waar tevens voor
een deel is ondergebracht de opleiding voor
den vliegdienst. Ook in dit nieuwe gedeelte
En is de zomeravond mooi
Dan zit hij op een bank.
Hij speelt de luit en jong en oud
Komt luistren naar den klank.
Ze dansen vroolijk om hem heen.
Vergeten hun verdriet.
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
De roemer gaat dan lustig rond
Het wordt een blijde dag
En onder 't dansen klinkt dan wel
Een zachte meisjeslach.
Dan denkt hij aan het volgend jaar
En speelt een bruilofstlied.
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
En zijn de gasten heengegaa..
Dan zit sorhs aan zijn zij
Een mooie vrouw die fluisterend vraagt:
Toe zanger, blijf bij mij.
En toch, waarom? Hij weet niet meer
Waarom hij haar verliet.
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
En als hij maag're Hein ontmoet
Aan 't einde van zijn weg,
Dan legt hij rustig 't moede hoofd
Onder een groene heg.
Zoo reist hij naar de overzij,
Geen angst voor het verschiet.
heeft het Hooge Gezelschap eenigen tijd
vertoefd. Aan Hare Majesteit werd medege
deeld, dat zich 40 jongens voor de opleiding
in den vliegdienst hebben aangemeld, en dat
reeds 12 jongelieden zijn afgestudeerd.
Tenslotte werd nog even het nieuwe oefen
schip op de binnenplaats bezichtigd, welk
schip uit cement is opgetrokken en dat in de
volgende maand bij het 150-jarig bestaan
van de Kweekschool voor de Zeevaart in ge
bruik zal worden gesteld.
Door den voorzitter, van het college van
commissarissen en den commandant werden
koningin en prinses uitgeleide gedaan, na
dat van de overige bestuursleden afscheid
was genomen.
De koninklijke auto's waren inmiddels
voorgekomen en de tocht naar de Dam werd
aanvaard.
Het was tegen vieren toen de stoet op den
Dam aankwam. Onderweg was veel belang
stelling geweest en ook op den Dam was
veel publiek aanwezig.
De kustwacht te Rottumer-
oog heeft gisteren aan het redding
station te Oostmahorn gerappor
teerd, dat zij in de Wester-Eems, ter
hoogte van ton W. F. een stuk van
een mast en een laadboom met gaf
fel boven water had zien uitsteken,
terwijl voorts veel wrakhout in de
nabijheid van genoemde plek rond
dreef.
Het materiaal maakte den indruk, dat het
gezonken vaartuig een betrekkelijk nieuw
schip moet zijn geweest.
Aangezien van het gebeurde niets was
bemerkt, terwijl de kustwacht voortdurend
cp haar post is geweest, neemt men aan.aat
de scheepsramp zich in zeer korten tijd heeft
afgespeeld. De loodsboot van Oostmahorn
bevond zich Woensdagavond om negen uur
nog in het gebied, waarin het schip is ver
gaan, doch ook de bemanning van dit vaar
tuig heeft niets van het geeburde bemerkt
en ook geen noodseinen waargenomen. Met
het oog op het slechte weer was toen de
loodsboot naar Oostmahorn teruggekeerd.
Gistermiddag is op het strand van Schier
monnikoog een wit-geschilderde vlaggestok
aangespoeld, welke waarschijnlijk van het
gezonken schio afkomstig is. Op het eiland
werden thans verdere nasporingen gedaan
naar andere voorwerpen, welke eventueel
aan land zijn gespoeld, alsmede naar de
lijken van de opvarenden
Menschen in zee?
De motorreddingboot „Insulinde" van de
Noord- en Zuidhollandsche Redding Maat
schappij, onder commando van schipper
Toxopeus, is gistermiddag om twaalf uur,
toen het bericht werd ontvangen, naar de
plek des onheils vertrokken. Verder stelde
de reddingboot een onderzoek in naar een
tweede wrak, dat door de kustwacht te Rot-
tumeroog is gesignaleerd. Men heeft name
lijk vanaf het eiland een drijvend wrak waar
genomen. in welks nabijheid zich een
groote sleepboot bevond In de mast kon
men iets zwarts zien en men uitte de ver
onderstelling, dat dit menschen zouden
kunnen zijn.
Gistermiddag om vier uur bevond het
wrak zich in Noord Noord-Oostelijke rich
ting van Rottumeroog. De „Insulinde" sein
de van Borkumeroog dat men niets meer
van het wrak, waarschijnlijk van de „Pool
ster" heeft kunnen vinden. Men veronder
stelde toen, dat het wrak, dat zich nagenoeg
geheel onder water bevond, door een
Duitsche sleepboot inmiddels de Ooster-
Eetns zou zijn opgevaren.
Gisteravond werden verschillende malen
vanuit Oost-Mahorn Groningsche schip-
persfamilies opgebeld, of men iets wist om
trent de bemanning van het Groningsche
motorschip „Poolster", aan boord, waarvan
zich buiten den kapitein Kajuiter nog vier
andere personen bevonden, waarvan één uit
Oostmahorn.
Men stelde zich tenslotte in verbinding
met de Groningsche politie, waar men ver
nam. dat de „Poolster" inderdaad uitge
varen was en reeds Woensdag te Delfzijl
werd verwacht.
Het 223 ton metende schip behoorde toe
aan kapitein R J Kajuiter, wiens 22-jarige
zoon tijdens deze tocht het bevel over het
scheepje voerde.
Tragische mededeeling
Toen den heer Kajuiter Sr. door de po
litie werd medegedeeld, dat een witgeschil
Dat kent de boer
Dat kent de boer
En ook de burger niet.
„Uit", zei de zanger. De toehoorders klap
ten in de handen.
„Geen wonder", zei de jonge vrouw en ze
keek den zanger met haar schitterende
oogen aan, „dat u de menschen tot u treki
als de rattenvanger van Hameien".
Toen stond de dokter op. „Vrienden",
klonk zijn besluit, ,,'t was een prettige mid
dag, maar het is mijn tijd. Ik heb nog een
stevige wandeling voor de borst. Ik ga".
„Ik ook", sprak de mooie vrouw. „Ik ben
reeds veel te laat".
„En ik", zei de zwerver. „Ik ben weer de
gelukkigste van ons drieën. Ik vlei me neer
op het zachte mos, blijf liggen en rust uit"
De dokter nam afscheid. „Dank u, beste
vriend" klonk de wensch van den zanger,
dat ik u spoedig weer mag ontmoeten en
in dezelfde gelukkige omstandigheden
„Hoe durft u zich alleen zoover van de
menschen te wagen in dit eenzame woud?
vroeg de zanger, toen ze met hun beiden
waren achter gebleven.
Ze lachte minachtend. „Ik kan best op
me zelf passen. Ik woon in een huisje bij
den Zwarten Arend".
.Dat is toch een heel eind van hier".
,Ja, maar ik ken het geheele woud. Over
al "zijn schuilplaatsen. Nooit is mij iets ern
stigs overkomen. Dit is mijn eerste groote
avontuur en het zal ook goed afloopen"
„Daarop kunt u vertrouwen Maar waar
om'zou u weggaan? De zon schijnt heet op
de landen, hier is het koel. Zacht ritselt de
derde vlaggestok aangespoeld was, zeide
deze:
Zeg mij maar niets, ik weet al
genoeg, de jongens zijn verdron
ken!" Uit deze verklaring van den
ouden zeerot kan men met groote
waarschijnlijkheid opmaken, dat de
„Poolster" met man en muis is
vergaan.
De beschrijving, die kapitein Kajuiter Sr.
gaf van het bovenste gedeelte van den mast,
komt geheel overeen met de verklaring van
den gezagvoerder van de „Insulinde" den
heer Mees Toxopeus.
Droeve tocht.
De ongerustheid omtrent het lot van de
„Poolster' neemt met het uur toe. Heden
morgen is de reddingboot „Insulinde" op
nieuw uitgevaren naar de plaats, waar men
de masten boven het water heeft zien uitste
ken. Aan boord bevinden zich eenige perso
nen die de „Poolster" kennen, om te trach
ten vast te stellen of het gevonden wrak
inderdaad van genoemd schip is.
De „Poolster" is een 3 mast-schoener met
een 150 P. K. Deutzlcompresorlooze Die
sel motor en meet bruto 223 ton. Het schip
is in 1917 bij de Scheveningsche scheeps
bouw Mij. gebouwd en had een certificaat
van den- Germaanschen Lloyd voor de At
lantische vaart. Het schip was alleszins
zeewaardig, een vaartuig, dat men in des
kundige kringen een „goed schip" noemt.
Wanneer de „Poolster" inderdaad in de
Waddenzee is gebleven, dan moet dit wel
worden toegeschreven aan het feit, dat door
het jplotseling uitschieten van den noord-
westerstorm de zee ter plaatse zoo hol is ge
weest als sinds menschenheugenis niet is
voorgekomen. De „Poolster" kwam van
Engeland zonder lading en was op weg
naar Groningen om nieuwe lading te halen.
Behalve de kapitein, den 22-jarige J. Ka
juiter, ongehuwd, uit Groningen, bevonden
zich nog aan boord de 27-jarige stuurman
H. Woris uit Groningen, de 24-jarige ge
huwde matroos Z. Veenstra eveneens uit
Groningen, de ongehuwde 18-jarige motor-
drijver M. Vtllenhove uit Zuidbroek en de
eveneens ongehuwde 18-jarige Kok-lichtma
troos Th. Haima uit Anjum. Allen werden
op 3 September van dit jaar te Groningen
gemonsterd.
a.b. Hr. Ms. Hertog-Hendrik. Donderdag.
In den vroegen ochtend van heden, Donder
dag, waait er nog een stevige bries, en er is
op de Noordzee nog zooveel deining, dat
ook dezen ochtend de schietoefeningen op de
varende schijf van de Gelderland worden af
gelast.
Eenzelfde lot moest de kruiseroefening
ondergaan, waarvan de opzet reeds werd
gemeld; dit deel van het programma verviel
in hoofdzaak om het bezwaar, dat in het lan-
ceeren van torpedo's bij hoogen golfslag is
gelegen. Uitstel van deze oefening tot beter
tij was niet mogelijk; het hoofdnummer van
het programma dat tegen hedenavond was
vastgesteld, zou daardoor in de verdrukking
zijn gekomen.
Van de Gelderland keerden wij gisterna
middag per motorsloep naar de Hertog Hen
drik terug, een tochtje dat ons een klein
denkbeeld verschafte van de omstandigheden
waaronder onze „helden der zee" per sloep
erop uittrekken, wanneer de storm op de
Haaksgronden een schipbreuk of stranding
heeft teweeggebracht. Het motorsloepje slin
gerde naar alle richtingen en de golfdouches
stortten zich met kracht uit over dengene van
ons drietal passagiers, die het zou wagen
zijn hoofd' buiten den kap van het bootje te
steken, wat niet wegnam dat het sloepje on
verstoorbaar voorttufte en zonder scherven
of stukken zijn doel bereikte. Dan volgt een
klauterpartij langs de touwladder en je bent
weer „binnen" op een statigen oorlogsbo
dem".
Tegen den middag klaart het weer merk
waardig op.
Wij zetten nu onze troeven op het spel van
hedenavond. Dan gdat er niets meer of min
der dan een schijnoorlog uitbreken tusschen
twee mogendheden, die wij weder onder
scheiden in „rood" en „blauw".
De tot de stelling van den Helder behoo-
rende blauwe scheepsmacht is daar ter
plaatse gestationneerd en zij bestaat uit be-
wakittgs- en onderzoekingsvaartuigen, alsme
de Hr. Ms. Douwe Aukes. Commandant is
de schout-bij-nacht Kruys, stelling comman
dant van Den Helder, terwijl „rood" wordt
treleid door kolonel Dikkers van de Gelder
land.
De Gelderland, de Hertog Hendrik, de
wind door de bladeren. De vogels zingen en
fluiten boven onze hoofden. Anders is alles
stil en niemand zal ons storen. Alleen in t
woud. Wij beiden alleen".
„Neen", zei ze. „Ik moet gaan. Ik heb an
dere plichten. Al is u oud, uw hart schijnt
)0"ts dat geen groot geluk?" antwoordde
hij. „Oudere mannen zijn beter te vertrou
wen, heeft u zelf gezegd'.
Ze bloosde. „Ja. En toch. Waarom? Hij
weet het, waarom hij haai verliet".
„Vrouwen zijn veranderlijk. Een oude
waarheid", zuchtte de zwerver.
Vaarwel".
"Vaarwel of tot weerziens". Hij keerde
haar den rug toe, strekte zich uit op het
mos, het hoofd op den arm en sliep.
De hond ging naast zijn meester liggen.
Eenige minuten later keek hij spiedend om
zich heen en begaf zich eveneens op pad
HOOFDSTUK VI.
De avond begon te vallen. Op den top van
een hoogen heuvel, te midden van wild
struikgewas, lag een man op den rug naar
den hemel te staren.
Langzamerhand verflauwden de omtrek
ken der boomen en de groen begroeide stuk
ken van een brokstuk bouwvallige muur. Bo
ven hem begonnen de sterren te fonkelen.
Venus, de Groote Beer, de Kleine Beer, en
van het zuidwesten naar het noordoosten de
sterrenbeelden de Schutter, de Zwaan, Cas
siopeia, Perseus en de Wagenman, waar
doorheen tal van lichtende sterren, groot en
klein, de Melkweg. Dan ziet hij Mars ver in
Wat zij al innam, niets hielp.
Hoe zij tenslotte beter werd.
„Sinds heel lang was ik lijdende aan
storingen in mijn spijsvertering, in die mate
dat het mij onmogelijk was, wat ik al in
nam, om mijn constipatie kwijt te raken.
Sinds ik aan de Kruschen Salts-kuur begon
nen ben, gaat het veel beter en daarom wil
ik mijn bewondering uitspreken over de
goede werking van Uw Kruschen Salts. Ik
zal Kruschen Salts dan ook aan al mijn
kennissen en familie aanraden."
Mej. P. S. te A.
De zes zouten in Kruschen Salts zijn het
recept van de natuur zelf om de afvoeror-
gar •en goed te laten werken om eiken dag
zachtjes maar zeker alle vergiftige afval
stoffen uit het lichaam te verwijderen. Zoo
doende wordt Uw organisme vrij gehouden
van alle onzuiverheden, welke, indien ze
zich kunnen ophoopen, den algeheelen ge
zondheidstoestand schaden. Begin morgen
met de „kleine dagelijksche dosis" Kruschen
en zet daarmee den eersten stap op den
weg naar volmaakte gezondheid. Stralende
gezondheid voor één cent per dag.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten k 0.90 en
1.60 per flacon, omzetbelasting inbegre
pen. Let op, dat op het etiket op de flesch
zoowel als op de buitenverpakking de naam
Rowntree Handels Maatschappij voorkomt.
torpedóbooten G 13 en G 15 en de jager Z 5
vormen de roode scheepsmacht, welke in den
namiddag van heden buiten zicht in Den
Helder is verkend.
Wat „rood" van plan is weten we wel,
maar vertellen wij (nog) niet. Doch „blauw"
houdt rekening met de mogelijkheid, dat men
in den nacht het zeegat van Texel wil forcee-
ren en een landing in het stellinggebied on
dernemen, met een eventueele beschieting in
de Marine-etablissementen.
Men dient hierbij te bedenken, dat er in de
Noordzee drie vaargeulen naar de zeestraat
tusschen Texel en den kop van Noordhol-
land leiden: het z.g. Molengat, westelijk
langs Texel, het westgat (van West naar
Oost loopende) en het Schulpengat. In het
Westgat ligt een drempel, die den toegang
voor groote schepen gevaarlijk maakt en die
in oorlogstijd spoedig genoeg onoverkomelijk
is te maken.
Wij concentreeren onze aandacht dus voor
namelijk op het Molengat en het Schulpen
gat.
Dat „rood" te kampen zal krijgen met mij
nen en kustverdedigingsgeschut ligt op z'n
zachtst gezegd voor de hand; evenzeer dat
„blauw" met zoeklichten enz. zal trachten,
een verrassing in den avond of nacht te voor
komen.
En thans begeven wij ons per motorsloep
naarhet ons vijandelijke gebied van Den
Helder om er dezen brief te posten, in de
hoop dat de censuur hem niet te pakken za!
krijgen en dat wij straks onopgemerkt, nog
bij klaarlichten dag, naar de aanvallende
partij kunnen terugkeeren.
DAME DOOR AUTO GEDOOD.
Verkeersongeval te Nijmegen.
In den namiddag van gisteren heeft op den
Oranjesingel te Nijmegen een doodelijk onge
luk plaats gehad. De chauffeur C. M. W. uit
Ubbergen kwam in groote vaart met zijn auto
den Singel oprijden, toen een omstreeks 50-
jarige dame den weg wilde oversteken.
Zij werd door den wagen gegrepen en bij
na op slag gedood. De politie heeft de auto
in beslag genomen.
Het stoffelijk overschot van de dame,
waarvan de identiteit nog niet kon worden
vastgesteld, is naar het Sint Canisiuszieken-
huis te Nijmegen vervoerd.
het Oosten. Mars: en zijn gedachten keeren
terug tot den koning van Zweden. Gustaaf
Adolf was werkelijk met zijn geheele krijgs
macht opgetrokken naar Berlijn. Hij stelde
het leger in slagorde en liet de stukken zoo
plaatsen, dat ze de stad bestreken Door een
trompetter liet hij melden dat men de poor
ten moest openen. Gebeurde dit niet, dan
zou er een rechtmatige verontschuldiging
zijn voor 'bestorming, plundering en bloed
vergieten 1)
De koning had er bij gevoegd, dat hij door
zijn zwager niet slechter behandeld wensch
te te worden dan de keizerlijken.
Er ontstond groote schrik in de stad. Het
dreigement had geholpen. De poorten gin
gen open. De keurvorst teekende een ver
drag, waarin hij afstand deed van Spandau,
van Küstrin en bovendien beloofde, maan
delijks 30.000 daalders te betalen voor on
derhoud van het Zweedsche leger.
's Avonds werd buiten tafel gehouden. De
beide vorsten waren aanwezig. Een groot
feest volgde. De bloem van den Berlijnschen
adel met hun dames verscheen. Maar de
mooiste van allen was Marion geweest. Zij
was de verwezenlijking van den schoonsten
droom, die een man ooit zou kunnen droo-
men. Nooit had hij gedacht dat een vrouw
zoo op een bovenaardsche verschijning zou
kunnen gelijken als Marion in haar feest
kleed, een gedicht van lichtgrijze zijde en
zilveren kant, en omsluitend haar sierlijke
slanke gestalte, een prinses uit een sprookje.
1) Rikskansleren Axel Oxenstierna's
Skrifter.
(Wordt vervolgd).