Kruschen Salts
WAARSCHUWING.
Prov. Congres Vrijz. Hervormden.
SiCmuieuws
nieuw deviezenproces tegen
geestelijken.
een der overvallen duitsche
studenten overleden.
Kerk en School
Rede van ds. Poldervaart uit Naarden
over „Ongeloot en onze beweging".
DE MATROZENBRUID.
Roxy-Theater.
DIE STIMME DER LIEBE EN
V OORT VLUCHTIGEN.
Victoria-Theater.
Het is gebleken, dat hier en daar in het buitenland door opkoroirs
met Kruschen Salta geknoeid is. De fabrikanten waarschuwen daarom
het publiek, Kruschen Salts in geen geval te koopen onder buitenlandsch
etiquet, doch uitsluitend in den alom bekenden poedervorm in onge
schonden Hollandsche verpakking, terwijl de naam N.V. Rowntree
Handels Maatschappij zoowel op de verpakking als op 'het etiquet
gedrukt moet zijn. Alleen bij dit echte Kruschen Salts zult U baat vinden
E. GRIFFITHS HUGHES Ltd., MANCHESTER, Opgericht 1756.
Voor de spoedrechtbank te Berlijn is he-
<jén een proces begonnen tegen den 52-jari-
„en pater Johann Seiwert en den 51-jarigen
|roeder Heinricht Lorenz uit Limburg aan
de Lahn, die beschuldigd worden van het
smokkel^1 van deviezen tot een waarde van
j 00 000 R-M. Zij hebben, aldus luidt de be-
-chuldiginR- voor den bouw van een kerk en
n seminarium in Nederland een leening
m 30O.OOO gulden opgenomen. Deze obli-
eatiet zijn teruggekocht door middel van
raar het buitenland gesmokkelde deviezen.
I> hoofdbeklaagde, Seiwert, verklaarde,
dat hij gemeend had, dat alles langs legar
len weg geschiedde. De president las daar
op een brief voor, waarin aan Seiwert ge
heimhouding was opgelegd.
De Duitsche student die te Petsj (Roeme
nië) bij een overval van anti-fascisten ge
wond was, is in het ziekenhuis overleden.
Tn aanslalb doch een ongeluk.
In «rband met het bericht, volgens het
welk een Duitsch student te Petsj door anti-
twcisten was gewond, heeft de Duitsche le-
j Belgrado een dokter naar Petsj ge-
zonden tot net instellen van een onderzoek.
Ut de mededeelingen van dezen arts is thans
gebleken, dat hier niet sprake is van een
aanslag, doch van een ongeval
Toen de Duitsche studenten met hun Zuid-
slavische rondgeleiders in een autobus uit
FWsj zouden vertrekken, hadden zich op het
marktplein eenige anti-fascistische studenten
verzameld, die met tomaten naar de bus
wierp en „Weg met het fascisme!" riepen.
Een der gastheeren trok een revolver en loste
door het open raam een schot ter afschrik
king. Juist op dat oogenbli'k echter gaf de
chauffeur vol gas, met het gevolg, dat de re
volver opnieuw afging en het schot den Duit-
scher Mackensen in de zijde trof, doordat de
Zuidslavische student het wapen reeds had
laten zakken.
Zei mij in welk blad Uwe advertentie
staat en ik zal U zefgen wie gij zijt.
Het evangelie een kracht ter
redding van de wereld.
Gisteravond hield de vereeniging van vrij
zinnige hervormden in Noordholland haar
provinciaal congres in het gebouw De Unie
aan de Koorstraat.
De bijeenkomst werd geopend met het ge
zamenlijk staande zingen van Gez. 2 :1.
De v 0 0 r z i 11 e r, de heer van der
S1 u ij s te Landsmeer, achtte een congres
als dit een bevordering van het saamhoorig-
heidsgevoel en een goed middel tot vergroo
ting der organisatie. Het speet hem alleen
maar dat de zaal niet te klein was gebleken
Spr. deelde mede, dat ds. Baar wegens
ziekte verhinderd was de vergadering te pre-
sideem. Spr. las een schrijven van hem
voor, waarin de beste wenschen voor hel
welslagen der vergadering werden uitge
sproken.
Den secretaris, ds. Deetman,
werd verzocht den dank van het congres
over te brengen met de hoop op spoedig her
stel.
Om half 7 kwam het herv. knapenkoor
binnen, om onder leiding van den dirceteur,
Corn Jonker, een drietal liederen te
zingen. Helder en zuiver klonken de frissche
jongensstemmen en een dankbaar applaus
klonk na elk nummer en een herhaling van
net „Gloria in excelcis Deo" werd afge
dwongen.
De voorzitter bracht den heer Jon
ker en den jongens hartelijk dank voor dit
optreden, de hoop uitsprekend, dat de jeug
dige zangers, volwassen zijnde, trouwe kerk
zangers zullen blijven en dan een goeden
steun zullen blijken voor den kerkzang.
Ons geloof en onze beweging.
Hierna was het woord aan ds. J. P C.
ol dervaart, herv. pred. te Naarden,
met het onderwerp „Ons geloof en onze be-
*eging". F
Spr. stelde voorop, dat hij niet zou spre-
stn over theologisüie vraagstukken, maar
leen over „onze beweging'bezien uit het
°°gpunt van geloof, dus niet over ons ge-
l0°i 1 n onze beweging, al zou ook daar-
over zeer zeker een rede op haar plaats kun
nen zijn. Spr. wilde dus de vraag beschou
wen hoe de beweging is en hoe zij zou moe-
ten zijn.
Ter wille van de waarheid zoo vervolg-
:e spr. moet gezegd worden, dat er vaak
veel deining in de beweging is, veroor
zaakt door iets waarmee God noch gods-
j'enst iets te maken heeft. Het geloof moet
e diepste grond, de stuwende kracht van
nze beweging zijn en dan eerst heeft zij
aarde. Als het geloof zich in haar niet kan
den, moet herziening volgen. Is dit wel het
«eval, dan weten wij, dat God en Zijn licht
waarheid er achter staan. Het vrijzinnig
p'o°f meende spr. in dezen kring niet nader
e behoeven te omschrijven. Er is veel diffe-
-5{die in aanvoelen en gedachten, maar
en 8temmen daarin overeen, dat zij buigen
or God en Zijn evangelie en niet voor
i 'esters en schriftgeleerden.
ue bezielende kracht van het geloof stelde
Pf. vast. Een profetische bezieling moet
;anwezig zijn en dat stuwt naar getuigenis
,n gemeenschap en wekt zendingsdrang in
öi waren zin. Mist onze vroomheid roe-
P'ngsbesef, dan ligt dat niet aan het geloof,
waar aan ons zelf en aan de zwakte van onze
roomheid. Spr. haalde 'n uitlating van prof.
oessingh aan, waarin o.a. gezegd werd,
at wij niet klaar zijn voor de geestelijke si-
uatie waarin wij ons bevinden. Spr. wilde
e8gen, dat in dat geval slechts eén ant-
°oid mogelijk is: ons geloof is niet sterk
genoeg, wij moeten een innerlijke bekeering
ondergaan.
tel, '8 ze' 8Pr- een groot individueel
kort aan levend geloof en verantwoordelijk-
hl' gev°dl en wij hebben de hand in eigen
"oozem te steken.
n e'e banden binden ons aan de herv. kerk,
ar allereerst moeten wij er zoeken ge
meenschap met God en met elkaar, wij moe
ten er onze religie uitdragen en ons bewust
zijn dat wij lidmaten en niet slechts leden
der kerk zijn, d w z. organisch ermee en met
elkander verbonden. Dan wordt de kerk een
krachtcentrale voor het christendom.
Maar wat geeft de werkelijkheid in vele
plaatsen te zien? Onze beweging is meer
malen slechts een matte stroom of zelfs een
stilstaand watertje. Zoeken wij in het ge
bed de kracht om het beter te maken?
Noordholland, vanouds de vrijz. provincie
welk beeld geeft het te zien op kerkelijk
gebied? Hoeveel predikants-vacatures zijn er
niet, en gebeurt het wel niet eens, dat een
godsdienstoefening niet kan doorgaan we
gens gebrek aan belangstelling? Van ware
vrijzinnigheid blijkt meermalen niets. Noodig
U in elke gemeente 'n „kerkwacht" om te zor
gen dat beter worde beheerd het erfdeel der
vaderen.
Hoevele zoogenaamde vrijzinnigen spreken
over de orthodoxen als de „vromen" of
„christenen?" Zijn wij niet christelijk of niet
vroom? Zeker wel! En onze waarheid heeft
haar oorsprong in het allerheiligste, waarin
ieder zijn eigen priester moet zijn en God
dienen.
Spr. vroeg: gaan wij gebukt onder de vaak
slechte toestanden in de kerk in Noordhol
land? Waar is de gloed van onze heilige
overtuiging? Spr. wist van vrijzinnige ouder
lingen, die zeiden 't eens met een orthodoxen
predikant te willen probeeren wat zegt
men van dergelijke vrijzinnigheid?
Gelukkig zijn er ook andere voorbeelden
te noemen, maar toch is het wel waar, dat
er vaak te weinig daadkracht in ons geloof
wordt gevonden, dat er is een gemis van
roepingsoesef. En dan te weten, dat dit besef
zoo sterk zou kunnen zijn als de orthodoxie
nimmer zal kunnen wordenMaar dan moet
ons geloof ons eerst bezitten. Dan zal
onze beweging kunnen worden een alles om
vattende beweging, die invloed kan uitoefe
nen op de massa.
De invloed der kerk op het volksleven is
niet vermeerderd in de laatste decenniën en
deze menschen, die zijn weggeëbd, zullen
zeker niet door de orthodoxie kunnen worden
terug gewonnen. Het zal alleen aan de vrij
zinnigen kunnen gelukken.
Onze positie in de herv. kerk, welke wij
willen behouden is benard, erger dan wij
soms wel willen erkennen. Daar is werk
voor onze vrijzinnige beweging, om het
zuivere, reddende evangelie te brengen voor
individu en gemeenschap.
Kerkelijke strijd wordt ons opgelegd, een
strijd welken wij niet willen voeren uit lief
de voor dien strijd. Wij mogen hem echter
niet afwijzen op welke gronden ook (spr.
gaf deze aan), want de kerk gaat te gronde
aan het onttrekken aan dien strijd.
Ónze organisatie moet daarom sterk zijn,
opdat de kerk behouden blijft voor men
schen met verschillende godsdienstige over
tuiging.
Kan in die eene kerk, ondanks alle ver
schil, verwantschap genoeg worden gevon-
dèn, om gezamenlijk te strijden?
Er is een orthodoxie, waar spreker zich te
genover zou wil|en stellen en kan ver
draagzaamheid hier niet leiden tot karakter
loosheid? Moet men de orthodoxe minder
heden erkennen, ook als de kerk er door
verloren dreigt te gaan?
Gevoelen wij onze roeping, dan zullen wij
pal staan tegenover alles wat erdoor be
dreigd wordt.
Örthodoxen als genoemd moeten wij trach-
te te bekearen en, als dat niet gaat, bestrij
den, omdat zij stellingen verkondigen, waar
tegen elke verdraagzaamheid verkeerd zou
zijn.
Zij verhinderen datgene wat ons steecis
méér wordt als geloofseisch. Spreker haalde
in dit verband aan woorden van prof. Vis-
scher en prof Haitjema als verdedigers van
de orthodoxie, en hij stelde vast, dat daai
sterke fierheid tegenover mag worden ge
steld, omdat wij niet maar willen worden
geduld in de kerk.
Wij mogen in den kerkelijken strijd niet
bijziende worden, wij moeten door de kerk
de wereld zien. De kerk noch onze bewe
ging mag wegzinken in richtingstrijd; de
kerk mag niet zwijgen daar waar een krach
tig getuigenis mag worden verwacht. Niet
een dogma, niet een leer is de draagkracht
van het christendom, daden zijn noodig.
Ons vrijzinnig christendom heeft voor te
bereiden het verlossende evangelie, zei spr.
met prof. Roessingh. Wij hebben onze roe
ping in de wereld niet aangedurfd, maar
als de kerk van Christus haar oproep laat
hooren, voelen wij dit als een roeping, spe
ciaal tot ons vrijzinig christendom.
Maar niet allereerst de kerk moet wor
den gereorganiseerd, maar wij zeiven, en
dan zal de Christus komen met Zijn kracht.
Er is een drang naar geloof, zei spreker, en
er moet een einde komen aan de halfslach
tigheid van de hervormde kerk, welke wil
dat religie slechts privaatzaak is. Wij moe
ten vervuld worden met Gods geest,
er moet worden gewekt een geloof, dat
wil werken in de wereld, onze persoonlijke
religie moet groeien tot een sociale religie.
En als het vrijz. protestantisme zich daar
aan onttrekt, zal haar het Koninklijk wor
den ontnomen.
Alle brandende vragen van dezen tijd zijn
in wezen geloofsvragen,* daarom mogen wij
ons niet vergenoegen met 'n persoonlijk ge
loof. Het evangelie is een kracht ter red
ding van de wereld, wij behooren krachtens
onze roeping vooraan te staan in het
brengen van het evangelie aan de wereld-in-
nood, gebouwd op winstbejag en heerschen.
De kerk, onze kerk, heeft een laatste
kans; van haar wordt, naar het woord van
dr. Roessingh, veel verwacht en veel ge
vraagd.
In de pauze werd door mej. mr. Klomp,
leidster van den V. P. R. O., namens de
propaganda-commissie dezer vereeniging een
beroep op de vrijz.-hervormden gedaan om
belangstelling te vragen voor de uitzen
dingen en de organisatie
Na de pauze gaf de voorzitter ge
legenheid tot
Gedachtenwisseling.
Ds. Met, van Zaandam, kwam er tegen
op, als zou de vrijz.-herv. beweging het
sociologische hebben verwaarloosd en daar
door in de positie gekomen als die van
thans. Spr. stelde hiertegenover, dat hij in
zijn gemeente niet den invloed had kunnen
merken van zijn voorganger ds. Bax, die
toch wel sterk had gewerkt in sociologische
richting. Spr. stelde vist, dat de menschen
nu eenmaal niet ter kerk gaan.
Ds. van der Poel (Den Helder) gaf
toe, dat de vrijz.-herv. te weinig gaan op
sociaal terrein, maar vreesde, dat tengevolge
van een beweging in die richting ook scheu
ring zou kunnen ontstaan. Als het de vrijz.-
herv. wordt ten laste gelegd, is toch niet
alleen het vrijz. beginsel in dien zin te kort
geschoten, maar de heele kerk in al haar
richtingen. Tot voorzichtigheid meende spr.
te moeten aanmanen.
Ds. A r i s (Amsterdam) stelde vast, dat
ds. Poldervaart in zijn rede inderdaad het
geloofsleven had geraakt. Jammer vond spr.
net, dat er niet meer luisteraars waren en
daarom gaf hij aan op welke wijze zulks
ten goede zou kunnen veranderen.
Wat de rede aangaat, zei spr., dat er door
de vrijzinnigen radicale fouten zijn begaan
in de wijze van verkondigen van de Bood
schap. De vrijzinnigheid heeft in de vorige
eeuw gezegd: „men moet het in zichzelf
zoeken en vinden'' en „het zit niet in het
kerkgaan" en het is wel goed dat het
gezegd is, maar oogsten wij nu niet wa'
gezaaid is? Onze icui was onze eenzijdig
heid in dezen, al had spr. groot respect voor
wat de vrijzinnige vaderen hebben gedaan
en geriskeerd.
De menschen hebben in de kerk niet het
gemeenschappelijke gekregen en daardoor is
het gemeenschapsleven op ander terrein
gezocht, vaak in de politiek. Vandaar waar
schijnlijk het groote aantal politieke predi
kanten.
Spr. geloofde, dat men moet vragen of
men kerkelijk dan wel sectarisch voelt,
m. a. w. als deel van een historische ge
meenschap of als deel van een bepaalde
groep, die denkt als één bepaald persoon.
Onze taak is als kerk te letten op het heele
volk en den staat, wij moeten als kerk zor
gen, dat de gedachte van het volk erin
komt en moeten critisch staan tegenover den
staat. Spr. wekte op om zich te voelen als
een stuk van het geheel dan zal dit de
kerk ten goede komen. Vele menschen zijn
onkerkelijk, niet omdat zij van de kerk niet
willen weten, maar omdat de kerk te weinig
kerk is.
Ds. kastein (Haarlem) ging in op het
geen ds. Poldervaart had gezegd over het
critische karakter van het vrijz.-hervormde
christendom. Niet allen zijn daarvan ge
diend, omdat zij nog eigenlijk vast zitten
aan het dogma. Voor den vrijzinnigen pre
dikant is in dezen voorzichtigheid geboden^
omdat anders zoo licht gezegd wordt:
„Wat gelooft die dominé eigenlijk?"
Ds. Poldervaart beantwoordde de
debaters. Hij was dankbaar, dat men de
hoofdzaak van zijn referaat niet had aange
vallen.
Spr. zei tot ds. Met, dat hij niet had ge
sproken over het socialisme, toen hij het
had over sociologischen durf. Het gaat er
om een levende gemeenschap te vormen tus-
s-chen kerk en volk: het middel daartoe kan
spr niet geven, het moet komen van Chris
tus, door het geloof, dan komt de rest van-
/e'spr. zou niets op den voorgrond willen
plaatsen, alles moet in ons zelf worden ge-
schapen, omdat alle maakwerk weer de
kiemen van verval in zich draagt Iets van
den Heiligen Geest moet vaardig over ons
worden.
Spr. was het ermee eens. dat er een
nieuwe tegenstelling is: kerkelijk of secta
risch. Wij mogen niet bevreesd zijn voor
consekwenties.
Tegenover orthodoxen, die iets beginnen
te voeler voor het dynamische van het vrijz.
geloof, zou spr. altijd tegemoetkomend
zijn, evenals ds Kastein.
Met het oog op het gevorderde uur moest
spr. zich erg bekorten in zijn repliek.
De voorzitter bracht in zijn slot
woord spreker en debaters dank en beloofde
ds. Aris, dat zijn wenken in het bestuur zul
len worden besproken.
Na gemeenschappelijken zang van Gez.
246 3 ging de vergadering uiteen.
De titel laat omtrent het milieu waarin
de film zich afspeelt al heel weinig twijfel
meer over. Lew Ayres is als Larry matroos
aan boord van 'n Amerikaanschen kruiser,
die bij Shanghai het anker zal laten vallen.
Larry's vrienden, een illustre tweetal, doen
hopelooze pogingen Larry van boord te
krijgen om te gaan passagieren. Hij beweert
te studeeren, doch later bezwijkt hij toch
voor de verleiding. Al heel gauw komt hij
dan in aanraking met een cabaret-sterretje
(Alice Taye). Zijn aanvankelijke pogingen,
hoewel onbeholpen, blijken uiteindelijk
toch succes te hebben. Het resultaat van
een en ander is dat Larry na den passagier-
tijd hopeloos verliefd is geworden op Jean
en met trouwplannen rondloopt. Hier ko
men echter zijn vrienden een spaak in het
wiel steken, daar zij noode kunnen zien
dat Larry hen in den steek zal laten. Een
brief van Larry aan Jean wordt onder
schept en door de heeren zelf geschreven.
Het eenige resultaat dat ze bereiken is dat
Jean na beëindiging van haar contract
Shanghai ijlings in den steek laat en naar
Los Angeles trekt, terwijl Larry, die geen
enkele brief meer had ontvangen, onbe
wust van haar komst zijn leed in het gezel
schap van anderen vergeet. Ondanks hun
toede bedoelingen komen de plannen van
arry's vrienden precies verkeerd uit.
Jean treft hem aan met een andere gelief
de en de moeilijkheden die dan ontstaan
lijken schier onoverkomelijk. Men kan
evenwel zien hoe desondanks de ware lief
de weer alles overwint!
Het is als geheel een vroolijk stuk hu
mor, waarbij vooral Larry's vrienden onuit
puttelijk blijken in hun ondeugende streken
en ondanks de noodige val- en stomppar-
tijen steeds weer zonder letsel uit de di
verse strijdperken te voorschijn treden.
In het voorprogramma gaan behalve het
journaal een tweetal schetsen „Uit het le
ven van een Cameraman", waarin we de
meest roekelooze staaltjes van autorijden
te zien krijgen, en verder een aardig tee
kenfilmpje.
CITY-THEATER.
De vroolijke scheiding.
Wanneer Fred Astaire een hoofdrol ver
tolkt, dan kan men er voor bijna 100 op
rekenen, dat het accent a priori gelegen is
in den dans. Immers, deze weergalooze
Amerikaansche gigolo, die door zijn dansen
een wereld-beroemdheid is geworden, zou
zich niet die plaats in de filmwereld hebben
verworven, als het leeuwen-aandeel van zijn
succes niet zat in zijn ongelooflijke lenig
heid, waarmee hij zijn talrijke danspassen
ten uitvoer brengt. Maar daarnaast is hij
ook een zeer acceptabel filmacteur, aan wien
een hoofdrol zooals bedoeld in „Gay Di-
vorche", ten volle is toevertrouwd.
Wanneer de film zich gaat ontrollen, zien
we Guy Holdep (Fred Astaire) met een
vriend in een of andere cabaret. Zij laten
zich het fijne dineetje goed smaken, doch 0
schrik, geen van beiden is in staat om na af
loop van den maaltijd de rekening te beta
len. Er wordt echter een oplossing gevon
den in dien zin, dat Guy Holden eenige
dansnummers ten beste zal geven, hetgeen
selbstverstandlich beteekent een enorm suc
ces. Zoo wordt deze rekening vereffend.
Dan staan de vrienden op het punt een reis
naar Schotland te maken, doch plotseling
ontvangt de advocaat Egbert een telegram
van zijn vader, die ook advocaat is, waarin
hij zijn zoon gelast, zijn praktijk voor 011-
öepaalden tijd over te nemen. Weg schoone
illusie van Schotsche Hooglanden.
Het ergste is echter, dat er klanten komen
op het advocatenbureau, want nu weet Eg-
bert geen raad, hoe moet hij b.v. een schei
ding tot stand brengen, als een allerchar-
mantst meisje hem daarom verzoekt
Door een of andere omstandigheid is nu
bedoeld mevrouwtje juist het meisje waar
voor Fred al maanden en maanden in aan
bidding ligt, en van wie hij alleen weet,
hoe ze uit ziet, naam, en adres blijven hem
vooralsnog onbekend en hij ziet den toe
stand hopeloos in.
Om de scheiding zoo gunstig mogelijk te
laten verloopen, adviseert Egbert Mimi
(met haar tante) naar een badplaats te
trekken, alwaar op een slinksche wijze de
wettige echtgenoot zal worden duidelijk ge
maakt dat zijn vrouw inderdaad op zeer in
tieme wijze met andere mannen omgaat.
Voor het echter zoover is, komt er nogal
een en ander kijken. Fred, die ten einde raad
is, omdat hij het meisje van zijn droomen
niet kan vinden, weet qp het moment, dat
hij haar ziet in het hotel, waar hij logeert,
geen woord van verbazing uit te brengen
en als hij dan eindelijk bekomen is van ver
bazing, is „zijn" Mimi spoorloos verdwenen.
Dan volgt een wilde jacht, waarbij Fred ze
geviert.
Steeds hechter wordt dan de vriendschap
en onafhankelijk van een scheidingsproces,
besluit Fred en Mimi te trouwen. Hetgeen
zooveel wil zeggen als een onafgebroken
reeks dolle situaties, welke aan deze trouw
partij vooraf gaat.
We willen echter de spanning niet weg
nemen door op deze plaats reeds nu de op
lossing zwart op wit te zetten en laten het
happy end gaarne aan de fantasie van de
ongetwijfeld talrijke toeschouwers over. Het
is een film, waarin heel veel gedanst wordt,
maar dan ook op een wijze als slechts een
Fred Astaire alleen in staat is. Hij vormt
inderdaad het glanspunt van de film
Een goed verzorgd voorprogramma gaat
deze film vooraf. Wij noemen Ufa nieuws,
een grappig teekenfilmpje: „The little king"
en een alleszins aanvaardbare filmklucht:
„Je moet maar boffen", het geheel op waar
dige manier conipleteerend.
De bezoekers van het Victoria-Theater
worden deze week vergast op een zeer uit
gebreid programma, dat naast een tweetal
journaals (Éclair en Polygoon) een paar
hoofdnummers brengt, die van alles geven
wat men maar gaarne ziet, n.1. spanning,
sensatie, humor, muziek, fraaien zang, enz.
In: „Die Stemme der Liebe" vervult de
bekende zanger Marcel Wittrisch de hoofd
rol en dat men dientengevolge van prach
tig zingen, mooie liederen en mooie mu
ziek kan genieten spreekt van zelf. Wit-
trisch is een buitengewoon bekend en ge
liefd artist en velen zullen hem met genoe
gen in deze film hooren en zien. Hij ver
vult in Stimme der Liebe de rol van den
tenor Peter Ekhardt. De dames hebben bij
zondere sympathie voor Peter, maar dat
geldt volgens hem alleen zijn stem. Hij
heeft zijn huis voor alle vrouwen gesloten.
Maar dan wordt hij benoemd tot leeraar
van de meisjesklasse aan het conservato
rium. Een der meisjes, Claire von Romberg,
weet door een list in Peter's woning door
te dringen. Peter geeft zich uit voor den
knecht Seppl, en Claire, die wel beter
weet, doet net of zij alles gelooft. Zij stelt
zich voor als nicht Marie en beide amusee
ren zich uitstekend. Als op het kasteel van
Claires' oom een concert wordt gegeven,
waar Peter ook zingt, ontmoet hij daar
Claire opnieuw, die echter volhoudt, dat zij
hem vroeger nooit heeft gezien. Maar alles
komt terecht met medewerking van den
knecht Seppl, die een engagement heeft af
gesloten om in een badplaats op te treden
in één van Peters' mooiste rollen. Dit
dreigt voor Seppl een debacle te worden,
maar Peter komt op 't juiste moment in de
badplaats om dan zelf zijn rol te zingen,
waarna de verbintenis met Claire niet lang
meer op zich laat wachten. Een echte
amusementsfilm met pracht zang van Wit
trisch, en uitstekend spel van Maria Beling
(Claire). Oscar Sima en Kurt Vespermann
(Seppl).
„Voortvluchtigen" geeft een der meest
sensationeele reizen van de groote autobus
van New-York naar de Westkust. Tot de
passagiers behoort in de eerste plaats Let-
ty Morris, een revue-girl, die wil vluchten
voor de attenties van den bende-leider
Legs. Maar deze volgt haar in de bus. On
derweg weet Paul Porten ook een plaats in
de bus te bemachtigen. Paul is bij een door
hem geleide opstand uit de gevangenis ont
snapt en wordt met groote ijver gezocht.
Zijn avonturen met Letty op den grooten
bustocht vormen de groote sensatie van
deze film: Een geweldige sneeuwstorm,
waarbij een autobus met schoolkinderen in
de sneeuw dreigt te verongelukken, geeft
Paul alle gelegenheid zich een dapper en
moedig man te toonen. Zijn veroordeeling
indertijd berustte ook op een vergissing.
Hij had niet gedood, maar slechts uit zelf
verdediging gehandeld. Toch wordt Paul
ten slotte opnieuw gearresteerd, maar de
ouders der geredde kinderen weten Paul's
■"rijheid te verkrijgen, zoodat hij als vrij
man met Letty een nieuw leven kan be
ginnen.
Robert Montgomery en Madge Evans
hebben deze film uitstekend gespeeld even
als de andere sterk getypeerde medewer
kenden. Men zal de avonturen in de groote
snelle autobus van het begin tot het einde
met spanning volgen en Letty en Paul ten
slotte hun nieuw geluk van harte gunnen.
AL JOLSON IN „CASINO DE PARIS".
Theater Harmonie.
Er zijn van die gezellige revue-films, waar
men een kijkje voor en achter de schermen
van de groote New Yorksche theaters kan
Lijgen.
Al Jolson is in deze film de groote man, de
wispelturige artist, die telkens weer zijn
directies in den steek laat en daardoor zijn
beste kansen verspeelt om op Broadway nieu
we lauweren te oogsten. Zijn zuster Sadie
(Glenda Farrell) doet alle moeite hem weer
op het goede pad te brengen en bezorgt hem
ten slotte een van haar vriendinnen als
partner. Zij is een knappe danseres en hij de
zanger van het levenslied en samen zullen
zij de wereld veroveren. Howard, alias Jol
son, slaagt er in van den man van een vroe
gere artiste de som te leenen, welke hij noodig
heeft om een eigen revue te kunnen beginnen.
Hij heeft daarbij twee moeilijkheden te over
winnen, de eene is de zorg, dat alles voor de
première in orde is en de andere de liefde van
de vrouw te wier behoeve het geld verstrekt is
en die in de revue een zangnummer zal geven
Als alles voor de eerste voorstelling in
orde is, blijkt Sadie van moord beschuldigd te
zijn. Al Howard gaat haar in de gevangenis
bezoeken en stort al zijn geld als borgtoclT,
waarna hij de artisten moet meedeelen, dat de
voorstelling niet kan doorgaan. Op het laat
ste oogenblik komt alles prachtig in orde.
Sadie's onschuld wordt bewezen, Al krijgt
zijn geld terug en het toppunt van geluk zou
bereikt zijn, als niet twee omgekochte scha
vuiten een schot op Al losten. Zijn partner
(Ruby Keeler) vangt het schot op, Al ver
klaart haar zijn liefde en als het blijkt, dat zij
maar licht gewond is, is alles natuurlijk O.K.
Een alleraardigste film met vele verrassin
gen op het gebied van zang en dans van
muziek en vrouwelijk schoon.
Vooraf gaan een tweetal screensongs, een
fraaie film over donker Afrika en een uitge
breide collectie actueel nieuws in beweegbaar
geïllustreerden vorm.
CINEMA EN THEATER.
Op den omslag van het Weekblad dezer
week plaatste men de portretten van Watt en
half Watt. en binnen in vindt men o.m. iets
over hun nieuwe film, waarin ook optreden
Adèle Sandrock Leo Slezak en Hans Moser,
Robert Stolz componeerde de muziek voor
deze film; de K XVIII op het witte doek;
„Sterren in de keukende portretten (bene
vens vele andere) van de Ned. zangeressen
Jo Immink, Stella Elte, Betty van den Bosch,
iets over de Vlaamsche film „Uilenspiegel
leeft nog"; over een nieuwe Ned. film
studio over het Ned. Indisch tooneel: het
liedje Beak" van C. E. IJestra en Henk
Stuurop,