Kruschen Salts WAARSCHUWING. Prov. Congres Vrijz. Hervormden. SiCmuieuws nieuw deviezenproces tegen geestelijken. een der overvallen duitsche studenten overleden. Kerk en School Rede van ds. Poldervaart uit Naarden over „Ongeloot en onze beweging". DE MATROZENBRUID. Roxy-Theater. DIE STIMME DER LIEBE EN V OORT VLUCHTIGEN. Victoria-Theater. Het is gebleken, dat hier en daar in het buitenland door opkoroirs met Kruschen Salta geknoeid is. De fabrikanten waarschuwen daarom het publiek, Kruschen Salts in geen geval te koopen onder buitenlandsch etiquet, doch uitsluitend in den alom bekenden poedervorm in onge schonden Hollandsche verpakking, terwijl de naam N.V. Rowntree Handels Maatschappij zoowel op de verpakking als op 'het etiquet gedrukt moet zijn. Alleen bij dit echte Kruschen Salts zult U baat vinden E. GRIFFITHS HUGHES Ltd., MANCHESTER, Opgericht 1756. Voor de spoedrechtbank te Berlijn is he- <jén een proces begonnen tegen den 52-jari- „en pater Johann Seiwert en den 51-jarigen |roeder Heinricht Lorenz uit Limburg aan de Lahn, die beschuldigd worden van het smokkel^1 van deviezen tot een waarde van j 00 000 R-M. Zij hebben, aldus luidt de be- -chuldiginR- voor den bouw van een kerk en n seminarium in Nederland een leening m 30O.OOO gulden opgenomen. Deze obli- eatiet zijn teruggekocht door middel van raar het buitenland gesmokkelde deviezen. I> hoofdbeklaagde, Seiwert, verklaarde, dat hij gemeend had, dat alles langs legar len weg geschiedde. De president las daar op een brief voor, waarin aan Seiwert ge heimhouding was opgelegd. De Duitsche student die te Petsj (Roeme nië) bij een overval van anti-fascisten ge wond was, is in het ziekenhuis overleden. Tn aanslalb doch een ongeluk. In «rband met het bericht, volgens het welk een Duitsch student te Petsj door anti- twcisten was gewond, heeft de Duitsche le- j Belgrado een dokter naar Petsj ge- zonden tot net instellen van een onderzoek. Ut de mededeelingen van dezen arts is thans gebleken, dat hier niet sprake is van een aanslag, doch van een ongeval Toen de Duitsche studenten met hun Zuid- slavische rondgeleiders in een autobus uit FWsj zouden vertrekken, hadden zich op het marktplein eenige anti-fascistische studenten verzameld, die met tomaten naar de bus wierp en „Weg met het fascisme!" riepen. Een der gastheeren trok een revolver en loste door het open raam een schot ter afschrik king. Juist op dat oogenbli'k echter gaf de chauffeur vol gas, met het gevolg, dat de re volver opnieuw afging en het schot den Duit- scher Mackensen in de zijde trof, doordat de Zuidslavische student het wapen reeds had laten zakken. Zei mij in welk blad Uwe advertentie staat en ik zal U zefgen wie gij zijt. Het evangelie een kracht ter redding van de wereld. Gisteravond hield de vereeniging van vrij zinnige hervormden in Noordholland haar provinciaal congres in het gebouw De Unie aan de Koorstraat. De bijeenkomst werd geopend met het ge zamenlijk staande zingen van Gez. 2 :1. De v 0 0 r z i 11 e r, de heer van der S1 u ij s te Landsmeer, achtte een congres als dit een bevordering van het saamhoorig- heidsgevoel en een goed middel tot vergroo ting der organisatie. Het speet hem alleen maar dat de zaal niet te klein was gebleken Spr. deelde mede, dat ds. Baar wegens ziekte verhinderd was de vergadering te pre- sideem. Spr. las een schrijven van hem voor, waarin de beste wenschen voor hel welslagen der vergadering werden uitge sproken. Den secretaris, ds. Deetman, werd verzocht den dank van het congres over te brengen met de hoop op spoedig her stel. Om half 7 kwam het herv. knapenkoor binnen, om onder leiding van den dirceteur, Corn Jonker, een drietal liederen te zingen. Helder en zuiver klonken de frissche jongensstemmen en een dankbaar applaus klonk na elk nummer en een herhaling van net „Gloria in excelcis Deo" werd afge dwongen. De voorzitter bracht den heer Jon ker en den jongens hartelijk dank voor dit optreden, de hoop uitsprekend, dat de jeug dige zangers, volwassen zijnde, trouwe kerk zangers zullen blijven en dan een goeden steun zullen blijken voor den kerkzang. Ons geloof en onze beweging. Hierna was het woord aan ds. J. P C. ol dervaart, herv. pred. te Naarden, met het onderwerp „Ons geloof en onze be- *eging". F Spr. stelde voorop, dat hij niet zou spre- stn over theologisüie vraagstukken, maar leen over „onze beweging'bezien uit het °°gpunt van geloof, dus niet over ons ge- l0°i 1 n onze beweging, al zou ook daar- over zeer zeker een rede op haar plaats kun nen zijn. Spr. wilde dus de vraag beschou wen hoe de beweging is en hoe zij zou moe- ten zijn. Ter wille van de waarheid zoo vervolg- :e spr. moet gezegd worden, dat er vaak veel deining in de beweging is, veroor zaakt door iets waarmee God noch gods- j'enst iets te maken heeft. Het geloof moet e diepste grond, de stuwende kracht van nze beweging zijn en dan eerst heeft zij aarde. Als het geloof zich in haar niet kan den, moet herziening volgen. Is dit wel het «eval, dan weten wij, dat God en Zijn licht waarheid er achter staan. Het vrijzinnig p'o°f meende spr. in dezen kring niet nader e behoeven te omschrijven. Er is veel diffe- -5{die in aanvoelen en gedachten, maar en 8temmen daarin overeen, dat zij buigen or God en Zijn evangelie en niet voor i 'esters en schriftgeleerden. ue bezielende kracht van het geloof stelde Pf. vast. Een profetische bezieling moet ;anwezig zijn en dat stuwt naar getuigenis ,n gemeenschap en wekt zendingsdrang in öi waren zin. Mist onze vroomheid roe- P'ngsbesef, dan ligt dat niet aan het geloof, waar aan ons zelf en aan de zwakte van onze roomheid. Spr. haalde 'n uitlating van prof. oessingh aan, waarin o.a. gezegd werd, at wij niet klaar zijn voor de geestelijke si- uatie waarin wij ons bevinden. Spr. wilde e8gen, dat in dat geval slechts eén ant- °oid mogelijk is: ons geloof is niet sterk genoeg, wij moeten een innerlijke bekeering ondergaan. tel, '8 ze' 8Pr- een groot individueel kort aan levend geloof en verantwoordelijk- hl' gev°dl en wij hebben de hand in eigen "oozem te steken. n e'e banden binden ons aan de herv. kerk, ar allereerst moeten wij er zoeken ge meenschap met God en met elkaar, wij moe ten er onze religie uitdragen en ons bewust zijn dat wij lidmaten en niet slechts leden der kerk zijn, d w z. organisch ermee en met elkander verbonden. Dan wordt de kerk een krachtcentrale voor het christendom. Maar wat geeft de werkelijkheid in vele plaatsen te zien? Onze beweging is meer malen slechts een matte stroom of zelfs een stilstaand watertje. Zoeken wij in het ge bed de kracht om het beter te maken? Noordholland, vanouds de vrijz. provincie welk beeld geeft het te zien op kerkelijk gebied? Hoeveel predikants-vacatures zijn er niet, en gebeurt het wel niet eens, dat een godsdienstoefening niet kan doorgaan we gens gebrek aan belangstelling? Van ware vrijzinnigheid blijkt meermalen niets. Noodig U in elke gemeente 'n „kerkwacht" om te zor gen dat beter worde beheerd het erfdeel der vaderen. Hoevele zoogenaamde vrijzinnigen spreken over de orthodoxen als de „vromen" of „christenen?" Zijn wij niet christelijk of niet vroom? Zeker wel! En onze waarheid heeft haar oorsprong in het allerheiligste, waarin ieder zijn eigen priester moet zijn en God dienen. Spr. vroeg: gaan wij gebukt onder de vaak slechte toestanden in de kerk in Noordhol land? Waar is de gloed van onze heilige overtuiging? Spr. wist van vrijzinnige ouder lingen, die zeiden 't eens met een orthodoxen predikant te willen probeeren wat zegt men van dergelijke vrijzinnigheid? Gelukkig zijn er ook andere voorbeelden te noemen, maar toch is het wel waar, dat er vaak te weinig daadkracht in ons geloof wordt gevonden, dat er is een gemis van roepingsoesef. En dan te weten, dat dit besef zoo sterk zou kunnen zijn als de orthodoxie nimmer zal kunnen wordenMaar dan moet ons geloof ons eerst bezitten. Dan zal onze beweging kunnen worden een alles om vattende beweging, die invloed kan uitoefe nen op de massa. De invloed der kerk op het volksleven is niet vermeerderd in de laatste decenniën en deze menschen, die zijn weggeëbd, zullen zeker niet door de orthodoxie kunnen worden terug gewonnen. Het zal alleen aan de vrij zinnigen kunnen gelukken. Onze positie in de herv. kerk, welke wij willen behouden is benard, erger dan wij soms wel willen erkennen. Daar is werk voor onze vrijzinnige beweging, om het zuivere, reddende evangelie te brengen voor individu en gemeenschap. Kerkelijke strijd wordt ons opgelegd, een strijd welken wij niet willen voeren uit lief de voor dien strijd. Wij mogen hem echter niet afwijzen op welke gronden ook (spr. gaf deze aan), want de kerk gaat te gronde aan het onttrekken aan dien strijd. Ónze organisatie moet daarom sterk zijn, opdat de kerk behouden blijft voor men schen met verschillende godsdienstige over tuiging. Kan in die eene kerk, ondanks alle ver schil, verwantschap genoeg worden gevon- dèn, om gezamenlijk te strijden? Er is een orthodoxie, waar spreker zich te genover zou wil|en stellen en kan ver draagzaamheid hier niet leiden tot karakter loosheid? Moet men de orthodoxe minder heden erkennen, ook als de kerk er door verloren dreigt te gaan? Gevoelen wij onze roeping, dan zullen wij pal staan tegenover alles wat erdoor be dreigd wordt. Örthodoxen als genoemd moeten wij trach- te te bekearen en, als dat niet gaat, bestrij den, omdat zij stellingen verkondigen, waar tegen elke verdraagzaamheid verkeerd zou zijn. Zij verhinderen datgene wat ons steecis méér wordt als geloofseisch. Spreker haalde in dit verband aan woorden van prof. Vis- scher en prof Haitjema als verdedigers van de orthodoxie, en hij stelde vast, dat daai sterke fierheid tegenover mag worden ge steld, omdat wij niet maar willen worden geduld in de kerk. Wij mogen in den kerkelijken strijd niet bijziende worden, wij moeten door de kerk de wereld zien. De kerk noch onze bewe ging mag wegzinken in richtingstrijd; de kerk mag niet zwijgen daar waar een krach tig getuigenis mag worden verwacht. Niet een dogma, niet een leer is de draagkracht van het christendom, daden zijn noodig. Ons vrijzinnig christendom heeft voor te bereiden het verlossende evangelie, zei spr. met prof. Roessingh. Wij hebben onze roe ping in de wereld niet aangedurfd, maar als de kerk van Christus haar oproep laat hooren, voelen wij dit als een roeping, spe ciaal tot ons vrijzinig christendom. Maar niet allereerst de kerk moet wor den gereorganiseerd, maar wij zeiven, en dan zal de Christus komen met Zijn kracht. Er is een drang naar geloof, zei spreker, en er moet een einde komen aan de halfslach tigheid van de hervormde kerk, welke wil dat religie slechts privaatzaak is. Wij moe ten vervuld worden met Gods geest, er moet worden gewekt een geloof, dat wil werken in de wereld, onze persoonlijke religie moet groeien tot een sociale religie. En als het vrijz. protestantisme zich daar aan onttrekt, zal haar het Koninklijk wor den ontnomen. Alle brandende vragen van dezen tijd zijn in wezen geloofsvragen,* daarom mogen wij ons niet vergenoegen met 'n persoonlijk ge loof. Het evangelie is een kracht ter red ding van de wereld, wij behooren krachtens onze roeping vooraan te staan in het brengen van het evangelie aan de wereld-in- nood, gebouwd op winstbejag en heerschen. De kerk, onze kerk, heeft een laatste kans; van haar wordt, naar het woord van dr. Roessingh, veel verwacht en veel ge vraagd. In de pauze werd door mej. mr. Klomp, leidster van den V. P. R. O., namens de propaganda-commissie dezer vereeniging een beroep op de vrijz.-hervormden gedaan om belangstelling te vragen voor de uitzen dingen en de organisatie Na de pauze gaf de voorzitter ge legenheid tot Gedachtenwisseling. Ds. Met, van Zaandam, kwam er tegen op, als zou de vrijz.-herv. beweging het sociologische hebben verwaarloosd en daar door in de positie gekomen als die van thans. Spr. stelde hiertegenover, dat hij in zijn gemeente niet den invloed had kunnen merken van zijn voorganger ds. Bax, die toch wel sterk had gewerkt in sociologische richting. Spr. stelde vist, dat de menschen nu eenmaal niet ter kerk gaan. Ds. van der Poel (Den Helder) gaf toe, dat de vrijz.-herv. te weinig gaan op sociaal terrein, maar vreesde, dat tengevolge van een beweging in die richting ook scheu ring zou kunnen ontstaan. Als het de vrijz.- herv. wordt ten laste gelegd, is toch niet alleen het vrijz. beginsel in dien zin te kort geschoten, maar de heele kerk in al haar richtingen. Tot voorzichtigheid meende spr. te moeten aanmanen. Ds. A r i s (Amsterdam) stelde vast, dat ds. Poldervaart in zijn rede inderdaad het geloofsleven had geraakt. Jammer vond spr. net, dat er niet meer luisteraars waren en daarom gaf hij aan op welke wijze zulks ten goede zou kunnen veranderen. Wat de rede aangaat, zei spr., dat er door de vrijzinnigen radicale fouten zijn begaan in de wijze van verkondigen van de Bood schap. De vrijzinnigheid heeft in de vorige eeuw gezegd: „men moet het in zichzelf zoeken en vinden'' en „het zit niet in het kerkgaan" en het is wel goed dat het gezegd is, maar oogsten wij nu niet wa' gezaaid is? Onze icui was onze eenzijdig heid in dezen, al had spr. groot respect voor wat de vrijzinnige vaderen hebben gedaan en geriskeerd. De menschen hebben in de kerk niet het gemeenschappelijke gekregen en daardoor is het gemeenschapsleven op ander terrein gezocht, vaak in de politiek. Vandaar waar schijnlijk het groote aantal politieke predi kanten. Spr. geloofde, dat men moet vragen of men kerkelijk dan wel sectarisch voelt, m. a. w. als deel van een historische ge meenschap of als deel van een bepaalde groep, die denkt als één bepaald persoon. Onze taak is als kerk te letten op het heele volk en den staat, wij moeten als kerk zor gen, dat de gedachte van het volk erin komt en moeten critisch staan tegenover den staat. Spr. wekte op om zich te voelen als een stuk van het geheel dan zal dit de kerk ten goede komen. Vele menschen zijn onkerkelijk, niet omdat zij van de kerk niet willen weten, maar omdat de kerk te weinig kerk is. Ds. kastein (Haarlem) ging in op het geen ds. Poldervaart had gezegd over het critische karakter van het vrijz.-hervormde christendom. Niet allen zijn daarvan ge diend, omdat zij nog eigenlijk vast zitten aan het dogma. Voor den vrijzinnigen pre dikant is in dezen voorzichtigheid geboden^ omdat anders zoo licht gezegd wordt: „Wat gelooft die dominé eigenlijk?" Ds. Poldervaart beantwoordde de debaters. Hij was dankbaar, dat men de hoofdzaak van zijn referaat niet had aange vallen. Spr. zei tot ds. Met, dat hij niet had ge sproken over het socialisme, toen hij het had over sociologischen durf. Het gaat er om een levende gemeenschap te vormen tus- s-chen kerk en volk: het middel daartoe kan spr niet geven, het moet komen van Chris tus, door het geloof, dan komt de rest van- /e'spr. zou niets op den voorgrond willen plaatsen, alles moet in ons zelf worden ge- schapen, omdat alle maakwerk weer de kiemen van verval in zich draagt Iets van den Heiligen Geest moet vaardig over ons worden. Spr. was het ermee eens. dat er een nieuwe tegenstelling is: kerkelijk of secta risch. Wij mogen niet bevreesd zijn voor consekwenties. Tegenover orthodoxen, die iets beginnen te voeler voor het dynamische van het vrijz. geloof, zou spr. altijd tegemoetkomend zijn, evenals ds Kastein. Met het oog op het gevorderde uur moest spr. zich erg bekorten in zijn repliek. De voorzitter bracht in zijn slot woord spreker en debaters dank en beloofde ds. Aris, dat zijn wenken in het bestuur zul len worden besproken. Na gemeenschappelijken zang van Gez. 246 3 ging de vergadering uiteen. De titel laat omtrent het milieu waarin de film zich afspeelt al heel weinig twijfel meer over. Lew Ayres is als Larry matroos aan boord van 'n Amerikaanschen kruiser, die bij Shanghai het anker zal laten vallen. Larry's vrienden, een illustre tweetal, doen hopelooze pogingen Larry van boord te krijgen om te gaan passagieren. Hij beweert te studeeren, doch later bezwijkt hij toch voor de verleiding. Al heel gauw komt hij dan in aanraking met een cabaret-sterretje (Alice Taye). Zijn aanvankelijke pogingen, hoewel onbeholpen, blijken uiteindelijk toch succes te hebben. Het resultaat van een en ander is dat Larry na den passagier- tijd hopeloos verliefd is geworden op Jean en met trouwplannen rondloopt. Hier ko men echter zijn vrienden een spaak in het wiel steken, daar zij noode kunnen zien dat Larry hen in den steek zal laten. Een brief van Larry aan Jean wordt onder schept en door de heeren zelf geschreven. Het eenige resultaat dat ze bereiken is dat Jean na beëindiging van haar contract Shanghai ijlings in den steek laat en naar Los Angeles trekt, terwijl Larry, die geen enkele brief meer had ontvangen, onbe wust van haar komst zijn leed in het gezel schap van anderen vergeet. Ondanks hun toede bedoelingen komen de plannen van arry's vrienden precies verkeerd uit. Jean treft hem aan met een andere gelief de en de moeilijkheden die dan ontstaan lijken schier onoverkomelijk. Men kan evenwel zien hoe desondanks de ware lief de weer alles overwint! Het is als geheel een vroolijk stuk hu mor, waarbij vooral Larry's vrienden onuit puttelijk blijken in hun ondeugende streken en ondanks de noodige val- en stomppar- tijen steeds weer zonder letsel uit de di verse strijdperken te voorschijn treden. In het voorprogramma gaan behalve het journaal een tweetal schetsen „Uit het le ven van een Cameraman", waarin we de meest roekelooze staaltjes van autorijden te zien krijgen, en verder een aardig tee kenfilmpje. CITY-THEATER. De vroolijke scheiding. Wanneer Fred Astaire een hoofdrol ver tolkt, dan kan men er voor bijna 100 op rekenen, dat het accent a priori gelegen is in den dans. Immers, deze weergalooze Amerikaansche gigolo, die door zijn dansen een wereld-beroemdheid is geworden, zou zich niet die plaats in de filmwereld hebben verworven, als het leeuwen-aandeel van zijn succes niet zat in zijn ongelooflijke lenig heid, waarmee hij zijn talrijke danspassen ten uitvoer brengt. Maar daarnaast is hij ook een zeer acceptabel filmacteur, aan wien een hoofdrol zooals bedoeld in „Gay Di- vorche", ten volle is toevertrouwd. Wanneer de film zich gaat ontrollen, zien we Guy Holdep (Fred Astaire) met een vriend in een of andere cabaret. Zij laten zich het fijne dineetje goed smaken, doch 0 schrik, geen van beiden is in staat om na af loop van den maaltijd de rekening te beta len. Er wordt echter een oplossing gevon den in dien zin, dat Guy Holden eenige dansnummers ten beste zal geven, hetgeen selbstverstandlich beteekent een enorm suc ces. Zoo wordt deze rekening vereffend. Dan staan de vrienden op het punt een reis naar Schotland te maken, doch plotseling ontvangt de advocaat Egbert een telegram van zijn vader, die ook advocaat is, waarin hij zijn zoon gelast, zijn praktijk voor 011- öepaalden tijd over te nemen. Weg schoone illusie van Schotsche Hooglanden. Het ergste is echter, dat er klanten komen op het advocatenbureau, want nu weet Eg- bert geen raad, hoe moet hij b.v. een schei ding tot stand brengen, als een allerchar- mantst meisje hem daarom verzoekt Door een of andere omstandigheid is nu bedoeld mevrouwtje juist het meisje waar voor Fred al maanden en maanden in aan bidding ligt, en van wie hij alleen weet, hoe ze uit ziet, naam, en adres blijven hem vooralsnog onbekend en hij ziet den toe stand hopeloos in. Om de scheiding zoo gunstig mogelijk te laten verloopen, adviseert Egbert Mimi (met haar tante) naar een badplaats te trekken, alwaar op een slinksche wijze de wettige echtgenoot zal worden duidelijk ge maakt dat zijn vrouw inderdaad op zeer in tieme wijze met andere mannen omgaat. Voor het echter zoover is, komt er nogal een en ander kijken. Fred, die ten einde raad is, omdat hij het meisje van zijn droomen niet kan vinden, weet qp het moment, dat hij haar ziet in het hotel, waar hij logeert, geen woord van verbazing uit te brengen en als hij dan eindelijk bekomen is van ver bazing, is „zijn" Mimi spoorloos verdwenen. Dan volgt een wilde jacht, waarbij Fred ze geviert. Steeds hechter wordt dan de vriendschap en onafhankelijk van een scheidingsproces, besluit Fred en Mimi te trouwen. Hetgeen zooveel wil zeggen als een onafgebroken reeks dolle situaties, welke aan deze trouw partij vooraf gaat. We willen echter de spanning niet weg nemen door op deze plaats reeds nu de op lossing zwart op wit te zetten en laten het happy end gaarne aan de fantasie van de ongetwijfeld talrijke toeschouwers over. Het is een film, waarin heel veel gedanst wordt, maar dan ook op een wijze als slechts een Fred Astaire alleen in staat is. Hij vormt inderdaad het glanspunt van de film Een goed verzorgd voorprogramma gaat deze film vooraf. Wij noemen Ufa nieuws, een grappig teekenfilmpje: „The little king" en een alleszins aanvaardbare filmklucht: „Je moet maar boffen", het geheel op waar dige manier conipleteerend. De bezoekers van het Victoria-Theater worden deze week vergast op een zeer uit gebreid programma, dat naast een tweetal journaals (Éclair en Polygoon) een paar hoofdnummers brengt, die van alles geven wat men maar gaarne ziet, n.1. spanning, sensatie, humor, muziek, fraaien zang, enz. In: „Die Stemme der Liebe" vervult de bekende zanger Marcel Wittrisch de hoofd rol en dat men dientengevolge van prach tig zingen, mooie liederen en mooie mu ziek kan genieten spreekt van zelf. Wit- trisch is een buitengewoon bekend en ge liefd artist en velen zullen hem met genoe gen in deze film hooren en zien. Hij ver vult in Stimme der Liebe de rol van den tenor Peter Ekhardt. De dames hebben bij zondere sympathie voor Peter, maar dat geldt volgens hem alleen zijn stem. Hij heeft zijn huis voor alle vrouwen gesloten. Maar dan wordt hij benoemd tot leeraar van de meisjesklasse aan het conservato rium. Een der meisjes, Claire von Romberg, weet door een list in Peter's woning door te dringen. Peter geeft zich uit voor den knecht Seppl, en Claire, die wel beter weet, doet net of zij alles gelooft. Zij stelt zich voor als nicht Marie en beide amusee ren zich uitstekend. Als op het kasteel van Claires' oom een concert wordt gegeven, waar Peter ook zingt, ontmoet hij daar Claire opnieuw, die echter volhoudt, dat zij hem vroeger nooit heeft gezien. Maar alles komt terecht met medewerking van den knecht Seppl, die een engagement heeft af gesloten om in een badplaats op te treden in één van Peters' mooiste rollen. Dit dreigt voor Seppl een debacle te worden, maar Peter komt op 't juiste moment in de badplaats om dan zelf zijn rol te zingen, waarna de verbintenis met Claire niet lang meer op zich laat wachten. Een echte amusementsfilm met pracht zang van Wit trisch, en uitstekend spel van Maria Beling (Claire). Oscar Sima en Kurt Vespermann (Seppl). „Voortvluchtigen" geeft een der meest sensationeele reizen van de groote autobus van New-York naar de Westkust. Tot de passagiers behoort in de eerste plaats Let- ty Morris, een revue-girl, die wil vluchten voor de attenties van den bende-leider Legs. Maar deze volgt haar in de bus. On derweg weet Paul Porten ook een plaats in de bus te bemachtigen. Paul is bij een door hem geleide opstand uit de gevangenis ont snapt en wordt met groote ijver gezocht. Zijn avonturen met Letty op den grooten bustocht vormen de groote sensatie van deze film: Een geweldige sneeuwstorm, waarbij een autobus met schoolkinderen in de sneeuw dreigt te verongelukken, geeft Paul alle gelegenheid zich een dapper en moedig man te toonen. Zijn veroordeeling indertijd berustte ook op een vergissing. Hij had niet gedood, maar slechts uit zelf verdediging gehandeld. Toch wordt Paul ten slotte opnieuw gearresteerd, maar de ouders der geredde kinderen weten Paul's ■"rijheid te verkrijgen, zoodat hij als vrij man met Letty een nieuw leven kan be ginnen. Robert Montgomery en Madge Evans hebben deze film uitstekend gespeeld even als de andere sterk getypeerde medewer kenden. Men zal de avonturen in de groote snelle autobus van het begin tot het einde met spanning volgen en Letty en Paul ten slotte hun nieuw geluk van harte gunnen. AL JOLSON IN „CASINO DE PARIS". Theater Harmonie. Er zijn van die gezellige revue-films, waar men een kijkje voor en achter de schermen van de groote New Yorksche theaters kan Lijgen. Al Jolson is in deze film de groote man, de wispelturige artist, die telkens weer zijn directies in den steek laat en daardoor zijn beste kansen verspeelt om op Broadway nieu we lauweren te oogsten. Zijn zuster Sadie (Glenda Farrell) doet alle moeite hem weer op het goede pad te brengen en bezorgt hem ten slotte een van haar vriendinnen als partner. Zij is een knappe danseres en hij de zanger van het levenslied en samen zullen zij de wereld veroveren. Howard, alias Jol son, slaagt er in van den man van een vroe gere artiste de som te leenen, welke hij noodig heeft om een eigen revue te kunnen beginnen. Hij heeft daarbij twee moeilijkheden te over winnen, de eene is de zorg, dat alles voor de première in orde is en de andere de liefde van de vrouw te wier behoeve het geld verstrekt is en die in de revue een zangnummer zal geven Als alles voor de eerste voorstelling in orde is, blijkt Sadie van moord beschuldigd te zijn. Al Howard gaat haar in de gevangenis bezoeken en stort al zijn geld als borgtoclT, waarna hij de artisten moet meedeelen, dat de voorstelling niet kan doorgaan. Op het laat ste oogenblik komt alles prachtig in orde. Sadie's onschuld wordt bewezen, Al krijgt zijn geld terug en het toppunt van geluk zou bereikt zijn, als niet twee omgekochte scha vuiten een schot op Al losten. Zijn partner (Ruby Keeler) vangt het schot op, Al ver klaart haar zijn liefde en als het blijkt, dat zij maar licht gewond is, is alles natuurlijk O.K. Een alleraardigste film met vele verrassin gen op het gebied van zang en dans van muziek en vrouwelijk schoon. Vooraf gaan een tweetal screensongs, een fraaie film over donker Afrika en een uitge breide collectie actueel nieuws in beweegbaar geïllustreerden vorm. CINEMA EN THEATER. Op den omslag van het Weekblad dezer week plaatste men de portretten van Watt en half Watt. en binnen in vindt men o.m. iets over hun nieuwe film, waarin ook optreden Adèle Sandrock Leo Slezak en Hans Moser, Robert Stolz componeerde de muziek voor deze film; de K XVIII op het witte doek; „Sterren in de keukende portretten (bene vens vele andere) van de Ned. zangeressen Jo Immink, Stella Elte, Betty van den Bosch, iets over de Vlaamsche film „Uilenspiegel leeft nog"; over een nieuwe Ned. film studio over het Ned. Indisch tooneel: het liedje Beak" van C. E. IJestra en Henk Stuurop,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7