I zoo n WIE ZN HOED I HOLLAND's STEDENSCHOON IN PRAAT EN PRENT. ZOU DAT WEL ZUN ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1935 rww TEKST EN TEEKENINGEN VAN LEO ZELDENRUST. ENKHUIZEN I ('t Wordt iets héél leuks! Let op advertentie van Maandagavond I) Financieel Oyerztcht. Groote iitfern<rtion*fe kapitaakver- sebwvingen. De goadstroom richt zich naar Amerika. De gei den opnieuw bedreigd. Een schijnbare anomalie: vraag naar obligatiën bij dalenden galden- koers. Vaste stemming op de aandeelenmarkt Verschering der rnbberrestrictie. De onrust, welke het groote politieke cou- flict in de financieele wereld heeft veroor zaakt, komt voornamelijk tot uiting in de om vangrijke internationale kapitaalverschuivin gen De tijden, waarin dit kapitaal de rich ting insloeg naar landen, waar het de beste vooruitzichten op rendabele belegging had, zijn reeds lang voorbij. Men heeft tot zijn schade moeten ondervinden, dat daar, waar een hoog rendement op het geïnvesteerde kapitaal kon worden verkregen, risico's aan wezig waren, waartegen de hooge rentever goeding lang niet opwoog. Men behoeft slechts te denken aan de aanzienlijke kapi talen, die verloren zijn gegaan op de beleg ging in leeningen van Zuid-Amerikaansche staten, welke achtereenvolgens hun verplich tingen niet zijn nagekomen en, om dichter bij huis te blijven, aan de verliezen op Duitsche leeningen, welker attractieve rente het teloor gaan van een belangrijk deel der hoofdsom lang niet heeft gecompenseerd. Deze en nog zoovele andere dergelijke ervaringen hebben tot gevolg gehad, dat elke kapitaalbezitter voor zich in veel sterkere mate dan vroeger is gaan letten op de soliditeit van zijn beleg ging, terwijl rendementsoverwegingen een hoe langer hoe geringere rol zijn gaan spe len. De ervaringen, die met verschillende valu ta's zijn opgedaan, hebben het hunne er toe bijgedragen, dat de belegging zoekende kapi talen van de ééne richting naar de andere worden gestuwd. Hoe betrekkelijk kort is het nog niet geleden, dat Nederland en Zwitser land de vluchthavens waren voor het kapi taal, dat zich in eigen land niet langer veilig voelde? Vandaar terug naar Frankrijk, ver volgens weer naar Engeland, kris-kras zoekt het internationale kapitaal zijn weg naar de Jlaatsen, waar het zich voor het oogenblik et veiligst geborgen acht. Onder de tegen woordige omstandigheden, nu de politieke verhoudingen in Europa zulke groote zorgen baren, is het Amerika, dat voornamelijk als ^afe-loket'' in aanmerking komt. Het gaat nierbij uiteraard in veel mindere mate dan voorheen om kapitalen, die voor vaste beleg ging oplangen termijn in aanmerking komen De noodzakelijkheid, om het geld bij onvoor ziene omstandigheden snel te kunnen ver plaatsen, brengt met zich. dat het zooveel mogelijk vlottend wordt gehouden, hetzij door het op korten termijn op de geldmarkt uit te zetten, hetzij door het bij de banken te depo- neeren. Een geruimen tijd hebben de Engel- •che banken, resp. de Londensche geldmarkt, van dezen overvloed aan vlottende middelen geprofiteerd, waaraan de lage rentestand in Groot-Britannië niet voor een gering deel te danken is Met het wegtrekken van het kapi taal uit Engeland naar Amerika is de toe stand der Londensche geldmarkt echter zien- deroogen aan het veranderen. Een verscher ping van het politieke conflict, waarbij Groot- Britannië zou nauw betrokken is, zal tot een verdere wijziging der verhoudingen op de Londensche geldmarkt kunnen leiden. Op de gevaren, die hieruit voor het koers verloop van het Pond Sterling kunnen voort spruiten, hebben wij reeds in ons vorig over zicht gewezen. In de afgeloopen week kon een verdere koersdaling van het Pond slechts voorkomen worden door de scherpe controle van het Engelsche Valuta-Egalisatiefonds, dat telkens door steun-aankoopen heeft inge grepen, wanneer de druk op het Pond toe nam. Mocht het inderdaad tot een algemeene vlucht uit het Pond Sterling komen, dan zul len de middelen van het Valuta-Egalisatie fonds echter lang niet voldoende zijn, om het aanbod van Ponden op te vangen. Daarvoor zijn de op de Londensche geldmarkt uit staande buitenlandsche kapitalen veel te groot. Welke aanzienlijke bedragen bij de kapi taalbewegingen zijn betrokken, blijkt wel daaruit, dat in de laatste veertien dagen meer dan 153 millioen dollar goud uit Europa naar New York werd verscheept, terwijl de goudinvoer in Amerika sinds het begin van dit jaar meer dan een milliard dollar heeft ^dragen. Voorloopig weten de Amerikaan se banken nog geen weg met de overvloe dige middelen, die hun uit het buitenland toe- stroomen. De credietvraag van het Ameri kaansche bedrijfsleven is nog altijd beperkt, tenminste voor zoover solvabel geachte credi teuren betreft. Zij zal eerst weder toenemen, indien de economische opleving van eenigs- zins langen duur mocht zijn. Daarentegen komt de geldruimte goed ter stade aan de Amerikaansche schatkist, die thans gemakke- üjk en op gunstige voorwaarden in haar geldbehoeften kan voorzien en die met succes conversies kan doorvoeren. Op deze wijze financiert het buitenlandsche kapitaal, zij "et langs een omwet, een deel van het werkverschaffingsprogramma der Amen ksansche regeering, die bij haar leeningsope- raties begon te stuiten op een toenemenden °nwil van het Amerikaansche publiek, om zijn middelen ter beschikking van de schat kist te stellen. Men behoefte slechts te denken aan de be denkelijke financieele politiek der Amerikaan se regeering, die de Staatsschuld reeds tot ■dper dan dertig milliard dollar heeft doen ®lijgen, om te beseffen, welke gevaren het bui tenlandsche kapitaal ook in de Amerikaan sche „vluchthaven" kunnen gaan bedreigen Hiermede rekening houdend, zou men het heen en weer gooien van het kapitaal, dat telkens opnieuw met groote kosten gepaard §aat, reeds lang moede moeten zijn. Juist om dat men onder de tegenwoordige onzekere verhoudingen volkomen in het duister tast bij de beoordeeling van de „veiligheid" van be- Jeggingen, aangezien, wat vandaag goed hjkt, morgen slecht kan blijken te zijn en om gekeerd, kiest men de wijste partij door niets te doen en de verdere ontwikkeling van den toestand ai te waoljtea. r' 'w - v." '.-."V i - 1 I k I V S 1 u iïjc «sji* in tl -• 1 T Ji u"' v *c\ -:v.; overal ionr inzicht nog lang niet wesnritrpn rga ngen' weI uit de be- koere g jVan, Nederlandschen wissel- poedonttAV rmede verband houdende wÏÏS kmgaenx,Bliikens d€n jongsten ha^r a Nederlandsche Bank heeft naar goudvoorrad opnieuw een aderlating in a ']na i miHioen ondergaan, nadat hij f vj V0^ra gaande week reeds met een kleine mi' 'oen was verminderd. De goudvoor- lina tS ans no£ 16 millioen kleiner dan erna Juli, toen de bank eveneens groote be- g°ud had moeten afstaan. In vergelijking met denzelfden datum van het vorige jaar is een vermindering van 340 millioen te constateeren. Deze geweldige teruggang zal natuurlijk niet gemakkelijk kunnen worden ingehaald, zelfs niet wanneer r?°» u woderkeeren van de politieke stabi liteit het vertrouwen in den gulden mocht toenemen. Helaas moet worden geconsta teerd, dat de kans hierop in de laatste week niet aanmerkelijk grooter is geworden. De discussies in de Tweede Kamer heb ben tot nu toe op valutagebied niet die klaar heid gebracht, die een onmisbare voorwaar de vormt voor het herstel van het vertrou wen in den gulden. Reeds onmiddellijk lever de de beurs en de buitenlandsche wissel markt ongunstig commentaar op de passage in de rede van dr. Colijn, betrekking hebben de ou de valuta-politiek. Er waren er, die in het vele voorbehoud, dat de minister-presi dent ten aanzien van de mogelijkheid tot handhaving van de tegenwoordige goud- waarde maakte, een aanwijzing zagen van een op handen zijnde devaluatie. Maar ook zij, die ervan overtuigd zijn, dat de regee ring haar standpunt met betrekking tot de valuta niet heeft veranderd, betreuren het, dat de woorden van dr. Colijn geen grooter vertrouwen in eigen kunnen weerspiegelden. Kapitaalvlucht op groote schaal moge, wanneer zij tenminste geruimen tijd aan houdt, onvermijdelijk tot devaluatie lei den het gaat er echter om, aan die kapitaal- vlucht tijdig paal en perk te stellen, door de diepeer oorzaak ervan weg te nemen. Zij is immers maar niet uit zich zelf ontstaan, doch is het uitvloeisel van de vrees, dat het tot de valuatie zal komen. Door zelf beduchtheid te toonen, heeft de regeering aan die vrees nieuw voedsel gegeven. Het directe gevolg van de verklaring van dr. Colijn was dan ook een hervatting van de koopbeweging van buitenlandsche valuta's, waardoor de dollar opnieuw boven het gouduitvoerpunt is geste gen en weer een belangrijk bedrag aan goud moest worden afgestaan. De nieuwe goudafgiften hebben niet nage laten, den guldenkoers gunstig te beïnvloe den, temeer omdat de goudarbitrageanten blijkbaar wat te hard van stapel waren ge- loopen en het opnemingsvermogen van de markt hadden overschat. Voor zoover op het oogenblik, waarop wij dit schrijven, de toe stand kan worden overzien, moet worden vastgesteld, dat het koersherstel van den gulden voornamelijk aan dezen technischen factor is toe te schrijven. Van een terug vloeiing van gevlucht kapitaal is nog weinig te bespeuren. Hopentlijk zal de ontspanning op politiek gebied haar invloed in de eerst volgende dagen duidelijker doen gevoelen. Het is wel opmerkelijk, dat de verdere tijdelijke inzinking van den guldenkoers ge paard is gegaan met een niet onbelangrijke kcersverbetering voor Nederlandsche beleg gingsfondsen, waarvan zoowel de staats- als de gemeenteleeningen hebben geprofiteerd. Men zou zoo zeggen, dat vrees voor deva luatie, die tot aankoopen van buitenlandsche waarden leidt, toch moeilijk gepaard kan gaan met een koopbeweging voor in guldens luidende obligatiën. Toch is voor deze schijnbare anomalie wel een verklaring te vinden. De koersen van de goede Nederland sche beleggingsfondsen bewegen zich thans op een niveau, dat weinig risico meer biedt. Van tweeën één: óf het vertrouwen in de handhaving van de goudwaarde van den gulden keert, in welk geval een stijging van de obügatiekoersen wel zco goed als verze kerd is. óf het zal onverhoopt toch tot de valuatie komen en dan zal een koersherstel op de obligatiemarkt evenmin kunnen uitblij ven. De ervaring in andere landen, het laatst nog in België, heeft geleerd, dat tijdelijk aan het desbetreffende land onttrok ken gelden naar dit land terugkeeren. wan neer de devaluatie éénmaal een voldongen feit is geworden. De hierdoor ontstaande verruiming van de geldmarkt deelt zich dan ook spoedig aan de beleggingsmarkt mee. doordien nieuwe vraag voor belegging op langeren termijn ontstaat. In beide gevallen zal een koerswinst kunnen worden geboekt op obligatiën, die tot de tegenwoordige no- teeringen worden gekocht. Het groote ver schil is, dat bij handhaving van den gulden de winst een „reëele" is, terwijl zij min of meer fictief zal zijn, ingeval van devaluatie. Dan immers krijgt men wel meer guldens voor zijn stukken terug dan men er voor be taald heeftde koopkracht van deze meerdere guldens zal echter geringer zijn dan die van de gave" guldens, die voor den aankoop der stukken zijn besteed. De Amsterdamsche aandeelenmarkt heeft een vaste stemming aan den dag gelegd deels onder den invloed van de optimistische re beoordeeling van de politieke situatie in het buitenland, maar ten deele, althans tijdelijk, als gevolg van de flauwe tendenz van den gulden. Vooral naar aandeelen Phi lips' was weer goede vraag te constateeren, mede op geruchten, volgens welke karts zou zijn op uitkeering van een deel van het te verwachten dividend (men sprak van 6 pCt.) in contanten, terwijl dan nog 5 pCt. op een speciale dividendrekening geboekt en uhg^" keerd zou worden, zoodra de buitenlandsche politieke toestand voldoende opgehelderd zou zijn. Een officieele bevestiging van deze ge ruchten is echter tot dusverre achterwege gebleven. In mindere mate dan de Philips'- waarden profiteerden aandeelen Unilever van de devaluatie-psychose; de noteering schommelde in de nabijheid van de 100 pCt., slechts even kon de paristand worden over schreden. De onzekere toekomst van het Pond Sterling, waarbij deze onderneming zoo nauw is betrokken, geeft dan ook stellig aanleiding tot terughouding. Voor aandee len Koninklijke Petroleum legde vooral de Parijsche beurs weer belangstelling aan den dag; de koersverbetering bleef echter ook voor dit fonds van beperkten omvang. De meeste aandacht trok in de afgeloopen week de rubberafdeeling, in verband met het besluit van het Internationale Rubber-Restric tie-Comité, om voor het vierde kwartaal van dit jaar de restrictie aanmerkelijk te ver scherpen. Terwijl in de Maart-vergadering voorloopig besloten was, de beperking tot het eind van dit jaar op 35 pCt. van de standaard-productie te handhaven, is thans bepaald, dat de restrictie 40 pCt. zal bedra gen. Deze beslissing is gunstiger, dan men in rubberkringen had durven hopen. Zij heet vooral daarom een goeden indruk ge maakt, omdat er uit blijkt, dat het het Comi té ernst is met haar streven naar verbete ring der rubberpositie en dat die regeerings- instanties zich tegen hun taak opgewassen gevoelen. De verwachting, dat de Ned.-Indi- sche regeering alleen dan een verscherping der restrictie zou toestaan, indien het export quotum voor onzen Oost zou worden ver hoogd, is niet bewaarheid. Men mag aan nemen, dat de Ned.-Indische regeeringsin- stanties de inlandsche aanplantingen vol doende onder controle hebben, om deze ver dere restrictie ten uitvoer te kunnen brengen. Op zich zelf is de vermindering in de ver schepingen tengevolge van den nieuwen maatregel wel niet zeer groot; zij zal echter vermoedelijk voldoende zijn, om een constan te teruggang in de rubbervoorraden tot stand te brengen, waarmede reeds veel zou zijn be reikt. De Londensche rubbermarkt heeft de verscherping dier restrictie dan ook met een prijssijging beantwoord, en ook de rubber- aandeelen op de Amsterdamsche beurs heb ben een verbetering kunnen boeken. Suikeraandeelen werden gunstig beïnvloed door een verhooging van de limites der N.I. V.A.S., in twee étappen van tien cent elk. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4 pCt. Nederland 91, 94; 3V, pCt. Nederland 87 3/4, 90; 2V, pCt. N.W.S. 69 3/4, 69y2, 71 1/4; 4pCt. Ned.-Indië 89 1/8, 93 15/16; 4 pCt. Ned.-Indië 88 13/16, 88 1/8, 9<2 1/4; 4 pCt. Amsterdam 83 3/4, 87 3/8; 4 pCt. 's-Fravenhage 90 3/4, 92 4 pCt. Rotterdam 82, 85 1 /4 Aku 26X, 25V2, 27, 263/4; Ford Automobielfabr. 268, 280; Philips' 223, 24214, 241; Unilever 97 1/8, 100, 98, 1001/4; Kon. Petroleum 185, 194, 190 5/8; Ned. Scheepvaart Unie 39V2, 41, 39 7/8; Handelsver. Amsterdam 173, 17814, 1753/4; Deli Batavia Mij. 135, 137 3/4; Senembah 15014, 157; Amsterdam Rubber 100, OOVs, 10514, 104; Hessa Rubber 80K, 863/4, 8514; Serbad'jadi 55, 52, 58 1/4, 57; itcr k te k (5 nk /jvix. Wat las ik met vermaeck, o vaderlijck Enckhuysen, 't Geen dit historieboeck van Uw geboorte melt, Uw Kintsheyt eerst gewiegt in Enckle Visesrs Huysen, Uw bakermat op 't End der lange Streeck gestelr. Uw Jeugt soo seer gesolt met duysent ongevallen, Met armoe, water-vloet en brandt dit 't al version Maer door Godts goetheyt, noch oprysend' uit dien allen Met heerelijker glans, gelyk een morgen-son. Wat grooters was' er voor Uw' mannelijke jaren Ten dienste van 't Gemeen der Staet en Kerk gespaert En Spanjens slaefse juk, heel Nederland beswaren, Geeft Gij de eerste knik, soo koen en onvervaert. Hoe seer de Dwingelandt, verwart in strop en rad'ren. En suipend edel bloet, tiert met verbolgen sin. Uw kinders niettemin, ons roemens-waerde Vad'ren, Die halen in Triomph de blije Vrijheyt in. Dees quam met overvloet van alle segeningen Met Waerheyt in de Kerk, met neering in de Staet: Een hemels licht bescheen het oog der blmdelingen, Dat Babels Toover-Hoer soo lang begoogeh ha<ft, Uu schepen dwarrelden van 't Oosten na het Westen Van 't Suyden halfgebraen, na 't hard- bevroosen Noord*; Bevragt met kostlijckheen, bevrugt met 't alderbeste Dat Hol land ts oog gesien of oor ooyt had gehoort. God geev' Uw kinders weer de luck-tijt van haer oud'ren, En d'ongerechte roof Uw's nijders tot een buftt Sijn gunst en wete noyt van swacken noch veroud'ren Heil sij altijt in U, en onheil altijt uit. Harm. Wits. Enkhuizen is gesticht. Geen mensch ter wereld, die daar tegen woordig nog aan twijfelt. Wanneer er precies en door wien, is door een zoo zware sluier omhuld, dat een beroepsworstelaar moeite zou hebben hiervan maar een tije op te lich ten. Er rest ons niets anders, dan met onze diverse petten naar de waarheid te gooien. Dit doende blijkt, dat de stichtingsgatum niet ver verwijderd moet zijn van het jaar 1299. Over den naamsoorsprong is ook heel wat gevochten. Wanneer de een met een zekere overtuigdheid beweerde deze af te kunnen leiden van „Enkele huizen", was er aanstonds een of andere singeur, die stijf en strak vob hield, dat de naam ontstaan was uit Eindt- huizen. Eindt en het verkleinwoord Eindtken werden volgens J. Blaeu in de oude West- friesche Tale uitgesroken als End en Endke of Enoge, ook als Enke en Enge, waaruit Enckhuisen of Enghuisen ontstaan zou zijn. In 1355 werden de dorpen Enkhuizen en Gomaruskerspel vereenigd, waarna zij stads rechten ontvingen van graaf Willem V, die daarbij Enkhuizen tot stad verhief. De oor spronkelijke bewoners van Enkhuizen waren1 geen kapitalisten. Zij verkeerden in een seer armelycken staet en waren niet maghtig om eenen Heer Melchior, hunnen Priester, te voeden, dat hij alleen moght woonen, en nooddruft hadde: maer woonde nu eens bij1 den een, dan weer bij den ander. Hij gink m een slechte pels en droeg geen ander kleedt soo lang als hij leefde. Ondanks dit alles begon de priester teiir slotte een beetje praats te krijgen, zoodat hij nie meer om een middagmaal vroeg, doch dit eischte en zeide anders te zullen vertrekken. Dat maakte indruk. Men beloofde hem „van ydere doode tot driewerf te sullen doen ge nieten een geheel broodt, twee pondt boters en een kanne biers; te weten in de uytvaert, in de maenstondt en in de jarig-tijds: oock soude hem 't avontmael bij de rijkste geschon ken worden. Langzamerhand is Enkhuizen in aanzien gestegen. Met den grooteren bloei ging ge paard een grooter aantal kibbelpartijen, zoo wel bij de stedelingen onderling als naar buiten. De inwoners van 't oude Gommer- karspel, die van landbouw en veeteelt leef den, ging het beter dan de zeevarende Enk- huizers. De eersten bouwden hun kerk en' wekte door de pracht van deze de afgunst op van de laatsten. Toen besloten die van St. Paneras (de Enk- huizers) hun kerk met een grooten toren te tooien, waar de Gommaruskerspelers met geen mogelijkheid tegenop zouden kunnen. Die van Gommerkarspel bouwden de Wester- kerk, waarschijnlijk omstreeks 1427 met een torentje. Booze tongen beweerden, dat de rondomliggende kloosters dit bouwen hadden belet, vreezende, uit de hoogte bespiedt te worden. De St. Pancrassers bouwden de Zuidier- kerk, welker torens in het jaar 1450 begon nen, in 1533 voltooid werd. E»e kerktoren als trap- en klokketoren kwam in den Carolingischen tijd in gebruik. Uurweren waren in dien tijd nog weinig in gebruik. De klok was het uurwerk, waar al les zich naar regelde. Door haar werden dé kerk- en kloosterdiensten bepaald. Zij speel de tevens een groote rol in het openbare le ven. Allengs werd de taak, die de klok te ver vullen had, belangrijker en werden, indien de middelen dit toelieten, meerdere klokken in den toren gehangen, van klank verschillend, die verschillende functies hadden. Zoo on derscheidde men de uur- of werkklokken, het misklokje, de slaap- of vuurklok, die aangaf,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9