Is Graaf de Marchant Nederlander
Reehs vragen aan minister.
heffing varkensvleesch.
£uud: en Juin louw
£uchtüaact
de post vlucht en op indie.
recordvlucht
kingsfgrd smith.
AtnstecdoMsctie Jieucs
iüs*
Verschenen is het verslag van het
r.-deelingsonderzoek der Eerste Ka
mer betreffende liet rapport der
commissie tot onderzoek \an den
geloofsbrief, met bijbehoorende
stukken, van den lieer M. V. E. H.
"I J. M. graaf De Marchant et d'An-
sembourg. Wij ontleenen er aan:
jEenige leden betreuroen, dat de commissie
agn het einde van haar verslag aan de Ka
mer heeft voorgesteld, alvorens over het al
dl 'niet toelaten een beslissing worde geno
men, haar rapport naar de afdeelingen te
verzenden. De commissie toch was eenstem-
mfe van meening, dat de heer De Marchant
motst worden toegelaten.
Verscheidene le
den, erkennende,
dat de door de
commissie behan
delde vragen
uiterst belangrijke
rechtsvragen zijn,
waren van mee
ning, dat de op
lossing er van
minder ligt op den
weg van de Kamer
M. Graaf de Marchant dan wel op dien
et d'Ansembourg. van de rechterlijke
macht. Zij bepleitten, dai de Kamer zich
■wende tot den minister van justitie, teneinde
te bevorderen, dat de Kroon, ingevolge het
bepaalde bij art. 22 van de Wet op de Rech
te lijke Organisatie en het beleid der justitie,
den Hoogen Raad der Nederlanden opdrage,
to dezer zake bericht en consideratiën te ge
ven, waarvan dan aan de Kamer mededee-
ling worde gedaan.
Vele andere leden konden zich met dit
denkbeeld niet vereenigen, hoewel zij uiter
aard van zulk een advies met groote belang
stelling kennis zouden nemen.
Het rapport der Commissie kan worden
gesplitst in een juridisch en een feitelijk ge
deelte.
Het juridisch Jeel van het rapport dan
behandelt de volgende beide vragen:
lo. Kan een minderjarige door eigen na
turalisatie in een vreemd land zijn Neder-
landsche nationaliteit verliezen?
2o. Is voor het zich begeven in vreemden
Krijgsdienst, bedoeld in artikel 7 van de
Wet op het Nederlanderschap en het inge
zetenschap, de vrijwilligheid een essentieel
element?
De commissie beantwoordt de eerste vraag
ontkennend en de tweede bevestigend.
Verscheidene leden verklaarden zich hier
mede niet te kunnen vereenigen.
Resumeerende waren de leden hier aan het
woord van oordeel, dat de juridische argu
menten, door de Commissie ten gunste van
toelating aangevoerd, den toets der critiek
niet konden doorstaan, weshalve niet toela
ting van den teer De Marchant huns. in
ziens geboden is.
Vele andere leden, die verklaarden, groo
te waardeering te hebben voor het werk der
Commissie, konden zich met de hierop geoe
fende critiek niet vereenigen.
Verscheidene leden schortten hun oordeel
over deze aangelegenheid op totdat zij be
scheid zouden hebben ontvangen omtrent bij
hen gerezen vragen aangaande de nationa
liteit van den vader, de neutralisatie in '12,
de beweegredenen daartoe, de dienstplicht
in Nederland, de strekking der „Entlas-
sungsurkunde", de door de administratie ge
volgde practijk, terwijl men gaarne zag
overgelegd de ingewonnen „ambtsberichten",
waarvan sprake is in de beschikking van mi
nister Heemskerk.
Vragen aan ministers.
Hoewel van meening, dat van een bespre
king van de politieke zijde dezer aangelegen
heid moet worden afgezien, konden enkele
leden niet nalaten, hun bevreemding er over
te uiten, dat de leider van een politieKe
groep hier te lande, die zich er op beroemt
bij uitstek nationaal te zijn, als één van
haar vertegenwoordigers aanwijst een per
soon, die nog betrekkelijk kort geleden er
kennelijk prijs op stelde, naast de Neder-
landsche, ook de Duitsche nationaliteit te be
zitten.
De leden hier aan 't woord, meenden te
weten, dat den heer De Marchant nooit een
oproep tot vervulling van zijn dienstplicht in
Nederland heeft 'bereikt, ook niet na 1920.
De Commissie van Rapporteurs besluit dit*
verslag met het verzoek aan den voorzitter
der Kamer, de volgende vragen aan de be
trokken ministers wel te willen ovei brengen:
Aan de ministers van Justitie en van Bui-
tenlandsche Zaken:
Is indertijd aan den heer De Marchant
's Konings toestemming verleend tot het zich
begeven in vreemden krijgsdienst?
Kan worden medegedeeld, wanneer en
om welke redenen de heer De Marchant tot
de Pruisische autoriteiten het verzoek heeft
gericht om te worden genaturaliseerd, welk
verzoek in 1912 tot zijn naturalisatie zou
hebben geleid?
Is over dat verzoek indertijd een gedach-
tenwisseling tusschen de Pruisische regee
ring en de onze gevoerd?
Is dat verzoek gedaan met medeweten en
met toestemming van den vader en stond
het in eenigerlei verband met het dienst
nemen of het zich begeven in het Duitsche
leger?
Heeft de heer De Marchant vóór 3 Maart
1914, dus vóór zijn inlijving, zich in voorop
leiding begeven of anderszins dienst geno
men in of in betrekking gestaan tot het
vreemde leger?
Zijn de ministers bereid der Kamer inzage
te verstrekken van de ambtsberichten, door
minister Heemskerk in 1920 ingewonnen
naar aanleiding van het request van den
heer De Marchant om herkrijging van de
Nederlandsche nationaliteit en te bevorde
ren, dat de Kamer een gelegaliseerd afschrift
der hem in 1935 verschafte Entlassungs-
urkunde ontvangt?
Zijn zij genegen, een schets te fceven van
de gedragslijn, welke de overheid tot dus
verre pleegt te volgen in gevallen als het
onderhavige, met vermelding der beweeg
redenen, zulks in verband met de opmerking
der commissie tot onderzoek van den ge
loofsbrief vt.den heer De Marchant, dat de
door de administratie gevolgde practijk zich
bij haar opvatting aansluit?
Aan den minister van Defensie ad interim:
Is de minister bereid, der Kamer inlichtin
gen te geven over de vraag, of graaf De
Marchant et d'Ansembourg, benoemd lid
dezer Kamer, aan zijn militieplicht hier te
lande heeft voldaan?
Heeft wellicht het feit van zijn indienst
treding in het Duitsche leger op eenigerlei
wijze in den weg gestaan aan de nakoming
van bedoelden plicht, doordat bijvoorbeeld
de Nederlandsche autoriteiten hem niet meer
als Nederlander beschouwden en hem dus
niet opriepen tot vervulling van zijnen mili
tieplicht?
Was hij wellicht vrijgesteld van dienst
plicht in de Nederlanden krachtens het be
paalde in artikel 13, sub lo. der Militiewet
van 1912 (artikel 6. tweede lid, b der Dienst
plichtwet van 1922). jo. artikel 4 van het
op 17 December 1904 met Duitschland ge
sloten vestigingsverdrag?
Na de inkoming van het bescheid op db
vragen meent de commissie van rappor
teurs, dat de discussie over de onderhavige
aangelegenheid voldoende is voorbereid.
MISPLAATSTE VREES VOOR
SCHAARSCHTE.
Regtering waarschuwt.
De regeeringspersdienst deelt het volgende
mede:
Aan de regeering is gebleken,
dat hier en daar het publiek uit
vrees voor schaarschte van bepaal
de goederen inkoopen doet boven
de normale behoefte.
Daar voor een dergelijke vrees, als
uitvloeisel van de politieke spanning in
Europa niet de minste reden aanwezig is,
waarschuwt de regeering het publiek, dat
het verstandig zal handelen door op ge
heel normale wijze zijn inkoopen te blijven
doen.
DE UITVOERVERBODEN-WET
Treedt reeds vandaag in werking.
Gisteren is afgekondigd de wet van 9 Oc-
tober (Staatsblad 599), bepalende het voor
behoud der bevoegdheid tot het uitvaardi
gen van uitvoerverboden ter bevordering
van de internationale samenwerking in het
belang van den vrede of ter bescherming
van de levensbelangen van het rijk in tijden
van buitengewone internationale spanning
(dag van inwerkingtreding lOOctober 1935)
Zooals men weet, is het ontwerp gister
middag door de Eerste Kamer aangenomen.
Verbod van uitvoer van benzine.
Zooals bekend is, is de strekking van de
uitvoerverboden-wet tweeërlei: ten eerste om
aan de regeering de noodige bevoegd
heden te verleenen, ten einde aan internatio
nale verplichtingen, welke Nederlands lid
maatschap van den Volkenbond voortvloeien,
te kunnen voldoen; ten tweede om eenige
wijzigingen te brengen in de wet van 3
Augustus 1914, welke beoogt bepaalde
soorten van goederen, die Nederland zelf
noodig heeft, in het land te kunnen houden.
Met het oog op deze bescherming van een
binnenlandsoh belang wordt nu vanochtend
een Koninklijk besluit, gegrond op de ge
wijzigde wet van 1914, afgekondigd, waar
bij met ingang van vandaag de uitvoer van
benzine is verboden, behoudens de gevallen,
waarin dispensatie kan worden verleend.
Deze maatregel moet dus niet gezien
worden in het kader van eventueel door den
Volkenbond op Italië tce te passen sancties
De Raad heeft trouwens terzake nog geen
aanbeveling aangenomen. De maatregel
houdt eenvoudig verband met de omstandig
heid, dat ten gevolge van belangrijke aan-
koopen van benzine in Nederland de voor-
raod van dit artikei hier te lande te gering
dreigt te worden voor het normale gebruik
en hij beoogt :e voorkomen, dat de hoeveel
heid benzine beneden het hier te lande be-
noodigde minimum zal dalen.
PRIJSOPDRIJVING.
De heer Sneevliet vraagt maatregelen.
Het Tweede Kamerlid Sneevliet heeft den
minister van handel, nijverheid en scheep
vaart de volgende vragen gesteld;
1. Is het zijn excellentie bekend, dat bij
de heerschende internationale toestanden in
vele streken van het land reeds met het
„hamsteren" van verbruiksartikelen is be
gonnen, waarbij geintei esseerden deze prijs
opdrijvende neiging zoo sterk mogelijk aan
wakkeren
2. Is de minister niet van oordeel, dat
gelet op de levensomstandigheden van de
breede massa van arbeiders en in moeilijk
heden verkeerende middenstandsgroepen,
prijsopdrijving van allerlei artikelen van le
vensonderhoud juist thans meer dan ooit
verhinderd moet worden?
3. Is de minister bereid maatregelen te
nemen die op korten termijn van kracht
worden om prijsopdrijving te beletten, al
thans zooveel mogelijk tegen te gaan en in
het bevestigende geval mee te deelen van
welken aard deze maatregelen zullen zijn?
In verband met de dalende tendens
en aanzien van de varkensprijzen viel
te nemen, is de heffing welke bij slachting
voor varkens betaald moet worden, reeds ee-
ruimen tijd geleden van 9 tot 6 cent per
geslacht gewicht verlaagd.
Doel van dezen maatregel was, om
het vergrooten van binnenlandsche
sumptie een verdere prijs-inzinking te
komen.
Thans kan met voldoening geconstateerd
worden, dat het aanbod van varkens J"
welke
waar
K.G.
door
con
voor
vraag niet meer overtreft. Dientengevolge
heeft in de laatste paar maanden een niet
onbelangrijke stijging der varkensprijzen
plaats gehad.
Het gevaar bestaat bij deze steeds stijgen
de tendens, dat de varkenshouders, hopende
op een doorgaan van deze stijging, het aan
bod zullen verminderen, waardoor natuur
lijk deze sterke stijging door een evenredige
daling moet worden gevolgd.
Een der middelen om deze groote prijs-
schommelingen te voorkomen ligt in de hef
fing. Evenals indertijd de heffing werd ver
laagd moet nu dit middel omgekeerd wor
den aangewend.
Een regelmatige afzet en productie met
vermijding van sterke prijsfluctuaties is in
het belang van allen, die bij de productie
en afzet van varkens en varkensvleesch be
trekken zijn, terwijl het consumentenbelang
ook allerminst is gediend met sterke prijs-
schommelingen.'Met het oog hierop is met
ingang van j.1. Maandag 7 October de hef
fing op varkensvleesch wederom van 6 op 9
cent per K.G. ges'acht gewicht gebracht
Mocht blijken, dat dit middel onvoldoende
uitwerking heeft, dan zullen andere middelen
om dit doel te bereiken worden overwogen.
DE PRIJS DER PEULVRUCHTEN
Geen reden om tekort te vreezen
Sedert eenigen tijd zijn de marktprijzen
der peulvruchten eenigszins verbeterd. Hier
door is de dénaturatie-regeling voor con
sumptie-erwten, welke de kwaliteiten A en
B omvatten, overbodig geworden. De Akker-
bouwoentrale heeft in verband hiermede
dan ook bepaald, dat voortaan niet alleen
de kwaliteit A, doch ook de kwaliteit B niet
meer voor denaturatie tot veevoeder in aan
merking mag komen, en dat daarvoor geen
denaturatie-vergoeding meer mag worden
gegeven.
De vraag wordt nu gesteld, wat de oor
zaak is van de plotselinge prijsverhooging
van de peulvruchten. Speelt de vrees, dat er
door internationale verwikkelingen of an
derszins een tekort zal ontstaan, hierbij een
rol?
Als dit zoo is, dan kunnen we wel zeggen,
dat die vrees absoluut ongemotiveerd is. De
voorraden zijn ruimschoots voldoende om de
binnenlandsche consumptie te dekken. Het
normale erwten-verbruik in ons lai.d be
draagt ongeveer 15.000 ton per jaar, terwijl
de nieuwe oogst wordt getaxeerd op niet min
der dan 80.000 tot 90.000 ton.
De prijs der erwten is nog niet zoo bijzon
der veel opgeloopen. Was de richtprijs be
paald op 8.80 tot 9, thans bedraagt de
marktprijs 9.20 tot 9.30.
Het surplus aan boonen, dat we hebben,
is niet zoo groot als dat der erwten. De
voorraden zijn nog niet nauwkeurig vast te
stellen, daar de meeste boonen nog niet ge-
dorscht zijn. Drie vierden van de hier ge
teelde boonen wordt in ons land zelf gecon
sumeerd en één vierde gaat gewoonlijk naar
het buitenland.
Een derde soort peulvruchten zijn de
schokkers. Deze zijn nogal veel in prijs op
geloopen, maar dit is een artikel, dat in ons
land zelf nagenoeg niet wordt gebruikt.
Naar wij van deskundige zijde vernamen,
zou de prijsstijging van erwten voorname
lijk moeten worden gezocht in de marktpo
sitie. In Augustus van dit jaar is de markt
prijs bijzonder laag geweest en de handel
heeft door blanco-voorverkoop dien prijs nog
meer gedrukt. Nu moeten degenen, die dat
gedaan hebben, zich dekken, waardoor de
prijzen stijgen.
Ook is de export in September vrij behoor
lijk geweest, hetgeen eveneens de prijzen
heeft gesteund.
Deze prijsverhooging is den boeren niet
onwelkom, omdat zij nu een meer loonenden
prijs voor hun producten kunnen maken.
Ook het Landbauwcrisisfonds is er mee ge
baat, daar er nu geen denaturatie-steun aan
de boeren behoeft te worden uitgekeerd.
Over de prijsstijging behoeft de binnen
landsche consument zich niet ongerust te
maken. Vermoed wordt, dat zij niet van lan
gen duur zal zijn. En ook een tekort behoeft
niet te worden gevreesd. De export is wel
wat toegenomen, maar is toch nog aanzien
lijk minder dan in normale jaren.
Mochten de prijzen al te zeer stiigen. dan
kan de regeering altijd nog prijsregelend
optreden met voorraden, die zij het vorig
jaar. om de prijzen op peil te houden, uit de
markt heeft genomen.
STEUNUTTKFFRTNG AAN DEN
TUINBOUW.
Naar de „Resb." verneemt, kan in den
kop van de volgende week de uitbetaling
worden verwacht van het tweede voorschot
op den tuinbouwsteun.
de
DU1MELAAR 12V, JAAR IN DIENST
DER K. L. M.
Een avontuur in het oerwoud.
Ver van huis, te Rangoon, herdacht de heer
J. J. E. Duimelaar, gezagvoerder van het In-
dië-vliegtuig „Kwak", op weg naar Batavia
gisteren den dag waarop hij 12 Yt jaar gele
den in dienst der K.L.M. kwam. De directie
der K.L.M. zond hem volgens het Hbld. een
telegrafischen gelukwensch, waarin zij haar
dank uitspreekt voor de uitstekende diensten,
die de heer Duimelaar de Maatschappij be
wezen heeft Zoodra de jubilaris op Schiphol
terugkomt, ontvangt hij het onderscheidings-
teeken der Maatschappij voor 12V£-jarigen
dienst.
Den 9den April 1923 eindigde zijn Soester-
bergsche tijd en trad hij in dienst der K L
M. De vliegtuigbestuurder Hof6tra heeft hem
gelest op een F 2, daarna ging hij als passa
gier in de cabine van een F 3 mee naar Lon
den „om den weg te leeren''.
De heer Duimelaar is een der pionnier® van
de Indië-route. Bekend is zijn Kerstpost-
vlucht naar Indië in December 1928 met den
heer Frijns als tweede bestuurder. Hartje
winter vloog hij door Midden-Europa, maak-
te een noodlanding bij Erfurt wegens ijsaf
zetting op de vleugels, had groote moeite met
de motoren, die in de koude nog met de hand
gestait moesten worden, vloog tóch door naar
Batavia en kwam met de Nieuwjaarspost
terug.
Het grootste avontuur van den heer Dui
melaar was een noodlanding bij Setoel in
September 1929 met de heeren Tepas als
tweede bestuurder en Dunk als werktuigkun
dige. De jubilaris zelf vertelt daarover het
volgendel
„We waren njet een F 7b3m, nog zonder
radio aan boord, op weg van Alor Star naar
Medan, boven zee. Toen kregen we een ge
weldigen klap van den moesson, storm, geen
meter zicht van den regen Wisten per slot
op geen 100 k m. na, waar we zaten. De ben
zine verminderde. Op goed geluk terug, naar
de kust: oerwoud. We moeten naar beneden
Zitten te „oiekeren" om een plek te vinden,
waar wat huizen staan, 't Lukt, we zien
open plek met een paar paalwoningen. Alles
staat blank, we "draaien er laag over heen en
ontdekken, dat er een overstroomde weg van
enkele meters breed langs loopt. Daar moeten
we op landen! Ik neem gas weg, prik hem er
voorzichtig in; vlak bij den grond verlies ik
het zicht op den weg, dien ik van boven af
door het water heen duidelijk had kunnen
waarnemen.
Maar dichtbij is alles één vijver. Weer gas
gegeven, nogeens probeeren. De heele omge
ving in me opgenomen: daar is de weg dóér
moet ik hem neerzetten. Het lukt, de Fokker
plast door het water, alles gaat goed, maar
juist aan het slot van den uitloop zakt een
wiel in een greppel aan den wegkant. Ik
kijk eens achter me. Teoas stond net gereed
om door het dak het vliegtuig te verlaten
„Niet noodig! We kunnen keurig door di
deur", roep ik. „Waarachtig?" zegt Tepas.
Hij stapt het eerst uit enzakt tot zijr.
nek in een breeden greppel langs den weg.
Daar stonden we met onze kreupele kist,
midden in de wildernis. Ik zeg: „Tepas, ga
jij kijken of je hulp vindt", we delibereeren
nog en zie, daar kómt een Siameesch dorps
hoofd in vol ornaat naar ons toegewandeld
over den overstroomden weg. Hij nam ons
mee en we logeerden genoeglijk in een paal
woning. Gede~ltelijk te voeC gedeeltelijk in
een gammele Ford en andere onmogelijke
vervoermiddelen' ging ik met Tepas naar Pe-
nang. We huurden een groote, platte schuit
en voeren terug naar tetoel; ons vliegbiig
stond in de buurt van een rivier en dit was de
manier om het weg te krijgen. Dunk was
achtergebleven; hij had intusschen het heele
vliegtuig gedemonteerd.
We brachten alles aan boord; ik stond op
de schuit, Tepas nog aan den kant, toen dc
kapitein cpeens aanstalten maakte om weg
te varen. Ik protesteerde; hij trok er zich niets
van aan en zei, dat anders het water te laag
zou staan om de rivier nog uit te komen; bui
tengaats zou hij tot den avond wachten op
de anderen. We lagen buiten. Wie er ver
scheen, geen Tepas en Dunk. Eindelijk, ik had
den meed bijna opgegeven, kwam er iets in
zicht. Twee Siameezen wrikten een soort uit-
ireholden boomstam voort en daarin zaten
lépas en Dunk. Dank zij Tepas had de «tan,
een flinken diepgang; de rand stak nog „ct
een paar c.m. boven het water uit"
De heer Duimelaar heeft sindsdien veel
gelukkige Indië-reizen gemaaktGeduren<jt
het afgeloopen jaar is hij meestal dichter h
huis gebleven; hij was n.1. na Parmentier do
eerste vliegtuigbestuurder der K. L. M„ dje
„iet de Fokker/Douglas wist om te gaan en de
meeste dezer vliegtuigen heeft hij na de aan.
komst te Cherbourg overgevlogen naar Ne.
derland. r\.
Bovendien is de heer Lnnmeiaar een zeer
bekwaam instructeur en hij heeft in de afge
loopen jaren veel leerling-vliegers en jongere
collega's opgeleid op de verschillende vlieg.
tuigtypen.
Hij heeft 10.200 vlieguren in dienst der
K.L.M en maakte 16 retourvluchten naar
Inldië.
T ify
De Koetilang (uitreis) is in Athene ge.
landde Nachtegaal eveneens komende van
Bagdad (thuisreis).
De bekende Australische vlieger k tig»,
ford Smith is voornemens een record-vlucht
Engeland—Australië te maken. Hij v0rdt
13 October te Soeraèaja verwacht.
DE TOCHT VAN
„THE HAVILANDS".
De „The Havilands" zijn heden te 7 uur
van Koepang naar Ceram vertrokken.
Fen later telegram meldt:
Het esquadrille „The Havilands" van
wege het slechte weer naar Koepang terug-
gekeerd.
EG MOND-BINNEN (September).
Geboren: Klazina Jacoba, d. van Cor-
nelis Nijman en Johanna M Spaans.
Nicolaas Jacobus, z. van J "hannes ZenfveJd
en Anna Liefting. Jacobus Mam, d van
Petrus Johannes Sentveld en Elisabeth Zon
neveld. Nicolaas Petrus, z van Petrus
Johannes Zonneveld en Maria Gomelia
Schotvanger. Antonius Algióius en Jaco
bus Maria, zns. van Adelbertus Zentveld en
Antonia Leyen.
Ondertrouwd: Nicolaas Tromp en
Theodora Boendermaker. Simon behing
te Castricum en Maria Apeldoorn. AViert
Liefhebber te Hee' owaard en Keeltje
Zwakman. Johai Antonius de Goede
en Cornelia Anna Wester te Alkmaar.
Overleden: Marijtje Bes, wed. van
Comelis van der Molen, 85 jaar. Klazma
Jacoba Nijman, 8 dagen.
van Donderdag
OPGAVE VAN NOORDHOLLANDSCH
(Ontvangen per
STAATSLEENINGEN.
4 NederL 1931
4 1934
4 Ned-Iidië 1934
4 1934 A
5J4 Duitschland 1930
Idetr met kettingverklaring.
BANKINSTELLINGEN.
Amtterd Bank
Handel Mpij. CerL tr. 250
Koloniale Bank
Ned. Ind Handelsbank
Rotterd Bank
INDUSTR. OND. BINNENL.
Alg Kunstzijde Unie
v, Berkels Patent
Calvé Delft CerL
Nederl. Ford ex 40 afst.
Philips Gloeil. Gem Bezit
Unilever
INDUSTR. OND. BUITENL
Am Smelting
Anaconda
Bethleh. Steel
Cities Ser tic* 9
Steel cod-i
U. S. Leather
CULTUUR MAATSCH.
H V A.
Java Cultuur
Ned. Ind. Suiker Unie
Vorstenlanden
Dito actions
MIJNBOUW
Alg Explor. Mij.
Redjang Lebong
10 October 1935.
LANDBOUWCREDIET N.V.
draadlooze telefoon).
Koers van heden te:
Vorige
koers
pl.m.
1.30
pl.m.
1.46
pl.m.
2.00
PETROLEUM.
Dordtscbe Petr.
Kon. Petr.
Perlak
Phillips Oil
Sbell Union
RUBBERS.
Amsterd Rubber
Deli Bat. Rubber
Hessa Rubber
Oostkust
Serbadiadi
Intcrc. Rubber
SCHEEPVAARTEN.
Scheepvaart Unie
TABAKKEN.
Deli Batavia
Oude Ueli
Senembah
AMER SPOORWEGEN.
Atcbison Topeka
Southern Railw. Cert
Union Pacific
gNoteering per 50
fExclaim.
"Exdividend.
94 V.
94J/«
93
93
mt
2ZVs
94%
«4%
931/4-'/.
93'/,-'/,
19'/,
2 7,
19%
22-V.
pl.m.
2.16
1<%-I
22
103»/,
115'/,
37% 38
74
100'/,
74
24'/,
48
58'/,
257
240%
967*
30»/;,
U'/m
21%
1'/.
25%
5%
180'/.
98'/,
24%
57
257
240%-1
97-b*/«
30'/,
13%-j 13)1%
22-1% 22Vi#
f/.
2%
57. 5'/.
240-V, 240%
967,-7) 97'/,-%
22-%»
iy,-%»
26}
180%
V 99
94 94
19'/. 19'/,
13 Ou
26 i-'/u
5»/h -%
180'/,-! 180'/, l8Q1fr
167
146
177
18.'/,
80
1'%
5%
1027;,
59%
82'/,
28%
557,
1%
167
192 '/e l92-'/s 191 Vr* 192
6-5% 57,-% 57,-6 5%
102% 102'/,
81
28
7
7
39'/,
40
135
135 4
1
152
15-4-1%
i 1
155
156
27'/,
27%
5'/.
57.
5<%
PROLONGATIE VoFg. koer, 6
pCt. Heden 6 pCL
WiSSfcLKotKSEN AMSTERDAM.
N.».Y.,kN,ET 0FF|a®.
Londen
Part),
Bru,iel (Belga)
Bazel
Kopenhagen 1
Stockholm
o.io
Madrid
Italië
Vorige
Koer, op
koer,
bed»" 2 uur
1.48
1 47%
7 25
724'/,
59.52%
59 55
9.74%
9 72%
2198%
24.95
48,15
48 0?%
32.40
32 40
37 40
37 40
36 40
36 40
20 22Vt
20 22%
12.05
12.05