- na het'eten heerlii zoon SeuUleton Financieel Overzicht. UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 12 OCTOBER 1935 IIL LiI M M f „- MOZAÏEK. PERSTE SAXON -^25 G. P. BAKKER 2j) - cht Jens in het midden. Prijsstijging op de goederenmark ten- Voornamelijk een gevolg van oorlogsvrees. Verbetering v*n de statistische positie. Aan vulling van uitgeputte voorraden. beteekenis van de prijsverbetering voor de Indische cultures. Vraag naar suiker- en thee-aandeelen. De Septemberexport van radio- artikelen val niet mee. Prijshou dende stemming op de beleggings- markt. Wanneer men de prijsbeweging op de goe derenmarkten zou mogen beschouwen als graadmeter van de algemeene economische ontwikkeling zou de prijsstijging, die in den jongsten tijd over vrijwel de geheele linie valt waar te nemen, alle aanleiding geven tot een optimistische beoordeeling van den te- genwoordigen toestand en de vooruitzichten in de naaste toekomst. Talrijke artikelen, waarin de handel tot kort geleden nog tot een minimum was ingekrompen, worden thans weder op ruime schaal verhandeld, tot prijzen, die vaak aanzienlijk hooger zijn dan },et laagste punt, dat in het begin van dit :aar was bereikt. Helaas wordt de bevredi ging over de ontwikkeling aanmerkelijk ge temperd door de wetenschap, dat nierbij slechts voor een klein deel sprake kan zijn van een gezond herstel na een periode van voortdurende inzinking, maar dat de betere gang van zaken in hoofdzaak is toe te schrij ven aan de vraag voor oorlogsdoeleinden. Deze is niet alleen afkomstig van de direct bij den oorlog betrokken landen, maar ook van die staten, die zich op de mogelijkheid van een uitbreiding van het conflict voorbe reidend, hun bewapening opvoeren en voor raden aanleggen. De naweeën van den we reldoorlog liggen nog te versch in de herin nering om niet te beseffen, welke gevaren een door dergelijke ongezonde factoren ver oorzaakte prijsopdrijving in zich bergt Mocht het conflict tot den tegenwoordigen omvang beperkt blijven, dan zal een terug slag zelfs spoediger kunnen intreden dan en thans veelal verwacht. Een strikte toepas sing van de economische sancties zal even eens van directen invloed kunnen worden op de prijsvorming, al valt hieromtrent met ze kerheid niet veel te zeggen. Uit den aard der zaak zijn de prijzen van grondstoffen, die van direct belang zijn voor het vervaardigen van oorlogsmateriaal, w.o in de eerste plaats metalen, het meest ge stegen. Zooals echter uit het onderstaande tabel van het prijsverloop van ennkele der toonaangevende producten blijkt, heeft de stijgende beweging zich ook medegedeeld aan de noteeringen van landbouwgewassen en koloniale waren. Hierbij heeft zich nog de bijzondere omstandigheid doen gelden dat de statistische positie van verschillende ar tikelen in den laatsten tijd niet onbelangrijk was verbeterd, terwijl men, in tegenstelling met den toestand vóór de crisisjaren, weinig rekening heeft te houden met „onzichtbare" voorraden van handel en industrie. De da lende prijsbeweging heeft er immers toe ge leid, dat veelal „Mondjesmaat" werd ge kocht, teneinde verliezen op opgeslagen goe deren te voorkomen. Een opleving van de vraag kan derhalve thans in veel mindere mate dan vroeger het geval was door nog bij den handel aanwezige voorraden worden op gevangen, maar weerspiegelt zich direct in een toename van den afzet door producenten Tegelijkertijd vormt de prijsstijging een aan sporing voor den handel, om de sterk uitge putte voorraden weder te gaan aanvullen E'fttrKoper p. ton) 281/4, 291/4, 35 3/4, 41; Tin (Standard eash p. ton) 221 1/4, 208, 210*, 21314; V Tarwe (harde winter 2 ct. p. lb.) 87 3/8, 991/4, 113 3/4, 139 3/4; Katoen (Middl. Up. 1. ct. p. lb.) 10.45. 19-55, 11.75, 11.30; ^Copra ton) 8 1/16, 103/16, 10 3/16, 368-iker (Cuba d" P Ib) 2'74, Z(6> 3'18' Rubber (d. per lb.) 4 1/3, 5 3/16, 5 3/4, 6; ^inee (brok orange d. p. lb.) 16%, 17^, 45, De cijfers zijn achtereenvolgens van: de 3a«ste 1934, laagste 1935, 15 Sept. 1935 en 1° Oct. 1935. De verbetering, die ook zonder rekening te ouden met de oorlogsvraag in de statisti- ne positie van verschillende artikelen is in- I -••• i--. v ïi v A aX «v -''tv-.- ^F^F .v-5 tg* v B i vob/v?' tlT ee,n belangrijk deel het ge- oerfinaL ^regelen .tot kunstmatige be ien is echter d In sommige geval- huln eekomen "Ur aan den mensch te tarweAonr?k b v-met betrekking tot de ren de jn[ bren£InK- Terwijl in vroegere ja- Ver Statenin|iping van de opbrengst in de de maatrewèi aCV0 van de d«sbetreffen- rino- aern n Amerikaansche regee- dipe' nrnrim'?€ns^erb werd do0r de ov«rv1oe- wacht dft a Ar?entinië- wordt ver- ar' dat de Argentijnsche graanoogst dit IrenQ Hfnmer kleiner zal worden. Vol- sche nen°n*gS ramin£ van het Amerikaan- orndilrt i van Handel zal de wereld- S -van tarwe dit jaar 3.433 millioen bushels bedraden tegen 3.460 millioen vorig r al fef'vn het overscbot uit het vorige ?nen1f\ 1 V3n dit Se'Z0€n 800 m1'" lioai bushels bedroeg tegen 1.100 millioen vorig jaar, zal de totale beschikbare hoeveel- ,old |ar,we OP de geheele wereld voor het jaar 1935/ 36 naar schatting 4.230 millioen bus- ÏSiSShP'., tegen 4 560 millioen in ion dus een vermindering van ca. 330 millioen bushels. Als gevolg van den kleinen oogst van dit jaar wordt verwacht, a bfd overschot aan het eind van het jaar tot 400 a 500 millioen bushels zal dalen. Voor de katoenmarkt zijn de statistische ooruitzichten minder gunstig dan voor arwe; eenerzijds heeft men hierbij rekening te houden met de aanzienlijke voorraden, i-'j s'eun der Amerikaansche regeering tijdelijk uit de markt worden gehouden en anderzijds belooft de opbrengt van den ka- toenoogst in de Ver. Staten belangrijk groo- ter te worden dan het vorige jaar. Officieel wordt de oogst er thans op 11.464.000 balen geraamd tegen een opbrengst van 9.636.000 balen vorig jaar. Hoewel katoen als oor logsmateriaal een rol van beteekenis speelt, is de oorlogsvraag tot dusverre dan ook nog slechts in beperkte mate in de prijsvorming van dit artikel tot uiting gekomen. Daarentegen heeft de tinmarkt in groote ren omvang van de toeneming van de vraag kunnen profiteeren. Het Internationale Tin- Comité, waarin de voornaamste tinproducee- rende lande vertegenwoordigd zijn, heeft in de sterke vermindering der voorraden aanlei ding gevonden, om de restrictie te verzach ten en het productie-percentage van 65 pCt. tot 70 pCt. der standaardproductie te ver- hoogen, nog wel met terugwerkende kracht tot 1 Juli 1935. In den jongsten tijd is de stemming op de tinmarkt, evenals trouwens op de meeste andere marktgebieden, eenigszins aarzelend geworden, wat wel verband zal houden met ae onzekerheid over de verdere politieke ont wikkeling en met de vraag, of Italië uit hoof de van financieele redenen of van eventueele sancties in staat zal blijven, zijn behoeften aan oorlogsmaterieel te dekken. Een verdere verbetering van den tinprijs zou goed ter stade komen aan de Ned. Indi sche schatkist, die naar men weet uit de be langen der Indische regeering bij de tinbe- drijven aanzienlijke inkomsten trekt. Ook overigens is onze Oost bij de prijsontwikke ling op de productenmarkten direct betrok ken. De prijsverbetering voor Cuba-suiker te New-York is gepaard gegaan met" een toene ming van de vraag naar Java-suiker, die de N.I.V.A.S. in staat heeft gesteld, de limites voor den afzet van suiker voor alle bestem mingen in drie étappes van 10 en één van 15 cent met totaal 45 cent per 100 K.G. te ver- hoogen, wat percentsgewijs (de noteering voor superieur bedraagt gemiddeld ruim 4) een aanmerkelijke verbetering is. De stijging van den rubberprijs, op zich zelf meer het gevolg van de jongste verscherping der re strictie dan van vraag voor oorlogsdoelein den, komt ook ten goede aan de Ned. Indi sche rubberondernemingen. De vaste stem ming op de internationale theemarkt heeft zich weerspiegeld in een gestadige stijging der prijzen voor Javathee op de Amsterdam- sche veilingen. Voorts verdient de prijsstij ging voor copra, voor vezelproducten, (men denke aan de belangen van de Handelsver „Amsterdam" en van andere Indische cul tuurondernemingen bij deze artikelen), voor cacao enz. ten volle de aandacht. Op zichzelf is de recente prijsverbetering op de productenmarkten nog altijd niet zoo buitengewoon belangrijk. De hieraan voor afgegane prijsdaling wordt er immers lang en lang niet door gecompenseerd, en aan een terugkeer van het vroege prijsniveau be hoeft dan ook nog niet te worden gedacht. Nu moet, bij de beoordeeling van de winst mogelijkheden voor de producenten der des betreffende artikelen rekening worden ge houden met het feit, dat deze inmiddels in de meeste gevallen hun productie-kosten aan zienlijk hebben kunnen verlagen, zoodat zij op een aanmerkelijk lager niveau der ver koopsprijzen reeds met eenige winst kunnen werken. Voor de Java-suikerondernemingen is de toestand in het algemeen zóó, dat de tegen woordige verkoopprijzen vermoedelijk wei nig of geen verlies meer opleveren. Er zijn echter nog aanzienlijke hoeveelheden suiker uit vorige oogsten aanwezig, die bij de mees te maatschappijen te boek staan boven de prijzen, die zij thans opbrengen. Hierop zul len derhalve verdere afschrijvingen noodza kelijk zijn. Is het tijdstip, waarop de Java- suikerindustrie weer met eenige winst kan werken, nog niet aangebroken, nog verder verwijderd is vermoedelijk dat, waarop de uitkeering van dividend zal kunnen worden hervat, tenzij de prijsverbetering op de sui kermarkt zulke vorderingen mocht maken, dat uit de bedrijfswinst na bewerkstelliging van de noodige afschrijvingen dividend kan worden betaald. Onmogelijk is dit niet; door de sterke inkrimping van het productie apparaat, zoowel op Java als op Cuba, als mede door een minder gunstige weersgesteld heid in de bietsuiker verbouwende landen, had men reedis langs in den loop van het volgend jaar een prijsstijging verwacht, te meer omdat de voorraden van het verbruik en in de tweede hand sterk zijn ingekrom pen. In verband met de politieke verwikkelin gen is de neiging, om deze voorraden aan te vullen, nog vervroegd, wrt de prijsstijging in de hand werkt. De hoop op een verdere verbetering van den suikerprijs heeft tot een opleving van de speculatieve belangstelling voor suikeraan- deelen geleid. Aan het eind der vorige week nam de vraag, niet laleen naar suikeraandee- len, maar naar alle productie-ondernemin gen, zulk een omvang aan, dat gesproken kon worden van een „grondstoffen-hausse" Wat suikerwaarden betreft, profiteerden hiervan vooral de meer incourante soorten; wegens de beperkte markt leidt een geringe vraag gemakkelijk tot een betrekkelijk groo- te koersstijging, zooals omgekeerd een naar verhouding klein aanbod meest moeilijk wordt opgenomen. Hoewel de belangstelling in de afgeloopen week geleidelijk is geluwd, konden de noteeringen zich toch meest op het verhoogde koerspeil handhaven. De vraag naar thee-aandeelen werd gesti muleerd door de hoogere prijzen die op de laatste Amsterdamsche thee-veiling konden worden bedongen en de koersen zijn dien tengevolge aanmerkelijk opgeloopen. Rub- beraandeelen werden gunstig beïnvloed door het bericht, dat de Ned.-Indische regeering thans overgaat tot het opkoopen van rub- ber-„licenties", teneinde aldus den rubber- uitvoer terug te brengen tot de toelaatbare hoeveelheid, nadat de export van bevolkings rubber het vastgestelde quotum aanmerkelijk heeft overschreden. Verwacht wordt, dat verschillende rubberondernemingen gebruik zullen maken van het aanbod en dat zij hun bedrijf geheel stop zullen zetten. Hierdoor voltrekt zich in de rubbercultuur een verdere rationalisatie, die aan de markt in haar ge heel ten goede komt, doch die een toeneming der werkloosheid in deze bedrijfstak met zich brengt. Het ligt in de bedoeling van het Gouvernement, een totale hoeveelheid van 20.000 ton aan licenties op te koopen. De hiervoor benoodigde middelen ad vermoede lijk 5 millioen zullen, naar men aanneemt, geput worden uit de opbrengst van het uit voerrecht op bevolkingsrubber. In de industrieele afdeel ing is minder om gegaan dan in dë cultuurafdeelingen, doch in het algemeen was de stemming hier goed prijshoudend. Een uitzondering vormden aandeelen Ned. Ford, die scherp in prijs daalden op het tegenvallende interim-divi dend. Aandeelen Philips' konden een paar percent in koers oploopen; hoewel de export cijfers voor radio-artikelen in de maand September niet meevielen. In vergelijking met de voorafgaande maand is nog een kleine vermindering van 5000 ingetreden, terwijl in September van het vorige jaar een voor uitgang van bijna 11/4 millioen tegenover Augustus was geboekt. Met een waarde van 3.79 millioen is de uitvoer in September 1935 ruim 1 Vi millioen bij dezelfde maand van 1934 ten achter gebleven. In de eerste negen maanden van dit jaar bedroeg de ex port aan radio-artikelen 29 millioen, te gen 28.11 millioen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Er bestaat dus nog een kleine voorsprong. De uitvoer van gloeilampen blijft voor de eerste zeven maan den met een totaal van 4.14 millioen ca. zeven ton bij het vorige jaar ten achter. Aan deelen Koninklijke zijn bij beperkten handel iets in koers gestegen. In Amerikaansche waarden zijn dé omzetten eveneens vermin derd. Beleggingswaarden konden zich meeren- deels op de vorige prijzen handhaven. Een gunstigen indruk maakte de weekstaat van de Nederlandsche Bank, die een vermeerde ring van den goudvoorraad aantoont van 20 millioen gulden, gepaard gaande met een zoodanige inkrimping van de credietverstrek- king, dat de positie der Bank aanmerkelijk is verbeterd. De gouddekking der direct op- eischbare verplichtingen bedraagt thans weer 66.24 pCt. tegen 62.26 pCt. in dë vo rige week. De guldenskoers kon zich in ver band hiermede iets herstellen en op de open geldmarkt is de situatie in zooverre wat ver beterd, dat particulier disconto 51/4 a 5%) pCt. noteert. Prolongatie bleef echter op 6 pCt. gehandhaafd. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop Cultuur Mij. der Vorstenlanden 18, 20X, 20. Handelsver. „Amsterdam'' 178 3/4, 181 1/4, 180J4; Javasche Cultuur 94, 100; N.I.S.U. 9114, 951/4; Suikerfabr. Tjoekir 98, 103/4, 102. Wonolangan 32, 37. Balapoelang 171, 17714. Banjoewanji pref. winstd. 87%, 96, 95H- Melattie 120, 130, 12814. Amsterdam-Rubber 100, 103, 102%. Bandar Rubber 1001/4, 1031/4, 103. Hessa Rubber 81, 821/4, 81. Ford Automobielfabr. 276, 254, 257, 256 5/8 ex. div. Philips' 23814, 24114. Unilever 96 3/8, 95 3/4, 97 1/8. Kon. Petroleum 1861/4, 191 3/4. 4 pCt. Nederland 94 3/4, 947/16, 95 1/8. 3 pCt. Nederland 80 3/4, 81 5/8, 81 3/8. 214 pCt. N.W.S. 70. 70 3/8, 70. 4 pCt. Ned. Indië 93, 92 3/8, 93 1/4. 4 pCt. Amsterdam 891/16, 8814. LXI. Ditmaal moge ik zonder onderling ver band eens een aantal typische feiten, ge beurtenissen of bijzonderheden uit onze parlementaire geschiedenis bijeenbrengen. „Mijnheer de Voorzitter", zegt een af gevaardigde, die spreken gaat. En tijdens een rede wordt de uitdrukking dikwijls her haald. Thorbecke heeft haar in zwang ge bracht. Vóór 1848 begonnen de afgevaar digden met „Edelmogende Heeren!" Daarna zei men: „Mijne Heeren"! Totdat Thorbecke zijn „Mijnheer de Voorzitter!" sprak en langzamerhand is dit in algemeen gebruik gekomen Bij de behandeling van< het wetsontwerp op de rechterlijke organisatie in 1873 heeft de afgevaardigde mr. Godegroi, een zeer bekwaam man, 56 maal het woord gevoerd. Men rekende het hem later voor en hij schrok er van. „Alles sprak bij hem: zijn hoofd, zijn oogen, zijn vingers, zijn gansche lichaam. Een oogenblik stilstaan kon hij niet. Op luiden toon gilde hij het dikwijls uit.' (Ising). Godefroi was zeer doof, zoodat hij altijd vlak bij den spreker en bij de regee- ringstafel ging staan. Er is ook eens een af gevaardigde geweest, die zoo goed als blind was: de heer Poelman. Hij was een trouw en hard werker. Heeft men wel eens gehoord van den Minister van Financiën, die het fameuse feit 4) Men vindt verschillende er van zij het in anderen vorm ook megegedeeld in „In de Kamers der Staten-Generaal" door Arnold Ising (192), in „Veertig jaar op de tribune", door B. Blok (1901; niet in den handel) of in Rengers. volbracht om de Millioenen-nota geheel uit het hoofd op te zeggen? Dit was een ge volg van het zeer zwakke gezichtsvermogen van dien bewindsman. Het was van Lynden van Sandenburg. Hij kon zeer slecht op ge drukt schrift turen. Daarom liet hij zich op zijn departement de Millioenen-nota her haaldelijk voorlezen, enleerde haar van buiten, met alle cijfers en getallen. Zoo sprak hij ze uit z'n hoofd op. Twee jaar achtereen, in 181 en 1882, deed hij dit. De Kamer stond perplex. Het was dan ook een merkwaardig kunststukje: de grootste ge tallen werden tot in de halve centen nauw keurig medegedeeld. Tegenwoordig wordt de Nota niet meer voorgelezen. Bovendien, reeds in 1880, toen hij Minister van Buitenlandsche Zaken was, had hij de Kamer verbaasd: bij de behande ling van zijn begrooting deelde hij zoo on geveer het heele tarief van in- en uitvoer rechten, zooals dat te voren tusschen Duitschland en België bestond en zooals het gewijzigd werd, uit het hoofd aan de Kamer mede. „Professeur de némotechie" noemde men hem. Een unicum: de afgevaardigde Daniël vau Eek liet omstreeks 1848 zijn baard groeien, totdatde Grondwet zou zijn herzien. Gelukkig voor den goeden man bracht Thorbecke uitkomst. Een ander haarprobleem: omstreeks 1863 stonden Godefroi en Saaymans Vader, die beide nog al doof waren, vlak voor de ministers-tafel ingespannen te luisteren. Saaymans boog zich wat te ver voorover en toen kwam zijn weelderige haardos in een der bran dende kaarsen terecht, welke destijds nog op de ministerstafel stonden. Snel trok Godefroi zijn vriend terug. Maar de prach tige krullebol was al leelijk geschroeid. „Doctor Westerhoff, van 1849 af, evenals zijn vriend, de lange, gebruinde, 1 oen de gasten voor de laatste maal het r^e'n gezongen hadden, riep slimme Ka- sitai "^r'enden, laten we nu een spelletje Wen om een rondje bier. Ik krijg dorst het zingen" fiii %ialde drie dabbel- Ilen uit zijn zak. .,ln orde", zei de oude veteraan, „maar 'IJ teerlingen zijn bettr" spelen met alle zes", besliste Gustaaf. e hoogste worp wint". .Allen stemden met het voorstel in, ook schippers. Ze wilden zich niet aan het Pd onttrekken, ofschoon ze wisten dat er *°°nlijk ruzie op volgde. ,Karel telde. Twaalf mannen. De hoogste WlI>t dus. "^en", opperde Willem. „Ik gooi altijd J- Ik stel voor dat de hoogste bet gcaoc- n zal hebben de eer^ror.de aan tt bieden «In orde, cavalier". Wi'ii meende Edzke. „Je kunt wel zien, da* ï'j gisteren gage gebeurd hebt HeUeld brandt je in den zak" l Is nog niet zeker dat ik het genoegen zai hebben". m'lA's je dat zoo'n groot genoegen vindt, bra u!r\maS je wel een rondje £even „Trees, twaalf kruiken Hamburger!" be stelde Willem. „Mogen we meedrinken?" vroeg ze. „Zeker! Wie zou zoo'n mooie vrouw iets kunnen weigeren?" „Je schijnt goed in je geld te zitten", merkte Karei op. „Ga je 's avonds wel eens alleen uit? En waar ga je dan langs?" „Neen", antwoordde Edzke. „Wij gaan al tijd met de kippen naar kooi. Kom ons maar eens opzoeken. We zullen ter eere van jou de loopplank met mooie groene zeep ver ven". Het bier werd gebracht. „Cavaliers", zei Willem. „Tot weerziens. Het schip is gelost. We hebben' altijd ge zelligheid gevonden. Op uw aller gezond heid". „Leve de Hollandsche zeelui", riep slimme Karei. „Holland schijnt een goed land te zijn". Ze dronken uit. Willem gaf Edzke een knipoogje. „Kom maat", zei hij. „We moe ten naar boord. Morgen begint de dag als de hanen kraaien". Maar bij de deur keek blonde Trees Wil lem met haar groote blauwe oogen aan. Hij nam haar bij het volle daglicht eens goed op. Ze was een lieve verschijning met haai blozend 'gezichtje en haar dikke blonde vlechten. Het korte zwarte rokje en het diep uitgesneden roode keurslijf, afgezet met Vlaamsche kant. deden haar jonge gevulde gestalte .voordeelig uitkomen. Ze was in staat menig man te verleiden „Als je niets te doen hebt vanavond", zei ze en reikte Wiilem de band, „kom dan bij mij. Achter door den tuin, klop zacht aan het tweede venster links van de deur. Pas op dat niemand je ziet". „En als ik nu wèl iets te doen heb?" vroeg Willem schertsend. „Kom dan ook", zei ze. „Kom in elk ge val". HOOFDSTUK XIV. „Ik kan hier geen terugvracht krijgen", beweerde schipper De Vries. „Ik heb mijn best gedaan, maar de handel ligt dood, wat mij overigens niets verwondert, want voor de legers is wel alles noodig, maar zij bren gen niet op dan dood en verwoesting". Daar is iets van aan", antwoordde Sa'xon. „Ofschoon eerlijk gezegd Holland toch door den oorlog met Spanje tot bloei is gekomen". Door de scheepvaart", meende de kapi tein. „Er is een sterk geslacht gevormd van ondernemende mannen, dat het opnemen kan tegen elke andere natie. Hoe grooter en avontuurlijker de reis, hoe meer kans op winst Spanjaarden, Portugeezen en zelfs de Engelschen zijn niet meer tegen ons op gewassen maar de Hanze hier beteekent niets meer. de Duitsche handel ligt op ster ven. Mijn eenige kans is ieeg naar Hamburg te varen en te trachten daar een vrachtje op te schommelen naar Holland. Gaat u mee?" „Ik heb hier nog iets te doen". „Als ik u een raad mag geven", sprak de oude, „dan zou ik niet in Maagdenburg blij ven als het niet dringend noodig is Die geschiedenis onder den Dom heeft veel op zien verwekt. Ieder wordt met wantrouwen de oogen aangekeken. Ik heb mijn ooren te luisteren gelegd en ofschoon er nog niets met zekerheid bekend is, doet de staf zijn uiterste best deze vreemde geschiedenis te onderzoeken. Morgen heel vroeg hijschen we de zeilen". Saxon wist dat de oude zeeman gelijk had, maar hij dacht er niet aan zijn onder neming in den steek te laten. „U heeft het zonder twijfel bij het rechte eind", antwoordde hij, „maar ik kan nog niet weg. Ik moet wachten op den meester en de zijnen" „Zij zullen hun heil wel in de bosschen gezocht hebben en een tijdje verborgen blij ven. Er zit hier iets onrustigs in de lucht. De wacht is verscherpt De meester weet dat, hij is een te gladde vogel om zich te laten knippen". „Als het eenigszins mogelijk is zal hij weer komen opdagen", meende Saxon. „Ik zou liever hebben dat u in buurt kon blij ven Het zal u geen windeieren leggen". De schipper dacht na. „Weet u wat, ik vertrek morgen en u gaat mee. We zullen een uurtje noordelijke van Maagdenburg midden in de Elbe b'ijven lig gen. Voor 'n landsman heb ik iets over. U behoeft mij niets te betalen dan mijm ge woon liggeld Een Groninger schippet#ouc!t wel van een avontuurtje. Dat is het geu zenbloed", voegde hij er lachend aan toe ,,Mij.i schip heb ik altijd nog gered" „En mocht hu onverhoopt verleren gaai dan is hier een papiertje. Het is in geheim schrift. Ben ik er niet meer, dan zal de koning van Zweden het inlossen. Dat is dus afgesproken en, als mijn onderneming slaagt, ben je een rijk man. De meester zal het schip wel vinden, als hij nieuws heeft". Terwijl zij samen hun gesprek vervolg den, kwam Edzke aan boord. Hij riep Saxon op het dek. „Willem", zei hij, „terwijl jij met vader zat te redeneeren, heb ik een wandeling gemaakt. Ik heb een boodschap voor je". „Van den meester?" „Ik weet het niet. Misschien wel. Ik werd door een vrouw gevolgd: Ze had het hoofd onder een kap verborgen. Zoodra ik het be merkte begon ik langzamer te loopen. Ze haalde mij spoedig in". „Moet u mij hebben?" vroeg ik. „Juist, schipper", zei ze zacht. „Ik wilde u vragen een boodschap aan uw vriend over te brengen". „Ze had een lieve stem. Ik dacht aan Treesje, maar die was het niet. Ik nam haar goed op, maar het schemerde reeds, veel kon ik niet zien, want ze had een langen ruimen mantel om. Wel zag ik dat ze slank van postuur en jong was. Geen oude heks". „Kon je haar oogen zien?" „Niet goed, maar ze schenen donker te zijn". „Hij is een goede vriend van mij", zei ze. „Vraag hem of hij vanavond om elf uur bij mij wil komen. Ik ben dan bij de oude rid derhofstede Sonnenfeld; eigenlijk is het een ruïne. Een half uurtje buitén de wallen op den weg naar Schönebeck, links van den weg. Het is gemakkelijk te vinden. Ik heb belangrijk nieuws voor hem". „Kunt u mij het nieuws niet zeggen?" vroeg ik. „Hij is mijn beste vriend". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9