EEN DATUM VAN BETEEKEN IS. Vervolg van de Ossche zuivering. de laatste les van langelot Arie had de bokkepruik op. Erfvredebreuk. Politieke beroering in Wijdenes. 300 jaar geleden werd de Schermer verkaveld. Welke zaken er morgen zullen voorkomen. De zitting van Donderdag a s. 'n Abessiniër in Amsterdam. f toulHciaai Tlieuws DE STICHTING VAN DE KLEUTERSCHOLEN AAN DEN LANGENDIJK. De school te Zuidscharwoude zoo mogelijk half November in wer king. die de primeur kreeg van de inmiddels gear riveerde zweep en daarop verklaarde een ge schreeuw te hebben gehoord en een paard met kar te hebben zien nebben, op welken wagen behalve den voerman ook nog 'n man stond De man op de bok sloeg met een zweep beur telings op de ket en naar den man, aie zich achter aan de kar bevond. Hierop volgden de getuigen k décharge, in de eerste plaats Willems, beton- en ijzerwer ker, die onder belofte verklaarde te hebben gezien, dat verdachte met de zweep sloeg, maar niet kon zeggen, of Meelis was ge raakt. No. 2, de heer Schrier, kon niet veel bijzon ders van de verdediging zeggen, alleen dal verdachte goed bekend stond. De derde getuige h décharge, de heer Poo- ver, verklaarde in den geest van 's heeren Willems getuigenis. Hij had nooit last met verdachte of diens vrouw gehad. Mej. de Wilde, geboren Dieuwertje de Vet, gaf nog eens een relaas van de situatie. De beer Meelis had den wagen vast en ze had ook gezien, dat de melkboer met de zweep Ten slotte werd gehoord de echtgenoot? van verdachte, die werd bedankt voor het be reidwillig halen van de zweep, waarop zij moest verklaren, dat zij van de mishandeling zelf niet veel had kunnen zien. De officier meende, dat de getuige k décharge tamelijk positief en homogeen wa I€n, Wat verdachte had gedaan ging zonder twijfel de grenzen van een gewettigde zelf verdediging te buiten. Verdachte maakt nogal dikwerf gebruik van de zweep en is reeds 5 maal veroordeeld. Gerequireerd werd ten slotte 50 boete of 25 dagen hechtenis Mr. van Leeuwen achtte noodzakelijke ver dediging aanwezig en concludeerde dienten gevolge ontslag van rechtsvervolging. Uitspraak (zelfverdediging werd verwor pen) 40 boete of 20 dagen. De logementhouder Arie Sp. te Schagen bracht nog eens 'n visite aan de hem welbe kende rechtszaal, om terecht te staan ter zake beleediging Aaltje Keizer, de van zijn dorpsgenoote f echtgenoote van Dirk Tames, die hij een niet nader te omschrijven kwalificatie had toegevoegd. Arie trachtte zijn loslippigheid nog te camoufleeren, maar dit mocht niet baten Hij werd veroordeeld tot 10 boete of 5 dagen. De heer Wijnand L., los-arbeider te Cagtri- cum, had de aardigheid uitgehaald, weder rechtelijk binnen te dringen op het afge scheiden erf van den jachtopziener Ealthasar de Winter, welk feit was gepleegd in den nacht van 27-28 Augustus Wijnand wilde blijkbaar eens weten of de Winter ook soms thuis was, opdat eventueele strcopers vrij spel zouden kunnen hebben. Ter zake erfvrede breuk werd hij thans veroordeeld tot 10 böete of 5 dagen. Zooals bereids werd gemeld, stond verleden week terecht de tuinder Frederik S. te Wijde- nes, naar aanleiding van het feit, dat hij, ter gelegenheid van een bijeenkomst in de open bare school, op vordering van den rechtheb bende, in casu het hoofd dezer school, gewei gerd had dit lokaal te verlaten. Deze kwestie hield verband met een actie tegen burge meester de Goede, waarvoor op 29 October y.üü. I vonKe. jaar de tuinder Klaas Singer kÜJÜLi- P°',t,erechter terecht stond wegens f u van dezen burgemeester in de enkh Courant. Deze scribent in het West- riesch werd toen tot een nog al peperige boete veroordeeld. zaak contra Frederik S. was reeds np 4 Maart uitgeroepen, doch toen uitgesteld 'hans werd het vervolg voor de tweede maal ten tooneele gevoerd. De traditioneele autobus met supporters uit Wijdenes had ook stdffng V00r n00^'Ke publieke belang- Aangezien de getuigen a charge de voor gaande week reeds waren gehoord, konden eze medewerkers thans wel achter de coulis- s«?bl.]vm, volgens het oordeel van den politierechter, dat in de meeste gevallen niet wordt weersproken. Volgens rijksveldwachter Harskamp zou verdachte S. den indruk hebben gewekt, dat nij de aanwezigen tot verzet opwekte. Door getuige décharge Miedema werd verklaard, dat verdachte allerminst tot een dergelijke veronderstelling aanleiding had gegeven. Ook getuige k décharge Kolles verklaarde in dezen geest. Door den politierechter werd een brief van verdachte, die tevens gem.-ontvanger van wijdenes is, voorgelezen, waarin hij zelf moest erkennen onwettig tot de ouder-com- missie te zijn gekozen. De officier merkte op, dat de zaak kleiner is dan de omlijsting. De kwestie gaat feitelijk buiten de ouder-cpmmissie om, want de be doeling is toch om de belangen van het kind te dienen, wat trouwens de verdachte zelf heeft toegegeven. De officier bracht ook nog ter. sPral<e het vorige schoolhoofd, van wien duidelijk was gebleken, dat hij voor zijn taak allerminst geschikt was. Spreker begreep niet, op weiken grond de ouders zich nog altijd met dezen man bezighielden, voOra! waar verdachte toch zelf ook gemeente-amb tenaar is Ten slotte werd gevorderd 25 boete cf 15 dagen. Mevr. mr. de Ruyterde Zeeuw bracht als verdedigster allereerst in het midden, dat het gebeurde te Wijdenes door de prov pers, soeciaal de Enkh. Courant, tot een sensa'ie was verwerkt, waarover pleitster haar onte vredenheid onomwonden uitsprak. Voorts legde zij er den nadruk op, dat niet de sympathie voor het opd-schoolhoofd den doorslag gaf, maar wel de antipathie van de ouders met betrekking tot de benoeming vau het tegenwoordige schoolhoofd. Pleitster meende, dat verdachte als voor zitter van de oudercommissie toch ook wel het recht had, zijn meening naar voren ts brengen, terwijl zij ontkende, dat verdachte op eenigerlei wijze zou hebben opgeruid Ten slotte verzocht pleitster den politie rechter een en ander tegen elkander te willen opwegen en verzocht voor verdachte de uitereste clementie. Vonnis 5 of 5 dagen. In de vierde zitting, welke de Arrondissements-Rechtbank te 's Hertogenbosch Donderdag 24 Oct. houden zal ter berechting van de misdaden der Ossche bende en haar aanhang, zullen vijf strafza ken dienen, waarvan deel uitmaken een geruchtmakende brandstichting en een moord. De brandstichting is in den nacht van 7 op 8 Juni 1933 door den beruchten, thans 20-jarigen Petrus Wilhelmus de Bie en zijn later door hem vermoorden neef Gerrit de Bie althans door een of meer personen, aWus de dagvaarding te Megen gepleegd in de woning met bakkerij en schuur van den hotelhouder Benkers, wonende te Veg- hel. Het gebouw is grootendeels afgebrand, waardoor levensgevaar te duchten was voor de zich in dat huis bevindende Gerrit van den Broek en Johanna Maria van der Rijt, terwijl mede gemeen gevaar te duchten was voor in de nabijheid staande aan derden toe behoorende gebouwen en inboedels. De verdachte in deze strafzaak is de ge detineerde 51-jarige hotelhouder Johannes branciscus Benkers, wien tenlaste is gelegd dat hij in of omstreeks het voorjaar van 1933 te Megen deze brandstichting opzette lijk heeft uitgelokt door aan een of feer le den der familie De Bie te Oss althans aan e enof meer personen hiervoor een geldsbedrag van honderd gulden of daar- °ftrent te geven of te beloven .Voor den moord zal terechtstaan de 38-ja- ri8e thans te Den Bosch gedetineerde Os- arbeider Petrus Wijnen, wien ten las- is gelegd, dat hij op 5 Decefber 1925 te D«s tezamen en in vereeniging met een of ™eer anderen althans alleen opzette- 'Jk, na tevoren kalm overleg en rijp be- 'aad het plan daartoe te hebben gemaakt, {wannes Lambertus Hartegs (Jan v. d. !Jast) van het leven heeft beroofd door hem een mes te snijden en te steken, tenge re waarvan Hartogs meerdere zeer ern- •fge verwondingen bekwam en daardoor •poedig overleed! Subsidiair is hem, indien terzake van het °venstaande geen veroordeeling volgt, het ,P*ttelijk toebrengen van zwaar lichamelijk ijliet het bovenomschreven gevolg, ten- s,.e gelegd. 00r een ander geval van brandstichting ri ee.n vrouw terechtstaan en wel de 27-ja- Johanna Lamberta Maria van Hees- Jtt, weduwe van A. van Beuningen. ^ij wordt ervan beschuldigd dat zij op 11 oi:1.' te Os opzettelijk brand heeft ge- den In„t'e woning van A. F. van der Heij beu! We! 400r haar en haar vader werd sti .L.011." ^ij zou dezen brand hebben ge- i( 'door met behulp van een brandende het dak vlam te doen vatten, waar door de woning met den aan haar en haar vader toebehoorende inboedel grootendeels is verbrand, terwijl als gevolg daarvan ge meen gevaar te duchten was voor in de nabij heid staande aan derden toebehoorende hui zen met inboedels. Wegens uitlokking van een inbraak in zijn eigen woning te Berghem, op 30 Mei 1934 gepleegd door Antonius Johannes Hen driks (De Dikke Toon de Soep) en Lamber tus Vos (Bijs de Sijp), zal zich voorts te verantwoorden hebben de 48-jarige gedeti neerde fabrieksaiteider Hendrikus van de Vondervoort, bijgenaamd „De Snep". Volgens de dagvaarding kort voor de in braak waarvan de buit bestond uit een geldsbedrag van 70, toebehoorende aan 't .Onderling Doktersfonds" te Oss aan genoemd tweetal medegedeeld, dat hij be doeld geld onder zijn berqsting had en dat zij dit gejnakkelijk 's nachts konden stelen, hun daarbij aanduidende, waar het geld in zijn woning lag en hoe zij door een raam binnen konden klimmen. Getuigen in deze zaak zijn de arbeider Leonardus Bokmans, vice-voorzitter van 't „Onderling Doktersfonds" en de gedetineer de Lambertus Vos. De laatste zaak betreft de op 7 Mei 1933 te Oss gepleegde inbraak in de woning van den wijnhandelaar Nicolaas Wilhelmus Maricus de Louw. De verdachte is de 39-ja- rige gedetineerde Antonius Hendricus de Louw, wonende te Oss, die ervan wordt be- chuldigd dat hij deze inbraak welke een buit van ongeveer 300 heeft opgeleverd tezamen en in vereeniging met den beruch ten 43-jarigen Petrus Johannes de Bie (Peer de Bie), Antonius Hendriks (De Dik ke Toon de Soep) en Lambertus Vos (Bijs de Sijp) althans met anderen heeft gepleegd. De daders hebben zich tot de wo ning toegang verschaft door over een poort te klimmen en een deur open te breken, waar na zij het geld onder hun bereik hebben ge bracht door de brandkast te forceeren. Subsidiair en meer subsidiair zijn verdach te medeplichtigheid en heling tenlaste ge legd doordat hij resp. buiten op den uitkijk zou hebben gestaan om bij onraad te waar schuwen of doordat hij van De Bie, Hen driks en Vos een door diefstal verkregen geldsbedrag van 70 ten geschenke heeft aangenomen. De 25ste October 1935 is een datum, die niet geheel onopgemerkt mag voorbijgaan Waren de tijden beter, dan zou er aanleiding bestaan om dien feestelijk te gedenken, want op dezen dag is het 300 jaar geleden, dat de verkaveling van de juist drooggemaakte Schermer heeft plaats gehad. Bij octrooi van 26 September 1631 was door de Staten van Holland aan „Burge- meesteren ende Regeerders der Stadt Alckmaer" toestemming verleend, „dat sij sullen moghen Bedijcken, ende van Water tot Lant maecken een goet ghedeelte van het Water genaemt de Schermeer, aende voorsz. Stadt van Alckmaar geleghen, ende dat bin nen den tijt van vier nu eerstcomende laren int gheheel, tot de Ster-Meer ende Lange- Meer toe, ende de voorsz. twee Meeren excluys". Niet alleen dat het stadsbestuur voldaan had aan den eisch om in een tijdsverloop van vier jaar het water tot land te maken men weet, dat de eigenlijke drooglegging reeds in 1634 een feit was geworden maar slechts korten tijd later dan de overeengekomen ter mijn was de toestand van het ontwaterde land reeds zoodanig, dat tot de verkaveling kon worden overgegaan, waarmede voor het stadsbestuur het gestelde doel was bereik'. Voor deze prestatie past niets dan lof. Hel betrof hier toch niet meer of minder dan de winning van ruim 6000 morgen gronds d.w.z. van bijna 5000 Hectaren waarbij toch zeker 100 millioen kubieke meters water verzet zijn moeten worden. En dat met de hulpmiddelen van dien tijd! Met een elec- trisch gemaal als bijv. de „Dr. Lely" in de Wieringermeer zou het vanzelfsprekend in een ommezien zijn gebeurd, maar hier had men te werken met de befaamde windmolens, die wel altijd aan de Schermer een zeer bij zonder, eigen aspect hebben verleend, maar wier capaciteit zeer beperkt is en 300 jaar ge leden nog veel geringer zal zijn geweest Zeer waarschijnlijk heeft men moeten werken met de oude schepradmolens, „buiten kruiers", die in het gebruik heel wat minder handelbaar waren dan de tegenwoordige molens met gestroomlijnde wieken, systeem Dekker. Ook het leggen van het dijklichaam moet men niet onderschatten; de moeilijkheden, daarmede ondervonden, zullen enorm zijn geweest, als men zich eens voorstelt, boe zelfs thans nog, met moderne hulpmiddelen en een uiterst snellen aanvoer van materialen het leggen van een weg door laagveen-terrein meermalen groote teleurstellingen mede brengt. De wegenbouw rondom Gouda heeft daarvan nog dit jaar het bewijs geleverd Maar in 4 jaren tijds had men het toch maar voor elkaar, dat ruim 6000 morgen lands voor de cultuur gewonnen waren, en ongetwijfeld zal de verkaveling op 25 Oc tober 1635 het stadsbestuur van Alkmaar met gerechten trots hebben vervuld. Wij menschen uit den tijd der geraffineerde tech niek zijn licht geneigd om werken als het hier gereleveerde te onderschatten. Toegegeven zij, aat met een werk als het leggen van den Afsluitdijk de droogmaking van de Scher meer niet is ie vergelijken, en dat in 1630 eenzelfde onderneming als de afdamming van de Zuiderzee natuurlijk niet te onder nemen zou zijn geweest. Daarom is de pres tatie van de droogmaking er niet minder om; integendeel; zij was voor dien tijd wel licht nog van veel grooter allure dan de Af sluitdijk thans. En daarom past het ons, menschen der 20e eeuw, om op 25 October 1935 een eere-saluut te brengen aan den durf, de energie en het uithoudingsvermogen, door onze voorouders van vóór 300 jaren aan den dag gelegd! Zij zijn de voorloopers van hen, die in de laatste decennia Noord holland met Friesland verbonden en den Wieringermeerpolder schiepen; hunne daden verdienen met evenveel eere te worden ge noemd als die van thans, en de 25ste Oc tober dezes jaars is de aangewezen dag om op die daden van 3 eeuwen geleden nog eens de aandacht te vestigen. De verkaveling en de toewijzing der per- ceelen vond plaats op 'het stadhuis te Alk maar in bijzijn van tal van autoriteiten en belanghebbenden. Elke kavel was 15 morgen groot en er waren er in totaal 406. Meestal waren 2 kavels bij elkaar gevoegd, en dat vindt men nog terug bij de tallooze boerde rijen in den poldier, die elk 30 morgen groot zijn. De toekomstige eigenaars werden bij loting aangewezen, v/aartoe in twee aarden kannen de namen der ingelanden en de nummers der kavels, op opgerolde papiertjes geschreven, flink werden dooreen geschud en vervolgens getrokken door den beëeóigden stadsbode Jacob Florisz. Fonck met bloote armen. De getrokken namen en kavelnum mers werden aan schepenen ter hand ge steld en door dezen voorgelezen; vervolgens werden zij onmiddellijk daarna in een re gister ingeschreven door mr. Jan Claesz. van der Heem, secretaris van den polder de Schermeer, en den notaris Jacob Baart. De schepenen waren Willem Jansz. van Molen vliet en Jan Louwerisz. Clock. Hoofdingelanden, gecommitteerd door de stad Alkmaar, waren mr. Jacob van Tey- linghen, burgemeester, en Cornelis Thomasz. Seyl-maecker, raad van de stad. Verder waren tegenwoordig de heeren mr. Nicolaes Cromhout, heer van Vrijhoeven, mr. Reynier Paeuw, raad in den hoogen raad, de burge meesters Gerrit Jansz. van der Nieuburch, Pieter Willemsz. Kessel, mr. Mathijs Ouden- steyn en jonkheer Thomas van Egmont van der Nijenburch, Pieter Paeuw, rentmeester van Egmond en van de „Graeflicheyts Vroon- Landen", Eduard Jacodt van Axele, heer van Dussen en mr. Johan van Foreest, secretaris van de „Ghecommitteerde Raden van de Staten van West-Vrieslandt ende Noorder Quartier". De waarde van de verschillende kavels was verre van gelijk, zoodat het merkwaar dig geval zich voordeed, dat de eene aange wezen eigenaar een bepaald bedrag, dat reeds te voren was bepaald, in de generale kas moest storten, maar dat de ander een bepaald bedrag kreeg uitgekeerd. Het bestek van dit artikel laat niet toe om de namen te vermelden van al de aangewezen eigenaars, maar er komen er onder voor, van wie de nazaten, naar den naam te oordeelen, thans nog tot de ingelanden behooren. Rijswijk (Z.-H.), 19 Oct. 1935. J. VENNIK. bewoners zullen den keizer trouw blij ven. De keizer heeft veel goed gedaan om het land tot grooter welvaart te brengen en men eert hem algemeen zeer. Hij heeft hospitalen opgericht voor ge- br kkigen, die vroeger onverzorgd wa ren en in de bedelarij hun levensonder houd vonden. En de slavernij? Ja, die wordt nog wel in Abessir.ië gevonden, alhoewel minder dan vroeger. De slaven hebben echter niet te klagen. Zij hebben het goed en volgens hem moet men het meer beschouwen als een soort vaste dienstbetrekking met een loon in na- tura. De bevolking leeft gelukkig. Of leefde, dat is beter, omdat nu een vreemde in dringer dat geluk is komen verstoren. Wel is er behoefte aan technische be schaving, die de Westerling er kan br-mgen, doch daarmee was men reeds bezig. Van een beschaving, die met bom men en granaten moet worden ge bracht hij zegt het zijn keizer na is men afkeerig en men begrijpt er ook niot veel van. Hoe hij over de Wester lingen nu denkt? Ze zijn goed en hun in .oed is er welkom, als die maar met vreedzame bedoelingen geschiedt. Zijn landgenooten kunnen nog heel wat lee- ren, doch reeds langen tijd hebben de Westerlingen er hun werkzaamheden, waarbij de omgang met de bevolking niets te wenschen overlaat. Armoede heerscht wel bij sommige zijner landge nooten, maar ook de armen zijn geluk kig. Ieder had er zijn brood en het ty pisch Westersche verschijnsel van „hoo- gsr-'op willen" kende men er niet „Hier begeert ieder rijk te worden, en als hij rijk is, nog rijker," gaat mijn vriend verder. „Dat bestaat bij ons niet. We z\>r al tevreden, als we kunnen leven en voor iederen Abessiniër was er een plaats onder de zon, die niemand hem misgunde." En vechten? Ja, dat doen zijn landge- nooteh graag. En ook zou hij niets liever willen, dan een geweer in de handen te hebben en dan er op los. Zijn donkere oogen in den witten rand, die in de hoe- ke~ roode accenten heeft, beginnen te glinsteren bij de gedachte. Er leeft nog steeds iets van de Afrikaansche wilder nis en de Afrikaansche heete zon in zijn tengere maar stevige gestalte. Het kli maat is voor den Europeaan niet gun stig, doch zoowel de grootste hitte als de koude in de bergen deeren den Abes siniër niet. Hij zelf had het den eersten echten winter in Europa wel wat zwaar, maar nu is hij er volkomen aan gewend. Zoowel in de warmte als bij flinke vorst voelt hij zich behagelijk en hij weet met wat ziek zijn is. Een Christen is hij, van de Koptische kerk. Ook hij draagt, evenals zijn land genooten daarginds, een doekje met een kruis op de bloote borst onder zijn klee ding. Dat beschermt hem tegen de kwa de kansen van het leven, zooais hij vast gelooft, dat ook de anderen er door be schut zullen worden. Het oude geloof, dat in deze streken reeds van de derde eeuw na Christus dateert, zal hen bij staan (Van onzen Reisredacteur). De grootste moeilijkheden komen nog. Hij hielp me in mijn jas en zeide „a'-tublieft mijnheerrr" met die mooie rollende r, waarvan de Oosterling het geheim bezit. Het zou oen leugen zijn, wanneer ik bewee-de, dat ik aan zijn uitspraak van het Nederlandsch den Abessiniër herkende: niemand zou me trouwens gelooven. Maar men had het ma verteld en het was aan zijn uiterlijk ook wel te zien, dat zijn wieg als hij daar vroeger tenminste ooit in gelegen had niet in deze Westersche streken had gestaan. In een restaurant te Am- iterdam doet hij chasseursdiensten, hij neemt de kleedingstukken van de be zoekers aan en helpt ze ir. hun jassen. Zoo heb ik in een rustig oogenblikje even een praatj? met hem gemaakt. Hij vertelt me, dat hij afkomstig is uit een dorpje in de omgeving van Ti- gre, dat thans in het bezit der Italianen is. Z^n ouders wonen daar nog en hij heeft in geen vier maanden iets van hen vernomen. Ze leven daar van den land bouw. Als jongen van 17 jaar is hij 12 jaar geleden de wereld ingetrokken, eerst als hutjongen op een Italiaansche boot, om daarna in allerlei betrekkingen op het land rond te zwerven: in Rome, Parijs, Berlijn, Weenen en nu in Am- st-,rdam. Ik vraag, of hij nog landge nocten hier kent. Hij is de eenige Abes- ciniër hier te lande, voorzoover hij weet. en ook zijn consul, die te Brussel resi deert, kent geen andere. Een Vereeni ging van Abessiniërs heeft hier dus wei nig reden van bestaan. Of hij terug wil, nu zijn land in gevaar vei keert? Nou, en of! Maar de reis is wel wat duur. Hij heeft er met zijn con sul over gesproken, doch deze zeide h.-m nog wat ie wachten. Als het land zij1 t'Ulp noodig heeft, zullen er wel middelen worden gevonden om hem te doen overkomen. Om alvast toch iets te doen, wilde hij leeren vliegen, maar ook dat kost geld. Zeven honderd gulden heeft een Abesginisch-e chasseur niet maar zoo in zijn zak! Hij hoopt erg op etr reductie of op een subsidie van het consulaat. „Ze zeggen wel: waarom zou je hier weggaan, je hebt het goed. Maar mijnheer, ik voel het hier" Hij tikt daarbij met zijn slanke rechterhand op zijn borst. In da kranten buitenland sche zoowel als Nederlandsche volgt hij de gebeurtenissen in Abessinië van dag tot dag en het is begrijpelijk, dat hij brandt van begeerte om zijn landge n joten bij te staan. Maar de eerste successen der aanval lers beteekenen nog jeen definitieve overwinning! Dj grootste moeilijkheden komen nog, dat is hij met de berichtge vers van het oorlogsterrein volkomen eens. Over den overgeloopen Ras Goep 3a (hij zegt, dat het Goepsa moet zijn en spreekt het woord uit met een zachte haast melodieuse Fransche g) is hij niet te spreken. Dat is echter een enkeling, Hot rneerendeel der hoofden en ook de Wij weten dat van verschillende zijden de vraag is en wordt gesteld wanneer nu eigen lijk eens met de kleuterscholen wordt be gonnen en of er nu nog wat van komt. Ver schillende berichten zijn hierover versche nen, die alle min of meer een onjuist beeld gaven van den stand van zaken. Vooral ook het laatste moet wel een zeer deprimeerenden indruk hebben gemaakt. Wij achten het thans na een onderhoud met een der leden van de commissie van voor bereiding noodzakelijk nadere mededeelingen te doen over de stichting en in de allereerste plaats wel over de scnool te Zuidschar woude. Zooals bekend mag worden geheeten vor dert de stichting ontzettend veel voorberei ding om in het bezit te komen van een zoo goed mogelijk geoutilleerde school en vooral op de financiën komt het aan. De pogingen die zijn aangewend om het noodige geld te verkrijgen voor de school te Zuidscharwoude hebben in eerste instantie een uitstekend re sultaat opgeleverd, zelfs zulk een resultaat, dat nu de stappen kunnen worden gedaan tot benoeming van een onderwijzeres. Vrijdagavond a.s. wordt ten lokale van den heer P. Kramer te Zuidscharwoude een ledenvergadering van de afd. Langendijk van Volksonderwijs gehouden waarop na af handeling van de vereenigingszaken zal wor den voorgesteld de onderwijzeressen-sollici tanten de volgende week op te roepen om ZIJN DOCHTER MET VITRIOOL GEWORPEN. De Haagsche rechtbank wees vonnis in de zaak tegen den emballeur H. P. van B thans ged., die op 19 Augustus j.i. op het Spui te s-Gravenhage zijn dochter met vitrool heeft geworpen, ter zake waarvan door het O M drie jaar gevangenistr^f tegen hem is ge- èisoht. De rechtbank beval een onderzoek naar de geestvermogens van B. en wees i- zaak terug naar de instructie voor het inwin nen van een rapport. 239. Nu was Langelot tevreden en opgewekt huppelde hij naar zijn grootmoeder terug. Hij trok er zich geen steek van aan dat alle hoeden aan het wandelen waren en ging op z'n gemak een beetje in den stal spelen. 240. Opeens zag hij ergens onder het stroo iets bewegen, en meteen daarop kroop een klein mannetje te voorschijn. Langelot, zei het dwergje, wij kabouters hebben altijd een heele hoop te lijden van de leelijke ratten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7