Nederland-Denemarken 3-0.
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 4 NOVEMBER 1935
Een tamme wedstrijd zonder enthousiasme.
Een matige Nederlandsche middenlinie.
Schotloosheid der Denen.
De officials zeggen
Bij Anderiessen's laatste.
Van de Alkmaar-elftallen,
Wat de Alkmaarsche Boys
deden.
MARATHON.
Goede wedstrijd.
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Voetbal.
Met een onbevredigd gevoel zijn
wij gistermiddag van het Stadion
vertrokken. De wedstrijd, die aan
Holland een 3—0 zege bracht, had
ons niet kunnen boeien, omdat het
spel te tam was, en omdat de sfeer
wel heelemaal ontbrak.
Neen, dat was geen Nederlandsch
elftal op zijn Nederlandsch. Dit was
veel meer een ploeg, die den indruk
maakte van een „we kunnen ze
wel hebben" en die daarom niet
vocht met een frisch enthousiasme
en in een razend tempo.
En dit was ook geen Denemarken,
zooals wij gehoopt hadden.
Het was inderdaad een tamme wed
strijd, een soort vriendschappelijke ont
moeting, zou men kunnen zeggen in
vergelijking met de competitiesfeer!
Tegen een België, een Duitschland of
welke ploeg dan ook hebben wij steeds
een boeienden, spannenden wedstrijd ge
zien. Nu was het andere.
Hoe kwam dat?
Misschien moeten wij zeggen, dat Ne
derland te sterk was voor Denemarken.
Bout gesproken? Misschien, maar toch
meenen wij, dat wij er niet zoo heel veel
naast zijn. Men oordeele:
In den loop der laatste jaren heeft ons
elftal zich aan het moderne systeem aan
gepast Het speelt met een „zwerver"
(Smit) en verder met snel'e buitenspe
lers. Het speelt snel en elke voorhoede-
speier kan schieten. Er wordt niet al te
veel getreuzeld voor het doel en elk
moment kan men schoten verwachten,
tot zelfs buiten het strafschopgebied.
Zoowel in de tactiek als in de tech
niek zijn de Oranje-spelers sterk voor
uit gegaan. De techniek was goed, heel
goed zelf6, maar het samenspel werd tot
in het uiterste doorgevoerd. Men tracht
te den bal als t ware in het doel te loo-
pen en de buitenspelere dachten er niet
aan, om zelf een schot te lossen.
En het lauw-spelende Nederland was
in het veld zeker niet de meerdere, maar
voor doel tien keer zoo gevaarlijk. Als
de Denen aanvielen, had onze verdedi
ging tijd en gelegenheid in overvloed,
om reddend op te treden; als de Hollan
ders aanvielen, ging het leer met lange
passes naar buiten, een voorzet volgde
en een schot! Of de buitenspelere zwenk
ten naar binnen en waagden zelf een
kans!
Zoo kon het gebeuren, dat Nederland
drie doelpunten maakte en dat deze
drie absoluut verdiend waren. En zelfs
zou het niet gek geewest zijn, als de
overwinning nog grooter was geworden!
Alzoo: een lauw spelend Nederland,
dat een 3—0 overwinning behaalde op
de Denen! We mogen dus in onze nopjes
zijn.
Jawel, maar wacht even. Het lauw
spelende Holland had zwakke plekken
«n hoe is het mogelijk onze mid
denlinie was wel het meest onzekere
deel van de ploeg. Anderiessen heeft al
heel weinig goed werk gedaan. Hij was
niet de spil, die het middenveld be-
heerscht, maar veeleer een, die „er
steeds naast" was. En ook Paauwe en
vai Heel waren heel wat minder dan
gewoonlijk. Beiden misten nog al een6
en bovendien goochelden ze veel te veel.
Daarnaast lieten ze de buitenspelers
veel te veel vrij spel. Neen, deze midden
linie was niet de kern van de ploeg. Ze
steunde de voorhoede heel matig en ze-
her niet voldoende en ook het verdedi
gende 6pel was lang niet af.
Veel beter zijn we te spreken over de
Achterhoede. Deze is door de weder-op-
name van Weber in sterkte toegenomen
en de Denen kregen met het veel te
horte e pel tegen het robuste trio weinig
hans. Natuurlijk werden hier ook wel
fouten gemaakt, maar deze wogen niet
°P tegen het goede.
Tenslotte de voorhoede. Smit, de zwer
ver, was een zeer nuttige speler, die zijn
Plaats weer volkomen waard was; Bak
huys was Bakhuys, Wels overtrof zien
*«lf, Vente is op" den goeden weg en
Mijnders is en blijft een vraagteeken.
Hij wisselde goede, zelfs schitterende
Momenten, af met zwak spel, liet zich
veel te vaak in den cornerhoek drukken
en zette vaak veel te scherp voor.
De Denen hadden een aardige ploeg.
d'e technisch een behoorlijk partijtje
speelde. De heeren waren vrij snel, hun
P aatsen was iets meer verzorgd dan bij
0 Hollanders, maar zooals gezegd
schutters waren er niet. Een zwakke
F, h was er niet. Wat wel opviel, was de
nksbuiten, die zeer snel was en maar
te veel door Paauwe werd losgelaten,
i] profiteerde daar veel te weinig van,
*nVn P'aats van snel naar binnen te
rinn" £*ng hij dan voorzetten, en
te werken06 ac^t€rtr'° ®r W€'> om
,rSnn«er Denen zich meer op het
veel ^lvoga.^n toeleggen, zal de ploeg
gevaarlijker worden.
De wedstrijd.
Over den wedstrijd kunnen wij be
trekkelijk kort zijn. De ploegen versche
nen in het veld volgens de gepubliceer
de opstelling en ofschoon Nederland
eerst tegen wind en een hinderlijke zon
in moest spelen, waren de gastheeren
vrijwel direct iets in de meerderheid.
Het eerst kwartiertje bracht al dadelijk
iets goeds, want op enkele snelle Deen-
sche uitvallen na, was onze voorhoede
aan het werk en probeerde deze Jensen
te verschalken. Dat lukte voorloopig
niet en toen het spel even verslapte,
ontstond er een korte doelworsteling
voor het Hollandsche doel,waaraan
onze back6 door stevig spel een einde
maakten.
Toen volgden weer eenige Hollandsche
aanvallen, maar Vente en Bakhuys
richtten verkeerd en vooral een kogel
van den midvoor had beter lot verdiend.
Ook Wels schoot in die periode eens op
het doel en van Heel zoowaar ook, nog
wel met den rug naar het doel staande.
Het eerste doelpunt.
Er was 13 minuten gespeeld, toen
Nederland de leiding nam. Uit een
Deenschen aanval was de bal bij Bak
huys terug gekomen, die geheel naar
links ging en op het juiste moment over
gaf aan Smit. Er volgde meteen een
heel hard schot, dat Jensen met geen
mogelijkheid kon houden.
Even nog hield Nederland het goede,
frissche spel en opnieuw volgden er
schoten van Bakhuys en de zijnen, zon
der dat deze succes opleverden. En toen
kregen we een tam partijtje te aanschou
wen. Onze middenlinie vergat haar aan
vallende taak en de Denen profiteerden
er van, om flink aan te vallen. Maar
steeds redde ons achtertrio zonder al te
veel moeite en Halle kreeg weinig moei
lijks te verwerken, al liet hij ook een
keer den bal vallen. Gelukkig had hij tijd
genoeg om zich te heretellen.
De Nederlandsche voorhoede zat ook
wel niet heelemaal stil, maar Vente
veroorloofde zich de vrijheid, om een
gemakkelijke kans te missen en Mijn-
ders bezondigde zich aan veel te scherpe
voorzetten, die voor Jensen geen moeite
opleverden.
Pas na ongeveer een half uur kwam
de Denen waren weer eens in den aan
val de eerste hoekschop, die door
Sörbick weliswaar fraai werd voorge
zet, maar niet benut werd. En toen
kreeg Vente een flinken duw en mocht
Bakhuys een vrijen trap nemen even
buiten het strafschopgebied, 't Werd
een gloeiende kogel, die precies over de
lat ging. En even later redde Jensen op
magnifieke wijze, terwijl een hard schot
van Mijnders juist voor het doel langs
vloog.
Die korte opflikkering van het Hol
landsche spel werd gevolgd door goede
Deensche aanvallen, maar de Deensche
midvoor wist van een plotselinge kans
geen gebruik te maken. En zoowaar
moest Paauwe even daarna vlak voor
doel redden, toen Halle al gepasseerd
was.
Zonder dat er veel bizonders verder
gebeurde, kwam de rust met een kleine
10 voorsprong voor Holland.
De tweede helft.
De tweede helft begon met een be
rucht kwartiertje, dat dit maal niet het
zoo beroemd geworden kwartier werd,
maar wel het slechtste kwartier. We
hadden een frisch Holland in het veld
verwacht, maar het spel bleef lauw.
't Was net, of het doel was, om de De
nen maar wat te laten komen.
Welnu, ze Kwamen ook, maar het
schot bleef zoek. Zelfs wisten de heeren
riift te schieten, toen ze een doorbraak
forceerden en alleen voor Halle stonden.
Deze liep niet uit, liet zich op den bal
vallen en redde de situatie, terwijl hij
even later een voorzet var 'ink6 prach
tig en zeker onderschepte.
Eindelijk werd cok Nederland wakker
en zoowaar kwam ook Oranje zoo ver,
dat het een hoekschop te nemen kreeg.
Mijnders zette die goed voor, maar de
kopbal van Vente ging naast. Direct
volgden nog een paar aanvallen met
eenige verre schoten, die natuurlijk
geen succes opleverden. En dan zakte
het tempo weer, trok onze middenlinie
weer terug en het gevolg was een Deen
sche aanvallen.
Een daarvan zou bijna noodlottig wor
den, maar v. Heel redde door corner
te trappen, die Halle gemakkelijk on
derschepte.
Dan kwam
het tweede doelpunt.
Wels had dan eindelijk weer eens een
pass gekregen, goochelde eventjes, zette
toen afgemeten voor en Bakhuys zorgde
met zijn bekend schot voor de rest. Laag
vloog het leer onder den vallenden doel
man door in het net. (20).
Toen volgden nog eenige Hollandsche
aanvallen, snel en breed opgezet, maar
Jensen wist eenige keeren op fraaie
wijze uitloopende verder onheil te voor
komen. We kregen een korte periode
van een sterk aanvallend Nederland en
uit een van die aanvallen werd de bal
twee keer ingeschoten en weer wegge
slagen. Den derden keer deed Wels het:
via den paal caramboleerde het leer in
het net. (30).
Hoewel er toen nog ruim 20 minuten
te spelen waren, en de Denen ondanks
a' es goed volhielden, kwam de over
winning heelemaal niet in gevaar. Zelfs
was er meer kans op een vierde doel-
p nt, maar 'n kogel van Vente vloog van
den paal af het veld weer in en Mijnders
kon voor open doel met zijn rechterbeen
geen schietgelegenheid krijgen en miste
een wel heel gemakkelijke kans. Ook
Smit probeerde het nog, maar het scher
pe schot werd vallende door Jensen ge-
s.opt.
Toen zakte Nederland af. Het spel
werd tammer, er werd soms veel gekopt,
maar goed doorzetten, neen, dat ont
brak. En de Denen werden weer sterker,
vielen aan, maar al weer geen doelpunt.
Weer haalde Halle in die periode een
bal voor de voeten van den mi d-voor
weg! Ook een vrije trap tegen Weber
bracht geen succes en zelfs een onnoodig
gegoochel van Paauwe vlak voor eigen
doel leverde geen al te groot gevaar op.
En tenslotte ging het spel als een
nachtkaars uit.
Nederland won met 30.
Een goede „oefen"-wedstrijd tegen
een vrij zwakken tegenstander.
Van een hoera-stemming in de kleed
kamer der Hollanders was na afloop
weinig te bespeuren. Spelers zoowel als
officials waren tevreden met het resul
taat, dat „een goede inzet' van het in
ternationale seizoen genoemd werd. De
gelukwenschen waren er echter geen
sier minder hartelijk om.
Hier volgen wat meeningen uit de
Tel.:
K. J. J. Lotsy:
De Denen vormden een zwak team
zonder finishing touch, doch met een
vrij goede verdediging. Onze ploeg kon
tegen hen niet op volle toeren komen.
Ik kan het spel der Denen het beste
kenschetsen door het woord „onzuiver",
en juist deze eigenschap van hun spel
as de grootste handicap voor de onzen.
Over Bakhuys en Smit ben ik uiterst
tevreden en over het achtertrio even
zeer. De middenlinie was.... laat ik
zeggen, niet zoo goed op dreef als an
ders. Mijnders was in de voorhoede wel
de zwakste.
Otto de Vries:
Het was voor Holland een goede oefen
wedstrijd, maar ook niet meer dan dat.
Het ontzettend afbrekende spel der
Denen was fnuikend voor ons speltype.
Bakhuys en de twee backs waren bij
zonder goed op dreef. Bij de Denen blon
ken de linkshalf en de linksbuiten uit,
vooral de kleine hoogblonde Toft Jen
sen, die vaak redde als de backs faalden.
H. W. H. Herberts:
Onze ploeg speelde met de zekerheid,
dat het achter in het elftal in orde was.
En deze wetenschap „drukte" het spel
misschien wel wat. Niettemin beo ik
lang niet ontevreden. Het was een nut
tige wedstrijd, die ons ook weer het een
en ander geleerd heeft, waar wij ons
voordeel mee zullen doen. Niemand der
onzen'acht ik onvoldoende. Mijnders is
mij zeer meegevallen. Hij heeft het ver
trouwen niet beschaamd. Het achtertrio
met Leo aan het hoofd, was keurig op
dreef.
Het spel der Denen was over het ge
heel genomen solide. Het geheele lin
kergedeelte van hun team was goed en
bovendien ook hun spil Ernst Nilsson.
F. G. Triebel:
Onze middenlinie bleef dit keer ver
onder de middelmaat. Vooral de Feyen-
oordpienschen speelden wat kort. Ove
rigen;. ben ik niet ontevreden. Smit was
met Halle onze beste man.
E. G. Mundt:
De Hollandsche ploeg heeft niet meer
gegeven dan noodig was, en veel inspan
ning was er niet noodig om deze Deen
sche ploeg onder den duim te houden. Ik
vind dat ons team heelemaal niet slecht
gespeeld heeft. Het is nu eenmaal zoo,
dat wij tegen een sterkeren tegenstan
der ook beter spel laten zien.
De half-back-linie bleef te veel achter
en dat was wel van veel invloed op ons
spel.
L. Boeljon:
noemde den uitslag 30 een mooi re
sultaat. De verdediging achtte hij beter
dan in de vorig ewedstrijden, terwijl te
vens de voorhoede goed gespeeld heeft,
in tegenstelling met die der Denen, die
al heel weinig productief bleek.
Wij hebben na afloop van den wedstrijd
nog heel eventjes Anderiessen gesproken, die
gisteren zijn laatsten internationalen wed
strijd kajuit staat onherroepelijk
vast zei'de onze internationaal. Ik had er
al eerder een streep onder willen zetten,
maar telkens heb ik het weer uitgesteld,
omdat ik het spelen van interland-wed-
strijden altijd zoo plezierig heb gevonden.
Ook nu nog zou ik het graag willen blijven
doen, maar het wordt mij op den duur te
bezwaarlijk en ik wil ook wel eenigen tijd
voor mijn gezin overhouden. Ik heb nu dan
maar de knoop doorgehakt. Hier als por
tier van de Nederlandsche Bank heb ik on
regelmatige diensten en dan viel het wel
eens lastig uit. Over medewerking heb ik
weliswaar nooit te klagen gehad, want
zoowel mijn chef als mijn collega's hebben
altijd groote inschikkelijkheid getoond, zoo
dat ik, als hef moest, wel eens een paar uur
tjes eerder weg kon of een dienst kon rui
len, maar dat is toch niet altijd vol te hou
den.
Ging dat hier gemakkelijker dan bij de
politie?
O, zeker, veel gemakkelijker. In het
groote dienstverband van de Amsterdam-
sche politie, waar ik vroeger bij hoorde, kon
veel moeilijker een uitzondering worden ge
maakt. Hier bij de Nederlandsche Bank
zijn we meer onder elkaar en is het dienst
verband veel soepeler. Maar u kunt het wel
nagaan: ik moest telkens weg, nu eens voor
Ajax en dan weer voor het Nederlandscche
elftal. Oefenwedstrijden, training, inter
landwedstrijden, vriendschappelijke wed
strijden, de competitie en soms ook nog kam
pioenschapswedstrijden, dat gaat een tijd
lang goed, maar op den duur komt er een
eind aan. Bovendien moest ik voor buiten-
landsche wedstrijden telkens verlof nemen
en op die manier bleef er van 't mij toegesta
ne verlof tenslotte niet veel meer over. Mijn
vrouw en kinderen hadden er zoodoende
weinig aan. Ik wordt straks 32 jaar en ik
was de oudste van het Oranje-team. Nu
moeten ook eens jongere krachten aan de
beurt komen. Voor Ajax blijf ik echter door
spelen.
Hoeveel internationale wedstrijden heeft
u nu gespeeld?
In totaal nu zeven-en twintig. De eer
ste was tegen Denemarken, in 1926. Daar
na ben ik er eenige jaren uit geweest, maar
sedert 1930—1931 heb ik regelmatig van
het Oranje elftal deel uitgemaakt. Het is
wel aardig, dat mijn laatste wedstrijd er
ook een tegen Denemarken is geweest, doch
het is geheel toevallig.
Wat was uw aardigste wedstrijd?
Eigenlijk waren ze allemaal aardig.
Vaak zeggen we nog tegen elkaar: „weet je
nog wel van die wedstrijd, of van die
maar er is er niet een, dien ik boven een an
deren zou verkiezen. In alle wedstrijden heb
ik met evenveel plezier meegespeeld, vooral
ook omdat er steeds zoo'n prettige ver
standhouding bestaat tusschen de spelers
onderling en tusschen spelers en officials.
Alleen heb ik het bijzonder op prijs gesteld,
dat ik den laatsten wedstrijd tegen Enge
land heb mogen meespelen, tegen het sterk
ste team van de wereld, kan men wel zeg
gen, waarbij wij met een nederlaag van
0—1 zulk een goed figuur hebben gemaakt.
Hoe staat de K. N. V. B. tegenover uw
besluit?
Ja, ze kunnen er ook niet veel aan ver
anderen. De trainer Bob Glendenning is
Zaterdag nog bij me geweest, om er met me
over te spreken. Ik heb heusch geen onaan
genaamheden gehad, laat men dat vooral
niet denken. <5ok in de toekomst hoop ik
geen enkelen internationalen wedstrijd hier
te lande over te slaan, maarvan nu af
aan als toeschouwer!
Alkmaar II was vrij en Alkmaar III
moest de kans op de bovenste plaats ver
dedigen tegen Akersloot I. Onder schitte
rende weersomstandigheden floot de
scheidsrechter om 10 uur. Het eerste
kwartier was Alkmaar nog al aanvallend,
doch het wist dit niet in doelpunten uit te
drukken. Dit nam echter niet weg, dat de
voorhoede steeds een gevaar was voor de
Akersloot-verdediging. Uit een van de aan
vallen kwam eindelijk na ongeveer een
half uur spelen een doelpunt. Echter nog
voor de rust wist de Akersloot linksbin
nen met een prachtig schot gelijk te maken.
Na de rust, vooral in het eerste kwartier,
liet Alkmaar II zich van haar beste kant
zien. Echter alleen ook maar in het eerste
kwartier. En dat ze kunnen voetballen, be
wezen toen ook, want met een mooi schot
van den rechtsbinnen werd de leiding weer
veroverd. Wie nu had gedacht, dat Alk
maar er wis, kwam bedrogen uit. Aker
sloot begon toen pas op te zetten en het
duurde niet lang of Akersloot maakte
gelijk, zij het dan ook met een doelpunt,
dat feitelijk door onzuiverheid niet toege
kend had mogen worden.
Dit doelpunt was indirect de oorzaak,
dat de gemoederen eenigzins in opspraak
kwamen en het mooie was van den gehee-
len strijd af. De Alkmaar-verdediging toon
de demonstratief, hoe er niet gespeeld
moest worden en geleidelijk kreeg Aker
sloot gelegenheid om den stand tot 25 op
te voeren.
De Alkmaar adsp. kregen ook al een
zwaren dobber tegen de Egmondsche Boys
adsp. Hier hadden de groen-witten ook het
grootste gedeelte veldmeerderheid en juist
die meerderheid vooral voor het doel gaf
zoo'n opstopping, dat er geen doorkomen
aan was. Bij een doorbraak van de Boys
was het door een misverstand in de Alk-
maar-verdediging, dat Egmond de leiding
kon nemen.
Na de rust was het algeheel belegering
van het Boys-doel, doch doelpunten bleven
uit en toen de scheidsrechter voor de laat
ste maal floot, had Alkmaar z'n tweede
nederlaag te pakken.
Het tweede elftal heeft zijn kans om in
de running te blijven, waargenomen, door in
Wormerveer op W.F.C. V een overwinning te
behalen. Zoowel voor- als kort na rust, leek
een flinke Alkmaarsche zege verzekerd! doch
het einde bracht nog een plotselinge wending
en veel benauwde en angstige momenten.
Het aanvankelijk Boys-overwicht werd
reeds na vijf minuten door een doelpunt dat
v. d. Hilst maakte, uitgedrukt en ettelijke
corners op het Wormerveersche doel volgden,
die echter allen door de Zaansche defesie
naar behooren werden verwerkt, evenals een
In het begin viel hij heelemaal niet op
tusschen de duizenden, die op de Mara-
thantribune HollandDenemarken mee
maakten. Een heele gewone, nette meneer,
die blijkens zijn aanmoedigingskreten uit
het Oosten van ons landje moest komen.
Hij was nerveus, kauwde op zijn sigaar, en
telkens als de Deensche voorhoede op de
Nederlandsche helft kwam, was de man
zichtbaar aangedaan.
Tot de rust was er niets bijzonders aan
die voetbalenthousiast, die de reis naar
Amstredam gemaakt had om Holland te
zien spelen.
Maar daarna: Hij zat nogal erg links op
de tribune, tegen de afscheiding van de
zijvakken, tegenover de achterlijn van het
doel, dat na de pauze door onzen doelman
Leo Halle verdedigd werd. Toen was' het
mis, op het moment dat Halle voor de
eerste keer moest ingrijpen, sprong onze
vriend op en met een stentorstem daverde
het over de Marathontribune:
„Lééééééooooo hier zit Maaaaafixie"
Het werd alles duidelijk, hij expliceerde,
dat hij uit Deventer kwam en dat hij een
groot vriend van Halle was.
De saaie wedstrijd maakte, dat het
publiek zich direct van den strijdkreet
meester maakte, Halle kon niets meer
doen, of de hoek waar de enthousiasteling
zat, brulde in koor: „Leo hier zit
Maxie" en Leo's vriend brulde lus'ig mee.
Een cynicus trachtte de vreugde te druk
ken door op te merken: „Het lijkt wel of
Leo zijn meissie is, zoo groot houdt-ie
van 'm.
Niets kon 's mans Halle-razernij bekoe
len, en het was genoeglijk daar in die
Marathonhoek, lekker in het zonnetje, een
sfeer van: „we winnen, maar we hoeven
niet in spanning te zitten, laat die Deen
maar komen, schieten kunnen ze toch niet
en Halle redt het wel". Er kwam nog een
kellner bij, die bier verkocht en het was
geen Amstel- of Heinekens-bier, nee, het
was voor deze gelegenheid: Aanmoedi
gingsbier. Die Amsterdamsche gijn sloeg
in, de man verkócht.
De hoek liep na het eindslngnaal leeg,
het was toch wel gezellig geweest.
kanjer van Booy, die met moeite over de lat
werd gewerkt Na een half uur echter ken
v. d. Hilst opnieuw door de Zaansche verde
diging heen breken en den stand op 0—2
brengen. Inmiddels had de lang niet jeug
dige arbiter heel wat Alkmaarsche aanvallen
om zeep gebracht, daar hij schijnbaar nog de
oude buitenspel regel in toepassing bracht.
Een W.F.C-speler had aanvoerder -Gouds
blom een „reuzen-zwaai" toebedacht en deze
moest na onder de heerlijkste zonnestraal-
warmte een schapenbloempje te hebben ge
plukt, het speelveld verlaten. Hoogland viel
in, doch deed op deze plaats vanzelfsprekend
nog wat onwennig. Opnieuw deed de arbiter
een eigenhandige beslissing, toen een W.F.
C.-speler enkele meters binnen het beruchte
gebied hands maakte. De scheidsrechter lag
het leder buiten het strafschop-gebied neer en
v. d. Hilst deed het in 't zijnet belanden.
Na de rust zijn er reeds acht minuten ver
streken als Schenke van rechts een bal krijgt
toegespeeld en met een pracht schot oen
stand op 0—3 bracht. Ook Hoogland moest
nu geblesseerd het veld verlaten en wordt
door de Vries vervangen. In deze periode
maakt W.F.C. er handig 13 van, doch
Schenke vergroot opnieuw den voorsprong
(1—4). Een Alkmaarsche zege lijkt een vol
dongen feit, edochuit een voorzet van
rechts heeft linksback Hassing het ongeluk
juist in eigen doel te koppen, 2.4. De Wor-
merveerders gooien er een geducht schepje
op en het lukt den rechtsbinnen, met een ver
hoog schot doelman v. d. Horst te verrassen,
34. Onder groote spanning kwam even la
ter het einde.
Het derde team deed in eigen omgeving
tegen Zilvermeeuwen III al heel raar. De
rood witten namen wel is waar de leiding,
doch trokken ten 6lotte tegen de Zaandam
mers nog met 1—3 aan het korste eind.
De vierde elftallers deden het daartegen
over beter. Er moest een bezoek gebracht
worden aan het pittige M.E.V.O. I. De rood
witte verdediging hield geducht vast en zoo
kon het gebeuren, dat het einde met een gelijk
spel (O—0) kwam.
De vijfde elftallers speelden in eigen om
geving tegen Oterleek I en moesten zich even
eens met een gelijk spel tevreden stellen. Hier
waren de cijfers echter 33.
De C-adspiranten konden het tegen het
veel zwaardere Akersloot a niet bolwerken
trokken inet 05 aan het kortste eind. De
onvolledigheid zal hier ook wel een betrekke
lijke rol gespeeld hebben.
Hockey.
ALKMAAR 1—LEIDEN 1 0—0.
Deze uiterst snelle aantrekkelijke wed
strijd leidde tot een voor Alkmaar zeer gun
stig resultaat. Leiden immers had als kam
pioenspretendent het nog niet in vorm zijnde
„Alkmaar" moeten slaan. De verdedigingen
echter beheerschten de situatie volkomen;
immers de op papier wellicht iets betere aan
val der Leiaenaars braclït er tegen het bui
tengewoon in vorm zijnde Alkmaarsche
achtertrio niet veel van terecht, terwijl bij
Leiden de stevige halflinie met de kleine, han
dige linksback er achter den Alkm. aan-