Nederland-Denemarken 3-0. ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 4 NOVEMBER 1935 Een tamme wedstrijd zonder enthousiasme. Een matige Nederlandsche middenlinie. Schotloosheid der Denen. De officials zeggen Bij Anderiessen's laatste. Van de Alkmaar-elftallen, Wat de Alkmaarsche Boys deden. MARATHON. Goede wedstrijd. SPORT EN WEDSTRIJDEN Voetbal. Met een onbevredigd gevoel zijn wij gistermiddag van het Stadion vertrokken. De wedstrijd, die aan Holland een 3—0 zege bracht, had ons niet kunnen boeien, omdat het spel te tam was, en omdat de sfeer wel heelemaal ontbrak. Neen, dat was geen Nederlandsch elftal op zijn Nederlandsch. Dit was veel meer een ploeg, die den indruk maakte van een „we kunnen ze wel hebben" en die daarom niet vocht met een frisch enthousiasme en in een razend tempo. En dit was ook geen Denemarken, zooals wij gehoopt hadden. Het was inderdaad een tamme wed strijd, een soort vriendschappelijke ont moeting, zou men kunnen zeggen in vergelijking met de competitiesfeer! Tegen een België, een Duitschland of welke ploeg dan ook hebben wij steeds een boeienden, spannenden wedstrijd ge zien. Nu was het andere. Hoe kwam dat? Misschien moeten wij zeggen, dat Ne derland te sterk was voor Denemarken. Bout gesproken? Misschien, maar toch meenen wij, dat wij er niet zoo heel veel naast zijn. Men oordeele: In den loop der laatste jaren heeft ons elftal zich aan het moderne systeem aan gepast Het speelt met een „zwerver" (Smit) en verder met snel'e buitenspe lers. Het speelt snel en elke voorhoede- speier kan schieten. Er wordt niet al te veel getreuzeld voor het doel en elk moment kan men schoten verwachten, tot zelfs buiten het strafschopgebied. Zoowel in de tactiek als in de tech niek zijn de Oranje-spelers sterk voor uit gegaan. De techniek was goed, heel goed zelf6, maar het samenspel werd tot in het uiterste doorgevoerd. Men tracht te den bal als t ware in het doel te loo- pen en de buitenspelere dachten er niet aan, om zelf een schot te lossen. En het lauw-spelende Nederland was in het veld zeker niet de meerdere, maar voor doel tien keer zoo gevaarlijk. Als de Denen aanvielen, had onze verdedi ging tijd en gelegenheid in overvloed, om reddend op te treden; als de Hollan ders aanvielen, ging het leer met lange passes naar buiten, een voorzet volgde en een schot! Of de buitenspelere zwenk ten naar binnen en waagden zelf een kans! Zoo kon het gebeuren, dat Nederland drie doelpunten maakte en dat deze drie absoluut verdiend waren. En zelfs zou het niet gek geewest zijn, als de overwinning nog grooter was geworden! Alzoo: een lauw spelend Nederland, dat een 3—0 overwinning behaalde op de Denen! We mogen dus in onze nopjes zijn. Jawel, maar wacht even. Het lauw spelende Holland had zwakke plekken «n hoe is het mogelijk onze mid denlinie was wel het meest onzekere deel van de ploeg. Anderiessen heeft al heel weinig goed werk gedaan. Hij was niet de spil, die het middenveld be- heerscht, maar veeleer een, die „er steeds naast" was. En ook Paauwe en vai Heel waren heel wat minder dan gewoonlijk. Beiden misten nog al een6 en bovendien goochelden ze veel te veel. Daarnaast lieten ze de buitenspelers veel te veel vrij spel. Neen, deze midden linie was niet de kern van de ploeg. Ze steunde de voorhoede heel matig en ze- her niet voldoende en ook het verdedi gende 6pel was lang niet af. Veel beter zijn we te spreken over de Achterhoede. Deze is door de weder-op- name van Weber in sterkte toegenomen en de Denen kregen met het veel te horte e pel tegen het robuste trio weinig hans. Natuurlijk werden hier ook wel fouten gemaakt, maar deze wogen niet °P tegen het goede. Tenslotte de voorhoede. Smit, de zwer ver, was een zeer nuttige speler, die zijn Plaats weer volkomen waard was; Bak huys was Bakhuys, Wels overtrof zien *«lf, Vente is op" den goeden weg en Mijnders is en blijft een vraagteeken. Hij wisselde goede, zelfs schitterende Momenten, af met zwak spel, liet zich veel te vaak in den cornerhoek drukken en zette vaak veel te scherp voor. De Denen hadden een aardige ploeg. d'e technisch een behoorlijk partijtje speelde. De heeren waren vrij snel, hun P aatsen was iets meer verzorgd dan bij 0 Hollanders, maar zooals gezegd schutters waren er niet. Een zwakke F, h was er niet. Wat wel opviel, was de nksbuiten, die zeer snel was en maar te veel door Paauwe werd losgelaten, i] profiteerde daar veel te weinig van, *nVn P'aats van snel naar binnen te rinn" £*ng hij dan voorzetten, en te werken06 ac^t€rtr'° ®r W€'> om ,rSnn«er Denen zich meer op het veel ^lvoga.^n toeleggen, zal de ploeg gevaarlijker worden. De wedstrijd. Over den wedstrijd kunnen wij be trekkelijk kort zijn. De ploegen versche nen in het veld volgens de gepubliceer de opstelling en ofschoon Nederland eerst tegen wind en een hinderlijke zon in moest spelen, waren de gastheeren vrijwel direct iets in de meerderheid. Het eerst kwartiertje bracht al dadelijk iets goeds, want op enkele snelle Deen- sche uitvallen na, was onze voorhoede aan het werk en probeerde deze Jensen te verschalken. Dat lukte voorloopig niet en toen het spel even verslapte, ontstond er een korte doelworsteling voor het Hollandsche doel,waaraan onze back6 door stevig spel een einde maakten. Toen volgden weer eenige Hollandsche aanvallen, maar Vente en Bakhuys richtten verkeerd en vooral een kogel van den midvoor had beter lot verdiend. Ook Wels schoot in die periode eens op het doel en van Heel zoowaar ook, nog wel met den rug naar het doel staande. Het eerste doelpunt. Er was 13 minuten gespeeld, toen Nederland de leiding nam. Uit een Deenschen aanval was de bal bij Bak huys terug gekomen, die geheel naar links ging en op het juiste moment over gaf aan Smit. Er volgde meteen een heel hard schot, dat Jensen met geen mogelijkheid kon houden. Even nog hield Nederland het goede, frissche spel en opnieuw volgden er schoten van Bakhuys en de zijnen, zon der dat deze succes opleverden. En toen kregen we een tam partijtje te aanschou wen. Onze middenlinie vergat haar aan vallende taak en de Denen profiteerden er van, om flink aan te vallen. Maar steeds redde ons achtertrio zonder al te veel moeite en Halle kreeg weinig moei lijks te verwerken, al liet hij ook een keer den bal vallen. Gelukkig had hij tijd genoeg om zich te heretellen. De Nederlandsche voorhoede zat ook wel niet heelemaal stil, maar Vente veroorloofde zich de vrijheid, om een gemakkelijke kans te missen en Mijn- ders bezondigde zich aan veel te scherpe voorzetten, die voor Jensen geen moeite opleverden. Pas na ongeveer een half uur kwam de Denen waren weer eens in den aan val de eerste hoekschop, die door Sörbick weliswaar fraai werd voorge zet, maar niet benut werd. En toen kreeg Vente een flinken duw en mocht Bakhuys een vrijen trap nemen even buiten het strafschopgebied, 't Werd een gloeiende kogel, die precies over de lat ging. En even later redde Jensen op magnifieke wijze, terwijl een hard schot van Mijnders juist voor het doel langs vloog. Die korte opflikkering van het Hol landsche spel werd gevolgd door goede Deensche aanvallen, maar de Deensche midvoor wist van een plotselinge kans geen gebruik te maken. En zoowaar moest Paauwe even daarna vlak voor doel redden, toen Halle al gepasseerd was. Zonder dat er veel bizonders verder gebeurde, kwam de rust met een kleine 10 voorsprong voor Holland. De tweede helft. De tweede helft begon met een be rucht kwartiertje, dat dit maal niet het zoo beroemd geworden kwartier werd, maar wel het slechtste kwartier. We hadden een frisch Holland in het veld verwacht, maar het spel bleef lauw. 't Was net, of het doel was, om de De nen maar wat te laten komen. Welnu, ze Kwamen ook, maar het schot bleef zoek. Zelfs wisten de heeren riift te schieten, toen ze een doorbraak forceerden en alleen voor Halle stonden. Deze liep niet uit, liet zich op den bal vallen en redde de situatie, terwijl hij even later een voorzet var 'ink6 prach tig en zeker onderschepte. Eindelijk werd cok Nederland wakker en zoowaar kwam ook Oranje zoo ver, dat het een hoekschop te nemen kreeg. Mijnders zette die goed voor, maar de kopbal van Vente ging naast. Direct volgden nog een paar aanvallen met eenige verre schoten, die natuurlijk geen succes opleverden. En dan zakte het tempo weer, trok onze middenlinie weer terug en het gevolg was een Deen sche aanvallen. Een daarvan zou bijna noodlottig wor den, maar v. Heel redde door corner te trappen, die Halle gemakkelijk on derschepte. Dan kwam het tweede doelpunt. Wels had dan eindelijk weer eens een pass gekregen, goochelde eventjes, zette toen afgemeten voor en Bakhuys zorgde met zijn bekend schot voor de rest. Laag vloog het leer onder den vallenden doel man door in het net. (20). Toen volgden nog eenige Hollandsche aanvallen, snel en breed opgezet, maar Jensen wist eenige keeren op fraaie wijze uitloopende verder onheil te voor komen. We kregen een korte periode van een sterk aanvallend Nederland en uit een van die aanvallen werd de bal twee keer ingeschoten en weer wegge slagen. Den derden keer deed Wels het: via den paal caramboleerde het leer in het net. (30). Hoewel er toen nog ruim 20 minuten te spelen waren, en de Denen ondanks a' es goed volhielden, kwam de over winning heelemaal niet in gevaar. Zelfs was er meer kans op een vierde doel- p nt, maar 'n kogel van Vente vloog van den paal af het veld weer in en Mijnders kon voor open doel met zijn rechterbeen geen schietgelegenheid krijgen en miste een wel heel gemakkelijke kans. Ook Smit probeerde het nog, maar het scher pe schot werd vallende door Jensen ge- s.opt. Toen zakte Nederland af. Het spel werd tammer, er werd soms veel gekopt, maar goed doorzetten, neen, dat ont brak. En de Denen werden weer sterker, vielen aan, maar al weer geen doelpunt. Weer haalde Halle in die periode een bal voor de voeten van den mi d-voor weg! Ook een vrije trap tegen Weber bracht geen succes en zelfs een onnoodig gegoochel van Paauwe vlak voor eigen doel leverde geen al te groot gevaar op. En tenslotte ging het spel als een nachtkaars uit. Nederland won met 30. Een goede „oefen"-wedstrijd tegen een vrij zwakken tegenstander. Van een hoera-stemming in de kleed kamer der Hollanders was na afloop weinig te bespeuren. Spelers zoowel als officials waren tevreden met het resul taat, dat „een goede inzet' van het in ternationale seizoen genoemd werd. De gelukwenschen waren er echter geen sier minder hartelijk om. Hier volgen wat meeningen uit de Tel.: K. J. J. Lotsy: De Denen vormden een zwak team zonder finishing touch, doch met een vrij goede verdediging. Onze ploeg kon tegen hen niet op volle toeren komen. Ik kan het spel der Denen het beste kenschetsen door het woord „onzuiver", en juist deze eigenschap van hun spel as de grootste handicap voor de onzen. Over Bakhuys en Smit ben ik uiterst tevreden en over het achtertrio even zeer. De middenlinie was.... laat ik zeggen, niet zoo goed op dreef als an ders. Mijnders was in de voorhoede wel de zwakste. Otto de Vries: Het was voor Holland een goede oefen wedstrijd, maar ook niet meer dan dat. Het ontzettend afbrekende spel der Denen was fnuikend voor ons speltype. Bakhuys en de twee backs waren bij zonder goed op dreef. Bij de Denen blon ken de linkshalf en de linksbuiten uit, vooral de kleine hoogblonde Toft Jen sen, die vaak redde als de backs faalden. H. W. H. Herberts: Onze ploeg speelde met de zekerheid, dat het achter in het elftal in orde was. En deze wetenschap „drukte" het spel misschien wel wat. Niettemin beo ik lang niet ontevreden. Het was een nut tige wedstrijd, die ons ook weer het een en ander geleerd heeft, waar wij ons voordeel mee zullen doen. Niemand der onzen'acht ik onvoldoende. Mijnders is mij zeer meegevallen. Hij heeft het ver trouwen niet beschaamd. Het achtertrio met Leo aan het hoofd, was keurig op dreef. Het spel der Denen was over het ge heel genomen solide. Het geheele lin kergedeelte van hun team was goed en bovendien ook hun spil Ernst Nilsson. F. G. Triebel: Onze middenlinie bleef dit keer ver onder de middelmaat. Vooral de Feyen- oordpienschen speelden wat kort. Ove rigen;. ben ik niet ontevreden. Smit was met Halle onze beste man. E. G. Mundt: De Hollandsche ploeg heeft niet meer gegeven dan noodig was, en veel inspan ning was er niet noodig om deze Deen sche ploeg onder den duim te houden. Ik vind dat ons team heelemaal niet slecht gespeeld heeft. Het is nu eenmaal zoo, dat wij tegen een sterkeren tegenstan der ook beter spel laten zien. De half-back-linie bleef te veel achter en dat was wel van veel invloed op ons spel. L. Boeljon: noemde den uitslag 30 een mooi re sultaat. De verdediging achtte hij beter dan in de vorig ewedstrijden, terwijl te vens de voorhoede goed gespeeld heeft, in tegenstelling met die der Denen, die al heel weinig productief bleek. Wij hebben na afloop van den wedstrijd nog heel eventjes Anderiessen gesproken, die gisteren zijn laatsten internationalen wed strijd kajuit staat onherroepelijk vast zei'de onze internationaal. Ik had er al eerder een streep onder willen zetten, maar telkens heb ik het weer uitgesteld, omdat ik het spelen van interland-wed- strijden altijd zoo plezierig heb gevonden. Ook nu nog zou ik het graag willen blijven doen, maar het wordt mij op den duur te bezwaarlijk en ik wil ook wel eenigen tijd voor mijn gezin overhouden. Ik heb nu dan maar de knoop doorgehakt. Hier als por tier van de Nederlandsche Bank heb ik on regelmatige diensten en dan viel het wel eens lastig uit. Over medewerking heb ik weliswaar nooit te klagen gehad, want zoowel mijn chef als mijn collega's hebben altijd groote inschikkelijkheid getoond, zoo dat ik, als hef moest, wel eens een paar uur tjes eerder weg kon of een dienst kon rui len, maar dat is toch niet altijd vol te hou den. Ging dat hier gemakkelijker dan bij de politie? O, zeker, veel gemakkelijker. In het groote dienstverband van de Amsterdam- sche politie, waar ik vroeger bij hoorde, kon veel moeilijker een uitzondering worden ge maakt. Hier bij de Nederlandsche Bank zijn we meer onder elkaar en is het dienst verband veel soepeler. Maar u kunt het wel nagaan: ik moest telkens weg, nu eens voor Ajax en dan weer voor het Nederlandscche elftal. Oefenwedstrijden, training, inter landwedstrijden, vriendschappelijke wed strijden, de competitie en soms ook nog kam pioenschapswedstrijden, dat gaat een tijd lang goed, maar op den duur komt er een eind aan. Bovendien moest ik voor buiten- landsche wedstrijden telkens verlof nemen en op die manier bleef er van 't mij toegesta ne verlof tenslotte niet veel meer over. Mijn vrouw en kinderen hadden er zoodoende weinig aan. Ik wordt straks 32 jaar en ik was de oudste van het Oranje-team. Nu moeten ook eens jongere krachten aan de beurt komen. Voor Ajax blijf ik echter door spelen. Hoeveel internationale wedstrijden heeft u nu gespeeld? In totaal nu zeven-en twintig. De eer ste was tegen Denemarken, in 1926. Daar na ben ik er eenige jaren uit geweest, maar sedert 1930—1931 heb ik regelmatig van het Oranje elftal deel uitgemaakt. Het is wel aardig, dat mijn laatste wedstrijd er ook een tegen Denemarken is geweest, doch het is geheel toevallig. Wat was uw aardigste wedstrijd? Eigenlijk waren ze allemaal aardig. Vaak zeggen we nog tegen elkaar: „weet je nog wel van die wedstrijd, of van die maar er is er niet een, dien ik boven een an deren zou verkiezen. In alle wedstrijden heb ik met evenveel plezier meegespeeld, vooral ook omdat er steeds zoo'n prettige ver standhouding bestaat tusschen de spelers onderling en tusschen spelers en officials. Alleen heb ik het bijzonder op prijs gesteld, dat ik den laatsten wedstrijd tegen Enge land heb mogen meespelen, tegen het sterk ste team van de wereld, kan men wel zeg gen, waarbij wij met een nederlaag van 0—1 zulk een goed figuur hebben gemaakt. Hoe staat de K. N. V. B. tegenover uw besluit? Ja, ze kunnen er ook niet veel aan ver anderen. De trainer Bob Glendenning is Zaterdag nog bij me geweest, om er met me over te spreken. Ik heb heusch geen onaan genaamheden gehad, laat men dat vooral niet denken. <5ok in de toekomst hoop ik geen enkelen internationalen wedstrijd hier te lande over te slaan, maarvan nu af aan als toeschouwer! Alkmaar II was vrij en Alkmaar III moest de kans op de bovenste plaats ver dedigen tegen Akersloot I. Onder schitte rende weersomstandigheden floot de scheidsrechter om 10 uur. Het eerste kwartier was Alkmaar nog al aanvallend, doch het wist dit niet in doelpunten uit te drukken. Dit nam echter niet weg, dat de voorhoede steeds een gevaar was voor de Akersloot-verdediging. Uit een van de aan vallen kwam eindelijk na ongeveer een half uur spelen een doelpunt. Echter nog voor de rust wist de Akersloot linksbin nen met een prachtig schot gelijk te maken. Na de rust, vooral in het eerste kwartier, liet Alkmaar II zich van haar beste kant zien. Echter alleen ook maar in het eerste kwartier. En dat ze kunnen voetballen, be wezen toen ook, want met een mooi schot van den rechtsbinnen werd de leiding weer veroverd. Wie nu had gedacht, dat Alk maar er wis, kwam bedrogen uit. Aker sloot begon toen pas op te zetten en het duurde niet lang of Akersloot maakte gelijk, zij het dan ook met een doelpunt, dat feitelijk door onzuiverheid niet toege kend had mogen worden. Dit doelpunt was indirect de oorzaak, dat de gemoederen eenigzins in opspraak kwamen en het mooie was van den gehee- len strijd af. De Alkmaar-verdediging toon de demonstratief, hoe er niet gespeeld moest worden en geleidelijk kreeg Aker sloot gelegenheid om den stand tot 25 op te voeren. De Alkmaar adsp. kregen ook al een zwaren dobber tegen de Egmondsche Boys adsp. Hier hadden de groen-witten ook het grootste gedeelte veldmeerderheid en juist die meerderheid vooral voor het doel gaf zoo'n opstopping, dat er geen doorkomen aan was. Bij een doorbraak van de Boys was het door een misverstand in de Alk- maar-verdediging, dat Egmond de leiding kon nemen. Na de rust was het algeheel belegering van het Boys-doel, doch doelpunten bleven uit en toen de scheidsrechter voor de laat ste maal floot, had Alkmaar z'n tweede nederlaag te pakken. Het tweede elftal heeft zijn kans om in de running te blijven, waargenomen, door in Wormerveer op W.F.C. V een overwinning te behalen. Zoowel voor- als kort na rust, leek een flinke Alkmaarsche zege verzekerd! doch het einde bracht nog een plotselinge wending en veel benauwde en angstige momenten. Het aanvankelijk Boys-overwicht werd reeds na vijf minuten door een doelpunt dat v. d. Hilst maakte, uitgedrukt en ettelijke corners op het Wormerveersche doel volgden, die echter allen door de Zaansche defesie naar behooren werden verwerkt, evenals een In het begin viel hij heelemaal niet op tusschen de duizenden, die op de Mara- thantribune HollandDenemarken mee maakten. Een heele gewone, nette meneer, die blijkens zijn aanmoedigingskreten uit het Oosten van ons landje moest komen. Hij was nerveus, kauwde op zijn sigaar, en telkens als de Deensche voorhoede op de Nederlandsche helft kwam, was de man zichtbaar aangedaan. Tot de rust was er niets bijzonders aan die voetbalenthousiast, die de reis naar Amstredam gemaakt had om Holland te zien spelen. Maar daarna: Hij zat nogal erg links op de tribune, tegen de afscheiding van de zijvakken, tegenover de achterlijn van het doel, dat na de pauze door onzen doelman Leo Halle verdedigd werd. Toen was' het mis, op het moment dat Halle voor de eerste keer moest ingrijpen, sprong onze vriend op en met een stentorstem daverde het over de Marathontribune: „Lééééééooooo hier zit Maaaaafixie" Het werd alles duidelijk, hij expliceerde, dat hij uit Deventer kwam en dat hij een groot vriend van Halle was. De saaie wedstrijd maakte, dat het publiek zich direct van den strijdkreet meester maakte, Halle kon niets meer doen, of de hoek waar de enthousiasteling zat, brulde in koor: „Leo hier zit Maxie" en Leo's vriend brulde lus'ig mee. Een cynicus trachtte de vreugde te druk ken door op te merken: „Het lijkt wel of Leo zijn meissie is, zoo groot houdt-ie van 'm. Niets kon 's mans Halle-razernij bekoe len, en het was genoeglijk daar in die Marathonhoek, lekker in het zonnetje, een sfeer van: „we winnen, maar we hoeven niet in spanning te zitten, laat die Deen maar komen, schieten kunnen ze toch niet en Halle redt het wel". Er kwam nog een kellner bij, die bier verkocht en het was geen Amstel- of Heinekens-bier, nee, het was voor deze gelegenheid: Aanmoedi gingsbier. Die Amsterdamsche gijn sloeg in, de man verkócht. De hoek liep na het eindslngnaal leeg, het was toch wel gezellig geweest. kanjer van Booy, die met moeite over de lat werd gewerkt Na een half uur echter ken v. d. Hilst opnieuw door de Zaansche verde diging heen breken en den stand op 0—2 brengen. Inmiddels had de lang niet jeug dige arbiter heel wat Alkmaarsche aanvallen om zeep gebracht, daar hij schijnbaar nog de oude buitenspel regel in toepassing bracht. Een W.F.C-speler had aanvoerder -Gouds blom een „reuzen-zwaai" toebedacht en deze moest na onder de heerlijkste zonnestraal- warmte een schapenbloempje te hebben ge plukt, het speelveld verlaten. Hoogland viel in, doch deed op deze plaats vanzelfsprekend nog wat onwennig. Opnieuw deed de arbiter een eigenhandige beslissing, toen een W.F. C.-speler enkele meters binnen het beruchte gebied hands maakte. De scheidsrechter lag het leder buiten het strafschop-gebied neer en v. d. Hilst deed het in 't zijnet belanden. Na de rust zijn er reeds acht minuten ver streken als Schenke van rechts een bal krijgt toegespeeld en met een pracht schot oen stand op 0—3 bracht. Ook Hoogland moest nu geblesseerd het veld verlaten en wordt door de Vries vervangen. In deze periode maakt W.F.C. er handig 13 van, doch Schenke vergroot opnieuw den voorsprong (1—4). Een Alkmaarsche zege lijkt een vol dongen feit, edochuit een voorzet van rechts heeft linksback Hassing het ongeluk juist in eigen doel te koppen, 2.4. De Wor- merveerders gooien er een geducht schepje op en het lukt den rechtsbinnen, met een ver hoog schot doelman v. d. Horst te verrassen, 34. Onder groote spanning kwam even la ter het einde. Het derde team deed in eigen omgeving tegen Zilvermeeuwen III al heel raar. De rood witten namen wel is waar de leiding, doch trokken ten 6lotte tegen de Zaandam mers nog met 1—3 aan het korste eind. De vierde elftallers deden het daartegen over beter. Er moest een bezoek gebracht worden aan het pittige M.E.V.O. I. De rood witte verdediging hield geducht vast en zoo kon het gebeuren, dat het einde met een gelijk spel (O—0) kwam. De vijfde elftallers speelden in eigen om geving tegen Oterleek I en moesten zich even eens met een gelijk spel tevreden stellen. Hier waren de cijfers echter 33. De C-adspiranten konden het tegen het veel zwaardere Akersloot a niet bolwerken trokken inet 05 aan het kortste eind. De onvolledigheid zal hier ook wel een betrekke lijke rol gespeeld hebben. Hockey. ALKMAAR 1—LEIDEN 1 0—0. Deze uiterst snelle aantrekkelijke wed strijd leidde tot een voor Alkmaar zeer gun stig resultaat. Leiden immers had als kam pioenspretendent het nog niet in vorm zijnde „Alkmaar" moeten slaan. De verdedigingen echter beheerschten de situatie volkomen; immers de op papier wellicht iets betere aan val der Leiaenaars braclït er tegen het bui tengewoon in vorm zijnde Alkmaarsche achtertrio niet veel van terecht, terwijl bij Leiden de stevige halflinie met de kleine, han dige linksback er achter den Alkm. aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9