Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
DE BERECHTING VAN DE
OSSCHE MISDRIJVEN.
Geneeskundige brieven
BERGEN
weer eens
Voor de variatie
'n bakkelijpartiitje.
De 43-jarige werkman Arie de Br. te
Winkel wist op 24 September den overweg
wachter R. Prins te Schagen in z'n schouders
te pakken, hem op den grond te werpen
en hem later nog eens in het gelaat te
krabben. Prins bedient de boomen aan de
Loet en kreeg over die sluiting herrie met
verdachte, die aanmerking maakte op
de gestes van den heer Prins.
Voor dit feit terecht staande, beweerde
Arie door Prins te zijn geslagen en te heb
ben gehandeld uit zelfverdediging. Maar die
vlieger ging niet op, daar verdachte, toen het
relletje reeds lang was geluwd, nog eens op
Prins toesprong en hem bloedend in het aan
gezicht verwondde. De vrouw van Prins
schoot te hulp en timmerde hem op het
hoofd met haar parapluie en de heer Geuze-
broek had hem zien stompen in de richting
van Prins. Later had verdachte den heer
Prins nog weer geslagen.
Eisch 25 boete of 15 dagen Vonnis:
conform.
de verdachten L. de Reuver, J. J. van Berne
en G. J. Verhoeven, alsmede de wachtmees
ter der marechaussee te Oss Ch. de Gier en
de echtgenoote van den bestolene;
in de zaak G. J. Verhoeven de verdachten
L de Reuver, L. van Orsouw en J. J. van
Berne en in de zaak L. van Orsouw de ver
dachten L. de Reuver. G. J. Verhoeven en L
J. van Berne, alsmede de te Uden wonende
koopman M. D. Verstegen.
Meervoudige strafkamer.
Zitting van Dinsdag 5 November.
Piet speelde weer een nieuwe
rol.
De ex-logementhouder Petr. L., voor-
De zitting van Donderdag a.s.
Acht in het Huis van Bewaring te 's-Her-
togenbosch opgesloten verdachten zullen
zich te verantwoorden hebben in de zeven
de strafzitting, welke de Arrondissements
rechtbank aldaar Donderdag 7 November
houden zal ter berechting van de misdaden
der Ossche bende en haar aanhang. De
achtste zitting zal naar is medegedeeld
eerst op Donderdag 28 November wor
den gehouden.
Van de mede uit de reeds behandelde
zaken bekende figuren uit de Ossche on
derwereld zullen zich te verantwoorden
hebben de 32-jarige landbouwer Antonius
johannes Hendriks (De Dikke Toon de
Soep) en de 35-jarige voerman Lambertus
Vos (Bijs de Sijp).
Hun zijn twee inbraken en een roofover
val tenlaste gelegd. Zoo vermeldt de dag
vaarding, dat zij zich in den nacht van 29 op
30 Juli 1933 te Langenboom tezamen en in
vereeniging door inklimming door een raam
toegang hebben verschaft tot de woning van
den thans 64-jarigen winkelier Antonius van
Gaal. In deze woning hebben zij een brand
kast opengebroken en daaruit een geldsbe
drag van ongeveer duizend gulden gestolen.
De tweede inbraak, waarvoor zij terecht
zullen staan, is in den nacht van 19 op 20
Augustus 1933 gepleegd in de woning van
den winkelier Albertus H. Mensink te Reu-
tem, gemeente Tubbergen. Ook tot deze wo
ning hadden de beide verdachten en hun
deefgenooten volgens de dagvaarding
zich toegang verschaft door inklimming
door een raam. Uit de brandkast, welke
werd opengebroken, werd een geldsbedrag
van ongeveer 120 gestolen.
De roofoverval, waarvan zij worden be
schuldigd, heeft in den nacht van 8 op 9
Februari 1.1. plaats gehad te Loon-op-Zand
in de woning van den arbeider Petrus Ver
hoeven. Na ook hier via een raam binnenge
komen te zijn, hebben verdachten en hun
deelgenooten dien Verhoeven krachtdadig
vastgegrepen en vastgebonden, waarna zij
met een buit van 120 zijn verdwenen.
In deze drie zaken zullen alleen de besto
lenen als getuigen worden gehoord.
De overige zaken hebben alle betrekking
op den in den nacht van 8 op 9 Sept. 1930
te Maren, gemeente Alem, gepleegden roof
overval in de woning van den thans 65-jari
gen kassier der Boerenleenbank te Maren,
Willebrordus Albertus Otten, die, nadat de
daders zich tot deze woning toegang had
den verschaft door inklimming door een
raam en openbreking van een deur en een
luik, evenals zijn echtgenoote overmeesterd
werd, terwijl hem zijn revolver werd ontno
men. Deze roofoverval heeft den rijken buit
van ruim drie duizend gulden opgeleverd.
Ervan beschuldigd, dit misdrijf tezamen
en in vereeniging met anderen te hebben ge
pleegd, zullen afzonderlijk terechtstaan de
43-jarige Ossche arbeider Leonardus Lam
bertus de Reuver wien subsidiair tenlaste
is gelegd, dat hij op den uitkijk heeft gestaan
alsmede de 35-jarige Ossche arbeider Ja-
cobus Johannes van Berne.
Voorts zullen zich tezamen te verantwoor
den hebben de Ossche arbeiders Marinus v
Orsouw en Marinus Johannes de Reuver,
resp. 30 en 37 jaar oud.
De beide andere verdachten zijn de 44
jarige te Aalst woonachtige arbeider Gerar-
dus Josephus Verhoeven en de 32-jarige Os
sche koopman Lambertus van Orsouw.
Eerstgenoemde is in de eerste plaats ten
laste gelegd, dat hij het misdrijf opzettelijk
heeft uitgelokt door aan J. J. van Berne
met het oogmerk van inbraak mede te dee-
len, dat in de woning veel geld lag, terwijl
hij die woning tevens heeft aangewezen
In de tweede plaats wordt hij van heling
beschuldigd doordat hij omstreeks half Sep
tember 1930 te Oss van Lamb. van Orsouw
twee door diefstal verkregen gouden tientjes
ten geschenke zou hebben aangenomen.
Ook Lambertus van Orsouw is tenlaste
gelegd, dat hij het misdrijf opzettelijk heeft
uitgelokt door, vernomen hebbende, dat Ver
hoeven een plaats wist waar veel geld te
stelen was, met dit oogmerk dezen Verhoe
ven met J J. van Berne in aanraking heeft
gebracht.
In de tweede plaats wordt hij ervan be
schuldigd, dat hij omstreeks eind September
1930 te Oss een door diefstal verkregen
geldsbedrag van 25 uit winstbejag heeft
vervoerd, terwijl hem, indien terzake van dit
feit geen veroordeeling volgt, subsidiair ten
laste is gelegd, dat hij de door Verhoeven
geheelde twee gouden tientjes bij de Reuver
of een ander afgehaald en aan Verhoeven
overgegeven heeft.
In de zaak van L. L. de Reuver zullen als
getuigen worden gehoord de kassier der
Boerenleenbank te Maren W. A. Otten, zijn
echtgenoote C. M. Brekelmans en de Ossche
politie-agent H. ten Westenend. Laatstge
noemde en Otten zullen ook in de andere za
ken getuigen. De andere getuigen zijn:
in de zaak J. J. van Berne de verdachte
L de Reuver;
in de zaak M van Orsouw en M. J. de
Reuver de Ossche politie agent J. Leemhuis,
heen wonende te Alkmaar, thans gedeti
neerd in de strafgevangenis te Haarlem,
onlangs veroordeeld wegens verduiste
ring van een automobiel, had zijn con
necties met de Alkmaareche rechtbank
blijkbaar nog niet verbroken, althans
stond hij thans voor het hem welbeken
de eenvcndige bankje en verscheen
thans in de rol van bloembollenhande
laar met gebruik van listige kunstgre
pen, waardoor een aantal goedgeloovige
lieden uit verschillende plaatsen in het
arrondissement werden bedrogen, zoo
dat thans niet minder dan 7 getuigen a
charge waren gedagvaard. Zoo had hij
onder meer dan 63-jarigen warmoezier
Piet Waterhout uit den Beeneter er
tus. clien genomen met een partij bollen
van gele irissen in kleine en groote. Piet
had geen bal verstand van bollen en
nam een deskundige in den arm in den
persoon van zijn buurman Corn. Lake-
mont. De koopman L. zette een hooge
borst op en garandeerde 90 procent bloe
men. Er werd tot den koop overgegaan,
doch de arme Waterhout kwam, on
danks de assistentie van buurman, Iee-
lijk bedrogen uit en toen er geplukt
moest worden tot de ontdekking dat hij
niets gekocht had dan rommel.
De kwestie was dat Piet L. wel met
een behoorlijk monster kwam, doch la
ter bollen leverde die waardeloos waren
voor de productie; daardoor werd Lake-
mont ook zand in de oogen gestrooid
wat Piet L. leverde was grootendeels te
brengen onder de rubriek „schillen
Piet kwalificeerde zijn leverantie als
„Yellow queen", maar die nog uitkwa
men wapen blauw.
Ook de heer E. Overeem te Beemster
had hij voor 48 aan gele irissen, Yel
low queen, met 90 procent opbrengst,
terwijl hij de bloemen zou opkoopen
voor 0.70 de honderd, natuurlijk ook
n smoesje.
Hier zaten geen kleintjes tusschen,
zeide Piet trots (maar de grooten deug
den ook niet) want de paar die nog zoo
beleefd waren te bloeien waren blauw
en lieten verder ook alles blauw-blauw
Het bleek dat de heer J. W. Mantel, die
zich kon beroemen op het praedicaat
bollenkweeker, den door Piet geëxploi-
teerden rommel aan dezen heer had ge
leverd. Het was alles uitschot, wel 65
zak. Hij had daarvoor 128 pop gegeven.
Ook de Friesche tuinder Hiske Wes-
terveld, wonende in de Beemster, het
voornaamste afzetgebied van Piet L.,
had voor Lakemont de bollen geplant,
ze waren niet gepeld, ten minste wat
geen doppen of spanen (kleingrut) was
Maar Hiske erkende nederig geen ex
pert te zijn, maar wel zei hij aan Lake
mont dat het een „zuinig zoodje" was.
Ook bij den bollenkweeker P. A. van
Noord had Piet bollen gekocht: irissen,
tweede soortj leverbaar plus de dappen.
Het waren blauwe irissen. De partij
werd gekocht door Piet voor J 5 en
bracht 33 op. 'n Goed zaakje, meende
de president.
De bloemkweeker J. W. Mantel, te
Avenhorn, had de levering aan Overeem
geschouwd en noemde het waardeloos
goed.
Verdachte erkende veroordeeld te
zijn wegens verduistering.
Dat ziet er kwaad voor je uit, zeide de
president. Ben je van plan zoo door
te gaan?
Verdachte antwoordde ontkennend er,
beweerde nu bekeerd te zijn. De boete
cel heeft zeker al gau.v resultaten op
geleverd.
De officier, de feiten releveerende,
kwam tot de conclusie dat geen enkele
leverantie beantwoordde aan de voorge
stelde verwachting en was overtuigd
dat verdachte met redenen van weten
schap had gehandeld. Det opzet was in
alle opzichten gelukt.
De officier had een greep gedaan uit
den regen van zaken die waren inge
komen en wilde Piet hiervoor niet met
rust laten. Hij toonde niet eens het be
rouw dat hij schriftelijk had beloofd en
daarom wilde de officier hem de volle
maat toemeten, requireerde 10 maanden
gevangenisstraf.
Hoewel wat laat, gaf Piet nu toe be
drog te hebben gepleegd en berouw te
hebben.
Plotseling ongesteld. Ver
dachte krijgt een bloedspuwing.
Toen de verdachte in bovenstaande zaak
gereed stond weer naar Haarlem te worden
teruggevoerd, werd hij getroffen door een
bloedspuwing en bleek zijn toestand weldra
van dien aard, dat het noodig was genees
kundige hulp te ontbieden bij den man, die
kermend op den vloer lag.
De directeur van den geneeskundigen
dienst, dr. Dijkhuizen, verscheen weldra en
achtte het na een voorloopig onderzoek on-
gewenscht den zieke te vervoeren. Bij ons
vertrek lag hij nog steeds op den vloer.
Volgens latere berichten is hij vervoerd
naar het Huis van Bewaring alhier ter voor
loopige verpleging.
Onjuiste opgaven voor den steun
De 32-jarige arbeider Joh. M. uit Venhui
zen behoorde weer tot de categorie steuntrek
kers, die zich hadden schuldig gemaakt aan
een onjuiste opgaaf met betrekking tot hun
bijverdienste gedurende de steunverleening,
welke strafbare feiten hij op 3 en 17 October
had gepleegd. Jan was op genoemde data
werkzaam geweest en had op de kaart door
hem met zijn handteekening bekrach
tigd, dit niet vermeld. Hij was reeds
herhaaldelijk gewaarschuwd, zooals burge
meester Honiick van Venhuizen verklaarde.
De getuige w. Godvliet, die aan geheugen
zwakte scheen te lijden, liep gevaar om er
in te loopen wegens meineed, althans de of
ficier dreigde al met proces-verbaal.
Maar gelukkig haalae deze getuige tijdig
bakzeil en was het een storm in een glas
water.
Getuige Jan Paay wist aanvankelijk niets,
maar zijn geheugen werd ode wat opge-
frischt. Mooie vrienden, zijn jullie, zei de
president.
De verdachte en getuigen hadden samen
in karpers, door hen gevischt, gehandeld.
Veraachte beweerde alléén voor plezier te
hebben meegevischt, maar de officier was d't
niet met hem eens en requireerde 2 maan
den gev.
Mr. Wynne, verdediger van verdachte,
achtte het bewijs echter niet geleverd en
trachtte dit nader aan te toonen. Hij conclu
deerde vrijsprak subsidiair een voorwaarde
lijke veroordeeling met het oog op het zieke
lijk gestel van verdachte.
Een koppel koeien aangereden.
De niet-verschenen Corn. K. had te Zijne
met een 6-wielige auto op een koppel koeien
van den landbouwer D. Burger ingereden.
Zoodat eenige dieren moesten worden afge
maakt. De chauffeur, deswege door den kan
tonrechter veroordeeld, was nu in hooger
beroep gekomen, doch niet verschenen De
aanrijding was gepleegd op de Groote Sloot.
De officier requireerde bevestiging van het
gewezen vonnis.
Een ontevreden architect.
De heer B. L. J. M. v. B. te Helder had in
de Boerhavestraat bij het richting veranderen
op de fiets volgens den agent Klap geen tee-
ken gegeven en was nu van het vonnis van
het kantongerecht in hooger beroep gekomen.
Een kaart moest heden verduidelijken, dat
agent Klap ten onrechte had geverbaliseerd.
Maar Klap week geen klap af van zijn waar
neming en proces-verbaal en de officier
bleef aan zijn zijde, vorderde bevestiging van
het vonnis.
Nieuwe tijden, nieuwe lasten.
Vroeger had geen Urker te vragen of hij
de Zuiderzee mocht bevisschen, maar nu
deze Zuiderzee tot IJselmeer is gedegra
deerd, staat de zaak anders en is een ver
gunning, die niet voor niets wordt ver
schaft, op straffe bij de Wet bepaald, ver-
eischt. De visscher Fokke B. had zich
echter van deze bepaling niets aangetrok
ken en was deswege door den Kantonrech
ter tot 2 geldboeten veroordeeld. Fokke
nam blijkbaar met deze vonnissen geen ge
noegen en kwam in hooger beroep, welk
appèl heden werd behandeld.
De appellant was niet aanwezig, doch
werd door mr. Floor vertegenwoordigd in
kwaliteit van gemachtigde.
De officier vond geen termen om wijzi
ging in de vonnissen voor te stellen en
requireerde bevestiging.
Mr. Floor beriep zich op force majeure!
Zijn cliënt had alles aangevoerd om tege
moet te komen aan de opgeworpen bezwa
ren en getracht met moeite en kosten zijn
vaartuig in overeenstemming te brengen
met de gestelde eischen, reden waarom de
gemachtigde een mild oordeel verzocht.
Eeu vervelend proces.
In de middagzitting was ons het dubieuze
genot bereid, de voortzetting te mogen mee
maken van 't adembenemend proces contra
den aannemer en bouwkundige Albert de Gr.
te Enkhuizen, die de brutaliteit zou hebben
gehad de teekening van den architect Hoyte
ma betreffende een nieuw woonhuis te imi-
teeren en alzoo met eens anders veer en te
pronken. De architect was daardoor leelijk
in zijn wiek geschoten en had den plagiaat
pleger overeenkomstig de auteurswet er bij
gelapt.
Reeds op 24 September vergde dit zaakje
veel geduld van de heeren rechters. Zij kon
den er toen niet best inkomen en stelden het
vervolg op heden. Na verloop van 'n uur of
ander half was er echter nu zooveel schot
ingekomen, dat de officier met een gerust
geweten vrijspraak kon vragen, tot groote
voldoening van mr. Dwars, den verdediger
die zich ditmaal eens van harte bij den offi
cier mocht aansluiten.
Hij wou goedkooper bedient
worden.
De heer Jan M. te Anna Paulowna had
zich de vrijheid gepermitteerd, in strijd met
de verordening, over vrouwelijk personeel te
beschikken, zonder echter te beschikken over
het benoodigde verlof en was deswege door
den Helderschen kantonrechter veroordeeld
welk vonnis den heer M. niet welgevallig
was, wesh^jve hij appelleerde. Hij voerde
heden als argument aan, dat hij met het ge
wraakte vrouwelijke personeel thans in on
dertrouw was en er nu niet veel voor ge
voelde wél voor het vrouwelijk personeel
om de boete nog te betalen. De officier
bleek echter, zoo min als de kantonrechter,
met de inmiddels veranderde sbuatie reke
ning te willen houden en requireerde beves
tiging.
instemming ook heftige bestrijding. Zooals
te begrijpen zal zijn, kon de beoordeeling
van deze hoogst ernstige zaak niet zuiver
medisch zijn, maar kwamen ook de politieke
kleur en de algemeen maatschappelijke ge
aardheid van ae debaters telkens om den
hoek gluren. Het debat kreeg daardoor een
geheel ander aspect, dan op onze afdeelings-
vergaderingen regel placht te zijn. Onge
twijfeld zal het in anaere afdeel ingen in den
lande wel op dezelfde wijze zijn gegaan.
De commissie werd dus ingesteld en voor
zoowel als tegenstanders wachtten op eigen
wijze de daden dezer commissie af.
In den angstwekkend merkwaardigen tijd,
waarin we thans leven, heeft de commissie
thans een brief verzonden aan alle staatslie
den ter wereld. Een afschrift werd tevens
toegezonden aan Hare Majesteit de Konin
gin der Nederlanden en voorts aan de voor
zitters van alle gedelegeerden van de 16e As
semblee van den Volkenbond, aan alle pers-
bureaux, aan 1500 journalisten persoonlijk,
aan alle medische tijdschriften en aan alle
onderteekenaars.
Deze ongeveer 350 onderteekenaars zijn al
len psychiaters of (en) psychologen uit 32
verschillende landen.
Engeland spant de kroon met 60 handt -e-
ceningen; dan volgen Nederland met 53,
Zwitserland met 36, België met 23, Frankrijk
en Oostenrijk met 16, Griekenland en Zwe
den met 14, Duitschland met 13 en Brazilië
met 12 deelgenooten. Onder de landen met
slechts enkele handteekeningen noem ik Ita-
ië, van waaruit 3 medici hun instemming
met dit streven betoogden.
Diepe ernst.
De collectieve brief draagt het stempel
van waardigheid en diepen ernst. Even wordt
gememoreerd, waarom dit schrijven juist uit
sluitend door psychiaters is opgesteld, door
er de aandacht op te vestigen, dat zielkun
dige factoren een zeer belangrijke rol spelen
in het zoo gecompliceerde oorlogsprobleem.
Slechts ontleende zelfkennis van volken en
lun leiders in hun verhouding tot den oor-
og kan tot vermijding van zulk een wereld
ramp leiden.
Gewezen wordt op de schijnbare tegen
strijdigheid tusschen den individueelen oor-
logsafkeer en de collectieve oorlogsbereid-
ieid.. Niet ten onrecht wordt den volken een
angstwekkend gebrek aan oorlogsrealiteits
besef verweten en zeker hebben medici het
moreele recht de namelooze ellende en het
ontzaglijke lijden van individu en massa in
bet scherpste daglicht te plaatsen. De ge
neeskunst toch heeft tot heilige taak elk lii-
en en als hoogste ideaal elk
lijden te voorkomen.
den te verzachten
kan worden bij een bepaald individu 7nm.
moeilijk als dit reeds af en toe i« bij een en
keling. duizendmaal zoo moeilijk zal dit zii.1
voor de massa. Maar geen middel mag
dezen tijd van volmaking van oorlogstee»,
niek onbeproefd worde gelaten en de psv
chologie behoort hierbij lichtend in het eerste
gelid te staan.
Wanneer behoedzaam stap voor »tan
voorwaarts wordt gegaan, dan kan op den
duur het succes niet uitblijven. Ongeloovi
gen zullen vol wantrouwen er tegen over
staan, misschien zelfs ook onder de medici
Maar de banierdragers van deze nieuwe
medische gedachte, gesteund als zij al zijn
door het koninkhjk antwoord van Hare
Majesteit, zijn reeds verder dan Semmcl-
weisz toen deze ue kraamvrouwenkoorts
veroorzaakt meende door onzichtbare le
vende ziektekiemen. Semmelweisz vertoon
den strijd, maar het nageslacht heeft de
waarheid van deze gedachte leeren aan
schouwen.
Maar hier is van een vertoren strijd geen
?De stem van bijna drie honderd vijftig
psychiaters en psychologen zal nog niet ver
de woestijn in worden gehoord. Dat doet
aan de zedelijke strekking niets af. Hope
lijk zullen zij niet versagen. Deze teerling
is nu eenmaal geworpen en dan geldt nog
slechts één advies: „Moedig voorwaarts
ende dispereert niet
De oude leuze: „Si vis paceni, para bel-
lum" (indien gij den vrede wilt, bereidt u
dan op den oorlog voor) is in het jongst
verleden vaak vervangen door: „Si vii pa.
cem, para pacem (indien gij den vrede
wilt, stelt u dan op vrede in). Beide leuzen
zijn onjuist en dus misleidend.
Het is goed en het getuigt van juist in
zicht, de medische waarheid: „indien gij
gezondheid wilt, bestrijdt dan ziekte" met
behulp van medische krachten tot een al
gemeen levensbegrip om te vormen m de-
zen zin, dat duidelijk gezegd en betoogd
wordt: „Indien £i| vrede wenscht, bestrijdt
dan den oorlog. Dit zal met succes kun
nen geschieden wanneer men oorlog onver
brekelijk verbonden weet aan een patholo
gische oorlogspsychose.
Daarheen zij dus onze blik gewend.
P. N. N.
Oorlogspsychose.
Voor enkele jaren is er op algemeene ver
gadering van de Nederlandsche Maatschap
pij tot Bevordering der Geneeskunst met
groote meerderheid van stemmen besloten
tot de oprichting van een commissie inzake
Oorlogs-Prophylaxis. Zooals de naam van
deze commissie aangeeft, was het de bedoe
ling dat zij de middelen ter voorkoming van
oorlog zou bestudeeren. Natuurlijk zou
daarbij internationaal contact worden ge
zocht en naar samenwerking worden ge
streefd. De Hygiënische Commissie uit den
Volkenbond zou daarbij wellicht in den arm
genomen kunnen worden.
Levendig staan mij de discussies nog voor
den geest, welke door dit voorstel, in de af-
ceeling waarvan ik deel uitmaak, werden
uitgelokt. Het plan toch vond naast warme
Gewezen wordt op de gevaarlijke sugges
tie, die er van redevoeringen van leidende
staatslieden kan uitgaan; hoe angstvoor
stellingen en waandenkbeelden een geheel
volk neurotisch kan maken en tot massapsy
chose kan voeren.
Zelfbewust et pour cause, want de psy
chiatrie heeft belangrijke vorderingen ge
maakt verklaren de onderteekenaars, dat
de psychiaters in staat zijn schijn en werke-
ijkheid in de motiveeringen der staatslieden
uiteen te rafelen.
Bewondering wordt ten slotte uitgespro
ken voor die staatslieden, die door hun han
delingen toonen dat hun cultureele en mo
reele ontwikkeling reeds zoover is gevorderd,
dat zij de volkeren aar een hechten vrede
kunnen voeren.
Op een gevaarlijk pad?
Ongetwijfeld zal men zich geen overdre
ven voorstellingen moeten maken van directe
resultaten, welke deze brief zou kunnen be
werkstelligen. Zelfs vrees ik, dat verschei-
oenen, vooral ook onder de ontvangers van
dit schrijven, zullen vinden, dat deze genees-
heeren hiermede een gevaarlijk pad hebben
ingeslagen. De gedachte, dat oorlog samen
hangt met een oorlogspsychose, die eerst be
staan moet voor het tot oorlog komen kan,
zal door velen van de hand worden gewe
zen en misschien zelfs worden omgedraaid.
Zij, die gelooven in de noodzakelijkheid van
een oorlog in bepaalde omstandigheden, zul
len de oorlogspsychose niet als oorzaak,
maar veeleer als noodzakelijk middel willen
beschouwen om den onafwendbaren oorlog
nu ook te kunnen voeren. Strijd, zullen zij
zeggen, is overal in de natuur en ligt dus
als een onontkoombaar kruis op den levens
weg der volkeren. Ook de geneesheer voert
voortdurend strijd; hij bestrijdt immers al
die factoren die de gezondheid van het indi
vidu bestrijden. Het gezondheidsdoel van den
mensch geeft hem het recht en legt hem den
plicht op, de belagers van deze gezondheid
te vernietigen. Mutatis mutandis geldt aldus
het recht van een volk om zich tegen de be
lagers van het geluk van dit volk met alle
macht te verzetten.
Volhouden.
Het kan noch mag op mijn weg liggen
mij nader teb ewegen in deze richting. \i-
leen meen ik het goede recht te moeten con-
stateeren van deze groep van geneesheeren
uit vele landen van de wereld om zich met
den door mij besproken brief tot zoovele lei
dende figuren te wenden. Door niemand kan
m.i. worden ontkend, dat oorlog geen nor
male reactie op een normaal gebeuren is. Of
de daad, die tot oorlog voert nu abnormaal
is, of dat een aonormale reactie op een nor
maal proces tot oorlog voert, of dat in beide
factoren een abnormaal element zit, ergens
in dezen schakelarmband zit een patholo
gisch gebeuren. Waar het in de allereerste
plaats de psyche is, die in deze vraagstuk
ken zulk een alles overheerschende rol
speelt, waar speciaal de psyche hierbij over
rompelt of wordt overrompeld, daar is het
ogisch en consequent dat in de allereerste
plaats de psychiaters en psychologen trach
ten eenige orde in het geheel te brengen en
naar middelen zoeken die tot beteugeling
van de oorlogspsychose kunnen voeren
jr'ci!*en z'c^ a"e staatslieden tor
wereld. Deze eerste welbewuste medische
poging verdient lof, maar de uitwerking zal
niet groot zijn en het lijkt mij ten eenenmale
!frS h0 r'nat er-in de naaste tüek°mst ook
maar het allergeringste in de geweuschfe
selweridnt00r "I vera'tre" Er is een wis-
selwerking men zou het in de scheikunde:
een omkeerbare reactie kunnen noemen
tusschen massa of volk en leiders. Psychia
ters weten beter dan elk ander, dat het mt
barsten van primaire driften antrsttoes'ar
denen waandenkbeelden niet altijcf vermeden
Vertrokken personen.
D. Boer, geen, naar Amersfoort. J.
Stins, N.H naar St Maarten. C. Va*in-
der, N.H., naar Castricum. A. C. Toonen
(wed. M. A. Dietz), N.H., naar Castricum. -
A. A. Udo, R.K.. naar Amsterdam. M. A.
van Buuren, R.K., naar Amsterdam. L G.
van Buuren, R.K.. naar Amsterdam. A.
Besse, N.H., naar Den Haag. H. de Lange,
D.G., naar Leiden. C. Ratn, N.H., naar
Leeuwarden. W Huender, Rem., naar
Arasterdam. F. W. Houtman, geen, naar
Alkmaar. B. Scholten, N.H., naar Loos-
drecht. A. Douma, geen, naar Alkmaar.
C. P. Dubbeld, geen, naar Pretoria. CA.
E. Leidag (echtgen J. Bauer), RK„ naar
Amsterdam. G. H. J. Eshuis (echtgen. N.
v. d. Plas), N.H., naar Heiloo. W. F-E.
Heimann, geen, naar Heiloo. C. van Eg-
mond, R.K., naar Heerhugowaard D. J.
M. H. Geerligs, N.H., naar Wieringen. A.
Klos, N.H., naar Haarlem. E. Veld, N.H.,
naar Meeden. M. A. Suiker, R.K., naar
Uitgeest. F. de Smeth, N.H., naar Groote
broek. D. van Abkoude, N.H naar Hil
versum. P. Schorsy (echtgen. G. W. Eer
hoorn), N.H., naar Egmond aan Zee. J
Rampen, N.H naar Aunsterdam. C Rezel,
geen, naar Alkmaar. W. J. Timmer. N.H.,
naar Amsterdam. W. F. van Silfhout,
N.H., naar Anna-Paulowna. W Hopman.
N.H., naar Anna-Paulowna. J. W Pruis-
sen, geen, naar Amsterdam. K. Ruyter,
geen, naar Wijk aan Zee. G. Besselink,
R.K., naar Breda. D. Leguk, N.H., naar
Koog aan de Zaan. N. Stam, N.H., naar
Egmond aan Zee. M. W. Houtman (wed.
R. J. A. Lubach) R.K., naar Alkmaar. J-
M. Peetoom, R.K., naar Egmond-Binnen.
J. A. M. Ammerlaan, R.K., naar Voorburg-
T. Breeuwsma. N.H., naar Schoorl. A.
F. A. C. Sindrara (echtgen. J. A. Klein), geen.
naar Brussel. E. Ka'.bheim, R.K., i»af
Duitschland. W. W. Graaf van Limburg
Stirum, geen, naar Ned. Oost-iodië. V.
Liche, D.E.. naar Duitschland. M Bruin.
R K., naar Harenkarspel. J. E. van der
Veen. N.H., naar Wieringerwaard. E. H
Teunissen, R.K.. naar Amsterdam. A. H-
M. Brölman. R.Knaar Hilversum
Hollenberg (echtgen. R. Mulder), R.K., naar
Heiloo. M. A. Schouten, R.K.. naar Gouda
M. Bakker, N.H., naar Nieuwe-Niedorp
C. Schouw, N.H., naar Hillegersberg.
J. Hamer, N.H., naar Amsterdam. 0. D
Grootes, N.H., naar Alkmaar. G van
Langen, R.K., naar Alkmaar. H. Kroeskop-
N.H. naar Alkmaar. H. Bücher, E L.,n
Utrecht.
eens. Piet, hou een beetje de
vertel eens, wat je van dat meisj
tweede coupé vindt."
(London OgllU
Waarom de voorkeur aan „..«enti*
een detfbiad adverte»
Wel, enkel dan alleen kriili^'' aV^Dtic