Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. DE BERECHTING VAN DE OSSCHE MISDRIJVEN. Geneeskundige brieven BERGEN weer eens Voor de variatie 'n bakkelijpartiitje. De 43-jarige werkman Arie de Br. te Winkel wist op 24 September den overweg wachter R. Prins te Schagen in z'n schouders te pakken, hem op den grond te werpen en hem later nog eens in het gelaat te krabben. Prins bedient de boomen aan de Loet en kreeg over die sluiting herrie met verdachte, die aanmerking maakte op de gestes van den heer Prins. Voor dit feit terecht staande, beweerde Arie door Prins te zijn geslagen en te heb ben gehandeld uit zelfverdediging. Maar die vlieger ging niet op, daar verdachte, toen het relletje reeds lang was geluwd, nog eens op Prins toesprong en hem bloedend in het aan gezicht verwondde. De vrouw van Prins schoot te hulp en timmerde hem op het hoofd met haar parapluie en de heer Geuze- broek had hem zien stompen in de richting van Prins. Later had verdachte den heer Prins nog weer geslagen. Eisch 25 boete of 15 dagen Vonnis: conform. de verdachten L. de Reuver, J. J. van Berne en G. J. Verhoeven, alsmede de wachtmees ter der marechaussee te Oss Ch. de Gier en de echtgenoote van den bestolene; in de zaak G. J. Verhoeven de verdachten L de Reuver, L. van Orsouw en J. J. van Berne en in de zaak L. van Orsouw de ver dachten L. de Reuver. G. J. Verhoeven en L J. van Berne, alsmede de te Uden wonende koopman M. D. Verstegen. Meervoudige strafkamer. Zitting van Dinsdag 5 November. Piet speelde weer een nieuwe rol. De ex-logementhouder Petr. L., voor- De zitting van Donderdag a.s. Acht in het Huis van Bewaring te 's-Her- togenbosch opgesloten verdachten zullen zich te verantwoorden hebben in de zeven de strafzitting, welke de Arrondissements rechtbank aldaar Donderdag 7 November houden zal ter berechting van de misdaden der Ossche bende en haar aanhang. De achtste zitting zal naar is medegedeeld eerst op Donderdag 28 November wor den gehouden. Van de mede uit de reeds behandelde zaken bekende figuren uit de Ossche on derwereld zullen zich te verantwoorden hebben de 32-jarige landbouwer Antonius johannes Hendriks (De Dikke Toon de Soep) en de 35-jarige voerman Lambertus Vos (Bijs de Sijp). Hun zijn twee inbraken en een roofover val tenlaste gelegd. Zoo vermeldt de dag vaarding, dat zij zich in den nacht van 29 op 30 Juli 1933 te Langenboom tezamen en in vereeniging door inklimming door een raam toegang hebben verschaft tot de woning van den thans 64-jarigen winkelier Antonius van Gaal. In deze woning hebben zij een brand kast opengebroken en daaruit een geldsbe drag van ongeveer duizend gulden gestolen. De tweede inbraak, waarvoor zij terecht zullen staan, is in den nacht van 19 op 20 Augustus 1933 gepleegd in de woning van den winkelier Albertus H. Mensink te Reu- tem, gemeente Tubbergen. Ook tot deze wo ning hadden de beide verdachten en hun deefgenooten volgens de dagvaarding zich toegang verschaft door inklimming door een raam. Uit de brandkast, welke werd opengebroken, werd een geldsbedrag van ongeveer 120 gestolen. De roofoverval, waarvan zij worden be schuldigd, heeft in den nacht van 8 op 9 Februari 1.1. plaats gehad te Loon-op-Zand in de woning van den arbeider Petrus Ver hoeven. Na ook hier via een raam binnenge komen te zijn, hebben verdachten en hun deelgenooten dien Verhoeven krachtdadig vastgegrepen en vastgebonden, waarna zij met een buit van 120 zijn verdwenen. In deze drie zaken zullen alleen de besto lenen als getuigen worden gehoord. De overige zaken hebben alle betrekking op den in den nacht van 8 op 9 Sept. 1930 te Maren, gemeente Alem, gepleegden roof overval in de woning van den thans 65-jari gen kassier der Boerenleenbank te Maren, Willebrordus Albertus Otten, die, nadat de daders zich tot deze woning toegang had den verschaft door inklimming door een raam en openbreking van een deur en een luik, evenals zijn echtgenoote overmeesterd werd, terwijl hem zijn revolver werd ontno men. Deze roofoverval heeft den rijken buit van ruim drie duizend gulden opgeleverd. Ervan beschuldigd, dit misdrijf tezamen en in vereeniging met anderen te hebben ge pleegd, zullen afzonderlijk terechtstaan de 43-jarige Ossche arbeider Leonardus Lam bertus de Reuver wien subsidiair tenlaste is gelegd, dat hij op den uitkijk heeft gestaan alsmede de 35-jarige Ossche arbeider Ja- cobus Johannes van Berne. Voorts zullen zich tezamen te verantwoor den hebben de Ossche arbeiders Marinus v Orsouw en Marinus Johannes de Reuver, resp. 30 en 37 jaar oud. De beide andere verdachten zijn de 44 jarige te Aalst woonachtige arbeider Gerar- dus Josephus Verhoeven en de 32-jarige Os sche koopman Lambertus van Orsouw. Eerstgenoemde is in de eerste plaats ten laste gelegd, dat hij het misdrijf opzettelijk heeft uitgelokt door aan J. J. van Berne met het oogmerk van inbraak mede te dee- len, dat in de woning veel geld lag, terwijl hij die woning tevens heeft aangewezen In de tweede plaats wordt hij van heling beschuldigd doordat hij omstreeks half Sep tember 1930 te Oss van Lamb. van Orsouw twee door diefstal verkregen gouden tientjes ten geschenke zou hebben aangenomen. Ook Lambertus van Orsouw is tenlaste gelegd, dat hij het misdrijf opzettelijk heeft uitgelokt door, vernomen hebbende, dat Ver hoeven een plaats wist waar veel geld te stelen was, met dit oogmerk dezen Verhoe ven met J J. van Berne in aanraking heeft gebracht. In de tweede plaats wordt hij ervan be schuldigd, dat hij omstreeks eind September 1930 te Oss een door diefstal verkregen geldsbedrag van 25 uit winstbejag heeft vervoerd, terwijl hem, indien terzake van dit feit geen veroordeeling volgt, subsidiair ten laste is gelegd, dat hij de door Verhoeven geheelde twee gouden tientjes bij de Reuver of een ander afgehaald en aan Verhoeven overgegeven heeft. In de zaak van L. L. de Reuver zullen als getuigen worden gehoord de kassier der Boerenleenbank te Maren W. A. Otten, zijn echtgenoote C. M. Brekelmans en de Ossche politie-agent H. ten Westenend. Laatstge noemde en Otten zullen ook in de andere za ken getuigen. De andere getuigen zijn: in de zaak J. J. van Berne de verdachte L de Reuver; in de zaak M van Orsouw en M. J. de Reuver de Ossche politie agent J. Leemhuis, heen wonende te Alkmaar, thans gedeti neerd in de strafgevangenis te Haarlem, onlangs veroordeeld wegens verduiste ring van een automobiel, had zijn con necties met de Alkmaareche rechtbank blijkbaar nog niet verbroken, althans stond hij thans voor het hem welbeken de eenvcndige bankje en verscheen thans in de rol van bloembollenhande laar met gebruik van listige kunstgre pen, waardoor een aantal goedgeloovige lieden uit verschillende plaatsen in het arrondissement werden bedrogen, zoo dat thans niet minder dan 7 getuigen a charge waren gedagvaard. Zoo had hij onder meer dan 63-jarigen warmoezier Piet Waterhout uit den Beeneter er tus. clien genomen met een partij bollen van gele irissen in kleine en groote. Piet had geen bal verstand van bollen en nam een deskundige in den arm in den persoon van zijn buurman Corn. Lake- mont. De koopman L. zette een hooge borst op en garandeerde 90 procent bloe men. Er werd tot den koop overgegaan, doch de arme Waterhout kwam, on danks de assistentie van buurman, Iee- lijk bedrogen uit en toen er geplukt moest worden tot de ontdekking dat hij niets gekocht had dan rommel. De kwestie was dat Piet L. wel met een behoorlijk monster kwam, doch la ter bollen leverde die waardeloos waren voor de productie; daardoor werd Lake- mont ook zand in de oogen gestrooid wat Piet L. leverde was grootendeels te brengen onder de rubriek „schillen Piet kwalificeerde zijn leverantie als „Yellow queen", maar die nog uitkwa men wapen blauw. Ook de heer E. Overeem te Beemster had hij voor 48 aan gele irissen, Yel low queen, met 90 procent opbrengst, terwijl hij de bloemen zou opkoopen voor 0.70 de honderd, natuurlijk ook n smoesje. Hier zaten geen kleintjes tusschen, zeide Piet trots (maar de grooten deug den ook niet) want de paar die nog zoo beleefd waren te bloeien waren blauw en lieten verder ook alles blauw-blauw Het bleek dat de heer J. W. Mantel, die zich kon beroemen op het praedicaat bollenkweeker, den door Piet geëxploi- teerden rommel aan dezen heer had ge leverd. Het was alles uitschot, wel 65 zak. Hij had daarvoor 128 pop gegeven. Ook de Friesche tuinder Hiske Wes- terveld, wonende in de Beemster, het voornaamste afzetgebied van Piet L., had voor Lakemont de bollen geplant, ze waren niet gepeld, ten minste wat geen doppen of spanen (kleingrut) was Maar Hiske erkende nederig geen ex pert te zijn, maar wel zei hij aan Lake mont dat het een „zuinig zoodje" was. Ook bij den bollenkweeker P. A. van Noord had Piet bollen gekocht: irissen, tweede soortj leverbaar plus de dappen. Het waren blauwe irissen. De partij werd gekocht door Piet voor J 5 en bracht 33 op. 'n Goed zaakje, meende de president. De bloemkweeker J. W. Mantel, te Avenhorn, had de levering aan Overeem geschouwd en noemde het waardeloos goed. Verdachte erkende veroordeeld te zijn wegens verduistering. Dat ziet er kwaad voor je uit, zeide de president. Ben je van plan zoo door te gaan? Verdachte antwoordde ontkennend er, beweerde nu bekeerd te zijn. De boete cel heeft zeker al gau.v resultaten op geleverd. De officier, de feiten releveerende, kwam tot de conclusie dat geen enkele leverantie beantwoordde aan de voorge stelde verwachting en was overtuigd dat verdachte met redenen van weten schap had gehandeld. Det opzet was in alle opzichten gelukt. De officier had een greep gedaan uit den regen van zaken die waren inge komen en wilde Piet hiervoor niet met rust laten. Hij toonde niet eens het be rouw dat hij schriftelijk had beloofd en daarom wilde de officier hem de volle maat toemeten, requireerde 10 maanden gevangenisstraf. Hoewel wat laat, gaf Piet nu toe be drog te hebben gepleegd en berouw te hebben. Plotseling ongesteld. Ver dachte krijgt een bloedspuwing. Toen de verdachte in bovenstaande zaak gereed stond weer naar Haarlem te worden teruggevoerd, werd hij getroffen door een bloedspuwing en bleek zijn toestand weldra van dien aard, dat het noodig was genees kundige hulp te ontbieden bij den man, die kermend op den vloer lag. De directeur van den geneeskundigen dienst, dr. Dijkhuizen, verscheen weldra en achtte het na een voorloopig onderzoek on- gewenscht den zieke te vervoeren. Bij ons vertrek lag hij nog steeds op den vloer. Volgens latere berichten is hij vervoerd naar het Huis van Bewaring alhier ter voor loopige verpleging. Onjuiste opgaven voor den steun De 32-jarige arbeider Joh. M. uit Venhui zen behoorde weer tot de categorie steuntrek kers, die zich hadden schuldig gemaakt aan een onjuiste opgaaf met betrekking tot hun bijverdienste gedurende de steunverleening, welke strafbare feiten hij op 3 en 17 October had gepleegd. Jan was op genoemde data werkzaam geweest en had op de kaart door hem met zijn handteekening bekrach tigd, dit niet vermeld. Hij was reeds herhaaldelijk gewaarschuwd, zooals burge meester Honiick van Venhuizen verklaarde. De getuige w. Godvliet, die aan geheugen zwakte scheen te lijden, liep gevaar om er in te loopen wegens meineed, althans de of ficier dreigde al met proces-verbaal. Maar gelukkig haalae deze getuige tijdig bakzeil en was het een storm in een glas water. Getuige Jan Paay wist aanvankelijk niets, maar zijn geheugen werd ode wat opge- frischt. Mooie vrienden, zijn jullie, zei de president. De verdachte en getuigen hadden samen in karpers, door hen gevischt, gehandeld. Veraachte beweerde alléén voor plezier te hebben meegevischt, maar de officier was d't niet met hem eens en requireerde 2 maan den gev. Mr. Wynne, verdediger van verdachte, achtte het bewijs echter niet geleverd en trachtte dit nader aan te toonen. Hij conclu deerde vrijsprak subsidiair een voorwaarde lijke veroordeeling met het oog op het zieke lijk gestel van verdachte. Een koppel koeien aangereden. De niet-verschenen Corn. K. had te Zijne met een 6-wielige auto op een koppel koeien van den landbouwer D. Burger ingereden. Zoodat eenige dieren moesten worden afge maakt. De chauffeur, deswege door den kan tonrechter veroordeeld, was nu in hooger beroep gekomen, doch niet verschenen De aanrijding was gepleegd op de Groote Sloot. De officier requireerde bevestiging van het gewezen vonnis. Een ontevreden architect. De heer B. L. J. M. v. B. te Helder had in de Boerhavestraat bij het richting veranderen op de fiets volgens den agent Klap geen tee- ken gegeven en was nu van het vonnis van het kantongerecht in hooger beroep gekomen. Een kaart moest heden verduidelijken, dat agent Klap ten onrechte had geverbaliseerd. Maar Klap week geen klap af van zijn waar neming en proces-verbaal en de officier bleef aan zijn zijde, vorderde bevestiging van het vonnis. Nieuwe tijden, nieuwe lasten. Vroeger had geen Urker te vragen of hij de Zuiderzee mocht bevisschen, maar nu deze Zuiderzee tot IJselmeer is gedegra deerd, staat de zaak anders en is een ver gunning, die niet voor niets wordt ver schaft, op straffe bij de Wet bepaald, ver- eischt. De visscher Fokke B. had zich echter van deze bepaling niets aangetrok ken en was deswege door den Kantonrech ter tot 2 geldboeten veroordeeld. Fokke nam blijkbaar met deze vonnissen geen ge noegen en kwam in hooger beroep, welk appèl heden werd behandeld. De appellant was niet aanwezig, doch werd door mr. Floor vertegenwoordigd in kwaliteit van gemachtigde. De officier vond geen termen om wijzi ging in de vonnissen voor te stellen en requireerde bevestiging. Mr. Floor beriep zich op force majeure! Zijn cliënt had alles aangevoerd om tege moet te komen aan de opgeworpen bezwa ren en getracht met moeite en kosten zijn vaartuig in overeenstemming te brengen met de gestelde eischen, reden waarom de gemachtigde een mild oordeel verzocht. Eeu vervelend proces. In de middagzitting was ons het dubieuze genot bereid, de voortzetting te mogen mee maken van 't adembenemend proces contra den aannemer en bouwkundige Albert de Gr. te Enkhuizen, die de brutaliteit zou hebben gehad de teekening van den architect Hoyte ma betreffende een nieuw woonhuis te imi- teeren en alzoo met eens anders veer en te pronken. De architect was daardoor leelijk in zijn wiek geschoten en had den plagiaat pleger overeenkomstig de auteurswet er bij gelapt. Reeds op 24 September vergde dit zaakje veel geduld van de heeren rechters. Zij kon den er toen niet best inkomen en stelden het vervolg op heden. Na verloop van 'n uur of ander half was er echter nu zooveel schot ingekomen, dat de officier met een gerust geweten vrijspraak kon vragen, tot groote voldoening van mr. Dwars, den verdediger die zich ditmaal eens van harte bij den offi cier mocht aansluiten. Hij wou goedkooper bedient worden. De heer Jan M. te Anna Paulowna had zich de vrijheid gepermitteerd, in strijd met de verordening, over vrouwelijk personeel te beschikken, zonder echter te beschikken over het benoodigde verlof en was deswege door den Helderschen kantonrechter veroordeeld welk vonnis den heer M. niet welgevallig was, wesh^jve hij appelleerde. Hij voerde heden als argument aan, dat hij met het ge wraakte vrouwelijke personeel thans in on dertrouw was en er nu niet veel voor ge voelde wél voor het vrouwelijk personeel om de boete nog te betalen. De officier bleek echter, zoo min als de kantonrechter, met de inmiddels veranderde sbuatie reke ning te willen houden en requireerde beves tiging. instemming ook heftige bestrijding. Zooals te begrijpen zal zijn, kon de beoordeeling van deze hoogst ernstige zaak niet zuiver medisch zijn, maar kwamen ook de politieke kleur en de algemeen maatschappelijke ge aardheid van ae debaters telkens om den hoek gluren. Het debat kreeg daardoor een geheel ander aspect, dan op onze afdeelings- vergaderingen regel placht te zijn. Onge twijfeld zal het in anaere afdeel ingen in den lande wel op dezelfde wijze zijn gegaan. De commissie werd dus ingesteld en voor zoowel als tegenstanders wachtten op eigen wijze de daden dezer commissie af. In den angstwekkend merkwaardigen tijd, waarin we thans leven, heeft de commissie thans een brief verzonden aan alle staatslie den ter wereld. Een afschrift werd tevens toegezonden aan Hare Majesteit de Konin gin der Nederlanden en voorts aan de voor zitters van alle gedelegeerden van de 16e As semblee van den Volkenbond, aan alle pers- bureaux, aan 1500 journalisten persoonlijk, aan alle medische tijdschriften en aan alle onderteekenaars. Deze ongeveer 350 onderteekenaars zijn al len psychiaters of (en) psychologen uit 32 verschillende landen. Engeland spant de kroon met 60 handt -e- ceningen; dan volgen Nederland met 53, Zwitserland met 36, België met 23, Frankrijk en Oostenrijk met 16, Griekenland en Zwe den met 14, Duitschland met 13 en Brazilië met 12 deelgenooten. Onder de landen met slechts enkele handteekeningen noem ik Ita- ië, van waaruit 3 medici hun instemming met dit streven betoogden. Diepe ernst. De collectieve brief draagt het stempel van waardigheid en diepen ernst. Even wordt gememoreerd, waarom dit schrijven juist uit sluitend door psychiaters is opgesteld, door er de aandacht op te vestigen, dat zielkun dige factoren een zeer belangrijke rol spelen in het zoo gecompliceerde oorlogsprobleem. Slechts ontleende zelfkennis van volken en lun leiders in hun verhouding tot den oor- og kan tot vermijding van zulk een wereld ramp leiden. Gewezen wordt op de schijnbare tegen strijdigheid tusschen den individueelen oor- logsafkeer en de collectieve oorlogsbereid- ieid.. Niet ten onrecht wordt den volken een angstwekkend gebrek aan oorlogsrealiteits besef verweten en zeker hebben medici het moreele recht de namelooze ellende en het ontzaglijke lijden van individu en massa in bet scherpste daglicht te plaatsen. De ge neeskunst toch heeft tot heilige taak elk lii- en en als hoogste ideaal elk lijden te voorkomen. den te verzachten kan worden bij een bepaald individu 7nm. moeilijk als dit reeds af en toe i« bij een en keling. duizendmaal zoo moeilijk zal dit zii.1 voor de massa. Maar geen middel mag dezen tijd van volmaking van oorlogstee», niek onbeproefd worde gelaten en de psv chologie behoort hierbij lichtend in het eerste gelid te staan. Wanneer behoedzaam stap voor »tan voorwaarts wordt gegaan, dan kan op den duur het succes niet uitblijven. Ongeloovi gen zullen vol wantrouwen er tegen over staan, misschien zelfs ook onder de medici Maar de banierdragers van deze nieuwe medische gedachte, gesteund als zij al zijn door het koninkhjk antwoord van Hare Majesteit, zijn reeds verder dan Semmcl- weisz toen deze ue kraamvrouwenkoorts veroorzaakt meende door onzichtbare le vende ziektekiemen. Semmelweisz vertoon den strijd, maar het nageslacht heeft de waarheid van deze gedachte leeren aan schouwen. Maar hier is van een vertoren strijd geen ?De stem van bijna drie honderd vijftig psychiaters en psychologen zal nog niet ver de woestijn in worden gehoord. Dat doet aan de zedelijke strekking niets af. Hope lijk zullen zij niet versagen. Deze teerling is nu eenmaal geworpen en dan geldt nog slechts één advies: „Moedig voorwaarts ende dispereert niet De oude leuze: „Si vis paceni, para bel- lum" (indien gij den vrede wilt, bereidt u dan op den oorlog voor) is in het jongst verleden vaak vervangen door: „Si vii pa. cem, para pacem (indien gij den vrede wilt, stelt u dan op vrede in). Beide leuzen zijn onjuist en dus misleidend. Het is goed en het getuigt van juist in zicht, de medische waarheid: „indien gij gezondheid wilt, bestrijdt dan ziekte" met behulp van medische krachten tot een al gemeen levensbegrip om te vormen m de- zen zin, dat duidelijk gezegd en betoogd wordt: „Indien £i| vrede wenscht, bestrijdt dan den oorlog. Dit zal met succes kun nen geschieden wanneer men oorlog onver brekelijk verbonden weet aan een patholo gische oorlogspsychose. Daarheen zij dus onze blik gewend. P. N. N. Oorlogspsychose. Voor enkele jaren is er op algemeene ver gadering van de Nederlandsche Maatschap pij tot Bevordering der Geneeskunst met groote meerderheid van stemmen besloten tot de oprichting van een commissie inzake Oorlogs-Prophylaxis. Zooals de naam van deze commissie aangeeft, was het de bedoe ling dat zij de middelen ter voorkoming van oorlog zou bestudeeren. Natuurlijk zou daarbij internationaal contact worden ge zocht en naar samenwerking worden ge streefd. De Hygiënische Commissie uit den Volkenbond zou daarbij wellicht in den arm genomen kunnen worden. Levendig staan mij de discussies nog voor den geest, welke door dit voorstel, in de af- ceeling waarvan ik deel uitmaak, werden uitgelokt. Het plan toch vond naast warme Gewezen wordt op de gevaarlijke sugges tie, die er van redevoeringen van leidende staatslieden kan uitgaan; hoe angstvoor stellingen en waandenkbeelden een geheel volk neurotisch kan maken en tot massapsy chose kan voeren. Zelfbewust et pour cause, want de psy chiatrie heeft belangrijke vorderingen ge maakt verklaren de onderteekenaars, dat de psychiaters in staat zijn schijn en werke- ijkheid in de motiveeringen der staatslieden uiteen te rafelen. Bewondering wordt ten slotte uitgespro ken voor die staatslieden, die door hun han delingen toonen dat hun cultureele en mo reele ontwikkeling reeds zoover is gevorderd, dat zij de volkeren aar een hechten vrede kunnen voeren. Op een gevaarlijk pad? Ongetwijfeld zal men zich geen overdre ven voorstellingen moeten maken van directe resultaten, welke deze brief zou kunnen be werkstelligen. Zelfs vrees ik, dat verschei- oenen, vooral ook onder de ontvangers van dit schrijven, zullen vinden, dat deze genees- heeren hiermede een gevaarlijk pad hebben ingeslagen. De gedachte, dat oorlog samen hangt met een oorlogspsychose, die eerst be staan moet voor het tot oorlog komen kan, zal door velen van de hand worden gewe zen en misschien zelfs worden omgedraaid. Zij, die gelooven in de noodzakelijkheid van een oorlog in bepaalde omstandigheden, zul len de oorlogspsychose niet als oorzaak, maar veeleer als noodzakelijk middel willen beschouwen om den onafwendbaren oorlog nu ook te kunnen voeren. Strijd, zullen zij zeggen, is overal in de natuur en ligt dus als een onontkoombaar kruis op den levens weg der volkeren. Ook de geneesheer voert voortdurend strijd; hij bestrijdt immers al die factoren die de gezondheid van het indi vidu bestrijden. Het gezondheidsdoel van den mensch geeft hem het recht en legt hem den plicht op, de belagers van deze gezondheid te vernietigen. Mutatis mutandis geldt aldus het recht van een volk om zich tegen de be lagers van het geluk van dit volk met alle macht te verzetten. Volhouden. Het kan noch mag op mijn weg liggen mij nader teb ewegen in deze richting. \i- leen meen ik het goede recht te moeten con- stateeren van deze groep van geneesheeren uit vele landen van de wereld om zich met den door mij besproken brief tot zoovele lei dende figuren te wenden. Door niemand kan m.i. worden ontkend, dat oorlog geen nor male reactie op een normaal gebeuren is. Of de daad, die tot oorlog voert nu abnormaal is, of dat een aonormale reactie op een nor maal proces tot oorlog voert, of dat in beide factoren een abnormaal element zit, ergens in dezen schakelarmband zit een patholo gisch gebeuren. Waar het in de allereerste plaats de psyche is, die in deze vraagstuk ken zulk een alles overheerschende rol speelt, waar speciaal de psyche hierbij over rompelt of wordt overrompeld, daar is het ogisch en consequent dat in de allereerste plaats de psychiaters en psychologen trach ten eenige orde in het geheel te brengen en naar middelen zoeken die tot beteugeling van de oorlogspsychose kunnen voeren jr'ci!*en z'c^ a"e staatslieden tor wereld. Deze eerste welbewuste medische poging verdient lof, maar de uitwerking zal niet groot zijn en het lijkt mij ten eenenmale !frS h0 r'nat er-in de naaste tüek°mst ook maar het allergeringste in de geweuschfe selweridnt00r "I vera'tre" Er is een wis- selwerking men zou het in de scheikunde: een omkeerbare reactie kunnen noemen tusschen massa of volk en leiders. Psychia ters weten beter dan elk ander, dat het mt barsten van primaire driften antrsttoes'ar denen waandenkbeelden niet altijcf vermeden Vertrokken personen. D. Boer, geen, naar Amersfoort. J. Stins, N.H naar St Maarten. C. Va*in- der, N.H., naar Castricum. A. C. Toonen (wed. M. A. Dietz), N.H., naar Castricum. - A. A. Udo, R.K.. naar Amsterdam. M. A. van Buuren, R.K., naar Amsterdam. L G. van Buuren, R.K.. naar Amsterdam. A. Besse, N.H., naar Den Haag. H. de Lange, D.G., naar Leiden. C. Ratn, N.H., naar Leeuwarden. W Huender, Rem., naar Arasterdam. F. W. Houtman, geen, naar Alkmaar. B. Scholten, N.H., naar Loos- drecht. A. Douma, geen, naar Alkmaar. C. P. Dubbeld, geen, naar Pretoria. CA. E. Leidag (echtgen J. Bauer), RK„ naar Amsterdam. G. H. J. Eshuis (echtgen. N. v. d. Plas), N.H., naar Heiloo. W. F-E. Heimann, geen, naar Heiloo. C. van Eg- mond, R.K., naar Heerhugowaard D. J. M. H. Geerligs, N.H., naar Wieringen. A. Klos, N.H., naar Haarlem. E. Veld, N.H., naar Meeden. M. A. Suiker, R.K., naar Uitgeest. F. de Smeth, N.H., naar Groote broek. D. van Abkoude, N.H naar Hil versum. P. Schorsy (echtgen. G. W. Eer hoorn), N.H., naar Egmond aan Zee. J Rampen, N.H naar Aunsterdam. C Rezel, geen, naar Alkmaar. W. J. Timmer. N.H., naar Amsterdam. W. F. van Silfhout, N.H., naar Anna-Paulowna. W Hopman. N.H., naar Anna-Paulowna. J. W Pruis- sen, geen, naar Amsterdam. K. Ruyter, geen, naar Wijk aan Zee. G. Besselink, R.K., naar Breda. D. Leguk, N.H., naar Koog aan de Zaan. N. Stam, N.H., naar Egmond aan Zee. M. W. Houtman (wed. R. J. A. Lubach) R.K., naar Alkmaar. J- M. Peetoom, R.K., naar Egmond-Binnen. J. A. M. Ammerlaan, R.K., naar Voorburg- T. Breeuwsma. N.H., naar Schoorl. A. F. A. C. Sindrara (echtgen. J. A. Klein), geen. naar Brussel. E. Ka'.bheim, R.K., i»af Duitschland. W. W. Graaf van Limburg Stirum, geen, naar Ned. Oost-iodië. V. Liche, D.E.. naar Duitschland. M Bruin. R K., naar Harenkarspel. J. E. van der Veen. N.H., naar Wieringerwaard. E. H Teunissen, R.K.. naar Amsterdam. A. H- M. Brölman. R.Knaar Hilversum Hollenberg (echtgen. R. Mulder), R.K., naar Heiloo. M. A. Schouten, R.K.. naar Gouda M. Bakker, N.H., naar Nieuwe-Niedorp C. Schouw, N.H., naar Hillegersberg. J. Hamer, N.H., naar Amsterdam. 0. D Grootes, N.H., naar Alkmaar. G van Langen, R.K., naar Alkmaar. H. Kroeskop- N.H. naar Alkmaar. H. Bücher, E L.,n Utrecht. eens. Piet, hou een beetje de vertel eens, wat je van dat meisj tweede coupé vindt." (London OgllU Waarom de voorkeur aan „..«enti* een detfbiad adverte» Wel, enkel dan alleen kriili^'' aV^Dtic

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 20