nimmmv.è)!
MODE-TIPS
de vrouwen en het oorlogs
monster.
gehaakte blouse.
ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON.
Inderdaad biedt
'deze wintermode
van alles wat! Met
dat alles bedoelen
we: dat men invloe
den uit allerlei tij
den kan onderschei
den, maar dat ook
de „moderne in
vloed" niet vergeten
is.
Zoo kan men bijv.
japonnen bewonde
ren, die kennelijk
geïnspireerd zijn op
de gewaden der Ita-
liaansche Renais
sance men be
weert, dat de groote
Italiaansche kunst
tentoonstelling te
Parijs daaraan niet
vreemd is Don
ker groen ên rood
zijn geliefkoosde
kleuren voor deze
japonnen, die meest
al zeer wijde mou
wen en ruime rok
ken hebben. Ook
drapeeringen behoo-
ren bij deze japonnen. Heel duidelijk is verder de invloed die de Oudheid
had op onze avondtoiletten Het moet u volstrekt niet vreemd aandoen een
moderne jonge vrouw op een avondfeest te ontmoeten in een wit zijden
Grieksch gewaad, gegarneerd met koord en galons met Grieksche randen.
Evenmin moet het u verbazen als ge dezelfde jonge vrouw, die de
roep heeft hypermodern te zijn, op een diner te zien verschijnen in een
japon, die in de Biedermeiertijd geen slecht figuur geslagen zou hebben.
En laat het u verder volstrekt niet verwonderen haar de dag daarop op
straat te ontmoeten in een zeer modern wandeltoilet, bestaande uit man-
telcostuum, waarover een drie-kwart lange cape.
We willen hier alleen maar mee zeggen, dat de mode dit seizoen van
zulk een verscheidenheid is, dat ieder type, hoe apart ook haar eigen stijl
kan vinden.
We zullen ons nu
eerst eens bezig hou
den met de modellen
op de eerste illustra
tie.
Nr. 1: bijzonder
aardig namiddagcom-
plèt, bestaande uit
japon en driekwart
lange mantel van zij
den loqué. De japon,
die zeer eenvoudig
van snit is, is gegar
neerd met goud- of
zilverkoord- De bree-
de revers zijn in rui
ten doorgestikt en
worden opgeknoopt
met twee knoopen in
de tint van het koord.
Nr. 2: sportief
costuumpje van wol
len soepele stof. Het
zijden shawltje, dat
er op gedragen wordt,
is in afstekende tin
ten gekozen.
Nr. 3: elegante cape van geïmpregneerde wollen geruite stof. Twee
openingen dienen om de armen door te steken. Drie knoopen dienen om de
cape te sluiten.
Nr 4: aardige namiddagjapon van wollen stof, met koord gegarneerd,
e van voren breeder wordende ceintuur is in een donkere afstekende
kleur gekozen en wordt met een gesp van glinsterende similisteentjes
gararneerd.
Nu we het toch over ceintuurs hebben is hier een woord over garnee
ring in het algemeen wel op zijn plaats: men kiest allerlei materialen voor
garneering: van hout tot barnsteen toe. Ook kralen en similisteenen zijn
weer in genade aangenomen door mevrouw Mode, ofschoon het de vraag
zal zijn, of haar volgelingen dit ook zullen accepteeren.
Blouses en kazaks vormen nog altijd de groote mode en onuitputtelijk
is de fantasie der mode-ontwerpers om telkens nieuwe modellen te ontwer
pen.
Tenslotte nog een
enkel woord over de
mode voor onze aan
komende meisjes.
Geen ingewikkelde
modellen voor hen:
geen kleine volwas
sen dametjes er van
maken. Onze meisjes
zijn juist op het voor-
deeligst in eenvoudi
ge toiletjes, die hun
ongereptheid nog
meer accentueeren.
Op de laatste tee-
kening ziet u:
links: heel aardig
dansjurkje van wit of
blauwe zijden crêpe.
Het kinderlijke ervan
vormen de ruches
ïangs bals, mouwen
en zoom.
Het middelste fi
guurtje draagt een
japonnetje van ge
nopt organdie.
Onze aardbol zweeft in het heelal. Wanneer
de zon haar stralen op dit kleine stipje vallen
laat. dan glinstert het plotseling, een stofje onder
de millioenen. En toch, op dit heele kleine
stipje, dat zich razend snel beweegt, stapelt
zich veel vreugde naast zoo oneindig veel leed,
naast kommer en zorgen op. Moet dat zoo zijn.
vraagt men zich zoo dikwijls af en het antwoord
luidt: neen! Maar de mensch is machteloos,
wanneer hij alleen staat tegenover een geweldige
overmacht. Toch is het plicht ook de geringste
kracht voor verbetering aan te wenden, onder
welke omstandigheden het ook zij. Op het
oogenblik ziet de geheele wereld naar den oor
log in Abessinië.
Abessinië is vèr weg, zegt het trage men-
schenverstand. Italië echter is een Europeesch
land. En de menschen in Abessinië, evengoed
als die in Italië zijn onze broeders. Men leest
veel van overbruisend oorlogsenthousiasme, van
vreugde, lachen en overgave. Wat gebeurt er
echter met deze opgezweepte jongemannen?
Wat gebeurt, vraag ik, met het evenbeeld Gods.
met het heerlijkste kunstwerk, dat wij kennen?
Het jonge, mooie, gezonde menschenlichaam?
Men mikt er precies op! Men verscheurt en
verwondt ze. Men treft de strakke ledematen,
het goedgevormde lichaam, het schoone gelaat.
Zij sterven jammerlijk. Stil en bleek liggen zij
daar. onherkenbaar verminkt, de eens zoo ge
zonde dragers van naties. Hun lichaam en ziel
worden bedorven en vergiftigd.
En de vrouwen? Wat doen zij tegen het oor
logsmonster?
Weliswaar heeft men gelezen, dat groote
pakken met handteekeningen van vrouwen bij
de autoriteiten afgegeven werden: handteeke
ningen die voor de vrede pleiten wilden. Maar
het resultaat was zwak, misschien zelfs gelijk
nul. Niet waar, groote heeren hebben wel iets
anders te doen, dan aan de wenschen van vrou
wen tegemoet te komen. Wat dus te doen? Het
is een levenskwestie, dat de vrouwen zich voor
de oorlogszaken interesseeren, die zonder uit
zondering iedereen aangaan. De vrouw zou een
geweldige invloed op het wereldgebeuren heb
ben, wanneer zij daadwerkelijk haar krachten
daarvoor geven wilde.
Zeker een vrouw alleen kan slechts weinig
bereiken, maar wanneer iedere vrouw zich op
haar kleine plaats voor de vredesidee spannen
zou, dan waren de mannen ten 'slotte machte
loos. Wat kan de man doen wanneer de vrouw
zich vastbesloten verzet?
Steeds nog heeft zij haar kinderen veel te
weinig voor vrede en menschelijkheid opgevoed.
Want ook de groote staatslieden zijn tenslotte
haar kinderen.
An.
DE „KNEPEN VAN HET VAK",
De „groote wasch" is voor vele vrouwen nog
een ware nachtmerrie. Toch behoeft dat, met
de vele hulpmiddelen, die we thans hebben,
heusch niet het geval te zijn
Een soort „stamper" doet het meest ver
moeiende werk: zoodat we niet meer gebukt
over een waschtobbe behoeven te staan.
Ook het vermoeiende wringen behoeven we
niet meer zelf te doen: want daarvoor heeft
men thans een wringmachine bedacht, die ons
dat vervelende werkje uit de hand neemt.
Het ophangen van de wasch wordt ons door
verschillende technische hulpmiddeltjes vereen
voudigd. Daar is bijv. het slingertje om de
lijntjes strak te spannen en het handige ronde
klosje, dat ons veroorlooft een paar wasch-
lijntjes vlek bij elkaar te spannen.
Tenslotte nog een wenk voor het drogen van
kanten kleedjes, e.d.
Deze spant men met behulp van roestvrije
spelden in de goede vorm en laat het zoo dro
gen. Strijken is dan overbodig geworden.
Voor het verzamelen van waschknijpers, ma
ken we een linnenzak aan een houten hanger en
hangen deze aan de waschlijn. We hebben de
knijpers dan altijd bij de hand en loopen
geen kans ze kwijt te raken. Bij het ophangen
van de wasch schuiven we de tasch langs de
lijntjes mee.
DINA VAN Z.
Deze aardige damesblouse wordt gehaakt met
haakgaren van gemiddelde dikte. We hebben
ongeveer 225 gram noodig en de haaknaald
moet een middellijn hebben van 2 millimeter.
We zetten een reeks kettingsteken op, die de
vereischte lengte heeft, maken dan een stokje
in een steek van het opzetsel, een losse, slaan
een kettingsteek over, maken een stokje, enz.
Bij de volgende toeren maakt men het stokje
telkens in het gaatje van de onderliggende toer.
Z_o gaat men door. Bij het omkeeren maakt
men 5 kettingsteken. Voor de afwerking haken
we gewone vasten. Om de hoeken goed te
krijgen maken we drie vasten in één.
Voorpand: een reeks kettingsteken maken ter
lengte van 38 centimeter en daarop de stokjes
haken, op de bovenbeschreven manier. Al meer
derend tot een breedte van 45 centimeter haakt
men zoo 32 centimeter hoog. Dan gaat men in
drie deelen verder: twee schouders en het mid
dengedeelte. Op de eerste 13 centimeter 16 cen
timeter haken, terwijl men aan de buitenzijde
regelmatig wegmindert, net zoolang tot men
geen steken meer over heeft. Op de 19 centi
meter van het halsgedeelte haken we dan 4
centimeter hoog, terwijl we de andere schouder
hetzelfde maken als de eerste.
Rug: we zetten een reeks kettingsteken op
ter lengte van 38 centimeter en haken daar een
hoogte van 23 centimeter op, aan beide zijden
regelmatig meerderend tot men een breedte heeft
van 42 centimeter. In de volgende 14 centl-
T'r. "ninderen aan beide zijden, tot men nog
slecht in het midden 19 centimeter overhoudt
Mouw: aan de onderkant beginnen met een
rij kettingsteken van 32 centimeter lengte op te
zetten. 3 centimeter noog gewone vasten maken,
daarna het stokjespatroon haken tot men een
totale hoogte van 20 centimeter heeft. In de
volgende 16 centimeter regelmatig aan iedere
zijde minderen tot men een breedte overhoudt
van 6 centimeter.
Tailledeel: het voor- en achterstuk van het
tailledeel wordt op dezelfde manier gehaakt.
We beginnen aan de zijkant, waar we ketting
steken opzetten, die een breedte hebben van
5 centimeter. De geheele band wordt 36 cen
timeter lang en moet op het midden een breedte
hebben van 7 centimeter. Er wordt dus aan een
kant regelmatig gemeerderd.
Daarna gaan we de afwerking van het voor
pand maken. Hoe 'at gebeuren moet, kunt ge
duidelijk op de illustratie zien. We beginnen aan
een der zijkanten en haken dan verder vasten,
heen en terug. De vorm, die deze afwerking
tenslotte moet krijgen, toont de teekening u.
Daarna persen we alle deelen op onder een
vochtige doek en naaien ze aan elkaar. Ook
haken we de rand aan de halsopening van de
rug. Deze rand moet ongeveer 3 centimeter
breed zijn. We laten het voor- en achter-
tailledeel aan de zijkanten open en sluiten het
daar met knoopen en knoopsgaten. Ook het
voorgedeelte aan de hals wordt aan iedere zijde
met drie knoopen dichtgeknoopt.
Het hier afgebeelde en omschreven model is
zeer elegant en zal van fijne haakzijde ver
vaardigd, dein ook zeer voldoen.
MARIAN B.
HET MENU VOOR DE HEELE
WEEK.
Zondag:
juliennesoep:
rollade, snijboonen (bus of vat), gekookte
aardappelen;
Maandag:
chocoladepudding met vanillesaus,
hachée met rijst;
appelmoes met beschuit.
Dinsdag:
rolpens, roode kool, gekookte a. rdappeW
citroenpudding.
Woensdag:
gehakt, bloemkool, gekookte aardappelen;
gries met rozijnen.
Donderdag:
osselapjes, worteltjes, gekookte aardappelen
fruit
Vrijdag:
kabeljauwstaart, pieterseliesaus. gekookte
aardappelen;
Zaterdag:
rookworst, stamppot van andijvie en aard-
appelen;
rödgröd.
Nr. 597: complét van diagonaal gestreepte
wollen, stof, bestaande uit mantel en rok. Apart
zijn de mouwen met de ingelegde plooien. Deze
zelfde plooien vindt men terug in de rok. Be-
noodigd materiaal: 5 meter stof van 130 cen
timeter breedte. Prijs van het patroon: 75 ets.
per stuk.
Nr. 598: aardige japon van genopte wollen
stof, gegarneerd met witte knoopen. Benoodigd
materiaal: 4 meter stof van 100 centimeter
breedte. Prijs van het patroon: 50 ets. per stuk.
Deze patronen zijn in alle maten tegen boven
vermelde prijzen te verkrijgen bij de „Afdeellng
Knippatronen" van de Uitgeversmaatschappij:
„De Mijlpaal" Singel 91, Amsterdam, Centrum.
Bij dit bedrag wordt 6 ets. extra berekend voor
porto-kosten.
Toezending zal geschieden na ontvangst van
het bedrag, dat kan worden overgemaakt per
postwissel, in postzegels of wel per postgiro
41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij
bestelling duidelijk het nummer van het ver
langde patroon, en tevens de gewenschte maat.
d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte, enz. op te
geven.
Gelieve verder naam en adres zoo nauwkeu
rig en volledig mogelijk te vermelden; men
voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de
verzending.