DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. het Japansch-Chineesche incident. De strijd in Abessinië. No. 267 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 12 November 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Qxiqeliiksch De Japansche regeering eischt volledige genoegdoening. tBuiteniaiid W at vandaag de aandacht trekt ALKMAARSCHE URANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h, HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Reeds gisteren hebben wij in het kort een en ander vermeld over een nieuw lapansch- Chineesch incident, dat ontstaan is door den moord op een Japansch marinier. Door wie deze moord gepleegd is, weet niemand of het een Chinees of een Japanner is,- weet men evenmin. Wat er eigenlijk gebeurd is? Zie hier de Japansche lezing: Te Tokio is uit Sjanghai bericht ontvan gen, dat Hideo Nakajama, een Japansche marinier, Zondagavond juist na negen uur door een Chinees is doodgeschoten. Een bataljon Japansche landingstroepen heeft eenige belangrijke punten der stad bi- zet. De Japansche autoriteiten beschouwen het incident als een Chineesche uitdaging tegenover Japan en zij hebben er bij de plaat selijke Chineesche autoriteiten op aange drongen direct stappen te doen voor de arrestatie van den schuldige. Indien het resultaat onbevredigend mccht zijn. dan zal het Japansche detachement zelfstandig optreden. In het Noordelijk deel van Sjanghai is een beperkte staat van beleg afgekondigd De revolver van den moordenaar is aange troffen bij de plaats, waar de aanslag werd gepleegd. Bij de autoriteiten zijn stappen ge daan, waarbij werd aangedrongen op een snel en nauwkeurig onderzoek. De kanonneerboot Siaka is uit Nanking ontboden, ten einde de Japansche onderdanen te Sjanghai en hun bezittingen te bescher men. Maarschalk Tsjiang Kai-sjek heeft zijn deelpeming met het gebeurde laten betuigen. Nog meldt Reuter uit Sjanghai: Dank zij den stap, door de Chineesche autoriteiten gedaan, die de Japansche ma rine-autoriteiten verzekerden hun volle mede werking te zullen verleenen bij het opsporen van den dader van den aanslag op den Ja- panschen marinier, is er een zekere ontspan ning ingetreden. De toestand blijft echter tamelijk ernstig en in Japansche kringen houdt men zich vooral bezig met de aanwezigheid van het groo e aantal troepen der Chineezen in de nabijheid der gedemilitariseerde zone van Sjanghai en het binnendringen van als burgers vermomde soldaten van het Chineesche geregelde leger in dit gebied. Het internationale vrijwilligers-corps heeft alle leiders van afdeelingen opgedragen in geregeld contact te blijven met het hoofd kwartier, doch een mobilisatie van het corps xond nog niet plaats De Japansche politie stelt een onderzoek in, uitgaande van de veronderstelling, dat de moordenaar een Chinees is geweest. Volgens de politie der internationale con cessie zou het hier in werkelijkheid een ge vecht geweest zijn tusschen Japansche mari niers naar aanleiding eener bestaande veete. In Tsjapei heerscht echter een paniekstem ming. Duizenden bewoners vluchten naar de internationale concessie. Na een onderzoek van 24 uur konden de Japansche autoriteiten en de Chineesche poli tie slechts één getuige ontdekken, een Chi neesche koelie, die verklaarde den Japa.i- ^hen marinier te hebben zien ineenzakken op het oogenb(ik dat het schot weerklonk, terwijl tegelijkertijd een donkere gestalte in den nacht wegvluchtte. De atmosfeer is een weinig ontspannen, als gevolg van den stap van generaal Tsai Tsjin Tsjoen, den chef van het Chineesche bureau voor de openbare veiligheid, die met den burgemeester en andere Chineesche amb tenaren den Japanschen marine-autoriteiten heeft verzekerd van hun volledige sainenwer- k'nS in het onderzoek naar den dader van den moordaanslag. Dit Londen wordt gemeld: In de Britsche pers wordt de spanning tusschen Japan en China na den moord te Sjanghai gevaarlijk genoemd. De Chineesche autoriteiten spreken de on fustbarende geruchten tegen, die na den "loord op den Japanschen marinier zijn ver spreid en die reeds een uittocht van de bevol- *lrJg in de noordelijke stadswijken ten ge- v<dge hebben gehad. t-ikino, de assistent van den Japanschen marine-attaché, ontkent ten stelligste het ge rucht, yolgens hetwelk de Japansche marine- tor'C|ten een ultimatum aan China hebben ViJ'C j hebben eenvoudig verzocht, ver- aarde hij, dat de Chineesche autoriteiten vinden samenwerken om den moordenaar te JïJW0"** ambassade in China heelt weneri, gepubliceerd, waarin ..de aanQi ,„Wor.dt Keu't, dat één zoo ernstige brengen Chineesche autoriteiten toe zal dip 7iin' maatregelen te nemen, die non- i om de sombere wolken te verdrijven die de ChineeschJapansche betrekkingen verduisteren". De Japansche autoriteiten hebben ver zekerd, dat zij de nationaliteit van den aan valler niet kennen. L a t e r: De spanning, welke was ont staan door den moord op den Japanschen marinier is grootendeels geluwd door de ver zekering van de Japansche autoriteiten, dat geen directe actie was overwogen. De aankomst van de Japansche kanonneer boot Ataka „staat niet in onmiddellijk ver band met den moord". Er liggen slechts vier Japansche oorlogs bodems voor Sjanghai, een onvoldoende macht voor een aanval. De uittocht van de Chineezen uit Tsjapei is vrijwel beëindigd, dank zij het gematigd optreden van de Japanners, die met de Chi neesche politie naar den moordenaar zoeken. Toch dreiging van Japanschen kant. Volgens het Japansche agentschao Rengo behoudt het Japansche expeditie-corps zich elke vrijheid van handelen voor, indien aan Japan geen voldoening gegeven wordt in zake de moord op den Japanschen marinier. Er is bevel gegeven voor het dooven va:: licht en vuur in het Noordelijk deel van de internationale concessie te Sjanghai. De Japansche Ambassade wenscht, dat de Chi neesche autoriteiten oprechte pogingen in het werk stellen om den schuldige te vinden. De luitenant-commandant Josji Tatsoeja Soeda, deel uitmakend van den generalen staf van het expeditie-corps, heeft een bezoek afgelegd bij den burgemeester van Groot-Sjanghai en verklaard, besloten te zijn maatregelen tc treffen, indien het onderzoek zonder resultaai blijft. De dader „een Chineesch burger". Tal van berichten uit Sjanghai noemen den onbekend gebleven dader „een Chineesch burger''. Officieel weet men dat echter nog niet. Het officieele Tokio voorloopig tevreden gesteld. De woordvoerder van het ministerie var. buitenlandsche zaken te Tokio verklaarde: „Wij zijn voldaan over de wijze, waarop de Chineesche autoriteiten een onderzoek in stellen naar den moord op den Japanschen marinier. Wij voorzien een gemakkelijke regeling tusschen den Japanschen consul- generaal Ishii en de autoriteiten van Sjanghai." In welingelichte kringen te Tokio wordt verklaard, dat de Japansche vloot niet han delend zal optreden zonder overleg met het ministerie van buitenlandsche zaken Men ontkent, dat Japansche versterkingen te Sjanghai zijn ontscheept. Het Japansche garnizoen in Sjanghai, bestaande uit 2000 mariniers, is ruim voldoende voor mogelijke gebeurlijkheden. Het zoeken naar den dader. Het onderzoek naar den moord op den Japanschen marinier gaat met moeilijkheden gepaard, want het eenige element waarover de politiemannen beschikken om zich te oriënteeren, is de revolver, die op de plek van de misdaad gevonden is. De wpordvoerder van de Japansche am bassade verklaarde: De zaak is ernstig, want het slachtoffer droeg den uniform van de Japansche marine. Wij hopen, dat de Chineesche autoriteiten niets zullen nalaten, om den moordenaar te vinden en de in Sjanghai rondgaande ge ruchten te verdrijven, die de betrekkingen tusschen China en Japan ernstig vertroebe len. De adjunct-attaché van de Japansche ma rine verklaarde: Wij zijn ervan overtuigd, dat de aanslag gepleegd is door een agent- provocateur. Chineesche kringen denken, dat de moordenaar eenvoudig een kameraad van het slachtoffer zou kunnen zijn. De toestand. Mariniers blijven het district bewaken, waar gisteren een Japanner door een Chinees is doodgeschoten. De toestand schijnt bizon der gespannen te zijn en in de bewuste wijk zijn bovendien Hindoe-schildwachten ge plaatst. Men verwacht een algemeenen uit tocht van de Chineesche bevolking. De Japansche inwoners van Sjanghai. De Vereeniging van Japansche inwoners van Sjanghai heeft een vergaderin~ gehou den, waar een resolutie werd aaiwomen. waarin van de Japansche vloot wordt ver langd, dat zij spoedig zal ingrijpen om het behoud van den vrede te verzekeren, zulks in het belang van de Japansche bevolking van Sjanghai, die ontsteld is door de schandelijke gebeurtenissen, Thans een Japansche porselein winkel geplunderd. Een Japansche porseleinzaak in het centrum van de winkelwijk van Sjanghai is het voorwerp geweest van een aanval van een groep Chineezen, die de ruiten insloegen en, na anti-Japansche strooibiljetten te hebben verspreid, vluchtten. De ongerustheid onder de bevolking is geenszins verdwenen. De Chineezen veriaten met hun gezinnen en goederen Tsjapei, en de grondsoeculanten koopen tegen lage prijzen terreinen op. Keizer Hirohito heeft, naar Reuter uit Tokio meldt, met zyn raadslieden overleg ge pleegd omtrent het incident. Men verwacht, dat aan de regeering te Nanking eenige eischen zullen worden gesteld, die vermoede lijk betrekking hebben op een herziening van de Chineesche monetaire politiek, de nationa liseering van het ïMver en een beheersch'e devaluatie van den Chineeschen dollar Naar aanleiding van de bezetting van Noord-Sjanghai door 2000 man Japansche troepen is onder dé Chineesche autoriteiten te Sjanghai ernstige bezorgdheid gewekt. Men herinnert zich, dat de aanslag op een Japan schen soldaat in Mantsjoerije geleid heeft tot een geschil, dat geëindigd is in de vesti ging van een onafhankelijk Mantsjoekwo Chineesch protest. Reuter meldt uit Sjanghai: De Chineesche minister van buitenland sche zaken heeft den Japanschen ambassa deur Ariyosji een nota overhandigd waarin wordt geprotesteerd tegen de arrestatie van Chineezen te Tjentsin door Japansche gendarmen, waardoor de Chineesche sou- vereiniteit en de internationale wet worden geschonden. De minister vraagt, dat onmid dellijk maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen. De gevechten om en bij Makalle. Van bevoegde Italiaansche zijde en door buitenlandsche journalisten die gisteren uit Makalle te Asmara zijn aan gekomen, na den geheelen opmarsch tot voorbij Makalle te hebben meegemaakt, wordt verklaard, dat alle in de buiten landsche bladen gepubliceerde berichten uit Addis Abeba over bloedige gevech ten bij Makalle en over de herovering van deze plaats door de Abessiniërs, geheel verzonnen zijn. Slechts twee botsingen hebben tijdens den opmarsch plaats gehad. De eerste op 5 No vember ten zuiden van Haussien, waar de troepen van Pirzio Birole oprukten en waar bij een hevig gevecht met ongeveer 500 Abessiniërs twee Askari-onder-officieren wer den gedood, en een luitenant zoo ernstig werd gewond, dat hij korten tijd daarna overleed. Bij dit gevecht, dat eindigde met de vlucht der Abessiniërs, werden 70 man gevangen genomen. De tweede botsing had dicht bij Makalle plaats, aan den vooravond van den intocht der Italiaansche troepen. Ras Koeksa, die aan de zijde der Italianen mede oprukte, had 'n kleine patrouille voor uitgezonden, welke in gevecht geraakte met Abessiniërs. Bij dit gevecht zijn aan elk der beide zijden twee dooden en eenige gewonden gevallen. De bezetting van Makalle geschiedde zon der eenigen tegenstand. Volgens de laatste berichten bevindt Ras Kassa zich met sterke troepenafdeelingen op de hoogvlakte van Semien, ten noordoosten van het Tsana-meer. Naar met betrekking tot de bezetting van Makalle nog wordt gemeld, heeft een Italiaansch escader van 20 vliegtuigen grooten schrik verspreid onder de inboorlin gen. Van Italiaansche zijde wordt medege deeld, dat de Abessiniërs vóór het verlaten van Makalle de stad en het paleis van Ras Koeksa hebben geplunderd. De Italiaansche '.uitenant Luigi, die bij de gevechten om Makalle ernstig gewond werd. heeft zijn kolonel verzocht aan Mussolini mede te deelen, dat hij met diens naam op de lippen gestorven is. De kolonel heeft mede gedeeld dat de luitenant na de woorden: Leve Italië, leve de koning, leve Mussolini is gestorven. Dit gedrag heeft bij de manschappen en leiding van het Italiaansche leger een diepen indruk gemaakt. De toestand op het Zuidelijk front. Men is te Addis Abeba, niet minder dan elders volkomen verrast door den snellen opmarsch van de troepen van generaal Gra- ziani in het zuiden. De Italianen zijn blijk baar, toen zij door het slechte weer opgehou den werden, verontrust door de mogelijkheiü die daardoor voo de Abessiniërs ontstond om hun bewapening eenigsz-ns op peil te brengen Er is de vorige week bericht dat Sasah Baneh en Daggaboer in gereed- heio werden gebracht om de Italianen te be letten om tot Harrai door te dringen. Hoe wel het bericht van den val van Sasah Ba neh nog niet beve: tigd is, is het niet onwaar schijnlijk. Het bericht dat de Italianen verder ook reeds Daggabcer bereikt hebben, zou er dan op wijzen, dat de Abessiniërs hun voor nemen om bij Sasah Baneh tegenstand te bieden, niet hebben kunnen uitvoeren. Indien de verdedigingswerken van Dagga- boer niet gereed zijn, zoodat de Italianen ook deze stad zonder grooten tegenstand kunnen nemen, ziet het er voor de Abessi niërs inderdaad wel zeer pijnlijk uit, want dan zal Harrar nauwelijks meer te houden zijn. Hiermede zou het geheele Abessinische plan voer de verdediging van het Zuiden te niet gedaan zijn en de Abessiniërs zouden van hun voornemen om dieper in het bin nenland open slag te leveren moeten afzien, om zich op grootscheepsche wijze met dat enorme aantal soldaten waarover zij beschik ken, op de guerilla 'oe te gaan leggen, waar in dit geval Graziani's troepen zullen on mogelijk een sterke verbinding met het ach terland kunnen hebben na dezen snellen op marsch veel mogelijkheden toe zouden zijn. Inmiddels moet hier het voorbehoud ge maakt worden dat de Italiaansche berichten wat optimistisch kunnen zijn Italiaansch protest tegen de sanctiemaatregelen. De Italiaansche regeering heeft heden een nota doen toekomen aan haar diplomatieke vertegenwoordigers in alle staten, die deel nemen aan de sanctiemaatregelen. In deze nota. die reeds in het bezit der verschillende regeeringen is, wordt zeer uitvoerig gepro testeerd tegen de toepassing dei sancties. De tekst zal vandaag te Rome gepubliceerd worden. Van bevoegde Italiaansche zijde wordt verklaard, dat de nota in kwestie geenszins gelijkluidend is met het protest, dat dezer dagen tot de iegeering te Caïro is gericht Verder wordt er op gewezen, aat de italiaan sche regeering tot dusverre geen onmiddel lijke mededeeling van de coördinatiecommis sie of van de daarin vertegenwoordigde staten heeft ontvangen. WAARSCHUWEND WOORD VAN ROOSEVELT. „De opgroeiende generatie kent de verschrikkingen van den oor log niet." In geheel Amerika zijn gisteren, zooals ieder jaar op Waperfctilstandsdag het geval is, degenen herdacht, die in den Wereld oorlog zijn gevallen. Te 11 uur stond alle verkeer en alle arbeid stil; het Amerikaan- sche volk eerde de dooden door een stilte van twee minuten. Voor het eerst, sedert het graf van den Onbekenden Soldaat op het militaire kerkhof Arlington bij Washington door president Harding plechtig aan de natie werd opge dragen, heeft zich heden een president der Ver. Staten naar deze gewijde plaats bege ven en uiting gegeven aan de vredelievend heid van het Amerikaansche volk. In de rede, die president Roosevelt bij deze gelegenheid heeft gehouden, zeide hij, dat de politiek der Amerikaansche regeering door twee hoofdbeginselen wordt bepaald, in de eerste plaats door den wensch, dat de Ver. Staten niet betrokken worden bij eeni gen oorlog, en verder door den vasten wil, den vrede te bevorderen op alle mogelijke manieren en te waarschuwen voor de ver schrikkelijke gevolgen van een oorlog. President Roosevelt Roosevelt herinnerde aan de pogingen, die Amerika heeft gedaan om het uitbreken van een oorlog te voorkomen en voegde er aan toe, dat Amerika ook den vrede dient, door dat zij duidelijke, ondubbelzinige termen ge bruikt en een oorlog ook oorlog noemt, wan ner het een gewapenden inval in een ander land en het dooden van menschen zonder oorlogsverklaring betreft. Roosevelt zeide het te betreuren, dat de wereld ,ot dusverre zoo weinig voordeel van de pogingen tot handhaving van den vrede heef gehad en dat het geloof in de heiligheid van interna- Het Japansche Chineesch conflict. (Buitenland). De strijd in Abessinië. (Buiten land). Italiaansch protest tegen de sanctie-maatregelen. (Buitenland). Waarschuwend woord van Roose velt. (Buitenland.) Schipbreuk aan de Philippijnsche kust. (Buitenland). Meer dan 22000 M. boven de aarde. (Luchtvaart). Generaal Snijders 60 jaar Ridder Militaire Willemsorde. (Binnen land.) Stagnatie Leidsche stadhuisbouw. (Binnenland). 85-jarige vrouw te Hargen bij Schoorl door zandtrein overreden en gedood. (Stad en Omgeving.) Alkmaar heeft 50 jaar de water leiding. (Stad.) Het soc.-dem. Statenlid P. Zee man is hedenmorgen hier ter stede overleden. (Stad.) (Zie eerder eventueel laatste berichten.) tionale verplichtingen aan het verdwijnen is. De thans opgroeiende generatie, aldus de president, kent de verschrikkingen van den oorlog niet en weet niet, wat oorlog betee- kent. De atmosfeer eener munitiefabriek en het heldendom op de slagvelden schijnt haar een stimuleerende en welkome afwisseling na het dorre, droefgeestige bestaan, dat de moeilijke tijden van thans met zich brengen. Het Amerikaansche volk zal echter aan deze illusie niet ten offer vallen, want het weet, zoo vervolgde Roosevelt, dat op den geestdrift en de kortstondige welvaart van den oorlogstijd onverbiddellijk de economi sche en sociale catastrophe volgt voor hen, die den oorlog overleven. Amerika zal daar om zijn werk voor den wereldvrede voortzet ten, doch natuurlijk tegelijkertijd zorg dra gen voor een voldoende verdediging zijner grenzen, te land, ter zee en in de lucht. SCHIPBREUK AAN DE PHILIPPIJNSCHE KUST. Een Engelsch schip in tweeën gebroken. Op de rotsachtige kust van het groot ste der Philippijnsche eilanden, Luzon, is het Engelsche stoomschip Silver Ha- zell gisteren op de rotsen geloopen en in tweeën gebroken. Het achterstuk is verdwenen; op het voorstuk zitten de 50 man der equipage benevens de 5 passa giers, onder welke zich 4 vrouwen be vinden, te wachten tot zij er kunnen worden afgehaald. Een 6nelle Ameri kaansche torpedoboot is uit Manilla vertrokken, maar ook een Spaansch 6chip is in de nabijheid om de schip breukelingen op te pikken als ook het voor: tuk zou dreigen te zinken. Door den hevigen storm moeten de schepen die hulp willen bieden ten min ste op 500 M. afstand blijven ten einde niet zelf op de rotsen te pletter te wor den geslagen. Voorloopig is er echter geen gevaar dat ook het voorstuk, dat vrijwel klem zit tusschen de rotsen, zin ken zal. Reuter meldt nader: De reddingbooten van de te hulp ge snelde schepen hebben de Silverhazel in verband met de woeste zee nog steeds niet kunnen bereiken. De kapitein van het gestrande schip heeft draadloos medegedeeld, dat er voldoende levensmiddelen aan boord zijn. ZEVEN ZWAARGEWONDEN BIJ EEN ONTPLOFFING. In de fabriek van spoorwegrijtuigen van de firma Ganz te Boedapest heeft bij het vullen van een grooten ketel met vloeibare lucht een ontploffing plaats gehad, waardoor zeven arbeiders ernstig werden gewond. Enkelen hunner ver- keeren in levensgevaar. ZWARE MIST IN ENGELAND. In verschillende deelen van Yorkshi- re, Gloucestershire en Somerset heeft het trein- en wegverkeer gisteren ernsti- gen hinder ondervonden door een dich ten mist. In den morgen hing eveneens een zware nevel in de vallei van de Theems. Op de wegen in de nabijheid van Londen was het zicht hier en daar niet verder dan vier meter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1