aud= at 'Juwbouui 15 NOVEMBER: ALKMAAR HEEFT 50 JAAR WATERLEIDING. DE SUMATRA WEER IN DE VAART. Voldoet aan alle eischen. SURINAME-KOLOMSATIE. Stichting volkomen op eigen initiatief. GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT. 1 IN HET PARK OVERLEDEN VECHTPARTIJ IN DE WERKVERSCHAFFING. GENERAAL SNIJDERS. Zestig jaar ridder Militaire Willemsorde. DE AMBULANCE NAAR ABESSINIE. Ook dr. A. van Schelven gaat mede. TAPVERBOD TE OSS. Blijft gehandhaafd op som mige feestdagen. Hulde aan de pioniers, die een vooruitzienden blik toonden. Hulde ook aan het toenmalig gemeentebestuur dat voor de gemeente voordeelige concessie voorwaarden stelde. H. SCHUURMAN, chef van het bijkantoor Alkmaar, die binnenkort zijn 40-jarig jubileum hoopt te vieren. voorzitter van do N. Z. H. R. M., don hoer P. E. Tegelberg, geschied te Egmond aan Zee ten aanzien van de bemanning der roeireddingboot aldaar. In den namiddag heeft de heer Tegel berg te Oostmahorn, voor de redding van 12 man van het bij Borkum ge strande Duitsche stoomschip „Bramow" op 18 Septemler j.1. aan schipper M. Toxopeus van de motorreddingboot „In- sulinde" de groote gouden medaille der N.7.HR.M. uitgereikt. Voorts de kleine gouden medaille aan K. Reinigert en de zilveren medaille aan K. Toxopeus, J. Toxopeus, K. Steegstra en A. Steegstra, allen leden van de be manning der „Insulinde". Voor de redding van drie man van het motorschip „Groningen VI" in den nacht van 29 op 30 September jl, is door de Commissie van plaatselijk bestuur te Lemmer de bronzen medaille der N. Z. H. R. M. uitgereikt aan schipper J. Kolk, van de motorreddingboot „Hilda". Voorts getuigschriften aan de beman ning van vermelde motorreddingboot voor de tochten op 25 September en in den nacht van 29 op 30 September, t. w. Joh. van Putten, H. van der Bijl, J. Lemstra, W. Verhoef en J. Visser. Voor degenen, die daadwerkelijk van hun belangstelling voor deze prachtige oiganisatie blijk willen geven, zij ver meld, dat het adres der N. Z. H. R. M. is: Mauritskade 63 te Amsterdam en het postgironummer 26363. De kruiser Sumatra vaart thans weer en wel met volledige bemanning. De kruiser voldoet uitmuntend en de machine-installatie vertoonde geen enkel mankement. Bij alle vaartsnelheden, welke beproefd werden, bleek het schip vrij van trillingen. Men maakte tochten tot een snelheid van ruim 2ö mijl. Binnenkort zullen tochten ge maakt worden tot het vol vermogen, hetgeen ruim 30 mijl is. Deskundigen hebben het volle vertrouwen, dat in de toekomst alles goed zal gaan. De Raad van Bestuur der Stichting „Nieuw-Holland" schrijft ons: Het feit, dat ons gebleken is, dat door de publicaties der plannen van de Suriname- kolonisatie der Stichting „Niéuw-Holland"' de indruk gewekt is, als zou de regeering haar volle steun en medewerking hebben toegezegd, noopt ons tot de volgende ver klaring: Al hoewel enkele ministers en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en vele vooraanstaanden sympathiek staan tegenover ons nationaal streven, werkt de Stichting volkomen op eigen initiatief en wenscht hierover ook uitsluitend de conse quenties te dragen. Mocht de Stichting „Nieuw-Holland" er in slagen haar doel n.1. te toonen, dat er bij een zakelijk en kundig overwogen plan op goede medische, financieele en economische basis bevredigend resultaat behaald kan worden, dan is zij redelijker wijze overtuigd, dat de regeering ook haar medewerking in de toekomst aan deze kolonisatie niet zal onthouden. Dit te meer, daar de Stichting „Nieuw-Holland" garandeert, dat iedere ko lonist. om welke reden dan ook en ten allen tijde, op haar kosten naar Nederland moet kunnen repalrieeren, waardoor een overhe veling van werkloozen van Nederland naar Suriname voorkomen zal worden. Wat betreft de huidige medewerking van gouvernementeele zijde, beperkt deze zich vooralsnog tot vergemakkelijking en raad bij de exploitatie-tocht, welke vooraf onder nomen zal worden. Als specialist op het gebied van Suri- naamsche landbouw-kennis heeft ^evens de heer Liems, oud directeur van cultuur-onder nemingen en landbouwleeraar aldaar, zich bereid verklaard aan deze expeditie deel te nemen. Rijksambtenaren hebben gistermid dag in een woning aan den weg van Dinxperlo naar Terborg een volledige branderij met een groote hoeveelheid grondstoffen en gedistilleerd van 80 pet. in beslag genomen. De bewoner van het perceel is voorloopig in arrest gesteld. Een agent van politie, die in het oude park Nieuweroord te Utrecht surveilleerde, vond een man op een bank liggen. De agent tracht te hem te wekken, doch toen hij daar niet in slaagde observeerde hij den man nauwkeu riger, waarbij hij de ontstellende ervaring opdeed, dat deze was overleden. Er was geen spoor van geweld aanwezig, zoodat aan moord of zelfmoord niet wordt gedacht. Het is waarschijnlijk, dat de man aan een hart verlamming is overleden. Gistermiddag zijn de arbeiders D. en M. werkzaam bij de werkverschaffing te Maas- bree, met elkaar slaags geraakt. Er werden rake klappen uitgedeeld waarbij beide vech tersbazen verwondingen opliepen. Mede-ar beiders hebben hen tenslotte gescheiden. Zij zijn onmiddellijk door den opzichter ontsla- gen. Heden 12 Nov. zal de oud-opperbevelhéb- ber, generaal b.d. C. J. Snijders, den dag herdenken, dat hij 60 jaar geleden benoemd werd tot Ridder Militaire Willemsorde 4e klas. Deze onderscheiding hield verband met de krijgsverrichtingen van generaal Snijders in 1875 in Atjeh. In verband met het feit, dat jhr. dr. Van der Does, die als chirurg met de ambulance van het Ned. Roode Kruis naar Abessinië zal worden uitgezonden, zich slechts voor drie maanden beschikbaar heeft gesteld, zal ook dr. A. van Schelven, chirurg-uroloog te Velp deel nemen aan deze ambulance. De ambulance zal vermoedelijk 4 of 5 De cember per Kota Radja van de Rotterdam- sche Lloyd vertrekken. STAGNATIE LEÏDSCHE STADHUISBOUW. Thans ligt het werk reeds een week stil. Het heiwerk voor den onderbouw van het stadhuis lag gisteren juist een week stil. Een oplossing voor het conflict tusschen aannemers en gemeente is nog steeds niet gevonden. In verband met de gevaarlijke situatie der panden Maarsmanssteeg 12 en Visch- markt 6, waarin gevestigd zijn de vleesch- houwerij der firma G. W. Zandvoort en het manufacturenmagazijn B. C. Feld, heeft de waarnemend directeur van Bouw- en Wo ningtoezicht, ir. J. Westra, aan beide bewo ners opdracht gegeven een gedeelte der panden te ontruimen, aangezien instorting thans niet uitgesloten is. Er heeft n.1. op nieuw een kleine grondverschuiving plaats gehad. Toen de aannemers, de firma Hillen en Roosen, geen nieuwe voorzieningen wil den treffen en de directie van den stadhuis bouw op haar beurt weigerde daartoe op dracht te geven, omdat daaruit in zeker op- zich verantwoordelijkheid kon worden afge leid, heeft Bouw- en Woningtoezicht aan den aannemer T. L. J. Zitman qpdracht ge geven de noodige schoren en stutten aan te brengen. Hieraan is den geheelen Zondag gewerkt, waarbij de bestaande door de aannemers Hillen en Roosen aangebrachte stutten on aangeroerd zijn gebleven. Deze werkzaamhe den bestonden hoofdzakelijk uit het aan brengen van nagenoeg horizontale geplaat ste stutten en eenig stut- en stempelwerk. Desgevraagd deelde ir. J. Westra ons nog mede, dat deze nieuwe voorzieningen niet van dusdanigen aard zijn, dat met het heiwerk zal kunnen worden begonnen. Daarvoor zijn de genomen maatregelen nog niet voldoende. Indertijd heeft de gemeenteraad van Oss wegens de vele misdrijven een verordening vastgesteld, waarbij op Nieuwjaarsdag en kermisdagen, verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis, Vastenavond, Oude jaarsdag en andere feestdagen het verboden was sterken drank per maat of per glas te verkoopen. De afdeeling Oss van den R. K Bond van Hotel-, Caféhouder en Restaurateurs „St. Joseph" heeft zich met een adres tot den gemeenteraad gericht met het verzoek het tapverbod in te trekken. In een prae-advies deelden B. en W. me de, dat de criminaliteit nog niet voldoende is afgenomen om opheffing van het tapver bod te rechtvaardigen. De raad heeft gis teravond besloten het verzoek af te wij zen. CULTUURTECHNISCHE DIENST EN NEDERL. HEIDEMAATSCHAPPIJ. Het bestuur der Nederlandsche Heide maatschappij schrijft ons: In verschillende bladen van 18 October 1.1. en den volgenden dag verscheen een verslag van een onderhoud met den heer Mesu, waarin, na enkele mededeelingen over den nieuwen Cultuurtechnischen Dienst, door hem scherpe critiek wordt uitgeoefend op de Nederiandsche Heidemaatschappij. Hoewel door ons bestuur als regel niet kan worden ingegaan op hetgeen over de Maatschappij wordt gesenreven, acht het zich toch ver plicht in dit geval daarop een uitzondering te maken. Immers, wanneer een ambtenaar met een zoo belangrijke positie als de heer Mesu bekleedt, zijn meening kenbaar maakt in een zaak, waarvan zijn positie mede brengt, dat hij die grondig kent, moet men aannemen dat daaraan uit den aard der zaak meer gewicht zal worden gehecht. Nu de mededeelingen echter in zeer veel opzichten onjuist zijn, mogen wij dieze niet zonder meer laten voorbijgaan. „De secretaris van de Centrale Commissie voor Ruilverkaveling, dit is de directeur der Nederlandsche Heidemaatschappij, gaf als uitvoerder van de besluiten dezer Commissie dus als werkgever, opdracht tot uitvoering van werken aan de Nederlandsche heide maatschappij, dus aan zichzelf. De gevolgen bleven dan ook niet uit. De secretaris der Centrale Commissie directeur der Nederl. heidemaatschappij, heeft nooit onderzocht of misschien andere Maatschappijen of Inge- nieursbureaux of particulieren bereid waren, onder billijker voorwaarden, dus met minder kosten voor de eigenaren, de werkzaamheden uit te voeren". Zoo luidt de eerste aanklacht, die in den tegenwoordigen tijd, waarin veel geschreven wordt over allerlei crisisinstellingen, visies oproept, die de Heidemaatschappij in een zeer slecht daglicht plaatsen. Het geheel is echter gebaseerd op een on voldoende kennis van de feiten. Art. 8 van het K B. van 13 Mei 1925, no. 32, bepaalt: „Zoodra mogelijk na de ontvangst van een aanvraag om ruilverkaveling doen het secretariaat en een of meer leden daartoe door den voorzitter aangewezen, de noodige onderzoekingen en opnemingen. Zij ontwer pen het advies, bedoeld in art. 15 der ruil- verkavelingswet". Oit werk van de Centrale Commissie staat los van hetgeen staat te gebeuren, zoodra tot ruilverkaveling is besloten. Want met de Vrijdag a.s. zal het 50 jaar geleden zijn, dat de waterleiding te Alkmaar en Bergen in gebruik werd genomen. Bij de herdenking van dit feit past het ons een woord van hulde te brengen aan de mannen van de „Maatschappij tot Ex ploitatie van Waterleidingen in Neder» land", die het hebben aangedurfd om de toen nog schijnbaar riskante onder neming tot stand te brengen. In 1880 hadden n.1. nog slechts een zestal steden de beschikking over een drinkwaterleiding en wel de steden Amsterdam, den Haag, Rotterdam, Lei den en Nijmegen, terwijl een vijftal waterleidingbedrijven tusschen 1881 en 1885 opgericht, voor een vergelijkende bedrijfsrekening niet konden dienen, omdat de allereerste exploitatiejaren een zeer onbetrouwbare basis zouden vormen. Zoowel de ondernemers al6 het ge meentebestuur moesten zich dan ook uitsluitend laten leiden door hun koop mansinstinct. Dat dit een goede leider is geweest blijkt uit het feit dat de gemeente de eerste drie jaren slechts een bedrag van 13050 heeft behoeven te suplee- ren, doch in de daarop volgende 30 jaren van het zelfstandig bestuur der maat schappij het niet geringe bedrag van 258650 uitgekeerd heeft gekregen, ter wijl de gemeente na de overname van het bedrijf door de provincie voor het af-tand doen van de concessievoordee- len nog een bedrag van 367.000 uitge keerd kreeg. Wij zullen de vraag, of de gemeente wel verstandig deed met de concessie voorwaarden te laten afkoopen, maar buiten beschouwing laten. Voor een ge woon mensch, met een logisch verstand, staat het wel muurvast, dat op de pro vincie na de overname aan de contrac tueel vastgelegde verplichtingen was geDonden, al wilde zij dit, als hooger orgaan, tegenover de gemeenten niet toegeven. In dit artikel komt het er evenwel vooral op aan om met dankbaarheid te constateeren dat door het brengen van de drinkwaterleiding de hygiënische toestand in Alkmaar ten zeerste is ver beterd. Bekend is het gezegde: „De Hollander is zindelijk, behalve op zich zelf". Dat dit ook voor de Alkmaarders gold moge blijken uit het feit, dat er in 1897 toen Alkmaar nog 17000 zielen telde, er nog maar 36 huisgezinnen waren die over een badgelegenheid beschikten. Hoewel de maatschappij met zeer lage tarieven werkte voor 5.20 per jaar werd een arbeiderswoning aangesloten, terwijl men voor 21 per jaar al een zeer behoorlijke woning aangesloten kon krijgen werden-de aansluitingen toch maar schoorvoetend aangevraagd. Men leefde in die dagen nog zeer sober en telde het gemak van de waterlei ding, waardoor men te allen tijde over goed drinkwater kon beschikken, nog niet zoo hoog als tegenwoordig. Van waterbeschaving was nog geen sprake en zelfs in de huizen van gegoede bur gers bleef men zich nog lang behelpen met het water uit de regenbakken. Wanneer eindelijk aansluiting volgde, dan bepaalde men zich er toe om een klein kraantje in de keuken aan te brengen. Aan closets en vaste wasch- tafels (het tonnenstelsel is in Alkmaar nog niet van de baan) dacht men een voudig niet. Hoewel de gemeente Alkmaar bij het verleenen van de concessie een op brengst voor den waterverkoop van 14.000 per jaar aan de maatschappij had gegarandeerd, werd het le exploi tatiejaar slechts 45000 M3. water afgeno men en moest de gemeente 8850 bij betalen. Het tweede jaar was het al beter en moest er 3750 worden bijbetaald, en in het derde jaar slechts 500. Daar na volgden winstuitkeeringen tot een totaal bedrag van 258.650.in 30 jaar. In 1919, het jaar waarop de maat schappij overging aan de provincie, be droeg de waterafname te Alkmaar en Bergen 850.000 M3. of bijna 20 maal zooveel als in het le jaar van de exploi tatie en dit alles werd bereikt met een waterwingebied van de Berger Dui nen van 7 H.A. Concessionnarissen waren de heeren D. de Leeuw en P. Langeveld. De raad van administratie werd ge vormd door de heeren Mr. W. v. d. Vliet, Jhr. Mr. G J. den Tex, H. G. Heineken, f>. J. H. Gompertz, Jhr. H. Holmberg de Beckfelt en E. Linden, waarvan alleen de laatste, die thans buitengewoon lid van Ged. Staten is, nog in leven is. Van de geinteresseërden bij de oprich ting is de oud-burgemeester van Bergen, de heer Jb. van Reenea, nog in het land der levenden. Tot 1911 werd de plaatselijke directie van de maatschappij waargenomen door den heer H. J. Ansingh, een markante figuur, aan wien de oud-Alkmaarders nog wel herinneringen bewaren als schutterijofficier. In 1911 werd de heer Ansingh opge volgd door den heer H. Schuurman, die reeds eerder bij de maatschappij in an dere kwaliteit te werk was gesteld en 17 Mei zijn 40-jarig jubileum hoopt te vie ren. De heer Schuurman was in de da gen van de Waterleidingmaatschappij de man die de geheele administratie in een kleine kamer van zijn woning aan het Kennemerpark met behulp van een klerkje, voerde. Door zijn eenvoudig beheer heeft hij er niet weinig toe bijge dragen dat zulke goede resultaten wer den bereikt. Hij kende de stad op zijn duimpje, maakte regelmatig zijn rond wandelingen en hij wist ook, dat het wel eens kon voorkomen, dat een huiseigenaar een buiten gebruik opge geven perceel weer in gebruik had geno men, zonder daarvan opgave te doen. Hij wist echter ook dat dit toch binnen enkele dagen ontdekt werd en dat het meer van steigeren dan van dekken zou kosten, wanneer men de zaak admi nistratief zoo zou regelen, dat dit niet kon voorkomen. De heer Schuurman was de prakti sche koopman, die met iets oolijks in zijn blik deed alsof hij de bedriegers ge loofde, maar hij hield ze in de gaten. Thans, nu het provinciaal bedrijf van de 121 gemeenten in Noordholland bui ten de eilanden, er 121 van drinkwater voorziet, is een dergelijke bedrijfslei ding niet mogelijk. Het groote Provinciale bedrijf telt thans 95732 aangesloten perceelen en leverde in 1934 13.394.594 M3. water af, waarvoor 2.482.642.08 werd ontvangen, met 'n voordeelig saldo van 588.194.51. De balans van 1934 wijst een bedrag aan van 26.714.807.88. Het provinciaal bedrijf heeft thans pompstations te Bergen, Castricum, Wijk aan Zee, Benningbroek, Leiduin en Haarlemmermeer, Laren, Wester- veld, Weesperkarspel en Hilversum. De voorzieningsgebieden zijn verdeeld in een afd. Noord, die docr het pomp- station te Bergen voorzien wordt waar in 1934 5.775.997 M3. water gewonnen; 'n afdeeling Midden met (fo pompstations Castricum en Wijk a. 7ac waar in 1934 5.447.74 M3. water werd wonnen; een district Haarlemmermeer met de pompstations Benningbroek en Haarlemmermeer, wateropbrengst w, 1934 915 041 M2. De lengte van het hoofdieidimmet bedraagt thans 2.028.809 M. Zooals men ziet wordt er in het oor spronkelijke waterwingebied te Bergen, dat belangrijk is vergroot, nog de groot ste hoeveelheid water gewonnen. Dit in de afdeeling Noord gelegen gebied ie verdeeld in drie districten, te weten Alkmaar, Schagen en Hoorn. De heer Schuurman staat aan het hoofd van het district Alkmaar en zetelt thans met zijn staf in het prachtige hee renhuis „Hofdijk" aan het Kennemer park, dat voor dit doel voor minstens vijf jaar is ingehuurd, omdat, blijkens het jaarverslag aan het bedrijf, de voor- loopige onderhandelingen met het Grondbedrijf van de gemeente Alkmaar, omtrent mogelijken aankoop van een voor de stichting van het bijkantoor met werk- en opslagplaatsen benoodigd terrein, ingevolge de hooge grondprijzen, niet tot een bevredigende oplossing hadden geleid. Door de Alkmaarsche grondpolitW heeft de Alkmaarsche gemeenschap ent weer hier een belangrijk welvaart bw gend werk moeten missen. Een koopman die te duur heeft ge kocht weet zijn verlies te nemen. D« overheid, wanneer die handel drijft, denkt „het komt wel" en schrijft renten bij, waardoor de belastingbetaler aan twee kanten wordt benadeeld. Het bedrijf is o. i. intusschen in hel Kennemerpark goed gehuisvest en wij willen dit overzicht niet besluiten, zon der de hoop uit te spreken, dat het pro vinciaal waterleidingbedrijf haar, in het belang van de volksgezondheid, zoo nut tige taak, nog zal vervolmaken, door een behoorlijke tariefsverlaging in te voeren. De leiding van het bedrijf weet, dat door het oppervlakte-tarief van de woningen in werkelijkheid de prijs voor een M3. water veel hooger dan twintig cent per M3. ligt. Wij weten dat Ged. Staten en Provin ciale Staten, door geen eventueel verlies te willen dekken, het de leiding niet mo gelijk hebben gemaakt om haar sociaa hygiënische taak volkomen te vervul len. Wij willen daarom, naast 't wood van hulde aan de pioniers van de Alt maarsche Waterleiding, ook een woord van hulde niet onthouden aan de lei- ding van het thans zooveel grootere bedrijf. Wij blijven echter van oordeel, dat op grond van de thans gevormde reser ves, het wel mogelijk is, tot verdere ver laging over te gaan. uitvoering wordt belast een door Gedepu teerde Staten der betrokken Provincie be noemde Plaatselijke Commissie, welke wordt bijgestaan door een landmeter van het Kadaster, aangewezen door den minister. De Centrale Commissie en zeker niet het secretariaat gai dus nooit opdracht tot uit voering, doch liet dit, volgens de wet, over aan de Plaatselijke Commissie. Overigens schakelt de heer Mesu de ove rige leden van de oude Centrale Commissie wel geheel uit. Zou werkelijk mogen worden verwacht, dat 10 jaren lang deze heeren niets zagen, of erger, dat zij met haar secre taris onder één hoedje speelden ten gunste van de Heidemaatschappij? En zijn dan de Centrale Landbouworgani saties 10 jaren lang blind geweest en hebben zij dit niet gezien? Of, indien zij dat wel had den gezien, zouden zij diezelfde dan min of meer corrupte leden weder voor de nieuwe commissie hebben aangewezen? Is ook de regeering, die eertijds als proef de Heide maatschappij inschakelde, en dus bij een proef alle aanleiding had extra toe te zier., eveneens blind geweest, ondanks haar kennis van de verhoudingen? En tenslotte, zou van een dtrgelijken toestand nooit iets zijn door gedrongen tot ons bestuur dat dit zekei met zou hebben goedgekeurd? Deze vragen lagen toch voor de hand. Bovendien is geen rekening gehouden met het feit, dat de Heidemaatschappij niet alle ruilverkavelingen heeft uitgevoerd. Wij wijzen deze, zij het dan ook wellicht niet als zoodanig bedoelde verdachtmaking, welke met geen enkel bewijs is gestaafd, uit drukkelijk van de hand. De daarop volgende mededeeling, hoewel minder kwetsend, is even onjuist. Na ge wezen te hebben op de moeilijkheden, voort spruitende uit de kosten van ruilverkavelin gen, wordt opgemerkt: „Een belangrijk deel dezer resteerende kosten wordt gevormd door de kosten der Nederiandsche heide maatschappij als uitvoerend lichaam". In werkelijkheid hebben de kosten, die de Ne derlandsche Heidemaatschappij in geval van uitvoering voor haar toezicht en leiding in rekening bracht, gemiddeld VA a 4 pet. van de totale kosten van de ruilverkaveling be dragen. Wij zijn van oordeel, dat dit per centage belangrijk zal afwijken van de voor stellingen, die door de bovenaangehaalde mededeelingen zijn gewekt. De heer Mesu gaat bij zijn betoog van de geheel onjuiste veronderstelling uit, dat op de jaarvergadering critiek is uitgeoefend op de tot standkoming van den Cultuurtechni schen Dienst. Waar vindt de heer Mesu deze critiek? Onze voorzitter zeide in zijn ope ningsrede van de laatste algemeene vergade ring: j,Wij beoordeelen niet de daad van de regeering, wel de wijze, waarop zij gemeend heeft dit te moeten doen". Uitdrukkelijk is dus critiek op de daad van de tot standko ming van den Cultuurtechnischen Dienst uit gesloten geworden. Van waar, op grond van welke woorden of daden, heeft overigens de heer Mesu de meening, dat de Heidemaatschappij niet de opvatting deelt, dat het onverschillig is wie deruilverkavehng uitvoert, als zij maar zoo goed en zoo billijk mogelijk tot stand komt? u"ï!£r iS ons een an<lere opvatting gehuldigd^ DU misverstand zou overigens niet zoo belangrijk zijn, als niet de lieer Mesu op dat met geen enkel bewijs gestaafd vermoeden, de Heidemaatschappij zonder beTrekS0? ddt or'-geschikt haar te betrekken bij de uitvoering van de ruilver- kavelingswet op den vroegeren voet. Hier komt voor 0ns rechtsgevoel een zeer ernstig bestuur' nn?h S??' ietmeer' wijl noch het nfi n H» directie onzer Maatschap pij in de gelegenheid werden gesteld, hun meening kenbaar te maken tijdens de voor bereiding van het besluit. Onzen directeur werd zelfs niettegenstaande zijn uitdrukkelijk verzoek geen gehoor verleend door den Directeur-Generaal van den Landbouw. Tenslotte spreekt de heer Mesu over critiek van onzen voorzitter op de bezwaren van den aannemersbond en doet hij het voorkomen alsof de Heidemaatschappij c0D' currentie vreest. Onze voorzitter heeft met geen enM woord critiek uitgeoefend op de bezwaren van den aannemersbond. Er is alleen critiek geoefend op de wijze, waarop door dj® bond bij het te berde brengen van zijn zwaren, telkens de Heidemaatschappij betrokken en dat door de leiders motiev® werden gebruikt waarvan zij konden, behoorden te weten, dat deze niet r waren. Uitdrukkelijk werd vastgesteld, de Heidemaatschappij geen enkele invP wenscht uit te oefenen op de vraag, of aannemers moeten worden ingeschakeld niet. v j De Heidemaatschappij zou, zoo volgt thans uit de redeneering van den heer M®jj niet van meening zijn, dat hij, die het g°* koopst is, het werk moet uitvoeren- Heidemaatschappij zou dus om een rang vragen. Het moet den heer Mesu kend zijn, dat het de Nederlandsche n®^ maatschappij was, die in den loop der I ongevraagd haar toezichtkosten verUaji en dat anderen daardoor moesten vol£en.aD<j- Heidemaatschappij heeft steeds op bet s punt gestaan, dat zij haar bestaan» moet toonen doordat haar diensten 0'eeI)i kosten dan bij uitvoering door an Maar zij mag verlangen, dat men bij y deeling en vergelijking rekening houdi het peil, waarop haar diens'en staan wijze, waarop zij voor de belangen van opdrachtgevers opkomt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8