SAXON
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
rfSPSSSf
J. W. ALBARDA.
VERSTE
-5225 G. P. BAKKER
Op de rubbermarkt is niet veel verande
ring ingetreden. De nieuwe drastische ver-
liooging van het uitvoerrecht op inlandsche
rubber heeft niet veel uitwerking gehad op
den prijs, en dit is zelfs zeer begrijpelijk,
omdat men in deze verhooging slechts een
bewijs kan zien, dat het uitvoerrecht geen
voldoende rem vormt voor de inlandsche
productie. De afscheep in October is veel
grooter geweest, dan men gehoopt had. Vol
gens de voorloopige opgave bedroeg de rub
berexport van Ned.-Indië 10.700 ton onderne
mingsrubber en 17.765 ton bevolkingsrub-
ber, tezamen dus 28.465.000 ton. Dat is
8 427 ton meer dan het toegestane quotum
Deze overschrijding komt geheel op reke
ning van den inlandschen rubber, daar de
ondernemingsrubber nog 1000 ton beneden
het quotum bleef. De overschrijding van de
inlandsche rubber bedroeg dus 9427 ton.
Men kan zich hier geen juist voorstelling
vormen van de werking van het uitvoerrecht
op inlandsche rubber. Ingewijden beweren
soms, dat indien de inlander een lageren
prijs voor zijn product ontvangt als gevolg
van het hoogere uitvoerrecht, het eenige re
sultaat is, dat hij meer rubber zal afleveren,
teneinde zijn inkomsten niet verder te zien
dalen. Of deze opvatting juist is, vermogen
wij niet te beoordeelen.
Het mag thans wel als vaststaand worden
aangenomen, dat Amerika zich bereid ver
klaard heeft, om het invoerrecht op Sumatra-
tabak belangrijk te verlagen. Eer. dergelijke
verlaging zal natuurlijk een sterke uitbrei
ding van de Amerikaansche vraag naar het
product met zich brengen.
Ten deele zal de verlaging van het in
voerrecht de koopers gelegenheid geven hoo
gere prijzen te besteden en aan den anderen
kant, en dit lijkt ons het meest waarschijn
lijk, zullen de fabrikanten een grooteren af
zet krijgen voor sigaren, waarvoor Sumatra-
dekblad wordt gebruikt. Het is waarschijn
lijk grootendeels op deze gronden, dat ta-
baksaandeelen den laatsten tijd vast gestemd
zijn geweest. Over de geheele linie heeft
goede vraag bestaan en nadat eenigen tijd
geleden aandeelen Deli-Mij. in koers zijn ge
stegen in verband met het aangekondigde
interim-dividend, deelde de kooplust zich
thans ook mede aan aandeelen Deli-Batavia
Tabak.
Wat industrieele waarden betreft, trokken
enkele minder courante soorten bijzondere
belangstelling. Dit was o.a. het geval met
Nederlandsche Kabelfabriek en Hollandsche
Beton. Deze laatste aandeelen worden tegen
oploopende koersen uit de markt genomen.
Men dient te bedenken, dat deze markt zeer
beperkt is, zoodat eenige vraag al spoedig
een belangrijke koersstijging met zich brengt.
De voornaamste drijfveer schijnt te zijn, dat
de liquiditeit van de maatschappij zeer groot
is, voornamelijk wegens de terugbetaling op
het aandeelenbezit Hollandsche Aanneming
Mij. De directie van de mij. is zeer gesloten,
maar de leiding berust in goede handen en
men is er aan gewend geraakt, dat de toe
stand bij de mij. gewoonlijk gunstiger is dan
uit de jaarverslagen kan worden opgemaakt.
Het vorige jaarverslag, dat in Mei werd uit
gebracht, was niet bijzonder optimistisch,
riet dividend bedroeg, zooals men weet. 15
pCt. Medegedeeld werd, dat de maatschap
pijen, waarbij de Hollandsche Beton direct
of indirect belang heeft, nog in aanzienlijke
mate tot het gunstige winstsaldo bijdroegen,
maar dat deze bron het volgend jaar, d.i.
dus in 1935, belangrijk minder zou opbren
gen.
In de hoofdfondsen is minder omgegaan,
maar toch konden zoowel Philips' als Uni-
lever in koers verbeteren. Aandeelen Phi
lips' ondervonden den gunstigen invloed
van de vraag naar buitenlandsche fondsen
op de Parijsche beurs, waar zij, naar men
weet, tot de officieele noteering zijn toegela
ten. De dezer dagen gepubliceerde cijfers be
treffende den export van radio-artikelen en
gloeilampen in October maakten in zooverre
een goeden indruk, dat zij voor beide gree-
pen een stijging, in vergelijking met de voor
afgaande maand te zien geven. Bij den uit
voer in de overeenkomstige maand van het
vorige jaar blijven zij evenwel aanmerkelijk
ten achter. Aan radio-artikelen was voor het
eerst in Juli minder geëxporteerd dan het
vorige jaar, nadat het eerste halfjaar een
aanzienlijken voorsprong had opgeleverd. In
deze periode werd n.1. 17.74 millioen aan
Tadio-artikelen uitgevoerd, tegen 14.63 mil
lioen in denzelfden tijd van het vorige jaar.
Deze voorsprong van ruim 3 millioen is
door den kleineren export in de laatste vier
maanden geleidelijk teloor gegaan. Door
dien de uitvoer in October zelfs bijna 2
millioen bij het vorige jaar ten achter bleef,
is voor de eerste tien maanden een achter
stand ontstaan van ruim 1 millioen, welke
in de twee laatste maanden van het jaar
wel nauwelijks zal kunnen worden inge
haald. De export van gloeilampen is in de
eerste tien maanden van dit jaar met een to
taal-cijfer van 4.75. millioen circa acht ton
kleiner geweest dan in dezelfde periode van
1934. Deze, op zichzelf niet aanzienlijke ver
mindering van den export, beteekent niet, dat
de bedrijvigheid der Philips' fabrieken hier
te lande minder groot is geweest dan het
vorige jaar. Zooals in de jaarvergadering
werd medegedeeld, vinden de fabrieken in
Nederland voor het grootste deel van hun
productie afzet binnen onze landsgrenzen.
Meer nog dan aandeelen Philips' hebben
Koninklijke Petroleum geprofiteerd van de
kooplust voor buitenlandsche aandeelen in
Frankrijk. Evenals bij vorige gelegenheden
is ook ditmaal weder het koersverloop van
aandeelen Koninklijke omgekeerd evenredig
geweest aan dat van Fransche staatsfondsen.
De Fransche belegger, die uit angst voor de
waardevastheid van den franc zijn bezit aan
Fransche staatsfondsen van de hand doet,
schijnt bij voorkeur zijn heil te zoeken in het
internationale petroleumfonds. Ditmaal was
dit al in bijzondere mate het geval, omdat de
prijsverbetering voor petroleum en benzine
in de Ver. Staten en de verwachting, dat
deze prijsstijging zich ook tot andere landen
zal uitbreiden, de belangstelling voor aan
deelen Koninklijke toch reeds had doen toe
nemen.
In scheepvaartaandeelen ging ook in de
afgeloopen week nog vrij wat om, en ver
schillende dezer fondsen boekten nog een
verdere koerswinst.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 pCt. Nederland 9715/16, 9654, 97 5/8;
354 pCt. Nederland 93 3/4, 9254, 9354
2% pCt N.W.S. 74, 72 7/8, 7454:
4 pet. Ned.-Indië 9654, 95 5/8, 96 3/4;
4 pCt. Amsterdam 93, 92;
354 pCt. Noord-Holland 92, 91, 917/8;
4 pCt. Holl. Spoor 8854, 837/8;
Amsterdam Rubber 106, 10754, 109 3/4,
109;
Amsterdam Thee 41 1/4, 43 3/4, 405/8, 40;
Tjiranggon 7254, 70;
Handelsver. Amsterdam 213, 220;
Javasche Cultuur 118 3/4, 124 1/4;
N.I.S.U. 104'4, IOQI/2;
Kol. Bank 42)4, 4154, 45, 44^;
Ned. Handelmij. 1253/4, 12854, 128;
Deli Batavia Mij. 147, 15254;
Deli Mij. 170, 1761/4;
Selembah 171, 176, 175*4;
Holl. Beton Mij. 211, 218, 207;
Philips' 23854, 24254;
Unilever 102 3/4, 106 3/8, 105 5/8;
Kon. Petroleum 204 3/4, 211 1/4.
Breero's woord, tot een gemeenplaats
verworden, dat „het verkeeren kan",
LXVI.
partij betoogd, dat de partij geen leider
kiest, doch dat het leiderschap door
talent moet worden veroverd. Het
zij zoo, doch men drijve dit niet te ver.
heeft zich wèl op merkwaardige wijze 1 De man, die tot Troelstra's opvolger ge-
bevestigd aan den heer J. W. Albarda,
destijds tot Troel6tra's opvolger gekozen,
al6 voorzitter der socaal-democratische
fractie in de Tweede Kamer.
Want:
zoo heel lang was het toen werkelijk
nog niet geleden, dat de heer Albarda
behoorde tot de Marxistische oppositie
in de partij, die onder den banvloek der
officieele leiding worstelde om een
plaats je-in-de-zon.
Ik zie de congressen uit die jaren, die
ik alle als pereman heb meegemaakt,
nog vóór me. Ik hoorde Troelstra's zwie
pende, bruisende, geeselende welepre-
kendheid, als hij spotte, in al de kracht
van z'n ongemeene oratorische gaven
en in al de felheid van z'n als vitriool
bijtend-sarcasme, met de „jonge veu
lens" der Marxistische fractie in de
partij, de geleerden en de geletterden,
de theoretici, die uit de studeercel kwa
men en zóó fluks de maatschappij en de
partij wilden hervormen. En ik zie,
deinend, woelig, tot in de diepete veze
len van ziel en hart bewogen, het con
gres, als het opgejaagd d<.or des leiders
brandend woord, die „jonge veulens"
wilde terug sturen naar de w ei waar ze
hoorden.
Ik hoor Duys nog roepen dat Herman
Gorter in Hilversum „tennist met le
boerzwazie" en een denderend pro-
testgehuil van het congres bewees, hoe
dit als een misdaad werd gevoeld.
Ik zie Jetje Holst zóó werd ze ge
noemd de begaafde kunstenares, op
het podium staan, als een leeuwin zich
verdedigend tegen „de partij", met tra
nen in de oogen en de «tem heesch van
snikken
Welnu:
tot die veel-bestrèden, veel-aangeval-
len groep in de partij behoorde J. W.
Albarda.
Hij was een der „jonge veulens", die
Troelstra èn op het congres èn in z'n
(eerst geheime, later uitgegeven) boek
„Inzake Partijleiding" scherp bestreed.
De stormen hebben zich in later jaren
gelegd. De vrede werd geteekend. „Het
Volk" kreeg een wetenschappelijk bij
voegsel, waarin de Marxistische fractie
zich weren mocht. Toen Wijnkoop en
van Ravestevn, desondanks, hun week
blad niet wilden opheffen, werden ze
geroyeerd. Meer en meer werd het pays
en vree.
En later is een dier Marxistische op
posanten uit die dagen gekozen tot
voorzitter der socialistische Kamerfrac
tie. Tot leider.
Leider
Schaper heeft toen in het dagblad der
kozen ie, op wiens 6chouders Troelstra's
mantel viel, is de leider der partij Hij
moge geen partij-voorzitter zijn: dat >s
Troelstra ook nooit geweest. Dat wae.
bij de Katholieken, Nolens evenmin.
Zonder overdrijving mogen we zeggen,
dat Albarda de leider der sociaal demo
craten is geworden, dat het jonge veu
len van eertijds, dat in de achterhoede
te trappelen stond van ongeduld en
boosheid, nu sinds een aantal jaren als
een fier strijdpaard aan het hoofd van
den stoet is geplaatst.
Het leiderschap van een groote, groei
ende politieke partij is een zaak van al
gemeen belang. Over het algemeen
pleegt een partij haar leider te volgen.
Dat de fractie Albarda koos, eert haar.
Zij heeft toen tot leider benoemd een
degelijke, rustige, beschaafde, veelzijdig-
ontwikkelde figuur. Een man van den
wettigen weg. Deze benoeming was in
de richting, tegenovergesteld aan: 1918.
Albarda is niet een liefhebber van
operette-revoluties, ook niet van „heu-
sche" omwentelingen. Hij is een hervor
mer lange het parlementaire pad
Een ctrijder?
Neen en ja.
Neen, omdat hij meer strijdvaar-
d i g dan s t r ij d 1 u s t i g is. Hij zit te
hunkeren naar het gevecht. Hij zal er
met hart en ziel aan deelnemen als het
moet, maar hij zal het niet onnoodig
uitlokken. Hij is een bezonnen figuur,
die niet nutteloos kracht verspilt. De
innerlijke rust die hem kenmerkt, en die
hem wel steed6 een bereidheid
voor, maar geen gejaagdheid
naar het gevecht schenkt hij weet
zijn hartstochten binnen de grenzen te
houden treedt ook uiterlijk voor den
dag. Oratorisch 16 zijn figuur veel meer
de docent dan de strijder, veel meer de
hoogleeraar, dan de generaal. Dit ligt
trouwens in de lijn van zijn ontwikke
ling; hij is in verschillende steden des
lands bij het middelbaar onderwijs ver
bonden geweest.
En toch kan hij zich warm maken.
Dan blijkt eer6t recht z'n voortreffelijke
welsprekendheid. Hij spreekt vlot,
vloeiend, rustig, correct. Hij heeft niet
de minste moeite met z'n redevoeringen
en hij behoort het is een van z'n groot
ste aantrekkelijkheden tot hen, die
nooit eenige geleerdheid ten toon sprei
den, maar een ingewikkeld onderwerp
kunnen behandelen op een bevattelijke
wijze. In dit opzicht doet hij aan
Drucker denken, en aan Oppenheim: hij
is bijzonder knap, maar coquetteert er
niet mee, en onder zijn handen lijkt de
moeilijkste zaak eenvoudig.
Overigens:
oratorisch een heel andere figuur dan
Troelstra. Pieter Jelles, och, als die
6prak, dan voerde hij ons tot in de diep
ste dalen en tot op de hoogste bergen.
Z'n stem fluisterde als een espenblad en
donderde als een bergstroom. Brandend
vaak van hartstocht was Troelstra in de
oogenblikken dat hij sprak, en dan weer
koel als een herfstwind: heel z'n roman-
tisch-dichterlijke natuur in haar uit
bundigheden demonstreerde zich in
zoo n rede.
Albarda, echter, is veel meer egaal.
Zeker, hij kan zich warm maken, we
zeiden het al, dan verheft zich de stem
en verbreedt zich het gebaar en ver
snelt zich de loop, maar hij nadert de
bergtoppen niet waar Troelstra ons
heenvoerde. Een andere figuur, een an
der genre, doch de snit van zijn wel
sprekendheid is er niet minder om en
het luisteren naar hem is een bekoring.
Hij gaat recht op den man af, hij treft
het hart van de kwestie, hij kiest geen
zijwegen, en hij benut geen kleine poli
tieke middelen. Want dit moet zelfs den
felsten tegenstander weldadig aandoen:
Albarda is niet verpolitiekt, hij kan niet
verontwaardigd zijn op bestelling en hij
kan geen geestdrift puren uit onnoozele
dingen, hij windt zich niet op als een
kalkoen6che haan en hij dondert niet
met z'n stem en z'n vuist: heel z'n figuur
blijft, zelfs op de meest-spannende mo
menten, beschaafd van allure en, tot
vechten bereid, heeft hij nooit den in
druk gemaakt van een vechtersbaas.
Zoo ligt over heel z'n gestalte een sfeer
van frischheid. Er is niets onecht aan
hem.
Daarom:
indien ooit iemand enkel en alleen
door z'n kwaliteiten op een leidersplaats
is gekozen, dan nu stellig Albarda Want
hij is niet uit het arbeiders-milieu af
komstig; historische overwegingen
golden hier niet; hij is eerat later tot de
partij gekomen en heeft tot de intellec-
tueelen behoord, die Troelstra's beleid
en tactiek destijds 6Cherp bestreden: de
Nieuwe-Tijdgroep der Marxisten.
Naar bekwaamheid, stijl en standing
gemeten heeft de fractie destijds een
goede keus gedaan.
Albarda zal de partij niet langs revo-
lutionnaire zijwegen voeren, hoe revo-
lutionnair-in-woord de vroegere oppo
sitie ook was. Hij is geen dichter en
geen droomer. maar het type van een
overtuigd Real-politicus. Sfeer een op
lettend waker dan een hartstochtelijk
aanvaller, al heeft hij ruimschoots
getoond een strijder te kunnen zijn.
Een man van kennis en van karakter;
daardoor, des te sterker, een gevaarlijk
tegenstander, in een sterk harnas.
D. HANS.
fand- ea
EEN ADRES VAN DEN TUINBOUW.
Aan den Raad van Ministers te 's-Graven-
hage is het volgende adres gezonden:
Excellenties,
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen,
De Commissie, samengesteld uit de gecom
bineerde vergadering van de besturen der
gemeenten Noordscharwoude, Zuidschar-
woude, Oudkarspel, Broek op Langendijk,
St. Pancras en Koedijk, benevens uit de be
sturen van de tuinbouwvereenigingen, ge
vestigd in deze gemeenten:
Na alle moeilijkheden, waarmede de tuin
bouw in genoemde gemeenten in de laatste
jaren te kampen heeft gehad, is dit bedrijf in
dit jaar getroffen door een bijzonderen
ramp. Door een ongekend sterk optreden van
de bladluizenplaag is n.1. de teelt van de be-
waarkool (het hoofdproduct in deze streek)
bij zeer vele tuinbouwers geheel en bij an
deren grootendeels mislukt.
De gevolgen hiervan zijn, indien de regee
ring niet te hulp zou komen, niet te over
zien. Immers, door deze ramp zijn de meeste
tuinders, die in den loop der crisisjaren reeds
zoo zwaar getroffen zijn en geen reserves
meer bezitten om de gevolgen van deze ramp
nog te kunnen diragen, thans van inkomsten
geheel verstoken. Zij zullen geen of zeer
weinig producten hebben te vericoopen en
bovendien zouden zij ook nog verstoken
blijven van tuinbouwsteun, indien deze vol-
gens hetzelfde systeem zou worden toege-
past als in vorige jaren. Immers, voor zoo
ver geen K. G. producten worden geleverd
omdat men ze niet heeft, zal ook geen toe.!
slag per K G. ontvangen kunnen worden en
voor zoover men nog een kleine hoeveel
heid heeft, zal deze steun eveneens uit-
blijven, omdat er alle kans is, dat dit weinige
den richtprijs wel zal opbrengen.
Het is ondergetekenden bekend, dat door
de provinciale Noordhollandsche tuinbouw
organisaties actie wordt gevoerd, waarbij
den minister van Landbouw zal worden ge
vraagd om dit jaar bij wijze van uitzonde-
rin<* een systeem van uitkeering toe te pas-
sen, waardoor de bedrijven in de betrokken
streken voor dien totalen ondergang worden
behoed, wat bij zeer velen ongetwijfeld het
geval zal zijn, indien niet een bijzondere
steunverleening zal worden toegepast.
Ons geheel aansluitende bij deze actie
verzoeken wij Uwen Raad hieraan een g('.
willig oor te leenen en vertrouwen wij ooi-
dat, waar hier het bestaan van geheele ?e.'
bieden op het spel staat, deze steun ook k.
derdaad zal worden gegeven.
Dit vertrouwen op de hulpvaardig!^
van de regeering geeft ondergeteekemfen
echter de vrijheid om in verband met het
vorenstaande op haar nog een ander beroep
te doen, n.1. op onmiddellijke steunverlee-
ning in een anderen vorm: een socialen
steun.
Het iaat zich aanzien dat, indien bovenge-
noemde bijzondere bedrijfssteun wordt toe-
gestaan, dit niet eerder mogelijk zal zijn daa
na een zeker tijdsverloop, omdat het seizoen
hier eerst in het voorjaar afloop* De nood
in zeer vele gezinnen is echter zoo groot,
dat ondergeteekenden zich met angst afvra!
gen hoe de menschen, verstoken als zij zijn
van eenige inkomsten, hier den winter zuil®
doorkomen.
Aan eenige beteekenende voorziening hier-
is niet te denken, omdat de algemeene ver
arming haar stempel tevens gedrukt heeft
op de gemeenten, wier fondsen ten eenen-
male onvoldoende mogen worden geacht
om in zoo'n algemeenen nood bij wijze van
armenzorg te voorzien, afgezien nog van
het deprimeerende van 'n dergelijken steun
voor de tuinders, die als zelfstandige onder
nemers door harden en langen arbeid ge
tracht hebben zich staande te houden. Een
oogenblik zou nog gedacht kunnen worden
aan het opnemen van hen in de werkver
schaffing. maar de mogelijkheid hiertoe is er
slechts indien het bedrijf door hen wordt
verlaten, terwijl die gedachte onmiddellijk
moet worden prijsgegeven als men denkt aan
de consequenties hiervan voor het econo
misch leven, wat het laatste betreft, het
leger der werkloozen vergrooten en geheel
voor rekening komen van de gemeens hapa
zou tegelijk het grootste deel van het tuis
bouwbedrijf, waarvan in deze streken kt
geheele economisch leven afhangt, teo
storten.
Het is om al deze redenen, dat wjfffbij
Uwen raad op aandringen zij het dan
als tijdelijke maatregel een vooratóng
te treffen, waarbij de tuinders, die dat-
voor in aanmerking komen, in eigen bedrijf
te werk worden gesteld, door middel va
een bijdrage, te bepalen naar gelang der
omstandigheden (bedrijfsgrootte, gezins
grootte etc.) van iederen tuinder afzonder
lijk. Hierdoor wordt bevorderd dat zij hun
bedrijf in stand kunnen houden en dat zij
voor onderhoud van het gezin eenig geld
ontvangen, maar ongetwijfeld óók dat de
uitgaven voor de publieke kassen zeer veel
lager kunnen worden gehouden dan wan
neer zoovele zelfstandigen hun bedrijf zou
den moeten prijsgeven en als gevolg daar
van tot de gesteunde werkloozen zouden
overgaan.
Wij mogen er Uwe Excellentie nog op wij
zen dat de nood zoo acuut is dat leniging
hiervan dringend geboden is, redenen waar
om wij eerbiedig verzoeken in deze spoedig
te willen beslissen.
Uiteraard moesten wij ons in de toelich
ting beperken, redenen waarom wij het op
hoogen prijs zouden stellen indien de Be
windsman, aan wien de afdoening van dit
adres wordt verzocht, ons een onderhoud
zou willen toestaan.
Uwe Excellenties gelieven onze bijzondere
hoogachting te willen aanvaarden.
Het adres is onderteekend namens alle
tuinbouwvereenigingen: door den heer S. de
Boer, voorzitter van den Tuinbouwvereeni-
ging „de Toekomst" te Zuidscharwoude en
door den heer J. Ootjers, bestuurslid van de
T uinfcouwvereeniging „Tuinbouwbelang",
voorzitter van deh „Noordermarktbond" te
Noordscharwoude,
ïhuilletoH
51)
HOOFDSTUK XXXII.
Twee zigeuners, een oude man, forsch
van gestalte, met een dikke naar boven
krullende snor, een grooten bril voor de
bijziende oogen en een jongen met een olijf
kleurige gelaatstint en het eerste zwarte
dons op de bovenlip, liepen langs een smal
slingerend paadje naar den top van een
heuvel aan de westzijde van de Elbe, noor
delijk van Maagdenburg.
Langzaam daalde de schemering, zoodat
van hun kleeding slechts weinig te onder
scheiden was. De fel gekleurde buizen en
de bonte sjerpen hadden ze blijkbaar afge
legd. De groote breedgerande vilten hoe
den waren diep over het voorhoofd getrok
ken. De korte ruime pofbroeken verdwenen
in hooge zwartleeren laarzen. De geheele
donkere dracht wees er op dat ze uit waren
op een geheimzinnige onderneming: dief
stal, kinderroof of schaking van een jonge
vermogende erfgename.
De oudste had om zijn schouders een
lange zwarte almaviva geslagen, die hem
tot aan de knieën reikte.
Toen zij den top van den heuvel langs
het zich door het struikgewas naar boven
slingerend pad hadden bereikt, wierp de
oude zijn mantel in het mos onder een
ouden, honderdjarigen eik. Ze gingen zit
ten, de jonge man dicht tegen den ouden
aan.
„Een mooie nacht", zei hij, „donker,
geen maan die het landschap verlicht en
een sterrenlooze hemel, beter dan heldere
fantastische maneschijn, wat ook dwaze
dichters mogen zeggen".
„Is dit de plek, waar Verona en jij heb
ben gezeten? vroeg de jongeling.
„Ja, en waar zij plotseling jouw gelaat
aannam - en mij aanzag met jouw donkere
oogen, maar dat alles was slechts een
droom".
De jongeling sloeg zijn arqj om den hals
van den ouden zigeuner.
„Saxon", zei hij fluisterend, „zelfs in den
droom kon je mij niet ontrouw zijn".
Hij kuste Marion op de warme lippen
„Natuurlijk was jij het", antwoordde hij
„Ik zou mjj daarin nooit kunnen vergissen
„Vreemd'.
„Wat?"
„Dat die droom zoo duidelijk in je her
innenng bewaard is gebleven".
„Dat komt, denk ik, door het verdoo-
vingsmiddel".
„Misschien".
„Vt eet je den weg naar den verborgen
ingang?
„Ik zou hem in het donker kunnen vin
den. Ik heb de schreden geteld en ik ben
zeker dat het dezelfde weg is, dien wij in
Mei bij de ontvluchting uit Maagdenburg
in omgekeerde richting zijn gegaan".
„Laten we dan vertrekken
„Geef mij de hand",
„Steek je geen lantaarn aan?" vroeg ze
„Niet noodig en het zou onvoorzichtig
zijn".
In de duisternis daalden ze hand in hand
den heuvel af.
„Mijn oogen zijn nu eenigszins aan het
donker gewend. Het is hier lichter dan on
der de hooge boomen. Dit is de plek, waai
wij het pad moeten verlaten".
„Ik geloof ook, dat we hier de vorige
maal uitgekomen zijn, maar zeker zou ik
het niet kunnen zeggen".
Langzaam vooruitdringend door het
struikgewas, soms verward in de takken,
dan weer door scherpe doorns gestoken,
kwamen ze eindelijk aan de verborgen stee-
nen deur.
„Ons pad ging niet over rozen", zei Ma-
rion.
„Stil", fluisterde Saxon, „hoor je niets?
't Is alsof ik in de verte voetstappen hoor
Nu is het weer stil. Ga liggen. Het is mis
schien niet prettig, maar jij wilde op avon
tuur uit en er staat geschreven: „Gij zult
lijden, gelijk wij lijden".
Zij lachte stil, drukte zijn hand.
Ze lagen naast elkaar ingespannen luiste
rend, maar geen enkel geluid drong meer
tot hen door.
„Weet je?" fluisterde hij, „vanmiddag
zag ik twee mannen aan den weg liggen,
bedelaars. Ze deden, alsof ze ons niet za
gen, doch ik ving hun spiedende blikken
op".
„Gisteren in de herberg", antwoordde zij,
,,za8 twee boeren met verstandige schei
pe trekken, die mij met meer dan gewone
belangstelling aankeken. Ik vond beter er
toen niets van te zeggen. Als vrouw ge
beurt je dat dikwijls, maar ik dacht er eerst
later aan dat ik als man gekleed was. Ze
hebben ons echter geen strootje in den weg
gelegd".
„Als jongeman zie je er toch buitenge
woon verleidelijk uit".
„Vleier".
„Niemand zou ons herkennen. De mees
ter en Bernhard hebben dat beiden gezegd
Wij hebben de proef genom enmet Edzke
Hij is een slimme knaap, die jou al eerder
vermomd heeft gezien. Ook Von Holm zag
niet dat jij die oude Zigeuner waart".
„Hij was zich evenmin bewust jou ooit
te voren gezien te hebben. Ik begrijp het
niet. Ik zou het dadelijk gevoeld hebben aan
het kloppen van mijn hart", voegde hij er
stil lachend bij.
Zij kneep hem even in den arm. „Ja. iii"
zei ze zacht. "J
„Toch heb ik den indruk", zei Saxon, „dat
we bespionneerd zijn. en een voorgevoel
dat er iets niet in orde is".
„pch", zei ze zacht, „dat komt omdat ik
bij je ben. Je inoet geen angst om mij heb-
ben. Als er iets gaat gebeuren, zal het zon-
der twijfel wat goeds zijn. Als wij samen
Z'j greep zijn hand. streek zacht met de
vmgertopcen over de palm om de lijnen te
voelen. „Ja zei ze. „Je wordt hartstochte
lijk bemind tot op hoogen leeftijd door een
mooie zwarte vrouw Je liefde voor haar is
onbegrensd. Verlaat haar „ooit. Zij zal je
geluk brengen in al je ondernemingen Als
je haar alleen laatneen, ik wil je
niet meer vertellen, maar ik weet het".
„Dwaas waarzegstertje".
„Niet dwaas 't Is zigeunerbloed. Ik leer
de het van mijn oude grootmoeder".
Hij greep haar hand, kuste die. „Ja®"
nier, dat ik je donkere oogen niet kan zien
Een oogenbklik zwegen beiden.
„Ernstig blijven. Nu geen gekheid ®a'
ken, of ik zet je weer neer".
„Vooruit dan maar", zei ze, greep zijn
hand. Hij hielp haar opstaan.
Het struikgewas terzijde schuivende spra
Saxon: „Kijk, hier is de verborgen deur
Hij trapte op den steen. De deur ging z°n
der eenige moeilijkheid open.
„Dat gaat als gesmeerd", merkte hij
Ze traden binnen. Scherp keek Saxo
achterom, wachtte. Zeker dat niemand n
had gevolgd of bespied, sloot hij de o?u5.
Ze stonden nu in de zwartste duister'
Hij haalde zijn lantaren en tondelu
te voorschijn, sloeg vuur, opende de at®
klep en liet het licht in de gang schijn1^
Het was een troosteloos gezicht De
dem was een moeras, de grauwgroene
ren hingen uit het lood, brokstukken
lagen in den modder, staken boven hei
le waier uit. )ecjits
„Onbegaanbaar. Een stuk moeras. jjj
hier en daar een pad en verder *a,e
kunt hier nooit doorkomen". even-
„Evengoed als jij. Een vrouw bez
veel volharding als een man".
„Dan maar vooruit" staan
Doch na eenige pae-en bleH Zl
(Wordt vervolg