Voor 100 jaar.
DE LAATSTE LES VAN LANGELOT
Zijdeteelt in Nederland een actueel vraagstuk.
|l||l
I
m
jg
m
i
JUuzilem&ciek
t
4
n
2
4
4
4
l
4
et
X
t
t
a
71
e
e
(g
O
O
4
X
■i
e
e
4
LL
9
4
r
e
2
71
e
4
O
e
z
e
4
e
t
t
4
e
u
i
e
z
Z
t
n
z
4
j\
e
4
e
O
e*
a
7ft
2
Z
e
i
4
4
X
a
4
z
4
z
e
e
S
e
a
e
e
9
z
e
Als huisindustrie is zijdeteelt hier te lande
zeer goed mogelijk.
Het leven der rupsen.
JchaakcuBciek
11
k
tÉI
u
jg
1
iÜ
nn
SP
ün
lü
18
B
ÜH
H
18
B
1
iü
Hl
I
m
ÉS
H
m
ifÉi
B
iÜ
k
m
IS
m
m
S
11.
12.
16.
Onze Tweede November-Opgave.
Een krniswoord-pnzzle.
De lezers vinden hieronder het geheel
ingevulde diagram van deze aardige
puzzle, die wederom door velen met
groot genoegen is opgelost.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der No-
vember-eerie).
Welke vermenigvldiging?
Twee getallen van zes cijfers worden
met elkaar vermenigvuldigd van beide
zijn twee cijfers gegeven. Ook de geheele
uitkomst is gegeven. Welke vermenig-
VUo w15l£Lwas (Niet gemakkelijk)
2 XXX 2 X maal XX 2 2 XX
244690578663
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag' 22
Nov. 12 uur aan den Pnzzle Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
V
CL
4
cl
n
4
Z
Q
n
2
4
a.
CL
O
n
Cl
a
CC
X
d
n
n.
c
i
n
d
n
X
Cl
Cl
a
Cl
cl
V
a
171
i
X
O
Cl
V
d
cc
cl
7n
O
m
l
j
2
cl
d
71
cc.
c
4
c
a
7tl
Verder door den burgemeesters van Zuid
en Noordscharwoude, voorzitter der commis
sie: Jhr. van Spengler, den burgemeester
van Oudkarspel, de heer A. J. Wijnveldt, den
burgemeester van Broek op Langendijk den
heer P. Slot, den burgemeester van St. Pan-
cras, den heer J. Kroonenburg, den burge
meester van Koedijk den heer Ninaber en de
secretaris der commissie, den heer Post
W ARMENHUIZEN.
Vergadering L. T. B.
De L. T. 3. vergaderde Woensdag
avond in het lokaal van den heer Jac.
YVester.
De voorzitter, de heer W. Dekker,
opende deze vergadering op de gebrui
kelijke wijze. In het kort wees spreker
op de huidige moeilijke omstandigheden
voor de tuinders en de kringvergadering
van den L. T. B. waarin de abnormale
koolteelt is besproken. Het hoofdbestuur
heeft thans deze zaak in handen en
tracht in samenwerking met den N. T.
B en den Chr. B. en T. Bond een regeling
te vinden om den komenden nood te
lenigen. Wel wordt getracht door een
andere organisatie hier ter plaatse een
groote vergadering te beleggen, om deze
zaak nog eens onder de oogen te zien,
doch dit bestuur is van meening, dat
waar de drie groote Bonden deze zaak
thans in handen hebben, het niet op
hun weg ligt hun medewerking hieraan
te geven. Ook zal door de groote orga
nisaties bewerkt worden, dat in den
komenden winter de tuindeis door de
werkverschaffing in eigen bedrijf te
werk gesteld worden.
Hierna verkreeg de heer Bünnemeijer
het woord om zijn tuinbouw teel tver ka
velingsplan uiteen te zetten, en zoo het
gevraagd wordt van gedachten te wis
selen. Tuinbouwteeltverkaveling is iets
nieuws. Zijn plan i6 eenigen tijd geleden
gepubliceerd in den R. K. Boerenstand.
Uit de daarop volgende critiek is geble
ken, dat velen geen goed begrip hebben
van zijn „plan". Met zijn Tuinbouwteelt
verkaveling wordt geen grond-verkave
ling beoogd, doch een zich schikken
baar de tijdsomstandigl eden. Thans
moet in dezen zin een beslissing geno
men worden. Zoo als het thans gaat kan
het niet langer. Zijn plan is een uit
vloeisel van de ideeën der tuinders.
Volgens spr. heeft teeltbeperking goed
gewerkt, in tegenstelling met de grond-
saneering, hetwelk speciaal voor de
kleine tuinders gefaald is. Volgens spr.
moeten de consumenten de productie
prijs van de groenten betalen plus een
^lelijk© ondernemingswinst. Het plan-
Zeeman, zou gedeeltelijk in zijn plan
kunnen opgenomen worden, daar hierin
°ok veel goed© zit. Ook de export van
Kroenten, die wij thans hebben, moet
taai worden vastgehouden, en zoo moge-
Lik vermeerderd worden. Voorts dient
gestreefd te worden naar verlaging van
de vaste lasten, teneinde daardoor betere
exportmogelijkheden te kunnen schep
pen. De volkens spr. uitgevoerde steun
maatregelen is niet doeltreffend, omdat
diegenen, die het hardst noodig hebben,
het niet altijd krijgen. De tuinders moe
ten zorgen goede kwaliteit te teelen, om
daardoor de export te behouden. Voort
gaande besprak spr. de teeltplannen, die
gemaakt moeten worden, waarbij wel
degelijk rekening gehouden moet wor
den, waarbij wel degelijk rekening ge
houden moet worden met de geweste
lijke belangen. De tuinders telen in het
wilde weg en voeren vele producten aan
die door de consumenten niet gewild
zijn. Daarom is het noodig aanvoerbe-
perking en teeltplan. Voor de landerijen,
d!e volgens zijn plan, niet met de gewil
de producten bebouwd kunnen worden,
i6 een oplossing te vinden met het plan
Zeeman. Wel degelijk is het noodig een
teeitplan op te maken, waarbij rekening
is gehouden met een mogelijke e^yiort en
een mogelijke fiinnenlandsche afzet.
Spr. heeft wel rekening gehouden met
een mogelijke misoogst. Daaraan zij
meerdere beschouwingen gewijd. Wat
betreft de prijsregeling, was spr. er van
overtuigd, dat de consumenten, wel be
reid zullen zijn de productiekosten te be
talen. Er moet natuurlijk gestreefd
worden naar zoo laag mogelijke produc
tiekosten. Het gaat echter niet op, dat
de consumenten als het ware de tuin
ders opeten, hoewel niet met opzet.
Het meerdere werk, veroorzaakt door
zijn „verkavelingsplan", zal voor de vei-
lingsbesturen wel aanvaard kunnen
worden. Diverse besturen van groote
veilingen, hebben zich in dezen geest
reeds uitgesproken. Een groot leger van
ambtenaren zooals sommige mee-
nen is geenszins noodig. Zijn tuin
bouwteeltverkaveling beoogt den tuin
der te geven een redelijk bestaan. Uit
voerig gaat spr. vervolgens de huidige
crisiswetgeving, zooals deze thans wordt
uitgevoerd en het oorsprongelijk plan
van uitvoering, zooals die is vastgelegd
in de memorie van antwoord op deze
wet betrekking hebbende, ^pr.'s „verka
velingplan" beoogt een meer doeltref
fender steun. Met den heer Groen, is spr.
het eens, dat de huidige minimumprijzen
afbraakprijzen zijn. Spr. heeft geen
kleineerende critiek, doch is van mee
ning, dat een andere steun, door hem
bedoeld, betere resultaten afwerpen. De
heer Groen heeft gestreden, voor een
prijsregeling, doch werd „misselijk" van
de ai gumenten, die daartegen werden
ingevoerd.
De voorzitter bracht den heer Bün
nemeijer dank voor zijn leerzame uit
eenzetting en gaf den aanwezigen de ge
legenheid, vragen aan den spreker te
stellen, waarvan ruimschoots gebruik
gemaakt werd.
Pat men in deze tijden naar nieuwe werk-
barJP?heid zoekt, is begrijpelijk. In dit ver
teelt d? aandacht gevestigd op de zijde-
lanri' 'n V€rschillende, meest Zuidelijke,
riikek .^uroPa van oudsher een belang-
°edr>jvigheid heeft gegeven. Ook in ons
is snJï' deze tee't n°g mogelijkheden. Het
die d .'aa' "k Gooische zijdeteeltvereeniging,
Davflnar P.roPaganda voor maakt, een pro-
tebetü e reeds bii verschillende gemeen-
vonder/^n"1 den 'ande weerklank heeft ge-
is de u'ue.oprichter van deze vereeniging
er al» H' J' Smitt te Huizen (N.H.), die
is \y/ 'oe-voorzitter nog steeds de ziel van
Praten ZiJ" mct dcn heer Smitt gaan
onderwern h "aders te verneiren over dit
P> dat door de plannen van het ge
meentebestuur van Rijssen (Overijssel) tot
het nemen van een proef op groote schaal
met steun van gemeentewege, bijzonder ac
tueel is geworden.
Allereerst dient de vraag te worden be
sproken, of de zijdeteelt in Nederland moge
lijk is. Op deze vraag geeft de Gooische ver
eeniging een bevestigend antwoord, dat door
de practijk uitdrukkelijk wordt gestaafd De
leden der vereeniging beoefenen deze teelt
met succes en hebben reeds heel wat cocons
Sedert^929 bestaat hier te lande de Ne-
derlandsche zijdeteeltvereeniging, wier doel
het is, propaganda hiervoor te maken Deze
propaganda, die met steun van de Neder-
landsclic heidemaatschappij gevoerd wordt,
heeft tot resultaat gehad, dat door enkele
Nederland gegroeide moerbeiboomeu zijd
geteeld, waarvan de cocons aan de heide
maatschappij verkocht zijn, die ze weer le
verde aan buitenlandsche fabrieken. De laat
ste jaren is de werkzaamheid van de Neder-
landsche vereeniging wat verslapt; toen in
Huizen grootsche plannen werden ontwor
pen, kon niet voldoende medewerking wor
den verkregen, doch het bestuur gaf de le
den in het Gooi carte blanche en in korten
tijd kwam de Gooische vereeniging tot bloei.
Op de laatste vergadering van de Nederland-
sche vereeniging, Zaterdag te Utrecht gehou
den, bleek de voorzitter dit te zijn vergeten,
waardoor een onaangenaam incident ont
stond, dat echter weer is bijgelegd. De beide
vereenigingen zullen nu in landelijk ver
band samenwerken en wel hoogstwaarschijn
lijk in dien zin dat zij zullen samensmelten
en in twee afdeelingen zullen voortarbeiden
een sociale eri een economische.
Interessant bedrijf.
Van het zoo interessante bedrijf der zijde
teelt heeft ons de heer Smitt uitvoerig ver
teld aan de hand van ervaringen, die hij zelf
daarin heeft opgedaan. Hij heeft er een leer
zame handleiding over geschreven, die op
enthousiasten verscheidene zijderupsen op in
alle vragen van belangstellenden een duide
lijk antwoord geeft.
De zijderupsen eten de bladeren van de
moerbeiplant, speciaal die van de witte
moerbei (morus alba). Deze plant kan uit
stekend in Nederland worden geteeld; men
kan haar zaaien, doch ook als 1- tot 5Jarige
plant uit het buitenland betrekken. Enkele
bladen worden afgeplukt, in reepen gesne
den en in bakken gelegd, waarop binnens
huis de eitjes van de zijderups, die een door
snede hebben van nog geen millimeter, wor
den uitgeschud. De eitjes moeten vóór 15
Februari worden besteld, de heidemaatschap
pij bewaart ze tot half Mei in haar koelkel
ders, waarna ze worden afgeleverd. De zo
merwarmte is voldoende om de eitjes tot
ontwikkeling te brengen, hetgeen drie tot
tien dagen duurt. De kleine rupsjes, die uit
de eitjes zijn gekomen, worden nu overge
bracht op nieuwe moerbeibladeren in een
grooteren bak. Daarin vervellen ze vier ma
len achtereen, telkens met een kleine week
tusschenruimte. Na de vierde vervelling, als
de rupsjes dus ongeveer vier weken oud zijn,
begint de zoogenaamde vreetperiode, waarin
ze snel groeien tot ruim 8 centimeter lengte,
terwijl hun eetlust haast niet. bij te houden
is. Al dien tijd verlaten de rupsen den bak
niet, zoodat men ze heel gemakkelijk bin
nenshuis kan telen.
Na de vijfde week ajn de rupsen spin-rijp.
Ze zoeken een gelegenheid op om zich in te
kapselen, waaraan gemakkelijk kan worden
tegemoet gekomen door de opstelling in den
bak van een stuk geribbeld karton of de tak
van een bremstruik. Eerst maken ze een
groot aantal lossen draden, de zoogenaam
de vlokzij, en in een dag of vijf is de cocon
klaar, bestaande uit een dunne draad van j
wel 2500 meter lengte, die zij uit hun lichaam
bij den kop afscheiden. In tien dagen wordt
de rups in die cocon een pop en na weer tien
dagen komt de vlinder eruit. De vlinders
slaan wat met hun vleugels, maar vliegen
niet, zcodat ze binnenshuis ook geen moei
lijkheden zullen opleveren. Na de paring
leggen ze kleine eitjes, waarvan er 1200 tot
2000 in één gram jt3an. De eitjes kan men
verzamelen en, als men ze koel bewaart, het
volgend jaar voor den teelt van nieuwe zij
derupsen gebruiken. Ze zijn eerst geel, doch
veranderen allengs van kleur en wordën
licht-rose, lila en eindelijk lei-grauw. Indien
men echter niet telkens voor kruising van
rassen zorgt, gaat de teelt achteruit, zoodat
men toch geregeld nieuwe eitjes uit het bui
tenland moet betrekken.
De zijdeteler mag het evenwel niet zoo ver
laten komen, dat de vlinder uitkomt, want
dan is de draad van de cocon verbroken. De
pop wordt dan ook twee weken na de inkap-
se'ing gedood, hetgeen heel eenvoudig kan
geschieden door de cccons korten tijd in hee-
te stoom te houden. De vlokzij wordt eraf
genomen en deze levert, evenals de toch door
de vlinders verbroken cocons, een tweede
kwaliteit zijde, de floretzij of chappe. Men
kan dez gewoon spinnen, evenals wol of ka
toen. Het einde van den vlokdraad is het be
gin van den cocondraad en deze moet wor
den afgewonden voor de eerste kwaliteit zij,
welke vroeger zoo'n hooge waarde hcd. Ten
slotte moet de zijde ontgomd worden,- wat
men ook zelf kan doen. doch wat beter ma
chinaal kan gebeuren. Gebruikelijk is. dat
de cocons, nadat ze gedroogd zijn en de pop
tot een klein balletje los in het huisje is in-
"eschrompeld, worden verkocht, waartoe ook
de heidemaatschappij haar bemiddeling ver
leent. Er gaan ongeveer 1200 cocons in een
kilo en de grootste afneemster ervan is nog
steeds het oude zijde-centrum Lyon.
Wat zijn nu de economisch'- aspecten van
de zijdeteelt voor Nederland? Deze kwestie
die we eveneens met den heer Smitt uitvoerig
hebben besproken, zullen we in een volgend
artikel nader beschouwen.
HEILOO.
Ingekomen personen.
M. W. van der Wielen, R.K., van Vught.
H. P. Mulder en gezin, D.G., van Wor-
merveer. P. Mol en echtg., N.H., van
Rheden. J. Krul, N.H., van Zuid- en
Noord-Schermer. V. Mirolo, R.K., van
Alkmaar. F. de Jong, geen, van I>en Hel
der. G. Slot en echtgen. N.H., van Wor-
merveer. C. Touw en gez., geen, van Am
sterdam. A. Reinders en gez., N.H., van
Amsterdam. P. van der Horst en echtg.,
N.H., van Amsterdam. J. Vinke, geen, van
Alkmaar. W. F. E. Heimann, geen, van
Bergen (N.H.) Mevr. G. H. J. van der
Plas—Eshuis, N.H., van Bergen (N.H.)
T. C. B. van Buitenen en gezin, R.K., van
Venlo. J. H. Schenke en gezin, N.H., van
Alkmaar. W. F. Nieuwenburg, geen, van
Haarlem. Mevr. A. ColijnTeitsma, G.
K., van Alkmaar. Mej. C. D. Dikkeboom,
C.G., van Alkmaar. O. Altenburg, R.K.,
van Nijmegen. W. P. Lcdewijks en gez.,
R.K., van Amsterdam. A. W. Filee en
echtg., N.H., van Oud-Vossemeer. H.
Godvliet en echtg., N.H., van Amsterdam.
F. Beldman, N.H., van Wierden. Mej.
A. Coppens, R.K., van Voorburg. Mej. M.
E. van Diepen, R.K., van Castricum.
Probleem 570.
W. E. Caine.
i
1#
A
mm
WM
abcdeigh
Tweezet.
Oplossing: 1. Pe6.
Eindspel 933.
Uw strooibiljet verdween
verfomfaaid in de mand!
Uw advertentie niet!
Want die stond in de krant.
wmyy/
k
ëk
Y//V/////
m
2L
mm,
wm.
mm,
abcdeigh
A. Christensen.
Wit speelt en wint.
1. b8P.f Kd5. (of 1Tb8) 2. Kb8
Kd5 3. d7 e2 4. d8D+! Kc4! 4. Dd2 Tb2 5.
Tel en wint (Kd3 6. Pa6) a) 2Ta4f
Pa6 e2 4. d8Df Ke4! 5. Dd2 Kf3 6. Kb6
Ta2 7. Del enz.
Eindspel 934.
W. Bron.
wm.
mm,
v/y/f//
m
mA
/ewy//
w\
abcdeigh
Wit speelt en wint.
1. d6 Tflf (na 1Td7 volgt 2. Td5
naast h7, na 1Kg3 2. Tc3f) 2. Kh2
Tf2+ 3. Kgl h2f 4. Khl. Tflf 5. Kh2 Tf6
6. Tc4f Kg5 (na Kf5 wint 7. Th4 wegens
6Kh5 zie a)
7. d7. Th6f 8. Kg3 Td6 9. Tc5f Kf6 10.
Tc6! Tc6 11. d8D en wint.
a) 6Kho 7. h7 Tf8 8 d7 Td8 9. Td4
Kg5 10. Td3 Kg6 11. Th3 enz.
In het Moscouer tournooi, waar de
Rus Botwinnik de eerste prijs deelde
met Flohr, en waar Dr. Lasker met een
half punt minder de tweede prijs be
machtigde op de voet gevolgd door
Capablanca, werd de volgende partii ee-
spceld:
J. R. Capablanca (wit).
I. A. Kan (zwart).
1. d4 Pf6
2. c4 e6
3. Pc3 dó
4. Pf3 Pbd7
5. Lgó Le7
6. e3 0-0
7. Tacl c6
i
Uit de Alkmaarsche Courant
van 16 Nov. 1835.
In een bijzonderen brief uit
Parijs van 30 October, door de
Pruisische Staats-Courant me
degedeeld, leest men de volgen
de waarschuwing ten opzigte
der Spaansche tijdingen:
„Ik kan U omtrent de berig-
ten uit Madrid in de Parijsche
bladen voorkomende, niet ge
noeg omzichtigheid aanbevelen.
Vooreerst moet men in aan
merking nemen, dat Madrid,
als zetel der regeering, juist het
meeste belang er bij heeft om
den staat van zaken in het gun
stigste daglicht te doen voor
komen; maar daarbij komt nog
de afstand tusschen Madrid en
Parijs. A beau mentir qui vient
de ioin is een oud Fransch
spreekwoord, en zoo zal ook
wel bij die verhalen hetzij aan
de grenzen hetzij te Parijs zelf,
veel gevoegd worden, naar mate
zulks met den gee9t van partij
digheid het beste strookt. Ik ver
neem uit eene goede bron, dat
de laatste berigten van den heer
de Raineval alles behalve gun
stig voor de Madridsche regee
ring luidden, en dat daarin het
gevoelen werd uitgedrukt, dat
zij noch aan de ultra-liberale,'
noch aan de legitimistlsche
partij het hoofd zal kunnen bie
den, en dat de opening der
Cortes waarschijnlijk tot het
einde van het tegenwoordige
drama zal leiden.
Misschien zoude dan nog eene
tusschenregeering van een re
gentschap onder voorzitting
van den infant Francisco de
Paula de uitbarsting kunnen
voorkomen, maar toch slechts
voor een korten tijd, waarna in
elk geval de demokratische
partij zou zegevieren. De Fran-
sche regeering moet op dezen
uiteindelijken uitslag voorbe
reid zijn, en reeds lang over de
beste middelen geraadpleegd
hebben, om in dat geval het on
gelukkige land voor een geheel
verderf te behoeden."
8.
9.
10.
13.
13.
14.
15.
16.
17
17.
18.
19
20.
21.
22.
23.
23.
24.
23.
24.
25.
26.
26.
27.
28.
28.
29.
30
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
Ld3 dc4
Lc4 Pfd5,
Le7 De7
00 P5b6. Beter ware hier:
11Pc3 12. Tc3 e5l of ook
11. Pd5 f6.
Lb3 eö
Pe4! Om aanval te houden en
zwart te verhinderen door te schui
ven.
h6 Om 't paard van g5 af te
houden. Beter is echter 13ed4
14. Dd4 Pf6.
Ddd3! Kh8 dreigt f5 en e4.
Pg3 ed4
Lc2. dreigt mat.
Pf6.
e4H dreigt e5 met stuk winst
wegens mat.
g6
Dd4 Le6 belet 19. e5 en 20. e6
met aftrekschaak.
h4 Tad8
Dc3! Kh7
Tfel. dreigt 22. Pf5. enz.
Pbd7
Lbl Om afruil van dames na
Dc5 te verhinderen en er blijft drei
ging Pf5 en de zwarte dame heeft
geen goed veld meer.
Tfe8
a3. Om de dame te laten spelen
zonder dat daardoor Db4 van zwart
mogelijk wordt.
Lg4
Ph2. h5
f3. Le6 Ook, deze L. heeft zeer wei
nig bewegingsvrijheid.
f4 dreigt weder 27. f5 enz.
Lg4
De3. a6
Df2. Om h4 middellijk te dekken.
Kg7
e5! Pd5
Pg4 hg4
h5 Th8 Gedwongen. Fout zou
zijn Pf8 wegens f51! dreigend f6.f.
hg6 fg6
e61. Pf8
Lg6ü Kg6. (niet Pg6 wegens Pf5)
Dc2+ Kf6
Df5 Kg7,
Dg4 Kh7
281. Toevalligerwijze kwam hij juist in de monding
van een groot water terecht. Daar vond Langelot een
stok, waarmee hij een beetje sturen kon. Opeens
merkte hij echter tot zijn groote schrik, dat hij met
den boomstam een diepen donkeren grot tegemoet
vaarde.
282. Hier kolkte het water met wilde wielingen.
Langelot had de grootste moeite om met zijn bootje
rechtop te blijven en elk oogenblik kon hij tegen dc
rotsen te pletter geslagen worden. Plotseling zag hij
dat er op een open plek dikke boomen groeiden. Lan
gelot riep de tooverspreuk uit.