SAXON CIRCUSWEZEN. DIEP-ZWART REUZEN TUBE VOOR 10 CTS. 3eui££eton ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 20 NOVEMBER 1935 VERSTE Het was in een kouden winternacht van het jaar 1889, dat in het plaatsje Lomnitz, in de provincie Posen, een 16-jarige knaap het ouderlijk huis uitsloop met 50 Pfennig op zak en onderkomen zocht in een rondtrek kend circusje, dat schamelen „kunst tem pel" had opgeslagen in het nabij gelegen stadje Bentschen. Het was in het jaar 1925, dat deze zelfde vluchteling in zijn vaderland terugkeerde en zich eigenaar kon noemen van twee tentcircussen, elk plaats biedende aan 8200 toeschouwers; een verplaatsbaar wintercircus van 73 M. middellijn; een vast circusgebouw te Dresden; eigen magazijnen voor costumes, requisieten etc. te Leipzig en Dusseldorf; 200 lastauto's en aanhangwa gens, «n 400 dieren, waaronder twintig oli fanten, welke kudde alleen reeds een waarde van meer dan 2 ton Goudmarken vertegen woordigde. alles bij elkaar een kapitaal van millioenen guldens De aandachtige lezer zal mij wellicht be grepen hebben, ik heb u hier in korte trekken de gedeeltelijk carrière "eschetst van een der grootste cricusdirecteuun, dien men ooit |eeft gelend. Hans Stotch Sarrasani Ik heb deze zoo bekende loopbaan slechts geschil derd, om u weer aan te toonen, wat talent en energie vermogen in een vak als het cicrus- vak, en door welke beschrijving ik u, naar ik joop, reeds iets sympathieker heb gestemd tegenover dat leger van harde werkers waai- voor velen zoo gaarne den neus optrekken, 't gilde der circusmenschen. Circus, circusmen- schen. circusdieren. daar wil ik het met u over hebben, daarover gaan wij eens wat nrater, tenminste, indien het uw interesse heeft, zoo niet, dan luistert u niet, m w. u slaat mijn pennevrucht eenvoudig over. Holland is, wat circus betreft, min of meer een bevoorrecht land, niet dat het zichzelf kan beroemen op circussen of circusartisten van wereldberoemdheid de glorievol'e dagen van Oscar Carré zijn helaas voor bij ofschoon er de laatste jaren gelukkig weer wat verbetering in komt ik denk hier bij aan het vooral in 't zuiden van ons land welbekende Circus van Bever en het ook ui deze streken niet geheel vreemde Circus Amandi Roberti het grenst echter aan het circusland van Europa, Duitschland, aan welke omstandigheid wij het dan ook te dan ken hebben, dat ons land zoo in den loop d-*r jaren door bijna alle toonaangevende cir cussen van ons werelddeel bezocht is ls Holland dan zoo'n gunstig land voor circus sen, zult u vragen, en dan moet ik antwoor den: Neen en nogmaals neen De spoor wegen bij ons zijn duur, het land is te klein om er een heel seizoen door te brengen, en de Hollanders zijn over het algemeen niet zulke heel groote circusliefhebbers. Toch komt men, «r. wel omdat onze Hollandsche gulden nog immer op peil staat, en bovendien omdat de keuze in Europa niet zoo bijzonder groot is; ia België staat de franc veel te laag; in de Noorsche landen zijn de afstanden zeer groot, transport dus kostbaar en tijdroovend; in Rusland hebben de Staatscircussen het monopolie; de zuidelijke landen moet men reserveeren voor de wintermaanden, enz U merkt wel. de omstandigheden zijn niet bijs ter gunstig Het is verschillende groote cir cus-ondernemers dan ook hier te benauwd geworden, en zoo zagen wij Carl Hagenbeek de reis ondernemen naar Japan, waar hij het twijfelachtige genoegen had met aard bevingen kennis te maken; de Fransche cir cuskoningen de heeren Amar maakten even tjes een tournée door: Algerië. Egypte. Pa lestina, Syrië en Turkije, terwijl Sarrasani tot tweemaal toe den verren sprong waagde naar Zuid-Amerika U ziet, durf en onder nemingsgeest spreken in de branche wel een woordje mee. Het was reeds op het einde der vorige eeuw, dat Ernst Renz met zijn schitte rend paardenspel in de hoofdstad van ons land gasteerde. Het circus Renz was toenter tijd het grootste van Europa en had niet minder dan 235 paarden op stal staan, waar onder zeer kostbare. De ouderen zullen z«ch wellicht de voortreffelijke dressuren, en niet je vergeten het keurige waterballet, nog wel herinneren. Hierna zijn talrijke circussen van naam ons vaderland ingetrokken, zij kondigden zich alle aan als het grootste, hu mooiste of het beste; het eene was beter, het andere iets minder, doch over het algemeen vonden zij een vrij dankbaar publiek. Ik aoem u van deze circussen: Wilhelm Hagen- ^ck dit zeer goede circus speelde ook in dertijd te Alkmaar op een terrein aan den Heilooërstraatweg Carl Hagenbeek, dat [®®ds 9 maal in Tlolland geweest is; Strasz- wrger, welks Romeinsche wagenrenneu velen zich nog zullen herinneren; Barum, dat tijdens een kort en zeer ongelukkig tour nee een olifant en een Ieeuwengroep verloor; het circus Schneider, dat over het algemeen niet meeviel, ondanks de 100 leeuwen van den Kapitein ook Schneider bracht weer eens een waterballet, voor een tentcircus was net technisch perfect in orde, het ballet zelf was helaas vrij slecht, en voldeed dan ooi: niet aan de verwachting het „Reuzen Renbaan- en Acrobatiek-Circus Gleich" en last not least de momenteel twee groot ste cricus-zaken van Europa: Krone en Sar rasani. Het eerste, zonder twijfel het grootste van de twee, bleef echter zeer kort in Nederland, de bedrijfsresultaten waren van dien aard, dat een langer verblijf niet mogelijk was. Sar- lasani is echter wel driemaal in ons land geweest, en wel de eerste maal in het najaar iydl, waarbij ook in Alkmaar een aantal voorstellingen zijn gegeven; de tweede maai na den Antwerpschen brand, met een groot deficit in de oostelijke provincies en derde maal, begin 1934, met haar „Winter- bau te Amsterdam en Rotterdam, waarna de bekende inscheping naar Zuid-Amerika volgde. Als ik Sarrasani zeg, bedoel ik na tuurlijk het cirsus. Het zal u wel bekend zijn, dat de stichter vorig jaar gestorven is. I loewel ik hier straks misschien nog wel op terugkom, wil ik u, om meteen een einde te maken aan alle onjuiste berichten, er even op wijzen, dat het circus Sarrasani nog wei degelijk bestaat, en op het oogenblik onder leiding van Hans Stosch Sarrasani Jr., nog steeds in Zuid-Amerika met groot succes gasteert. Gedurende al deze jaren, dat deze ver schillende circusondernemingen ons land je bereisden, bezaten wij nog eenige vaste circusgebouwen, welke ook bij tijd en wijle bespeeld werden. Het oude cir cus Pflaging te Rotterdam, dat daarna den naam van circus-schouwburg kreeg, en voor enkele jaren als „Arena" aan de vlammen ten prooi viel, is voor het circus reeds lang verloren. Het gebouw Carré te Amsterdam heeft het langer uitgehouden, het is nog niet zoo heel lang geleden, dat de combinatie Henny, circus Schumann, Amar en Maxo, in dit gebouw hun voorstellingen gaven. Thans is het echter schouwburg, en ik ben bang vcor ons „Schlusz". Dan bezitten wij nog één circusgebouw, en wel op Scheveningen, hetwelk eigendom is van de Mij. Zeebad, in den goeden ouden tijd, d w.z. voor mij, dus kort na den wereldoorlog, werd dit nog be speeld door Schumann, Busch en Carl en wilhelm Hagenbeek. Dergelijke groote circus sen kunnen echter, nu de kosten zoo veel hoo- nen echter, nu dek ostenzoo veel hooger zijn, zijn dan voorheen, in dit betrekkelijk kleine circusgeb. met zijn 1750 zit- en 500 staan plaatsen geen gunstige bedrijfsresultaten meer boeken, zoodat de laatste jaren circus sen met onbekende, doch zeer welluidende namen zijn verschenen, als Maxo, Royal en dit jaar Massilo. Dit zijn echter geen bestaan de zaken, het eerste geldt een programma, dat zoo bij wijze van speculatie door den in vakkringen welbekenden Berlijnsche biljetten- drukker Max Oito FriedlJnder g°lanceerd is; het tweede was een proef van onzen beken den Nederlandschen Hoogeschoolrijder Har- ry Lijsen, die ook indertijd de Lustrum-opvoe ringen van „Circus Rausch" verzorgde natuurlijk n et te verwarren met het gelijkna mige variété, dat dit jaar de Alkmaarschc kermis bezocht een man, die, hoewel ama teur, misschien meer van het vak afweet dan menige insider; en dan tenslotte het circus Massilo, 'n experiment van 'n Nederl., mijn heer Richard v. d. Loo uit den Haag en een Italiaan, Tonny Massizzo. Misschien denkt u nu, dat ik deze namen met een licht schou derophalen heb neergeschreven, niets is ech ter minder waar. Ik heb voor deze menschen zeer veel respect, daar zij steeds maar weer het risico van mislukking op zich hebben ge nomen, en dat zij ons in programma's, wel iswaar met veel muziek-, en soms ook recla me-nummers, toch ook groote nummers heb ben vertoond. Maxo bracht o.m. Therese Renz en Schaefers Liliputaner; Lijsen kwam met den grooten fakir Blackaman. L. bracht zeer zeker het meest uitgebreide programma van de drie, terwijl Massilo's programma bekroond werd door de voortreffelijke vrij- heidsdressuren, o.m. een heel goed caroussel van de gebr. Carré, en het technisch mis schien minder knappe, maar in ieder geval uitmuntend „verkochte" hoogeschoolnum- mer Fritz Gerald Heide. Met dit woordje „verkocht" leid ik u meteen in in het jargon van den vakman, ik wil hierover slechts kort zijn. Wanneer een artist een trick eerst laat mislukken, om hem daarna te volbrengen en het zoodoende moeilijker doet lijken, spreken wij van „verkoopen", omdat de artist dan zelf zijn eigen succes opschroeft. Nog een voorbeeld: De speaker treedt naar voren en zegt: „Het geacht publiek wordt beleefd ver zocht, gedurende het nummer niet te applau disseeren, daar dit den dood van den artist tot gevolg kan hebben". Dat maakt de men schen stil, angstig, nieuwsgierig. Hoe erg, en moeilijk, hoe gevaarlijk zal dat wel wezen! Ook wanneer een nummer er netjes uitziet, kan men, hoewel het niet geheel juist is, toch spreken van goed „verkoopen", en dat was met genoemd nummer wel dik in orde, ik heb nooit een hoogeschoolnummer gezien, dat er zoo goed uitzag. Voor den vakman geldt echter niet het effect, doch de prestatie. Ik ben, naar ik bemerk, een beetje van mijn chapiter afgedwaald, en keer daarom weer terug tot de circussen Maxo, Royal en Massilo, waarbij ik nog slechts even stil wil staan. Hoewel hun programma's zeker goede kwaliteiten bezaten, mogen zij toch niet in één adem genoemd worden met namen als Krone, Busch e.a., welke zaken precies als soliede koopmanszaken van vader op zoon zijn overgegaan, terwijl zij ik bedoel weer het drietal van Scheveningen slechts één, twee, hoogstens 3 seizoenen beleven. De lei ders hiervan vallen dan ook meestal onder de categorie der „gelukkige" circusdirecteu ren, die niets bezitten, d w.z. de dieren die in hun maneges vertoond worden, zijn óf eigendom van den dresseur, óf van een die renhandelaar van wien de dresseur ze huurt, resp. in huurkoop heeft, terwijl b.v. Sarra sani, ik heb het trouwens al gezegd, zijn 200 paarden, 20 olifanten, 76 leeuwen, 12 tijgers, en wat al niet meer, zijn eigendom noemen kon, maar ook hiervan de lasten mocht dra gen. U merkt het echter, het verschilt nog wel even circusdirecteur of circusdirecteur. Ik heb zoojuist het woord „dierenhande laar" gebezigd. Daar mij dit te ver zou voe ren, wil ik nier niet al te veel over uitwei den, alleen dit: Dit is een man, die aan gega digden circusdirecteuren, menagerie-hou ders, dierenpark-eigenaren, etc. prijscou ranten rondstuurt van nijlpaarden, olifanten, hyena's, krokodillen, enz precies zooals b er een van de Gruyter in de bus krijgt. Het is voorwaar een interressante, doch boven dien zeer riskante negotie. Wanneer u hier iets meer van weten wilt, dan leest u dat aar dige boek maar eens van Carl Hagenbeek, getiteld „Van Dieren en Menschen", uitg. Paul List, Leipzig. En thans gaan wij weer terug naar het circus Het zal sommigen wellicht opgeval len zijn, dat ik naast de drie seizoencircus sen bijna uitsluitend Duitsche namen heb genoemd. Hoewel, zooals ik reeds gezegd heb, Duitschland wel overwegend is, vinden wij toch in alle andere belangrijke landen van Europa ook circussen. En na nog één Duitschen naam van beteekenis genoemd te hebben. Xaver Brumbacht, gaan wij eens el ders een kijkje nemen. Het is met België al net als bij ons, een enkel klein zaakje, als circus Semay, en verder niet veel belang rijks. Met Frankrijk is dit anders, daar vin den wij het thans vrij groote circus Pinder, en daarnaast Cirque Bureau, en wij mogen natuurlijk niet vergeten het zoo straks al ge- 'n Erdal product Donderdag 21 November. HILVERSUM, 301 M- (A.V.RO.- uitz.) 8.Gr.pl. 9.— Kookpr. 9.05 Omroeporkest. 10.Morgen wijding en gr.pl. 10.30 Omroep orkest. 11.Ensemble Jetty Can tor en voordr. 1.Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.30 Zang en piano 3.— Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr pl. Voor de kinderen. 5.30 VPRO lezing. 6.— Kovacs Lajos' orkest. 6 30 Sportpr. 7.Voor de kinde ren. 7.05 Piano en zang. 7.30 En ge'sche les. 810Avond ten bate v. d. Joodsche Invalide, mmv. Om roeporkest, sopraan en voordr. Toe spraken, o.a. var. dr. H. Colijn. 9.40 Omroeporkest en sopraan 1010 Verssl. schaakmatch. 10.15 Renova- kwintet. 11Ber. Hierna tot 12. de Avro-Decibels. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10—11.en 2—11.30 uur). 8.—9.15 en 10 Gr.pl. 10.15 Mor gendienst. 10.45 Gr.platen. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en or kestconcert. 2.Handwerkcursus. 3.15 Voor de vrouw. 3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing. 5.Voor de jeugd. 5.30 Gr.pl. 6.Pianoreci tal. 6.45 Lezing. 7.15 Rep. 7.30 Journ. weekoverzicht. 8.Bergr. pl. 8.15 Chr. Oratoriumver. o.l.v. J. Wagenaar, mmv. scbsten. 10. Ber., hierna tot 11.30 gr.pl. DROFTWICH, 1500 M. 1125— 150 Orgelspel H. Croudson. 12.10 Populair concert. 1.20—2.25 Gr.pl. 3.20 Vesper. 4.10 Lezing. 4 30 Gr. pl. 5.05 Orgelspel. 5.35 BBC-dans- orkest. 6.20 Ber. 6 50 Pianorecital. 7 15 Spaansche les. 7.50 Lezing 8.20 A. Campoli-trio. 8.50 Hoorspel met muziek. 9.50 Ber. 10.20 Kerk dienst. 10.40 BBC orkest. 11.35 12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert. 3.20 Gr.pl. 5.20 Radiotooneel 7.20 Gr.pl. 8 20 Zang. 9.05 Nat. orkest en solisten. 11.0512.35 Populair concert. KALUNDBORG, 1261 M. 1120 1.20 Strijkorkest. 2.204 05 Or kestconcert. 7.30 Omroepsymph.- orkest mmv. cellist. 10.10—11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkest- concert. 11.20 Dito. 1.35 Gr.pl. 3.35 Kamermuziek. 4.20 Omroep- kleinorkest. 7.35 Kwartet en solis ten. 8.35 Vroolijk progr. 9.50— 11.20 Schrammelmuziek, harmo- nicamuziek en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.J 12 20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Salonorkest. 6.35 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroep orkest. 8.50 Godsd. muziek. 9.20 Hoorspel. 9.40 Omroeporkest. 10. Gewijd concert. 10.4511.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon orkest. 1.50—220 Gr.pl. 5.20 Con- stantin-orkest. 6.20 en 6.50 Salon orkest. 7.05 Hoorspel. 7.20 Gr.pl. 8.20 Symph.-concert. 10.30 Rep. 10.45—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7-35 Concert mmv. solisten en kwartet. 8.35 Gevar. progr. 9.20 Ber. 9.50 Concert. 10.05 Weerber. 10.20-11.20 Concert. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum I. Lijn 2: Hilversum II. Lijn 3: Brussel VI. 805—9.20, Keulen 9.2012.05, Parijs Radio 12.05—13.20, Brussel VI. 13 20— 14.20, Kalundborg 14.20-15.35, Keulen 15.35—17.50, Brussel VI. 17.50—19.20, Beromünster 19 20 21.10, Rome 21.20-24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.05—9 D.sender 9—9.20, Lond. Reg. 10.35—12.10, Droitwich 12.10— 14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20, Droitwich 15.20—18 20, Brussel VI. 18.2018.50, Droitwich 18.50 —19.15, Lond. Reg. 19.15—20.20, Droitwich 20 20—21.50, Lond Reg. 21.50—22.20, Droitwich 22 20— 22.45, Lond. Reg. 22.45—24.—. noemde en ook hier wel bekende Circus Amar Frères, met zijn 16 olifanten. En geland kan reeds sedert vele jaren bogen op namen als Astley, waarover binnenkort een interessant boekje zal verschijnen, verder de Cook's, Hengler's en Langer, terwijl zeer op den voorgrond treedt de Derby-man Bertram Mills, die de laatste jaren, van 23 Dec. tot einde Januari, schitterende cir cusprogramma's presenteert in Olympia Hall te Londen, terwijl hij dit jaar zelfs met een tentcircus op tournee gegaan is; de on langs in de dagbladen afgebeelde „Giraffe- menschen" waren van Mills. Verder vinden wij het zeer belangrijke Tower-Circus Black pool, het Lord John Sanger Circus, en het circus Williams Wij zien dus, dat de Britten over het algemeen nog wel interesse hebben voor de circuskunst. Wij stappen nu weer op het continent, en kijken in Zwitserland, waar haast geen enkele buitenlandsche circus-on derneming komt en de scepter gezwaaid wordt door het geweldige „Schweizer Natio nal-Circus A.G., Gebrüder Knie", dat wel even verschilt van de in Carl Zuckmayer's tooneelstuk „Circus Knie" voorkomende „Schaubude", en ons bovendien het bewijs levert, hoe van een wereld zoo vol roman tiek niets anders over kan blijven dan een nuchter amusementsbedrijf met rollende kan toren, waarin echte schrijfmachines en heu sche kasboeken Maar daarom niet getreurd, wij gaan verder: Zweden, Myares-Schrei- bers Circus, Altenburg, Orlando; Denemar ken, Miehe-Madsen en Miehe-Glauert; Polen, Staniewskich en het nieuwe 4 masten-circus „Arena"; Spanje, Gran Circo Feyoo en Cir- co La Alegria en tenslotte Rusland, waar net circusbedrijf zoo winstgevend was, dat de overheid dit zelf ter hand heeft genomen, en de Staats-circussen alleenheerschers zijn. zijn. Ik ben met u thans kris-kras Europa door getrokken en heb slechts de meest belang rijke genoemd. Het spreekt vanzelf, dat zich hier nog tallooze kleineren omheenscharen, doch deze interesseeren u toch wel niet, en bovendien zou het nog kunnen gebeuren, dat zij mij niet zouden willen te binnenschieten. Voor wij echter afscheid nemen van Europa, ga ik nog even met u in de historie terug, daar ik niet mag verzuimen den naam te noe men van den grootsten circusman in Rusland vóór het ontstaan der Staatscircussen, Al- bert Salamonsky. Voor zoover Europa. Of een volk blank, zwart of geel is van huidskleur, de circuskunst is een kunst die overal ter wereld gewaardeerd wordt: Zoo ontmoeten wij in Afrika Pagel; in Azië, Harmstone of tewel de „Barnum van het Oosten" en in Australië, Wirth, en zoo zijn wij dan aangeland in de Nieuwe Wereld, de Ver. Staten met „Ringling Bros-Barnum Baily Circus", het grootste circus ter we reld: 450 artisten in engagement, 800 arbei ders, 400 employés, eigen spoortreinen, ja zelfs een eigen bank. De namen Barnum Baily zullen u wellicht bekend in de ooren klinken als de impresario's van abnormali teiten. Zij waren vóór Ringling ook de groot ste circusdirecteuren, doch na een slecht Europeesch tournee waren hun rivalen de Ringling Brothers in staat de zaak op te slokken, en zoo ontstond het thans grootste circus ter wereld. Ik heb u nu een overzicht gegeven van de branche, zooals deze er momenteel voor staat, en ik ben ervan overtuigd, dat die men schen. die zoo gaarne beweren dat „het cir cus uit den tijd is" even beduusd zullen kij ken, en tot de ontdekking zullen komen, dat juist in dezen tijd van malaise en depressie 's menschen belangstelling over „circus" niet in verhouding is met 's menschen portemon- naie, en om dit nog te onderstrepen, wil ik nog even de volgende feiten aanvoeren: Europa's grootste circus, Carl Krone met een dagonkostenstaat van een slordige 15.000 R.M. bestaat nog! In Berlijn speel den voor kort Carl Hagenbeek en Kapitan Alfred Schneider u ziet, deze is er ook weer tegelijk en maakten beiden uitsteken- -522» G. P. BAKKER 54) t/eter. het beste zal zijn dat we jou een daiu?m je middel knoopen en dat jij af- t m de diepte" «ik. Waarom ik? Ik heb de plaats aan- *at ^en""33* een van iullie nu 00't eens «Bastiaan dan. Ik denk er niet aan, in k 'J* r<>nd te wroeten. Je hebt mij er jS genaaid om de schatten te vervoeren rf' jf, daarmee helpen, maar mödd» ze' Bastiaan. „Ik wil wel in den vtrdpr wro€ten als mÜ miin Scheel *lijk" n '<an wentelen in het aardsche «Wo**» met ons drieën gelijk op", -,c ^eter voor 7 "Y voor. «n's' dripl3' ziin We kunnen het met ben l Als drie man ze begraven In ordu»nen drie man ze er uithalen". hebt, ?n<jer 0 ezei Bastiaan. „Het blijft dus *ts verrajgjj^11 en 3311 n'emand, wien ook, ben zweer ik", sprak de man van Wer- sft JjQj. j een touw om den a .n tot ot langzaam zakken van fige wat.-i "k daalde af in het mod- bukte zich, zocht met zijn handen, groef in den modder. De anderen keken vol spanning. „De pak ken liggen niet die onder den bodem", zei Peter. Bastiaan grabbelde den geheelen kant af „Niets", zei hij. „Modder en steenen, an ders niets". „De pakken moeten ginds in het midden liggen", zei Peter. Bastiaan liep verder de plas in. Hij voel de met zijn voeten, stond tot aan de schou ders in het water. „Niets", herhaalde hij. „Niets". Saxon en Marion hadden het geheele ge sprek kunnen volgen. Ze zaten doodstil hand in hand. Eindelijk werd de nieuwsgierigheid den overste te machtig. Hij drukte Marion de hand, stond voorzichtig op en keek over den muur. Bij het flikkerende fakkellicht zag hij twee mannen aan den kant van den plas staan en een derde tot aan het hoofd in het water De langste had iets bekends in zijn hou ding, maar Saxon kon hem niet thuis brengen. De man draaide het hoofd om. Saxon dook weg, ofschoon ze, in het licht staande, hem in de duisternis niet zouden kunnen zien. „Kom er maar uit", beval de man van Weiten. Zoo geeft het niets". Ze haalden het touw in. Bastiaan liep naar den kant. Moeilijk klom hij tegen den wal op. Als de beide anderen hem niet op getrokken hadden, zou hij weer in het w i*» zijn getuimeld. Hij vloekte. Op het droge geklommen, bekeek Bas tiaan zich van onder tot boven. Het modde rige water liep uit zijn kleeren. Van zijn voeten tot zijn schouders was hij door een dikke slijklaag bedekt. Hij rilde. „Vervloekt beroerd werk en alles tever geefs", bromde hij. De drie mannen hielden krijgsraad. „Zoo gelukt het ons nooit", oordeelde de man van Werben.. „Eén van ons moet zich ontkleeden en duiken met een touw onder de armen Het is niet prettig, misschien ge vaarlijk, maar de belooning is de moeite waard lk vertrouw, dat jullie kunt zwem- men Zeker" Wil jij het doen, Peter?" „Ik denk er niet aan „En je mooie vrouw dan? Denk eens aan haar". Stik" "Gelijke monniken, gelijke kappen Laten we" er om raden" stelde Bastiaan voor. „Ik heb mijn best gedaan, maar ik zie geen andere manier". Ik weet niet", opperde de man van Wer ben of ik zooveel waarde aan goud hecht om'er voor te verdrinken, maar daar je voorstel billijk is, wil ik het niet afwij zen". Ik ook niet", beaamde Peter. "Vooruit dan maar", beliste Bastiaan. ï)e man van Werben tastte in zijn zak lk heb drie geldstukken. Wie het getal raadt moet gaan. Afgesproken". De beide anderen knikten. „Drie", zei Peter. „Twee", raadde Bastiaan. „Blijft voor mij één over". Hij opende zijn hand. „Drie. Peter jij hebt het geraden". „Verduiveld. Ik ben ook altijd het kind van de rekening". „Je belooning is rijkdom en de mooiste vrouw van de wereld troostte de man van Werben. „Bovendien, jij alleen weet de juiste plaats. De wijze vinger van het nood lot". Peter trok zijn kleeren uit. Ze bonden het touw onder zijn armen. Voor hij te water ging zei bij: „Denk er aan. Ik zal naar de plek zwemmen. Als ik duik moet je tot tien tellen en dadelijk ha len als ik boven kom. Geef mij een dolk voor de ratten". „Je bent een flinke kerel, Peter", oor deelde de man van Werben. „Jammer" Wat jammer was, zei hij niet. Peter bond zich een doek voor neus en mond, ging te water en zwom met forsche slagen, het hoofd zoo ver mogelijk boven water, naar het midden van de plas. Toen dook hij. Bastiaan telde: „Een, twee, drietien". Peter's hoofd kwam boven. Hij schudde zich als een poedel. Zijn handen bleven on der water. „Halen", schreeuwde hij. „Halen". Ze trokken hem naar den oever. Hij richt te zich op. In zijn handen hield hij een pak geklemd, gebonden in vuil linnen. „Hoera!" riep Bastiaan. Peter nam het zware pak onder zijn arm. De beide anderen trokken hem op, zoodat hij van steen tot steen kon klimmen „Gevonden", zei hij. „Ik wist het, daar moeten ze liggen". Hij trok aen doek van zijn gezicht. „Geef mij iets te drinken". Bastiaan reikte hem een platte flesch. Peter nam een flinke teug. „Toch gevonden", herhaalde hij. Saxon had alles over den muur heen ge zien en Marion was op een steen naast hem komen staan. Vol belangstelling hadden ze het tooneel gevolgd. De drie mannen waren te zeer in hun onderneming verdiept om aan iets an ders eenige aandacht te kunnen wijden. Toen de man vol slijk met den bundel aan wal kwam, kneep Marion haar met gezel in den arm. „Ze hebben ze", fluisterde zij. „St", antwoordde Saxon. Peter wischte zich af, schoot zijn broek aan Met het pak gingen ze naar de lan taren Het was een fantastisch gezicht. De drie mannen, de een halfnaakt, de tweede zwart beslikt, de modder nog uit zijn klee ren druipend, en de derde, de lange man van Werben, stonden voorover gebogen met begeerige gezichten, scherp uitkomend in het trillende, roode licht der fakkels, naar den grond te staren, waarop zilveren vor ken, lepels, schalen, borden, kommen en an dere voorwerpen lagen te schitteren, glan zend alsof ze gisteren nog waren ge poetst. En tegen den muur teekenden de schaduwen der mannen zich af als spook achtige reuzen. „Minstens vijftig pond zilver", taxeerde de man van Werben. „De moeite niet waard", geen honderdste gedeelte van den schat", oordeelde Peter. „Vijftig pond zilver, zeg twee duizend daalders berekende Bastiaan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9