DE BISAMRAT NADERT.
aan Winterhanden
en Wintervoeten
KLOOSTERBALSEM
lil H B
lif Iii |j
Jhiattem&ciek
Voor 100 jaar.
Qxuncu&ciek
JANTJE'S LEER VAN 'T VERKEER.
EEN BELAGER VAN
ONZE DIJKEN.
Gevaar dreigt uit het Oosten
en uit het Zuiden.
Waakzaamheid vereischt.
ELKEN WINTER LEED HIJ
'm, éH
koopen, wat zij thans moet ontberen. De om
standigheid, dat vele jonge vrouwen voor
hun huwelijk geen huishoudelijk werk hebber
verricht, leidt er toe, dat zij door schade moe-
ten leeren En deze schade kan het gezin niet
dragen zonder in erge mate achterop te ko
men. Vooral daar dikwijls kort na het huwe
lijk een korteren of langeren tijd van werk
loosheid aanbreekt.
Geconstateerd moet worden, dat geleidelijk
het gebrek aan dekking en bovenkleeding
steeds grooter wordt.
Het niet aanwezig zijn van een financieele
reserve bij het huwelijk, en zoo deze er al ge
weest is de langdurige hulpbehoevendheid,
maken het voor vele gezinnen nagenoeg on
mogelijk een belangrijk bedrag in eens te be
stede voor aankoop van z.g. groote stukken
als een nieuw pak voor den man en beddegoed
voor grooter wordende kinderen. Dan worcit
van de hulp van afbetalingsmagazijnen ge
bruik gemaakt, waardoor het gekochte te
duur wordt betaald, of men koopt het benoo-
digde niet, zoodat geslachtsrijpe kinderen
van verschillende kunne soms een zelfde
legerstede deelen, hetgeen tot ongewenschte
toestanden leidt.
In deze zou het verleenen van bijstand,
bv het geven van een renteloos voorschot,
dat met kleine bedragen wordt terug betaalt,
gewenscht zijn. Deze voorschotten dienen te
worden verstrekt door particuliere vereeni-
gingen, dan wel door op te richten borgstd-
lingsfondsen. De kassen der openbare licha
men zijn reeds te zwaar belast dat men deze
ook met het geven van deze voorschotten kan
belasten.
Wel is waar tracht het Brokkenhuis in ver
schillende behoeften te voorzien, doch het be
hoeft geen betoog, dat in den regel de van
particulieren ontvangen goederen, zoo ver
zijn opgebruikt, dat de hulp slechts tijde1 ijk
is, terwijl juist beddegoed, als dekens en
matrassen in een zeer geringe hoeveelheid
werden ontvangen.
W ij meenen dan ook goed te doen in dit
jnaiverslag er op aan te dringen, dat de ver-
eenigingen, in het bijzonder, die vereenigin-
gen, welke over vele vrouwelijke leden be
schikken, een grootere activiteit gaan ont
plooien dan tot nu toe het geval is, voor wat
betreft het geven van raad en bijstand aan
gezinnen.
Het mogen uitspreken van zijn klachten
aan een vriendelijk aanhoorend hulpverlec-
nend mensch geeft dikwijls reeds een opluch
ting. Er zijn meer menschen dan men denkt,
die aan een opbeurend woord behoefte heb
ben. Er is hier een groot arbeidsveld voor
iedereen, die zijn naaste in dezen moeilijken
en zwaren tijd wil steunen.
Onze Vierde November-opgave.
Een Kruiswoord-puzzle.
Van deze interessante „cross-word"
ontvingen wij verschillende goede oplos
singen. Wij laten het geheel ingevulde
diagram hieronder volgen:
Onz Nieuwe Opgave. (No. 5 der No-
vemher-6erie).
Een Rekenkundige puzzle.
In een optelsom zijn alle cijfers door
letters vervangen. Dezelfde letters stelt
steeds hetzelfde cijfer voor.
Haarlem -f- Heerde -j- Haren =Hengelo.
Er wordt gevraagd deze optelling in
cijfers in te zenden.
Oplossingen p.) liefst zoo vroegtij
dig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag
6 Dec. 12 uur aan den Puzzle-Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
(Van onzen specialen redacteur).
Er zijn knaagdieren en knaagdieren,
ook als men ze beschouwt van het
standpunt van den pelshandel. De ge
wone rat bijvoorbeeld heeft een p-ls,
waar weinig menschen wat om geven.
Daarentegen heeft de zilvervos een ha
ren kleed, dat hoog in aanzien staat en
voor goed geld verkocht wordt. Onder
de pelsdieren, wier huid een zekere han
delswaarde heeft, neemt de muskusrat,
of bisamrat (zooals hij naar de Duitsche
benaming veelal genoemd wordt) een
voorname plaats in. Het dier is af
komstig uit Amerika, uit het Noorden
van de Vereenigde Staten en Canada, en
het wordt er om zijn pels ijverig ge
jaagd. Zooiets moesten we ook hier in
Europa hebben, vond indertijd een ze
kere Boheemsche prins. De bever is
danig aan het uitsterven en er mocht
v. el eens een ander dier geïmporteerd
worden, waarvan het bont eveneens
vaarde heeft. Zoo ongeveer moet prins
Mansfeld gedacht hebben, toen hij in
1905 in het toenmalige Bohemen eenige
xemplaren van de bisamrat uit Alaska
importeerde. Het leek hem een prettig
vooruitzicht om er op te jagen en als hij
de huiden te Leipzig op de pelsmarkt
zou brengen, kon er een goed zaakje van
worden gemaakt.
Dat zaakje is wel wat anders
uitgepakt, dan de prins het zich
had voorgesteld. Het bont van
de Europeesche bisamrat heeft
veel minder waarde dan dat
van de Amerikaansche. En in
plaats van een voordeeltje is de
bisamrat voor Europa nu een
bedreiging geworden, doordat
het dier met zijn holen de dij
ken en oevers ondergraaft en
zoo de oorzaak is van instortin
gen en overstroomingen, die
plotseling en zeer onverwacht
zich voordoen. Ook dit knaag
dier plant zich op bijzonder
snelle wijze voort en ondanks
de krachtdadige bestrijding
breidt het gebied van zijn bewo
ning zich over Europa steeds
verder uit, zoodat te eeniger
tijd ook Nederland aan de beurt
zal komen.
Bij de wet van 29 November 1930
(Staatsbl. 443) is het in Nederland ver
boden levende bisamratten te houden,
te kweeken, in te voeren of te vervoeren
op straffe van een geldboete van ten
hoogste 500. Men is hiermede de inva
sie van dit schadelijke dier vóór ge
weest en tot nu toe heeft er zich nog
geen enkel exemplaar in vrijheid binnen
onze landsgrenzen vertoond. Dat wil
echter niet zeggen, dat niet te eeniger
tijd dit schuwe nachtdier hier zal wor
den aangetroffen, wanneer het onge
merkt de grens is gepasseerd. Deskundi
gen meenen, dat het zeer goed mogelijk
is, dat de bisamrat hier te lande al een
paar jaar leeft, voordat'men hem ont
dekt, en dat dan het tegengaan der uit-
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
komt hij daar voor goed van af.
mDoor mijn beroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat oond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon. El-
ken ochtend en aoond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Nu smeer
ik als 't koud wordt oan te ooren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
■voeten gehad.-' ._0,
AKKER'S osiaintii III mtxai
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bfj brand- en snfj wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bfj
Rbeumatlek, spit en pijnlijke spieren
Schroeldoo» 35 ct Potten 62J^ et en f 1.04
fl m XM
breiding, laat staan de uitroeiing,
uiterst moeilijk zal blijken. We zijn
daarom eens op informatie uit geweest
bij den Plantenziektenkundigen dienst
te Wageningen, waaronder deze materie
ressorteert. De directeur daarvan, ir. N.
van Poeteren, en zijn medewerker dr. H.
N. Kluyver hebben ons welwillend over
den stand van zaken ingelicht.
De bisamrat is een uitstekende zwem
mer en duiker. De .gestroomlijnde"
vorm van zijn lichaam duidt het al aan,
dat hij zich in het water thuis voelt.
Zijn ooren zijn klein en kunnen worden
gesloten, wanneer hij onder water
duikt; met zijn kleine schichtige kraal-
oosdes kijkt hij wantrouwend in het
rond. Tusschen de teenen heeft hij
kleine zwemvliezen en de snelheid van
beweging in het water zal hij wel „voor
namelijk bereiken met zijn langen" glad
den staart, die rond uit het lichaam
komt doch verderop zijdelings is afger
plat. Dat is een speciaal kenmerk van
dit dier, hetwelk hem gemakkelijk van
andere soorten doet onderscheiden. De
vacht is zacht en glimmend en bestaat
uit dicht aaneengesloten haren. De bo
venkant van de vacht is bruinachtig, de
onderkant doorgaans gri}6. De onderlaag
bestaat uit fijne korte grijsachtige wol
haren; daar steken de dekharen boven
uit, die voor den handel worden afge
schoren. De lengte van het dier is onge
veer 30 centimeter, met den staart mee
45 centimeter.
Zijn levenswijze nu houdt een bedrei
ging in voor dijken en oevers. Hij graaft
namelijk des zomers een hol, dat onder
water begint en langzaam oploopt tot
een eindje boven den waterstand. Aan
het einde daarvan bouwt hij zijn nest en
werpt het wijfje de jongen. De voort
planting geschiedt zeer snel: drie maal
per jaar heeft er een blijde gebeurtenis
plaats in het bisamratten-gezin, waarbij
telkens acht tot tien kleine ratjes wor
den geboren. Het klimaat, dat in Europa
milder is dan in de Amerikaansche
streken, bevordert dat nog bovendien en
het overvloedige voedsel, dat hier voor
de dieren te vinden is, staat een snelle
uitbreiding van het aantal geenszins in
den weg. De dieren leven in kolonies,
zoodat de holen en gangen in de dijken
dicht opeen liggen. Bij hoog water of
sterken druk kan dan op zoo'n plaats
plotseling de waterkeering bezwijken,
zonder dat men het heeft zien aanko
men, doordat de bisamratten zich zel
den laten zien en de holen geheel ver
borgen liggen.
Daar het een nachtdier is en het zich
overdag volkomen schuil houdt, kan
men er alleen op jagen in maanlichte
nachten en met de grootste omzichtig
heid. Dat doet men dan ook in Duitsch-
land, waar de jacht door premies wordt
aangemoedigd en de bestrijding van
rijkswege is georganiseerd. Bij min of
meer strenge winters is hun aanwezig
heid beter te onderkennen. Hun winter
nesten bestaan uit opgehoopte planten-
deelen, die boven het water uitsteken en
waarin zij een warm holletje vinden.
Aan een winterslaap doen ze niet; ze
eten hun nest langzamerhand op en be
ginnen in de lente weer het bedrijviger
leven in nieuwe holen. Zij voeden zich
met de stengels van waterplanten, met
de wortelstokken van riet en met bie
zen. In den zomer valt hun bestaan dan
cok af te leiden uit de aanwezigheid van
afgebeten stukken riet e. d., die op het
water drijven, want er is hier geen an
der dier, dat zich op deze wijze voedt.
Sedert nu een dertigtal jaren geleden
in Bohemen eenige paren van de bisam
rat zijn uitgezet, heeft hij zich met
groote snelheid verspreid. Het tegen
woordige Tsjecho-Slowakije benevens
Zuid-Duitschland is er geheel mee be
smet. Ondanks de krachtdadige bestrij
ding heeft men de uitbreiding niet kun
nen verhinderen. Telken jare komen er
op de kaart in het museum van den
Plantenziektekundigen dienst weer
nieuwe vindplaatsen bij en de ervaring
is, dat elke „infectie" een haard vormt
van nieuwe verspreiding. Zoo is de bi
samrat nu al aangetroffen in de omge
ving van Hamburg en nabij Osnabrück,
op 93 K.M. van onze grens. In Nederland
is de bisamrat nog niet gezien, maar
men dient hier wel degelijk op zijn qui
vive te zijn. Alarmeerende geruchten,
die eenigen tijd geleden de ronde heb
ben gedaan, zijn gelukkig niet bewaar
heid.
Uit de Abcmoai eche Courant
van 30 Nov. 1835.
Binnenlandsche Berigten.
Rotterdam 20 November. Woens
dag j.1. ie alhier de roomscli
katholijke kerk van St. Laurens
in den Houttuin zeer plegtig
ingewijd, door Z. Eminentie den
bisschop van Cirium, baron van
Wijckersloot van Schalkwijk,
bijgestaan door eene talrijke
priesterschaar. Eene talrijke
menigte, waaronder commis-
siën uit de stedelijke regering
en de regbanken, alsmede ver
scheidene andere zoo 's lands
als stedelijke hooge ambtena
ren en aanzienlijke personen,
heeft deze plegtigheid bijge
woond. Tot een blijvend aan
denken aan de belangrijke bij
drage, waardoor Z. M. de Koning
de gemeente in het tot stand
brengen van dezen prachtigen
tempei zoo aanmerkelijk onder
steund heeft, is een marmeren
gedenksteen in denzei ven opge-
rigt.
's Gravenhage den 23sten No
vember. In de bijeenkomst der
Tweede-Kamer van heden is in
gekomen eene koninklijke bood
schap, ten geleide van een ont
werp van wet, waarbij de wet
van 19 December 1835, tot be
teugeling van onrust en kwaad
willigheid, voor een jaar ver
nieuwd wordt, alsmede de be
sluiten van Z M., waarbij de
baron van de Mey van Streef
kerk, uit hoofde van den slech
ten staat zijner gezondheid, op
zijn verzoek, zijn ontslag be
komen heeft als secretaris van
Staat de graaf Schimmel-
pennink in deszelfs plaats aan
gesteld, en di baron de Mey
tot menister van Staat benoemd
wordt.
Een aantal ingekomene peti
tiën, betrekking hebbende op de
belangen van den landbouw, op
de indeeling des F.ijks in reg-
terlijke arrondissementen en
kantons, op de veranderingen
der wet op het personeel, enz.,
wordt naar de commissie, ge
zonden
De vergadering is gescheiden
zonder bepaling van den dag
der volgende bijeenkomst.
Het grootste gevaar schuilt
echter thans niet in Duitsch-
land, maar in België. In de
Kempen is de bisamrat onlangs
over een groot gebied te voor
schijn gekomen, waar hij onmo
gelijk meer kan worden uitge
roeid. Tot op 25 K.M. is deze
schadelijke graver onze grens
genaderd en men verwacht, dat
hij weldra ook hier te lande
zijn ondermijnend werk zal
gaan verrichten. De uiterste
waakzaamheid is dan ook gebo
den. Vermoedelijk zijn ze in
België gekomen van Frankrijk
uit, waar ze indertijd eveneens
zijn ingevoerd en wel door den
zelfden prins Mansfeld, die de
Centraal-Europeesche epidemie
onwillens heeft veroorzaakt.
In het waterrijke Nederland is het
door de bisamrat veroorzaakte gevaar
natuurlijk veel grooter dan in Tsjecho-
Slowakije en Zuid-Duitschland. Sommi
gen meenen, dat dit licht kan worden
overschat, omdat de groote dijken, die
van de aan den binnenkant gelegen
slooten voor het dier bereikbaar zijn,
geen gevaar zouden loopen wegens de
omstandigheid, dat de dieren hun gan
gen nooit langer dan vier meter plegen
te maken. De kleinere dijkjes en kaden
kunnen er echter gemakkelijk het
slachtoffer van worden en daardoor is
de kans van overstroomingen niet
denkbeeldig. Hoe de bisamrat zich hier
zal gedragen, staat nog niet vast; wel
zal zijn aanwezigheid belangrijke kosten
voor dijktoezicht en reparatie aan ka
naaloevers en dergelijke met zich mee
brengen.
De moeilijkheid bij het weren van dit
schadelijke dier ligt vooral daarin, dat
de aanwezigheid toevallig ontdekt moet
v orden. Daarom zal men goed doen,
eiken vondst aan den Plantenziekten
kundigen dienst te Wageningen te rap
porteeren. Behalve aan de hierboven ge
schetste uiterlijke kenteekenen is de
bisamrat te onderkennen aan den mus-
kusachtigen reuk van het vocht, dat hij
afscheidt wanneer hij in angst zit
Daarmee verjaagt hij zijn vijanden, doch
de mensch zal zich daar juist niet door
moeten laten afschrikken. In het water
is er natuurlijk niets van te merken en
speciaal de visschers zullen hem des
nachts het eerste kunnen zien, wanneer
hij in riet en biezen zijn voedsel zoekt.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1412.
Stand.
Zvv. 12 sch. op: 4, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 17,
18, 21, 25, 36.
W. 12 sch. op: 23, 24, 29, 30, 33, 34, 38,
39, 40, 42, 43, 47.
Oplossing.
L 47—41 t 36:47
2. 38—32 2, 47 :36
3. 32—27 3. 21 :32
4. 24—20 4. 35:28
5. 33 2 5. 15 44
6. 2:5
Combinaties.
In de volgende positie
m mm m m
m awê 1® m
44444444* 44444444. 42
m wm
m
wm.
Zw. 10 sch. op: 1, 6, 8, 9, 10, 11, 13, 19,
20, 25.
W. 10 sch. op: 22, 28, 29, 32/35, 39, 48, 49.
wint wit door:
1. 22—18 1. 13:22
2. 28:17 2. 11 :22
3. 29-23 3. 19 :37
4. 48—42 4. 37 :48
5 33—28 5. 22 :44
6. 49 40 6. 48 30
7. 35: 2!
Ook in den stand, die nu volgt, is
winst voor wit mogelijk.
Zw. 9 sch. op: 10, 12, 13, 14, 16, 18, 20,
22, 36.
W. 9 sch. op: 21, 25, 27, 31, 33, 43, 44,
46, 47.
Wit speelt n.1.
1. 33—28 1. 22 33
2. 47—41 2. 36:47
3. 46—41 3. 47:36
4. 31—26 4. 36 :22
5. 43—39 5. 16:27
6. 39:19 6. 14:23
7. 25: 5!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1413 van A. Roos te Alkmaar.
Zsv. 11 sch. op: 5, 8, 9, 10, 13, 17, 18, 19,
22 27 31.
W. 11 sch. op: 29, 30, 33, 36, 38, 39, 41,
42, 46, 47, 49.
Een nieuwe compositie van onzen
stadgenoot, waarvoor wij gaarne een
plaatsje afstaan.
In onze volgende rubriek geven wij
de oplossing.
95. Jantje zorgde eerst voor een lantaarn
Maar hij wilde het eens extra-mooi doen er»
deed er een rood vloeipapier ooi. Nu weet ,e
dat een rood licht beleekent dat je niet door
mag rijden. In alle straten waar Jantje dus
met zijn roode licht verscheen, dachten de
menschen, dat er gevaar was en het heeie
verkeer liep er door in de war.
96. Het eind van het liedje waa, dat Jan-
tje's fiets door een agent in beslag werd ge
nomen met de boodschap, dat hij nooit meer
op een fiets mocht rijden. Jantje Het het er
echter niet bij zitten. Hij kroop in het schuur
tje van zijn vader en besloot een eigen auto
te gaan maken.