Weer een schip bij Egmond gestrand. F I VIER JONGE MENSCHEN VERDRONKEN. De Jos Maria uit Schiedam op het strand geloopen. De bemanning door de Egmondsche reddingboot gered. Een foto van de „Jos Maria" na de stranding. De geredde bemanning, v.l.n.r.stuurman D. Zwana, machinist B. v. d. Peet, kapitein Fleurbaai, matroos H. Geval en de kok F. Rijpsma (allen Ie rij) Links met hoed de secr. der N.Z.H.R.M. H. Th. de Booy. itha» mtSk m JHR. VAN RIJCKEVORSEL 7n den ouderdom van 77 Jaar is giste ren op zijn landgoed de Wamberg te Berlicum (Fr.) overleden jhr. mr. F. J. J. M. van Rijckevorsel, oud-lid van gede puteerde staten van Noord-Brabant. Dr. HENRI POLAK BUITEN VERVOLGING. Klacht van Mr. v. Vessem ongegrond verklaard. Naar aanleiding van een kroniek in „het Volk" van den heer dr. H. Polak diende mr. van Vessem (N.S.B.) bij de justitie te Amsterdam een klacht in wegens „aanzetting tot moord". De offi cier mr. H. A. Wassenberg dagvaardde den heer Polak wegens opruiing tot ge weld met vereende krachten. De heer Polak kwam tegen deze dagvaarding binnen den hiertoe ge6telden fermijn in verzet en in raadkamer bepleitte mr. M. Mendels (SD.A.P.) deze zaak. De rechtbank echter verwees de behande ling naar de openbare zitting en ver wierp zich het verzet tegen deze dag vaarding, doch wijzigde deze dagvaar ding in dien zin dat hij den opzet van den heer Polak niet aannam, wel echter een voorwaardel ijken opzet. De officier appeleerde van deze be slissing en ook het gerechtshof behan delde het verzet in raadkamer. Het ge rechtshof gaf hierop thans een beslis sing en stelde den heer Polak buiten vervolging, daar naar het oordeel van dit college geen strafbare handeling plaats had en ook de voorwaardelijke opzet ontbrak. DIEFSTAL OP HET STATION TE LEEUWARDEN. Ongeveer f 15000 uit de brand kast gestolen. Vermoedelijk in den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebro ken in het kantoor van de amb tenaren van het bestelgoede- ren-bureau der Nederlandsche spoorwegen aan den Stations weg te Leeuwarden. Met een valsche. sleutel is de brandkast opengemaakt, waar na de dieven den inhoud ten bedrage van 15000 16000 hebben meegenomen. De gepensionneerden, die he denochtend hun pensioen in ont vangst zouden nemen, moeten thans tot morgen op uitbetaling wachten. Van de dieven heeft men geen spoor kunnen ontdekken. De po litie 6telt een uitgebreid onder zoek in. k Gehuurde auto verdwijnt met de inzittenden ongemerkt in de Zuid-Willemsvaart. Heelt de bestuurder te hard gereden? Hedennacht heeft een ernstig on geval plaatsgehad, waarbij vier personen om het leven zijn geko men. Gisteravond hadden 4 jonge mannen. een zekere H. Gielen, twee gebroeders Peeters en een vierde, wiens naam nog niet bekend is, bij den garagehouder J. H. C. A. M. Jonges te Weert een auto ge huurd om daarmede naar Maas tricht te gaan. In den nacht zijn zij via België naar Weert teruggereden. De weg loopt langs de Zuid-Wil lemsvaart. Bij de zinkfabriek van de N.V. Kempensche Zink-Mij. te Dorp- plein-Budel, maakt de weg op de laats waar in den weg een brug igt, over den ingang van de haven der zinkfabriek, een bocht naar rechts. Op deze plaats is de auto waarschijnlijk met groote vaart, doordat de bestuurder van den wa- en, de ongeveer 25-jarige H. Gie ren, de bocht niet heeft bemerkt, in de haven der zinkfabriek gereden. Tragische vondst. Deze haven is ruim twee meter diep, zoo dat het voertuig nagenoeg geheel onder wa ter verdween. In den nacht heeft niemand iets van het ongeval bemerkt. Eerst heden ochtend bij het aanbreken van den dag vond een schipper in de haven de auto en toen rea liseerden zij zich, dat zij omstreeks één uur in den nacht een hevige plons hadden ge hoord, veroorzaakt door het te water rijden van de auto. Ongemerkt den dood ingegaan «HM Met de kraan van de zinkfabriek werd het vaartuig op den wal geheschen. De vier jon gemannen, allen van ongeveer denzelfden leeftijd en afkomstig uit Nederweerd, zaten nog in den wagen. Bij allen waren de le vensgeesten reeds lang geweken. Voorloopig zijn de lijken op het terrein van de zinkfa briek opgebaard. In den loop van den och tend worden zij naar Weert vervoerd. Over de oorzaak van het ongeval tast men in het duister. De auto was een bijna nieuwe vier- deurs Chevrolet. Vermoedelijk heeft men te hard gereden en is men in de bocht van den weg geslingerd. Wie de slachtoiiers zijn. Inzake dit ernstige ongeluk, vernemen wij nader, dat de auto werd bestuurd door den 23-jarigen H. L. Gielen, fourage-handelaar te Nederweerd. Achterin de auto zaten de 23- jarige slagersknecht Th. Peeters uit Neder- weert en zijn broer de 30-jarige F. Peeters, chauffeur van beroep en de 18-jarige G. Hulskens uit Weert, van beroep slagers knecht. De laatste was onder weg in den wagen gestapt, terwijl zijn fiets voor op den wagen werd bevestigd. Hedenochtend zijn de lijken naar Weert overgebracht OPGELEGDE SCHEPEN. Per 1 December waren in de Amsterdam- sche haven acht schepen van Nederlandsche nationaliteit opgelegd, n.1. de s.s. Singkep (6669 Bruto Reg. Ton), Soemba (6800), J. Pzn. Coen (11140), Zaanstroom (1519), Jaarstroom (1718), Amsterdam (8670), Flandria 10171), Zeelandia (7995), alle thuisbehoorende te Amsterdam. DOOD IN DEN TREIN. Met een revolver in de hand dood in een toilet-inrichting gevonden. In den trein, welke te 3 min. voor zeven uur gisteravond op het sta tion H.S.M. te 's-Gravenhage aan kwam vond de hoofdconducteur in een coupé de hoed en jas van een passagier, doch niet den eigenaar daarvan. Bij onderzoek bleek een der toiletten te zijn afgesloten. Toen dé deur was opengebroken vond men den passagier met een revol ver in de hand dood op den grond1 liggen. Het bleek te zijn de 65- jarige heer de G. uit Goude. De po litie stelt een onderzoek in. Nadere bijzonderheden. De wagon, waarin het drama zich had afgespeeld, werd uit den trein gehaakt en op dood spoor gereden, waarna de inmiddels gewaarschuwde politie een grondig onder zoek instelde. De medereizigers in dezen wa gon werden aan een verhoor onderworpen, doch niemand kon verklaren een schot te hebben gehoord. Bij het verder ingestelde onderzoek wees alles erop, dat hier geen misdrijf in het spel is gc«/eest, terwijl aangenomen wordt, dat het ft.beurde zich tusschen Rotterdam en Den 1 laag heeft voorgedaan. De Geneeskun dige Dienst heeft het lijk naar het zieken huis aan den Zuidwal overgebracht. Naar wij vernemen is de bewuste persoon V. de G., directeur eener melkfabriek, uit Gouda afkomstig. Uw circulaire kwam reeds in de pruilemand; Uw advertentie bracht U menig nieuwen klant! Voor de derde maal binnen weini ge weken is een schip op de Eg mondsche kust gestrand. Het is het 230 ton metende motor-vrachtschip de Jos Maria .eigenaar de kapitein Hendrik Fleurbaai uit Schiedam. De uit 5 koppen bestaande beman ning iê door de Egmondsche roei- reddingboot gered. Of het schip als verloren moet worden beschouwd staat nog niet vast. Nauwelijks is Egmond bekomen van den schrik van de stranding van de Kerkplein en Drente ,of opnieuw heeft de storm een 6chip op de kust geworpen. Het is Zondagnacht half drie. Stil en verlaten liggen de straten in het schijn sel der lantaarns. We ontmoeten nie mand op onzen weg naar het strand, alles slaapt. Maar reeds zijn de roeiers van de reddingboot gewaarschuwd en komen aangesneld in het nachtelijk duister. Er is weer een schip in nood. Een strandjutter heeft een noodsignaal opgevangen 2 K.M. ten Zuiden van Eg mond, spoedt zich naar het dorp om hulp en nog geen uur later is de red dingboot reeds onderweg. Spookachtige schimmen bewegen zich over het strand. De paarden trekken de reddingboot, de bemanning spoedt zich er achter aan. De storm buldert uit het Zuid-Westen, de regen valt bij stroomen. Daar klieft een bliksemschicht de lucht, al6 om het geheel nog spookachtiger te maken, de donder ratelt. Met eentonige regelmaat werpt de vuurtoren zijn schijnsel over het strand en de woeste zee. koffie en heete cognacgroc aan. Cigaret- ten doen opgeld! Glunder warmt de be manning zich om de warme kachel. De kapitein vertelt. Kapitein Fleurbaai vertelt ons van de rampsoedige reis. De Jos Maria was Zaterdagmiddag met een lading van 200 ton stijfsel van Zaandam vertrokken met bestemming Rochester bij Londen, waar hij Maandagmorgen hoopte aan te komen. Om 4 uur passeerde hij IJmui- den. Alles was wel. Zaterdagavond om streeks 11 uur geraakte door het ont zettend sle'hre weer de motor defect. De motor liep op 1 been, zooals de kapi tein het uitdrukte dwz..op één cylin- der. Hij had te weinig kracht om de schroef te trekken. De Jos Maria heeft één schroef. Voortdurend is toen go- tracht de motor weer op gang te krijgen met behulp van de luchtpomp. Ook deze weigerde tenslotte echler. Op een duur gaf de motor het geheel op. Men was toen nog 20 mijl uit de kust, ongeveer halfweg tusschen IJmuiden en Egmond Intusschen was het Zondagmiddag twee uur geworden. Besldten werd toen de ankers te presenteeten. Aanvankelijk gelukte dit wel. De storm nam evenwel in hevigheid toe en draaide naar het Zuid Westen. Toen begonnen de ankers mee te krabben en dreef de Jos Maria steeds dichter naar de Egmondsche kust. Nog dacht men niet aan gevaar. Als de storm bedaarde zou de motor nage zien worden en de reis naar Rochester worden voortgezet. Maar ih den loop van de Zondagnacht werd de toestand steeds critieker. Om half twee sloeg het schip, vermoedelijk doordat de ankers Als het schip bereikt is, wordt met vereende krachten de boot in zee ge bracht. Tot aan zijn borst loopt Jozef van der Pol het kokende water in om zijn paarden aan te zetten. Het weinige pu bliek helpt mee en vrij spoedig is de boot vlot en zet schipper Jan van der Plas, die onderweg reeds een lichtsig naal gaf, dat hulp in aantocht was, koers het schip. Welk een geluk, dat het zoek licht uit Petten thans te Egmond gesta- tionneerd is. Fel beschijnt zijn lichtbun del de reddingboot. Op het achterschip van de Jos Maria ziet men de beman ning, de zwemvesten bij de hand, gereed staan. Daar ligt de reddingboot reeds langszij. Een lijn wordt uitgeworpen en ah, de boot vast ligt, springt de beman ning in de reddingboot. Even appèl! Ja, allen zijn gered. Het kost nogal moeite om de boot, die door de woeste zee, die over de Jos Maria heen slaat en de be manning in de reddingboot bedelft, vastgezogen wordt tegen het schip, vlot te krijgen. Maar het lukt en weldra heb ben de stoere Egmondsche redders de aan de zee ontrukte prooi veilig aan het strand gebracht. Weer is het réunie in café de Boei, vermaard door de vorige stranding. Weer sleept eigenaar P. v. d- Pol met vrouw en dochters dampende koppen gebroken waren, over de zandbanken. De kapitein liet noodseinen geven. Een knalsignaal werd door niemand opge merkt. Toen werden drie vuurpijlen af geschoten, die tenslotte opgemerkt wer den door W. Sander, die in de buurt aan het strandjutten was, met zijn licht een sein gaf, dat hij de noodsignalen begre pen had en naar het dorp snelde om hulp. Spoedig was nu de reddingboot uitgebracht en de bemanning veilig aan wal. De geredde bemanning. De bemanning bestaat, behalve uit kapit. Fleurbaai, uit: D. Zwania, stuur man, Leeuwarden; B. van der Peet, ma chinist, Rotterdam; H. Geval, matroos, Amsterdam en Fr. Rijpsma, kok, uit Amsterdam. De Jos Maria ligt precies evenwijdig aan het strand, met de kop naar I Jmui den. Het schip heeft geen water in ge kregen. Het schip is voor 35.000 ver- z- kerd bij Lloyd's. Ook de lading stijfsel, toebehoorende aan „de Bijenkorf" te Zaandam, is verzekerd. De Jos Maria had wel radio aan boord, doch alleen een ontvangtoestel, zoodat ge>n seinen gegeven konden worden. Het was een geluk dat de noodseinen door een strandjutter waren opgemerkt Anders had de opheffing van de kust wacht misschien ernstige gevolgen ge had, want met het opkomende water omstreeks half zeven was het hoog water zou de positie van de beman ning steeds critieker geworden zijn. De bemanning van de redding boot. De reddingboot was bemand met: J. v. d. Plas, schipper en de roeiers: C. van Pel, Alb. Gul, W. ten Bruggencate, W. en D. Dekker, Cor Wijker, Arie Wij- ker. Arie Wijker Hzn., Joh. Wijker, N. de Graaff, P. Zwart en Alb. Dekker. Dank zij hun kranig optreden is deze stranding weder verloopen, zonder dat menschenlevens te betreuren zijn. De kapitein vertelt. Wij zijn in verband met het bovenstaande nog even naar Egmond getogen, waar wij in het café „de Boei" een onderhoud hadden met den kapitein van de Jos Marie H. Fleur baai. In dit in de onmiddellijk nabij het strand gelegen café met een sterk Egmonds karakter (de eigenaar, zeer vertrouwd met de jutters, visschers en stroopers, maakte nog deel uit van den vorigen raad) heerschte een genoege- lijke gezelligheid. Om de flink brandende kachel, dampte de over stoelen gehangen kleeding van de geredde bemanning, die zelf van nieuwe kleeren voorzien in conversatie was met enkele leden van de reddingboot, flinke jongens, die er ook wel eens met de lichtbak op uittrekken en andere bezoe kers, w.o. journalisten en persfotografen. De kapitein van de Jos Marie zat gezellig op het biljart, met enkele journalisten om zich heen. Op een vraag of hij, door uit te varen, on danks het feit, dat „weest op uw hoede" ge seind was, geen te groot risico op zich had genomen, antwoordde hij met groote stellig heid, dat dit niet het geval was. De schuit was niet te zwaar geladen. Wij hadden voor 8 dagen voer aan boord en ik meen dan ook volgens goed zeemanschap te hebben gehan deld. Wanneer de motor niet onklaar was geworden, dan hadden wij wel een bange nacht gehad, doch was er van gevaar geen sprake geweest. Nu onze beweegkracht ons echter in den steek liet, was er geen houden aan. Zaterdagmiddag 4 uur, zoo vervolgde hij, zijn wij IJmuiden uitgevaren en Zaterdag nacht geraakte de motor onklaar. Wij gooi den de boot op anker en probeerden de motor te herstellen. Toen gisteravond om 11 uur de storm, met zwaar onweer en hagelbuien, kwam opda gen, dreef de boot achter zijn ankers weg naar de kust. Wij sloegen over de bankn heen, de ankers braken, hetgeen een geluk was, aangezien de boot er anders stellig on derdoor zou zijn gegaan. De golven sloegen over de boot. Toen de boot over de banken ging beleefden wij benauwde oogenblikken. Ik had op het achterdek de bemanning in het stuurhuis verzameld, zoodat er geen kans was, dat de mannen wegsloegen. Met vuur pijlen hadden wij signalen gegeven en om half drie verscheen de reddingboot. Toen deze op zij kwam, heb ik eerst van de be manning der reddingboot advies ingewonnen of het noodzakelijk was, dat de bemanning het schip verliet. De schipper van de reddingsboot adviseer de de boot te verlaten, omdat het weer vol gens hem nog slechter zou worden. In de boot. Hierop gaf ik de bemanning verlof om in de boot te gaan en persoonlijk was ik de laatste die het schip verliet. Het weer werd inderdaad zeer gevaarlijk. De reddingboot kon zelfs niet meer loskomen van de Jos Ma ria, waaroverheen de golven in de reddings boot sloegen. De redding werd inderdaad een zeer moeilijke. Doordat twee mannen vanaf de kust meteen tot hun schouders in liet water waren gegaan, gelukte het verbin ding met het strand te krijgen en de redding boot van de Jos Maria af te trekken. Daar door waren wij gered en nadat wij onze red ders geholpen hadden om de reddingboot zoover mogelijk op het strand te plaatsen, liepen wij naar dit prettige café waar wij uit nemend werden verzorgd en een goede nacht hebben doorgebracht. De stuurman, de machinist en de twee matrozen, ongetrouwde flinke jonge kerels van 28, 32, 24 en 19 jaar, waren eveneens vol lof over het door de bemanning van de reddingboot gepresteerde. „Wij waren", aldus den stuurman, „geluk kig in de boot, toen het licht uitging Het was toen zoo donker, dat wij elkander niet konden zien en wij moesten elkander vasthou den om niet uit de boot te slaan. Jammer dat mijn lichtbak in beslag genomen is. Een van de leden van de bemanning der reddingsboot bevestigde deze verklaring. Wij hebben, zoo zeide hij, een heele steun gehad aan het nieuwe licht. Wij weten echter wel wat de zee is, maar niet wat zoo'n radiokast beteekent en toen dat licht door de er over slaande golven uitging en wij elkander zelfs niet konden zien en groote natte sneeuwvlok ken om ons zwiepten, zeide ik tot den schip per; hadden wij nu mijn strooperslichtbak, die bij de Drente zulke goede diensten kt bewezen, maar, die juist Donderdag inT slag is genomen Wij hadden er hier mm aan dan de ambtenaren op het kantonen recht. Wij liepen, zoo vertelde hij, tot aan onzen hals, elkander vasthoudende, in het wateren slaagden er in verbinding met de reddi™ boot te krijgen, die maar tegen het schin werd gezogen. Eindelijk konden wij de boot los trekken en om drie uur stonden de me», schen op het strand. Wij zijn blij het er rnn goed afgebracht te hebben. De schipper van de reddingboot vertelt. De schipper van de reddingboot, de heer v. d Plas, die pas om half tien tijd had zijn ontbijt te gebruiken, werd op dat moment ge- complimenteerd door den secretaris van de N.- en Z.-H. Reddingmaatschappij, den'heer de Booy, voor het mooie stuk werk en ver klaarde zich onmiddellijk bereid om den heer Booy naar het strand te vergezellen. Deze, begrijpende, dat mevr. v. d Plag thans zwaarder wegende rechten kon laten gelden, wees dit met een vriendelijk gebaar af en verdween in een ondeelbaar oogenblik om te voorkomen, dat de schipper toch zijn ontbijt in den steek zou laten. Wij kregen toen gelegenheid een poosje met den stoeren schipper te spreken. Om half twee, zoo vertelde hij, werd ik door Willem Sander gewaarschuwd, dat er een schip tusschen de banken lag. Sander had gelijktijdig den burgemeester en de kustwacht gewaarschuwd en onmiddel- lijk begaven de burgemeester en ik ons naar het bootenhuis om met behulp van een kijker de situatie op te nemen. Direct stond voor ons vast, dat he. schip in een gevaarlijk positie was. Ter stond gaven wij het bevel de bemanning van de reddingboot te waarschuwen, en de paarden te halen. Een en ander had een ver bazend snel verloop. De mobilisatie vor derde precies een half uur en gelukkig was het laag water, zoodat wij met de boot langs het strand konden trekken. Wanneer wij uur later waren gewaarschuwd, dan zou het niet mogelijk zijn geweest om bij de boot te komen. Op de strandingsplaats hebben wij direct het nieuwe zoeklicht in werking gesteld. De bemanning van de Jos Maria seinde steeds om hulp. Wij hadden weinig met den stroom te ma ken, cmdat de vloed op kwam en daardoor konden wij de reddingboot tegenover het ge strande schip in zee laten, hoewel de lan ding zeer hevig was, zoodat stukken water over boord sloegen. Toen wij tegen het gestrande schip lagen, sloegen stukken zee over dit schip in onze boot en wij kregen als het ware een herhaling van de tweede redding van de Drente, doch de redding was moeilijker, omdat wij maar steeds tegen de Jos Maria bleven aangezogen De Egmonders, die zich te water begaven cm met een lijn verbinding met de redding boot te krijgen, waardoor deze van het ge strande schip kon worden afgetrokken, heb ben heldhaftig werk verricht. Redden en stroopen. Vol lof was schipper v. d. Plas echter over de vlugge redding, die ditmaal door zeer weinig menschen werd bijgewoond. Nu ook hierbij geen menschenleven verloren ging, men in Egmond, begrijpelijk, niet rouwig offl het stranden van dit scheepje. Men wil ef zelfs zoo wel meer op het strand hebben eo wij hebben zoo'n stil vermoeden, dat men er niets op tegen zou hebben, wanneer, evenals in de legende van de Lorelei, een schoon? jonkvrouw de schepen tot stranden lokte, alles onder beding dat er geen nienschefl- levens te betreuren zouden zijn, want het red den van schipbreukelingen is evenals W stroopen een instinct van de Egmonders «n als men over deze beide instincten nadenk', dan heeft men er hen te liever om. Leefden onze voorouders niet van jacht en visscherijL Kostelijk zijn de stroopersverhalen, die thans in „de Boei" worden gedaan. Een pas door de reddingmaatschappij onderscheidt redder antwoordde lakoniek op de vraag de hooge boeten het stroopen niet te riskant maken: „Wij doen het reeds als kinderen kunnen het niet laten. Boeten betalen niet. Wij gaan op rijkskosten en de directe® van het Huis van Bewaring is blij als er monders komen, want dan weet hij, dat schoon schip wordt gemaakt. De konhnnj* zijn ook van ons mijnheer, zoo vervolgde WJ> Phins Hendrik dacht er ook zoo over. een wil van nadruk„i iti 19 £.w haal, dat hij als 14-jarige jongen met and®^ jongens was omsingeld bij het stroopen, d jagers in het duin. Een heer maakte met een praatje, zei dat, al6 wij flinke ft°' lden worden, het niet meer moesten 0 Wij mochten ditmaal de konijntje hou en hij gaf ons ieder nog een gulden. Vjr onze vraag, wie dez heer was, vernamen' dat dit prins Hendrik in eigen persoon ef geweest en sindsdien is deze Egmond" van overtuigd, dat ook prins "en ^ijaar stroopers beter begreep dan de van net O.M.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8