D Ir. A. A. Mussert spreekt in Noordscharwoude. JladioptoQcamma JeuilieloH E ONBUIGZAMER Provinciaal nieuws Uit tal van plaatsen bezoekers per autobus ter vergadering. De tijd, waarin wij leven. In Concord'ia te Noordscharwoude werd gisteravond een door de kringen Alkmaar, Hoorn en Schagen belegde vergadering ge houden, met den algemeenen leider Ir. A. A. Musaert als spreker. Voor deze vergadering bestond groote belangstelling. De zaal was met een 600 bezoekers gevuld en de bijeen komst werd door een strijkje opgeluisterd. Toen de heer Mussert de zaal binnentrad, werd hij door een deel der aanwezigen met Hou Zee-geroep begroet. De heer Mussert nam onmiddellijk het woord, erop wijzende, dat de N.S.B. als po litieke beweging nog zeer jong is. Er zijn po litieke partijen, die 40 jaar bestaan en zich nog modern noemen, wij zijn er nog slechts vier jaar en kunnen dus, wat dat betreft, meedoen. Het gaat bij ons niet tegen de R.K. Staats partij, de Anti-Revolutionnairen of de Roo- den; zonder uitzondering staan alle partijen tegenover ons. In den aanvang heeft men wel gedacht, krachtens een kapitalistisch in stinct, dat wij de „rooien" op hun nek zou den slaan. Spoedig zag men in, dat het daar niet om gaat, maar dat wij staan tegenover alle politieke partijen; partijen, die jarenlang ons hebben wijsgemaakt, dat zij elkander bestrijden, maar in werkelijkheid het volk bestreden. Daarvoor wenschen wij de volks- genooten de oogen te openen. Wij willen, dat het volk niet meer let op de partijprograms, maar op de daden van de politieke partijen Bij de algemeene beschouwing over de staatsbegrooting in de Tweede Kamer vorm de de hoofdschotel voor de sprekers van alle partijen; De strijd tegen de N.S.B. Men vormde een éénheidsfront tegenover ons en zoo behoort het ook, want wij staan tegen over hen. In de jaren, dat wij bestaan, telt onze be weging 200 gewonden. Ook ons bestaan heeft men willen rooven. Onze zwarte hemden zijn verboden. Wij zijn uit de weermacht gesme ten een ambtenarenverbod is tegen ons inge steld en de heeren van de democratie zitten te zinnen op wat zij meer tegen ons kunnen uithalen. Er is kans op, dat dit gelukt, want in een parlementairen staat kan de regeering niets anders doen, dan wat de politieke par tijen van haar verlangen. Ook de pers staat tegenover ons. En hier en daar wordt ook vanaf den kansel aan 't éénheidsfront tegen over ons gewerkt. Het moet wel iets goeds zijn, als allen zich er tegen keeren. Ook in de Prov, Staten van Noordholland vormen de politieke partijen tegenover de ze ven N.S.B -leden een éénheidsfront en zij hebben gelijk, want het gaat om hun dood, opdat het volk zal kunnen leven. De N.S B. toch wil niets anders zijn dan de belichaming van den nieuwen tijd, die komt. Het tijdperk, waarin wij geleefd hebben, loopt ten einde De wereldgeschiedenis leert, dat om de 100 tQ.t 200 jaar er steeds een nieuw tijdperk komt. En op de schouders van deze generatie rust de moeilijke taak, den weg te vinden uit den chaos naar de nieuwe toekomst. Het tegenwoordig tijdperk dat vóór 150 jaar met de Fransche revolutie en de leuze „Vrijheid, gelijkheid en broederschap", aan ving, loopt ten einde. De Fransche revolutie bracht het liberale stelsel, waarbij het ging om het geluk van het individu, met als ge volg, dat, aangezien de een over groote ka pitalen beschikte en de ander niet. de ander slaaf werd van den een. Het kapitalisme is de vloek geworden der maatschappij. In ge heel West-Europa was er slechts vrijheid voor een klein deel, maar de rest leefde in slavernij. Het kapitalisme vierde hoogtij en men begreep, dat er iets moest mankeeren aan die vrijheid. Er kwamen menschen, die zeiden: „Het gaat niet goed", omdat de Staat bestuurd wordt door een klein deel van het volk. Dit kleine deel moest grooter worden en daar voor hadden we de democratie noodig. Steeds kwamen er meer kiezers en in dat opzicht le ven wij in den volmaakten staat. Het is een leugen van de democratie, te be weren, dat het volk regeert. Voor de demo cratie is de slampamper evenveel als de be kwame vakman, die ieder jaar zijn plicht doel tegenover de gemeenschap. De democratie telt de hoofden. Zij vraagt niet of men al of niet eelt in de handen heeft De tweede leugen van de democratie is, dat de gekozenen van alles verstand moeten heb ben; dat 51 gelijk hebben en 49 ongelijk, ook al weten zij er mef z'n allen geen snars van. (Applaus.) Colijn heeft gezegd, dat hij vóór de demo cratie zou zijn. Hoe dit te rijmen is met het leiderschap van de A.R. partij, is een raad sel, want in beginsel stelt die partij zich te- ([enover het beginsel van de Fransche revo- utie, die ons gevoerd heeft tot den rand van den afgrond. Door de democratie zijn de toe standen er niet beter op geworden. Toen zijn de Marxisten gekomen. Zij be toogden, dat 't ondanks de vrijheid en de de mocratie nog niet in orde was, omdat de een kapitaal heeft en de ander niet. Maakt dat gelijk, dan wordt het goed, zoo zeiden zij. Dat is de theorie van den klassenstrijd, maar er gebeurt niets. In vroeger jaren heeft men iets gepresenteerd voor het recht doer. aan degenen, die onder lagen, maar niet krachtens hun beginsel, doch niettegenstaan de hun beginsel. Nu, na 43 jaar, hebben wij gekregen net Plan van den Arbeid, waarin al het mooie van het beginsel is opgebor gen, omdat het geen zin meer heeft. In de eerste plaats staat het kapitalisme schuldig, met als logisch einde het commu nisme. De S.D.A.P. is niets anders dan de voorlooper van het communisme, zooals het liberalisme was de voorlooper van de demo cratie en de S.D.A.P. Niets is moeilijker dan den tijd te zien, waarin wij leven, omdat wij in den mist loo- pen. Wij willen het volk de oogen openen. Ja renlang hebben de politieke partijen ons met hun beginselprograms achterna gezeten. Uit voerig besprak spr. het verkiezings-pamflet in 1933 door dr. Colijn uitgegeven, wat is er terecht gekomen van een door hem gewil de Kamer, die zich laat leiden door het eeuwige beginsel van Gods Woord? Colij-n wist van te voren, dat hij geen 51 zetels, doch slechts 12 en met behulp van de libera len er 14 zou krijgen. Drie jaren lang hebben wij aangepast. De daling van het loon is wel gekomen, maar wat is er van staatswege goedkooper ge maakt? Niets! In '33 bedroeg het tekort op de staatsbegrooting 374 millioen; in '34, 86 millioen; in 1935, 95 millioen; de staats schuld is opgeloopen tot 3000 millioen, aan het Verzekeringsfonds tot 1000 millioen, aan de Pensioenfondsen tot honderden millioenen en het tekort van het spoorwegen fonds bedraagt 250 millioen. Is dat aanpassen? De Staat is failliet. Een staat, die met inbegrip van de gemeente- leeningen 7000 millioen schuld heeft, is fail liet en hoe eerder men zich daarvan reken schap geeft, des te beter. Het eenige, dat we méér hebben gekregen is 7000 crisis ambtenaren. Het staat vast, als een paal bóverii water, dat het inkomen van ons volk als geheel, aanmerkelijk is gedaald. Daar kan inder daad de regeering mets aan doen, maar het gaat erom, of ieder van het mindere recht vaardig zijn deel draagt. De ordening, waarover men het thans heeft, is een ordening voor de vriendjes, waarbij een deel zijn welvaartspeil behoudt, terwijl de rest naar beneden wordt ge sleurd. Aan scherpe critiek onderwierp spr de varkens-centrale, met aan het hoofd den heer Zwanenburg, die een contract sloot met den heer Zwanenburg, die honderdduizen den in zijn zak kon steken; de meelcentrale, met een directeur, die 5000 salaris ver diende en zichzelf vond voor de functie van hoofdcontroleur, die 4000 verdiende, zoo dat de directeur 9000 in zijn zak kon steken; de margarine-industrie, waarbij 5000 menschen zijn betrokken, wat niets be- teekent tegenover de duizenden in het land bouw- en veeteeltbedrijf, maar die toch, on danks het afslachten van de koeien in stand moet blijven, hoewel de boter voor 35 cent per K.G. naar het buitenland gaat, terwijl een groot deel van het volk margarine moet slikken, omdat de boter in eigen land te duur is. De wet op het bindend verklaren van ondernemers-overeenkomsten had volgens spr. geen ander doel dan voor ondernemers een monopolie-positie te scheppen. Ook de uitpersing van het auto vei km laakte spr. 80 minioen wordt tnans uit cu- auto-belasting gehaald, waarvan 30 millioen in het gat gaat van de spoorwegen, dat ge stopt moet worden. Dit alles noemde spr een gevolg van den zedelijken en religieuzen neergang van ons volk. Men spreekt van de donkere Middel eeuwen, maar spr. was overtuigd, dat de ge schiedschrijver onzen tijd als den duistersten tijd zal beschrijven. Hij noemde het dwaas heid, dat wij ons durven verbeelden, te leven in verlichte tijden. Wij N.S B.-ers, zegt men. will«n U de vrijheid ontnemen, maar ik zeg U, dat de eenige vrijheid, die gij heden hebt, is, dat gij U van een andermans lot niets behoeft aan te trekken. Overigens hebt gij zelfs niet de vrijheid, de kleur van Uw hemd te bepalen. Als werknemer heeft gij de vrijheid om heen te gaan, maar gij zijt voor niets zoo doods benauwd als voor het nemen van die vrij heid, want dan staat gij op straat, Er is geen vrijheid. De Nederlandsche vlag werd voor onzen optocht in Amsterdam gecontingenteerd. Zelfs oe Friesche vlag werd voor den landdag in den Haag verboden. Onze pers werd in beslag genomen; wij mochten geen „netten" minister van defensie vragen. Wat voor minister moeten wij dan vragen? (Gelach!) Maar 't gaat niet om de advertentie, maar het gaat erom, dat „Volk en Vaderland" de waarheid zegt en dat is men niet gewend in dit land. Daar zegt de pers precies wat de overheid wil. Wij doen dat niet en dientengevolge moest onze pers eraan, hopende, dat er geen andere pers te krijgen zou zijn. Maar wij zijn door gegaan. Doch de vrijheid van drukpers is weg. f Volk en Vaderland heeft den oud-hoofd commissaris van Den Haag beschuldigd van verduistering van gelden. Die meneer heeft eervol ontslag gekregen en woont nu rustig in de buurt van Oenève. Vraagt men: „Hoe gaat dat", dan zegt de minister: „Niet zoo Haastig, wij zijn aan het onderzoeken". Nog steeds maken wij in ons land mee het misbruiken van den godsdienst voor poli tieke doeleinden. Spr. zou zoo kunnen doorgaan de feilen van dezen staat te toonen. Doch het komt er op aan, wat ons te doen staat om betere toe standen te krijgen. Daarvoor is het noodig, dat wij om ons heen zien. De communis tische revolutie van 1917 is van groote wereldbeteekenis en een logisch resultaat van de Fransche revolutie. Het communie me regeert over een zesde deel van de aardoppervlakte en over 160 millioen men schen. En vandaar uit wordt geprobeerd de geheele wereld voor het communisme rijp te maken en in een communistisch rijk te laten ondergaan. In Duitschland en Italië kwam het natio- naal-socialisme en het fascisme. En wij moeten begrijpen, dat dit «tiet «Heen die lan den, maar geheel Europa aangaat. Het gaat om het communisme of het Nationaal-Socia- lisme. Er zijn er, die beweren, dat communisme en nationaal-socialisme hetzelfde zijn Dat is een grove leugen, want kat zijn juist de twee machten, die tegenover elkaar staan. Eén van die twee machten zal ovKwinnen. Wat er tusschen ligt. zal worden weggeslagen, om dat het zijn tijd heeft gehadv Wij weten, dat het parlementaire liberala systeem ten einde loopt. Het communisme wil opheffing van alle door de natuur gegeven voorwaarden van ras en bezit. In Rusland is het kapitaalbezit totaal onteigend. Het fascisme zegt, dat de persoonlijkheid, de natie, het idealisme, de opofferingsgezindheid de krachten zijn, die de dragers zijn van de cultuur. Het communisme zegt: Godsdienst is opium voor het volk. De fascistische staat zegt: De staat zal zijn «en God-belijdende staat en gegrondvest op de Tien Geboden en zijn handen moeten afhouden van de kerk. Het communisme in Rusland heeft geleid tot een terreur van Joden. In de eerste vijf jaren van de Russische revolutie zijn een paar honderd onderwijzers, geneesheeren, officieren, arbeiders, boeren en intellectueelen terechtgesteld en 5.2 millioen boeren ver hongerd. Wij, zoo zeide spr, hebben de zware taak, niet om het regiem, wat bezig is in puin te vallen, te trachten in elkander te lijmen, maar om op dezen bodem voor het volk een nieuwe toekomst te scheppen. Velen hebben reeds een keuze gedaan; anderen zullen moeten volgen. He kan U geen natio- naal-socialist maken, ik wil slechts Uw eigen hart bewust doen zijn, want het ligt in Uw eigen hart, wanneer gij zegt: „Ik zal worden Woensdag 4 December. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8 Orgelspel. 8 30 Or.pl. 9.30 Kookpr. 10.— VPRO-morgen- wijding. 10.15 Lezing, radiotooneel en concett. 12— Gr.pl. 12,20 VAR A-orkest, 1.30—1 45 Or.pl. 2.-*- Voor de vrouw en gr.pl. 3- Voor de kinderen. 5.— Orgelspel, 6— Het Residentie-orkest (6.50 Sportuitz.) 7.35 Causerie, 8.— Ber. en lezing. 8.20 „The Vagabond King", operette van Friml. 11.— Nieuwaber. 11.05 Cymbaal en piano. 11,15—12.—Or.pl. en piano HILVERSUM, 1875 M. (NCRV- uitz.) 8.— Schriftlezing. 8.15— 9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst. 11.—12.— Sopraan en piano, 12.15 Gr.pl. 1.— Het Hollandsch Harp- kwintet. 2.30 Postzcgelpraatje. 3.15 Or.pl. 4.— Het Hendriks-trio en gr.pl. 5.— Kinderuur. 6.— Land- bouwcauserie. 6.30 Afgestaan. 7.— Ber,, reportage, causerie en ber. 8.05 Dameskoor. (8.30 Causerie). 9.10 Causerie. 9.30 Or.pl, 9.35 Kwintetconcert. 10—Ber., causerie en vervolg concert. 10.50—11.30 Or.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 11.50 Or.pl. 12.05 Orgelspel 12 50 Orkestconcert. 150-2.20 Gr.pl. 3.10 Pianorecital. 3.35 Sted. orkest Bournemouth en solist. 5.05 BBC-Welsh-orkest. 5.35 Kwintet concert. 6.20 Ber. 6.50 Schötzcon- eert. 7.10 Lezingen. 7.50 BBC- orkest mmv. solist. 8.35 Dansmu ziek. 9.20 Mickey-Mouse-progr. 9.50 Ber. 10.20 Trioconcert en solist. 11 35—12 20 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5 50 Orkest concert. 10.05 Concert. 11.20 Or kestconcert. 12.35 Militair orkest. 4.30 Gev. progr., mmv orkest en solisten. 7.35 Rijksuitz. 8.05 Voor oud-strijders. 9.50 Kleinorkest, kwintet en solisten. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8 20 Gr.pl. 12.35 Het Nationaal- orkest. 4.20 Kamerconcert. 5.50 Or kestconcert. 9.05 Radiotooneel. 11.05—12.35 Dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M - 12 20 en 1.30—2 20 Max Alexys' orkeit. 6.20 Zang en piano 6.50 en 7 35 Kwartetconcert. 8.20 Omroep orkest. 9.20 Cabaret. 10.3011.20 J Rutten's orkest. 484 M.: 12.20 Or.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50— 2.20 Or.pl. 5.20 Koor- en orkest, coi eert 5.50 Or.pl. 6.50 Salon orkest en zang. 8 20 Symph. concert «n gr.pl- 10.3011.15 Or.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M- 7 35 Rijksuitz. 8.05 Gev. pro gramma. 9.20 Ber. 9 50 Populair concert. 10.05 Weerber. 10.20— 11.20 Zie Keulen. OEMEENTELIJKE RADIO- DISTRI3UTIE. Lijn 1Hilversum I. n 2: Hilversum II- 3: Brussel VI. 8.05—9.20, Li Li Keulen 9,2011.20, Kalundborg 11.20—12.20, Brussel VI. 12.20— 13.30, Brussel VI. 13.30-14.20, Brussel VI. 14 20—15.05, Kalund borg 15,0515.55, Lond. Reg. 15.55—16.35, Keulen 16.35—17.50, Parijs R. 17.50—18.20, Keulen 18.20—18.50, Parijs Radio 18.50— 20.05, Berlijn 20.05—21.20, Straatsburg 21.2021.50, Berlijn 21.50—23 20, Parijs Radio 23.20— 24.-. Lijn 4: Parijs Radio 8 05—9.—, D.sender 9.—9.20, Normandië 9.20 10.35, Lond. Reg. 10.35-13.35, Droitwich 13.35—14.20, Lond. Reg. 14.20—15.10, Droitwich 15.10 18.20, Luxemburg 18.20—18.50 Lond. Reg. 18.50—19.50, Droit wich 19.50—21.50, Weenen 21.50 —22.30, Lond. Reg. 22 30—24.— naiionaal-socialist". Wij willen geleidelijk opbouwen en zeg gen U, dat gij lief moet hebben volk en bo dem, maar bovenal moet gij eerst hebben het geloof, waarmee ik bedoel het politieke ge loof, dat het voor een volk in het algemeen mogelijk moet zijn om zijn ondergang te voorkomen, dat wij met elkander weer een bestaan kunnen vinden en een toekomst kun nen maken voor onze kinderen. Wanneer gij zegt: „Het was een bende, het ia een bende en het zal altijd een bende blijven", dan heb ik U niets te zeggen. Ik wil spreken tot hen, die het geloof hebben, dat het beter moet kunnen. Hen wil ik daartoe den weg wiizen Bovenal moet men begrijpen, dat Nederland een deel is van Europa en dat aan dit volk nimmer een geestelijke strooming van Euro- pa is voorbij gegaan. Wij moeten het begin vinden van den nieuwen opbouw in de liefde voor eigen volk en den bodem, waarvan wij moeten bestaan. Een volk is alleen dan een volk, wanneer het bewust een eenheid is. Thans staat hot in Nederland zóó, dat de R. K. Staatspartij de werkelijke macht is, omdat aan haar linkerhand zit vriend Albarda, dien zij elk oogenbiik kan krijgen als zij het wil. Wij willen aan dat eindelooze spel een einde ma ken. Ons volk moet zich als levende eenheid bewust worden. Ieder heeft voor het geheel een functie, te vervullen, niet alleen ten behoeve van onszelf en ons gezin, maar ook ten behoeve van het geheel. Dan *ijn wij op weg naar een betere toekomst. Daarvoor hebben wij van buiten onze grenzen niets te ver wachten. De leuze van de Marxisten „Proleta riërs aller landen, vereenigt u" is valsch. De arbeider is gebonden aan zijn vo'k en aan zijn bodem. Alleen wie zijn por tefeuille met geld meeneemt, kan in het buitenland overal terecht. Het kapitaal is internationaal, de aroeid en de arbei der zijn nationaal. Het eerste, wat wij op het program hebben, is: „Volk6genooten, vereenigt u tegen de politieke partijen Wij willen ordening, niet voor de v. iendjes, maar voor het gansche volk. Wij tellen de koppen niet. Ons interes seert wel degelijk of er wat inzit en of de h nd iets kan doen of niets. De groe pen der bevolking zullen gewaardeerd worden naarmate zij meer voor het ge heel beteekenen en daarom beginnen wij doelbewust bij onze boeren, den gztpd- slag voor iedere natie. De boeren moeten dan ook weten, dat bij hen de verant woordelijke macht rust voor de voedsel voorziening van de natie. De induatriee- len en arbeiders hebben tot taak, hel volk te vóórzien van de lndustrleele producten. De mijneigenaren, directeu ren, employees en mijnwerkers moeten het volk voorzien van de kolen en de reedera en de visschers moeten zorgen voor de vlsch en zoo zien wij dan w» bouw in zijn verscheidenheid. De ver schillende standen en beroepen zullff} vormen de corporatie en, wie daartoe behoort, zal in die corporatie invloed kunnen uitoefenen, omdat hij daar ver stand van heeft. Het zal de taak zijn van de onbaatzuchtigste uit de verschil lende groepen om de verschillende groe pen met elkander te vereenigen. Dat is volksordening en geheel lots anders dan de valsche ordening, die thans in voorbereiding la. Aan de cor poraties zal de plicht worden opgelegd, dengene, die er toe behoort, de moge lijkheid van een bestaan te verschaf fen. De oorzaak van alle ellende is juist de bestaansonzekerheid. Deze maakt de menschen tot hyena's. Spr. deelde de menschen in drie groe pen in, n.1. van nul tot 20 Jaar, de mid denmoot van 20 tot 60 en de generatie van 60 jaar en daarboven. De middenmoot moet beseffen, dat zij niet alleen voor zich, maar evenzeer voor hem, die komt, als voor hem, die het werk heeft ge daan, verdient. En naarmate de midden categorie meer N. S. B.-er wordt, zal zij meer over hebben voor hen, die gaande zijn en voor hen, die komende zijn. Geen volk kan zich de weelde veroor loven, er IX millioen op na te houdpn, die moeten leven van steun. Beter is het, dat wij met z'n allen iets minder hebben. naar het Engelsch van J. FLETCHER HOOFDSTUK III. door mr. H. J. H. Als krachtige mannen woedend zijn. In dat voor Carsdale en zijn clubje heili ge hoekje van den rooksalon waren alle be zoekers aanwezig. Enkelen zaten om een tafeltje een glas sherry of een borreltje te drinken; anderen stonden met de handen in den zak wat rond te hangen. Allen had den met belangstelling naar het verhaal van Hollis geluisterd. En nu keerden allen zich, in een veelzeggend stilzwijgen, om in afwachting hoe de ontmoeting tusschen Carsdale en Bickerdyke, den nieuwen eige naar van Ryvedale Abbey, die langzaam en vol zelfvertrouwen toetarad op den man, aan wien hij zooveel ontnomen bad, zou afloopen. Ze vormden een scherp contrastCars dale, toch al groot, gezet, leek met zijn zwaren baara nog grooter en dreigender dan ooit. Bickerdyke daarentegen was een kleine dikke man, gladgeschoren, met een sluwen trek in zijn oogen, en hij liep heel rechtop om zoo groot mogelijk te schijnen en met gemaakte deftigheid. Er hing een dreigende atmosfeer, als voor een veld slag. Oliver stak een zijner groote, behaarde handen uit en greep Hollis bij den schou der, draaide hem om naar Bickerdyke en duwde hem vooruit. „Weet je er van, wat deze klapekster de heele stad rondvertelt?" vroeg hij, zijn baard vinnig vooruitgestoken.. „Dat jij Ry vedale Abbey gekocht hebt! wat zeg je daarop, Bickerdyke?" Bickerdyke keek met zijn kleine oogen de vergadering rond. Zijn mondhoeken ver trokken in een zwak lachje. „Hij kan dat vertellen, tegen wien hij maar wil!" antwoordde hij achteloos en uit dagend. „Dat is heelemaal geen geheim. Ik heb het gekocht!" Oliver schoof Hollis op zij en kwam recht tegenover zijn tegenstander staan. „Dan ben jij een vervloekte schurk!" zei hij. „Een vervloekte, gemeene, leugenach tige schooier! En ik al het hier voor jou zoo ellendig en onverdragelijk maken, dat je den dag zult verwenschen, dat je hier in Halfirth gekomen bent! Je bent een schoft, Bickerdykeje bent een leuge naar.... je bent een dief!" Er ontstond een zacht gemompel onder de omstanders bij elk scheldwoord, door Carsdale geuiteen gemomipel van af keuring en verwijt. Een der ouderen begon in duidelijke woorden te protesteeren. Maar Bickerdyke haalde de schouders op en nam een krant van de tafel. „Je bent een dwaas, kerel!" zei hij be daard. „Ja, een dwaas, dat ik ooit mijn voeten onder dezelfde tafel met jou heb gesto ken!" snauwde Oliver. „Dat ik ooit heb ge meend, dat jij een eerlijke kerel was! Jij bent een leugenaar en een dief, Bicker dyke... jij hebt me belogen en mij mijn rechten ontstolenen ik zeg nog eens jij bent een vervloekte schurk!" „Kom nou toch, Oliver! Kom nou!" riep de man, die reeds eerder zich verstaanbaar had trachten te maken. „Laat dat nou, beste kerel!.... Blijf beleefd in je woor den fatsoenlijke taal onder fatsoenlijke lui!" Oliver wees met bevenden wijsvinger op Bickerdyke. „Fatsoenlijke lui!" smaalde hij. „Noem je dat nog een fatsoenlijk mensch? 'n Fat soenlijke kereld gaat niet achter iemands rug om aan het rooven en stelen! Ik zeg je, dat Joe Bickerdyke een schurk en een dief is! Opeens werd Bickerdyke vuurrood en hij wierp de krant nijdig neer, om zich naar zijn tegenstander om te wenden en hem voor het eerst in het gezicht te zien. „Niet méér dief, dan jij bent!" schreeuw de hij. „Zeg nog een woord en dan zal ik eens laten zien, dat er in ons land nog wet ten bestaan. Pas op wat je zegt!" „Wet? Wet?" snauwde Oliver vol ver achting. „Als het op een proces aankomt, nou dan kan ik je maken en breken! Ik kan een pond uitgeven tegen jij een shilling! Loop maar naar de rechtbank! Ik zal tegen iedereen in Halfirth openlijk verklaren, dat je een dief en een leugenaar bent, zoo dik wijls en zooveel als ik zin hebik zal jou leeren over den rechter te praten! Be gin jij maar met een proces, zoo gauw je maar wilttoe schiet op en laat me dag vaarden of dien een aanklacht tegen me in.... mij hetzelfde! De wet? Man, er loopt geen grooter boei vrij rond dan jij bent.... jij, Joe Bickerdyke!" Iemand, die naast Bickerdyke stond, stiet hem tegen zijn elleboog en mompelde: „Kom ga wegLaat hem maar aan zijn lot over! Zie je dan niet. dat hij buiten zichzelf isje prikkelt hem maar!" Oliver hoorde hem fluisteren, verstond het en lachte. „Hij mij prikkelen?" heraalde hij sma- kelend. „Ja, zooals een horzel een paard prikkelt. Maar ik zal hem een heel wat dieperen steek geven, voordat ik met hem heb afgedaan! En ik zal eens een boekje van hem opendoen... nu meteen! Jullie denkt natuurlijk, dat ik dol van woede ben", vervolgde hij, zich tot de omstanders keerend. „Wie zou dat niet zijn?... Zien jullie dien kerel hier? Kijk hem eens goed aan!..,. Ik dacht, dat hij een vriend van me was een vriend. Wij menschen in Yorkshire hebben een hoog idee van vriend schap als we iemand een vriend noemen, dan achten we hem te vertrouwen! Ik heb dien kerel vertrouwd, nog niet zoo lang ge leden heb fk hem een geheim toevertrouwd het diepste geheim, dat ik ooit heb gekoes terd. Ik heb hem.... in vertrouwen... ver teld, dat het altijd een groot verlangen van me geweest isom Ryvedale Abbev te koopen en daar de rest van mijn leven door te brengen. Waarom? Omdat ik daar geboren ben en er als een arme jongen heb gewerkt en er mijn eerste shilling heb ver diend. 'n Gevoelskwestie? Natuurlijk waarom niet? Ik ben trotsch op zoo'n gf; voel. Ik heb hem verteld... en zooal* j» zei, als aan een vrienddat het mi)!} levenswensch wasen hij deed, alsof h'1 meevoelde en zei, dat het een heel nobele wensch van me was. Enwat is hij toen gaan doen? Als een rat is hij naar Londen geslopen, heeft daar lord Ryvedale oj^e- zocht en zijn vriend bedrogen! Oeen woord tegen me gezegd geen enkele waarschu* O6vv« v..nv.« l wing! Kan 'n fatsoenlijk man zeggen, dj» hij geen leugenaar en geen schurk is? "ij is hetallebei! Hij heeft me bedrogen doende, alsof hij een vriend van me was. Maar iaat hem oppassen! Vriendschap k*n in vijandschap ontaarden. Als liefde kon» tot haat, dan is het duivels kwaad! La*1 hem maar eens goed aan dat oude spree»- woord denken". Hij schudde zijn gebalde vuist teggj Bickerdyke, en de oudste der aanwezifP stak zijn hand uit en duwde die vuist om' ,aag- «r „Bedaard, kerel 1" zei hij rustig, mW ernstig. „We hebben nu gehoord, wat je zeggen had... Je bent diep gekrenkt. dat lijdt geen twijfelMaar wat nee hijde ander er tegen te zeggen' Bickerdyke had onder dien uitval v# Oliver zijn bedaardheid teruggewonnen hij nam ae krant weer op en deed. alsof n die las. Onverschillig keek hij naar spreker op. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6