Jieck School
Eerste Kamer en Graaf de Harchant.
tRjuwealand
EEN LOCOMOTIEF A LA MODE.
Moord in een tram te
Rotterdam.
Tot predikant bij de gereformeerde kerk
te Beverwijk is beroepen dr. H. Hohrop te
Batavia, met verlof hier te lande.
Vervolg-verslag over het aldeetingsonderzoek
naar de geloofsbrieven.
PASTOOR WATEREUS t
Pastoor G. A. Watereus, vroeger te
Noordscharwoude, is vannacht, betrekkelijk
onverwachts, te Noordwijkerhout op 65-ja-
rigen leeftijd overleden.
ZIEKTEVERLOF.
De heer Stavenuiter, onderwijzer aan de
r. k. school te Oudorp is ziekteverlof ver
leend; hij zal door een wachtgelder worden
vervangen.
EEN BEROEP MET HINDERNISSEN.
PAARDEN BEHOEVEN NIET
VERLICHT TE ZIJN!
PLOTSELING OVERLEDEN.
Tragisch ongeval.
C. F. WESSELS t.
DOODELIJK ONGELUK.
MET DE BRANDKAST OP
DEN LOOP.
Inbraak te Groningen.
BRIEVEN AAN MINISTERS.
Verschenen is een vervolg-verslag
Dader legt bekentenis af.
SCHOT GELOST OP EEN TREIN.
Bij de Baardwijksche Over
laat te Waalwijk.
BEGROOTING VAN AMSTERDAM
GOEDGEKEURD DOOR
GED. STATEN.
TH. W. BLIJDENSTEIN f
De stroomlijn brengt bezuiniging. - Deze maand
komt de pro».machine op de rails.
Minder kolen, meer kracht.
men, was gewild en de prijzen vrij hoog, n 1
114 fer 100 bos. Spinazie, waarvan
2e kwaliteit m de meerderheid, gold vrij
goed, de noteering was f 0.40—0.90 per
kist. De laatste weken komt er een groote
aanvoer van prei, die dit jaar in kwaliteit
uitmunt. De prijs is redelijk, n.L 48
per 100 bos. Een speciaal gewild Kennemer
pre luct is de knolselaerie, die mooi is en ge-
wiki en le soort duur, de noteering 2
5 50 per 100 stuks. Witlof, waarvan geen
groote aanvoer, gold middelmatig, met
prijzen van f 6—f 16 per 100 K.G. De niet
groote aanvoer van snijboonen was iets
minder in prijs, n l. f 30—34 per 100 K.G.
Druiven en vruchten worden nog in bedui
dende partijen aangevoerd We noteerden
voor druiven 32—38 per 100 K G. Ap
pelen en peren, voor zoover le soort tafel-
fruit, waren duur. De noteering van f 10—
24 per 100 K.G. De overige aanvoer van
geen beteekenis en onveranderde prijzen.
Men schrijft aan de N. R. Crt.:
Allerlei vreemde dingen hebben zich in
den loop der tijden irt verband met beroe
pingen voorgedaan, maar dat een predikant
tot tweemaal toe uit eenzelfde gemeente een
toezegging van beroep ontvangt en dan
nog geen intrede kan doen in zijne nieuwe
gemeente is zeker wel een zeldzaamheid.
Zoo iets is thans ds. S. Zeilstra te Ping-
fum c.a. (cl. Franeker) wedervaren. Nadal
genoemde predikant de toezegging van be
roep had ontvangen naar de nieuwe of
Juister uitdrukt herstelde combinatie Oen-
kerk, Giekerk en Wijns (cl. Leeuwarden),
bedankte hij in verband met strubbelingen
over het vrije gebruik der pastorie. Nadat
deze moeilijkheden uit den weg waren ge
ruimd, werd andermaal toezegging van be
roep door dezelfde combinatie op hem uit
gebracht, welke hij nu aannam. Het eigen
aardige geval doet zich thans voor, dat
geen officieel beroep kan worden uitge
bracht. Indien wij goed zijn ingelicht hangt
dit samen met de handopening o.a. moet
het rijkstractement, vroeger gewaarborgd
aan een deel der combinatie, aan de thans
bestaande combinatie gegarandeerd wor
den. De molens in Den Haag draaien som
tijds langzaam; het heeft niet mogen ba
ten, dat de consulent er is heen getogen om
meer wind in deze molens te blazen. Het
classikaal bestuur heeft zich ook al voor de
zaak gespannen. Uit ervaring weten wij,
dat dergelijke dingen tenslotte te recht ko
men.
Op de Goorsche straat onder de gemeente
Delden is gisteravond omstreeks kwart over
zes een motorrijder, de heer Nijkatnp uit
Lochem, die in de richting Delden reed, op
een span paarden, dat naar Delden werd
gevoerd, ingereden. Hij werd van zijn motor
geslingerd en bleef bewusteloos liggen. Een
ijlings ontboden geneesheer uit Delden kon
slechts den dood constateeren.
De paarden bleven vrijwel ongedeerd
Toen 'n begrafenisstoet op 't kerkhof te Hui
zen was aangekomen en de familie zich om 't
graf wilde scharen, zakte de 72-jarige mej
Kos plotseling ineen en overleed eenige
©ogenblikken daarna. Een medicus consta
teerde dood door hartverlamming.
Te Haarlem is plotseling in den ouderdom
van 60 jaren overleden de heer C. F. Wes-
sels, directeur van de inrichting voor chro
nische ziekten „Houtrust" in het Westerhout-
park aldaar.
Gisteravond omstreeks acht uur is de ge
huwde heer J. Heising, commissionnair in
granen en stroo, wonende te Wedderveer;
met zijn motorrijwel onder Sellingen, bij
Ter Apel (Gr.), op een afgesloten weg,
welke in reparatie was, tegen een stilstaan-
den aanhangwagen van een vrachtauto ge
botst.
De heer H., die alleen op het motorrij
wiel zat werd tegen den grond geslingerd
en op slag gedood.
Zijn stoffelijk ove
vervoerd.
De marecaussee stelt een onderzoek in.
overschot is naar Ter Apel
In den afgeloopen nacht hebben inbrekers
hun slag trachten te slaan in een groot kaas
pakhuis van de firma F. Boonstra Hoek
stra aan de Eendrachtskade te Groningen.
Toen het personeel van de firma heden
morgen het kantoor gelegen op de eerste eta
ge betrad, zag men, dat de brandkast was
verdwenen. Bij een ingesteld onderzoek bleek,
dat deze brandkast al kantelende was over
gebracht naar het aangrenzende kan
toor. Hier is vrijwel de geheele achter
wand uit de kast gehakt. In de kast zaten
slechts enkel waardelooze papieren. Van de
daders is tot dusverre nog geen spoor ge
vonden.
naar aanleiding van het in de af-
deelingen der Eerste Kamer verhan
delde betreffende het rapport der
commissie tot onderzoek van den ge
loofsbrief, met bijbehoorende stuk
ken, van den heer M. V. E. H. J. M.
graaf de Marchant et d'Ansem-
bourg.
Wij ontleenen hieraan in de eerste plaats
het antwoord op vragen, overgebracht aan
de ministers van justitie, van Buitenlandsche
Zaken en van Defensie a.i. Op de vragen, tot
de beide eerstgenoemde ministers gericht,
werd in een door hen, onder dagteekening
van 15 en 20 November j.1. aan den voorzit
ter der Kamer gericht schrijven een volgend
antwoord ontvangen.
De commissie had o.m gevraagd: Is in
dertijd aan den heer J. B. C. E. M. graaf de
Marchant et d'Ansembourg konings toe
stemming verleend tot het zich begeven in
vreemden krijgsdienst? De ministers ant
woorden hierop, dat bij een ingesteld onder
zoek niet is kunnen blijken, dat de bedoelde
toestemming zou zijn verleend of verzocht.
De datum waarop door het thans benoem
de Eerste Kamerlid graaf De Marchant et a'
Ansembourg het naturalisatieverzoek tot de
Pruisische autoriteiten werd gericht en de
beweegredenen daartoe zijn de ministers niet
bekend.
Van een gedachtenwisseling over dat ver
zoek tusschen de Pruisische en de Neder-
landsche regeering is niet gebleken.
In 1920 werd gerapporteerd, dat het ver
zoek zou zijn gedaan door den vader. Eeni-
gerlei verband tusschen dit verzoek en het
dienst nemen, of het zich begeven in het
Duitsche leger, is den minister niet bekend
Evenmin is den ministers iets bekend of de
heer De Marchant voor 3 Maart 1914, dus
vóar zijn inlijving, zich in vóóropleiding
heeft begeven, of anderszins dienst genomen
heeft in of in betrekking heeft gestaan tot
het vreemde leger..
Daar de Nederlandsche regeering in een
ontslag uit het Duitsche staatsverband niet
is gemoeid geweest, beschikken de ministers
hieromtrent niet over bescheiden ter toezen
ding aan de Kamer, ook niet over een aan
belanghebbende verschafte oorkonde van ont
slag of over een afschrift daarvan.
Wat beti 't de vragen: lo. Kan een min
derjarige door eigen naturalisatie in een
vreemd land zijn Nederlandsche nationaliteit
verliezen? en 2o. Is vcor het zich begeven
in vreemden krijgsdienst, bedoeld in art. 7,
subs 4o, van de Wet op het Nederlander
schap en het ingezetenschap, de vrijwillig
heid een essentieel element? waarvan de
eerste ontkennend en de tweede door de com
missie tot onderzoek van den geloofsbrief
bevestigend wordt beantwoord, zeggen de
ministers, dat deze opvatting van de commis
sie overeenstemt met een in zich voordoende
gevallen door opvolgende ministers van justi
tie bezegelde practijk. Ook is in deze practijk
gehuldigd de stelling der commissie, dat
iemand zijn-Nederlanderschap niet verliest,
tenzij dit ontwijfelbaar vaststaat.
Aan het antwoord op de tot den minister
van defensie a.i. gestelde vragen wordt hei
volgende ontleend:
De heer M. V. E. H. J. M. Graaf de Mar
chant et d'Ansembourg, geboren 18 Januari
1894, zou naar zijn leeftijd in Januari 1913
in aanmerking zijn gekomen om voor de mi
litie te worden ingeschreven. De inschrijving
had dan moeten geschieden in de gemeente
Gulpen, waar zijn vader woonde; hij zelf
woonde in Duitschland.
Intusschen is Graaf de Marchant slechts
inschrijvingsp'ichtig geweest, indien hij óf
Nederlander óf ingezetene-niet-Nederlander
was. Van de hoedanigheid van ingezetene in
den zin van de Militiewet kon te zijnen op
zichte geen sprake zijn, omdat een der ver-
eischten daarvoor was, dat hij zelf in Neder
land woonde. Blijft over de vraag, of hij Ne
derlander was.
De eerste, die geroepen was daarover te
oordeelen, was degenen, die voor de aangifte
ter inschrijving voor de militie had moeten
zorgen. Deze verplichting zou, aangeno
men, dat de in Duitschland wonende zoon in
Januari 1913 ook niet in Gulpen vertoefde
op den vader hebben gerust. Deze had
echter den burgemeester van Gulpen bij brief
van 6 December 1912 medegedeeld, zij het
ook niet bepaaldelijk met betrekking tot de
militie dat zijn zoon in Duitschland ge
naturaliseerd was en dientengevolge de Ne
derlandsche nationaliteit verloren had. Uit
het feit, dat de vader hetzij dan terecht, of
ten onrechte in de overtuiging leefde, dat
zijn hier bedoelde zoon geen Nederlander
meer was, volgt, dat er voor hem ook geen
aanleiding bestond, dezen zoon ter inschrij
ving voor de militie aan te geven.
Op den burgemeester rustte de taak om,
zoodra hij zou ontdekken, dat de inschrij
ving ten onrechte achterwege was gebleven,
ambtshalve tot inschrijving over te gaan. Dit
moet in het algemeen ook nog geschieden, in
dien een dergelijk verzuim eerst na geruimen
tijd aan den dag treedt. De burgemeester van
Gulpen heeft Graaf de Marchant Jr. nimmer
voor de militie ingeschreven. Wat de reden
hiervan is, is na zooveel jaren niet met zeker
heid na te gaan.
De meening van den vader, dat zijn zoon
sinds zijn naturalisatie in Duitschland geen
Nederlander meer was, was tot 1920 ook die
van den zoon zelf, getuige diens op 27 Dec.
1919 gedane aanvraag om door naturalisa
tie de hoedanigheid van Nederlander te her
krijgen.
Toen de minister van justitie bij de beschik
king van 15 Sept. 1920 te kennen gaf, dat
niet was gebleken, dat graaf de Marchant
zijn door geboorte verkregen Nederlander
schap had verloren, dat hij m.a.w. steeds
Nederlander was geweest, volgde hieruit
voor wie deze uitspraak als juist aanvaardt,
dat graaf de Marchant in 1913 voor de mi
litie nad moeten worden ingeschreven. De
burgemeester van Gulpen is echter tot korten
tijd geleden van deze beschikking onkundig
gebleven, wat zijn verklaring hierin vindt,
dat graaf de Marchant destijds te Amster
dam woonde. Ook heeft deze zelf, voor zoo
ver bekend, geen stappen gedaan om de in
schrijving alsnog in orde te brengen.
Ware hij wel ingeschreven, dan is hiermee
nog niet gezegd, dat hij ook tot dienstvervul
ling geroepen zou zijn geworden en indien
ook dit het geval zou zijn geweest, zou hij
waarschijnlijk evenals in andere soortge
lijke gevallen is geschied van werkelijken
dienst in vredestijd zijn vrijgesteld. Zoolang
hij burgemeester was, zou hij bovendien vrij
stelling van werkelijken dienst in geval van
mobilisatie hebben genoten.
Het is zoo goed als zeker, dat hem nim
mer eenige oproeping met betrekking tot den
militieplicht heeft bereikt.
Ten aanzien van het met Duitschland ge
sloten Vestigingsverdrag valt op te merken,
dat dit verdrag, zoowel van Duitsche als
van Nederlandsche zijde, s'.eeds is beschouwd
alleen betrekking te hebben op personen, die
óf Duitscher óf Nederlander, maar niet alle
bei tegelijk zijn. Aan art. 4 van dit verdrag
zou graaf de Marchant derhalve alleen vrij
dom van den Nederlandschen dienstplicht
hebben kunnen ontleenen, indien hij Duit
scher was, zonder tevens Nederlander te zijr.
Echter zou hij, had hij alleen de Duitsche
nationaliteit bezeten, ook afgescheiden van
het verdrag, niet militieplichtig zijn geweest,
zoowel omdat hij destijds geen ingezetene
was als omdat in het tegenovergestelde geval
de uitzondering van art. 13, lo. der Militie-
wet op hem van toepassing zou zijn geweest
De commissie van Rapporteurs is van mee
ning, dat het antwoord, door den minister
van defensie a.i. verstrekt, volledig bescheid
geeft op de gestelde vragen.
Ten aanzien van het bescheid, door de mi
nisters van justitie en van buitenlandsche za
ken gegeven, is zij daarentegen van oordeel,
dat dit niet het noodige licht verspreidt over
betgeen de afdeelingen der Kamer blijkbaar
te dezer zake nog verlangden te weten, voor
dat de toelating van den heer de Marchant
weder in openbare behandeling komt.
Mitsdien heeft de commissie het haar
plicht geacht mede daar de Kamer zich
bij haar besluit van 18 Sept. j.1. vereenigde
met het motief der conclusie van de commis
sie tot onderzoek van den geloofsbrief van
den heer de Marchant, dat zij „de ge'egen
heid moet hebben desverlangd door het vra
gen van nadere inlichtingen de feitelijke ge
gevens te doen aanvullen en graaf de Mar
chant, indien dit geschiedt, ook de gelegen
heid moet hebben desverlangd nadere bewij
zen omtrent zijn Nederlanderschap aan te
voeren" den griffier der Kamer op te dra
gen, den heer de Marchant namens haar uit
te noodigen, in haar vergadering van 3 De
cember 1935 te verschijnen, ten einde haar
naar aanleiding van enkele der aan laatst
genoemde ministers gestelde vragen alsnog
eenige opheldering te verschaffen.
Do briefwisseling tusschen den griffier en
den heer de Marchant reeds gepubliceerd
is aan het slot van het vervolg-verslag
opgenomen.
Schiopersknecht brengt zijn vroe-
geren baas een doodelijhen
dolksteek toe.
Gisteravond even voor 12 uur
is te Rotterdam op het trambalcon
van een wagen van lijn 3 de 31-
jarige schipper J. Ritmeester,
van het tanklichtschip „Gallicië",
met een dolkmes doodgestoken
door den 27-jarigen C. A. v. L.,
schippersknecht van de „Callicië".
Veertien dagen geleden hebben de schip
per en de knecht in Straatsburg ruzie ge
had, hetgeen den schipper aanleiding heeft
gegeven zijn knecht te ontslaan. Gister
morgen ging dit ontslag in.
De knecht heeft daarna geprobeerd de
directie van de firma Van Ommeren, aan
wie het schip toebehoort, over deze kwestie
te spreken te krijgen, hetgeen mislukt is.
Hij is daarna naar Amsterdam gegaan,
waar hij een dolkmes heeft gekocht en gis
teravond keerde hij naar Rotterdam terug.
De knecht wist, dat de schipper, als hij
in Rotterdam was, van zijn schip, dat in de
nabijheid van de werf Van Burgerhout ligt,
's avonds dikwijls op bezoek ging bij zijn
schoonouders en dan tusschen 12 uur en
half een weer aan boord terugkeerde. Zijn
plan is geweest om den schipper aan de
werf op te wachten.
Het toeval wilde, dat hij op den hoek
van de Posthoornsteeg op den tramwagen
van lijn 3 sprong, terwijl juist de schipper
met zijn vrouw op het balcon van deze
tram stonden.
De dader gevat
De knecht voegde den schipper
nog een paar woorden toe, trok
daarne de dolk en stak hem daar
mee in de hartstreek. De getroffene
viel ineen. De tramconducteur
maakte alarm en de tram, waarin
groote consternatie bij de passa
giers was ontstaan, stopte on
middellijk.
De dader was inmiddels al van
de tram afgesprongen en nam de
vlucht. Door twee passagiers en
den besturder van de tram werd
hij achtervolgd en op de Wijn
haven wist men hem te grijpen.
Spoedig waren politieagenten ter plaatse
verschenen, waarna de dader meegenomen
werd naar het bureau in de Groote 1 au
wenstee^.
Hier "werd de schee van het mes, dat hij
op zijn vlucht heeft weggeworpen, nog op
hem gevonden.
Echtgenoote overstuur.
Toen de tram, waarin het drama zien
afspeelde, was blijven stilstaan, hebben
passagiers den G. G. D. gewaarschuwd
Toevallig in de buurt zijnde leden van de
E. H. B. O. bekommerden zich om het
slachtoffer en om zijn echtgenoote, die
zéér overstuur was.
Nadat een noodverband was gelegd, is
het slachtoffer met een auto van den
G. G. D. naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel vervoerd.
Bij aankomst bleek hij te zijn overleden
De dolksteek had onmiddellijk het hart
getroffen.
Het lijk is in beslag genomen voor sec-
tie.
De politie heeft nog vannacht de getui
gen en den dader verhoord.
Deze heeft een bekentenis afgelegd, waar
aan hij heeft toegevoegd niet de bedoeling
te hebben gehad den schipper te dooden.
De trein van Den Bosch naar Lage-
Zwaluwe, die om 19.27 uur uit Den Bosch
vertrekt, is Maandagavond ter hoogte van
de Baardwijksche overlaat te Waalwijk be
schoten, aldus het Dagblad van Noord-
Brabant.
Vier te Waalwijk wonende handelsreizi
gers zaten in een tweede klas-coupé van ge
noemde trein en waren in het kaartspel ver
diept.
Ter hoogte van de Baardwijksche Over
laat, tusschen den Drunensche overweg en
het Julianaterrein werd plotseling een ruit
aan de noordzijde der coupé getroffen en
vloog een projectiel de coupé binnen Uit het
in de ruit ontstane gaatje kon worden afge.
leid dat het projectiel een kleine hagelkorrel
(van een flobert-geweer of revolver) moet
zijn geweest.
Gelukkig werd niemand „e.. l»«n, cf.
schoon de kogel op de hoogte van de hrv..
den der inzittenden naar binnen drong. Ver
moedelijk is dit te danken aan het feit, dat
de vier hoeren in verband met het kaartspel
voorover gebukt zaten. Wel werden eenige
van hen door kleine glasscherven geraakt.
Bij aankomst te Waalwijk werd dadelijk
de stationschef van het gebeurde in kennis
gesteld, die op zijn beurt de Waalwijksche
marechaussee waarschuwde.
Toen de trein 's avonds uit Lage-7 'aluwe
terugkeerde is op het station te Waak/ijk de
bewuste coupé vluchtig onderzocht, welk
onderzoek geen resultaat opleverde
Een wachtmeester der marechaussee heeft
daarop te Den Bosch de coupé gronc g on
derzocht, zonder evenwel de kogel of verdere
sporen daarvan te kunnen ontdekken.
Het onderzoek wordt inmiddels met kracht
voortgezet
De politie vermoedt, dat het een geval is
van verregaande kwaadaardige baldadig
heid.
Naar wij vernemen hebben Ged. Staten
van Noordnolland gistermiddag- eindelijk de
gemeentebegrooting van Amsterdam voor
1935 goedgekeurd.
De heer Th. W. Blijdenstein, oudste direc
teur van de Twentsche Bank N.V. is heden
nacht na een ongesteldheid van eenige -eken
in den ouderdom van 61 jaar overleden.
(Van onze eigen correspondent.)
Nu men gestroomlijnde kinderwagens en
gestroomlijnde sigarenkokers heeft, kan het
niemand verwonderen, dat Ook de Neder
landsche Spoorwegen aan de stroomlijn-
race gaan meedoen. Was vroeger de „slanke
lijn"' net summum van moderne smaak, thans
is het de „stroomlijn" en zoo doen ook film
spelers als Mae West met de groote mode
mee. De gestroomlijnde auto en de ge
stroomlijnde trein waren er natuurlijk eerder
dan de gestroomlijnde filmster- wa-t vroeger
uitsluitend uit een oogpunt van efficiency
werd ontworpen, is thans een criterium van
sierlijkheid geworden Bij de spoorwegen
heeft begrijpelijkerwijze vooral de eerste
overweging den doorslag gegeven al aan
vaardt men er ook de smaakvolle conse
quenties van, welke bijvoorbeeld tot uiting
komen bij een vergelijking tusschen een die-
seltrein en een electrischen trein van het
oude type.
De Nederlandsche spoorwegen zullen nu
weldra een proef nemen met een z.g. strocm-
lijnlocomotief, waarmede besparing op het
kolenverbruik wordt bereikt. De verbouwing,
die in eigen bedrijf wordt uitgevoerd, is zoo
ver gevorderd, dat men deze maand nog
met de proefritten denkt aan te vangen. Wij
hebben ons in verband hiermede eens gewend
tot den ontwerper ervan, den h'tofdingenieur
ir. P. Labrijn, adjunct-chef van den dienst
van tractie en materieel, ten einde er iets
naders over te vernemen.
De stroomlijnloccmotief, zooals deze reeds
bij verschillende buitenlandsche spoorweg
maatschappijen bij wijze van proef in ge
bruik is, geeft eenige besparing op het
kolenverbruik, doordat de luchtweerstand
wordt verminderd Men moet er zich echter
geen overdreven voorstelling van maken, al
dus ir. Labrijn. De besparing is vooral van
belang bij grootere snelheden en dus kan men
dan bij eenzelfde aantal ontwikkelde paarde-
krachten een grootere snelheid ermee be
reiken. Uitvoerige proefnemingen en bereke
ningen hebben dit aangetoond.
Men heeft namelijk niet buitenlandsche
modellen uitsluitend tot voorbeeld genomen,
doch is na eigen onderzoek tot een model
gekomen, dat het meeste aan het gestelde
doel beantwoordt. Besloten werd, de proef
te nemen met een gewone sneltrein-locomo
tief serie 3700, zooals ook voor de zg
stoomdiesels (dat zijn de EM-treinen, die
nu nog met stoomtractie worden gereden)
worden gebruikt en die dus groote snelheden
kunnen behalen en vlug optrekken. Van hout
heeft men een model gemaakt op 1/20 van
de ware grootte en dit in den windtunnel
van den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart
te Amsterdam opgehangen, nadat men loco
motief en tender van een stroomlijnraantel
had voorzien. Om zooveel mogelijk met de
werkelijkheid overeen te komen, werd achter
den locomotief een modelrijtuig op dezelfde
schaal geplaatst. Van beide werd nog een
exemplaar gemaakt en er omgekeerd "onder
gehangen, ten einde den invloed van den
grond te elimineeren.
Er moest natuurlijk rekening mee worden
gehouden, dat de toegankelijkheid der be
wegende deelen er niet op achteruit ging en
dat het uitzicht van den machinist niet werd
belemmerd. Dat viel echter nogal mee. want
het bleek weinig te schaden wanneer de be
kleeding onder langs de drijf- en koppel-
wielen werd weggelaten. Ook maakte het
weinig uit, of de raampjes van het machinis
tenhuis en de deurtjes tusschen locomotief
en tender geopend of gesloten waren. Daar
entegen was het wel van belang den schoor
steen niet boven de bekleeding te doen uit
steken. Men nam ook proeven met rook en
stoom, door deze kunstmatig uit het schoor
steengat te laten komen, en daarbij bleet,
dat de machinist er zeer veel last van Ka
hebben, wanneer men deze zoo maar M
ontsnappen. Uitkomst brachten twee kammen
boven op de bekleeding in langsnchting ter
weerszijden van den schoorsteen, ongeveer
over de halve ketellengte. Twee frontlan
taarns, die noodzakelijk zijn voor de verlich
ting, bleken zelfs eeu gunstigen invloed op
de luchtweerstand te hebben.
In dezen zin nu wordt de nieuwe stroom
lijn locomotief, waarmede men straks proe
ven gaat nemen, ingericht De bovenste
frontlantaam, die nimmer in gebruik is
wordt hierbij weggelaten; alleen een haak
wordt er nog voor aangebracht. Om de
ketelveiligheid is een koker aangebracht, die
van boven open is en gelijk met den beklee-
dingsmantel eindigt. Om verschillende appen
dages goed te kunnen bereiken is de beklee-
dingsmantel van gemakkelijk afneembart
stukken voorzien. Voor smeren en navoelen
zijn deuren en kleppen aangebracht. De ten
der is van een kap voorzien in twee deelen,
waarvan het achterste deel vast en het voor
ste verschuifbaar over het achterste deel is
ten einde water en kolen te kunnen innemer
De zijwanden en de kap van den tender zijn
zoover mogelijk naar achteren verlengd ca
de ruimte tusschen tender en eerste voerlui
zoo klein mogelijk te maken, hetgeen ook a
een aanmerkelijke vermindering van luch.
weerstand tengevolge heeft
De resultaten, die men met deze proever
in den windtunnel bereikte, waren bevredi
gend Zoo heeft men berekend, dat met een
snelheid van 100 K M per uur een voordee
wordt verkrijgen van 86 paardekrachtec
doordat een gewone locomotief bij dez<
snelheid 212 P K moet ontwikkelen voor er
overwinning van den luchtweerstand en ee
stroomlijmocomotief slechts 126 PJ<. B
lagere snelheden is het verschil veel g'
ringer, doch bij hoogere snelheden wor
een nog veel grooiei voordeel verkrege
Zoo bleek bijvoorbeeld bij een snelheid vn
40 K.M. per uur het aantal benoodigde paa
dekrachten bij een gewone en een strooi"
lijnlocomotief resp. 13 en 8, doch bij een
snelheid van 140 K M per uur resp. 580 en
345, hetgeen maar eventjes 235 PK. versch';
maakt!
De eventueele invoering van stroomlij
locomotieven op de groote lijnen kan du
we' een groote besparing geven vooral n
men tegenwoordig naar steeds groote"
snelheden streeft Ook hieromtrent heeft i'
Labriin reeds berekeningen gemaakt, die aar
toonen dat bij een snelheid van 100 K M. Pf
uur een kolenbesparing van 1.3 K G. pc
K.M. wordt verkregen. Daar vallen natuu
lijk den aanzettijd en den tijd noodig voc
hef stoppen buiten. Naarmate het traje'
langer of korter is, krijgt men aanmerkelijk
verschillen in de werkelijke kolenbesparin'
De bespaarde paardekrachten kunnen
tuurlijk ook gebruikt worden, om meer rij-
tuigen te vervoeren Bij een snelheid va"
100 K M. per uur bleek men er een viertssig
rijtuig van 40 ton ruim mee te winnen.
Nog deze maand hoopt men met de „ver
bouwing" gereed te komen Weldra zulle"
dus de proeven met het nieuwe monster aa"
vangen Of tot invoering op groote scha-'
zal worden overgegaan hangt in de «r''p
plaats af van de resultaten op de l'j^r
doch men beziet de voordeden natuur!"
ook in verband met de kosten der verbou
wmg. De toekomst zal moeten leeren. wd*'
gedragslijn in dit opzicht zal worden fie
volgd.
tu2