Jieck School Eerste Kamer en Graaf de Harchant. tRjuwealand EEN LOCOMOTIEF A LA MODE. Moord in een tram te Rotterdam. Tot predikant bij de gereformeerde kerk te Beverwijk is beroepen dr. H. Hohrop te Batavia, met verlof hier te lande. Vervolg-verslag over het aldeetingsonderzoek naar de geloofsbrieven. PASTOOR WATEREUS t Pastoor G. A. Watereus, vroeger te Noordscharwoude, is vannacht, betrekkelijk onverwachts, te Noordwijkerhout op 65-ja- rigen leeftijd overleden. ZIEKTEVERLOF. De heer Stavenuiter, onderwijzer aan de r. k. school te Oudorp is ziekteverlof ver leend; hij zal door een wachtgelder worden vervangen. EEN BEROEP MET HINDERNISSEN. PAARDEN BEHOEVEN NIET VERLICHT TE ZIJN! PLOTSELING OVERLEDEN. Tragisch ongeval. C. F. WESSELS t. DOODELIJK ONGELUK. MET DE BRANDKAST OP DEN LOOP. Inbraak te Groningen. BRIEVEN AAN MINISTERS. Verschenen is een vervolg-verslag Dader legt bekentenis af. SCHOT GELOST OP EEN TREIN. Bij de Baardwijksche Over laat te Waalwijk. BEGROOTING VAN AMSTERDAM GOEDGEKEURD DOOR GED. STATEN. TH. W. BLIJDENSTEIN f De stroomlijn brengt bezuiniging. - Deze maand komt de pro».machine op de rails. Minder kolen, meer kracht. men, was gewild en de prijzen vrij hoog, n 1 114 fer 100 bos. Spinazie, waarvan 2e kwaliteit m de meerderheid, gold vrij goed, de noteering was f 0.40—0.90 per kist. De laatste weken komt er een groote aanvoer van prei, die dit jaar in kwaliteit uitmunt. De prijs is redelijk, n.L 48 per 100 bos. Een speciaal gewild Kennemer pre luct is de knolselaerie, die mooi is en ge- wiki en le soort duur, de noteering 2 5 50 per 100 stuks. Witlof, waarvan geen groote aanvoer, gold middelmatig, met prijzen van f 6—f 16 per 100 K.G. De niet groote aanvoer van snijboonen was iets minder in prijs, n l. f 30—34 per 100 K.G. Druiven en vruchten worden nog in bedui dende partijen aangevoerd We noteerden voor druiven 32—38 per 100 K G. Ap pelen en peren, voor zoover le soort tafel- fruit, waren duur. De noteering van f 10— 24 per 100 K.G. De overige aanvoer van geen beteekenis en onveranderde prijzen. Men schrijft aan de N. R. Crt.: Allerlei vreemde dingen hebben zich in den loop der tijden irt verband met beroe pingen voorgedaan, maar dat een predikant tot tweemaal toe uit eenzelfde gemeente een toezegging van beroep ontvangt en dan nog geen intrede kan doen in zijne nieuwe gemeente is zeker wel een zeldzaamheid. Zoo iets is thans ds. S. Zeilstra te Ping- fum c.a. (cl. Franeker) wedervaren. Nadal genoemde predikant de toezegging van be roep had ontvangen naar de nieuwe of Juister uitdrukt herstelde combinatie Oen- kerk, Giekerk en Wijns (cl. Leeuwarden), bedankte hij in verband met strubbelingen over het vrije gebruik der pastorie. Nadat deze moeilijkheden uit den weg waren ge ruimd, werd andermaal toezegging van be roep door dezelfde combinatie op hem uit gebracht, welke hij nu aannam. Het eigen aardige geval doet zich thans voor, dat geen officieel beroep kan worden uitge bracht. Indien wij goed zijn ingelicht hangt dit samen met de handopening o.a. moet het rijkstractement, vroeger gewaarborgd aan een deel der combinatie, aan de thans bestaande combinatie gegarandeerd wor den. De molens in Den Haag draaien som tijds langzaam; het heeft niet mogen ba ten, dat de consulent er is heen getogen om meer wind in deze molens te blazen. Het classikaal bestuur heeft zich ook al voor de zaak gespannen. Uit ervaring weten wij, dat dergelijke dingen tenslotte te recht ko men. Op de Goorsche straat onder de gemeente Delden is gisteravond omstreeks kwart over zes een motorrijder, de heer Nijkatnp uit Lochem, die in de richting Delden reed, op een span paarden, dat naar Delden werd gevoerd, ingereden. Hij werd van zijn motor geslingerd en bleef bewusteloos liggen. Een ijlings ontboden geneesheer uit Delden kon slechts den dood constateeren. De paarden bleven vrijwel ongedeerd Toen 'n begrafenisstoet op 't kerkhof te Hui zen was aangekomen en de familie zich om 't graf wilde scharen, zakte de 72-jarige mej Kos plotseling ineen en overleed eenige ©ogenblikken daarna. Een medicus consta teerde dood door hartverlamming. Te Haarlem is plotseling in den ouderdom van 60 jaren overleden de heer C. F. Wes- sels, directeur van de inrichting voor chro nische ziekten „Houtrust" in het Westerhout- park aldaar. Gisteravond omstreeks acht uur is de ge huwde heer J. Heising, commissionnair in granen en stroo, wonende te Wedderveer; met zijn motorrijwel onder Sellingen, bij Ter Apel (Gr.), op een afgesloten weg, welke in reparatie was, tegen een stilstaan- den aanhangwagen van een vrachtauto ge botst. De heer H., die alleen op het motorrij wiel zat werd tegen den grond geslingerd en op slag gedood. Zijn stoffelijk ove vervoerd. De marecaussee stelt een onderzoek in. overschot is naar Ter Apel In den afgeloopen nacht hebben inbrekers hun slag trachten te slaan in een groot kaas pakhuis van de firma F. Boonstra Hoek stra aan de Eendrachtskade te Groningen. Toen het personeel van de firma heden morgen het kantoor gelegen op de eerste eta ge betrad, zag men, dat de brandkast was verdwenen. Bij een ingesteld onderzoek bleek, dat deze brandkast al kantelende was over gebracht naar het aangrenzende kan toor. Hier is vrijwel de geheele achter wand uit de kast gehakt. In de kast zaten slechts enkel waardelooze papieren. Van de daders is tot dusverre nog geen spoor ge vonden. naar aanleiding van het in de af- deelingen der Eerste Kamer verhan delde betreffende het rapport der commissie tot onderzoek van den ge loofsbrief, met bijbehoorende stuk ken, van den heer M. V. E. H. J. M. graaf de Marchant et d'Ansem- bourg. Wij ontleenen hieraan in de eerste plaats het antwoord op vragen, overgebracht aan de ministers van justitie, van Buitenlandsche Zaken en van Defensie a.i. Op de vragen, tot de beide eerstgenoemde ministers gericht, werd in een door hen, onder dagteekening van 15 en 20 November j.1. aan den voorzit ter der Kamer gericht schrijven een volgend antwoord ontvangen. De commissie had o.m gevraagd: Is in dertijd aan den heer J. B. C. E. M. graaf de Marchant et d'Ansembourg konings toe stemming verleend tot het zich begeven in vreemden krijgsdienst? De ministers ant woorden hierop, dat bij een ingesteld onder zoek niet is kunnen blijken, dat de bedoelde toestemming zou zijn verleend of verzocht. De datum waarop door het thans benoem de Eerste Kamerlid graaf De Marchant et a' Ansembourg het naturalisatieverzoek tot de Pruisische autoriteiten werd gericht en de beweegredenen daartoe zijn de ministers niet bekend. Van een gedachtenwisseling over dat ver zoek tusschen de Pruisische en de Neder- landsche regeering is niet gebleken. In 1920 werd gerapporteerd, dat het ver zoek zou zijn gedaan door den vader. Eeni- gerlei verband tusschen dit verzoek en het dienst nemen, of het zich begeven in het Duitsche leger, is den minister niet bekend Evenmin is den ministers iets bekend of de heer De Marchant voor 3 Maart 1914, dus vóar zijn inlijving, zich in vóóropleiding heeft begeven, of anderszins dienst genomen heeft in of in betrekking heeft gestaan tot het vreemde leger.. Daar de Nederlandsche regeering in een ontslag uit het Duitsche staatsverband niet is gemoeid geweest, beschikken de ministers hieromtrent niet over bescheiden ter toezen ding aan de Kamer, ook niet over een aan belanghebbende verschafte oorkonde van ont slag of over een afschrift daarvan. Wat beti 't de vragen: lo. Kan een min derjarige door eigen naturalisatie in een vreemd land zijn Nederlandsche nationaliteit verliezen? en 2o. Is vcor het zich begeven in vreemden krijgsdienst, bedoeld in art. 7, subs 4o, van de Wet op het Nederlander schap en het ingezetenschap, de vrijwillig heid een essentieel element? waarvan de eerste ontkennend en de tweede door de com missie tot onderzoek van den geloofsbrief bevestigend wordt beantwoord, zeggen de ministers, dat deze opvatting van de commis sie overeenstemt met een in zich voordoende gevallen door opvolgende ministers van justi tie bezegelde practijk. Ook is in deze practijk gehuldigd de stelling der commissie, dat iemand zijn-Nederlanderschap niet verliest, tenzij dit ontwijfelbaar vaststaat. Aan het antwoord op de tot den minister van defensie a.i. gestelde vragen wordt hei volgende ontleend: De heer M. V. E. H. J. M. Graaf de Mar chant et d'Ansembourg, geboren 18 Januari 1894, zou naar zijn leeftijd in Januari 1913 in aanmerking zijn gekomen om voor de mi litie te worden ingeschreven. De inschrijving had dan moeten geschieden in de gemeente Gulpen, waar zijn vader woonde; hij zelf woonde in Duitschland. Intusschen is Graaf de Marchant slechts inschrijvingsp'ichtig geweest, indien hij óf Nederlander óf ingezetene-niet-Nederlander was. Van de hoedanigheid van ingezetene in den zin van de Militiewet kon te zijnen op zichte geen sprake zijn, omdat een der ver- eischten daarvoor was, dat hij zelf in Neder land woonde. Blijft over de vraag, of hij Ne derlander was. De eerste, die geroepen was daarover te oordeelen, was degenen, die voor de aangifte ter inschrijving voor de militie had moeten zorgen. Deze verplichting zou, aangeno men, dat de in Duitschland wonende zoon in Januari 1913 ook niet in Gulpen vertoefde op den vader hebben gerust. Deze had echter den burgemeester van Gulpen bij brief van 6 December 1912 medegedeeld, zij het ook niet bepaaldelijk met betrekking tot de militie dat zijn zoon in Duitschland ge naturaliseerd was en dientengevolge de Ne derlandsche nationaliteit verloren had. Uit het feit, dat de vader hetzij dan terecht, of ten onrechte in de overtuiging leefde, dat zijn hier bedoelde zoon geen Nederlander meer was, volgt, dat er voor hem ook geen aanleiding bestond, dezen zoon ter inschrij ving voor de militie aan te geven. Op den burgemeester rustte de taak om, zoodra hij zou ontdekken, dat de inschrij ving ten onrechte achterwege was gebleven, ambtshalve tot inschrijving over te gaan. Dit moet in het algemeen ook nog geschieden, in dien een dergelijk verzuim eerst na geruimen tijd aan den dag treedt. De burgemeester van Gulpen heeft Graaf de Marchant Jr. nimmer voor de militie ingeschreven. Wat de reden hiervan is, is na zooveel jaren niet met zeker heid na te gaan. De meening van den vader, dat zijn zoon sinds zijn naturalisatie in Duitschland geen Nederlander meer was, was tot 1920 ook die van den zoon zelf, getuige diens op 27 Dec. 1919 gedane aanvraag om door naturalisa tie de hoedanigheid van Nederlander te her krijgen. Toen de minister van justitie bij de beschik king van 15 Sept. 1920 te kennen gaf, dat niet was gebleken, dat graaf de Marchant zijn door geboorte verkregen Nederlander schap had verloren, dat hij m.a.w. steeds Nederlander was geweest, volgde hieruit voor wie deze uitspraak als juist aanvaardt, dat graaf de Marchant in 1913 voor de mi litie nad moeten worden ingeschreven. De burgemeester van Gulpen is echter tot korten tijd geleden van deze beschikking onkundig gebleven, wat zijn verklaring hierin vindt, dat graaf de Marchant destijds te Amster dam woonde. Ook heeft deze zelf, voor zoo ver bekend, geen stappen gedaan om de in schrijving alsnog in orde te brengen. Ware hij wel ingeschreven, dan is hiermee nog niet gezegd, dat hij ook tot dienstvervul ling geroepen zou zijn geworden en indien ook dit het geval zou zijn geweest, zou hij waarschijnlijk evenals in andere soortge lijke gevallen is geschied van werkelijken dienst in vredestijd zijn vrijgesteld. Zoolang hij burgemeester was, zou hij bovendien vrij stelling van werkelijken dienst in geval van mobilisatie hebben genoten. Het is zoo goed als zeker, dat hem nim mer eenige oproeping met betrekking tot den militieplicht heeft bereikt. Ten aanzien van het met Duitschland ge sloten Vestigingsverdrag valt op te merken, dat dit verdrag, zoowel van Duitsche als van Nederlandsche zijde, s'.eeds is beschouwd alleen betrekking te hebben op personen, die óf Duitscher óf Nederlander, maar niet alle bei tegelijk zijn. Aan art. 4 van dit verdrag zou graaf de Marchant derhalve alleen vrij dom van den Nederlandschen dienstplicht hebben kunnen ontleenen, indien hij Duit scher was, zonder tevens Nederlander te zijr. Echter zou hij, had hij alleen de Duitsche nationaliteit bezeten, ook afgescheiden van het verdrag, niet militieplichtig zijn geweest, zoowel omdat hij destijds geen ingezetene was als omdat in het tegenovergestelde geval de uitzondering van art. 13, lo. der Militie- wet op hem van toepassing zou zijn geweest De commissie van Rapporteurs is van mee ning, dat het antwoord, door den minister van defensie a.i. verstrekt, volledig bescheid geeft op de gestelde vragen. Ten aanzien van het bescheid, door de mi nisters van justitie en van buitenlandsche za ken gegeven, is zij daarentegen van oordeel, dat dit niet het noodige licht verspreidt over betgeen de afdeelingen der Kamer blijkbaar te dezer zake nog verlangden te weten, voor dat de toelating van den heer de Marchant weder in openbare behandeling komt. Mitsdien heeft de commissie het haar plicht geacht mede daar de Kamer zich bij haar besluit van 18 Sept. j.1. vereenigde met het motief der conclusie van de commis sie tot onderzoek van den geloofsbrief van den heer de Marchant, dat zij „de ge'egen heid moet hebben desverlangd door het vra gen van nadere inlichtingen de feitelijke ge gevens te doen aanvullen en graaf de Mar chant, indien dit geschiedt, ook de gelegen heid moet hebben desverlangd nadere bewij zen omtrent zijn Nederlanderschap aan te voeren" den griffier der Kamer op te dra gen, den heer de Marchant namens haar uit te noodigen, in haar vergadering van 3 De cember 1935 te verschijnen, ten einde haar naar aanleiding van enkele der aan laatst genoemde ministers gestelde vragen alsnog eenige opheldering te verschaffen. Do briefwisseling tusschen den griffier en den heer de Marchant reeds gepubliceerd is aan het slot van het vervolg-verslag opgenomen. Schiopersknecht brengt zijn vroe- geren baas een doodelijhen dolksteek toe. Gisteravond even voor 12 uur is te Rotterdam op het trambalcon van een wagen van lijn 3 de 31- jarige schipper J. Ritmeester, van het tanklichtschip „Gallicië", met een dolkmes doodgestoken door den 27-jarigen C. A. v. L., schippersknecht van de „Callicië". Veertien dagen geleden hebben de schip per en de knecht in Straatsburg ruzie ge had, hetgeen den schipper aanleiding heeft gegeven zijn knecht te ontslaan. Gister morgen ging dit ontslag in. De knecht heeft daarna geprobeerd de directie van de firma Van Ommeren, aan wie het schip toebehoort, over deze kwestie te spreken te krijgen, hetgeen mislukt is. Hij is daarna naar Amsterdam gegaan, waar hij een dolkmes heeft gekocht en gis teravond keerde hij naar Rotterdam terug. De knecht wist, dat de schipper, als hij in Rotterdam was, van zijn schip, dat in de nabijheid van de werf Van Burgerhout ligt, 's avonds dikwijls op bezoek ging bij zijn schoonouders en dan tusschen 12 uur en half een weer aan boord terugkeerde. Zijn plan is geweest om den schipper aan de werf op te wachten. Het toeval wilde, dat hij op den hoek van de Posthoornsteeg op den tramwagen van lijn 3 sprong, terwijl juist de schipper met zijn vrouw op het balcon van deze tram stonden. De dader gevat De knecht voegde den schipper nog een paar woorden toe, trok daarne de dolk en stak hem daar mee in de hartstreek. De getroffene viel ineen. De tramconducteur maakte alarm en de tram, waarin groote consternatie bij de passa giers was ontstaan, stopte on middellijk. De dader was inmiddels al van de tram afgesprongen en nam de vlucht. Door twee passagiers en den besturder van de tram werd hij achtervolgd en op de Wijn haven wist men hem te grijpen. Spoedig waren politieagenten ter plaatse verschenen, waarna de dader meegenomen werd naar het bureau in de Groote 1 au wenstee^. Hier "werd de schee van het mes, dat hij op zijn vlucht heeft weggeworpen, nog op hem gevonden. Echtgenoote overstuur. Toen de tram, waarin het drama zien afspeelde, was blijven stilstaan, hebben passagiers den G. G. D. gewaarschuwd Toevallig in de buurt zijnde leden van de E. H. B. O. bekommerden zich om het slachtoffer en om zijn echtgenoote, die zéér overstuur was. Nadat een noodverband was gelegd, is het slachtoffer met een auto van den G. G. D. naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd. Bij aankomst bleek hij te zijn overleden De dolksteek had onmiddellijk het hart getroffen. Het lijk is in beslag genomen voor sec- tie. De politie heeft nog vannacht de getui gen en den dader verhoord. Deze heeft een bekentenis afgelegd, waar aan hij heeft toegevoegd niet de bedoeling te hebben gehad den schipper te dooden. De trein van Den Bosch naar Lage- Zwaluwe, die om 19.27 uur uit Den Bosch vertrekt, is Maandagavond ter hoogte van de Baardwijksche overlaat te Waalwijk be schoten, aldus het Dagblad van Noord- Brabant. Vier te Waalwijk wonende handelsreizi gers zaten in een tweede klas-coupé van ge noemde trein en waren in het kaartspel ver diept. Ter hoogte van de Baardwijksche Over laat, tusschen den Drunensche overweg en het Julianaterrein werd plotseling een ruit aan de noordzijde der coupé getroffen en vloog een projectiel de coupé binnen Uit het in de ruit ontstane gaatje kon worden afge. leid dat het projectiel een kleine hagelkorrel (van een flobert-geweer of revolver) moet zijn geweest. Gelukkig werd niemand „e.. l»«n, cf. schoon de kogel op de hoogte van de hrv.. den der inzittenden naar binnen drong. Ver moedelijk is dit te danken aan het feit, dat de vier hoeren in verband met het kaartspel voorover gebukt zaten. Wel werden eenige van hen door kleine glasscherven geraakt. Bij aankomst te Waalwijk werd dadelijk de stationschef van het gebeurde in kennis gesteld, die op zijn beurt de Waalwijksche marechaussee waarschuwde. Toen de trein 's avonds uit Lage-7 'aluwe terugkeerde is op het station te Waak/ijk de bewuste coupé vluchtig onderzocht, welk onderzoek geen resultaat opleverde Een wachtmeester der marechaussee heeft daarop te Den Bosch de coupé gronc g on derzocht, zonder evenwel de kogel of verdere sporen daarvan te kunnen ontdekken. Het onderzoek wordt inmiddels met kracht voortgezet De politie vermoedt, dat het een geval is van verregaande kwaadaardige baldadig heid. Naar wij vernemen hebben Ged. Staten van Noordnolland gistermiddag- eindelijk de gemeentebegrooting van Amsterdam voor 1935 goedgekeurd. De heer Th. W. Blijdenstein, oudste direc teur van de Twentsche Bank N.V. is heden nacht na een ongesteldheid van eenige -eken in den ouderdom van 61 jaar overleden. (Van onze eigen correspondent.) Nu men gestroomlijnde kinderwagens en gestroomlijnde sigarenkokers heeft, kan het niemand verwonderen, dat Ook de Neder landsche Spoorwegen aan de stroomlijn- race gaan meedoen. Was vroeger de „slanke lijn"' net summum van moderne smaak, thans is het de „stroomlijn" en zoo doen ook film spelers als Mae West met de groote mode mee. De gestroomlijnde auto en de ge stroomlijnde trein waren er natuurlijk eerder dan de gestroomlijnde filmster- wa-t vroeger uitsluitend uit een oogpunt van efficiency werd ontworpen, is thans een criterium van sierlijkheid geworden Bij de spoorwegen heeft begrijpelijkerwijze vooral de eerste overweging den doorslag gegeven al aan vaardt men er ook de smaakvolle conse quenties van, welke bijvoorbeeld tot uiting komen bij een vergelijking tusschen een die- seltrein en een electrischen trein van het oude type. De Nederlandsche spoorwegen zullen nu weldra een proef nemen met een z.g. strocm- lijnlocomotief, waarmede besparing op het kolenverbruik wordt bereikt. De verbouwing, die in eigen bedrijf wordt uitgevoerd, is zoo ver gevorderd, dat men deze maand nog met de proefritten denkt aan te vangen. Wij hebben ons in verband hiermede eens gewend tot den ontwerper ervan, den h'tofdingenieur ir. P. Labrijn, adjunct-chef van den dienst van tractie en materieel, ten einde er iets naders over te vernemen. De stroomlijnloccmotief, zooals deze reeds bij verschillende buitenlandsche spoorweg maatschappijen bij wijze van proef in ge bruik is, geeft eenige besparing op het kolenverbruik, doordat de luchtweerstand wordt verminderd Men moet er zich echter geen overdreven voorstelling van maken, al dus ir. Labrijn. De besparing is vooral van belang bij grootere snelheden en dus kan men dan bij eenzelfde aantal ontwikkelde paarde- krachten een grootere snelheid ermee be reiken. Uitvoerige proefnemingen en bereke ningen hebben dit aangetoond. Men heeft namelijk niet buitenlandsche modellen uitsluitend tot voorbeeld genomen, doch is na eigen onderzoek tot een model gekomen, dat het meeste aan het gestelde doel beantwoordt. Besloten werd, de proef te nemen met een gewone sneltrein-locomo tief serie 3700, zooals ook voor de zg stoomdiesels (dat zijn de EM-treinen, die nu nog met stoomtractie worden gereden) worden gebruikt en die dus groote snelheden kunnen behalen en vlug optrekken. Van hout heeft men een model gemaakt op 1/20 van de ware grootte en dit in den windtunnel van den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart te Amsterdam opgehangen, nadat men loco motief en tender van een stroomlijnraantel had voorzien. Om zooveel mogelijk met de werkelijkheid overeen te komen, werd achter den locomotief een modelrijtuig op dezelfde schaal geplaatst. Van beide werd nog een exemplaar gemaakt en er omgekeerd "onder gehangen, ten einde den invloed van den grond te elimineeren. Er moest natuurlijk rekening mee worden gehouden, dat de toegankelijkheid der be wegende deelen er niet op achteruit ging en dat het uitzicht van den machinist niet werd belemmerd. Dat viel echter nogal mee. want het bleek weinig te schaden wanneer de be kleeding onder langs de drijf- en koppel- wielen werd weggelaten. Ook maakte het weinig uit, of de raampjes van het machinis tenhuis en de deurtjes tusschen locomotief en tender geopend of gesloten waren. Daar entegen was het wel van belang den schoor steen niet boven de bekleeding te doen uit steken. Men nam ook proeven met rook en stoom, door deze kunstmatig uit het schoor steengat te laten komen, en daarbij bleet, dat de machinist er zeer veel last van Ka hebben, wanneer men deze zoo maar M ontsnappen. Uitkomst brachten twee kammen boven op de bekleeding in langsnchting ter weerszijden van den schoorsteen, ongeveer over de halve ketellengte. Twee frontlan taarns, die noodzakelijk zijn voor de verlich ting, bleken zelfs eeu gunstigen invloed op de luchtweerstand te hebben. In dezen zin nu wordt de nieuwe stroom lijn locomotief, waarmede men straks proe ven gaat nemen, ingericht De bovenste frontlantaam, die nimmer in gebruik is wordt hierbij weggelaten; alleen een haak wordt er nog voor aangebracht. Om de ketelveiligheid is een koker aangebracht, die van boven open is en gelijk met den beklee- dingsmantel eindigt. Om verschillende appen dages goed te kunnen bereiken is de beklee- dingsmantel van gemakkelijk afneembart stukken voorzien. Voor smeren en navoelen zijn deuren en kleppen aangebracht. De ten der is van een kap voorzien in twee deelen, waarvan het achterste deel vast en het voor ste verschuifbaar over het achterste deel is ten einde water en kolen te kunnen innemer De zijwanden en de kap van den tender zijn zoover mogelijk naar achteren verlengd ca de ruimte tusschen tender en eerste voerlui zoo klein mogelijk te maken, hetgeen ook a een aanmerkelijke vermindering van luch. weerstand tengevolge heeft De resultaten, die men met deze proever in den windtunnel bereikte, waren bevredi gend Zoo heeft men berekend, dat met een snelheid van 100 K M per uur een voordee wordt verkrijgen van 86 paardekrachtec doordat een gewone locomotief bij dez< snelheid 212 P K moet ontwikkelen voor er overwinning van den luchtweerstand en ee stroomlijmocomotief slechts 126 PJ<. B lagere snelheden is het verschil veel g' ringer, doch bij hoogere snelheden wor een nog veel grooiei voordeel verkrege Zoo bleek bijvoorbeeld bij een snelheid vn 40 K.M. per uur het aantal benoodigde paa dekrachten bij een gewone en een strooi" lijnlocomotief resp. 13 en 8, doch bij een snelheid van 140 K M per uur resp. 580 en 345, hetgeen maar eventjes 235 PK. versch'; maakt! De eventueele invoering van stroomlij locomotieven op de groote lijnen kan du we' een groote besparing geven vooral n men tegenwoordig naar steeds groote" snelheden streeft Ook hieromtrent heeft i' Labriin reeds berekeningen gemaakt, die aar toonen dat bij een snelheid van 100 K M. Pf uur een kolenbesparing van 1.3 K G. pc K.M. wordt verkregen. Daar vallen natuu lijk den aanzettijd en den tijd noodig voc hef stoppen buiten. Naarmate het traje' langer of korter is, krijgt men aanmerkelijk verschillen in de werkelijke kolenbesparin' De bespaarde paardekrachten kunnen tuurlijk ook gebruikt worden, om meer rij- tuigen te vervoeren Bij een snelheid va" 100 K M. per uur bleek men er een viertssig rijtuig van 40 ton ruim mee te winnen. Nog deze maand hoopt men met de „ver bouwing" gereed te komen Weldra zulle" dus de proeven met het nieuwe monster aa" vangen Of tot invoering op groote scha-' zal worden overgegaan hangt in de «r''p plaats af van de resultaten op de l'j^r doch men beziet de voordeden natuur!" ook in verband met de kosten der verbou wmg. De toekomst zal moeten leeren. wd*' gedragslijn in dit opzicht zal worden fie volgd. tu2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10