DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Defensiebegrooting aangenomen. Qagetiiksch Oveezicht Hoare over de buitenlandsche politiek. ^Buitenland No 288 rut nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 6 December 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Tweede Kamer Mr. Duijs stemde voor. De Engelsche minister over het Abessinische conflict, over de kwestie Engeland-Egypte en over den toestand in China. Rede in het Lagerhuis. De oorlog iri Oost-Afriko. IVal vandaag de aandacht trekt URANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Den Haag, 5 December. Met 51 tegen 23 stemmen heeft de Kamer de Defensiebegrooting, welke zij in den afge- loopen nacht om vier uur had afgehandeld, goedgekeurd. Tegen hebben gestemd de sociaal-democraten en communisten, de één lingen Sneevliet (r.s.) en Arts (k.d.p.) en de vrijzinnig-democraten mevrouw Bakker— Nort en de heeren Ketelaar, Kooiman en Ebels. De heeren Joekes en Schilthuis van de vrijzinnig-democratische fractie stemden veór. Mr. Joekes, de fractievoorzitter, heeft dus maar één man aan zijn zijde gekregen. De heer Ketelaar had in den afgeloopen nacht het standpunt verdedgid van de vrij zinnig-democraten, die ook tegen deze Defen siebegrooting waren, betoogende, dat onze weermacht toch niets tegen een buitenland- schen vijand vermag, enz. De verdeeldheid in deze fractie trekt uit den aard der zaak de aandacht. Niet minder opzien echter baarde een stemmotiveering van mr. Duys, die voor de eerste maal het woord voerde, nadat hij zich van de sociaal-democrtische fractie heeft af gescheiden Hij stemde voor de begrooting. «ndat z.i. hierop niets voorkwam, dat geen mininmum moet worden geacht voor wie bonafide het standpunt der landsverdediging aanvaardt en zich één voelt met zijn landge- nooten. Ook wilde hij door een daad bevesti gen, dat het loslaten van het in deze dager, onhoudbare standpunt der eenzijdige, nario- nale ontwapening althans voor hem gee i holle frase is geweest. Mr. Duys herinnerde eraan, dat hij zijn standpunt al eenige jaren geleden heeft verdedigd in zijn brochure „Ter irënteering" En hij zeide, dat zijn partij later op een congres heeft getoond, den door hem gewezen weg in te willen slaan. Het verwijt van een dubbelzinnige politiek wees hij bij voorbaat af. Mr. Duys is, al heeft hij zich van zijn fractie afgescheiden, nog lid van de S.D A P. Een royementsprocedure zal wel bin nenkort in gang worden gezet. Zijn pos:tic van dit oogenblik, nu hij geen deel van de fractie meer uitmaakt, maar wel lid dei S.D A P. is en zijn Kamerzetel bezet houdt, is we! heel wonderlijk In de vergadc/aai wisselt hij geen woord met de fractieleden. Hij en de anderen zijn lucht voor elkaar. De begrooting van het verkeersfonds heeft de Kamer aangenomen, nadat o.a. de heer van Kempen (lib.) verbetering had be pleit van een groep tertiaire wegen in het zuiden van Drente, die nu slechts over brug gen bereikbaar zijn, waarover practisch geen autoverkeer kan plaats vinden. Minister Van Lidth de Jeude pleegt over de tertiaire wegen overleg met de colleges van Ged. Staten. Bij de afdeeling Luchtvaart der begrooting drong de heer van Kempen erop aan, dat de regeering gebruik zou maken van de natio nale industrie voor den vliegtuigbouw. Deze afgevaardigde vreest voorts gevaren van den snellen dienst, maar de minister is, wat dit betreft, gerust. Afgehandeld is het wetsontwerp, dat voor schriften geeft betreffende de hoedanigheid en aanduiding van waren. Deze wet komt in de plaats van de warenwet. Zij is een res'ant van de algemeene bezuinigingswet en hieruit gelicht, omdat er een storm van orotest was opgestoken tegen dit onderdeel der bespa ringsvoorstellen. Zij is toen als een apart wetsontwerp ingediend, maar na de indie ning heeft dit meer dan één belangrijke ver andering ondergaan. Het ontwerp is nu niet meer dan een wijziging van zekere artikelen der bestaande warenwet, maar de regeering heeft het den vorm van een nieuwe wet laten houden, omdat anders nog meer tijdverlies het gevolg zou zijn geweest. Aan verschei dene ernstige bezwaren tegen haar aanvanke lijke voorstel is zij tegemoet gekomen De laatste belangrijke wijziging, welke zij erin heeft aangebracht, is, dat de keuring toch zal kunnen blijven betrekking hebben niet alleen op de volksgezondheid, maar ook op de eer lijkheid in den handel. Hiertegenover wil mi nister Slingenberg het bedrijfsleven wat meer in de kosten der keuringsdiensten laten bij dragen, dan voordien in zijn bedoeling lag. Rijk en bedrijven zullen tezamen de helft van de totale kosten der diensten betalen, de ge meenten de andere helft. De heeren Drees (s.d.) en Goseling (r.k.) hadden er bezwaar tegen, dat de gemeenten niet zullen profi- teeren van de bijdragen van het bedrij's- leven. Het Rijk brengt die bijdragen in min dering alleen van zijn eigen aandefl. De ge meenten innen die bijdragen ook nog, maar zullen, naar minister Slingenberg den heer Drees antwoordde, althans de onkosten van de inning mogen aftrekken van de opbrengst, die zij het Rijk moeten geven De bedrijver, in een bepaalden kring gelegen, betalen hun aandeel in de kosten van den dienst, in dien kring gevestigd. De heer Drees merkte op, dat de bedrijven in de eene landsstreek veel meer zullen moeten betalen dan in de andere, maar volgens den bewindsman was een com pensatie van dit bezwaar het feit, dat een keuringsdienst, die veel geld kost, ook veel werk verzet. De heeren Schilthuis (v.d.), Wielenga (a r.) en Goseling maakten zich ongerust, dat de bedrijven nieuwe, zwart lasten zouden krijgen. Z.Exc. vertelde, dat zij wat meer dan een vierde deel der totale kosten zullen op brengen, maar volstrekt niet het leeuwen deel van de helft, door Rijk en bedrijven g— zamenlijk te betalen. Zij hebben er be'ang bij, dat de keuring ock op de eerlijkheid in den handel betrekking blijft hebben Er komt een commissie van bijstand voor de uitvoering van zekere bepalingen der wet. Mr. Goseling wenschte, dat er figuren uit het bedrijfsleven in deze commissie zitting zullen hebben. De minister beloofde hem dit Waarin nu eigenlijk de bezuiniging schuilt, welke de nieuwe wet zal brengen? Er zullen keuringsdiensten worden opgeheven. Me vrouw De VriesBruins (s.d.) en de heeren Wielenga en Bakker (c.h.) vreesden, dat tt veel keuringsdiensten het slachtoffer zullen worden, en de laatste was bang, dat inzon derheid het platteland het loodje zou moe ten leggen. De heer Bakker denkt er anders over dan mr. Vervoorn (platteland), volgers wien alle keuringsdiensten moeten verdwij nen, omdat hun controle toch weinig geeft en zij een hoop geld kosten. Minister Slingen berg weet nog niet, welke diensten zullen worden opgeheven. Hij zal, volgens wensch van den heer Wielenga bestaande, particu liere keuringsstations, die aan zekere voor waarden voldoen, in het keuringswerk op nemen. Z.Exc. beloofde, de plattelandsbflan- gen behoorlijk te zullen behartigen Hij her innerde eraan, dat de bedoeling is geweest, door deze wet zes ton te besparen. Of dit doel zal worden verwezenlijkt? Hun. die zich on gerust maakten over de gemeenten, verzeker de Z.Exc., dat het ook z.i. verkeerd zou zijn, de kosten op de gemeenten af te wentelen Hij wees erop, dat zij toch ook van de bezuini ging gaan profiteeren door de concentratie van diensten, welke geschieden zal. Mevrouw De Vries—Bruins en de heer Drees hebben amendementen verdedigd, waarover morgen zal worden gestemd. Wij zullen ze vermelden, als hun lot vaststaat. Even over half vijf mochten wij al naar huis. 't Heerlijk avondje was gekomen! De drie belangrijkste onderwerpen, waarmede de Britsche minister van bui tenlandsche zaken, Sir Samuel Hoare zich heeft beziggehouden in de rede, die hij gisteravond in het Lagerhuis heeft uitgesproken, waren het Abessinische conflict, de situatie in het Verre Oosten en het Egyptische vraagstuk. Het Abessinische conflict. Met betrekking tot de Abessinische kwes tie, zeide Hoare, dat Engeland zijn rol in het Volkenbondsoptreden volledig heeft ge speeld en steeds heeft gestreefd naar een vreedzame regeling van het conflict. De leden van den Volkenbond hebben bijna eenstemmig de economische sanctiemaat regelen toegepast, zelfs, wanneer dat verlies voor hen medebracht. Niet minder duidelijk bleek hun eensgezindheid, toen zij Engeland en Frankrijk de verzekering gaven van hun steun bij vredespogingen, door deze beide mogendheden in het werk gesteld. Het was duidelijk, speciaal door deze eensgezindheid, dat Frankrijk en Engeland zijn opgetreden binnen het kader van den Volkenbond. De Volkenbondmachinerie functionneert goed bij de toepassing der economische sancties. De situatie wordt voortdurend gade geslagen door de commksie van experts en indien het blijkt, dat er nog leemten zijn, zal alles in het werk worden gesteld om het ge meenschappelijke front te versterken. Wat betreft een embargo op petroleum Ik behoef slechts te zeggen, dat wij ook op dit gebied bereid zijn ons aandeel in een ge meenschappelijk optreden bij te dragen In beginsel heeft de Volkenbond zich reeds met een dergelijk embargo accoord verklaard en ik wensch te verkla-en, dat geen enkele re geering voor deze gemeenschappelijke beslis sing of voor eenig ander sanctievoorstei meer verantwoordelijkheid draagt dan de andere regeeringen. Indien de gedelegeer den bijeenkomen om te beraadslagen over het in praktijk brengen van dezen sanctie- vorm, dan zullen wij bereid zijn mede te werken. Intusschen wil ik hier bezwaren in brengen tegen de beschuldiging, dat Britsche petroleummaatschappijcn van de situatie ge bruik maken. Inderdaad is de uitvoer van petroleum naar Italië in het laatste kwartaal belangrijk toegenomen, doch deze vermeerde ring komt niet voor rekening van onderne mingen, waarin Engeland is geinteresseerd. De Anglo-Iranian Company bijvoorbeeld, heeft gedurende de eerste elf maanden van dit jaar belangrijk minder petroleum naar Italië uitgevoerd, dan in dezelfde periode van 1934. Deze vermindering is vooral in de maanden Augustus, September en Octo- ber tot uiting gekomen. Het uitstellen van de beraadslagingen over een petroleumembargo, beteekent niet, dat de houding der staten is verslapt. Men heeft door dit uitstel meer gelegenheid gekregen voor het streven naar een moeilijke schikking van het conflict. Wellicht is het onmogelijk om te bemiddelen tusschen de uiteenloopende standpunten van den Volkenbond, Italië en Abessinië, maar Frankrijk en Engeland heb ben getracht, de vredespogingen gedurende den korten tijd, die nog beschikbaar was. met des te meer energie door te zetten De wereld heeft dringend vrede noodig. Groot- Britannië en Frankrijk, die handelen namens den Volkenbond, wenschten nogmaals een krachtige poging tot vrede te doen. Sir Samuel Hoare vervolgde: „Wij wen- schen Italië noch te vernederen, noch te verzwakken. Integendeel wenschen wij niets liever dan een zoo sterk mogelijk Italië te zien, dat zoowel moreel als politiek-sociaal een zoo sterk mogelijke positie in de wereld inneemt en in staat is bij te dragen tot den vooruitgang van de wereld. Ik doe nogmaals een beroep op Mussolini en zijn landgenoo- ten om uit hun geest elke verdenking te laten varen, dat er verdachte motieven achter on zen steun aan cien Volkenbond staan Wij hebben niet het geringste verlangen om in te grijpen in de interne aangelegen heden van Italië en wij wenschen slechts een sterk Italië, geleid door een sterke regee ring in den vorm dien het Italiaansche volk wenscht. Zoolang collectieve actie noodig is, heeft zoowel de Volkenbond als wijzelf slechts de verplichting het pact na te komen, en is er geen enkele kans dat de Volkenbond zwakker zal worden of de leden zullen falen in het doen van hun plicht. Doch allen wen schen slechts, dat er een einde zal komen aan de oorzaken, die het collectieve optreden noo dig maken". De toestand in het Verre Oosten. Over den toestand in het Verre Oosten verklaarde Sir Samuel Hoare dat naar zijn meening. geen bevredigende oplossing van de economische en financieele moeilijkheden van China mogelijk was zonder de vriend schappelijke samenwerking van alle betrok ken mogendheden, China zelf natuurlijk inbe grepen. Om dit te bereiken heeft de Britsche regeering Sir Frederick Leith Ross naar China gestuurd, teneinde een onderzoek in te stellen. Andere regeeringen zijn echter niet ingegaan op de suggestie van Britsche zijde om een gemeenschappelijke actie te voeren. Na eenige weken in Tokio te hebben doorgebracht heeft Leith Ross zich naar Sjanghai begeven om in samenwerking met de Chineesche autoriteiten zijn onderzoek te beginnen. Temidden van de onderhandelin gen dwong de valutasituatie de Chineesche regeering plotseling tot snel ingrijpen. Op 4 November werd een decreet uitgevaardigd, waardoor de basis van de Chineesche valuta plotseling gewijzigd werd. De Chineesche regeering deed dit op eigen initiatief en vroeg niet het advies van Leith Ross. Vol gens de ontvangen rapporten werd het be sluit echter gunstig ontvangen en is reeds thans zijn goede uitwerking gebleken, door dat het vertrouwen erdoor herstelde. Er blijven echter nog wolken hangen aan den Chineeschen horizon, en deze worden ge vormd door de zoogenaamde autonomiebe weging in het Noorden. Sprekende over de verhouding tusschen China en Mandsjoekwo, verklaarde de Brit sche minister, dat de Engelsche regeering hoopte dat de betrekkingen tusschen deze beide landen vriendschappelijk zouden zijn. Hij achtte het betreurenswaardig, dat zich gebeurtenissen zouden voordoen die het ge loof zouden kunnen doen postvatten, dat de Japansche invloed zich zou uitbreiden tot Chineesche binnenlandsche en administra tieve aangelegenheden. Alles wat dit geloof kan versterken kan het prestige van Japan slechts schaden en de door allen gewenschte ontwikkeling van vriendschappelijke onder linge betrekkingen tusschen Japan en zijn nabuurstaten en vrienden slechts nadeelig beïnvloeden. Engeland en Egypte Tenslotte sprekende over den toestand in Egypte ontkende Sir Samuel Hoare met na druk, dat de Britsche regeering de bedoeling had den terugkeer naar constitutioneele toe standen te willen verhinderen of den vorm van de wet öf van de grondwet te willen dicteeren. De formule, die de Britsche Hooge Commissaris den Egyptischen minister president in overweging had gegeven, was juist, dat niemand eenig bezwaar had tegen den terugkeer naar normale parlementaire toestanden op het geschikte oogenblik, en dat het de taak was der Egyptische regee ring om alle aspecten van deze kwestie te bestudeeren, teneinde een grondwettelijken vorm te vinden, die voldeed aan de werke lijke behoeften van Egypte, terwijl het tevens de taak der Egyptische regeering was, te beslissen hoe deze denkbeelden moesten worden uitgewerkt, bij voorkeur door de instelling van een commissie, bestaande uit de verschillende elementen van alle politieke partijen, die belast zou moeten worden met de uitwerking van een ontwerp. Dit alles was echter slechts als een advies bedoeld, toen deze kwestie tijdens een be spreking met den Egyptischen eersten minis ter ter sprake kwam. Het was niet in tegen stelling tot de eigen opvattingen van den Egyptischen premier en soortgelijke opvat tingen worden gedeeld door vele invloed rijke politieke kringen in Egypte, de Wafd niet uitgezonderd, die de grondwet van 1923 scherp heeft gecritiseerd. De situatie, die is ontstaan door het Ita- liaansch-Abessinische conflict heeft aanlei ding gegeven tot misverstanden ih Egypte, uit vrees dat Engeland willekeurig of onder den druk der omstandigheden maatregelen zou nemen in Egypte, die in strijd zouden zijn met den status van Egypte overeen komstig de verklaring van 1922. De Britsche regeering heeft het bestaan van deze mis verstanden tijdig geconstateerd en heeft ge tracht door verklaringen en practische maat regelen te bewijzen, dat zij van allen grond ontbloot waren. Zij wenscht oprecht de Egyptische rechten te beschermen en alle door regeering en volk van Egypte goedge keurde besluiten te steunen. Zij heeft er tevens een aanleiding in gezien, haar advies te herhalen, dat de maatregelen die noodig waren voor het ontwerpen van een grond wet, voortgang zouden mogen vinden. De Britsche regeering staat niet onsympathiek tegenover de Egyptische wenschen en is be zield met de meest vriendschappelijke gevoe lens jegens Egypte, en daarom acht zij het juist, openlijk haar standpunt te verkonden, want vriendschap en samenwerking kunnen zich slechts ontwikkelen in een sfeer van eerlijkheid, sympathie en werkelijkheidszin. De militaire besprekingen te Dessie. Groote slag aan de Takazze? Naar verluidt worden de militaire bespre kingen te Dessie voortgezet. De Negus zou voornemens zijn, binnenkort den opperbevel hebber der Abessinische troepen aan het Noordelijk front te bezoeken. Het is moge lijk, dat in zijn gezelschap eenige journalisten zich naar het front zullen begeven Volgens Abessinische berichten duren de verbitterde gevechten op de hoogvlakte van Tembien en in het Gheralta-gebied voort. Volgens onbevestigde geruchten zou aan de Takazze een groote slag gaande zijn. Gevechten aan het Noordelijk front. De oorlogscorrespondent van het Duit- sche Nieuwsbureau meldt, dat troepen onder bevel van Ras Seyoem in den nacht van Woensdag op Donderdag een Italiaansche post te Tabaka, ten Oosten van Amba Augher, hebben aangevallen. Deze aanval zou echter met zware verliezen voor de Abessiniërs zijn afgeslagen. De aanvallers zouden naar de nabijgelegen dorpen zijn ge vlucht en bovendien door de den Italianen goed-gezind-zijnde bevolking zijn achter volgd. Er werd een Italiaansche strafexpe ditie gezonden naar de opstandige dorpen, die dezen aanval mogelijk hebben gemaakt. Bij deze gevechten werden aan Italiaansche zijde Askari's gewond. Ten Noorden van dit gebied hebben Aska ri's een gevecht geleverd, waarbij volgens opgaven van Italiaansche zijde de verliezen van den vijand zeer groot zouden zijn ge weest, terwijl aan Italiaansche zijde zelf één Italiaan en één Askari werden gedood en twee Askari's gewond. Hoare, de Engelsche minister van buitenlandsche zaken, bespreekt de buitenlandsche politiek van zijn regeering. (Dag. Overzicht). De oor'og in Abessinië; men spreekt van groote gevechten aan de Takazze. (Buitenland). De vergadering der Fransche Kamer; een rumoerige middag. (Buitenland). De Chineesch-Japansche kwestie. (Buitenland). Vele landgenooten in Duitschland gedupeerd door het verbod van in voer van rijksmarkbiljetten. (Bin nenland). Duitsch coriimentaar op de ver tooning van „De Beul". (Binnenland) Penningmeester van vereenigin- gen te Laren verduisterde gelden. (Binnenland.) Het antwoord van de soc.-dem. Kamerfractie aan mr. J. Duys. (Bin nenland.) „Kerk en Vrede" en Italië; mee ning van Ds. P. Eldering. (Binnen land). (Zie verder eventueel laatste berichten.) De Bono te Rome. Te 20.40 uur is maarschalk De Bono, ko mende uit Napels, gisteren te Rome gearri veerd in gezelschap van den staatssecretaris van het ministerie van koloniën. Lessona, die hem tot Napels tegemoet was gereisd. Mussolini was op het station aanwezig; hij begroette den maarschalk hartelijk en om helsde hem. Verder waren ter begroeting aanwezig de leiders der fascistische partij, alle staatssecretarissen, de presidenten van kamer en senaat en de prefect van politie. Een duizendkoppige menigte juichte op het Stationsplein De Bono toe. DE FRANSCHE KAMER BIJEEN. Gistermorgen is de Fransche Kamer op nieuw bijeengekomen ter voortzetting van de debatten over de strijdhonden. Het was her haaldelijk zeer onrustig in de zaal. Bardon, centrumafgevaardigde van Limo- ges, oefende felle critiek op het beleid van het socialistische gemeentebestuur van die stad. Men wordt er slechts beschermd, aldus zeide hij, indien men links-georiënteerd is. De links-onfhankelijke afgevaardigde Haye zeide, dat het republikeinsche recht van ver gadering onder meer te Limoges is geschon den. Hij vroeg, welke maatregelen de regee ring denkt te nemen ter bescherming der republikeinsche vrijheden. Later werd de zitting verdaagd tot des middags vier uur. Wederom rumoerige tooneelen. In de middagzitting der Fransche Kamer verdedigde de rechtsche afgevaardigde Tait- tinger, de president der „Jeunesse Patrioti- que", de zaak der ligues. Hij deed heftige aanvallen op de communisten, die hij de handlangers van Moskou noemde. Hij las verschillende documenten voor, op grond waarvan hij concludeerde, dat er gewapende communistische organisaties bestaan. Vallat sprak als lid van de „Croix de Feu''. Hij zeide, dat de leden dezer organisatie de laatste jaren voortdurend hebben blootge staan aan aanvallen en overvallen door de linksche groepen. Te Limoges hebben zij zich voort het eerst energiek te weer gesteld Het is absurd om in ieder optreden der Croix de Feu een provocatie te zien. Hehaaldelijk werd Vallat door communis ten geïnterrumpeerd. Er werd geroepen: „Moordenaar! Fascist! Askari!" en van de andere zijde: „Mond houden!" DE WEKELIJKSCHE DOODENLIJST. In de afgeloopen week zijn in Engeland ten gevolge van verkeersongelukken 140 menschen om het leven gekomen en 4021 ge wond. De cijfers der voorgaande week waren 164 en 4203. In het district Londen zijn 16 personen gedood en 1111 gewond; hier wa ren de cijfers der voorgaande week 26 en 1128. OTTO STRASSER VEROORDEELD TOT 5 MAANDEN GEVANGENIS STRAF. De bekende Otto Strasser, voormalig bond genoot van Hitier, later felle tegenstander van het nazi-regiem en oprichter van het nationalistische „Zwart Front", is te Praag veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf wegens overtreding van het radio-zendver- N.'met behulp waarvan hij anti-nazi pro paganda voerde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1