DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Defensiebegrooting aangenomen.
Qagetiiksch Oveezicht
Hoare over de buitenlandsche politiek.
^Buitenland
No 288 rut nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 6 December 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Tweede Kamer
Mr. Duijs stemde voor.
De Engelsche minister over het Abessinische
conflict, over de kwestie Engeland-Egypte en
over den toestand in China.
Rede in het Lagerhuis.
De oorlog iri Oost-Afriko.
IVal vandaag de
aandacht trekt
URANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Den Haag, 5 December.
Met 51 tegen 23 stemmen heeft de Kamer
de Defensiebegrooting, welke zij in den afge-
loopen nacht om vier uur had afgehandeld,
goedgekeurd. Tegen hebben gestemd de
sociaal-democraten en communisten, de één
lingen Sneevliet (r.s.) en Arts (k.d.p.) en de
vrijzinnig-democraten mevrouw Bakker—
Nort en de heeren Ketelaar, Kooiman en
Ebels. De heeren Joekes en Schilthuis van de
vrijzinnig-democratische fractie stemden
veór. Mr. Joekes, de fractievoorzitter, heeft
dus maar één man aan zijn zijde gekregen.
De heer Ketelaar had in den afgeloopen
nacht het standpunt verdedgid van de vrij
zinnig-democraten, die ook tegen deze Defen
siebegrooting waren, betoogende, dat onze
weermacht toch niets tegen een buitenland-
schen vijand vermag, enz. De verdeeldheid
in deze fractie trekt uit den aard der zaak de
aandacht.
Niet minder opzien echter baarde een
stemmotiveering van mr. Duys, die voor de
eerste maal het woord voerde, nadat hij zich
van de sociaal-democrtische fractie heeft af
gescheiden Hij stemde voor de begrooting.
«ndat z.i. hierop niets voorkwam, dat geen
mininmum moet worden geacht voor wie
bonafide het standpunt der landsverdediging
aanvaardt en zich één voelt met zijn landge-
nooten. Ook wilde hij door een daad bevesti
gen, dat het loslaten van het in deze dager,
onhoudbare standpunt der eenzijdige, nario-
nale ontwapening althans voor hem gee i
holle frase is geweest. Mr. Duys herinnerde
eraan, dat hij zijn standpunt al eenige jaren
geleden heeft verdedigd in zijn brochure „Ter
irënteering" En hij zeide, dat zijn partij
later op een congres heeft getoond, den door
hem gewezen weg in te willen slaan. Het
verwijt van een dubbelzinnige politiek wees
hij bij voorbaat af.
Mr. Duys is, al heeft hij zich van zijn
fractie afgescheiden, nog lid van de S.D
A P. Een royementsprocedure zal wel bin
nenkort in gang worden gezet. Zijn pos:tic
van dit oogenblik, nu hij geen deel van de
fractie meer uitmaakt, maar wel lid dei
S.D A P. is en zijn Kamerzetel bezet houdt,
is we! heel wonderlijk In de vergadc/aai
wisselt hij geen woord met de fractieleden.
Hij en de anderen zijn lucht voor elkaar.
De begrooting van het verkeersfonds
heeft de Kamer aangenomen, nadat o.a. de
heer van Kempen (lib.) verbetering had be
pleit van een groep tertiaire wegen in het
zuiden van Drente, die nu slechts over brug
gen bereikbaar zijn, waarover practisch geen
autoverkeer kan plaats vinden. Minister Van
Lidth de Jeude pleegt over de tertiaire wegen
overleg met de colleges van Ged. Staten. Bij
de afdeeling Luchtvaart der begrooting
drong de heer van Kempen erop aan, dat de
regeering gebruik zou maken van de natio
nale industrie voor den vliegtuigbouw. Deze
afgevaardigde vreest voorts gevaren van den
snellen dienst, maar de minister is, wat dit
betreft, gerust.
Afgehandeld is het wetsontwerp, dat voor
schriften geeft betreffende de hoedanigheid
en aanduiding van waren. Deze wet komt in
de plaats van de warenwet. Zij is een res'ant
van de algemeene bezuinigingswet en hieruit
gelicht, omdat er een storm van orotest was
opgestoken tegen dit onderdeel der bespa
ringsvoorstellen. Zij is toen als een apart
wetsontwerp ingediend, maar na de indie
ning heeft dit meer dan één belangrijke ver
andering ondergaan. Het ontwerp is nu niet
meer dan een wijziging van zekere artikelen
der bestaande warenwet, maar de regeering
heeft het den vorm van een nieuwe wet laten
houden, omdat anders nog meer tijdverlies
het gevolg zou zijn geweest. Aan verschei
dene ernstige bezwaren tegen haar aanvanke
lijke voorstel is zij tegemoet gekomen De
laatste belangrijke wijziging, welke zij erin
heeft aangebracht, is, dat de keuring toch zal
kunnen blijven betrekking hebben niet alleen
op de volksgezondheid, maar ook op de eer
lijkheid in den handel. Hiertegenover wil mi
nister Slingenberg het bedrijfsleven wat meer
in de kosten der keuringsdiensten laten bij
dragen, dan voordien in zijn bedoeling lag.
Rijk en bedrijven zullen tezamen de helft van
de totale kosten der diensten betalen, de ge
meenten de andere helft. De heeren Drees
(s.d.) en Goseling (r.k.) hadden er bezwaar
tegen, dat de gemeenten niet zullen profi-
teeren van de bijdragen van het bedrij's-
leven. Het Rijk brengt die bijdragen in min
dering alleen van zijn eigen aandefl. De ge
meenten innen die bijdragen ook nog, maar
zullen, naar minister Slingenberg den heer
Drees antwoordde, althans de onkosten van
de inning mogen aftrekken van de opbrengst,
die zij het Rijk moeten geven De bedrijver,
in een bepaalden kring gelegen, betalen hun
aandeel in de kosten van den dienst, in dien
kring gevestigd. De heer Drees merkte op,
dat de bedrijven in de eene landsstreek veel
meer zullen moeten betalen dan in de andere,
maar volgens den bewindsman was een com
pensatie van dit bezwaar het feit, dat een
keuringsdienst, die veel geld kost, ook veel
werk verzet.
De heeren Schilthuis (v.d.), Wielenga
(a r.) en Goseling maakten zich ongerust,
dat de bedrijven nieuwe, zwart lasten zouden
krijgen. Z.Exc. vertelde, dat zij wat meer dan
een vierde deel der totale kosten zullen op
brengen, maar volstrekt niet het leeuwen
deel van de helft, door Rijk en bedrijven g—
zamenlijk te betalen. Zij hebben er be'ang
bij, dat de keuring ock op de eerlijkheid in
den handel betrekking blijft hebben
Er komt een commissie van bijstand voor
de uitvoering van zekere bepalingen der wet.
Mr. Goseling wenschte, dat er figuren uit
het bedrijfsleven in deze commissie zitting
zullen hebben. De minister beloofde hem dit
Waarin nu eigenlijk de bezuiniging schuilt,
welke de nieuwe wet zal brengen? Er zullen
keuringsdiensten worden opgeheven. Me
vrouw De VriesBruins (s.d.) en de heeren
Wielenga en Bakker (c.h.) vreesden, dat tt
veel keuringsdiensten het slachtoffer zullen
worden, en de laatste was bang, dat inzon
derheid het platteland het loodje zou moe
ten leggen. De heer Bakker denkt er anders
over dan mr. Vervoorn (platteland), volgers
wien alle keuringsdiensten moeten verdwij
nen, omdat hun controle toch weinig geeft en
zij een hoop geld kosten. Minister Slingen
berg weet nog niet, welke diensten zullen
worden opgeheven. Hij zal, volgens wensch
van den heer Wielenga bestaande, particu
liere keuringsstations, die aan zekere voor
waarden voldoen, in het keuringswerk op
nemen. Z.Exc. beloofde, de plattelandsbflan-
gen behoorlijk te zullen behartigen Hij her
innerde eraan, dat de bedoeling is geweest,
door deze wet zes ton te besparen. Of dit doel
zal worden verwezenlijkt? Hun. die zich on
gerust maakten over de gemeenten, verzeker
de Z.Exc., dat het ook z.i. verkeerd zou zijn,
de kosten op de gemeenten af te wentelen Hij
wees erop, dat zij toch ook van de bezuini
ging gaan profiteeren door de concentratie
van diensten, welke geschieden zal.
Mevrouw De Vries—Bruins en de heer
Drees hebben amendementen verdedigd,
waarover morgen zal worden gestemd. Wij
zullen ze vermelden, als hun lot vaststaat.
Even over half vijf mochten wij al naar
huis. 't Heerlijk avondje was gekomen!
De drie belangrijkste onderwerpen,
waarmede de Britsche minister van bui
tenlandsche zaken, Sir Samuel Hoare
zich heeft beziggehouden in de rede, die
hij gisteravond in het Lagerhuis heeft
uitgesproken, waren het Abessinische
conflict, de situatie in het Verre Oosten
en het Egyptische vraagstuk.
Het Abessinische conflict.
Met betrekking tot de Abessinische kwes
tie, zeide Hoare, dat Engeland zijn rol in
het Volkenbondsoptreden volledig heeft ge
speeld en steeds heeft gestreefd naar een
vreedzame regeling van het conflict. De
leden van den Volkenbond hebben bijna
eenstemmig de economische sanctiemaat
regelen toegepast, zelfs, wanneer dat verlies
voor hen medebracht. Niet minder duidelijk
bleek hun eensgezindheid, toen zij Engeland
en Frankrijk de verzekering gaven van hun
steun bij vredespogingen, door deze beide
mogendheden in het werk gesteld. Het was
duidelijk, speciaal door deze eensgezindheid,
dat Frankrijk en Engeland zijn opgetreden
binnen het kader van den Volkenbond.
De Volkenbondmachinerie functionneert
goed bij de toepassing der economische
sancties. De situatie wordt voortdurend gade
geslagen door de commksie van experts en
indien het blijkt, dat er nog leemten zijn, zal
alles in het werk worden gesteld om het ge
meenschappelijke front te versterken.
Wat betreft een embargo op petroleum
Ik behoef slechts te zeggen, dat wij ook op
dit gebied bereid zijn ons aandeel in een ge
meenschappelijk optreden bij te dragen In
beginsel heeft de Volkenbond zich reeds met
een dergelijk embargo accoord verklaard en
ik wensch te verkla-en, dat geen enkele re
geering voor deze gemeenschappelijke beslis
sing of voor eenig ander sanctievoorstei
meer verantwoordelijkheid draagt dan de
andere regeeringen. Indien de gedelegeer
den bijeenkomen om te beraadslagen over
het in praktijk brengen van dezen sanctie-
vorm, dan zullen wij bereid zijn mede te
werken. Intusschen wil ik hier bezwaren in
brengen tegen de beschuldiging, dat Britsche
petroleummaatschappijcn van de situatie ge
bruik maken. Inderdaad is de uitvoer van
petroleum naar Italië in het laatste kwartaal
belangrijk toegenomen, doch deze vermeerde
ring komt niet voor rekening van onderne
mingen, waarin Engeland is geinteresseerd.
De Anglo-Iranian Company bijvoorbeeld,
heeft gedurende de eerste elf maanden van
dit jaar belangrijk minder petroleum naar
Italië uitgevoerd, dan in dezelfde periode
van 1934. Deze vermindering is vooral in
de maanden Augustus, September en Octo-
ber tot uiting gekomen.
Het uitstellen van de beraadslagingen over
een petroleumembargo, beteekent niet, dat
de houding der staten is verslapt. Men heeft
door dit uitstel meer gelegenheid gekregen
voor het streven naar een moeilijke schikking
van het conflict. Wellicht is het onmogelijk
om te bemiddelen tusschen de uiteenloopende
standpunten van den Volkenbond, Italië en
Abessinië, maar Frankrijk en Engeland heb
ben getracht, de vredespogingen gedurende
den korten tijd, die nog beschikbaar was.
met des te meer energie door te zetten De
wereld heeft dringend vrede noodig. Groot-
Britannië en Frankrijk, die handelen namens
den Volkenbond, wenschten nogmaals een
krachtige poging tot vrede te doen.
Sir Samuel Hoare vervolgde: „Wij wen-
schen Italië noch te vernederen, noch te
verzwakken. Integendeel wenschen wij niets
liever dan een zoo sterk mogelijk Italië te
zien, dat zoowel moreel als politiek-sociaal
een zoo sterk mogelijke positie in de wereld
inneemt en in staat is bij te dragen tot den
vooruitgang van de wereld. Ik doe nogmaals
een beroep op Mussolini en zijn landgenoo-
ten om uit hun geest elke verdenking te laten
varen, dat er verdachte motieven achter on
zen steun aan cien Volkenbond staan
Wij hebben niet het geringste verlangen
om in te grijpen in de interne aangelegen
heden van Italië en wij wenschen slechts een
sterk Italië, geleid door een sterke regee
ring in den vorm dien het Italiaansche volk
wenscht. Zoolang collectieve actie noodig is,
heeft zoowel de Volkenbond als wijzelf
slechts de verplichting het pact na te komen,
en is er geen enkele kans dat de Volkenbond
zwakker zal worden of de leden zullen falen
in het doen van hun plicht. Doch allen wen
schen slechts, dat er een einde zal komen aan
de oorzaken, die het collectieve optreden noo
dig maken".
De toestand in het Verre Oosten.
Over den toestand in het Verre Oosten
verklaarde Sir Samuel Hoare dat naar zijn
meening. geen bevredigende oplossing van
de economische en financieele moeilijkheden
van China mogelijk was zonder de vriend
schappelijke samenwerking van alle betrok
ken mogendheden, China zelf natuurlijk inbe
grepen. Om dit te bereiken heeft de Britsche
regeering Sir Frederick Leith Ross naar
China gestuurd, teneinde een onderzoek in
te stellen. Andere regeeringen zijn echter
niet ingegaan op de suggestie van Britsche
zijde om een gemeenschappelijke actie te
voeren. Na eenige weken in Tokio te hebben
doorgebracht heeft Leith Ross zich naar
Sjanghai begeven om in samenwerking met
de Chineesche autoriteiten zijn onderzoek te
beginnen. Temidden van de onderhandelin
gen dwong de valutasituatie de Chineesche
regeering plotseling tot snel ingrijpen. Op
4 November werd een decreet uitgevaardigd,
waardoor de basis van de Chineesche valuta
plotseling gewijzigd werd. De Chineesche
regeering deed dit op eigen initiatief en
vroeg niet het advies van Leith Ross. Vol
gens de ontvangen rapporten werd het be
sluit echter gunstig ontvangen en is reeds
thans zijn goede uitwerking gebleken, door
dat het vertrouwen erdoor herstelde. Er
blijven echter nog wolken hangen aan den
Chineeschen horizon, en deze worden ge
vormd door de zoogenaamde autonomiebe
weging in het Noorden.
Sprekende over de verhouding tusschen
China en Mandsjoekwo, verklaarde de Brit
sche minister, dat de Engelsche regeering
hoopte dat de betrekkingen tusschen deze
beide landen vriendschappelijk zouden zijn.
Hij achtte het betreurenswaardig, dat zich
gebeurtenissen zouden voordoen die het ge
loof zouden kunnen doen postvatten, dat de
Japansche invloed zich zou uitbreiden tot
Chineesche binnenlandsche en administra
tieve aangelegenheden. Alles wat dit geloof
kan versterken kan het prestige van Japan
slechts schaden en de door allen gewenschte
ontwikkeling van vriendschappelijke onder
linge betrekkingen tusschen Japan en zijn
nabuurstaten en vrienden slechts nadeelig
beïnvloeden.
Engeland en Egypte
Tenslotte sprekende over den toestand in
Egypte ontkende Sir Samuel Hoare met na
druk, dat de Britsche regeering de bedoeling
had den terugkeer naar constitutioneele toe
standen te willen verhinderen of den vorm
van de wet öf van de grondwet te willen
dicteeren. De formule, die de Britsche Hooge
Commissaris den Egyptischen minister
president in overweging had gegeven, was
juist, dat niemand eenig bezwaar had tegen
den terugkeer naar normale parlementaire
toestanden op het geschikte oogenblik, en
dat het de taak was der Egyptische regee
ring om alle aspecten van deze kwestie te
bestudeeren, teneinde een grondwettelijken
vorm te vinden, die voldeed aan de werke
lijke behoeften van Egypte, terwijl het tevens
de taak der Egyptische regeering was, te
beslissen hoe deze denkbeelden moesten
worden uitgewerkt, bij voorkeur door de
instelling van een commissie, bestaande uit
de verschillende elementen van alle politieke
partijen, die belast zou moeten worden met
de uitwerking van een ontwerp.
Dit alles was echter slechts als een advies
bedoeld, toen deze kwestie tijdens een be
spreking met den Egyptischen eersten minis
ter ter sprake kwam. Het was niet in tegen
stelling tot de eigen opvattingen van den
Egyptischen premier en soortgelijke opvat
tingen worden gedeeld door vele invloed
rijke politieke kringen in Egypte, de Wafd
niet uitgezonderd, die de grondwet van 1923
scherp heeft gecritiseerd.
De situatie, die is ontstaan door het Ita-
liaansch-Abessinische conflict heeft aanlei
ding gegeven tot misverstanden ih Egypte,
uit vrees dat Engeland willekeurig of onder
den druk der omstandigheden maatregelen
zou nemen in Egypte, die in strijd zouden
zijn met den status van Egypte overeen
komstig de verklaring van 1922. De Britsche
regeering heeft het bestaan van deze mis
verstanden tijdig geconstateerd en heeft ge
tracht door verklaringen en practische maat
regelen te bewijzen, dat zij van allen grond
ontbloot waren. Zij wenscht oprecht de
Egyptische rechten te beschermen en alle
door regeering en volk van Egypte goedge
keurde besluiten te steunen. Zij heeft er
tevens een aanleiding in gezien, haar advies
te herhalen, dat de maatregelen die noodig
waren voor het ontwerpen van een grond
wet, voortgang zouden mogen vinden. De
Britsche regeering staat niet onsympathiek
tegenover de Egyptische wenschen en is be
zield met de meest vriendschappelijke gevoe
lens jegens Egypte, en daarom acht zij het
juist, openlijk haar standpunt te verkonden,
want vriendschap en samenwerking kunnen
zich slechts ontwikkelen in een sfeer van
eerlijkheid, sympathie en werkelijkheidszin.
De militaire besprekingen te
Dessie. Groote slag aan de
Takazze?
Naar verluidt worden de militaire bespre
kingen te Dessie voortgezet. De Negus zou
voornemens zijn, binnenkort den opperbevel
hebber der Abessinische troepen aan het
Noordelijk front te bezoeken. Het is moge
lijk, dat in zijn gezelschap eenige journalisten
zich naar het front zullen begeven
Volgens Abessinische berichten duren de
verbitterde gevechten op de hoogvlakte van
Tembien en in het Gheralta-gebied voort.
Volgens onbevestigde geruchten zou aan
de Takazze een groote slag gaande zijn.
Gevechten aan het Noordelijk
front.
De oorlogscorrespondent van het Duit-
sche Nieuwsbureau meldt, dat troepen onder
bevel van Ras Seyoem in den nacht van
Woensdag op Donderdag een Italiaansche
post te Tabaka, ten Oosten van Amba
Augher, hebben aangevallen. Deze aanval
zou echter met zware verliezen voor de
Abessiniërs zijn afgeslagen. De aanvallers
zouden naar de nabijgelegen dorpen zijn ge
vlucht en bovendien door de den Italianen
goed-gezind-zijnde bevolking zijn achter
volgd. Er werd een Italiaansche strafexpe
ditie gezonden naar de opstandige dorpen,
die dezen aanval mogelijk hebben gemaakt.
Bij deze gevechten werden aan Italiaansche
zijde Askari's gewond.
Ten Noorden van dit gebied hebben Aska
ri's een gevecht geleverd, waarbij volgens
opgaven van Italiaansche zijde de verliezen
van den vijand zeer groot zouden zijn ge
weest, terwijl aan Italiaansche zijde zelf één
Italiaan en één Askari werden gedood en
twee Askari's gewond.
Hoare, de Engelsche minister van
buitenlandsche zaken, bespreekt de
buitenlandsche politiek van zijn
regeering. (Dag. Overzicht).
De oor'og in Abessinië; men
spreekt van groote gevechten aan
de Takazze. (Buitenland).
De vergadering der Fransche
Kamer; een rumoerige middag.
(Buitenland).
De Chineesch-Japansche kwestie.
(Buitenland).
Vele landgenooten in Duitschland
gedupeerd door het verbod van in
voer van rijksmarkbiljetten. (Bin
nenland).
Duitsch coriimentaar op de ver
tooning van „De Beul". (Binnenland)
Penningmeester van vereenigin-
gen te Laren verduisterde gelden.
(Binnenland.)
Het antwoord van de soc.-dem.
Kamerfractie aan mr. J. Duys. (Bin
nenland.)
„Kerk en Vrede" en Italië; mee
ning van Ds. P. Eldering. (Binnen
land).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
De Bono te Rome.
Te 20.40 uur is maarschalk De Bono, ko
mende uit Napels, gisteren te Rome gearri
veerd in gezelschap van den staatssecretaris
van het ministerie van koloniën. Lessona, die
hem tot Napels tegemoet was gereisd.
Mussolini was op het station aanwezig;
hij begroette den maarschalk hartelijk en om
helsde hem. Verder waren ter begroeting
aanwezig de leiders der fascistische partij,
alle staatssecretarissen, de presidenten van
kamer en senaat en de prefect van politie.
Een duizendkoppige menigte juichte op het
Stationsplein De Bono toe.
DE FRANSCHE KAMER BIJEEN.
Gistermorgen is de Fransche Kamer op
nieuw bijeengekomen ter voortzetting van de
debatten over de strijdhonden. Het was her
haaldelijk zeer onrustig in de zaal.
Bardon, centrumafgevaardigde van Limo-
ges, oefende felle critiek op het beleid van
het socialistische gemeentebestuur van die
stad. Men wordt er slechts beschermd, aldus
zeide hij, indien men links-georiënteerd is.
De links-onfhankelijke afgevaardigde Haye
zeide, dat het republikeinsche recht van ver
gadering onder meer te Limoges is geschon
den. Hij vroeg, welke maatregelen de regee
ring denkt te nemen ter bescherming der
republikeinsche vrijheden.
Later werd de zitting verdaagd tot des
middags vier uur.
Wederom rumoerige tooneelen.
In de middagzitting der Fransche Kamer
verdedigde de rechtsche afgevaardigde Tait-
tinger, de president der „Jeunesse Patrioti-
que", de zaak der ligues. Hij deed heftige
aanvallen op de communisten, die hij de
handlangers van Moskou noemde. Hij las
verschillende documenten voor, op grond
waarvan hij concludeerde, dat er gewapende
communistische organisaties bestaan.
Vallat sprak als lid van de „Croix de Feu''.
Hij zeide, dat de leden dezer organisatie de
laatste jaren voortdurend hebben blootge
staan aan aanvallen en overvallen door de
linksche groepen. Te Limoges hebben zij zich
voort het eerst energiek te weer gesteld Het
is absurd om in ieder optreden der Croix de
Feu een provocatie te zien.
Hehaaldelijk werd Vallat door communis
ten geïnterrumpeerd. Er werd geroepen:
„Moordenaar! Fascist! Askari!" en van de
andere zijde: „Mond houden!"
DE WEKELIJKSCHE DOODENLIJST.
In de afgeloopen week zijn in Engeland
ten gevolge van verkeersongelukken 140
menschen om het leven gekomen en 4021 ge
wond. De cijfers der voorgaande week waren
164 en 4203. In het district Londen zijn 16
personen gedood en 1111 gewond; hier wa
ren de cijfers der voorgaande week 26 en
1128.
OTTO STRASSER VEROORDEELD
TOT 5 MAANDEN GEVANGENIS
STRAF.
De bekende Otto Strasser, voormalig bond
genoot van Hitier, later felle tegenstander
van het nazi-regiem en oprichter van het
nationalistische „Zwart Front", is te Praag
veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf
wegens overtreding van het radio-zendver-
N.'met behulp waarvan hij anti-nazi pro
paganda voerde.