aas?4
i'Buitenland
Rechtszaken
Egmond aan Zee en de gestrande schepen.
Eén schip in het zand is voordeeliger dan
honderd schepen die voorbij varen.
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 10 DECEMBER 1935
Bakkum heeft pech.
HET HOOGER BEROEP VAN
BRUNO HAUPTMANN.
Door Opperste Gerechtshof der
Vereenigde Staten afgewezen.
DOOR IJS VERGIFTIGD.
DE SAMENZWERING DER
ESTLANDSCHE „VRIJHEIDS
STRIJDERS".
Alkmaarsche Politierechter
Zon Aspirientje
helpt toch maar!
Er is een tijd geweest, dat de badplaatsen
in Noordholland stipjes waren in de duinen-
riji die onze Westkust tegen de moktrelagen
van de Noordzee beschermt.
Allengs heeft men begrepen, dat duinzand,
mits voorzichtig geëxploiteerd, in goud kan
worden omgezet, er zijn meer stipjes geko
men, stipjes, die langzamerhand streepjes
zijn geworden en de tijd is niet ver meer, dat
langs de geheele kust een doorloopende
streep zal zijn getrokken, die hier en daar
alleen van de eene gemeente in de andere
overgaat.
De Noordzeekust wordt geëxploiteerd.
Na het aloude Egmond aan Zee en het nog
niet oude Bergen aan Zee is er een Castricuni
aan Zee verrezen. Er is een Huisduinen, dat
zich steeds verder naar het Zuiden uitstrekt,
er is een Camperduin, dat zich voornamelijk
m de laatste jaren sterk heeft ontwikkeld, er
is een Petten, dat nog maar kort geleder,
ontdekt is en zich ook reeds in de belangstel
ling van strandexploitanten mag verheugen
en bij den wegenaanleg van de laatste jaren
heeft men van de dicht bij zee gelegen ge.
meenten steeds meer wegen naar de duinkust
aangelegd, waardoor zelfs plaatsen als
Heiloo zich weldra met den weidschen naam
van badplaats zullen tooien.
Er is concurrentie gekomen en de Hollan
ders, die geacht worden in deze malaise-jaren
nog aan vacantie te kunnen denken, worden
overstroomd met folders en brochures, m.'t
prijslijsten en badcourantjes om hen te over
tuigen, dat niets na een jaar van arbeid zoo
veel ontspannig, zooveel genoegen, gezond
heid en levenslust geeft als een verblijf aan
zee en dan speciaal in de goedkoope, van alle
geriefelijkheden voorziene badplaats, waarin
de exploitant woont, die het prospectus heeft
gezonden.
Egmond aan Zee, het oude visschersdorpje,
is jarenlang vrijwel zonder concurrentie ge
weest. Het was geen Noordwijk en geer
Scheveningen en het nam ook niet de allures
aan, dat het dit wèl was. Het was een goed
koop ontspanningsoord voor menschen met
kleine en middelmatige beurzen, men vond
er geen Kurhuizen, tennisparken en golfvel-
<Sen, maar men vond er een mooi breed
strand, goede en niet te dure hotels en pen
sions en men had verder te wennen aan de
omgeving en in het bijzonder aan de karak
teristieke Egmondsche bevolking, die op haar
beurt al heel aardig aan de badgasten wende
en begon te begrijpen, dat vreemdelingen,
wat ze ook mogen doen en hoe ze er ook
mogen uitzien, allereerst als winstobjecten
kunnen worden bekeken.
Toen kwam de concurrentie.
Er kwamen meer stipjes en hier «m
daar streepjes langs den duinrand en
Egmond aan Zee begreep, dat het in dien
wedloop naar het succes niet achter zou kun
nen blijven. Een nieuw hotel, vlaggen en
wimpels, strandfeesten, bootje varen en
ezeltje rijden, een zoogenaamd „vrij strand",
het waren alle symptomen van een ontwaken-
den handelsgeest, van een streven om met
zijn tijd mee te gaan, om van de Hollanders,
die naar de zeekust trokken, een behoorlijke
portie naar eigen gemeente te laten komen
Hoe druk het in weinige maanden ook ge
weest mocht zijn, tegen den tijd, dat de dagen
zichtbaar korter werden, was het afgeloopen
en ging de badplaats den winterslaap in. De
hotels werden gesloten, de ramen met plan
ken dichtgespijkerd, de pensionhouders gin
gen hun huiskamers zelf weer bewonen, auto
bussen en trams kregen vereenvoudigde
dienstregelingen en velen leefden een langen
winter van wat in weinige zomermaanden
verdiend was.
Het zijn de besturen der vacantiekolonies
geweest, die het zich het eerst de vraag heb
ben gesteld: waarom zouden wij ook de win
termaanden niet van zee en frissche lucht
kunnen profiteeren? De winterverpleging is
er al eenige jaren en men heeft er zeer goeie
resultaten mee verkregen, maar buiten de
kinderen van vacantiekolonies, die, dik ge
kleed, nog altijd hun schopjes en emmertjes
naar het strand brengen en er forten en ves
tingen bouwen, ziet de bewoner van een bad
plaats des winters geen vreemdeling, die van
de genoegens van zee en strand komt profi
teeren. Egmond aan Zee is in de wintermaan
den weer een visschersdorp, waar de bevol
king armoe lijdt, omdat er onvoldoende
schepen in de vaart zijn, waar het Rijk moot
bijspringen om de begrooting sluitend te ma
ken en de gelden te kunnen vinden om tal van
gezinnen voor ondergang te behoeden. De
hotels zijn gesloten, de winkels zijn uitslui
tend op de bewoners aangewezen en op het
6trand vertoonen zich alleen de jutters op
zoek naar het aangespoelde hout en de schel-
penvisschers, wier paarden de hooggewidde
karren met inspanning van alle krachten
van het strand naar het dorp trekken
Egmond, dat drie maanden zomer en
negen maanden winter kent, moet geduldig
wachten tot de dagen weer lengen, tot de
vacanties weer aanbreken en de stroom van
vreemdelingen en met hen de stroom van
Hollandsche guldens weer naar zee vloeit en
in vele gezinnen weer leven en welvaart zal
brengen.
Er is eeuwen geleden een tijd geweest, dat,
als er in stormachtige nachten een schip
langs de kust voer, mannen met lantarens
naar zee trokken om den kapitein te verleiden
een verkeerden koers te nemen en het stranci
op te varen.
Een schip gestrand, dat was voor velen een
rijke buit, dan spoelde de zee in éen dag meer
aan dan anders in maanden werd gevonden,
dan was er bergingsloon te verdienen en was
het gestrande schip naar velen een bron van
welvaart.
Die tijden liggen gelukkig achter ons Men
doet geen enkele pogingen meer om schepen
opzettelijk te laten stranden. Men doet dat
water- miat enstorm met
srhin i u 001 200 "U en dan eCn
Pr L za,? te laten looPen, dan zijn
len *>monders' daarover zul-
t,a?aU ^aat a"ereeret de reddingboot met
naar dappere bemanning in zee, dan doet men
het nooit volprezen reddingswerk, dan waagt
"\e'fen 'even voor dat van anderen en
men °°k *li<r den plicht van naas
tenliefde van moed en zelfopoffering kent,
die het reddingswerk langs onze geheele kuist
kenmerkt en die nooit genoeg gewaardeerd
ot geprezen zal kunnen worden.
Maar dan, als de bemanning van boord
is en redders en geredden den goeden afloop
samen herdacht en beklonken hebben, dan
blijkt er den volgenden dag een boot in het
zand te zitten, die voor een plaats als Eg
mond van groote beteekenis is.
Eén vogel in de hand is beter dan tien in
de lucht, en één boot op het strand is beter
dan honderd booten, die voorbij varen.
Er is voor de Egmondsche jutters niet zoo
veel aan te verdienen, maar het feit, dat die
boot gestrand is en dat ze vlak voor het dorp
'jgt wordt dadelijk wereldkundig gemaakt.
De couranten schrijven er over, de reisbu-
reaux organiseeren trips naar Egmond en
als het de volgende dagen maar dragelijk
weer is, komen de automobilisten opzetten
om zich met eigen oogen te overtuigen, dat
er in Egmond aan Zee werkelijk een boot is,
die vast in het zand zit, een boot waar men
met laag water omheen kan loopen, en die
er uitziet of ze voor lange jaren als een bij
zondere attractie voor de badplaats zal blij
ven liggen.
Dan komen er bijzonderheden in de cou
ranten en de parkeerplaatsen in Egmond zijn
niet groot genoeg meer om de auto's van
Noord, Zuid en Oost te kunnen bergen. Dan
wordt het spreekwoord bewaarheid, dat
waar het volk is ook de nering bloeit, dan
duiken er fotografen op, die kiekjes van de
bezoekers maken met op den achtergrond
de gestrande boot dan verschijnen er, on
danks weer en wind, ijskarretjes en taxi's
op het strand, dan nemen de hoteliers
de luiken voor hun ramen weg en verkoopen,
wat zij in jaren niet verkocht hebben, warme
wijngrok en erwtensoep, dan mogen de win
kels weer den geheelen Zondag openblijven,
dan klinkt er muziek en zang uit overvulde
café's, dan is Egmond een winterseizoen be
gonnen en profiteert voor de tweede maal in
het jaar van een druk bezoek van vreemde
lingen en toeristen.
Laten we eerlijk zeggen, dat Egmond ge
boft heeft.
Het heeft niet één schip op het strand zien
loopen maar twee tegelijk en juist toen de
belangstelling wat ging verflauwen en men
den vreemdelingenstroom bedenkelijk zag
verminderen, ging plotseling de mare door
stad en land, dat er een derde boot in het
zand was geioopen.
Drie booten tegelijk, werkelijk, Egmond
heeft niet te klagen, het is door het noodlot
op een abnormale wijze begunstigd gewor
den.
De Kerkplein is al een deel van Egmond
geworden en de bemanning voelt er zich
thuis alsof zij er jaren gewoond heeft. Het
ontbreekt haar niet aan vrijen tijd en aan
boord is blijkbaar alles wat het leven zoo
geriefelijk mogelijk kan maken.
In jassen gehuld en in kragen gedoken
trekken belangstellenden nog steeds naar
het ijzeren gevaarte en trotseeren kou en re
gen om de arme schipbreukelingen te bezoe
ken en met verbazing langs den steilen
scheepswand naar boven te kijken en de
schipbreukelingen, die gezellig aan boord
naar de radio luisteren, hebben medelijden
met die koude schare en zijn zoo vriendelijk
om bij een internationalen voetbalwedstrijd
zoo nu en dan even op het dek te verschijnen
om aan de bibberende menigte den stand van
den wedstrijd mede te deelen.
Dan trekken de nieuwsgierigen weer naar
het dorp en warmen zich bij kachels van ho
tels en café's en nemen wat lekkers mee uit
Egmondsche winkels en de dorpelingen wrij
ven zich de handen van louter genoegen en
zegenen de omstandigheden, die hen zoo'n
voordeeligen winter bezorgd hebben.
Daar kunnen andere badplaatsen niet te
gen op, dat is een concurrentie, die zij met
den besten wil van den wereld niet kunnen
overtroeven en onwillekeurig wordt elders
wel eens de klacht geuit, dat de een nu let
terlijk alles krijgt en de ander niets.
Had het tweede schip nu niet eens in Huis
duinen en het derde bij Camperduin kunnen
stranden?
Waar zit toch die geheimzinnige magneet,
die alle schepen naar Egmond heeft getrok
ken? En onwillekeurig kijkt men er die arme,
onschuldige Egmonders nog op aan en ver
denkt ze misschien van allerlei misdaden, die
ze in werkelijkheid nooit hebben bedreven.
Er strandt een schip bij Den Helder, maar
het komt weer vlot. Huisduinen zal blijkbaar
in den winter niets mogen verdienen.
Men is in de badplaatsen wakker gewor
den en de strandjutters kijken in mistige en
stormachtige nachten naar schepen en lichten
uit.
En gistermorgen, daar had ook Castricum
geboft en een gestrande boot gekregen, vlak
bij het parkeerterrein, een paar honderd Me
ier van het badhotel. Het kon niet mooier,
men hoefde er niet eens met een taxi of paard
en wagen naar toe te rijden, zooals naar de
Jos Maria, men kon het alles vlak naast den
afrit naar het strand bekijken en vanuit het
badhotel was het maar enkele minuten
loopen.
Is het wonder, dat ook Castricum aan Zee
plotseling ontwaakte?
Daar gingen de luiken al van de ramen
van het badhotel, daar was het opeens een
gezellig zitje, daar liep een kellner in Tok
rond en stond een buffetjuffrouw gereed om
alles wat warm en lekker was ter beschik
king van een kijklustige menigte te stellen.
Daar was de kille, verlaten ruimte plotseling
in een gezellig milieu omgetooverd, waar
de centrale verwarming weer werkte en
waar het een lust was om door de groote
spiegelruiten naar het woelige water te kii-
ken.
Egmond was niet langer zonder concur
rentie. fn breedèn stroom trokken de kijlclusti-
gen al naar Bakkum, fietsers, motorrijders en
automobilisten, daar kwamen de autobussen
al te voorschijn en de exploitant van het bad
huis zag den stroom van vreemdelingen al
van Egmond afvloeien en naar Bakkum
loopen.
Helaases hat nicht sollen sein.
Slechts één enkelen morgen heeft vrouwe
Fortuna haar gelaat naar Bakkum gekeerd
en juist toen men daar de handen naar haar
had uitgestoken heeft zij zich omgedraaid en
opnieuw bewezen, dat niets veranderlijker
is dan een vrouw.
De Diana, het zoo welkome schip, is cm
twee uur in den middag vanzelf weer vlot
gekomen. Zij heeft zich eenvoudig met hoog
water losgewerkt en is, zonder zich van al
de om haar liggende schepen iets aan te trek
ken, weer naar zee gestoomd, om de afgebro
ken reis voort te zetten.
Zij was binnen weinig minuten slechts
een rookpluimpje aan den horizon en zoo is
om met den kellner van het badhotel te
spreken de hoop van Bakkum in rook ver
vlogen.
Egmond is nog onbeslagen kampioen met
drie schepen op de kust, waarvan er een
nooit meer zal varen en de anderen nog we
kenlang een attractie voor de toeristen zullen
vormen.
Het is wel ongelijk verdeeld in de wereld.
Het Opperste Gerechtshof der Ver
eenigde Staten heeft gisteren het verzoek
van Bruno Hauptmann. den ter dood
veroordeelden beschuldigde van de ont
voering van en moord op de baby van
het bekende vlieger-echtpaar Lindbergh,
tot behandeling van zijn zaak in hooger
beroep, afgewezen.
Te Buenos Aires zijn sedert Zondag
meer dan 500 personen ziek geworden na 't
gebruik van consumptie ijs. De ijsfabrikant
is direct gearresteerd. Hij verklaarde bij
zijn verhoor; dat slechts sprake kan zijn
van sabotage van zijn personeel.
Omtrent <ie staatsgreep, die de „Vrijheids
strijders" in Estland op 8 December hadden
willen uitvoeren, wordt nader gemeld, dat
thans definitief gebleken is, dat de verschil
lende groepeeringen van de in Maart 1934
verboden en ontbonden organisatie van Vrij
heidsstrijders sedertdien illegaal haar werk
heeft voortgezet. Er zou een tot in details
uitgewerkt plan hebben bestaan voor een
overval op het in het Theater Estonia te
Talin vergaderende congres van het Vader-
landsch Verbond waaraan 1500 afgevaar
digden uit het geheele land hebben deelge
nomen Hierbij had men stormafdeelingen
willen gebruiken, die waren uitgerust met
traangasbommen. handgranaten en vuur
wapenen. Bovendien zouden de opstandelin
gen voornemens zijn geweest in geval van
verzet het gebouw met behulp van tanks te
beschieten.
De procureur-generaal leidt het onderzoek
naar de samenzwering en de schuldigen zul
len voor een Krijgsraad terecht staan. Onder
de gearresteerden bevindt zich o.a. de tegen
woordige leider van den Persdienst van het
ministerie van Buitenlandsche Zaken Sammul,
terwijl de oproep onderteekend is door twee
voormalige staatspresidenten, Toenissen en
Teemant. Het staat echter nog niet vast of
van hun namen misbruik is gemaakt.
ZONDERLINGE LOTGEVALLEN VAN
JONG MEISJE.
Half November trof de politie van Nice op
straat een zesjarig meisje aan, dat verdwaald
was en zeide te wonen bij een zekere Mme.
Lachau. Bij informatie aan het opgegeven
adres bleek deze dame te zijn vertrokken.
Het kind werd in een liefdadige instelling
opgenomen, waar het pas de vorige week
weer door Mme. Lachau werd opgehaald
Het bestuur van de instelling liet het kind
meegaan, maar stelde tevens den officier van
justitie in kennis van deze gebeurtenis, daar
de omstandigheden het eenigszins zonderling
voorkwamen, vooral daar deze geschiedenis
zich juist afspeelde in den tijd dat de kleine
Claude Malmejac was ontvoerd. Bij het on
derzoek van de justitie bleek, dat het meisje
niet de dochter van Mme Lachau was, maar
dat zij Clémentine Delporte heette en in Brus
sel geboren was. Bij informaties in Brussel
bleek, dat haar vader in 1931 voor de twee
de maal gehuwd was, en dit kind uit zijn
eerste huwelijk, dat toen nog geen drie jaar
oud was, uitbesteed had bij Mme. Lachau,
die toentertijd in Brussel woonde. Toen hij
na een jaar terugkwam, bleek Mme. Lachau
met het kind verdwenen te zijn zonder ach
terlating van een adres. Ondanks alle naspo
ringen bleek het niet mogelijk te zijn het juis
te adres te vinden, hoewel hij wel te weten
kwam, dat Mme. Lachau aan de Middelland-
sche Zee was gaan wonen. Het bleek, dat
Mme. Lachau als reden van het plotseling
vertek de slechte gezondheid van het meisje
had opgegeven, en later wel bereid was het
kind weer af te staan, mits de vader de voor
het kind verschuldigde 20 frs. per dag be
taalde. De vader heeft dit echter nooit verno
men, daar de advocaat van Mme. Lachau
meende, dat hij dit bedrag, dat tot 20.000
frs. was opgeloopen, toch niet zou kunnen
betalen. Doordat er een zekere angststem
ming was in Frankrijk, veroorzaakt door de
ontvoering van Claude Malmejac, heeft men
gedurende het onderzoek het kind weer in een
instelling geplaatst, zoodat het nu mogelijk
is, haar weer terug te brengen naar haar
vader.
Zitting van Maandag 9 Dec. 1935.
Emotioneels tafereelen uit de
beroemde paardenrennen te
Medemblik.
De temperamentvolle bookmaker Wolf S.
uit Amsterdam (zijn naam Speelman, no
men est omen, doet hij inderdaad alle eer
aan) had op de vermaarde paardenraces te
Medemblik zijn goklustigen aard weer niet
verloochend en met veel ambitie het sportlie-
vend publiek geanimeerd zijn geluk te be
proeven. Maar onze punctueele wetten laten
'n dergelijke emotie niet toe en nu was hij
die al zoo'n beetje bekend staat als de tra-
ditioneele kool bij de groentenvrouw, door
den onbezoldigd veldwachter Barelts gehan
dicapt en zoo men het noemt, op den bon
gezet. Reeds op 18 November sierde deze
zaak de rol, doch was tot heden verdaagd
ten einde den verbalisant te hooren. Het
paard waarop gewed moest worden was
Blossy Silk en de heer S. bulderde al lustig:
6 tegen 1. Zelfs tegen agent Barelts. Maar
blinde ijver schaadt slechts, zooals de goede
heer Wolf heden kon constateeren met zijn
veroordeeling tot 1 maand gevangenisstraf
Ier zake het uitoefenen van het door de wet
verboden hazardspel. Reeds in 1919 was
verdachte ter zake een soortgelijk misdrijf
veroordeeld tot 75 boete.
'n Helder's familie-heibeltje.
Op 18 Nov. verscheen voor den politie
rechter mej. Jannetje C. J., huisvrouw van
den heer Hendrik Kw. te Den Helder, welke
dame op 8 Oct. was verschenen ten huize
van haar schoonouders aldaar, kennelijk
met het nobele doel de peultjes eens op te
scheppen. Zoo kreeg de conferentie weldra 'n
zóó onstuimig karakter, dat de schoondoch
ter haar handen niet meer in ruststand kon
houden en haar schoonmoeder te lijf ging,
haar een blauw oog sloeg en de haren uit
het hoofd trok. Voorts bekwam de schoon
mama een blauwe plek op den arm, die ook
wel niet door een onaangename streeling
zou zijn veroorzaakt.
Volgens mej. Jannetje, had haar man zijn
bloedeigen moeder danig toegetakeld. De
ze toelichting gaf zij heden, toen dit fa
miliedrama werd voortbehandeld voor den
politierechter. Gevorderd werd 20 boete of
10 dagen. Ze stane hier te liege, zei de
schoondochter overspannen. Vonnis conform
eisch.
De juffrouw was er niet mee tevreden.
Jan Z. en zijn dubbelganger.
De 20-jarige Joh. Z. te Beemster had op
25 Nov, terecht gestaan wegens het niet vol
doen aan een vordering van rijksveldwachter
Rol om van zijn fiets te stappen, aangezien
hij werd betrapt op het plegen van een straf
baar feit, het rijden zonder licht. Verdachte
ontkende toen zich ter plaatse te hebben op
gehouden en vermeende dat er een persoons
verwisseling met zekeren Kooyman uit Pur-
merend had plaats gegrepen.
De zaak werd alsnu ten genoege van den
verd. aangehouden teneinde nu dezen heer
Kooyman uit Purmerend te hooren, doch
deze heer had inmiddels mededeeling gedaan,
dat hij destijds niet in den Beemster was ge
weest. De delinquent, die nog maar voortdu
rend op hetzelfde standpunt bleef staan,
werd veroordeeld tot 20 boete of 10 dagen
gevangenisstraf en zal nu zijn bezwaren ook
nog eens kunnen ontvouwen voor den kan
tonrechter, die op de uitslag van den dub
belganger heeft gewacht.
Hij zal echter gaarne in hooger beroep
gaan.
Hij had trek in spruitjes, maar ze
worden duur.
De niet-verschenen Theodorus Cornelis H.
te Alkmaar werd ten laste gelegd, dat hij op
1 Nov. aldaar wederrechtelijk zich had tce
geëigend een kist met spruitkool, eigendom
van den groenten- en fruithandelaar Th
Wester en welke spruitkool was opgeslagen
in diens pakhuis op de Molenbuurt. Het
bleek, dat Theodorus. die vroeger bij Wester
in diens was geweest, vermoedelijk een sleu
tel had achtergehouden. Het pakhuis was
des 's morgens altijd los en toen had Wester
een jongen op pest gezet, die kon rapportee
ren dat verdachte het pakhuis binnen was
gegaan en er met een kist spruitjes was uit
gekomen. De sleutel had hij bij ontdekking
thuis in het kolenhok gegooid. De spruitjes-
dief werd alsnu bij verstek veroordeeld tot
30 boete of 15 dagen.
Geen bijzonder aangename kwa
lificatie.
De landbouwer A. Blokker te Heerhugo-
woord werd op 4 Nov. door zijn 19-jarigen
dorps- en poldergenoot Meinsje de R. uitge
scholden voor „rotboer", wat Blokker na
tuurlijk niet smaakte, reden waarom hij een
klacht indiende tegen het loslippig jong-
mensch. Volgens M. de R. zou Blokker hein
den weg hebben versperd en was hij toen
kwaad geworden. Opgelegd werd om M. de
R. wat beter manieren en meer eerbied voor
den ouderdom te leeren 10 boete of 5 da
gen.
De eeuwigdurende familie-ruzie.
Verscheen onlangs de 59-jarige Elisabeth
B., huisvrouw van Jan J. te Bergen woon,
achtig, voor den politierechter in eer. mis
handelingszaakje te Bergen, thans zagen wij
deze weer in de rechtzaal op het verdachten
bankje ter zake het feit, dat zij op 6 Novem
ber haar nichtje J. N. Glone, gehuwd met
den heer J. Frederiks, in den winkel van de
firma Spruit zou hebben toegevoegd eea grof
beleedigend woord, dat voor verdere publi-
Misschien nog wal koorts
ookl Aspirin is de on
overtroffen bestrijder van ver
koudheid. Na Uw verkoudheid
®zult U met zo velen zeggen:
UHskittend verkrijgbaar In da eranje-bandbuhjaf van
30 labl. 70 d*. an oranjajakjat van 2 tabl. 4 10 ets.
citeit ongeschikt is. Er bestaat een voortdu
rende animositeit tusschen de tante en deze
familieleden. Mej. J., geboren B., de schel
dende tante, ontkende het woord te hebben
gebruikt en had drie getuigen a décharge
meegebracht, waarvan het eerst haar doch
ter werd gehoord. Aan haar had moeder ge
zegd, dat niet zij, maar nicht Glone dat lee-
lijke woord had gebruikt. Mej. M. de Boer,
een winkeljuffrouw van de firma, beweerde
echter bedoeld scheldwoord duidelijk ge
hoord te hebben, waarop de dochter zei: Al
mot mijn kop er af, dan zeg ik dat het niet
waar is. Voorts werd ook mej. Frederiks er
door den politierechter op gewezen, zich te
genover haar tante behoorlijk te willen
gedragen.
De oude heer Jongkind, gepensfonneerd
ploegbaas en echtgenoot van de verdachte,
verklaarde nog, dat zijn vrouw reeds 2 jaar
lang door haar nicht mej. Frederiks werd
geplaagd.
De officier vorderde in deze tamelijk on
smakelijke geschiedenis (waarvan het aan
trekkelijkste deel de winkeljuffrouw was) te
gen tante Betje 8 boete of 4 dagen. Vonnis
conform eisch.
Tante is voornemens in hooger beroep te
gaan.
Een toffe ionden.
De 29-jarige landbouwer Nic. Corn. Gr.
te Beemster had zich in den avond van 8
Nov. doen kennen als een ware woesteling
op den rijweg. Hij kwam met een onverlichte
aangespannen dissel wagen en wild slinger -
rend over den Rijperweg aanrijden, gaf geen
gevolg aan het met behulp van een rooden
lantaarn gegeven stopbevel door rijksveld
wachter Beek en toen Beek na een wilde jacht
hem wist te bespringen, verzette hij zich
duchtig tegen zijn aanhouding en beet Beek
daarbij in diens duim.
Voor al deze buitensporigheden stond
Klaas heden terecht, thans zoo mak als een
lammetje en met de mededeeling, dat hij zich
van het gebeurde niets meer kon herinneren.
Hij is niet gewend aan alcohol en had dien
avond drie glazen bier gedronken. Maar de
veldwachter had een en ander van de vrouw
van verdachte vernomen, dat niet heel gun
stig klonk. Hij gaat dikwerf met veel geld de
deur uit. Natuurlijk werd dit avontuur niet
licht geteld en vorderde de officier tegen dit
gevaar van den weg, met een loftuiging aan
Beek, den rijksveldwachter, voor zijn kranig
optreden, twee maanden gevangenisstraf.
Ter zake het ernstige feit werd opgelegd
een maand gevangenisstraf.
Een grootmondige Egmond-zeeër.
De Egmond aan Zeeër arbeider Gerrit v.
d P. Jz. had zich de vrijheid gepermitteerd
den jachtopziener Daniël Koelewijn op 29
Gctober in de duinen van jhr. Six uit te schel
den voor dief, ploert, hongerlijder en nog
ander moois. Hij stelde zich aan als een
wildeman en dreigde Daniël met een hark,
omdat hij in den waan verkeerde, dat deze
zijn boeltje had vernield.
De jachtopziener had te voren nooit iets
met Gerrit gehad.
Eisch 15 boete of 10 dagen. Vonnis con
form.
'n Boeren-chantagepleger.
De 19-jarige vroeg kaalhoofdige landbou
wer Corn. W. te Warmenhuizen, stond te
recht ter zake een misdrijf dat men meer in
een metropool, dan in een boerenkooldorp
zou verwachten. Het scheen dat hij iets was
te weten gekomen ten nadeele van zekeren
heer Corn. Frans en nu trachtte hij ten op
zichten Fr. chantage te plegen, door het
schrijven van dreigbrieven en. hem te bewe
gen tot afgifte van 200 en 500 en wel op
29 September en 5 November. De heer Fr. te
Warmenhuizen was blijkbaar telkens voor
het dreigement gezwicht en had het gevraag
de bedrag, zoogenaamd in een sigaretten
doosje, op de aangegeven plaats gedepo
neerd, doch het bedrag of wat er voor in de
plaats kwam, kwam niet in 't bezit van den
afperser en zijn compagnon, maar werd dooi
den veldwachter Brandsen weer tijdig terug
genomen.
In de brieven werd Fr. beschuldigd van
onbehoorlijke handelingen en met publiciteit
bedreigd. Met het daardoor verkregen geld
hadden Corn. W. en zijn vriend naar Ameri
ka willen gaan om daar een handeltje in
prentbriefkaarten te beginnen.
De tweede brief werd gezonden op 3 Nov
Er werd alstoen 500 gevorderd; werden d e
niet voldaan dan zou zonder pardon tot de
voorgenomen maatregelen worden overge
gaan. De heer Fr. liet zich niet intimideeren,
deed aangifte en inplaats van 500 pop in
handen te krijgen, viel Kees zelf in handen
van rijksveldwachter Pieter Leegwater, d e
niet aarzelde dezen landelijken afdreiger di
rect te arresteeren. Van de tenlaste gelegde
aantijging was absoluut niets waar!
Ik had het hoord van 'n paar kammerader.,
zei lummelachtig de verdachte, die zich in de
brieven „porticulier detective" had genoemd.
De officier deelde mede, dat de tweede
persoon in het spel buiten vervolging was
gesteld, omdat diens aandeel zeer gering ge
weest was, maar des te meer schuld had
echter deze verd. en nu requireerde de offi
cier tegen den weinig boetvaardigen zondaar
'n slungelachtig type, 4 maanden gevange
nisstraf. Vonnis 3 maanden gevangenisstraf,
waarin veroordeelde verklaarde te berusten
'n Onbetrouwbare kostkameraad.
De 25-jarige timmerman Anton H., gedo-
miliceerd te Utrecht, had zich te Medemblik
van een kosthuis voorzien en nam daar op
23 Nov. zijn kans waar, een armbandhorlo
ge, eigendom van zijn medekostganger A. Ha
ring te ontvreemden. De zwerver werd te
dier zake gearresteerd en gedetineerd in het
Huis van bewaring en stond heden terecht.