DE GEBROEDERS „GOCHEM"
DOOD DOOR SCHULD.
HEERHUGOWAARD-NOORD
BERGEN
HENSBROEK
r ,mee' dat het bestuur d't
HEILOO
Rechtszaken
Het noodlottig auto-ongeval van
30 Augustus te 't Zand voor de
Rechtbank.
ZWARE EISCHEN.
Geef voor dien bloff enden hoest
dodelijk Akker's Abdijsiroop.
Thans slechts 75 ct. per flacon!
fcwaam visscherman, van hoe groot nut de
kennis van netten breien enz. is. Hij ging
zelfs zoover te beweren, dat Egmonders bij
voorkeur aangenomen worden, omdat zij zoo
goed netten herstellen kunnen. Dubbel jam
mer is het daarom, dat zoo weinigen thans
het nut van een cursus inzien. Wel is te be
grijpen, dat men zich eenigszins moedeloos
afvraagt, of de kennis ooit van practisch nut
zal zijn. Maar daar staat tegenover, dat men,
als de kans komt, paraat moet zijn en nu
allen tijd heeft om zich de vereischte kennis
eigen te maken!
t xi Radio-centrale.
De heer J. H. Kareis, exploitant der
radio-centrale, zal, zoodra de vereischte goed
keuring verkregen is, een derde programma
geven. Vemoedelijk zal dit in Januari 1936
Het geval zijn. De aangeslotenen zullen dan
naast Hilversum en Huizen een derde station
kunnen beluisteren. Geen bepaald station,
maar afwisselend één der Europeesche sta
tions, behalve Rusland. Het abonnements
geld blijft onveranderd.
De programmma's worden doorgegeven
over de bestaande twee lijnen. Volgens het
duplex-systeem kunnen over deze twee lijnen
drie programma's worden doorgegeven, door
plaatsing van een apparaat bij de abonné's
Van 's avonds 7 tot 8 uur zal de heer
Kareis voor het derde programma zelf de uit
zending verzorgen op gramofoonplaten.
Sint Nicolaasfeest.
'Vrijdagmiddag vierde de o. 1. school
no. 3 haar zoo langzamerhand traditi
oneel geworden Sint-Nlcolaasfeest. Te
half twee waren de kinderen voor de
zaal van den heer Portegijs opgesteld,
toen de Sint te paard, begeleid door
Pieter, verscheen. De kinderen zongen
hem een welkomstlied toe, waarna de
Sint van zijn paard stapte.
Binnengeleid door het hoofd der
school zongen de kinderen hem nog
maals toe. Daarna verwelkomde het
hoofd den Sint en bracht den dank der
kinderen naar voren voor zijn komst
De Sint nam nu het woord en schetste
op aardige wijze met welke moeilijk
heden hij en zijn knechtje te kampen
hadden gehad op hun reis en ving toen
zijn taak aan: de uitdeeline der mooie
geschenken. Ook spaarde hij hen niet.
die een flinke reprimande verdienden
Zwarte Piet stond zijn meester goed ter
zijde; het wa6 een lust te zien hoe zelf*
de grootere leerlingen met eerbied den
Sint naderden.
Ook voor de allerkleinsten, niet school
gaande kinderen, had de Sint iets: Zij
mochten allen grabbelen ln de groote
mand. Nu de Sint zooveel had gebracht,
wilde hij toch ook iets aardigs van de
kinderen 7'»r> en hoor r..
Er werden twee zeer aardige tooneel-
stukjes opgevoerd door oudere en jon
gere kinderen. Het eeiste was een St.-
Nicolaasverrassing. het tweede: school-
ziek. Zij oogstten een dankbaar applaus
Onderwijl deelde Pieterbaas zijn ver
snaperingen uit. Allen, jong en oud.
tastten toe.
Eindelijk vond de Sint het tijd te ver
trekken, blij zooveel kinderen een heer
lijken middag bezorgd te hebben. Een
danklied volgde waarna de Sint vertrok.
Voor de kinderen werd nu gefilmd.
Dat de films in den smaak vielen, be
wees hun hartelijk lachen. Veel te gauw
was de middag om en circa half zeven
keerden ouders en kinderen in opge
wekte stemming huiswaarts.
Het ligt in de bedoeling van den loco
burgemeester, om op 17 December
raadsvergadering uit te schrijven.
een
Onderling veefonds.
Algemeene vergadering van „Onderling
Veefonds" werd Zaterdagavond 7 uur ge
houden in café Groot. De voorzitter, de heer
D. Wit, opende met een woord van welkom.
Al zijn de uitkomsten in het veehoudersbe-
drijf nog zeer slecht, een verblijdend teeken
voor ons fonds is dat de omslag per koe zoo
laag is als nog nooit is voorgekomen. Met
den wensch dat ook 1936 weer een voordee-
lig jaar voor het fonds mag zijn, verklaar
de spr. de vergadering geopend.
Rekening penningmeester. Ontvangsten
over het boekjaar, loopende van 1 Dec.
1934 tot 30 Nov. 1935, totaal 757.01; uit
gaven 783.07. Een tekort dus van 26.06.
Door den voorzitter werd medegedeeld,
dat dit tekort is ontstaan doordat de pen
ningmeester een rekening van dr. Stapel en
nog iets heeft betaald en de omslag van de
laatste afgekeurde koe iets te krap heeft om
gezet. Spr. vroeg of het goed is om de vol
gende week als er rondgegaan moet worden
om de koeien te kijken men 't goed vindt om
10 cent per koe te betalen en dit dan met
een op te halen, daar er anders weer bode
loon moet worden betaald. De vergadering
ging hiermede accooord.
De heer Fok ontving een woord van dank
voor zijn accuraat beheer. Uit het jaarver
slag vermelden we dat de omslag per koe
dit jaar 1.60 is geweest met inbegrip
van de 10 cent die deze week zal worden
geïnd. Het hoogst aantal verzekerde koei
en is geweest in het afgeloopen jaar 392
stuks, het laagst aantal 327. Op het oogen-
blik zijn 400 stuks verzekerd. Het leden
aantal is op het oogenblik 39 met inbegrip
van de sprekers.
Dan deelde de voorzitter een onderhoud
mee dat hij heeft gehad met den heer Joh
Groot betreffende het onderhoud van koeien
door dr. Stapel.
Zooals men weet gebeurt dit kosteloos
van de fabriek. Heeft zoo'n koe t. b. c. dan
'leemt de fabriek die koe over waarvoor zij
dan van het Rijk 30 terug ontvangt
Daar men volgens den heer Groot koeien
met gaatjes in de ooren in het voorjaar
f'o/\Z0° ®oed '$an verkoopen ongeveer
30 minder wilde de heer Groot zelf
'jn koeien laten onderzoeken door dr. Sta-
secretaris-pen-
Sr. weer voor
terugkeerende
pel wat i per koe kogt Dg heer GroQt
om indien zoo'n koe werd af
gekeurd het fonds 30 wilde betalen. De
punt heeft besproken en voorstelt om hier
aan niet te beginnen.
Jo11- honing ging volkomen met
het bestuur mee en zeide, dat als wij daar
aan beginnen, over een paar jaar geen koe
mm door de fabriek wordt onderzocht.
Besloten werd hierop niet in te gaan.
n \Y/>eZ'ngik2 Taxateurs> aftr. de heeren
herkozen611 van Vuure. Beiden werden
Verkiezing 2 plaatsvervangers, aftr. de
heeren Jb. v. d. Meer en K. Schuit. Als vo
ren.
Bij acclamatie werd de
ningmeester de heer P. Fok
een jaar benoemd
Nu volgde de 'telkenjare
bespreking over melklijsten.
e h«r Joh. Koning vroeg het bestuur
naar de bevindingen aangaande die melklijs
ten. De voorzitter antwoordde, dat het afgp
loopen jaar 5 is uitbetaald aan een zoo
danige koe wat toch per slot van rekening
een omslag is van nog geen 1V, cent per
koe De vergadering was algemeen van ge
dachten dat het zoo moet blijven, zoodat
deze regeling blijft tot wederopzegging.
De opzetters vallen natuurlijk buiten deze
regeling.
De heer G. Kos bracht de unsters om de
melk bij onderzoek te wegen, ter sprake en
zeide, dat deze bijna nooit zuiver wegen
De voorzitter zeidie, dat hij er over zal
spreken. De unsters van de fokvereeniging
zijn wel zuiver, daar deze worden gecon
troleerd.
De heer C. de Boer wilde, gezien de
slechte opkomst der leden, op een belangrijke
vergadering als deze, die één keer per jaar
wordt gehouden het boetestelsel veer in
voeren. Spr. achtte het in het belang van den
veehouder, om één keer per jaar bij elkaar
te komen. Bij niet ter vergadering komen
wilde hij 50 cent boete heffen. Hij vond het
treurig, dat van de ongeveer 40 leden maar
17 aanwezig zijn Na stemming werd be
sloten 0 25 boete te heffen
De heer K. Schuit merkte op, dal dit jaar
het fonds 40 jaai heeft bestaan Daar spr
een van de oudste leden is, vond hij het te
gewichtig, om dit -te verzwijgen, ofschoon
van feesivieren wel niets zal komen
De voorzitter ging tot sluiting over en
zede. dat de samenwerking deze 40 jaar
altijd schitterend is geweest, ofschoon de
laatste 5 jaren door al de nieuwigheden wel
eens wat verwijdering is gebracht, welke
door goeden wil en verstandige beredenee-
ring geen blijvende-is geweest.
Met den wensch, dat de goede harmonie in
„Onderling Veefonds"' zoo mag blijven
sloot hij met een woord van dank
Na de sluiting bracht de bode, de heer
Frankfort ter kennis, dat hij geen verant
woording meer neemt wat betreft het op
geven van koeien door zijn bemiddeling aan
den secretaris.
Ingekomen personen.
A. van der Wal en gezin, L. d. H., A 187,
van Alkmaar. A. J. Deurloo en echtge-
noote, geen, A 441, van 's-Gravenhage.
Mevr. A. ter BuurkesSlot, N.H., D van
Heerhugowaard. C. Brouwer, N.H.,
A 233, van Akersloot. L. C. Stuifbergen,
R.K., K 82, van Limmen (N.-H.) Mej. W.
Vledder, HAEA, E 98, van Oudorp (N.-H.)
P. Waker, N.H., C 199, van Heerhugo
waard. J. L. Groot en echtgenoote, N.H.,
J 150, van Krommenie. Mevr. J Brand
van Dierendonck, R.K., I 144, van Den
Helder. M. J. W. Bernards en gezin,
R.K., G 164, van Alkmaar. D. de Vries
en gezin, R.K., A 32, van Alkmaar. C.
Modder, geen, F 109, van Zaandam. Mej.
A. <4e Lange, R.K., F 164, van Beemster.
C. Vader en gezin, geen, J 110, van Haarlem.
Mevr. A. W. van der MolenBaars en
dochter. N.H., A 406, van Pen Helder.
J. van Muijen, R.K., C 228, van Brielle.
Mej. M. W. van Muijen, R.K., C 228, van
Brielle. Mej. M. A. Huijg, R.K., C 228,
van Brielle. A. Hoogeboom en gezin,
R.K., K 83a, van Limmen (N.-H.) W.
Stroink en gezin, D.G., E 47, van Alkmaar.
Mej. T. Oubrecht, R.K., E 47, van Alk
maar. D. Veen en echtgen., N.H., D 35,
van Hoorn. A. Wallaart, N.H., E 7, van
Den Helder. A. Hoven, N.H., H 13, van
Limmen (N.-H.) Wed. A. Boschman—
Blokker, N.H., A 169, van Akersloot. Mej.
M. Buijs, R.K-, I 49, van Alkmaar. Mevr.
E. Mulder—Hollenberg, R.K., C 127a, van
Bergen (N.-H.) W. Droog en echtgen
N.H., C 47, van Alkmaar. Mevr E. Haan-
raads—Ursem, R.K., L 77, van Alkmaar.
Vertrokken personen.
J. U. Dijkstra en gezin, naar Haarlem.
J A. van Westerop, naar Zuidscharwoude.
Mej. E. Haase, naar "s-Gravenhage. J.
C. van Gijsen en gezin, naar Alkmaar. P.
Termaat, naar Alkmaar. C Janse en ge
zin, naar Zeist. P. Hendriks, naar Alk
maar. Mej. A. Hoogeland, naar Aker
sloot. S P. A. Klaver, naar Schagen
Mevr. C. Visser—Jonker, naar Alkmaar.
Mej. A Coppens, naar 's-Gravenhage.
Wed. C. Staadegaardi—Bergen en gezin,
naar Alkmaar. J. Kluft, naar Hoorn.
W. Drenth en gezin, naar Amsterdam C.
M. Kruis, naar Castricum. Mej R. Brou
wer, naar Castricum. Mej. P. Marschal-
leck naar Duitschland. Wed A Bosch
Laan, naar Amsterdam. C. Vollmer en
echtgen.. naar Den Helder. J. H. Leurs,
naar Alkmaar.
Op klaar lichten dag botsten 30 Augustus
te 't Zand een van de richting Helder komen
de en een in de richting den Helder rijdende
auto, op onbegrijpelijke wijze dermate tegen
elkander dat de van den Helder komende
auto, een Morris, in het N.H. kanaal terecht
kwam, met het droevig gevolg dat de daarin
zittende 71-jarige weduwe Elizabeth Cor-
nelia Dingler, weduwe van Johan Tröger en
dt 12-jarige Henry van der Klucht, beiden
uit Haarlem, om het leven kwamen.
Buiten de chauffeur zaten in deze
auto de heer en mevrouw W. H. J. Biele
uit Heemstede, die hun leven hadden kunnen
redden door door het opendak van de auto
te kruipen
De tegenligger was bestuurd door den
61-jarigen heer G. Verschuur uit den Helder,
die door de botsing bewusteloos was gewor
den en gedurende 6 weken onder doktersbe
handeling was geweest. Zijn naast hem zit
tende echtgenoote bekwam geen letsel.
Gistermiddag stenden beide autobestuur
ders de heer G. Verschuur en de 22-jari
gen chauffeur Johannes Fennis uit Haarlem
voor de Alkmaarsche rechtiank terecht
Aan beiden was ten laste gelegd, dat zij
door roekeloos rijden de dood van de twee
omgekomen mensehen hadden veroorzaakt.
Verdachte Fennis werd bijgestaan door
mr. Volkers uit Amsterdam, terwijl als ver
dediger van verdacht Verschuur, mr Judell
uit Bergen optrad.
Verdachte Fennis beweerde voldoende
rechts te hebben gereden. De tegenligger
was recht op hem afgekomen en had het
voorgedeelte van zijn auto geraakt, waardoor
verdachte 46 M. verder in hel kanaal terecht
was gekomen. Hcewel hij het dak had open
geschoven, was het hem niet gelukt, de bei
de achterin zittende personen te redden
Op een vraag van den president zei
de verdachte niet te weten of hij al of niet
geiemd hee.t.
Verdachte Verschuur kwam met zijn
auto, een groote Talbot, naar den Helder
met een snelheid van 50 KIM. Zijn echtge
noote zat naast hem. Zijn tegenligger kwam
van den Helder. Van het gebeurde vlak na
de aanrijding weet hij niets meer. Hij kwam
bij kennis in het land en was genoodzaakt
na het ongeval zich gedurende 6 weken on
der doktersbehandeling te stellen.
Getuige luitenant \V. v. d. Hulst, mo
tordeskundige, had ter plaatse, kort na het
ongeval een onderzoek ingesteld en de weg
bekeken. Van zijn bevindingen gaf hij, aan
de hand van een schetskaart, een toelichting.
Uit zijn verklaring bieek, dat het stuur van
de wagen van verdachte Fennes niet in orde
was en dat deze wagen met de spatschermen
17 c.M. over de punaises had gereden Ge
tuige was voorts «an oordeel, dat wanneer
vercachte Fennes geremd iiad, hij de wagen
nog voor het kanaal tot stils'and had kun
nen brengen.
Naar aanleiding van deze veiklaring stel
den mr. Volkers en mr. Judell aan getuige
verschillende technische vragen.
Dr. B o e r s in a verklaarde, dat door hem
toegepste kunstmatige ademhaling bij de
verdronken personen geen resultaat had ge
had. Practisch waren ze door verdrinking
om het leven gekomen, doch het was ook
mogelijk dat dit een gevolg was geweest van
een daarvóór bekomen groote schrik.
Getuige F. Overhand, de rijksveld
wachter, die 40 minuten na het ongeval ter
plaatse was verscnenen, deed mededeeling
van zijn bevindingen. Bij zijn verklaring
kwam het er op aan, dat naar zijn oordeel
beide wagens, volgens het spoor op den weg,
te veel links hadden gereden.
De president gaf zich veel moeite om aan
de hand van gemaakte teekeningen zich een
beeld van het gebeurde te vormen. Ook de
verdachten riep hij voor de groene tafel, zoo
dat op een gegeven moment twee getuigen,
twee verdedigers en twee verdachten voor de
groene tafel stonden, waar aan de andere
kant de rechters zich staande om den presi
dent hadden gegroepeerd.
Het bleek wel zeer moeilijk om de schuld
van de verdachten te reconstrueeren.
Naar het oordeel van getuige Overhand
hadden beide autobestuurders te veel links
gereden. Deze meening grondde hij op de
sporen op den weg en de beschadiging van
beide auto's aan bun linkerzijde.
Mr. Judell, die een paar miniatuur
autotjes had meegenomen, hield daarmede op
de groene tafel een demonstratie, om de on
gegrondheid van deze verklaring vast te
stellen.
Getuige handhaafde zijn bevindingen,
doch gaf toe dat een bewijs voor het te veel
links rijden niet geconstrueerd kon worden
uit de beschadiginig van de wagens.
Ook mr. V o 1 k 3 r s hield deze getuige
vast voor nadere door hem gewenschte inlich
tingen maakte het noodzakelijk, dat ook
getuige v. d. Hulst nog weer eens nader werd
gehoord.
De zaak had hierdoor nagenoeg geen
voortgang en werd er niet duidelijker op. Om
half vier was dit verhoor eindelijk beëindigd
en verscheen als getuige de 35-jarigen op
zichter bij den Rijkswaterstaat K. J. West-
h o v e, die ter plaatse met zijn rijwiel naar
den Helder reea, geen tegenligger had op
gemerkt, doch plotseling het ongeval achter
zich hoorde.
Onmiddellijk had hij hulp verleend en
daarna de sporen op den weg vastgesteld
en in kaart gebracht.
Weer volgde hierop het boven omschreven
tooneeltje met de vorige getuigen. Een ex
clusieve camera-opname zou wel een interes
sant beeld hebben gegeven.
Het publiek op de tribune, zat lusteloos
op de banken, doch bleef, vermoedelijk om
dat het binnen warmer was dan buiten.
Voor wielrijders, dit stelde getuige vast, is
de Heldersche weg, vooral des avonds,
levensgevaarlijk.
De president noemde het dan ook
geen luxe, diat daar eindelijk een rijwielpad
wordt aangelegd.
De volgende getuige, de 45-jarige echtge
noote van verdachte Verschuur, zat links
van haar echtgenoot, toen het ongeval
plaats had, ioch zij had niet opgelet en ook
geen wielrijder gezien. Maar men reed nooit
hard. De tegenligger zag zij vlak voor het
ongeval, doch zij weet niets van het ge
beurde, omdat alles zich te snel voltrok.
De 48-jarige Heldersche heer Jaring, con
sul van die A. N. W. B. en belast met het
afnemen van rijproeven volgens de Motor- en
Rijwielwet, was onmiddellijk na het ongeval
ter plaatse geweest en ook hij had van zijn
bevindingen een teekening gemaakt, die ook
hij aan de groene tafel verklaarde, met een
herhaling van de tooneeltjes, zie boven.
Aangezien zijn toekenning nogal ver
schilde met die van getuige v. d. Hulst,
volgde hierover tusschen beiden een korte
gedachtewisseling.
De 53-jarigen directeur van de Gemeente
reiniging te Den Helder, de heer R H. E.
Maas. kende de heer Verschuur als een cor
rect autobestuurder, die niet gauw iets ris
keert en steeds de normale snelheid houdt.
Ook stelt de heer Verschuur zich er steeds
van op de hoogte, of zijn auto in orde fê.
De heer W. H. J. Biele, 62 jaar, leeraar te
Heemstede, had bij het ongevai achter in
de auto van den chauffeur Fensus gezeten,
die volgens zijn verklaringen kalm reed en
bij hem als een goed chauffeur bekend
stond.
De tegenligger had hij niet zien aan
komen en ook hij weet alleen, dat hij in het
water terecht was gekomen.
Naar zijn overtuiging was er van ver
moeidheid van de chauffeur geen sprake en
steeds had getuige geconstateerd, dat ver
dachte behoorlijk rechts had gereden. Dat
de chauffeur over de punaises had gereden,
was nimmer het geval geweest.
De president wees getuige er op, dat
blijkens verklaringen dit wel het geval is ge
weest. doch getuige, die het ongeval bij
woonde, blijft dit onjuist noemen.
Spoedig blijkt dan ook, dat de verklaringen
waarop de president doelde, bestaan in de
situatieteekeningen van menschen, die ruim
40 minuten na het ongeval ter plaatse ver
schenen.
Een positieve getuige.
Eindelijk verscheen er dan toch een ge
tuige, die zeer positief was in haar verkla
ringen, mevrouw Biele, die met haar man in
de auto van den chauffeur Fensus was geze
ten, in het kanaal had gereden en zich gerfd
had, door op een bank in de auto te klim
men en vandaar door het opendak te krui
pen, wat zij nu gedecideerd verklaarde, be
vestigde niet alleen de verklaring van haar
man, dat de man nimmer over de punaises
op de tweede helft van het weggedeelte had
gereden, zij verzekerde dit zelfs met nadruk.
Steeds, zoo zeide zij, had zij recht voor haar
uitgekeken en steeds geconstateerd, dat de
chauffeur rechts van de weg-punaises had
gereden. In de verte had zij een auto aan
zien komen, die slingerde en zij had toen
reeds onmiddellijk gedacht, die bestuurder is
niet goed of zijn wagen deugt niet. Zij
vreesde dan ook, dat het niet goed zou gaan
en onmiddellijk kwam de botsing.
De president: Dat klopt niet met de
sporen, die de deskundigen vonden.
Getuige Het kaartje heb ik gezien,
maar klopt niet met de waarheid. De auto
werd vlak van voren geraakt en wij schoven
zoo op zij.
Het requisitoir.
Mr. Van der Feen de Lille ving
zijn requisitoir aan mat een woord van
deelneming over het verscheiden van de
omgekomen weduwe en den 12-jarigen
jongen.
i. r.'r-iTr"i'~"r - - nt - -
Het behoeft geen kinkhoest te zijn, maar
een kinderhoest moet niet verwaarloosd
worden. Waarom Uw kind noodeloos te
laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog
op tijd het beste en meest krachtige middel
geven. Dal middel is toch Akker s Abdij
siroop, die reeds soovelen geholpen heeft I
Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het
's nachts niet door hoesten, kuchen of
piepen op het borstje? Abdijsiroop zal Uw
kind helpen, die slijm losmaken, de hoest
rijp maken en stoppen. En morgen ziel Ge
niet meer de traantjes in de oogen door
dat afmattend hoesten. De afmatting van
de ademhalingsorganen is weggenomen, de
ademhaling zal weer ruim en diep zijn.
Spr. heeft zich op het standpunt gesteld,
dat de schuld gezocht moet worden bij bei
de bestuurders. Het geeft te denken, hoe
't mogelijk is, dat op klaar lichten dag op
een 6 Meter breeden weg, de beide automo
bilisten elkander niet hebben kunnen ont
wijken.
Het motief, waarom verdachte Verschuur
niet voldoende rechts reed, is, dat hij een
wielrijder wilde passeeren, die vóór hem
reed. Dit is niet gebeurd, want uit de ver
klaringen van getuige Westhoven bleek, dat
hij dien wielrijder reeds gepasseerd was.
Verdachte Verschuur had rekening moe
ten houden met zijn tegenligger, die met
zijn spatschermen 17 c.M. over de as van
den weg reed. Ook verdachte Verschuur
heeft niet voldoende rechts gehouden en 1
c.M. boven de aslijn van den weg gereden.
Spr. vindt het onbegrijpelijk, dat iemand
als verdachte Verschuur, die al sinds 1919
rijdt, 'n zoo gemakkelijk obstakel niet heeft
weten te overkomen. Dergelijk rijden vindt
spr. roekeloos, onvoorzichtig en gevaarlijk,
want voor ieder geldt dit axioma: Wanneer
men ziet, dat een tegenligger niet voldoende
rechts houdt, is het niet verantwoord door
te zeggen: „Hij rijdt verkeerd, ik rij recht
door".
Men behoort dan de roekeloosheid van
dan ander te elimineeren en desnoods op de
grasberm te gaan rijden.
Spr. is overtuigd, dat beide automobilis
ten een onverklaarbare roekeloosheid heb
ben gedemonstreerd en dat men hier te
doen heeft gehad met een ongeluk, dat
voorkomen had moeten worden.
De mogelijkheid bestaat, dat er alleen
schuld is van de aanrijding en niet van de
dood van de twee inzittenden van de Mor
ris. Er was immers 46 M. over om te rem
men. Men moet echter de schrik seconde
niet vergeten en met een snelheid van 50
K. M. legt men die 46 M. in een ondeel
baar oogenblik af.
Spr. stelt dan ook beide bestuurders aan
sprakelijk. Het is mogelijk, dat de verdedi
ging zich op het standpunt stelt, dat zon
der bewuste samenwerking er geen sprake
is van schuld van twee personen.
Er bestaat echter voldoende jurispreden-
tie, waaruit blijkt, dat de bewuste samen
werking om de schuld vast te stellen niet
noodig is.
Spr. verwijst naar een arrest van den
Hoogen Raad van 14 Nov 1921, naar een
artikel van prof. van Heinsbergen, week
blad van het Recht 11495 en naar een von
nis van de Rotterdamsche rechtbank van 7
October 1930 en naar een vonnis van de
Alkmaarsche rechtbank.
Komende aan de strafmaat, zegt spr.
vrijheidsstraf niet noodzakelijk te achten.
Met het oog op het verschil in financieele
draagkracht van de beide verdachten, vor
dert spr. tegen verdachte Fennis 200 boe
te of 60 dagen hechtenis, tegen verdachte
Verschuur 300 boete of 80 dagen hechte
nis en tegen beide verdachten de ontzeg
ging van de bevoegdheid tot het besturen
van motorrijtuigen voor den tijd van één
jaar.
De verdediging.
Mr. Volkers had in het requisitoir 't
bewijsmateriaal voor schuld gemist. De ge
tuigen hebben niets gezien, behalve één ge
tuige, mevrouw Biele, die tot pleiters ver
wondering, niet door den Officier was ge
dagvaard. Zij heeft geconstateerd, dat ver
dachte Fennis normaal heeft gereden, de
anderen hebben niets gezien en pl. conclu
deert, dat de Officier niet het minste bewijs
23. Keetje
lawaai, dat
was zoo in haar werk verdiept en maakte zoo'n
het geritsel niet hoorde, toen Pat behoedzaam
naar voren kwam. Zij liep Pat's schuilplaats voorbij en vlug
haakte hij zijn kunstgewrocht achter aan haar ceintuur. Toen
het varkentje zijn hok gevonden had, was de juffrouw haar
plagerij blijkbaar moe, want
alsoi er niets was gebeurd.
ze wandelde weer naar het erf
24. Het was schafttijd voor het boerenpersoneel en dan kreeg
ieder een kom melk op het erf. Toen Keetje nu kwam aan
wandelen, ging er een oorverdoovend gelach en gebrul op.
Woedend keek ze om zich heen; wat hadden die menschen
allemaal te lachen? Was er soms iets geks aan haar? Ze be
keek haar poppenwagen aan alle kanten, maar bemerkte niets
buitengewoons.