DE GEBROEDERS „GOCHEM" DOOD DOOR SCHULD. HEERHUGOWAARD-NOORD BERGEN HENSBROEK r ,mee' dat het bestuur d't HEILOO Rechtszaken Het noodlottig auto-ongeval van 30 Augustus te 't Zand voor de Rechtbank. ZWARE EISCHEN. Geef voor dien bloff enden hoest dodelijk Akker's Abdijsiroop. Thans slechts 75 ct. per flacon! fcwaam visscherman, van hoe groot nut de kennis van netten breien enz. is. Hij ging zelfs zoover te beweren, dat Egmonders bij voorkeur aangenomen worden, omdat zij zoo goed netten herstellen kunnen. Dubbel jam mer is het daarom, dat zoo weinigen thans het nut van een cursus inzien. Wel is te be grijpen, dat men zich eenigszins moedeloos afvraagt, of de kennis ooit van practisch nut zal zijn. Maar daar staat tegenover, dat men, als de kans komt, paraat moet zijn en nu allen tijd heeft om zich de vereischte kennis eigen te maken! t xi Radio-centrale. De heer J. H. Kareis, exploitant der radio-centrale, zal, zoodra de vereischte goed keuring verkregen is, een derde programma geven. Vemoedelijk zal dit in Januari 1936 Het geval zijn. De aangeslotenen zullen dan naast Hilversum en Huizen een derde station kunnen beluisteren. Geen bepaald station, maar afwisselend één der Europeesche sta tions, behalve Rusland. Het abonnements geld blijft onveranderd. De programmma's worden doorgegeven over de bestaande twee lijnen. Volgens het duplex-systeem kunnen over deze twee lijnen drie programma's worden doorgegeven, door plaatsing van een apparaat bij de abonné's Van 's avonds 7 tot 8 uur zal de heer Kareis voor het derde programma zelf de uit zending verzorgen op gramofoonplaten. Sint Nicolaasfeest. 'Vrijdagmiddag vierde de o. 1. school no. 3 haar zoo langzamerhand traditi oneel geworden Sint-Nlcolaasfeest. Te half twee waren de kinderen voor de zaal van den heer Portegijs opgesteld, toen de Sint te paard, begeleid door Pieter, verscheen. De kinderen zongen hem een welkomstlied toe, waarna de Sint van zijn paard stapte. Binnengeleid door het hoofd der school zongen de kinderen hem nog maals toe. Daarna verwelkomde het hoofd den Sint en bracht den dank der kinderen naar voren voor zijn komst De Sint nam nu het woord en schetste op aardige wijze met welke moeilijk heden hij en zijn knechtje te kampen hadden gehad op hun reis en ving toen zijn taak aan: de uitdeeline der mooie geschenken. Ook spaarde hij hen niet. die een flinke reprimande verdienden Zwarte Piet stond zijn meester goed ter zijde; het wa6 een lust te zien hoe zelf* de grootere leerlingen met eerbied den Sint naderden. Ook voor de allerkleinsten, niet school gaande kinderen, had de Sint iets: Zij mochten allen grabbelen ln de groote mand. Nu de Sint zooveel had gebracht, wilde hij toch ook iets aardigs van de kinderen 7'»r> en hoor r.. Er werden twee zeer aardige tooneel- stukjes opgevoerd door oudere en jon gere kinderen. Het eeiste was een St.- Nicolaasverrassing. het tweede: school- ziek. Zij oogstten een dankbaar applaus Onderwijl deelde Pieterbaas zijn ver snaperingen uit. Allen, jong en oud. tastten toe. Eindelijk vond de Sint het tijd te ver trekken, blij zooveel kinderen een heer lijken middag bezorgd te hebben. Een danklied volgde waarna de Sint vertrok. Voor de kinderen werd nu gefilmd. Dat de films in den smaak vielen, be wees hun hartelijk lachen. Veel te gauw was de middag om en circa half zeven keerden ouders en kinderen in opge wekte stemming huiswaarts. Het ligt in de bedoeling van den loco burgemeester, om op 17 December raadsvergadering uit te schrijven. een Onderling veefonds. Algemeene vergadering van „Onderling Veefonds" werd Zaterdagavond 7 uur ge houden in café Groot. De voorzitter, de heer D. Wit, opende met een woord van welkom. Al zijn de uitkomsten in het veehoudersbe- drijf nog zeer slecht, een verblijdend teeken voor ons fonds is dat de omslag per koe zoo laag is als nog nooit is voorgekomen. Met den wensch dat ook 1936 weer een voordee- lig jaar voor het fonds mag zijn, verklaar de spr. de vergadering geopend. Rekening penningmeester. Ontvangsten over het boekjaar, loopende van 1 Dec. 1934 tot 30 Nov. 1935, totaal 757.01; uit gaven 783.07. Een tekort dus van 26.06. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat dit tekort is ontstaan doordat de pen ningmeester een rekening van dr. Stapel en nog iets heeft betaald en de omslag van de laatste afgekeurde koe iets te krap heeft om gezet. Spr. vroeg of het goed is om de vol gende week als er rondgegaan moet worden om de koeien te kijken men 't goed vindt om 10 cent per koe te betalen en dit dan met een op te halen, daar er anders weer bode loon moet worden betaald. De vergadering ging hiermede accooord. De heer Fok ontving een woord van dank voor zijn accuraat beheer. Uit het jaarver slag vermelden we dat de omslag per koe dit jaar 1.60 is geweest met inbegrip van de 10 cent die deze week zal worden geïnd. Het hoogst aantal verzekerde koei en is geweest in het afgeloopen jaar 392 stuks, het laagst aantal 327. Op het oogen- blik zijn 400 stuks verzekerd. Het leden aantal is op het oogenblik 39 met inbegrip van de sprekers. Dan deelde de voorzitter een onderhoud mee dat hij heeft gehad met den heer Joh Groot betreffende het onderhoud van koeien door dr. Stapel. Zooals men weet gebeurt dit kosteloos van de fabriek. Heeft zoo'n koe t. b. c. dan 'leemt de fabriek die koe over waarvoor zij dan van het Rijk 30 terug ontvangt Daar men volgens den heer Groot koeien met gaatjes in de ooren in het voorjaar f'o/\Z0° ®oed '$an verkoopen ongeveer 30 minder wilde de heer Groot zelf 'jn koeien laten onderzoeken door dr. Sta- secretaris-pen- Sr. weer voor terugkeerende pel wat i per koe kogt Dg heer GroQt om indien zoo'n koe werd af gekeurd het fonds 30 wilde betalen. De punt heeft besproken en voorstelt om hier aan niet te beginnen. Jo11- honing ging volkomen met het bestuur mee en zeide, dat als wij daar aan beginnen, over een paar jaar geen koe mm door de fabriek wordt onderzocht. Besloten werd hierop niet in te gaan. n \Y/>eZ'ngik2 Taxateurs> aftr. de heeren herkozen611 van Vuure. Beiden werden Verkiezing 2 plaatsvervangers, aftr. de heeren Jb. v. d. Meer en K. Schuit. Als vo ren. Bij acclamatie werd de ningmeester de heer P. Fok een jaar benoemd Nu volgde de 'telkenjare bespreking over melklijsten. e h«r Joh. Koning vroeg het bestuur naar de bevindingen aangaande die melklijs ten. De voorzitter antwoordde, dat het afgp loopen jaar 5 is uitbetaald aan een zoo danige koe wat toch per slot van rekening een omslag is van nog geen 1V, cent per koe De vergadering was algemeen van ge dachten dat het zoo moet blijven, zoodat deze regeling blijft tot wederopzegging. De opzetters vallen natuurlijk buiten deze regeling. De heer G. Kos bracht de unsters om de melk bij onderzoek te wegen, ter sprake en zeide, dat deze bijna nooit zuiver wegen De voorzitter zeidie, dat hij er over zal spreken. De unsters van de fokvereeniging zijn wel zuiver, daar deze worden gecon troleerd. De heer C. de Boer wilde, gezien de slechte opkomst der leden, op een belangrijke vergadering als deze, die één keer per jaar wordt gehouden het boetestelsel veer in voeren. Spr. achtte het in het belang van den veehouder, om één keer per jaar bij elkaar te komen. Bij niet ter vergadering komen wilde hij 50 cent boete heffen. Hij vond het treurig, dat van de ongeveer 40 leden maar 17 aanwezig zijn Na stemming werd be sloten 0 25 boete te heffen De heer K. Schuit merkte op, dal dit jaar het fonds 40 jaai heeft bestaan Daar spr een van de oudste leden is, vond hij het te gewichtig, om dit -te verzwijgen, ofschoon van feesivieren wel niets zal komen De voorzitter ging tot sluiting over en zede. dat de samenwerking deze 40 jaar altijd schitterend is geweest, ofschoon de laatste 5 jaren door al de nieuwigheden wel eens wat verwijdering is gebracht, welke door goeden wil en verstandige beredenee- ring geen blijvende-is geweest. Met den wensch, dat de goede harmonie in „Onderling Veefonds"' zoo mag blijven sloot hij met een woord van dank Na de sluiting bracht de bode, de heer Frankfort ter kennis, dat hij geen verant woording meer neemt wat betreft het op geven van koeien door zijn bemiddeling aan den secretaris. Ingekomen personen. A. van der Wal en gezin, L. d. H., A 187, van Alkmaar. A. J. Deurloo en echtge- noote, geen, A 441, van 's-Gravenhage. Mevr. A. ter BuurkesSlot, N.H., D van Heerhugowaard. C. Brouwer, N.H., A 233, van Akersloot. L. C. Stuifbergen, R.K., K 82, van Limmen (N.-H.) Mej. W. Vledder, HAEA, E 98, van Oudorp (N.-H.) P. Waker, N.H., C 199, van Heerhugo waard. J. L. Groot en echtgenoote, N.H., J 150, van Krommenie. Mevr. J Brand van Dierendonck, R.K., I 144, van Den Helder. M. J. W. Bernards en gezin, R.K., G 164, van Alkmaar. D. de Vries en gezin, R.K., A 32, van Alkmaar. C. Modder, geen, F 109, van Zaandam. Mej. A. <4e Lange, R.K., F 164, van Beemster. C. Vader en gezin, geen, J 110, van Haarlem. Mevr. A. W. van der MolenBaars en dochter. N.H., A 406, van Pen Helder. J. van Muijen, R.K., C 228, van Brielle. Mej. M. W. van Muijen, R.K., C 228, van Brielle. Mej. M. A. Huijg, R.K., C 228, van Brielle. A. Hoogeboom en gezin, R.K., K 83a, van Limmen (N.-H.) W. Stroink en gezin, D.G., E 47, van Alkmaar. Mej. T. Oubrecht, R.K., E 47, van Alk maar. D. Veen en echtgen., N.H., D 35, van Hoorn. A. Wallaart, N.H., E 7, van Den Helder. A. Hoven, N.H., H 13, van Limmen (N.-H.) Wed. A. Boschman— Blokker, N.H., A 169, van Akersloot. Mej. M. Buijs, R.K-, I 49, van Alkmaar. Mevr. E. Mulder—Hollenberg, R.K., C 127a, van Bergen (N.-H.) W. Droog en echtgen N.H., C 47, van Alkmaar. Mevr E. Haan- raads—Ursem, R.K., L 77, van Alkmaar. Vertrokken personen. J. U. Dijkstra en gezin, naar Haarlem. J A. van Westerop, naar Zuidscharwoude. Mej. E. Haase, naar "s-Gravenhage. J. C. van Gijsen en gezin, naar Alkmaar. P. Termaat, naar Alkmaar. C Janse en ge zin, naar Zeist. P. Hendriks, naar Alk maar. Mej. A. Hoogeland, naar Aker sloot. S P. A. Klaver, naar Schagen Mevr. C. Visser—Jonker, naar Alkmaar. Mej. A Coppens, naar 's-Gravenhage. Wed. C. Staadegaardi—Bergen en gezin, naar Alkmaar. J. Kluft, naar Hoorn. W. Drenth en gezin, naar Amsterdam C. M. Kruis, naar Castricum. Mej R. Brou wer, naar Castricum. Mej. P. Marschal- leck naar Duitschland. Wed A Bosch Laan, naar Amsterdam. C. Vollmer en echtgen.. naar Den Helder. J. H. Leurs, naar Alkmaar. Op klaar lichten dag botsten 30 Augustus te 't Zand een van de richting Helder komen de en een in de richting den Helder rijdende auto, op onbegrijpelijke wijze dermate tegen elkander dat de van den Helder komende auto, een Morris, in het N.H. kanaal terecht kwam, met het droevig gevolg dat de daarin zittende 71-jarige weduwe Elizabeth Cor- nelia Dingler, weduwe van Johan Tröger en dt 12-jarige Henry van der Klucht, beiden uit Haarlem, om het leven kwamen. Buiten de chauffeur zaten in deze auto de heer en mevrouw W. H. J. Biele uit Heemstede, die hun leven hadden kunnen redden door door het opendak van de auto te kruipen De tegenligger was bestuurd door den 61-jarigen heer G. Verschuur uit den Helder, die door de botsing bewusteloos was gewor den en gedurende 6 weken onder doktersbe handeling was geweest. Zijn naast hem zit tende echtgenoote bekwam geen letsel. Gistermiddag stenden beide autobestuur ders de heer G. Verschuur en de 22-jari gen chauffeur Johannes Fennis uit Haarlem voor de Alkmaarsche rechtiank terecht Aan beiden was ten laste gelegd, dat zij door roekeloos rijden de dood van de twee omgekomen mensehen hadden veroorzaakt. Verdachte Fennis werd bijgestaan door mr. Volkers uit Amsterdam, terwijl als ver dediger van verdacht Verschuur, mr Judell uit Bergen optrad. Verdachte Fennis beweerde voldoende rechts te hebben gereden. De tegenligger was recht op hem afgekomen en had het voorgedeelte van zijn auto geraakt, waardoor verdachte 46 M. verder in hel kanaal terecht was gekomen. Hcewel hij het dak had open geschoven, was het hem niet gelukt, de bei de achterin zittende personen te redden Op een vraag van den president zei de verdachte niet te weten of hij al of niet geiemd hee.t. Verdachte Verschuur kwam met zijn auto, een groote Talbot, naar den Helder met een snelheid van 50 KIM. Zijn echtge noote zat naast hem. Zijn tegenligger kwam van den Helder. Van het gebeurde vlak na de aanrijding weet hij niets meer. Hij kwam bij kennis in het land en was genoodzaakt na het ongeval zich gedurende 6 weken on der doktersbehandeling te stellen. Getuige luitenant \V. v. d. Hulst, mo tordeskundige, had ter plaatse, kort na het ongeval een onderzoek ingesteld en de weg bekeken. Van zijn bevindingen gaf hij, aan de hand van een schetskaart, een toelichting. Uit zijn verklaring bieek, dat het stuur van de wagen van verdachte Fennes niet in orde was en dat deze wagen met de spatschermen 17 c.M. over de punaises had gereden Ge tuige was voorts «an oordeel, dat wanneer vercachte Fennes geremd iiad, hij de wagen nog voor het kanaal tot stils'and had kun nen brengen. Naar aanleiding van deze veiklaring stel den mr. Volkers en mr. Judell aan getuige verschillende technische vragen. Dr. B o e r s in a verklaarde, dat door hem toegepste kunstmatige ademhaling bij de verdronken personen geen resultaat had ge had. Practisch waren ze door verdrinking om het leven gekomen, doch het was ook mogelijk dat dit een gevolg was geweest van een daarvóór bekomen groote schrik. Getuige F. Overhand, de rijksveld wachter, die 40 minuten na het ongeval ter plaatse was verscnenen, deed mededeeling van zijn bevindingen. Bij zijn verklaring kwam het er op aan, dat naar zijn oordeel beide wagens, volgens het spoor op den weg, te veel links hadden gereden. De president gaf zich veel moeite om aan de hand van gemaakte teekeningen zich een beeld van het gebeurde te vormen. Ook de verdachten riep hij voor de groene tafel, zoo dat op een gegeven moment twee getuigen, twee verdedigers en twee verdachten voor de groene tafel stonden, waar aan de andere kant de rechters zich staande om den presi dent hadden gegroepeerd. Het bleek wel zeer moeilijk om de schuld van de verdachten te reconstrueeren. Naar het oordeel van getuige Overhand hadden beide autobestuurders te veel links gereden. Deze meening grondde hij op de sporen op den weg en de beschadiging van beide auto's aan bun linkerzijde. Mr. Judell, die een paar miniatuur autotjes had meegenomen, hield daarmede op de groene tafel een demonstratie, om de on gegrondheid van deze verklaring vast te stellen. Getuige handhaafde zijn bevindingen, doch gaf toe dat een bewijs voor het te veel links rijden niet geconstrueerd kon worden uit de beschadiginig van de wagens. Ook mr. V o 1 k 3 r s hield deze getuige vast voor nadere door hem gewenschte inlich tingen maakte het noodzakelijk, dat ook getuige v. d. Hulst nog weer eens nader werd gehoord. De zaak had hierdoor nagenoeg geen voortgang en werd er niet duidelijker op. Om half vier was dit verhoor eindelijk beëindigd en verscheen als getuige de 35-jarigen op zichter bij den Rijkswaterstaat K. J. West- h o v e, die ter plaatse met zijn rijwiel naar den Helder reea, geen tegenligger had op gemerkt, doch plotseling het ongeval achter zich hoorde. Onmiddellijk had hij hulp verleend en daarna de sporen op den weg vastgesteld en in kaart gebracht. Weer volgde hierop het boven omschreven tooneeltje met de vorige getuigen. Een ex clusieve camera-opname zou wel een interes sant beeld hebben gegeven. Het publiek op de tribune, zat lusteloos op de banken, doch bleef, vermoedelijk om dat het binnen warmer was dan buiten. Voor wielrijders, dit stelde getuige vast, is de Heldersche weg, vooral des avonds, levensgevaarlijk. De president noemde het dan ook geen luxe, diat daar eindelijk een rijwielpad wordt aangelegd. De volgende getuige, de 45-jarige echtge noote van verdachte Verschuur, zat links van haar echtgenoot, toen het ongeval plaats had, ioch zij had niet opgelet en ook geen wielrijder gezien. Maar men reed nooit hard. De tegenligger zag zij vlak voor het ongeval, doch zij weet niets van het ge beurde, omdat alles zich te snel voltrok. De 48-jarige Heldersche heer Jaring, con sul van die A. N. W. B. en belast met het afnemen van rijproeven volgens de Motor- en Rijwielwet, was onmiddellijk na het ongeval ter plaatse geweest en ook hij had van zijn bevindingen een teekening gemaakt, die ook hij aan de groene tafel verklaarde, met een herhaling van de tooneeltjes, zie boven. Aangezien zijn toekenning nogal ver schilde met die van getuige v. d. Hulst, volgde hierover tusschen beiden een korte gedachtewisseling. De 53-jarigen directeur van de Gemeente reiniging te Den Helder, de heer R H. E. Maas. kende de heer Verschuur als een cor rect autobestuurder, die niet gauw iets ris keert en steeds de normale snelheid houdt. Ook stelt de heer Verschuur zich er steeds van op de hoogte, of zijn auto in orde fê. De heer W. H. J. Biele, 62 jaar, leeraar te Heemstede, had bij het ongevai achter in de auto van den chauffeur Fensus gezeten, die volgens zijn verklaringen kalm reed en bij hem als een goed chauffeur bekend stond. De tegenligger had hij niet zien aan komen en ook hij weet alleen, dat hij in het water terecht was gekomen. Naar zijn overtuiging was er van ver moeidheid van de chauffeur geen sprake en steeds had getuige geconstateerd, dat ver dachte behoorlijk rechts had gereden. Dat de chauffeur over de punaises had gereden, was nimmer het geval geweest. De president wees getuige er op, dat blijkens verklaringen dit wel het geval is ge weest. doch getuige, die het ongeval bij woonde, blijft dit onjuist noemen. Spoedig blijkt dan ook, dat de verklaringen waarop de president doelde, bestaan in de situatieteekeningen van menschen, die ruim 40 minuten na het ongeval ter plaatse ver schenen. Een positieve getuige. Eindelijk verscheen er dan toch een ge tuige, die zeer positief was in haar verkla ringen, mevrouw Biele, die met haar man in de auto van den chauffeur Fensus was geze ten, in het kanaal had gereden en zich gerfd had, door op een bank in de auto te klim men en vandaar door het opendak te krui pen, wat zij nu gedecideerd verklaarde, be vestigde niet alleen de verklaring van haar man, dat de man nimmer over de punaises op de tweede helft van het weggedeelte had gereden, zij verzekerde dit zelfs met nadruk. Steeds, zoo zeide zij, had zij recht voor haar uitgekeken en steeds geconstateerd, dat de chauffeur rechts van de weg-punaises had gereden. In de verte had zij een auto aan zien komen, die slingerde en zij had toen reeds onmiddellijk gedacht, die bestuurder is niet goed of zijn wagen deugt niet. Zij vreesde dan ook, dat het niet goed zou gaan en onmiddellijk kwam de botsing. De president: Dat klopt niet met de sporen, die de deskundigen vonden. Getuige Het kaartje heb ik gezien, maar klopt niet met de waarheid. De auto werd vlak van voren geraakt en wij schoven zoo op zij. Het requisitoir. Mr. Van der Feen de Lille ving zijn requisitoir aan mat een woord van deelneming over het verscheiden van de omgekomen weduwe en den 12-jarigen jongen. i. r.'r-iTr"i'~"r - - nt - - Het behoeft geen kinkhoest te zijn, maar een kinderhoest moet niet verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dal middel is toch Akker s Abdij siroop, die reeds soovelen geholpen heeft I Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het 's nachts niet door hoesten, kuchen of piepen op het borstje? Abdijsiroop zal Uw kind helpen, die slijm losmaken, de hoest rijp maken en stoppen. En morgen ziel Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmattend hoesten. De afmatting van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. Spr. heeft zich op het standpunt gesteld, dat de schuld gezocht moet worden bij bei de bestuurders. Het geeft te denken, hoe 't mogelijk is, dat op klaar lichten dag op een 6 Meter breeden weg, de beide automo bilisten elkander niet hebben kunnen ont wijken. Het motief, waarom verdachte Verschuur niet voldoende rechts reed, is, dat hij een wielrijder wilde passeeren, die vóór hem reed. Dit is niet gebeurd, want uit de ver klaringen van getuige Westhoven bleek, dat hij dien wielrijder reeds gepasseerd was. Verdachte Verschuur had rekening moe ten houden met zijn tegenligger, die met zijn spatschermen 17 c.M. over de as van den weg reed. Ook verdachte Verschuur heeft niet voldoende rechts gehouden en 1 c.M. boven de aslijn van den weg gereden. Spr. vindt het onbegrijpelijk, dat iemand als verdachte Verschuur, die al sinds 1919 rijdt, 'n zoo gemakkelijk obstakel niet heeft weten te overkomen. Dergelijk rijden vindt spr. roekeloos, onvoorzichtig en gevaarlijk, want voor ieder geldt dit axioma: Wanneer men ziet, dat een tegenligger niet voldoende rechts houdt, is het niet verantwoord door te zeggen: „Hij rijdt verkeerd, ik rij recht door". Men behoort dan de roekeloosheid van dan ander te elimineeren en desnoods op de grasberm te gaan rijden. Spr. is overtuigd, dat beide automobilis ten een onverklaarbare roekeloosheid heb ben gedemonstreerd en dat men hier te doen heeft gehad met een ongeluk, dat voorkomen had moeten worden. De mogelijkheid bestaat, dat er alleen schuld is van de aanrijding en niet van de dood van de twee inzittenden van de Mor ris. Er was immers 46 M. over om te rem men. Men moet echter de schrik seconde niet vergeten en met een snelheid van 50 K. M. legt men die 46 M. in een ondeel baar oogenblik af. Spr. stelt dan ook beide bestuurders aan sprakelijk. Het is mogelijk, dat de verdedi ging zich op het standpunt stelt, dat zon der bewuste samenwerking er geen sprake is van schuld van twee personen. Er bestaat echter voldoende jurispreden- tie, waaruit blijkt, dat de bewuste samen werking om de schuld vast te stellen niet noodig is. Spr. verwijst naar een arrest van den Hoogen Raad van 14 Nov 1921, naar een artikel van prof. van Heinsbergen, week blad van het Recht 11495 en naar een von nis van de Rotterdamsche rechtbank van 7 October 1930 en naar een vonnis van de Alkmaarsche rechtbank. Komende aan de strafmaat, zegt spr. vrijheidsstraf niet noodzakelijk te achten. Met het oog op het verschil in financieele draagkracht van de beide verdachten, vor dert spr. tegen verdachte Fennis 200 boe te of 60 dagen hechtenis, tegen verdachte Verschuur 300 boete of 80 dagen hechte nis en tegen beide verdachten de ontzeg ging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor den tijd van één jaar. De verdediging. Mr. Volkers had in het requisitoir 't bewijsmateriaal voor schuld gemist. De ge tuigen hebben niets gezien, behalve één ge tuige, mevrouw Biele, die tot pleiters ver wondering, niet door den Officier was ge dagvaard. Zij heeft geconstateerd, dat ver dachte Fennis normaal heeft gereden, de anderen hebben niets gezien en pl. conclu deert, dat de Officier niet het minste bewijs 23. Keetje lawaai, dat was zoo in haar werk verdiept en maakte zoo'n het geritsel niet hoorde, toen Pat behoedzaam naar voren kwam. Zij liep Pat's schuilplaats voorbij en vlug haakte hij zijn kunstgewrocht achter aan haar ceintuur. Toen het varkentje zijn hok gevonden had, was de juffrouw haar plagerij blijkbaar moe, want alsoi er niets was gebeurd. ze wandelde weer naar het erf 24. Het was schafttijd voor het boerenpersoneel en dan kreeg ieder een kom melk op het erf. Toen Keetje nu kwam aan wandelen, ging er een oorverdoovend gelach en gebrul op. Woedend keek ze om zich heen; wat hadden die menschen allemaal te lachen? Was er soms iets geks aan haar? Ze be keek haar poppenwagen aan alle kanten, maar bemerkte niets buitengewoons.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7