T-uBlicaties
JUdUviakm
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 17 DECEMBER 1935
Kantongerecht te Alkmaar.
Mooie
tanden zijn
de
aan trekkeli jkste
bekoring
der jeugd
LISTERINE
TANDPASTA
ALS HET VRIEST.
De Commissaris van Politie der ge
meente Alkmaar brengt ter kennis van
de ingezetenen de navolgende artikelen
der Algemeene Politie-Verordening en
Verkeersverordening, luidende:
Art 145 A. P. V.
Het is verboden op den openbaren
weg te schrobben, te spoelen of op eeni-
gerlei andere wijze met gebruikmaking
van water te reinigen bij vriezend weer.
Art 146 A. P. V.
Het Is verboden water, sneeuw of
eenige andere zelfstandigheid van da
ken, steigers of andere verhevenheden
of uit gebouwen of goten op den open
baren weg te werpen.
Neergeworpen sneeuw moet buiten de
wijken of in openbare wateren worden
gebracht
Art. 154 A. P. V.
Het is verboden:
8e. als de openbare weg ten gevolge van
sneeuw, vorst of ijzel g' ~d is, dezen
te berijden met paarden, die niet op
scherp staan, tenzij aangetoond kan
worden, dat bij het uitrijden de
gladheid nog niet was ingetreden.
Art 184 A. P. V.
Elke hoofdbewoner van een perceel of
als dit onbewoond of ongebruikt is, de
eigenaar van het perceel, is verplicht:
e. bij gladheid van den openbaren weg
ten gevolge van sneeuw, ijzel of vorst
te zorgen, dat de openbare weg vóór
en langs die perceelen ter breedte
van ten minste één meter, zoodanig
met asch, zand of turfmolm is be
strooid, dat daardoor de gladheid ge
heel benomen zij.
Voorts is bepaald in het laatste lid van
Art. 184:
Is eenig gebouw bij meer dan één persoon
in gebruik, dan komt de hierbedoelde ver
plichting ten laste van de gebruikers der ge
lijkvloers, onmiddellijk aan den openbaren
weg gelegen gedeelten, ieder voorzoo ver 't
door hem gebruikte gedeelte reikt en zoo die
gedeelten buiten gebruik zijn, ten laste van
den eigenaar.
De ingezetenen zullen aan hun verplich
ting tot strooien, als bedoeld in boven
staand artikel 184, worden herinnerd door
het luiden van de klok van den stadhuisto
ren en van den Accijnstoren op de dagen,
dat zulks noodig wordt geacht, des voor
middags te 8 uur gedurende een kwartier.
Art. 13 Verkeersverordening.
De bestuurder van een bespannen rij- of
voertuig is verplicht, zorg te dragen, dat
minstens één der trekdieren van een luid-
klinkende bel is voorzien, wanneer de weg
met sneeuw is bedekt.
Hoofdgetuige bleef afwezig.
Het Alkmaareche stadsgedeelte, dat voor
heen in 't algemeen werd aangeduid als: de
Bergerhout, is thans in het belang van het
moderne verkeer, vooral wat betreft even-
tueele bekeuringen, ingedeeld in met name
genoemde lanen en zoo had onlangs op de
kruising van de Heeren- en Vrouwen laan 'n
aanrijding plaats tusschen een auto en een
aangespannen voertuig, waarvan de bestuur
der, de koetsier Jan N., de auto, als komende
van rechts, voorrang had moeten verleenen.
Nu hij dit niet deed raakte het verkeer in de
knoop en had een aanrijding plaats, waar
voor de koetsier moest opdraaien. Aange
zien echter heden de bestuurder van de auto,
J. S. Eecen, verzuimd had zijn neus te laten
zien, werd het noodig geacht de zaak tot
a.s. week aan te houten.
Verkeersincident in den winde-
rigen hoek.
Heden had de voortzetting plaats van de
verkeersstrubbeling in den winderigen hoek
te Bergen, waarbij de wielrijder Zeeman uit
Oudorp gevaar had geloopen de dupe te
zijn geworden. De autobuscl.auffeur S. T.,
die de vrijheid en veiligheid van het verkeer
daar in gevaar zou hebben gebracht, bleef
nog altijd op het standpunt staan, dat het
geheel meer kon worden beschouwd als eep
noodlottige samenloop van omstandigheden,
doch de ambtenaar van het O.M. nam alléén
aan verzachtende omstandigheden en requi-
reerde 10 boete of 10 dagen.
De kantonrechter zal a.s. week uitspraak
doen.
Een weinig paedagogisch gezm.
De landbouwer A. Gr. te Heerhugowaard
had terecht gestaan ter zake het feit, dat hij
zijn leerplichtig zoontje Wilhelmus Theodo-
rus op onderscheidene dagen in Juni, Juli
en September niet behoorlijk naar school
had gezonden. Het verweer van den vader,
dat zijn kinderen op de school niet prettig
worden behandeld, had den kantonrechter
aanleiding gegeven, heden daaromtrent het
hoofd der school, den heer H J. Jansen, eens
te interpelleeren. Dit schoolhoofd liet een
geheel ander geluid hooren. De kinderen van
vader Gr. waren tamelijk lastige en zenuw
achtige scholieren en de jongen wordt met
thuis gehouden omdat hij op het land ka
werken, maar hij doet, wanneer hu zonder
motief de school verzuimt, niet anders dan
lanterfanten. jon
De schooljuffrouw kan ook slecht met den
knaap opschieten en het was dezer dagen g
voorgekomen, dat de jongen door het om
staande raam was gesprongen en dooa.eu
de beenen had genomen, zonder zich om h
onderwijs verder te bekommeren. Zijn broer
tje had iets dergelijks gedaan, omdat, zooais
hij beweerde er geen notitie was genomen van
zijn wensch zich te mogen absenteeren.
Het schoolhoofd achtte echter een dergelij
ke wijze van optreden door deze leerlingen,
waarbü zij worden gesteund door de ouders,
een onmiskenbare tegenwerking van het
Sr°H° ea" mef"ing- die volkomen
werd gedeeid door den kantonrechter en
ten ambtenaar, welke laatste dan ook 10
vonnis dagen requireerde. As. week
n Taaie overtreder en verdachte.
vele verdachten zoo taai waren als
te bediende op een Rijper kaasfabriek, Jan
l. genaamd, dan gelooven we, dat er wel
eens ongelukken konden gebeuren. De heer
die door rijksveldwachter Rol was be
keurd terzake het rijden zonder licht ?n
daarvoor vorige week terecht stond, beriep
zich op een dubbelganger die te Purmerend
woonde en ontwikkelde voorts zooveel be
zwaren, dat aanhouding werd gelast, ten-
einde af te wachten hoe Jan het voor den
politierechter zou afwerken, waarvoor hij
ook terecht had gestaan ter zake het niet vol
doen aan een ambtelijke vordering en al
waar hij zich eveneens op dien dubbelgan
ger had beroepen
Het bleek echter dat die dubbelganger, een
zoon van oud-burgemeester Kooiman, heele-
maal niet ter plaatse was geweest en den
verdachte werd door den politierechter 20
boete of 10 dagen opgelegd. Thans echter
bracht Jan Z. weer allerlei nieuwe opmer
kingen in het geding, zoodat dit gezang
zelfs den geduldigen kantonrechter kennelijk
verveelde en de behandeling tenslotte ein
digde met het opleggen van 4 boete of 4
dagen.
Hard van begrip.
Hoewel drie maal gewaarschuwd, was ze
kere Jan K. ongestoord doorgegaan den Bo-
venweg te Oudorp, die wegens werkzaamhe
den voor het verkeer was gesloten, met zijn
motor te berijden, waardoor de weg boven
dien nog werd beschadigd.
Wie echter niet hooren wil, moet voelen
en heden werd hem opgelegd een boete van
7.50 subs. 5 dagen hechtenis.
Behoorlijk uitkijken als eisch
gesteld.
Diverse verontschuldigingen van wegge
bruikers worden onverbiddelijk van de hand
gewezen als een ongeval het gevolg is van
onachtzaamheid en dus moest ook de Frie-
sche chauffeur E. v. d. Z., uit Alkmaar, het
onderspit delven, toen hij terecht stond we
gens het veroorzaken van een aanrijding
met zijn vrachtauto en een motorrijwiel, dat
door hem op den hoek SchagerwegGroot-
sloot geen voorrang was verleend. De mo
torrijder, Pieter de Vries uit Obdam, sloeg
met zijn motor tegen de vlakte en beliep een
schade van 13.55 aan zijn machine. De
chauffeur werd veroordeld tot 6 boete of
4 dagen, plus betaling van het aan te Vries
toegewezen schadebedrag.
Het verderfelijke verkeerssnijden.
Hoewel de heer S. reeds 18 jaar het
autostuur bedient, zonder eenige ernstige
aanrijding geboekt te hebben, week hij op 22
Augustus van dien veiligen weg af en liet
zich verlokken op den Rijksweg tusschen
Limmen en Castricum een vóór hem rijdende
auto, door zekeren heer Heenk bestuurd, te
passeeren, terwijl op eenigen afstand een
automobilist uit Haarlem, Jan Dolleman, als
tegenligger van de andere zijde naderde. Het
gevolg van deze onvoorzichtige manoeuvre
was een aanrijding met het rijtuig van den
heer D., waardoor een schade van 15
werd veroorzaakt. De heer D., die op het
voor hem rechterweggedeelte reed en dus
vermeende, dat hii geheel vrij uitging, schreef
den heer S. een brief en verzocht hem deze
schade te vergoeden, waarop hij ten ant
woord kreeg, dat de heer S. vermeende geen
schuld te hebben, omdat de heer D. had na
gelaten voldoende naar rechts uit te wijken.
Hierop deed de heer D. aangifte bij den of
ficier van justitie te Haarlem, die natuurlijk
deze klacht doorgaf aan den ambtenaar van
het O.M. bij het kantongerecht te Alkmaar,
met het resultaat, dat de heer S. heden te
recht stond terzake overtreding van art. 22
motor- en rijwielwet.
Ook thans scheen de heer S., die inmiddels
de schade heeft vergoed, niet volkomen in te
zien dat hem alleen de schuld zou treffen,
aangezien z.i. 't meer uitwijken naar rechts
van den tegenligger het ongeval had kunnen
coupeeren, tegen welke opvatting de ambte
naar scherp stelling nam en den verdachte
toevoegde, dat indien door hem dergelijke
onjuiste opvattingen werden gekoesterd om
trent de regels van het verkeer, de ambtenaar
overwoog, ontneming van de rijbevoegdheid
als bijkomende maatregel van veiligheid
voor te stellen. Het snijden toch van het ver
keer achtte de ambtenaar 'n zeer gevaarlijke
verkeersfout. Niettemin zou de ambtenaar
zich voor ditmaal nog bepalen tot het eischen
van een hooge geldboete, n.1. 100 boete of
40 dagen hechtenis.
De kantonrechter, die ook nog niet heele-
maal het idee „intrekken van het rijbewijs"
scheen te willen loslaten, zal over een week
schrifte' ijk vonnis wijzen.
De Middelweg is ook geen ideale
autorijbaan.
De vrachtautochauffeur W. de B uit
hecht. Het gewicht werd verbeurd ver
klaard, dus ontging de werkelijke eige
naar ook zijn straf niet.
Bakker Bernards was weer op
zijn qui vive.
De Akerslooter bakker Joh. P. kwam
op 11 October ook in conflict met de
ijkwet: bij hem werd een koperen 5
hectogram in beslag genomen door den
rijksveldwachter. Bakker Bernards, de
toevlucht voor alle bakkers die met de
ijkwet overhoop liggen, gehoord als ge
tuige décharge, wees er op, dat bedoeld
gewicht aanwezig was in de bakkerij en
eerst op verzoek van den verbalisant
was de bakker er mede in den winkel
gekomen, wat volgens meening van den
heer Bernards gelijk stond met een uit
lokking tot overtreding. Natuurlijk zat
in deze opmerking wel zooveel muziek
dat de zaak werd aangehouden, teneinde
rijksveldwachter Gorter te hooren.
Het witte spatbord debuteert
in de rechtszaal.
De 18-jarige tuinder KI. de B. te Zuid-
scharwoude bad op 13 Oct. gefietst op
een rijwiel niet voorzien van een wit-
spatbord en werd, mede ter waarschu
wing voor andere lichtvaardigen, ver
oordeeld tot 2 boete of 1 dag hecht.
'n Achterlicht moet goed te zien
zijn.
De chauffeur Tinus M. uit Heiloo reed
in den nacht van 20 op 21 October te
Graft met een onvoldoend schijnend
achterlicht en onverlichte letter en
nummer. Volgens den chauffeur was het
licht perfect in orde, doch onder het rij
den was het door spatten besmeurd ge
raakt 1 boete of 1 dag hechtenis.
Zijn geweten was niet zuiver.
De Castricummer tuinder Nico v. V.
die in het late avonduur 'n verboden
duinwandeling maakte en bij de nade
ring van een jachtopziener 6ubiet aan
den haal ging, bleek alle reden te heb
ben, deze ontmoeting te vreezen, want
er werd een gestroopt konijn in zijn be
zit gevonden. Veroordeeling volgde
tot 7.50 boete of 5 dagen hechtenis.
Een onbeheerde auto.
De 21-jarige heer Frans E. te Alkmaar
hal in de Lindelaan zijn auto met aan
geslagen motor onbeheer' achter gela
ten en werd veroordeeld tot 1 boete of
1 dag hechtenis.
Een onverbeterlijke auto-deugniet.
De 18-jarige timmerman Joh. C. te
Haarlem heeft de zonderlinge liefheb
berij er telkens met de auto van zijn
valer van door te gaan, hoewel hij niet
in het bezit is van een rijbewijs. De
motoragent Webster had hem te Alk
maar 3 maanden geleden ook al betrapt
en toen had deze veelbelovende automo
bilist ook nog 'n valschen naam opge
geven, Nu was het al weer mis en gaf
de ambtenaar hem den raad liever op
een vliegende hollander uit rijden te
gaan om drukte te voorkomen, terwijl
de kantonrechter hem op 8 boete of 8
dagen hechtenis trakteerde.
De nooit ontbrekende inzending
fietsers zonder licht.
De heeren Gerrit S. uit Broek op Lan-
gendijk en Willem Z. te Bergen, vorm
den de inzending fietsers zonder lampje
en werden eendrachtiglijk veroordeeld
ieder tot 2.50 boete of 2 dagen hecht.
Schermerhorn was in een donkeren en misti-
gen Septemberavond op den primitieven Mid
delweg in aanrijding gekomen met een con
frater, die beter rechts had gehouden dan
hij. Zijn excuus, dat hij verblind was door
een tegenligger, had slechts een matig succes
en veroordeeling volgde tot 12 boete of 8
dagen.
Hij haalde den vrijspraak-prijs.
Een crisisspijsvetwetambtenaar uit Den
Haag, Hendr. B., tevens onbezoldigd rijks
veldwachter, had op 18 Sept. te Heiloo een
den rijksweg overstekende auto aangereden.
Hij beriep er zich op, dat deze wagen te laat
richting had aangegeven en dit met zooveel
bijval, dat vrijspraak volgde.
Majoor Steen zal het wel niet met dit von
nis eens zijn!
Geven ze aan de Ambachtsschool
ook chauffeurslessen?
De 15-jarige telg van den rijwielhersteller
Adr. R. te Heiloo had tijdens de ongesteld
heid van zijn vader dienst gedaan als chauf
feur en een juffrouw naar het station gere
den, doch hij werd onderweg gesnapt zon
der rijbevoegdheid. De vader draaide er
voor op en stond heden terecht. Hij gaf het
feit toe, doch voegde erbij, dat zijn jongen
schitterend reed. Hij is leerling op de Am
bachtsschool te Alkmaar en een ter leeraars
geeft de jongens les in chauffeeren, nog wel
op den Helderscheweg. Geen wonder dat
bij dit sensatiebericht de ambtenaar O.M.
hapte! Hij zegde direct een onderzoek toe!
Op den openbaren weg practisch les geven
aan jongens beneden den leeftijd van 18 j.
Je reinste sabotage van art. 15 van de motor
en rijwielwet!
De vader gaf intusschen de plechtige be
lofte, dat deze ongerechtigheid niet meer zou
plaats vinden en kwam er nu nog genadig
af met 7.50 boete of 5 dagen.
Hij speelde met het even van zijn
portemonnaie.
De veedrijver Theodorus K. te Castricum
werd op den provincialen weg gesnapt op
een rijwiel, terwijl hij bovendien op die wijze
een paard als geleider diende. Twee vliegen
in één klap! Het mannetje mocht zich ze!f
de hand wel drukken, toen hem slechts 2 x
3 boete of 2 x 3 dagen werden opgelegd
Ook te Heiloo slaapt de diender
niet.
De expediteur ALb. E. uit Alkmaar, die
te Heiloo zijn auto onbeheerd achter
liet in de verwachting dat ze dit toch
niet in de gaten zouden krijgen, werd
in die verwachting leelijk bedrogen en
boette zijn vermetel vertrouwen met 3
boete of 3 dagen hechtenis.
Daar tippelde Wouter leelijk in.
De kruidenier Wouter B. te Akersloot
had zijn punctueel geijkte gewichten
uitgeleend aan een dorpsgenoot, doch
werd voor zijn vriendelijkheid slecht
beloond toen de politie in zijn bezit een
ongeijkt gewicht vond. Hij kreeg 'n be
keuring en het gewicht werd in beslag
genomen, doch bleek later toe te behoo-
ren aan den persoon aan wien Wouter
zijn soliede gewichten had toever
trouwd. Met deze omstandigheid werd
echter rekening gehouden en de mini
mumstraf opgelegd 0.50 boete of 1 dag
Uitspraken van de strafzitting
van Vrijdag 13 December 1935.
Overtredingen van de Mo
tor- en r ij w ie 1 wet C. S. te
Schoorl, 3 boete of 1 week tucht
school; M. H. B, te Alkmaar, 2 en 1
boete of 2 x 1 week tuchtschool; N. T.
te Oosthuizen, 2.50 boete of 2 dagen
hechtenis; A. Z. te Oudorp, 3 boete of
1 dag hechtenis, F. de M. te Alkmaar,
H. G. te Alkmaar, P. Z. te Harenkarspel,
R. S. te Winkel, F. G. M. K. te Heiloo,
ieder 3 boete of 2 dagen hechtenis,
P. de G. te Heerhugowaard, 2 x 3 boete
of 2 x 3 dagen hechtenis; C. B. te Wer-
ve»-shoof, P. K. te Alkmaar, ieder 3
boete of 3 dagen hechtenis; P. H. J. G.
te Purmerend, 2 en 1 boete of 2 en 1
dag hechtenis; W. D. te Amsterdam,
4 boete of 2 dagen hechtenis; J. v. B.
te Heiloo, W. O. te Beemster, A. J. N. S.
te Alkmaar, J. J. D. te Avenhorn, P. de
W. te Zijpe, ieder 4 boete of 4 dagen
hechtenis; A. v. R. te Zijpe, 5 boete of
3 dagen hechtenis; J. S. A. te Hoofddorp
6 boete of 4 dagen hechtenis; J. K. te
Sint Pancras 7.50 boete of 5 dagen
hechtenis; J. v. d. K. te Velsen, 7.50
boete of 5 dagen hechtenis; J. V. te
Beemster, 2 en 10 boete of 2 en 6 da
gen hechtenis.
Overtredingen van de poli-
tieverordeningen: W. M. te Alk
maar, 1 boete of 1 dag hechtenië; W. N.
te Haarlem, A. S. te Schagen, W. M. te
den Haag, A. P. N. te Limmen, ieder 2
boete of 2 dagen hechtenis.
Overtredingen van de ij k-
w e t W. K. te Schagen, geen straf toe
gepast; A. Z. te Schagen, P. W. te Scha
gen, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis,
J. K. M. te Schagen, 3 boete of 3 dagen
nechtenis; J. S. te Schagen 2 boete of
2 dagen hechtenis; H. W. H. P. te Sint
Pancras, 2 x 1 boete of 2 x 1 dag
hechtenis, allen met verbeurdverklaring
van de resp. in beslag genomen maten
of gewichten.
Overtredingen van de leer
plichtwet: A. G. te Heerhugo
waard, 5 boete of 3 dagen hechtenis.
Overtreding van de wetop
de bevrachting: J. C. v. N. te
Heiloo, 15 boete of 10 dagen hechtenis.
Overtreding van artikel
314v.an het wetboek van straf
recht (strooperij)G. F. te Amster
dam, 2 weken tuchtschool voorwaarde
lijk met een proeftijd van een jaar; J. de
H, te Amsterdam 5 boete of 1 week
tuchtschool.
Overtreding van artikel 435
van het wetboek van straf
recht (opgeven van valschen naam):
G. F. te Amsterdam, 1 maand tucht
school voorwaardelijk met een proeftijd
van een jaar; J. de H. te Amsterdam
10 boete of 2 weken tuchtschool.
HET JUSTITIEEL OPTREDEN TEGEN
„VOLK EN VADERLAND"
Strafzaak tegen drie relactenren
voor de Arrondissementsrechtbank
te Utrecht. Ook een strafproces
wegens een artikel in „Nieuw Ne
derland".
Als gevolg van het beslag doen leg
gen, op 30 October jl., door den officier
van justitie bij de Arrondissementsrecht
bank te Utrecht, mr. A. N. Fabius, op
te rotatiepers der N.V. Drukkerij v/h.
L. E. Bosch en Zoon, in gebruik voor
het drukken van „Volk en Vaderland",
weekblad voor de Nationaal-Socialisti-
sche Beweging in Nederland en van het
proces-verbaal, opgemaakt tegen drie
redacteuren in verband met een entrefilet
in den vorm van een advertentie en
enkele artikelen in dit weekblad, hebben
heden drie redacteuren zich voor de
Utrechtsche rechtbank te verantwoorden
gehad, terwijl mede een strafzaak op de
rol stond terzake van beleediging in het
te Utrecht verschijnend maandblad
„Nieuw Nederland".
Wat „Volk en Vaderland" betreft waren
gedagvaard de heeren mr. Samuel Adrianus
van Lunteren, hoofdredacteur, mr. Herma-
nus Reydon, als waarnemend hoofdredacteur
en Jan Hollander, redacteur. Van „Nieuw
Nederland", was gedagvaard dr. Emile
Gerard Hubert Verviers.
Mr. van Lunteren is ten laste gelegd, dat
hij in of omstreeks de maand October 1935
te Utrecht en elders in Nederland zich in
het openbaar bij geschrifte opzettelijk in
beleedigenden vorm heeft uitgelaten over de
regeering des lands, door met dat opzet in
het te Utrecht verschijnende weekblad „Volk
en Vaderland", hetwelk in talrijke exem
plaren te Utrecht en door geheel Nederland
aan het publiek is verspreid, een artikel te
doen opnemen, getiteld „Het roode gevaar",
in welk artikel eer uitlating voorkwam,
welke volgens de dagvaarding van op
zettelijk beleedigenden vorm is voor de regee
ring des lands, althans voor het openbaar
gezag of eenig openbaar lichaam.
Mr. Reydon is ten laste gelegd, dat hij te
Utrecht en elders in Nederland opzettelijk
als waarnemend hoofdredacteur van „Vo'k
Vaderland", terwijl hij den hoofdredacteur
bij diens ontstentenis verving en terwijl hij
den inhoud en de strekking van de geïncrimi
neerde geschriften goed kende en terzake
van de plaatsing dier geschriften geenerlei
overleg met den schrijver of de schrijvers
daarvan had gehouden, in hetzelfde nummer
van voormeld blad heeft doen opnemen een
artikel of geschrift, waarvan het eerste deel
aldus de dagvaarding kennelijk doelde
op den gewezen minister van defensie dr.
Deckers en opzettelijk genoemden func
tionaris beleedigde ter zake van de recht
matige uitoefening van zijn functie als mi
nister van defensie, terwijl het laatste deel
kennelijk sloeg op de regeering onzes lands
en eene uitlating in opzettelijk beleedigenden
vorm daarover, althans over het openbaar
gezag of eenig openbaar lichaam, opleverde.
Van het tweede geincrimineerde artikel of
geschrift, getiteld „Visschers in nood", be
vatte volgens de dagvaarding de laatste zin
uitlatingen in opzette'i k b°'°;digen^en vorm
voor de Varkenscentrale, Tarwecentrale en
Zuivelcentrale, alle openbare lichamen of in
stellingen zijnde.
Wat de strafzaak tegen den heer Hollan
der aangaat, hem is ten laste gelegd, dat
hij, eveneens in het bewuste nummer van
„Volk en Vaderland", een artikel heeft doen
opnemen, getiteld: „Uit den Praathof; van
beide Fronten geen Nieuws", van welk arti
kel de laatste zin naar de dagvaarding
i
Behoudt ze met
Tweemaal per dag
Litterine gebruiken
is een gewaarborgde
verzorging
CrooSr tube 50 cents
Klein* tube 25 cents
1
10.900.000 geestdriftige gebruiken
I
•ver de geheele wereld
1
mededeelt eene uitlating in opzettelijk be
leedigenden vorm voor de Eerste Kamer der
Staten-Generaal oplevert.
Dr. Verviers is gedagvaard terzake dat hij
in of omstreeks de maand September 1935
in het arrondissement Utrecht zich in het
openbaar bij geschrifte in opzettelijk belee
digenden vorm heeft uitgelaten over den
Nederlandschen ministerraad, mitsdien over
een openbaar lichaam, en opzettelijk den
voorzitter van den raad van ministers, tevens
minister van koloniën, dr. H. Colijn, terzake
van de rechtmatige uitoefening zijner bedie
ning heeft beleedigd, door met die beide op
zetten in het te Utrecht verschijnende maand
blad „Nieuw Nederland", dat in talrijke
exemplaren van die stad uit over voornoemd
arrondissement en de rest van Nederland
wordt verspreid en ook in dit geval is ver
spreid, een artikel te doen opnemen, hande
lende over de jongste kabinetscrisis, welk ar
tikel aldus de dagvaarding een bepaal
den zin met uitlatingen in opzettelijk belee
digenden vorm en een beleediging bevatte.
HET UNIFORM VAN DEN
NATIONALEN JEUGDSTORM.
W. W. v. R. heeft te Arnhem in het openbaar
de kleeding van den Nationalen Jeugd Storm
gedragen. Op dien grond werd hij gedag
vaard voor het Kantongerecht te Arnhem
wegens overtreding van het uniformverbod.
De kantonrechter te Arnhem veroordeelde
hem echter tot een boete van 5. De recht
bank grondde haar vonnis op het doel van de
Nat. Jeugd Storm: Het Nederlandsche volk
is geen willekeurige groepeering van zelf
standige enkelingen, maar een organisch ge
heel, waarin de enkeling of een groep eigen
belangen ondergeschikt heeft te stellen aan
het belang van de geheele volksgemeenschap
en deze gemeenschap heeft te dienen naar de
mate van de verkregen vermogens.
De rechtbank zag daarin een bepaald
staatkundig streven.
Mr. A. J. v. Vessem uit Utrecht heeft de
cassatiemiddelen toegelicht en o.m. betoogd,
dat de Nat. Jeugd Storm geheel buiten de
N.S.B. staat en geen staatkundig streven ver
tegenwoordigt. Al stond deze organisatie
niet los van de N.S.B., dan nog zou haar
uniform niet onder het uniformverbod vallen.
Maar thans is het a fortiori uitgesloten. Er
is niet veel scherpzinnigheid voor noodig
aldus pleiter om te bespeuren, dat de
rechtbank den eisch van toepassing van het
christelijk beginsel van menschelijke solidari
teit en altruïsme in eigen nationalen kring
door den kunstgreep van het poneeren der
hypothese, dat de toepassing van dit christe
lijk beginsel de verhoudingen in den staat zon
raken, al te lichtzinnige wijze in een bepaald
staatkundig streven heeft omgetooverd.
Pleiter concludeerde tot vernietiging en
ontslag van rechtsvervolging.
Conclusie O.M. 30 December.
ROODE VLAG MET LEUZE.
Tot verwerping cassatie gecon
cludeerd.
De advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Berger, nam conclusie inzake het
cassatieberoep van den officier van justitie te
Middelburg tegen een vonnis van de recht
bank aldaar waarbij iemand is ontslagen van
rechtsvervolging, terzake van de hem ten
laste gelegde overtreding van art. 435A van
het Wetboek van Strafrecht (uniformverbod)
Verdachte had n.1. in een 1 Mei-optocht met
een roode vlag geloopen, waarop voorkwamen
de woorden: „De S. D. A. P., uw partij".
Mr. Berger concludeerde tot verwerping
van het beroep. De Hooge Raad zal arrest
wijzen op 13 Januari.
DE NIET-HERBENOEMING VAN
DR. J. P. OTTO.
Ambtenarengerecht te Groningen
verklaart zijn beroep gegrond.
Het Ambtenarengerecht te Groningen
heeft gistermiddag uitspraak gedaan in het
beroep van dr. J. P. Otto, hoofdassistent in
de zoölogie te Groningen, tegen het besluit
van den minister van Onderwijs, waarbij hij
opnieuw tijdelijk werd benoemd, hetgeen ten
gevolge zou hebben, dat met 1 September
1936 zijn betrekking als zoodanig expireert.
Het gerecht heeft het beroep gegrond ver
klaard. Het is van oordeel, dat de minister
door deze tijdelijke benoeming heeft gehan
deld in strijd met het algemeen rijksambte
narenreglement. Het vernietigt derhalve het
-luit van den minister en verstaat, dat
1lant recht heeft op een aanstelling in
...oien dienst,