DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN OHuitmland Hoe Duitschland zijn Kerstfeest zal vieren. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Maandag 23 December 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Ondanks herhaalde lasterpraatjes is 1935 bijna sensatie-loos voorbijgegaan. De Kerstboom in 't gedrang Eden Minister van Buitenlandsche zaken. Geen nieuwe Volkenbondsminister. Zijn levensloop. Wat vandaag de aandacht trekt ABESSINISCHE OVERWINNINGS- BERICHTEN. Nadere bizonderheden. EEN GROOT OFFENSIEF IN Evenals vorige jaren is ook dit jaar weer gelegenheid voor het plaatsen van NIEUWJAARSWENSCHEN in ons nummer van DINSDAG 31 DECEMBER. De prijs bedraagt 50 cent voor een enkele advertentie van 5 regels a contant. U zoudt onze administratie ten zeerste verplichten door nu reeds Uw Nieuwjaarswensch aan ons bureau Voordam 9 op te geven. Ook kunt U ons Uwe adverten tie doen toekomen door tus- schenkomst van onze agenten en van H.H. Boekhandelaren. ZIJ, DIE ZICH MET 1 JANUARI A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONT VANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS FRAN CO EN GRATIS. DE DIRECTIE. GRIEKSCH KAPITEIN GEARRESTEERD. Wegens „ontvoering" van zijn marconist. No 301 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. (Van onzen Berlijnschen correspondent). Nog maar enkele dagen en ook het Duitsche volk zal weer even mogen her ademen: de rust van de Kerstvacantie, die in de politiek steeds een Godsvrede, een wapenstilstand met zich pleegt te brengen, staat voor de deur. Reeds is door den altijd ijverigm minister voor de propaganda en volksvoorlichting dr. Josef Goebbels, een pauze in de actie der partij bevolen, tot 15 Januari 1936. Vergaderingen, lezingen, collecte's (met uitzondering van die van de Hitler- jeugd) mogen tot dien datum niet plaats vinden. En ook dat beteekent een her ademing. Want het voldoen aan den uitdrukkelijken wensch, in dit geval het bevel, van Adolf Hitier, dat in het Derde Rijk „niemand hon ger en kou mag lijden" een bevel, dat, waar het om weldadigheid in den vorm vau volkssolidariteit ten bate van niet minder dan... 17 millioen medeburgers gaat, niet alleen voor de meestal vrijwillige helpers maar ook voor de in allerlei vormen bele gerde bezitters van nog eenige overvloedige duiten, kleeren en levensmiddelen een werke lijke opoffering beteekent brengt natuur lijk met zich, dat de staatsburger en de vreemdeling in Duitschland het gevoel heb ben, geen week zonder den een of anderen aanslag op de portemonnaie te leven. Een stelsel, dat weliswaar enorme bedragen (bij na 300 millioen per jaar voor alle catego rieën) oplevert, maar door zijn eindeloos heid ook wel eens op de zenuwen ook der meest overtuigde patriotten en christelijk- voelenden kan werken. Het doel intusschen is schoon; en het strekt het nationaal-socialistische Duitsch land ongetwijfeld tot hooge eer, dat die ideaal: geen honger en geen koude, in een staat, die op financieel gebied waarlijk niet verwend genoemd mag worden, blijkbaar door de actie en de organisatie van deze rijkswinterhulp zoo goed als volkomen be reikt wordt. Zooiets is zeer zeker slechts mogelijk, als het hoofd van staat slechts te bevelen heeft, geen remmen zijn wenschen saboteeren kun nen, en alle middelen, waarover de staa' beschikt of waarop hij invloed uitoefent, tot strikte gehoorzaamheid verplicht zijn. Het feit alleen, dat zulk, een wensch het gevoljf heeft, dat de spoorwegen allen huisbrand levensmiddelen, kleeden en wat nog meer dezen vorm geschonken wordt, gratis door het geheele Rijk vervoeren en dat daarbij aan de organisatie van de Winterhulp overgela ten wordt, in welke mate van dit geweldige geschenk gebruik te maken is, bewijst meer dan vele kleinere bijzonderheden, welke re sultaten in een z.g. „totalen staat" te berei ken zijn. Met welke financieele gevolgen voor al die gecommandeerde instanties, firma's bu- reaux enz. dat is natuurlijk een andere kwestie' Maar het is niet meer dan con sequent, wanneer zulke overwegingen in een gemeenschap, die de persoonlijke belangen aan die van het geheel ondergeschikt maakt, geen rol spelen. Althans voorloopig niet. Er zal natuurlijk een oogenblik kunnen komen, waarop het natuurlijk verloop der dingen aan deze zelfde gemeenschap de rekening komt presenteeren voor al dat geweldige, da dank zij de machtige impulsen van den „t<v talen Staat" bereikt en betaald is. Dat zal dan de nuchtere keerzijde van de medaille zijn. Een nauwelijks te verhinderen alge- meene verarming. Maar ook die zal de een ling als deel der gemeenschap op zich te nemen hebben. En de proef op de idealisti sche berekening zal zijn, of dat dan zonder hoorbaar en voelbaar morren geschiedt. nu In elk geval heeft het Duitsche volk eVL)e"als paarden zwoegende ministers, eeu- vieren. Het meest bmijd ik "^nn Goenng en zijn echtgenoote, die in Boeren era berg cottage bezitten, die met waar j J. smaak en toch zonder ovrcrdrcvai er jericht is, en die mij nog veel aan J en lijkt dan de huisjes van Hitier, SchJ andere aanvoerder, die in diezelfde gelegen zijn, en waarvan zich vooral n villa in dagelijksche belangstelling van zenden „pelgrims der beweging verh g Het jaar 1935 is voor den nationaal soci listischen Duitschen staat een periode van intens leven naar binnen en naar buiten ge weest Wij denken hier aan de vlootovereen komst met Groot-Brittannië, aan het herstel f, van den dienstplicht, aan den enormen op bouw van de weermacht te land, op het water en in de wolken, aan de Jodenwetten van Neurenberg en aan het, tegen alle be- 'ofte in, niet plaats gehad hebben van het „jaarlijksche" plebisciet. Ook dit jaar hebben de Duitschers be wezen, diat hun staat, ook al is die volgens onze blijvende overtuiging op te zwakke "inancieel-economische fundamenten ge bouwd, niet zoo wankelend is als zekere „informators" buiten Duitschlands grenzen het buitenland altijd weer trachten te ver zekeren. Ook de onlangs weer met zooveel sensatie, ook in een zekere Nederlandsche pers, voorspelde „paleis-revolutie", een nieuwe afrekening van bloedig karakter met een tweede fronde van het karakter der Röhm-ongeregeldheden van Juni 1934, is in rook opgegaan, en bewijst opnieuw, hoe jam mer het is, dat nog altijd buitenlandsche bla den en hun correspondenten in Duitschland, de ontwikkeling in Duitschland van het kik- vorschperspectief uit zien en meer aandacht wijden aan de boomen dan aan het bosch. Neen, er is tot nader orde niets sensatio neels uit het Derdie Rijk te verwachten. Men moge over dezen staatsvorm, over alles wat zich hier afspeelt, over de duurzaamheid van dit nieuwe staats- en gemeenschapsleven oor- deelen, hoe men wil men mag zich in één opzicht niet vergissen: deze staat is sterker dan het tweede Rijk van Bismarck, en tien- malen sterker dan de overgangsperiode van Weimar. Al was het alleen maar, omdat zoo veel van wat thans doorgezet wordt, zeer vérgaand beantwoordt aan de echte Duit sche mentaliteit; en daarnaast niet denkbaar is, dat oppositioneele stroomingen kans krij gen, georganiseerd verzet te stellen tegen de tegenwoordige almacht der heerschende partij. Straks zullen in alle Duitsche huizen de kerstboomen weer branden. Ook in alle ka tholieke kerken. Ofschoon wat hier in Duitschland natuurlijk, en óók en vooral bij de katholieke geestelijkheid, geweldig ont stemd heeft het Vaticaan kort geleden ge duld heeft, dat in zijn officieuse dagblad de kerstboom, die thans in Italië niet meer mag opgesteld worden, als heidensch en onchris telijk met een geestelijken banvloek belast is Een merkwaardig besluit, dat in het eigen lijke vaderland der kerstboomen, in het I Duitsche Rijk, een storm van protesten heeft I uitgelokt. Men zal zich in dezen niet aan Rome storen, ook al geeft men in clericale kringen toe, dat de kerstboom wellicht in heel oude tijden een Germaansch, een heidensch ge bruik geweest is. dat dan echter door het Christendom is overgenomen en zoo vol komen opgeslokt, dat heden hier van een volkomen Christelijke, door het volk in al zijn lagen heilig vereerde gewoonte mag ge sproken worden. De lichten zullen branden, in de steden en in de dorpen. En vooral de kinderoogen zullen in die vlammen staren en de geheim zinnige onbevlektheid der lichtjes weerspie gelen. Wij Nederlanders zijn wellicht ook heden nog niet zoo verslaafd aan deze fees telijkheid als onze meer sentimenteele Duit sche buren. Maar ook wij, zeker voor zoo ver we in Duitschland wonen, zullen ons kerstboompje hebben, en aan stille wijding zal het ook in onze gezinnen niet ontbre ken. In de Berlijnsche straten staan ze al weer in massa te koop, die kleine en groote kerstboomen, die het verkeer per rails en per schip, per vrachtauto en per wagen naar deze opeenhoping van meer dan vier mil lioen menschen gebracht heeft. Ze zullen wel weer in korten tijd uitverkocht zijn, met uitzondering van die kleine reserve, die al tijd blijft staan tot op weinige uren vóór den eigenlijken Heiligen Avond. Omdat de allervoorzichtigste kooper nu eenmaal weet, dat dan de prijzen der straks volko men waardelooze boompjes tot op weinige marken en zelfs penmngen terug plegen te loopen. Maar deze nuchtere rekenaars zul len dan een deel der voorvreugde moeten inboeten. Zij zullen zich op het laatste oogenblik met hun goedkoopen boom, die natuurlijk ook niet meer de fraaiste is, naar huis spoeden en nauwelijks tijd vin den, die met liefde en stralende voorpret te sieren voor het groote oogenblik, waarop de deur van de huiskamer opengaat en de kleuters met hun verschrikte oogen naar binnen komen. En ze zullen ook het onpret tige gevoel met zich meedragen, dat ze de verkleumde verkoopers, die toch óók hun gezinnen hebben, zoolang op tochtige plei nen en straathoeken vastgehouden hebben: en dat juist op den avond van wedeizijd- sche verzoening der menschen, der hoogste solidariteit Op het plein voor het vroegere keizerlijke slot, dat sinds 1920 nationaal museum is, straalt sinds eenige avonden een Kerst- kermis voor het volk, die een zware concur rentie beteekent voor de groote Kerstten toonstelling in de tentoonstelingshallen van het Westen. In heel Duitschland zijn op de marktpleinen zulke kerstkramen opgesteld. In de rijkshoofdstad is het een werkelijke kermis, waarbij zelfs 'n circus niet ont breekt. Het nationaal-socalisme is in vele op zichten haast conservatief. Ik schreef u vroeger al eens over het streven de huiselijk heid in het gezin te doen herleven, o.a. door propaganda voor de huismuziek. Ook de kermis schijnt onder dien druk dezer poli tieke beweging een renaissance tegemoet te gaan. Men voelt weer voor openbare straat concerten, voor vplksvermaak, voor folklo re, voor boerendansen, voor oude instru menten. En bij dit alles hoort de kermis, die met Kerstmis herkoppeld wordt Vacantie, eerste sneeuw, geen honger en koude bij de armen Wie zou durven ontkennen, dat van een herademing, een korte periode van rust en overpeinzing gesproken kan worden: Voor allen in Duitschland? Laten we voorzichtheidshalve liever zeg gen: voor allen, die niet tusschen de wielen van den wagen der nieuwe levensbeschou wing gekomen zijn. Zondag in den namiddag is offi cieel medegedeeld, dat als opvolger van Sir Samuel Ho are tot Britsch minister van Buitenlandsche Zaken is benoemd de tegenwoordige Vol kenbondsminister Antony Eden. Naar verluidt, zal in zijn plaats geen nieuwe minister voor Volken bondsaangelegenheden worden be- nomd. De nieuwe Britsche minister van Bui tenlandsche Zaken, Captain Robert An- thony Eden, werd in 1897 geboren en is dus pas 38 jaar oud. Ongetvvijfel i is hij een der jongste, misschien wel de jong ste staatsman, die op het oogenblik in de internationale politiek een rol speelt. Edens rol als minister van buitenland sche zaken van het machtige Britsche Rijk zal zelfs zeer belangrijk zijn. Ondanks zijn jeugdigen leeftijd heeft Eden ook voor hij minister in een Britsch kabinet werd, reeds belangrijk werk als vertegenwoordiger van Groot-Britannië verricht, zoowel in de bijeenkomsten van de verschillende instanties van den Volkenbond te Genève als bij besprekin gen met buitenlandsche regeeringen te Londen of in de vreemde hoofdsteden. Eden bezocht, zooals de meeste Engel- sche jongelui van goeden huize, Eton en vervolgens het Christ Church-college aan de Universiteit van Oxford. Hij sloot zich aan bij de Conservatieve Par tij en werd in 1923 voor Warwick en Leamington in het Lagerhuis gekozen. Reeds toen interesseerde hij zich voor de buitenlandsche aangelegenheden, en in 1926, toen Sir Austen Chamberlain mi nister van buitenlandsche zaken was, werd hij benoemd tot parlementair par ticulier secretaris van den minister, welke functie hij waarnam tot 1929. Bij de vorming der Nationale Regeering in 1931 kreeg hij de functie van onder staatssecretaris van buitenlandsche za ken. In 1934 werd hij Lord Privy Seal zonder zetel in het kabinet en speciaal bestemd voor Volkenbonds-aangelegen- heden, terwijl hij daarna, bij het aftre den van sir John Simon, minister voor Volkenbondsaangelegenheden werd. In al deze functies van de laatste jaren deed hij echter practisch hetzelfde werk, vertegenwoordigde hij Engeland te Genève, voerde hij besprekingen over de buitenlandsche politiek te Parijs en in andere hoofdsteden en behoorde hij tot de voornaamste adviseurs van den mi nister van buitenlandsche zaken. Men herinnert zich nog zijn kortstondig ver blijf in ons land, waar hij op Schiphol, komende uit Parijs en op weg naar Praag en Moskou, den minister van bui tenlandsche zaken Sir John Simon ont moette, die toen de geruchtmakende be sprekingen te Berlijn met Hitier had, die indirect een der mede-oorzaken van zijn aftreden waren. Reeds toen, na het ontslag van Sir John Simon, verwachtten velen, dat Eden als zijn opvolger zou worden be noemd. Het scheen, dat men hem ech ter in de verantwoordelijke kringen der regeering nog te jong achtte om hem 'n dergel ijken verantwoordelijken post te laten bekleeden, hoewel volgens sommi ge ingewijden Eden een zeer veel scher per inzicht had in de juiste lijn der Britsche buitenlandsche politiek dan zijn voorganger. Slechts weinige maan den later, eveneens door een tactische en politieke fout van een minister van bui-1 tenlandsche zaken, die zich daardoor genoopt ziet, zijn ontslag te nemen, wordt Eden toch op dezen belangrijken post geroepen. De nieuwe, jeugdige minister, die een ijverig aanhanger van den Volkenbond is, geniet als mensch, mede vanwege zijn I charmant en tot in details verzorgd uiterlijk, waar men in Engeland zoo ge voelig voor is, de reputatie van een „perfect gentleman". De pers over Eden's benoeming. De benoeming van Eden tot minister van buitenlandsche zaken wordt door de Londen- sche pers als de gebeurtenis van het oogen blik beschouwd. Hoewel Eden in zijn kwali teit van plaatsvervangend minister van bui tenlandsche zaken tot de gegadigden behoor de voor de portefeuille van buitenlandsche zaken, is zijn benoeming toch een groote ver rassing. Waarschijnlijk hebben de meeste aanhangers der regeering in het Lagerhuis verwacht, dat de keuze op Sir Austin Cham berlain zou vallen. De oppositie-partijen wenschen daarentegen, dat Eden opvolger van Hoare zou worden. In verband hiermede heerscht vreugde in de kringen van de La- bour-partij en de liberale partij, welke vreug de door alle aanhangers van de Volken bondsgedachte wordt gedeeld. De „Times" merkt op, dat zij in overeen stemming is met de wenschen van de openba re meening en van het volk. De versmelting der functies van minister van buitenlandsche zaken en voor volkenbondsaangelegenheden doet een uniforme leiding der buitenlandsche j politiek onder volledige controle en verant woordelijkheid van het kabinet verwachten, zooals dat in de laattse week is vereischt ge bleken. Anthony Eden benoemd tot mi nister van buitenlandsche zaken. (Buitenland). Hauptmann doet laatste noging om gratie te krijgen. (Buitenland). Pas getrouwd echtpaar te Kerke- rade door gasvergiftiging om 't leven gekomen. (Binnenland). Tram te Eindhoven loopt uit de raiis en rijdt op groep menschen in; dames verminkt (Binnen ar d). Groote brand bij de staatsmijn „Maurits". (Binnenland). Het Alkmaarsche taxibedrijif. (Stad). Incidentje met Mr. J. Duys op de S. D. A. P.-districtsvergadering hier ter stede. (Stad). (Zie verder eventueel laatste berichten.) Van Abessinische zijde worden nadere bijzonderheden medegedeeld over 't ver loop van de reeds gemelde gevechten aan het Noordelijk front in het Sjire-ge bied. Het betrof hier een slag, die op 15 en 16 December nabij Degasja en Enba- silasi, ongeceer 50 K.M. ten Westen van Aksoem, heeft plaats gehad. Volgens deze berichten hebben ook Italiaansche vliegers aan de gevechten deelgenomen, doch spoedig na het begin van het ge vecht hadden de vliegtuigen nog slechts waarde voor het doen van waarnemin gen, aangezien het gevecht zich ontwik kelde tot een verbitterden strijd van man tegen man, zoodat het werpen van bommen de Ttaliaansche troepen even zeer in gevaar zou hebben gebracht. De Abessiniërs melden, dat het hun gernkt is de Italiaansche stelling bij Degasja te nemen, waarop zij een twee den aanval deden op de goed versterkte en door de Italianen verbitterd verde digde stellingen te Enbasilasi. Volgens Ita'iaansche berichten zouden bij dit twee dagen durende gevecht on geveer 150 man en 20 officieren der blan ke troepen en meer dan 200 Askari's zijn gevallen. De Abessiniërs melden, dat zij behalve de reeds gemelde tien tanks en 28 ma chinegeweren opnieuw zeventien tanks en 50 machinegeweren alsmede een groot aantal gewone geweren en dui zenden patronen hebben buitgemaakt. Volgens een officieel bericht zou het ver liescijfer der Abessinische troepen zeer veel lager zijn dan dat der Italianen, wat voornamelijk veroorzaakt werd door de omstandigheid, dat de Abessiniërs bijna uitsluitend des nachts aanvielen. ABESSINIE? In goed ingewijde kringen te Rome gelooft men, dat Mussolini ten zeerste verbitterd is door de wijze, waarop de Britsche regeering de Parijsche vredes voorstellen in de steek heeft gelaten. De nieuwe troepentransporten naar Oost-Afrika zouden de bedoeling heb ben, in verband met den huidigen diplo- matieken toestand door een zeer krachtig offensief zoowel in Somaliland als aan het Noordelijk front nog voor het begin van de regenperiode een zoo groot moge lijk gebied te bezetten, mede in de hoop, daardoor den Negus tot onderhandelin gen op de thans afgewezen basis te dwingen. Te Portland in den Amerikaanschen staat Maine i6 de gezagvoerder van het Grieksche vrachtschip „Ithakos", gear resteerd, aangezien de kapitein werd be schuldigd van ontvoering van den mar conist. De Grieksche gezagvoerder voer de aan, dat de jeugdige marconist te Portland weigerde aan boord van het schip terug te keeren, omdat het schip een lading ijzer-afval had ingenomen, bestemd voor Italië, aan welk vervoer de marconist zijn medewerking niet wilde verleenen. De kapitein, die den marco nist als deserteur beschouwde, had hem daarop uit zijn hotel aan den wal laten ontvoeren. DOODELIJKE SCHIETPARTIJ. In Fransche kazerne. Uit een raam van een kazerne te Toul (Fr i werd gistermorgen plotseling een groot aan tal schoten gelost op de binnenplaats aan wezige officieren en manschappen. Een kapi tein en een soldaat werden zoodanig getrof fen, dat zij een kwartier later i nhet lazaret!: stierven. De soldaten zochten dekking, doch een luitenant en drie onderofficieren, die zich dekten achter dikke matrassen, die men uit een chambrée had gehaald, stormden de kazerne binnen. In een gang vonden zij een soldaat, die door een schot door een deur heen gewond was. Zij trapten de deur in en vonden daar een soldaat met het geweer in den aanslag. De luitenant en de sergeants schoten en door zeven kogels doorboont viel de moordenaar neer. Het bleek een Marrk- kaansch fusilier te zijn, die in een vlaag van yerstaadsverbijsteriag had gehandeld,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1