IJsbond Hollands Noorderkwartier. Vorst en sneeuw waren een handicap. ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 23 DECEMBER 1935 Veerstigste algemeene jaarvergadering en herdenking van het 40-]arig bestaan van den bond. Herdenkingsrede van den voorzitter. Slechts zeven wedstrijden konden worden gespee'd in de eerste klasse. De eerste zege van V. U. C. 6 SPORT WEDSTRIJDEN In de groote zaal der Harmonie alhier heeft de Ijsbond Hollands Noorder kwartier Zaterdag zijn 40ste algemeene jaarvergadering gehouden en daarbij tevens zijn 40-jarig jubileum herdacht. Qe vergadering werd gevolgd door een causerie van het hoofdbestuurslid, den heer Trouw uit Abcoude, welke lezing met lichtbeelden wellicht het hoogtepunt van den dag is geweest, omdat zij niet alleen zeer interessant en leerrijk was, maar bovendien door een goed en vlot spreker werd gehouden. Toen de voorzitter, de heer A. J. Stik- kei, Alkmaar, de vergadering opende, wa- ren de afgevaardigden van 38 afdeelingen aanwezig, terwijl 16 hoofdbestuursleden aan de bestuurstafel zaten. Mede hadden aan een uitnoodiging, om deze bijeenkomst mee te maken, gehoor gegeven jbr. mr. F. H. van Kinschot, burgemeester van Alkmaar, en vertegenwoordigers van den Zuidholland- schen Ijsbond en den K.A.N.W.B., terwijl de commissaris der koningin bericht van ver hindering had gestuurd. De openingsrede. Nadat de voorzitter de aanwezigen en in het bizonder de genoodigden had welkom geheeten, hield de heer Stikkel een herden kingsrede, waarin hij verschillende belang rijke punten uit het leven van den bond in herinnering bracht. Het initiatief tot oprichting van den IJ. H. N. ging volgens overlevering uit van een eer eenvoudig man, Teeuwis Schouten, een baanveger, die den stoot gaf tot het ontstaan van de ijsclub Oudendijk. Naast hem was een andere werkzaam, hoewel meer in stilte nog, n.1. de heer S. Th. Minnena, die al spoe dig bestuurslid der ijsclub Oudendijk werd. Aan deze twee mannen was het te danken, dat verder pogingen in het werk werden ge steld, om met bevriende ijsclubs een federa tie op te richten en zoo kon 21 December 1895 de Ijsbond Holl. Noorderkwartier wor den opgericht met als leden de afdeelingen Schermerhorn, Middelie, Purmerend, Ouden dijk en Avenhorn. Merkwaardig was, dat onafhankelijk van deze pogingen ongeveer tezelfder tijd ook cu Alkmaarsche IJsclub stappen deed, om met omliggende ijsclubs een verband te sluiten teneinde goede verbindingsbanen te krijgen. Het gelukte den heer Minnenie met de hee- ren Ibink Meienbrink en Wigman, bestuurs leden der Alkm. IJsclub, een gecombineerde vergadering te houden en 22 Nov. 1896 trad Alkmaar toe tot den bond, evenals de andere afdeelingen, zoodat de IJ.H.N. na een jaar reeds 18 afdeelingen telde. Dit aantal breid de zich steeds uit, vooral ook, omdat het ge lukte, houders van bondskaarten vrij rij. n op de verkeersbanen te waarborgen. In 1901 werden districten opgericht, waar door een hechtere organisatie tot stand kwam. Allengs mocht de IJ.H.N. zich verheugen in een steeds groeiende sympathie en mede werking van autoriteiten en achtereenvol- fens aanvaardden de heeren mr. G. van ienhoven, mr. dr. W. F. van Leeuwen en jhr. mr. dr. A. Röell, commissaris der konin gin in Noordholland, het beschermheerschap van den bond. De groote vraag is en blijft: „heeft de bond aan het voorgestelde doel kunnen vol doen?" In één opzicht wis en zeker, want er bestond een tijdvak, waarin door den bond goede en veilige ijsbanen werden onderhou den, waarvan duizenden hebben kunnen pro- fiteéren. Helaas, ijslooze winters waren oor zaak, dat de bond lang niet elk jaar op volle activiteit kon werken. Toch hield men vol, zoowel in de clubs als in den bond en men kwam al vrij spoedig tot het sluiten van een verzekering tegen ongelukken van baanper- soneel, terwijl een jaar geleden zelfs een ver zekering voor alle leden en huisgenooten kon worden afgesloten tegen een zeer lage pre mie. Spr. herinnerde dan aan bijzonder ge slaagde tentoonstellingen op ijsgebied, ge houden te Enkhuizen in 1905 en te Alkmaar in 1903 en 1920. Daarnaast werd de samen werking met den Zuidhollandschen Ijsbond geroemd en werd gewezen op den band met den K.A.N.W.B. Spr. meende, geen namen te moeten noe men van hen, die veel voor den bond gedaan hebben, maar bracht dank en hulde aan al len, die geholpen hebben, om den bond groot te maken. Spr. eindigde tenslotte met de verklaring, dat het tegenwoordige bestuur eendrachtig zal voortgaan op den ingeslagen weg tot nog meerderen bloei van den IJ.H.N. (Applaus Rede burgemeester van Kinschot. Direct na de rede van den voorzitter vroeg burgemeester van Kinschot het woord. Het deed spr. veel genoegen, in deze vergadering aanwezig te zijn en dat deze algemeene ver gadering in de centrum-plaats Alkmaar ge houden wordt, omdat Alkmaar een centrum plaats is. Spr. wees er op, dat hij reeds in 1919 met het werk van den bond had kennis gemaakt, omdat hij toen als militair een militaire schaatsentocht had ondernomen van Amster dam naar Hoorn en overal goede verkeers banen had gezien. De ijssport is aldus spr. steeds po pulair geweest in deze provincie en deze sport heeft veel te danken aan de verschillen de bonden, speciaal ook aan den IJ.H.N. Spr. was er van overtuigd, dat voor ijstoe- risme een bond noodig is, een bond die zorgt voor goede verkeerswegen. Echter niet alleen met de tochten, ook met de wedstrijden wordt het publiek en worden de deelnemers gediend. Daarom ook hoopte spr. van harte, dat de IJ.H.N. nog vele toch ten zal kunnen organiseeren en vele wed strijden zal kunnen houden. Met de beste wenschen voor den bloei van den IJ.H.N. besloot spr. zijn toespraak. (Ap plaus.) De heer Teerink sprak vervolgens namens de Alkmaarsche IJsclub woorden van waar deering. Spr. wees op het vele, dat de bond heeft gedaan en herinnerde aan de motorisee ring, waardoor het ijsverkeer kleiner gewor den is. Daarom heeft de bond ook naar an dere doeleinden moeten uitzien en de bakens moeten verzetten. Het was spr. een groote voldoening, dat bij dit 40-jarig bestaan ge zegd mocht worden, dat de bakens tijdig ver zet zijn en spr. sprak de hoop uit, dat de bond de kracht voor nog vele jaren mocht bezitten. Onder applaus bood spr. namens de Alkm. IJsclub bloemen aan. De voorzitter, die ook den burge meester had dank gezegd voor zijn woord, dacht bij de woorden van den heer Teerink aan den winter van 18Q0-91, toen het op het ijs een chaos was. Bruggenbewakers en baan vegers waren zoo talrijk, dat schaatsenrijders een zak met centen moesten meenemen, wilde men een tocht met succes kunnen onderne men. Deze chaos is volgens spr. wel een der eerste stooten geweest voor de oprichting van den IJ.H.N. Nadat de notulen en eenige mededeelin gen, alsmede felicitaties in den vorm van te legrammen waren voorgelezen, hernam de voorzitter het woord. Spr. herinnerde aan een tweetal jubilea. De penningmeester van de afdeeling Zuidscharwoude, de heer de Beer en de heer de Heer, bestuurslid van de afdeeling Wijde Wormer, hadden dit jaar een jubileum gevierd. Het dagelijksch bestuur van den IJ.H.N. was gelukkig tijdig op ae hoogte gesteld en had gemeend, bij die jubi lea aanwezig te moeten zijn en de jubilarissen te moeten benoemen tot lid van verdiensten van den bond. (Applaus.) Daarna richtte spr. zich tot het voltallig aanwezige bestuur van de afdeeling Ouden dijk en wees er op, dat onder dit bestuur iemand was, die gedurende de 40 jaar van 't bestaan van den bond steeds zijn beste krach ten aan den IJ.H.N. en aan de afdeeling Oudendijk had gegeven en dit nog steeds doet, n.1. de heer Rop. Het hoofdbestuur meende, den heer Rop ook tot lid van verdienste te moeten benoe men en onder luid applaus van de geheele vergadering spelde de voorzitter den heer Rop het eeremetaal op de borst. De heer Rop dankte voor de onderschei ding al speet het hem, dat hij niet meer bij ae jeugd behoort. Spr. gaf de verzekering, De IJsbond „Holland's Noorderkwartier te Mkmaar vierde Zaterdag zi|n 40-iane bestaan. Het bestuur ttjdens de receptie. dat hij altijd zal blijven strijden voor den IJ.H.N. en de afdeeling Oudendijk. De voorzitter der afd. Oudend ij k sprak namens de afdeeling dank voor de on derscheiding, die den heer Rop was ten deei gevallen. Spr. wees er op, dat de heer Rop steeds actief werkzaam is in het belang van den IJ.H.N. en de afdeeling Oudendijk. Spr. wenschte den heer Rop én namens de ijsclub Oudendijk én namens de gemeente Oudendijk geluk met de onderscheiding. (Applaus.) De afgevaardigde van Zuid-Schar- w o u d e feliciteerde den bond met het jubi leum en deelde mede, dat de afdeeling zeer erkentelijk was voor de onderscheiding, die een harer bestuursleden was ten deel geval len. Spr. wees er op, dat gedurende het be staan van den bond nimmer een lid van den IJ.H.N. op het ijs doodelijk verongelukt is Dat vond spr. een zeer belangrijk feit Spr. wist, dat het hoofdbestuur veel en goed werk heeft gedaan, waarvoor spr. hartelijk dank bracht. Deafgevaardigde van W ij d e W o r- mer dankte eveneens voor de onderscheiding, een harer bestuursleden ten deel gevallen en hoopte, nog lang te kunnen werken in het belang van den bond. De voorzitter merkte nog op, dat het dag. bestuur het steeds zou op prijs stellen, dat jubilea tijdig bij het bestuur bekend wer den gemaakt, opdat het dag. bestuur maatre gelen kan nemen. De financiën. De ontvangsten en uitgaven bedroegen over dit boekjaar 1439.13, waaronder een tekort van 174.83. Benningbroek vond den post druk werk zeer hoog. De heer Werkman wees er op, dat er dit jaar aanvullende statuten gedrukt zijn en tevens wedstrijdreglementen gereed zijn ge komen. Dit zijn twee posten, die slechts een keer voorkomen. Verder vroeg Benningbroek waarom de reserve nooit genoemd werd. De heer P r e ij e r, penningmeester, deelde mede, dat de reserve 2400 bedraagt. Daar van is thans afgenomen 174.83 voor het tekort van dit jaar, 280 voor de verzeke ringspremie en 250 voor de herdenking van het 40-jarig bestaan. De voorzitter zegde toe, dat de reser ve voortaan op den beschrijvingsbrief zal voorkomen, zooals trouwens in de jongste hoofdbestuursvergadering was besloten. (Ap plaus.) Ransdorp vroeg, waar de rente in die reserve is ondergebracht. De heer Preijer, penningm., antwoord de, dat deze wordt bijgeschreven op het spaarbankboekje van de boerenleenbank, waarop ook de reserve staat. O u d e n d ij k vroeg om een meer gespeci ficeerde rekening, vroeg tevens, van wanneer tot wanneer het boekjaar loopt en waarom een begrooting ontbrak. De penningmeester antwoordde, dat het boekjaar liep van October tot Octo- ber, terwijl de voorzitter toezegde, dat voortaan de begrooting op den beschrijvings brief zal worden opgenomen. Nadat de rekening was goedgekeurd, deel de de penningmeester mede, dat de begroo ting voor het volgend boekjaar 1030 be droeg. Verkiezingen. De uitslag der verkiezing van leden van het hoofdbestuur was, dat herkozen werden de heeren D. G. G. Margadant te Alkmaar, C. L. F. Sarlet te Haarlem, D. Naastepad te Hoogwoud, C. Kok te Twisk, S. Heringa te Stompetoren en W. J. Kuyper te Spaarn- dam, terwijl gekozen werd de heer W. Keet man te Winkel. Allen namen de benoeming aan. De heer Margadant huldigde daarop den voorzitter op dezen jubileumdag, spe ciaal namens het hoofdbestuur en hoopte, dat de heer Stikkel nog vele jaren als voorzitter den bond mag besturen. De voorzitter dankte voor deze woor den en verheugde zich er over, dat de saam- hoorigheid in den bond zoo groot is. Met meerderheid van stemmen werd beslo ten, dat de volgende jaarvergadering te Am sterdam zal worden gehouden. Na een korte rondvraag sloot de voorzitter de vergadering, waarin allen zich vereenig- den aan een koffiemaaltijd. Daar sprak o.a. de afgevaardigde van den K.A.N.W.B. har telijke woorden, waarbij hij de hoop uitsprak, dat de IJ.H.N. en de K.A.N.W.B. steeds pret tig zullen samenwerken ter bevordering van het ijstoerisme. De lezing van den heer Trouw. Nadat een onderlinge verloting tot alge- heele voldoening was gehouden, hield het hoofdbestuurslid, de heer J. Trouw uit Abcoude, een lezing over „Ijs, IJ.H.N. 1895- 1935 en zijn toekomst''. Aan de hand van verschillende schrijvers was een inleiding samengesteld welke de aanwezigen in een echte ijsstemming bracht. Spr. wees erop, dat de beraden Nederlander in ijstijd verandert in een waaghals, die dan moed en vermetelheid ontwikkelt op een wij ze die een gemzenjager zouden doen beven. Geeft men den Nederlander een paar schaat sen onder de voeten dan is hij geen Ne derlander meer: hij is schaatsenrijder, zóó geheel schaatsenrijder, als ooit een Span jaard danser, een Engelschman ruiter of een Franschman komediant was. Die verandering van de houding van den Nederlander vol trekt zich in alles. In ons kerkelijk land rijdt men schaatsen ook algemeen op den zeven den dag, den rustdag. Ook de poëzie werd dioor den spreker niet vergeten. Een paar gedichten, resp. van Pot gieter en Stemmetz, werden voorgedragen. Vele lichtbeelden verduidelijkten het gespro kene. De beenenschaatsen uit vroeger eeuwen werden op het doek vertoond. In den breede behandelde spreker het ijs- leven, het maken van tochten, het houden van wedstrijden voor mannen en vrouwen en het organiseeren van ijsfeesten om tenslotte het eerste deel te beëindigen met een serie keu rige ijsbeelden, vooral uit den ouden tijd. In het tweede deel van zijn lezing behan delde de heer Trouw de totstandkoming van den Ijsbond Hollands Noorderkwartier, wel ke plaats had op 21 Dec. 1895 te Oudendijk. Spr. huldigde de oprichters en bestuursle den, die in deze 40-jarige periode den Bond hadden grootgemaakt, door de beeltenissen te vertoonen van de trouwe dienaars. Spr. memoreerde welke onderwerpen in den loop der jaren zijn tersprake gekomen. IJsverorde- ningen, ijskaarten, clubtochten, ijsberichten, verzekeringswezen enz. Spr. eindigde dit tweede betoog met de volgende conclusies: 1. Bondsvergaderingen moeten een opge wekt karakter dragen; zooveel mogelijk moe ten deze opgeluisterd worden met lezingen betreffende het bondswerk; 2. Bestuurders van ijsclubs dienen des winters altijd paraat te zijn; 3. De ijsberichtendienst is nimmer goed ge organiseerd geweest; 4. De ijskaarten beantwoorden niet aan het doel; 5. De décentralisatie in den Bond in distric ten heeft voordeelen, doch ten opzichte van het ijstoerisme achtte spr. eenige centrali satie in alle opzichten aan te bevelen. In het derde en laatste deel behandelde spreker de toekomst van den bond. Aan de hand van dr. Easton en de jaarver slagen van den IJ.H.N., de Amsterdamsche IJsclub en den K N.S.B. was de spreker tot de volgende conclusies gekomen: Dr. Easton concludeert: per 1000 jaren: 9 harde uiterst strenge winters is 1 pCt. 22 zeer strenge winters is 2 pCt. 83 strenge winters is 8 pCt. 134 koude winters is 13pCt. 109 normale winters naar den kouden kant is 11 pCt. 264 normale winters is 26 pCt. Volgens spreker zijn dit ijsjaren of 62 pCt. 127 normale winters naar den zachten kant is 13 pCt. 203 slappe winters is 20 pCt. 40 zachte winters is 4 pCt. 9 zeer zachte winters is 1 pCt. Volgens spreker zijn dit ijslooze jaren of 38 pCt. Tot de indeeling der twee rubrieken „ijs en ijsloos" was de heer Trouw gekomen door een bestudeering en vergelijking der gegevens van dr. Easton met de verslagen van den IJ.H.N., K.N.S.B. en de A.IJ. De gegevens dezer verslagen nagaande over 50 jaren vond de spreker 66 pCt. ijsja ren en 34 pCt. ijslooze jaren. Bepaalde hij zich tot de laatste 40 jaren, dan verkreeg hij 67 lA pCt. ijsjaren en 32V£ pCt. ijslooze jaren. De spreker wilde hiermede bewijzen, dat er meer ijsjaren voorkomen, dan algemeen wordt verondersteld. Daarom, aldus spreker, moeten bestuurderen van ijsclubs, steeds pa raat zijn. Het gezegde, dat er in vroeger jaren meer ijs voorkwam heeft eenigen grond. Want gaat spreker het Bondsbestaan on- derverdeelen in vier tienjarige periode, dan vond hij 1896—1905 ijs 9 jaren geen ijs 1 1906—1915 1916—1925 1926—1935 6 >i 6 Totaal 27 4 4 13 Neemt men daarbij in acht, dat de periode 1886—1895 tien volle ijsjaren leverde, dan is het geen wonder, dat het tegenwoordige geslacht jaloersch is op ouders en groot ouders, die zeker een ijsvol tijdperk hebben medegemaakt. Spreker kwam daarna tot het ijstoerisme. Want er is geen reden dit terzijde te stellen. De ijsjaren komen regelmatig terug; zelfs zeer strenge winters als 18901891 zullen zich herhalen, al zijn zulke winters gelukkig maar eens in de 100 jaar te verwachten. Spreker wees op de feitelijke vijanden van het toerisme: de ijsbrekers. Aan de hand van aardige plaatjes liet spreker de oude en mo derne ijsbrekers op het doek zien. Maar naast deze vijanden hebben wij ook vrienden Ntetuurschoonbescherming door het Provin ciaal bestuur; de kanovaarders, die 's winters per schaats de uit de zomer bekende plassen willen opzoeken, nü per schaats; de vracht auto, welke eerder benut zal worden door vrachtvaarders in de kleine vaart en ten slotte de autobusdienst en de luxe auto, die zullen overbruggen daar, waar de vijanden overwinnaar zijn. Spreker wees er op, het voorbeeld van de overheid bij wegen- en kanalenplannen te volgen en de ijswateren in te deelen naar groepen van primairen en secondairen aard. De schaatsenwegen moeten in een dergelijke volgorde op één centraal punt, in samen werking met de districtsvoorzitters samenge steld worden. Eventueel moeten de districts grenzen gewijzigd worden. In elk district dien en ook de gegevens bekend te zijn der niet-aangesloten verèenigingen. Getracht moet worden met deze clubs tot samenwer king te komen. Met elkander zullen we leerer. „kaartlezen" om met elkander detail- en al gemeene kaarten samen te stellen, welke ten dienste gesteld kunnen worden van de ijs- berichtgeving. IJsclubbesturen en districts voorzitter krijgen ter beschikking eenvoudige kaartjes eventueel in briefkaartvorm, welke met kleurpotlood ingevuld kunnen worden. Centraal verzameld worden de gegevens op grootere kaarten overgebracht en bij Reis- en dagbladbureaux voor de ramen opgehangen. Van dergelijke kaarten kunnen op eenvoudige wijze clichés gemaakt worden. De kranten zijn daar tegenwoordig geheel op ingesteld, zoodat medewerking kan worden verkregen. Spreker gaf in overweging te komen tot samenwerking met den A.N.W.B. Aan het dagelijksch bestuur van den IJ.H.N. gaf spr de toezegging, gaarne te willen medewerken om tot het geschetste doel te geraken. De heer Trouw eindigde zijn lezing met de hoop uit te spreken, dat de bond een verderen weg zal vervolgen onder leiding van den ijve- rigen en voortuitstrevenden voorzitter, den heer Stikkel, aan wien hij een hartelijk woord van hulde bracht. Onder uw leiding, aldus spr., zal de bond groeien en bloeien. U. mijnheer Stikkel, voelt bij intuïtie de richting, waarin onze bond zich moet voortbewegen Ik bewonder U daarin! Toerisme en wedstrij den, deze onderwerpen hadden steeds uw aandacht. En U hebt goed gezien het ver zekeringswezen als onderdeel bij den bond onder te brengen. Met een opwekking aan de ijsclubbesturen tot deelname aan de verzekeringen eindigde spreker zijn lezing. Het applaus, dat op deze zeer interessante causerie volgde, was wei-verdiend, evenals de dankwoorden van den voorzitter, die hoopte, dat deze lezing niet in het archief zal worden opgeborgen, maar een belangrijk propagandamiddel zal worden voor den IJ.H.N. Na afloop vereenigden zich de afgevaar digden aan een gemeenschappeliiken maal tijd, waarna men nog eenigen tijd bijeen bleef. Voetbal. DE EERSTE KLASSERS De vorst, maar vooral de sneeuw, is oorzaak geweest, dat van het uitge breide programma al bitter weinig is terecht gekomen. In het Westen werden in totaal 5 wedstrijden gespeeld, in de overige afdeelingen gingen slechts twee ontmoetingen door Het gevolg van een en andter is, dat er van de regelmatigheid in het compe titieverloop weinig meer te bespeuren is. Alleen in het Oosten is men „bij"; daar zijn door alle clubs 9 wedstrijden gespeeld en het is alleen maar jammer, dat daarvoor15 Zondagen zijn noodig geweest! De gespeelde wedstrijden zijn gauw ver teld. In afdeeling I won A.D.Ó. van Xerxes en R.C.H. verloor van Haarlem! Het veld van A.D.O. was zeer glad, maar ondanks dat was A.D.O. in de eerste helft voortdurend sterker. Zeer verdiend nam zij in deze periode een 2O-voorsprong en ver grootte die direct daarna tot 3—0. Daarna veranderde het spelbeeld en nam Gerxes het initiatief over. Ze verkleinde den achterstand tot 32, doch het was te laat, om nog gelijk te maken. R.C.H. had in de eerste helft windvoor- deel en kwam na een kwartier met 10 voor te staan. Ze hield tot de rust stand, ondanks een heftig aanvallen van Haarlem. In de tweede helft werd het al gauw gelijk en 10 minuten voor tijd scoorde Haarlem het twee de doelpunt. De stand is hier: Sparta V.S.V. A.D.O. Ajax RC.H. Haarlem K.F.C. H.B.S. H.-D.V.S. Xerxes 9 9 10 9 10 10 9 9 9 10 5 5 6 5 4 4 3 3 1 1 3 2 0 1 3 2 3 2 2 2 1 2 4 3 3 4 3 4 7 24—17 13 19—17 12 26—26 12 28—16 11 18—15 10 2320 10 1013 20—21 11—21 16—29 9 8 4 4 In afdeeling II sloeg D.W.S. haar slag. Ze sloeg H.F.C. met niet minder dan 6—1. Met de rust was het al 3—1, ook daarna bleef D.W.S. sterker, doelpuntte nog drie keer, zoodat zij een groote zege boekte en haar doelsaldo flink opknapte. Stormvogels behaalde een moeilijke, maar verdiende overwinning op Z.F.C., dat in de eerste helft de leiding nam. Na de rust ging Z.F.C. verdedigen, maar verloor door een strafschop de leiding. Toen vielen de Storm vogels vinnig aan en namen de leiding over. Wel probeerde Z.F.C. daarna nog alles, maar de Ijmuider defensie hield stand. Tenslotte maakten de Stormvogels aan alle onzeker heid een einde door nog een derde doelpunt te scoren. V.U.C. haalde een sterk staaltje uit. Het ontving Excelsior, viel direct goed aan en nam weldra de leiding, welke ze tot de rust behield. Daarna probeerde Excelsior op te halen, maar ze slaagde er niet in de V.U.C - verdediging te verrassen. Het succes kwam aan den anderen kant en toen was het ge daan met Excelsior, dat tenslotte met 3—0 verloor. 't Gevolg is, dat drie club6 m degradatie gevaar verkeerden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 5