IJsbond Hollands Noorderkwartier.
Vorst en sneeuw waren een handicap.
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 23 DECEMBER 1935
Veerstigste algemeene jaarvergadering en herdenking
van het 40-]arig bestaan van den bond.
Herdenkingsrede van den voorzitter.
Slechts zeven wedstrijden konden
worden gespee'd in de eerste klasse.
De eerste zege van V. U. C.
6
SPORT
WEDSTRIJDEN
In de groote zaal der Harmonie alhier
heeft de Ijsbond Hollands Noorder
kwartier Zaterdag zijn 40ste algemeene
jaarvergadering gehouden en daarbij
tevens zijn 40-jarig jubileum herdacht.
Qe vergadering werd gevolgd door een
causerie van het hoofdbestuurslid, den
heer Trouw uit Abcoude, welke lezing
met lichtbeelden wellicht het hoogtepunt
van den dag is geweest, omdat zij niet
alleen zeer interessant en leerrijk was,
maar bovendien door een goed en vlot
spreker werd gehouden.
Toen de voorzitter, de heer A. J. Stik-
kei, Alkmaar, de vergadering opende, wa-
ren de afgevaardigden van 38 afdeelingen
aanwezig, terwijl 16 hoofdbestuursleden aan
de bestuurstafel zaten. Mede hadden aan
een uitnoodiging, om deze bijeenkomst mee
te maken, gehoor gegeven jbr. mr. F. H. van
Kinschot, burgemeester van Alkmaar, en
vertegenwoordigers van den Zuidholland-
schen Ijsbond en den K.A.N.W.B., terwijl
de commissaris der koningin bericht van ver
hindering had gestuurd.
De openingsrede.
Nadat de voorzitter de aanwezigen en in
het bizonder de genoodigden had welkom
geheeten, hield de heer Stikkel een herden
kingsrede, waarin hij verschillende belang
rijke punten uit het leven van den bond in
herinnering bracht.
Het initiatief tot oprichting van den IJ. H.
N. ging volgens overlevering uit van een
eer eenvoudig man, Teeuwis Schouten, een
baanveger, die den stoot gaf tot het ontstaan
van de ijsclub Oudendijk. Naast hem was
een andere werkzaam, hoewel meer in stilte
nog, n.1. de heer S. Th. Minnena, die al spoe
dig bestuurslid der ijsclub Oudendijk werd.
Aan deze twee mannen was het te danken,
dat verder pogingen in het werk werden ge
steld, om met bevriende ijsclubs een federa
tie op te richten en zoo kon 21 December
1895 de Ijsbond Holl. Noorderkwartier wor
den opgericht met als leden de afdeelingen
Schermerhorn, Middelie, Purmerend, Ouden
dijk en Avenhorn.
Merkwaardig was, dat onafhankelijk van
deze pogingen ongeveer tezelfder tijd ook cu
Alkmaarsche IJsclub stappen deed, om met
omliggende ijsclubs een verband te sluiten
teneinde goede verbindingsbanen te krijgen.
Het gelukte den heer Minnenie met de hee-
ren Ibink Meienbrink en Wigman, bestuurs
leden der Alkm. IJsclub, een gecombineerde
vergadering te houden en 22 Nov. 1896 trad
Alkmaar toe tot den bond, evenals de andere
afdeelingen, zoodat de IJ.H.N. na een jaar
reeds 18 afdeelingen telde. Dit aantal breid
de zich steeds uit, vooral ook, omdat het ge
lukte, houders van bondskaarten vrij rij. n
op de verkeersbanen te waarborgen.
In 1901 werden districten opgericht, waar
door een hechtere organisatie tot stand
kwam.
Allengs mocht de IJ.H.N. zich verheugen
in een steeds groeiende sympathie en mede
werking van autoriteiten en achtereenvol-
fens aanvaardden de heeren mr. G. van
ienhoven, mr. dr. W. F. van Leeuwen en
jhr. mr. dr. A. Röell, commissaris der konin
gin in Noordholland, het beschermheerschap
van den bond.
De groote vraag is en blijft: „heeft de
bond aan het voorgestelde doel kunnen vol
doen?" In één opzicht wis en zeker, want er
bestond een tijdvak, waarin door den bond
goede en veilige ijsbanen werden onderhou
den, waarvan duizenden hebben kunnen pro-
fiteéren. Helaas, ijslooze winters waren oor
zaak, dat de bond lang niet elk jaar op volle
activiteit kon werken. Toch hield men vol,
zoowel in de clubs als in den bond en men
kwam al vrij spoedig tot het sluiten van een
verzekering tegen ongelukken van baanper-
soneel, terwijl een jaar geleden zelfs een ver
zekering voor alle leden en huisgenooten kon
worden afgesloten tegen een zeer lage pre
mie.
Spr. herinnerde dan aan bijzonder ge
slaagde tentoonstellingen op ijsgebied, ge
houden te Enkhuizen in 1905 en te Alkmaar
in 1903 en 1920. Daarnaast werd de samen
werking met den Zuidhollandschen Ijsbond
geroemd en werd gewezen op den band met
den K.A.N.W.B.
Spr. meende, geen namen te moeten noe
men van hen, die veel voor den bond gedaan
hebben, maar bracht dank en hulde aan al
len, die geholpen hebben, om den bond groot
te maken.
Spr. eindigde tenslotte met de verklaring,
dat het tegenwoordige bestuur eendrachtig
zal voortgaan op den ingeslagen weg tot nog
meerderen bloei van den IJ.H.N. (Applaus
Rede burgemeester van Kinschot.
Direct na de rede van den voorzitter vroeg
burgemeester van Kinschot het woord. Het
deed spr. veel genoegen, in deze vergadering
aanwezig te zijn en dat deze algemeene ver
gadering in de centrum-plaats Alkmaar ge
houden wordt, omdat Alkmaar een centrum
plaats is.
Spr. wees er op, dat hij reeds in 1919 met
het werk van den bond had kennis gemaakt,
omdat hij toen als militair een militaire
schaatsentocht had ondernomen van Amster
dam naar Hoorn en overal goede verkeers
banen had gezien.
De ijssport is aldus spr. steeds po
pulair geweest in deze provincie en deze
sport heeft veel te danken aan de verschillen
de bonden, speciaal ook aan den IJ.H.N.
Spr. was er van overtuigd, dat voor ijstoe-
risme een bond noodig is, een bond die zorgt
voor goede verkeerswegen.
Echter niet alleen met de tochten, ook met
de wedstrijden wordt het publiek en worden
de deelnemers gediend. Daarom ook hoopte
spr. van harte, dat de IJ.H.N. nog vele toch
ten zal kunnen organiseeren en vele wed
strijden zal kunnen houden.
Met de beste wenschen voor den bloei van
den IJ.H.N. besloot spr. zijn toespraak. (Ap
plaus.)
De heer Teerink sprak vervolgens namens
de Alkmaarsche IJsclub woorden van waar
deering. Spr. wees op het vele, dat de bond
heeft gedaan en herinnerde aan de motorisee
ring, waardoor het ijsverkeer kleiner gewor
den is. Daarom heeft de bond ook naar an
dere doeleinden moeten uitzien en de bakens
moeten verzetten. Het was spr. een groote
voldoening, dat bij dit 40-jarig bestaan ge
zegd mocht worden, dat de bakens tijdig ver
zet zijn en spr. sprak de hoop uit, dat de
bond de kracht voor nog vele jaren mocht
bezitten.
Onder applaus bood spr. namens de Alkm.
IJsclub bloemen aan.
De voorzitter, die ook den burge
meester had dank gezegd voor zijn woord,
dacht bij de woorden van den heer Teerink
aan den winter van 18Q0-91, toen het op het
ijs een chaos was. Bruggenbewakers en baan
vegers waren zoo talrijk, dat schaatsenrijders
een zak met centen moesten meenemen, wilde
men een tocht met succes kunnen onderne
men. Deze chaos is volgens spr. wel een der
eerste stooten geweest voor de oprichting
van den IJ.H.N.
Nadat de notulen en eenige mededeelin
gen, alsmede felicitaties in den vorm van te
legrammen waren voorgelezen, hernam de
voorzitter het woord. Spr. herinnerde aan
een tweetal jubilea. De penningmeester van
de afdeeling Zuidscharwoude, de heer de
Beer en de heer de Heer, bestuurslid van de
afdeeling Wijde Wormer, hadden dit jaar een
jubileum gevierd. Het dagelijksch bestuur
van den IJ.H.N. was gelukkig tijdig op ae
hoogte gesteld en had gemeend, bij die jubi
lea aanwezig te moeten zijn en de jubilarissen
te moeten benoemen tot lid van verdiensten
van den bond. (Applaus.)
Daarna richtte spr. zich tot het voltallig
aanwezige bestuur van de afdeeling Ouden
dijk en wees er op, dat onder dit bestuur
iemand was, die gedurende de 40 jaar van 't
bestaan van den bond steeds zijn beste krach
ten aan den IJ.H.N. en aan de afdeeling
Oudendijk had gegeven en dit nog steeds
doet, n.1. de heer Rop.
Het hoofdbestuur meende, den heer Rop
ook tot lid van verdienste te moeten benoe
men en onder luid applaus van de geheele
vergadering spelde de voorzitter den heer
Rop het eeremetaal op de borst.
De heer Rop dankte voor de onderschei
ding al speet het hem, dat hij niet meer bij
ae jeugd behoort. Spr. gaf de verzekering,
De IJsbond „Holland's Noorderkwartier te Mkmaar vierde Zaterdag zi|n 40-iane
bestaan. Het bestuur ttjdens de receptie.
dat hij altijd zal blijven strijden voor den
IJ.H.N. en de afdeeling Oudendijk.
De voorzitter der afd. Oudend ij k
sprak namens de afdeeling dank voor de on
derscheiding, die den heer Rop was ten deei
gevallen. Spr. wees er op, dat de heer Rop
steeds actief werkzaam is in het belang van
den IJ.H.N. en de afdeeling Oudendijk. Spr.
wenschte den heer Rop én namens de ijsclub
Oudendijk én namens de gemeente Oudendijk
geluk met de onderscheiding. (Applaus.)
De afgevaardigde van Zuid-Schar-
w o u d e feliciteerde den bond met het jubi
leum en deelde mede, dat de afdeeling zeer
erkentelijk was voor de onderscheiding, die
een harer bestuursleden was ten deel geval
len. Spr. wees er op, dat gedurende het be
staan van den bond nimmer een lid van den
IJ.H.N. op het ijs doodelijk verongelukt is
Dat vond spr. een zeer belangrijk feit Spr.
wist, dat het hoofdbestuur veel en goed werk
heeft gedaan, waarvoor spr. hartelijk dank
bracht.
Deafgevaardigde van W ij d e W o r-
mer dankte eveneens voor de onderscheiding,
een harer bestuursleden ten deel gevallen en
hoopte, nog lang te kunnen werken in het
belang van den bond.
De voorzitter merkte nog op, dat het
dag. bestuur het steeds zou op prijs stellen,
dat jubilea tijdig bij het bestuur bekend wer
den gemaakt, opdat het dag. bestuur maatre
gelen kan nemen.
De financiën.
De ontvangsten en uitgaven bedroegen
over dit boekjaar 1439.13, waaronder een
tekort van 174.83.
Benningbroek vond den post druk
werk zeer hoog.
De heer Werkman wees er op, dat er
dit jaar aanvullende statuten gedrukt zijn en
tevens wedstrijdreglementen gereed zijn ge
komen. Dit zijn twee posten, die slechts een
keer voorkomen.
Verder vroeg Benningbroek waarom
de reserve nooit genoemd werd.
De heer P r e ij e r, penningmeester, deelde
mede, dat de reserve 2400 bedraagt. Daar
van is thans afgenomen 174.83 voor het
tekort van dit jaar, 280 voor de verzeke
ringspremie en 250 voor de herdenking van
het 40-jarig bestaan.
De voorzitter zegde toe, dat de reser
ve voortaan op den beschrijvingsbrief zal
voorkomen, zooals trouwens in de jongste
hoofdbestuursvergadering was besloten. (Ap
plaus.)
Ransdorp vroeg, waar de rente in die
reserve is ondergebracht.
De heer Preijer, penningm., antwoord
de, dat deze wordt bijgeschreven op het
spaarbankboekje van de boerenleenbank,
waarop ook de reserve staat.
O u d e n d ij k vroeg om een meer gespeci
ficeerde rekening, vroeg tevens, van wanneer
tot wanneer het boekjaar loopt en waarom
een begrooting ontbrak.
De penningmeester antwoordde,
dat het boekjaar liep van October tot Octo-
ber, terwijl de voorzitter toezegde, dat
voortaan de begrooting op den beschrijvings
brief zal worden opgenomen.
Nadat de rekening was goedgekeurd, deel
de de penningmeester mede, dat de begroo
ting voor het volgend boekjaar 1030 be
droeg.
Verkiezingen.
De uitslag der verkiezing van leden van
het hoofdbestuur was, dat herkozen werden
de heeren D. G. G. Margadant te Alkmaar,
C. L. F. Sarlet te Haarlem, D. Naastepad te
Hoogwoud, C. Kok te Twisk, S. Heringa te
Stompetoren en W. J. Kuyper te Spaarn-
dam, terwijl gekozen werd de heer W. Keet
man te Winkel. Allen namen de benoeming
aan.
De heer Margadant huldigde daarop
den voorzitter op dezen jubileumdag, spe
ciaal namens het hoofdbestuur en hoopte, dat
de heer Stikkel nog vele jaren als voorzitter
den bond mag besturen.
De voorzitter dankte voor deze woor
den en verheugde zich er over, dat de saam-
hoorigheid in den bond zoo groot is.
Met meerderheid van stemmen werd beslo
ten, dat de volgende jaarvergadering te Am
sterdam zal worden gehouden.
Na een korte rondvraag sloot de voorzitter
de vergadering, waarin allen zich vereenig-
den aan een koffiemaaltijd. Daar sprak o.a.
de afgevaardigde van den K.A.N.W.B. har
telijke woorden, waarbij hij de hoop uitsprak,
dat de IJ.H.N. en de K.A.N.W.B. steeds pret
tig zullen samenwerken ter bevordering van
het ijstoerisme.
De lezing van den heer Trouw.
Nadat een onderlinge verloting tot alge-
heele voldoening was gehouden, hield het
hoofdbestuurslid, de heer J. Trouw uit
Abcoude, een lezing over „Ijs, IJ.H.N. 1895-
1935 en zijn toekomst''.
Aan de hand van verschillende schrijvers
was een inleiding samengesteld welke de
aanwezigen in een echte ijsstemming bracht.
Spr. wees erop, dat de beraden Nederlander
in ijstijd verandert in een waaghals, die dan
moed en vermetelheid ontwikkelt op een wij
ze die een gemzenjager zouden doen beven.
Geeft men den Nederlander een paar schaat
sen onder de voeten dan is hij geen Ne
derlander meer: hij is schaatsenrijder, zóó
geheel schaatsenrijder, als ooit een Span
jaard danser, een Engelschman ruiter of een
Franschman komediant was. Die verandering
van de houding van den Nederlander vol
trekt zich in alles. In ons kerkelijk land rijdt
men schaatsen ook algemeen op den zeven
den dag, den rustdag.
Ook de poëzie werd dioor den spreker niet
vergeten. Een paar gedichten, resp. van Pot
gieter en Stemmetz, werden voorgedragen.
Vele lichtbeelden verduidelijkten het gespro
kene. De beenenschaatsen uit vroeger eeuwen
werden op het doek vertoond.
In den breede behandelde spreker het ijs-
leven, het maken van tochten, het houden van
wedstrijden voor mannen en vrouwen en het
organiseeren van ijsfeesten om tenslotte het
eerste deel te beëindigen met een serie keu
rige ijsbeelden, vooral uit den ouden tijd.
In het tweede deel van zijn lezing behan
delde de heer Trouw de totstandkoming van
den Ijsbond Hollands Noorderkwartier, wel
ke plaats had op 21 Dec. 1895 te Oudendijk.
Spr. huldigde de oprichters en bestuursle
den, die in deze 40-jarige periode den Bond
hadden grootgemaakt, door de beeltenissen
te vertoonen van de trouwe dienaars. Spr.
memoreerde welke onderwerpen in den loop
der jaren zijn tersprake gekomen. IJsverorde-
ningen, ijskaarten, clubtochten, ijsberichten,
verzekeringswezen enz. Spr. eindigde dit
tweede betoog met de volgende conclusies:
1. Bondsvergaderingen moeten een opge
wekt karakter dragen; zooveel mogelijk moe
ten deze opgeluisterd worden met lezingen
betreffende het bondswerk;
2. Bestuurders van ijsclubs dienen des
winters altijd paraat te zijn;
3. De ijsberichtendienst is nimmer goed ge
organiseerd geweest;
4. De ijskaarten beantwoorden niet aan het
doel;
5. De décentralisatie in den Bond in distric
ten heeft voordeelen, doch ten opzichte van
het ijstoerisme achtte spr. eenige centrali
satie in alle opzichten aan te bevelen.
In het derde en laatste deel behandelde
spreker de toekomst van den bond.
Aan de hand van dr. Easton en de jaarver
slagen van den IJ.H.N., de Amsterdamsche
IJsclub en den K N.S.B. was de spreker tot
de volgende conclusies gekomen:
Dr. Easton concludeert:
per 1000 jaren:
9 harde uiterst strenge winters is 1 pCt.
22 zeer strenge winters is 2 pCt.
83 strenge winters is 8 pCt.
134 koude winters is 13pCt.
109 normale winters naar den
kouden kant is 11 pCt.
264 normale winters is 26 pCt.
Volgens spreker zijn dit ijsjaren of 62 pCt.
127 normale winters naar den
zachten kant is 13 pCt.
203 slappe winters is 20 pCt.
40 zachte winters is 4 pCt.
9 zeer zachte winters is 1 pCt.
Volgens spreker zijn dit ijslooze
jaren of 38 pCt.
Tot de indeeling der twee rubrieken „ijs
en ijsloos" was de heer Trouw gekomen door
een bestudeering en vergelijking der gegevens
van dr. Easton met de verslagen van den
IJ.H.N., K.N.S.B. en de A.IJ.
De gegevens dezer verslagen nagaande
over 50 jaren vond de spreker 66 pCt. ijsja
ren en 34 pCt. ijslooze jaren.
Bepaalde hij zich tot de laatste 40 jaren,
dan verkreeg hij 67 lA pCt. ijsjaren en 32V£
pCt. ijslooze jaren.
De spreker wilde hiermede bewijzen, dat
er meer ijsjaren voorkomen, dan algemeen
wordt verondersteld. Daarom, aldus spreker,
moeten bestuurderen van ijsclubs, steeds pa
raat zijn.
Het gezegde, dat er in vroeger jaren meer
ijs voorkwam heeft eenigen grond.
Want gaat spreker het Bondsbestaan on-
derverdeelen in vier tienjarige periode, dan
vond hij
1896—1905 ijs 9 jaren geen ijs 1
1906—1915
1916—1925
1926—1935
6
>i 6
Totaal 27
4
4
13
Neemt men daarbij in acht, dat de periode
1886—1895 tien volle ijsjaren leverde, dan
is het geen wonder, dat het tegenwoordige
geslacht jaloersch is op ouders en groot
ouders, die zeker een ijsvol tijdperk hebben
medegemaakt.
Spreker kwam daarna tot het ijstoerisme.
Want er is geen reden dit terzijde te stellen.
De ijsjaren komen regelmatig terug; zelfs
zeer strenge winters als 18901891 zullen
zich herhalen, al zijn zulke winters gelukkig
maar eens in de 100 jaar te verwachten.
Spreker wees op de feitelijke vijanden van
het toerisme: de ijsbrekers. Aan de hand van
aardige plaatjes liet spreker de oude en mo
derne ijsbrekers op het doek zien. Maar
naast deze vijanden hebben wij ook vrienden
Ntetuurschoonbescherming door het Provin
ciaal bestuur; de kanovaarders, die 's winters
per schaats de uit de zomer bekende plassen
willen opzoeken, nü per schaats; de vracht
auto, welke eerder benut zal worden door
vrachtvaarders in de kleine vaart en ten
slotte de autobusdienst en de luxe auto, die
zullen overbruggen daar, waar de vijanden
overwinnaar zijn.
Spreker wees er op, het voorbeeld van de
overheid bij wegen- en kanalenplannen te
volgen en de ijswateren in te deelen naar
groepen van primairen en secondairen aard.
De schaatsenwegen moeten in een dergelijke
volgorde op één centraal punt, in samen
werking met de districtsvoorzitters samenge
steld worden. Eventueel moeten de districts
grenzen gewijzigd worden. In elk district
dien en ook de gegevens bekend te zijn der
niet-aangesloten verèenigingen. Getracht
moet worden met deze clubs tot samenwer
king te komen. Met elkander zullen we leerer.
„kaartlezen" om met elkander detail- en al
gemeene kaarten samen te stellen, welke ten
dienste gesteld kunnen worden van de ijs-
berichtgeving. IJsclubbesturen en districts
voorzitter krijgen ter beschikking eenvoudige
kaartjes eventueel in briefkaartvorm, welke
met kleurpotlood ingevuld kunnen worden.
Centraal verzameld worden de gegevens op
grootere kaarten overgebracht en bij Reis- en
dagbladbureaux voor de ramen opgehangen.
Van dergelijke kaarten kunnen op eenvoudige
wijze clichés gemaakt worden. De kranten
zijn daar tegenwoordig geheel op ingesteld,
zoodat medewerking kan worden verkregen.
Spreker gaf in overweging te komen tot
samenwerking met den A.N.W.B. Aan het
dagelijksch bestuur van den IJ.H.N. gaf spr
de toezegging, gaarne te willen medewerken
om tot het geschetste doel te geraken.
De heer Trouw eindigde zijn lezing met de
hoop uit te spreken, dat de bond een verderen
weg zal vervolgen onder leiding van den ijve-
rigen en voortuitstrevenden voorzitter, den
heer Stikkel, aan wien hij een hartelijk woord
van hulde bracht. Onder uw leiding, aldus
spr., zal de bond groeien en bloeien. U.
mijnheer Stikkel, voelt bij intuïtie de richting,
waarin onze bond zich moet voortbewegen Ik
bewonder U daarin! Toerisme en wedstrij
den, deze onderwerpen hadden steeds uw
aandacht. En U hebt goed gezien het ver
zekeringswezen als onderdeel bij den bond
onder te brengen.
Met een opwekking aan de ijsclubbesturen
tot deelname aan de verzekeringen eindigde
spreker zijn lezing.
Het applaus, dat op deze zeer interessante
causerie volgde, was wei-verdiend, evenals
de dankwoorden van den voorzitter, die
hoopte, dat deze lezing niet in het archief zal
worden opgeborgen, maar een belangrijk
propagandamiddel zal worden voor den
IJ.H.N.
Na afloop vereenigden zich de afgevaar
digden aan een gemeenschappeliiken maal
tijd, waarna men nog eenigen tijd bijeen
bleef.
Voetbal.
DE EERSTE KLASSERS
De vorst, maar vooral de sneeuw, is
oorzaak geweest, dat van het uitge
breide programma al bitter weinig is
terecht gekomen. In het Westen werden
in totaal 5 wedstrijden gespeeld, in de
overige afdeelingen gingen slechts twee
ontmoetingen door
Het gevolg van een en andter is, dat
er van de regelmatigheid in het compe
titieverloop weinig meer te bespeuren
is. Alleen in het Oosten is men „bij";
daar zijn door alle clubs 9 wedstrijden
gespeeld en het is alleen maar jammer,
dat daarvoor15 Zondagen zijn
noodig geweest!
De gespeelde wedstrijden zijn gauw ver
teld. In afdeeling I won A.D.Ó. van Xerxes
en R.C.H. verloor van Haarlem!
Het veld van A.D.O. was zeer glad, maar
ondanks dat was A.D.O. in de eerste helft
voortdurend sterker. Zeer verdiend nam zij
in deze periode een 2O-voorsprong en ver
grootte die direct daarna tot 3—0.
Daarna veranderde het spelbeeld en nam
Gerxes het initiatief over. Ze verkleinde den
achterstand tot 32, doch het was te laat,
om nog gelijk te maken.
R.C.H. had in de eerste helft windvoor-
deel en kwam na een kwartier met 10 voor
te staan. Ze hield tot de rust stand, ondanks
een heftig aanvallen van Haarlem. In de
tweede helft werd het al gauw gelijk en 10
minuten voor tijd scoorde Haarlem het twee
de doelpunt.
De stand is hier:
Sparta
V.S.V.
A.D.O.
Ajax
RC.H.
Haarlem
K.F.C.
H.B.S.
H.-D.V.S.
Xerxes
9
9
10
9
10
10
9
9
9
10
5
5
6
5
4
4
3
3
1
1
3
2
0
1
3
2
3
2
2
2
1
2
4
3
3
4
3
4
7
24—17 13
19—17 12
26—26 12
28—16 11
18—15 10
2320 10
1013
20—21
11—21
16—29
9
8
4
4
In afdeeling II sloeg D.W.S. haar slag.
Ze sloeg H.F.C. met niet minder dan 6—1.
Met de rust was het al 3—1, ook daarna
bleef D.W.S. sterker, doelpuntte nog drie
keer, zoodat zij een groote zege boekte en
haar doelsaldo flink opknapte.
Stormvogels behaalde een moeilijke, maar
verdiende overwinning op Z.F.C., dat in de
eerste helft de leiding nam. Na de rust ging
Z.F.C. verdedigen, maar verloor door een
strafschop de leiding. Toen vielen de Storm
vogels vinnig aan en namen de leiding over.
Wel probeerde Z.F.C. daarna nog alles, maar
de Ijmuider defensie hield stand. Tenslotte
maakten de Stormvogels aan alle onzeker
heid een einde door nog een derde doelpunt
te scoren.
V.U.C. haalde een sterk staaltje uit. Het
ontving Excelsior, viel direct goed aan en
nam weldra de leiding, welke ze tot de rust
behield. Daarna probeerde Excelsior op te
halen, maar ze slaagde er niet in de V.U.C -
verdediging te verrassen. Het succes kwam
aan den anderen kant en toen was het ge
daan met Excelsior, dat tenslotte met 3—0
verloor.
't Gevolg is, dat drie club6 m degradatie
gevaar verkeerden.